Evaluatie van Concernloket Juni 2009



Vergelijkbare documenten
Een effectievere overheid door één loket

Concernbenadering. Opschaling concept Concernloket naar heel Nederland en mogelijke verbreding naar andere concerns Nieuwsbrief Nr.

Evaluatie EvenementAssistent

Implementatie Concernloket

INNOVATIE VAN VERGUNNINGVERLENING EN HANDHAVING

Een effectievere overheid door één loket. Oplossing voor de concernproblematiek van Gasunie - Samenvatting

Aanleiding onderzoek archivering WABO-dossiers

Rekenkamercommissie Vallei en Veluwerand

Online enquête Kennisplein Omgevingsvergunning

EVALUATIE GEMEENTEBELASTINGEN KENNEMERLAND ZUID. Korte inhoud voorstel

-S-ff" U^ / J^, i'.r^ CAND OP ' JAN nte Oostzaan. VROM-Inspectie Ministerie van Infrastructuur en tailieu. Datum 6 januari 2011

Rapport 833 Derriks, M., & Kat, E. de. (2020). Jeugdmonitor Zeeland Amsterdam: Kohnstamm Instituut.

Rondweg-Oost N233 Maatregelen treden 3 Um 5 Ladder van Verdaas

Over de voortgang in uw regio is de commissie het volgende opgevallen:

Online enquête Kennisplein Omgevingsvergunning

Visie op Digitaal Zaakgericht werken

Consultatieadvies verwijdering NTA 9040 van de lijst met open standaarden

Definitief beeld van Visitatiecommissie Waterketen van regio Rotterdam

Sociale wijkzorgteams Den Haag

INHOUDELIJKE TOELICHTING

Rekenkamercommissie. Onderzoekprogramma vanaf 2012

Programma doorontwikkeling veiligheidshuizen. Informatiemanagement en privacy 21 november 2011

Het Schakelpunt Landelijke Werkgevers: Veelgestelde vragen

Bewijs van Goede Dienst: verbetering dienstverlening aan bedrijven

FUMO deelnemersonderzoek 2015

SERVICECODE AMSTERDAM

Adviesgroep Informatievoorziening. Omgevingswet. Erna Roosendaal

Datum 14 januari 2011 Opgemaakt door afdeling Planvorming. Huidige samenwerking in de Veluwse afvalwaterketen

Einddocument Werkgroep Klantgerichte benadering. J. Geerlinks, waterschap Veluwe G. van Lankveld, waterschap Roer en Overmaas

onderzoeksopzet handhaving

Inventarisatie stand van zaken lozingen huishoudelijk afvalwater op Rijkswateren stand van zaken medio oktober 2005

Samenvatting. Verkenning Prioriteiten e Justitie

Plan van aanpak voor een tussentijdse evaluatie beleidsplan Sociaal Domein

Over de voortgang in uw regio is de commissie het volgende opgevallen:

Deze centrale vraag leidt tot de volgende deelvragen, die in het onderzoek beantwoord zullen worden.

VOORSTEL AAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE ROERMOND

Gemeente Amsterdam digitaliseert dienstverlening

Met Preventie naar Duurzaam Ondernemen

Evaluatie zon PV-projecten bij woningcorporaties

Het memo wordt afgesloten met een advies aan het Bestuurlijk Provinciaal handhavingsoverleg van 20 december 2012.

Betreffende beantwoording schriftelijke vragen van de heer Maxim van Luttikhuizen (SP) inzake Deregulering in het fysieke domein.

Invoering Omgevingswet

Lessons Learned - Samenhang. Leo Kooijman

Dialoog veehouderij Venray

Samenvatting projectplan Versterking bevolkingszorg

Bijlage II - Het spoorboekje kwaliteit: De BIG-8 stap voor stap. Inleiding

DNB BEOORDELINGSKADER VOOR DE AUDITFUNCTIE BIJ TRUSTKANTOREN INGEVOLGE DE RIB WTT 2014

Organisatieplan Multidisciplinaire crisisbeheersing en rampenbestrijding Veiligheidsregio Gooi en Vechtstreek

RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP WILLEM VAN ORANJE

Realisatie Publicatie

Procesevaluatie Effectief Actief Drs. L. Ooms Dr. C.Veenhof

Bijlage. Uitvoeringsplan. Deel 1: Wat gaat er veranderen?

Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s

Naam: Draaiboek decentrale implementatie PAUW en Tridion

RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP DE WENNEPE

Workspace Design Onderzoeksopzet voor SOZAWE

De commissie heeft van uw regio geen aanvullende documenten ontvangen. Hierdoor is de beoordeling koploper niet gewijzigd.

Plan van aanpak Centrum Jeugd en Gezin BMWE-gemeenten Februari 2010

Generiek Platform Zaken 23 november Tom Steenbakkers Mario Smit

Implementatieplan interactief beleid

Leeftijdbewust personeelsbeleid Ingrediënten voor een plan van aanpak

Bijlage E: samenvatting convenanten energie efficiency

Effecten van cliëntondersteuning. Samenvatting van een haalbaarheidsonderzoek naar de meetbaarheid van door de cliënt ervaren effecten

Samenwerking & Bedrijfsvoering

Evaluatie VTH stelsel & wetsvoorstel VTH

DEFINITIEF RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP DE DALTONSCHOOL

Plan van aanpak. Project : Let s Drop. Bedrijf : DropCo BV

RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP DE BOSSCHOOL. Onderzoeksnummer :

Handleiding uitvoering ICT-beveiligingsassessment

Rapporteigenschappen. Netto respons

De Omgevingswet brengt ons bij elkaar!? Arend van Beek, VIAG

Afbeelding: TriamFloat Effectmetingsmodel

RAPPORT VAN BEVINDINGEN VIERJAARLIJKS BEZOEK. o.b.s. Het Groene Hart

Onderwerp: Onderzoek naar de overschrijding van de raming Brandweerkazerne Cothen-Langbroek

Datum raadsvergadering. Onderwerp Beschikbaar stellen van een investeringskrediet voor de invoering van Zaakgericht Werken

Functiebeschrijving. Applicatiebeheerder. Graad B1-B3

INFOBLAD IMPULS LOKAAL BODEMBEHEER 2012

Provinciale Staten van Overijssel

BRZO zowel BRZO als VT-CHEMIE. Provincie Provincie Provincie Totaal

BESTUURLIJKE SAMENVATTING AFSTEMMEN INVESTERINGEN

Rekenkamercommissie Wijdemeren

# 2. Noord. Special: Bijeenkomst van Leergemeenschap Noord-Nederland Water- en Ruimteberichten. Deze uitgave is een samenwerking tussen

IPO-visie op de uitvoering van de VROM-taken

Mogelijkheid tot verbreding van het landelijk concernloket naar andere concerns

CIOT-bevragingen Proces en rechtmatigheid

Datum 7 oktober 2013 Voorlopig beeld van Visitatiecommissie Waterketen van Regio Reest en Wieden

Betrekken omgeving bij ruimtelijke initiatieven

Risicomanagement bij onder toezicht gestelde kinderen Een notitie naar aanleiding van onderzoek van de Inspectie jeugdzorg oktober 2008

Onderzoeksopzet Muskusrattenbestrijding

Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad. 17 mei 2017 U Lbr. 17/028 (070) Gezamenlijke gemeentelijke uitvoering

Zorgen voor het bedreigde kind. Onderzoek naar de samenwerking tussen Raad voor de Kinderbescherming en Bureau Jeugdzorg

Verkennende Impactanalyse

De werkgroep ziet ook voor 2011 de volgende opdracht voor zichzelf:

Aanleiding Maatregelenpakket uit 2008 ter verbetering van de ICT/GIS functie (DB ).

WORKSHOPHANDLEIDING Het Verbeterplan

Digitaal Stelsel Omgevingswet

ONTWIKKEL EEN GEZAMENLIJKE VISIE OP HET DUURZAAM BODEMGEBRUIK. Bijeenkomst XXX dag-maand-jaar, Locatie

Aanpak: Gezinscoaching. Beschrijving

De do s en don ts. van implementatie

Transcriptie:

Evaluatie van Concernloket Juni 2009 Samenvatting In opdracht van de Stuurgroep Concernloket is een evaluatie uitgevoerd om de meerwaarde van het Concernloket vast te stellen. Deze evaluatie is uitgevoerd terwijl het Concernloket nog volop in ontwikkeling is, maar is nu noodzakelijk omdat er voor 1 juli een beslissing over de continuering zal moeten worden genomen. De evaluatie is gericht op de volgende onderdelen: a) een kwantitatieve en kwalitatieve beoordeling op basis van een vergelijking tussen de situaties met en zonder het Concernloket; b) toetsen van de ervaringen van de gebruikers door een extern bureau; c) een beoordeling van de interne processen binnen het Concernloket door een extern bureau. Daarnaast is gekeken naar de ICT-voorziening van Concernloket en hebben andere concerns op eigen initiatief interesse getoond. De algemene conclusie is dat de potentie van de werkwijze van het Concernloket breed onderschreven wordt. Het effect van de werkwijze van het Concernloket is dat er een betere dienstverlening door de overheid mogelijk is en dat de administratieve last voor Gasunie duidelijk vermindert. De kwaliteit van de producten gaat omhoog en er is een tijdwinst te bereiken tot ca. 25% (met name vanuit het werkgebied vergunningverlening) voor de overheid en voor Gasunie. Wel moet, vanwege het feit dat de concernbenadering nog in ontwikkeling is, rekening worden gehouden met een initiële inspanning. De praktische uitvoering behoeft nog verbetering. Gebleken is dat partijen moeten wennen aan de nieuwe werkwijze, vele partijen zijn gewend aan een autonome uitvoering. Commitment aan de concernbenadering en een goede samenwerking is een absolute "must". Ook de ICT-voorziening is beoordeeld. Hieruit is gebleken dat de beschikbare website (www.concernloket.nl en de besloten applicatie voor betrokken gebruikers) opvalt door de concreetheid van uitvoering; het wordt al gebruikt en legt goede verbindingen met andere ICT-voorzieningen. Tenslotte hebben enkele andere concerns (TenneT, Vitens, ProRail) op eigen initiatief onderzocht in hoeverre de concernbenadering voor hen meerwaarde zou opleveren. Hieruit volgt een positief oordeel. Ook heeft het programma Slim Geregeld en Goed Verbonden de haalbaarheid van verbreding van andere concerns verkend. Dit levert bruikbare aanbevelingen op. Arend Kroes, Projectleider project Opschaling Concernloket arend.kroes@minvrom.nl 1

1. Inleiding De concernbenadering creëert een gelijk speelveld, waardoor de overheid efficiënter kan opereren en het concern minder regeldruk en administratieve lasten ondervindt. Deze benadering is vooral vraaggestuurd. Het is een nieuwe ontwikkeling in Nederland op het gebied van ruimtelijke ordening, vergunningverlening en toezicht voor grote, landelijk opererende, bedrijven. Een concern ervaart een knelpunt en lost dit samen met de overheid (of meerdere overheden) op. Vervolgens wordt hiervan een standaard gemaakt of worden afspraken vastgelegd en deze worden beschikbaar gesteld via een toegankelijke ICT-voorziening (www.concernloket.nl). Alle betrokkenen kunnen via een beveiligd account werken met de informatie op deze ICT-voorziening. De werkwijze is zodanig dat deze meer universeel kan worden toegepast, zowel voor concerns als branches. Het concernloket is derhalve niet: een organisatie die de bevoegdheden van overheden overneemt; een beslisser in plaats van het bevoegd gezag, aan de autonomie van het bevoegde gezag wordt niet getornd. Het concernloket is wel: een actief kenniscentrum voor betrokken overheden en het bedrijfsleven; een ICT-centrum waaruit het bevoegd gezag standaarden en afspraken voor vergunningen kunnen putten; een aanjager voor meer eenduidig toezicht, het draagt zodoende ook bij aan de vermindering van de toezichtlasten van de bedrijven. In de praktijk opereert een Concernloket ten behoeve van het concern Gasunie sinds 2007, eerst vanuit Groningen waarbij met name de afgelopen maanden is opgeschaald naar de rest van Nederland. Het Concernloket bestaat op dit moment uit ca. 3 fte die het werk uitvoeren: meewerken aan standaard ontwikkeling, coördineren bij knelpunten en beschikbaar stellen van informatie. Communicatie en ontwikkeling van de juiste ICT hiervoor zijn essentieel. Doelstelling project Opschaling Concernloket Onderzoek naar een efficiëntere en effectievere wijze van vergunningverlening en toezicht voor het concern N.V. Nederlandse Gasunie en het betrokken bevoegd gezag. Belangrijk hierbij is een eenduidige uitvoering van wet, beleid en regelgeving ten aanzien van het concern Gasunie. De randvoorwaarden hierbij zijn uitvoering binnen huidige wet- en regelgeving en aansluiten bij beleidsmatige ontwikkelingen. Project- en stuurgroep Voor het project Opschaling Concernloket is een projectgroep geformeerd uit vertegenwoordigers van o.a. VNG, IPO, UvW, VROM, V&W, Brandweer, VNO-NCW, Gasunie en concerns. De projectgroep rapporteert aan een stuurgroep onder leiding van de heer Alders, voormalig Commissaris van de Koningin in Groningen en huidig voorzitter van EnergieNed. Evaluatie Op dit moment wordt Concernloket tot eind 2009 gefinancierd door een samenwerking tussen de ministeries van VROM en EZ. In oktober 2008 heeft de stuurgroep besloten dat er in het voorjaar van 2009 een evaluatie uitgevoerd moet worden, om voldoende onderbouwing te krijgen van de potentie en meerwaarde van Concernloket voor een beslissing over het wel of niet continueren van Concernloket voor de komende 4 jaar. Voor deze periode is een businessplan beschikbaar. De evaluatie is uitgevoerd terwijl het 2

Concernloket nog volop in ontwikkeling is, Deze rapportage geeft een overzicht van de bevindingen van deze evaluatie. 2. Doel en aanpak evaluatie In opdracht van de Stuurgroep Concernloket is een evaluatie uitgevoerd om de meerwaarde van het Concernloket vast te stellen. De evaluatie is uitgevoerd om de volgende redenen. - Nagaan of voorafgestelde doelen van Concernloket na een periode van twee jaar zijn behaald. - Nagaan of Concernloket voldoende meerwaarde heeft aangetoond voor overheden en concern(s) en de potentie die Concernloket biedt is waargemaakt. - De stuurgroep Opschaling Concernloket voorzien van informatie om een goede go/no-go beslissing voor Concernloket na 2009 te kunnen nemen. De evaluatie bestaat uit verschillende onderdelen: a) een kwantitatieve en kwalitatieve beoordeling op basis van een vergelijking tussen de situaties met en zonder het CL b) toetsing van de ervaringen van de gebruikers door een extern bureau c) een beoordeling van de interne processen binnen het CL door een extern bureau Daarnaast is gekeken naar de ICT-voorziening van Concernloket en hebben andere concerns op eigen initiatief interesse getoond. Per onderdeel zal worden aangegeven wat de bevindingen zijn. Aan het eind wordt een algehele conclusie geformuleerd op basis van de verschillende onderdelen van deze evaluatie. 3

a) Kwantitatieve en kwalitatieve beoordeling - vergelijking situaties met en zonder Concernloket Ter verbetering van de dienstverlening voor Gasunie heeft Concernloket 30 knelpunten gesignaleerd en in behandeling genomen. Voor de afhandeling van de knelpunten zijn tot nu toe 19 standaarden ontwikkeld (met name op de onderwerpen vergunningverlening en toezicht), waarmee 8 knelpunten geheel zijn afgerond. Voorbeelden hiervan zijn afspraken over het verstrekken van standaardinformatie van Gasunie naar de overheden en uniformering van voorschriften voor kleinere installaties. Verwachting is dat ook de overige knelpunten door middel van standaarden en afspraken tot afronding kunnen komen. 1 Het gehele potentiële werkgebied van Concernloket ten behoeve van Gasunie en de voortgang van standaardontwikkeling per inrichting/installatietype is in kaart gebracht. Hierbij is onderscheid gemaakt in de drie werkvelden van Concernloket (ruimtelijke ordening, vergunningverlening en toezicht). Meerwaarde In de (vergunningen) procedures waar Concernloket de coördinatie heeft verzorgd, worden het gezamenlijk ontwikkelen van een standaard, het centraal beschikbaar zijn van bedrijfsgegevens en het gezamenlijk vormen van uitgangspunten voor een beslissing als meerwaarde ervaren. De kwaliteit en uniformiteit van de vergunning worden verbeterd door het gebruik van standaarden. Door de openheid en directheid van de gegevensuitwisseling is het kennisniveau van de betrokken ambtenaren vergroot. Daarnaast ontstaan er mogelijkheden voor synergie doordat de meeste standaarden en afspraken kopieerbaar zijn voor vergelijkbare situaties bij andere concerns. Tijdsbesparing Concernloket acht een tijdsbesparing tot 25% mogelijk voor alle betrokkenen (overheden en Gasunie), wanneer voor alle werkgebieden de standaarden zijn ontwikkeld en worden gehanteerd. Dit kwantitatieve voordeel is met name te behalen bij vergunningverlening, terwijl bij ruimtelijke ordening en toezicht vooral de kwaliteit verbetert. De verwachte tijdsbesparing is onderbouwd, op basis van de in 2006 uitgevoerde praktijkproeven met overheden in de provincie Groningen, aangevuld met ervaringen uit het opschalingstraject. Voor elk potentieel werkgebied is een schatting gemaakt van de tijdsbesteding, inclusief de frequentie waarin de afzonderlijke taken worden uitgevoerd, bijvoorbeeld toezicht (jaarlijks) of actualisatie vergunning (5-jaarlijks). Voor de werkgebieden waarvoor Concernloket een standaard heeft ontwikkeld, is een schatting gemaakt van de tijdsbesparing die het gebruik van deze standaard oplevert. Het totaal van alle activiteiten en gebruik van standaarden hierbij, geeft een totale verwachte besparing. 2 Wel moet, vanwege het feit dat de concernbenadering nog in ontwikkeling is, rekening worden gehouden met een initiële inspanning, omdat: - de kosten voor de baten uitgaan. Het oplossen van knelpunten en ontwikkelen van standaarden vergen een behoorlijke initiële tijdsinvestering. Voor een realistische meting van tijdbesparing dient een termijn van circa 5 jaar te worden beschouwd. - alle betrokkenen (overheden en concerns) nog niet daadwerkelijk gebruik maken van alle beschikbare standaarden. Concernloket kan overheden niet verplichten om de standaarden te gebruiken, maar is afhankelijk van hun vrijwillige medewerking. Op dit moment worden de standaarden hoofdzakelijk gebruikt in vergunningprocedures 1 Een nadere detaillering van de knelpunten en de ontwikkelde standaarden, is gegeven in de onderbouwing van deel A. 2 Voor een verdere cijfermatige onderbouwing, zie het planning- en controlesysteem van Concernloket. 4

waar Concernloket de coördinatie voert en de overheden begeleidt bij het gebruik van beschikbare standaarden. - het concern en de overheden nog niet zelfstandig de verantwoordelijkheid nemen om de standaarden te beheren, te actualiseren en toezien op het gebruik ervan binnen de eigen organisatie (Concernloket biedt de faciliteit, maar een deel van de verantwoordelijkheid voor beheer en actualisatie van gegevens blijft bij de overheden en het concern). - de praktijk weerbarstig is. In verschillende vergunningtrajecten is gebleken dat er vaak meerdere knelpunten tegelijkertijd spelen die met elkaar samenhangen en niet in één standaard zijn samen te vatten. Dit speelt met name bij thema s die het verzorgingsgebied van een individueel bevoegd gezag overstijgen of situaties waarbij van meerdere overheden een beslissing is vereist alvorens er toestemming kan worden verleend. - de kwaliteitsverbeteringen die mogelijk worden door toepassing van de standaarden en werkwijze van Concernloket, ten koste gaan van de tijdsbesparing die nu is berekend. Concernloket constateert namelijk dat in een aantal gevallen (bijvoorbeeld bij de uitvoering van toezicht) overheidstaken weliswaar op papier zijn vastgelegd, maar dat deze in de praktijk niet of maar ten dele worden uitgevoerd. De standaarden en werkwijze van Concernloket maken het mogelijk om deze taken (bijvoorbeeld via systeemtoezicht) alsnog uit te voeren. b) Toetsing ervaringen van gebruikers Door middel van telefonische interviews met betrokkenen, uitgevoerd door een extern bureau, is gepeild wat de evaringen met Concernloket tot nu toe zijn. Er zijn 15 interviews gehouden. De geïnterviewde overheden zijn 3 provincies (Overijssel, Gelderland, Noord-Brabant), 4 gemeenten (Haren, Stadskanaal, Aa en Hunze, Enschede), 1 waterschap (Noorderzijlvest), 2 landelijke inspecties (VROM-inspectie, Arbeidsinspectie) en 1 regionale brandweer / veiligheidsregio (Groningen). Daarnaast zijn de coördinator van Concernloket, de projectleider van een milieudienst (uitbesteding binnen de netwerkorganisatie voor Concernloket), 1 betrokkene van Gasunie en 1 betrokkene van Infomil geïnterviewd. Overeenstemming over vervolg Op één na zijn alle geïnterviewden het er over eens dat het Concernloket na 2009 een vervolg moet krijgen. Ook zijn ze erg positief over het idee en de meerwaarde die Concernloket kan hebben. De geïnterviewden geven het Concernloket gemiddeld een 6,2 voor het huidige functioneren. Dit kan worden verklaard door het feit dat Concernloket nog in ontwikkeling is, waardoor nog niet alle standaarden etc. beschikbaar zijn. De sterke kant is dat bij concrete projecten (de nieuwe hoge drukleidingen, toezichtsplan gascompressorstations, renovatie meet- en regelstations) het loket een duidelijk vliegwiel is of kan zijn vanuit een gemeenschappelijk belang. Grootste meerwaarde Het ontwikkelen van standaarden en uniforme procedures (afstemming) wordt als de grootste meerwaarde gezien, net als de wisselwerking die het loket op gang kan brengen met andere overheden. De meeste betrokkenen zien de grootste winst van het loket nu op het gebied van vergunningen en in mindere mate voor toezicht en ruimtelijke ordening. Een aantal betrokkenen ziet ook het belang van het loket als aanspreekpunt en informatiepunt. Op één na zien alle betrokkenen de potentie van het loket voor andere concerns. Zwakke kant De zwakke kant is vooral dat het loket geen doorzettingsmacht heeft, geen duidelijke status en daardoor de afspraken en de procedures (nog) te vrijblijvend zijn. Daardoor 5

hoeven overheden afspraken en standaarden niet na te leven en kunnen zij op de oude werkwijze terugvallen door om het loket heen bilaterale contacten te behouden met het concern. Overheden geven bovendien niet graag bevoegdheden en/of verantwoordelijkheden uit handen. Daardoor blijven afspraken nu teveel hangen in de hogere regionen en pakt de werkvloer ze nog onvoldoende op. De potentiële gebruikers zien wel vooral de voordelen en geven het loket op voorhand een hoge waardering. Website moet nog praktischer Verder blijkt uit de reacties dat de opzet en de applicaties van de website nóg praktischer kunnen worden. Enkele gebruikers ervaren de site nu nog teveel als een blackbox waarin weliswaar steeds meer informatie zit, maar zonder duidelijk te weten welke informatie en de status daarvan. De informatie moet goed worden beheerd en er moet binnen de (potentiële) doelgroep actief worden gemeld wat er is te vinden en voor wie. Daarnaast hechten enkele respondenten veel belang aan de continuïteit. c) Beoordeling interne processen Concernloket Door middel van een externe audit is het functioneren van Concernloket beoordeeld. Hierbij is er gekeken hoe het proces van opzet en implementatie van Concernloket is verlopen (in de periode 2007 tot heden). Ook is er gekeken naar het huidige functioneren en de samenwerking tussen Concernloket en het loket van Gasunie (GSP). Het Concernloket heeft zich de afgelopen jaren ontwikkeld tot een uiterst lean and mean ingerichte en flexibele netwerkorganisatie. De coördinator van het Concernloket speelt hierin een centrale rol. Het concernloket is daardoor flexibel, maar ook kwetsbaar en heeft naar buiten geen eigen gezicht. Gewijzigde koers De oorspronkelijke gedachte om informatiestromen tussen Gasunie en overheden via het één (concern)loket te laten verlopen, leidde tot een forse stukkenstroom binnen het Concernloket. Deze werkwijze is losgelaten. Voor Gasunie en overheden had deze stroomlijning geen toegevoegde waarde. Operationele contacten rond vergunningverlening en toezicht verlopen nog als vanouds tussen Gasunie en de betrokken overheid/overheden. Geïnterviewden geven aan dat zowel medewerkers van de Gasunie als medewerkers bij overheden gewend zijn aan hun bestaande eigen werkwijzen en hechten aan hun bekende werkrelaties. Bij projecten met tijdsdruk of vergunningprocedures met beperkte doorlooptijden, is het verleidelijk om terug te vallen in de bekende patronen. Ook formele erkenning van standaarden speelt hier een rol. Tenslotte zijn op dit moment alleen de gecomitteerde bestuurders en de ambtenaren die deelnemen in de lopende procedures betrokken bij concernloket. Het 'middenkader' wordt nu nauwelijks bereikt. Gezamenlijk naar oplossingen zoeken Het zwaartepunt van het concernloket ligt bij het oppakken van vragen en knelpunten die door de Gasunie worden ervaren. Voor deze vragen en knelpunten worden oplossingen gezocht. Deze vragen worden gekoppeld aan concrete activiteiten. Het Concernloket doet een beroep op Gasunie en de relevante betrokken overheden om gezamenlijk naar een oplossing van een knelpunt te zoeken en deze in de vorm van een standaard beschikbaar te stellen voor andere. Daarbij kan de hulp van deskundigen, bijvoorbeeld van de Milieudienst SRE worden ingeroepen. Efficiëntievoordeel Het planning- en controlsysteem dat het Concernloket hanteert biedt inzicht in de voortgang in de ontwikkeling van standaarden. Geïnterviewden geven allen aan dat het plausibel is dat deze werkwijze meerwaarde oplevert in termen van efficiëntievoordeel, 6

kwaliteitsverbetering en uniformiteit. Hoewel het efficiëntievoordeel moeilijk meetbaar is, wordt met het systeem getracht de meerwaarde cijfermatig te onderbouwen. Het efficiëntievoordeel ligt voor het grootste deel bij de Gasunie. Efficiëntievoordeel voor de overheden wordt met name benut voor kwaliteitsverbetering van de dienstverlening van de overheid. Harde cijfers zijn hierdoor moeilijk te geven. Gebruik standaarden Het concernloket heeft momenteel nog niet of nauwelijks zicht op het gebruik van standaarden door overheden. Hierbij is het van belang dat een overheid de standaard weet te vinden en die vervolgens ook benut bij concrete Gasunie projecten en laat doorwerken naar de handelswijze en beslissingen bij vergunningverlening en het houden van toezicht. Naarmate meer standaarden gereed komen, moet volop worden ingezet op het verhogen van de bekendheid en acceptatie van standaarden en het structureel gebruik daarvan worden gestimuleerd. Nu de structuur, werkwijze en hulpmiddelen zijn ontwikkeld, kan met een indicator als het gebruik van beschikbare standaard in situatie/project worden gemeten in welke mate de concernbenadering voet aan de grond krijgt in de uitvoeringspraktijk. Overige Toekomstbestendige ICT De ICT van Concernloket is de laatste maanden sterk verder ontwikkeld, ook weer vraaggestuurd vanuit wensen van overheden en concern. Het systeem is toekomstbestendig gemaakt (qua veiligheid van gegevens, uitbreiding naar andere concerns) en heeft voldoende mogelijkheden om efficiënt tussen overheden onderling en met het concern te communiceren. Concernloket heeft de grootste knelpunten opgezocht en aangepakt. Zo is voortgang geboekt in: - het digitaal toegankelijk maken van bedrijfs- en objectinformatie; - het digitaal toegankelijk maken van vergunningen; - het digitaal toegankelijk maken van standaard formats voor vergunningaanvragen. Wellicht de grootste betekenis van het Concernloket is dat het concerns en overheidsorganisaties, open en oplossend, met elkaar in gesprek heeft gebracht. Het heeft samenwerking georganiseerd om knelpunten weg te nemen en standaarden te ontwikkelen. Dit is wel vaker ad-hoc gebeurd, maar voorbeelden die dit op deze structurele wijze organiseren zijn schaars. Andere concerns Op basis van publicaties heeft een aantal concerns spontaan interesse getoond in de werkwijze van Concernloket met als doel om dit voor hun concern toe te passen. De meest concrete initiatieven zijn hieronder beschreven. a. Vitens Het waterleidingbedrijf Vitens heeft enkele pilots over systeemtoezicht uitgevoerd met een aantal gemeenten en waterschappen. Vitens heeft vervolgens in september 2008 interesse getoond in Concernloket, met name op het gebied van (digitale) uitwisseling van gegevens tussen overheden en het concern voor meer efficiency en kostenbesparingen. Vitens heeft een vergelijkbare bedrijfsvoering als Gasunie en werkt nauw samen met de overheid op het gebied van vergunningverlening en handhaving. In dat kader worden ervaringen uitgewisseld en gecommuniceerd. Dankzij Concernloket is het mogelijk voor de overheid om administratieve milieucontroles uit te voeren zonder het bedrijf te bezoeken. Alleen wanneer het nodig wordt geacht, kan een fysieke steekproefcontrole worden uitgevoerd. Deze werkwijze levert bij beide partijen veel efficiëntie op. Bij Concernloket is het ook mogelijk om knelpunten en informatie onderling 7

te delen. Daarnaast is het mogelijk afspraken en standaarden via de website toegankelijk te maken. b. TenneT Netbeheerder TenneT is een eigen onderzoek gestart om na te gaan hoe groot de meerwaarde van aansluiting bij Concernloket zou zijn. Hiervoor worden diverse betrokkenen binnen het bedrijf benaderd vanuit de verschillende werkgebieden (nieuwbouw en beheer, ruimtelijke ordening, vergunningverlening en toezicht). Ook hier lijkt een groot deel van de problematiek vergelijkbaar en zou kwaliteitsverhoging en efficiëntie gerealiseerd kunnen worden. c. ProRail Spoorbedrijf ProRail heeft afspraken met VROM-Inspectie vastgelegd over een concernbrede aanpak van knelpunten en problemen. De betrokkenen binnen ProRail zien duidelijk de meerwaarde van een bredere concernbenadering (meerdere overheden, meerdere onderwerpen). Op dit moment is bij ProRail een notitie in voorbereiding hoe de concernbenadering voor ProRail uitgewerkt zou kunnen worden (hierin zijn ook de specifieke afspraken tussen ProRail en de VROM-Inspectie opgenomen). Door het EZ-programma Slim Geregeld Goed Verbonden is de haalbaarheid verkend om verbreding van het concept van Concernloket naar andere concerns als voorbeeldproject (casus) voor dit programma uit te voeren. Het is niet waarschijnlijk dat de casus door het programma in uitvoering wordt genomen, omdat de betrokken concerns en overheidsorganisaties op dit moment geen behoefte hebben aan toevoeging van processturing. Voor de komende periode leveren de huidige diensten van het concernloket voor hen voldoende meerwaarde om met Concernloket te willen verdergaan. 3. Conclusies Met de concernbenadering zijn de mogelijkheden voor een efficiëntere en effectievere wijze van vergunningverlening en toezicht, zeer duidelijk aanwezig. De werkwijze van Concernloket biedt voldoende potentie, om binnen de kaders van huidige wet- en regelgeving en in relatie tot andere ontwikkelingen, te komen tot een meer eenduidige uitvoering van wet, beleid en regelgeving ten aanzien van het concern. Er kan, na initiële inspanningen, een forse vermindering van administratieve lasten worden bereikt voor Gasunie. De kwaliteit van de producten gaat omhoog en er is een tijdwinst te bereiken tot ca. 25% (met name vanuit het werkgebied vergunningverlening) voor de overheid en voor Gasunie. Wel moet, vanwege het feit dat de concernbenadering nog in ontwikkeling is, rekening worden gehouden met een initiële inspanning. Ook wordt met de concernbenadering voldaan aan enkele kabinetsdoelstellingen (verdere professionalisering van de overheid en vermindering van administratieve lasten voor het bedrijfsleven). De betrokkenen beoordelen de aanpak en werkwijze van Concernloket als positief. De uitwerking en praktische implementatie kan op specifieke onderdelen nog verbeteren. Ook worden de verwachte besparingen op dit moment nog niet geheel waargemaakt, door een weerbarstige praktijk, benodigde tijd voor acceptatie van standaarden en nieuwe werkwijzen en ontwikkeling van communicatie- en ICT-middelen. Door de geïnterviewden wordt, vanuit verschillende organisaties, aangegeven dat het zeer onwenselijk zou zijn wanneer de verdere uitrol en implementatie van Concernloket per eind 2009 zou eindigen. Ook de spontane interesse vanuit andere concerns geeft het belang aan van Concernloket voor bredere toepassing dan Gasunie. 8

Belangrijkste aandachts- en verbeterpunten - de vrijwilligheid van de samenwerking, met daarbij het gebrek aan doorzettingsmacht vanuit Concernloket; - het wegnemen van weerstanden vanuit bestaande werkwijzen en acceptatie van nieuwe werkwijzen; - het formaliseren van standaarden (acceptatie) en waarborgen van de kwaliteit; - de mogelijkheden voor synergie bij het toepassen van oplossingen bij andere concerns; - verdere onderbouwing van de efficiëntie en kwaliteitsvoordelen op basis van opgedane ervaringen; - doorvoering van ICT-verbeteringen, met name op het gebied van eenvoudiger informatie ontsluiten en creëren van samenwerkingsomgevingen voor het oplossen van knelpunten. 4. Verantwoording De evaluatie van Concernloket is uitgevoerd in opdracht van de stuurgroep van het project Opschaling Concernloket (besluit 19-02-2009). De projectgroep heeft de taken uitgezet bij verschillende organisaties. Deel A is samengesteld op basis van het planning- & controlesysteem van Concernloket. - Contact: Sjors Piersma, coördinator Concernloket, s.piersma@concernloket.nl Deel B is uitgevoerd door Tekstbureau Kroes. - Contact: Johan Kroes, communicatiedeskundige, info@tekstbureaukroes.nl Deel C is uitgevoerd door NovioConsult. - Contact: Ton van Bergen, senior adviseur, t.vanbergen@novioconsult.nl De overige informatie uit interviews en gesprekken met andere concerns en het programma Slim Geregeld Goed Verbonden zijn verzameld door KWA Bedrijfsadviseurs. - Contact: Robin Sinke, senior adviseur, rjs@kwa.nl De conclusies zoals verwoord in deze rapportage zijn geverifieerd bij de individuele auteurs van de onderliggende rapportages. De rapportages zijn beschikbaar op aanvraag. 9