Startnotitie Rotterdamse Mobiliteits Aanpak 2 april 2019
S T AR T N OTITIE R otte r d a m s e M obilit eitsaa npa k Voor u ligt de startnotitie voor de Rotterdamse MobiliteitsAanpak (RMA). Deze startnotitie bevat een omschrijving van de RMA en is als volgt opgebouwd: 1. Waarom is een aanpak mobiliteit nodig 2. Wat is de opgave van de RMA 3. De RMA als uitwerking 4. Werkwijze 5. Participatieproces 6. Planning 2
1. W a a r o m e e n R o t t e r d a m s e M obi lit e i t s Aa npa k? Rotterdam is de stad van bouwen, werken en ondernemen. De groeiende economie heeft de afgelopen periode een mooie duw in de rug gegeven; de stad bruist, groeit en bouwt! Het toerisme neemt toe, net als het aantal nieuwe winkels en horecagelegenheden. Het college heeft bovendien als ambitie, om de komende vier jaar 18.000 nieuwe woningen te realiseren. Deze constante stroom aan ruimtelijk-economische en maatschappelijke ontwikkelingen heeft direct effect op zaken als luchtkwaliteit en buitenruimte, maar ook op mobiliteit. Met de Koersnota Schone Lucht, wordt invulling gegeven aan de collegetarget ten aanzien van de luchtkwaliteit in de stad. In het kader van de RMA onderzoeken we welke maatregelen een bijdrage kunnen leveren aan verbetering van de luchtkwaliteit. Op dit moment bestaat een groot deel van het autoverkeer in Rotterdam nog uit doorgaand verkeer, dat geen bestemming in de stad heeft. Uit de studie naar de herinrichting van de Coolsingel bleek dat circa 50% van de auto s op de Coolsingel geen herkomst en/ of bestemming in de binnenstad heeft. Een duurzaam, energiezuinig Rotterdam, met een betere luchtkwaliteit. Dát is wat wij voor ogen hebben. De klimaatopgaven uit het Akkoord van Parijs vragen om een forse energie- én economische transitie van stad en haven. Willen wij en onze kinderen prettig blijven wonen en leven dan vraagt dit flinke keuzes, maatregelen en investeringen. Uit coalitieakkoord 2018-2022 Nieuwe Energie voor Rotterdam. Dit verkeer is slecht voor de luchtkwaliteit en verhoudt zich bovendien slecht tot onze ambities om van de groeiende stad een prettige verblijfsplek te maken voor bewoners en bezoekers. Het betekent dat we slimmer om moeten gaan met de auto (bewegingen) in de binnenstad, door minder autoverkeer toe te laten, maar tegelijkertijd uitgaand autoverkeer over de juiste routes de stad uit te geleiden. De klimaatopgaven uit het akkoord van Parijs vragen bovendien om een forse energie- en economische transitie van stad en haven. Binnen de RMA onderzoeken we welke netwerkmaatregelen hieraan bijdragen en hoe deze maatregelen zich verhouden tot de Groei van de Stad. Een opgave die het college serieus neemt en ambitieus ter hand neemt. 3
Om de stad leefbaar te houden en op hetzelfde moment goed bereikbaar voor bevoorrading en service, zijn duidelijke keuzes noodzakelijk. In het vorige College is het Stedelijk Verkeersplan Rotterdam 2030+ vastgesteld, om richting te geven aan de ontwikkeling van mobiliteit bij de stedelijke ontwikkeling: bereikbaarheid staat in dienst van een economisch sterk en gezond Rotterdam, en mobiliteit is een middel om mensen te verbinden. Nu is het tijd voor de uitvoering van deze visie. We sluiten met de RMA slim aan op onze doelen op het gebied van gezondheid, vergroening en klimaat. In het coalitieakkoord 2018-2022 is afgesproken de bestaande milieuzone in twee stappen uit te faseren. Benzineauto s van vóór 1992 worden per direct weer toegelaten. Voor dieselauto s van vóór 2001 wordt de milieuzone op 1 januari 2020 opgeheven. De milieuzone voor vrachtverkeer in de binnenstad en op de s- Gravendijkwal blijft van kracht. De maatregelen in de RMA moeten leiden tot verbetering van de luchtkwaliteit en het oplossen van de (lucht)knelpunten in de stad, waarbij rekening wordt gehouden met de uitfasering van de milieuzone. Een afgewogen combinatie van maatregelen, die sturing geeft aan de verschillende verkeersstromen is hiervoor noodzakelijk. De RMA geeft hiernaast antwoord op de vraag, hoe Rotterdammers mobiel blijven in een groeiende stad. Daarnaast bevat de RMA maatregelen die bijdragen aan de mobiliteitstransitie voor de komende jaren; aan meer ruimte voor ov, fiets, voetganger en nieuwe schone vervoersmiddelen én het slimmer omgaan met auto s in de stad. Doorgaand en passerend verkeer, sturen we zoveel mogelijk over de ringwegen om de stad. Daarvoor maken we gebruik van slimme technologieën en een verkeerscirculatieplan. We monitoren het effect van minder binnenstedelijk verkeer op de luchtkwaliteit. Uit coalitieakkoord 2018-2022 Nieuwe Energie voor Rotterdam. 2. W a t i s d e opg a v e? Mobiliteit en bereikbaarheid zijn noodzakelijk om Rotterdam leefbaar en economisch vitaal te houden. We zien dat mobiliteit sterk verandert in stad en regio. Schone en kleine vormen van vervoer doen hun intrede. De auto blijft een belangrijk vervoermiddel, maar de vervuiling, CO2-uitstoot en verkeersonveiligheid die de auto met zich meebrengt moeten worden teruggedrongen. 4
Mobiliteit draagt bij aan het mee kunnen doen in de Rotterdamse samenleving, maar niet iedereen in de stad heeft ook daadwerkelijk toegang tot deze mobiliteit. De groei van het aantal fietsers en voetgangers vraagt om meer ruimte in de infrastructuur, met name in de binnenstad. Een aantrekkelijk voetgangersnetwerk verleidt Rotterdammers tot meer bewegen en vergroot de aantrekkelijkheid van de stad. Verkeersveiligheid van met name de kwetsbare verkeersdeelnemers blijft een belangrijke doelstelling. Bij het ontwikkelen van nieuwe woon- en werkgebieden moeten we bereikbaarheid breder bekijken. Niet alleen vanuit het oogpunt van (vracht)auto toegankelijkheid, maar ook vanuit de fiets en het openbaar vervoer. Technologische ontwikkelingen leiden tot nieuwe, efficiëntere en schonere vervoersmiddelen en claimen ruimte op het infrastructuur netwerk. Mensen maken vaker een bewuste keuze voor een vervoersmiddel en hebben vaak ook meerdere alternatieven. Kortom, Mobiliteit is een bepalende factor! De RMA maakt afwegingen inzichtelijk die noodzakelijk zijn om de mobiliteitstransitie vorm te geven en de multimodale bereikbaarheid te waarborgen. De RMA maakt keuzes in het ruimtelijke verkeersnetwerk van de stad die voor de korte termijn uitgewerkt worden tot concrete voorstellen/maatregelen en voor de (middel)lange termijn uitgewerkt worden naar perspectieven en/of verder uit te werken plannen/voornemens. In het Stedelijk Verkeersplan Rotterdam (vastgesteld door de gemeenteraad, mei 2017) en in het coalitieakkoord Nieuwe energie voor Rotterdam zijn de vertrekpunten neergezet, hoe zet Rotterdam in op mobiliteit die bijdraagt aan de gezonde leefomgeving, de energietransitie en de ruimtelijke verdichting. Dit zijn de volgende vertrekpunten: Meer ruimte voor voetganger, fiets en ov verleidt de automobilist tot andere keuzes. Doorgaand en passerend verkeer, wordt zoveel mogelijk over de ringwegen om de stad gestuurd. Nieuwe (oever)verbindingen dragen bij aan de gewenste stedelijke ontwikkeling. Stimuleren van nieuwe schone vervoersmiddelen inclusief technologische innovaties. Aantrekkelijke en levendige (Binnen)stad: de Citylounge XL. 5
De mobiliteitsaanpak werkt allereerst aan de volgende 3 hoofdopgaven: 1. Groei van de stad; door keuzes in het netwerk faciliteren we een goede groei van de stad, die daarnaast goed bereikbaar blijft 2. Schone lucht; het doen van ingrepen die bijdragen aan de reductie van fijnstof, stikstof en CO2 3. Vormgeven mobiliteitstransitie; het geven van meer ruimte aan ov, fiets en voetganger en het prioriteren van deze modaliteiten Daarnaast worden ook de volgende opgaven geadresseerd (in willekeurige volgorde): Kansen voor mensen; Hoe vergroten we door netwerkmaatregelen de kansen voor mensen (vervoersarmoede / mobiliteitsgeluk) Ruimte voor innovatie; welke fysieke ruimte binnen de verkeersnetwerken bieden we voor innovatie en voor welke (technische) innovaties Verkeersveiligheid; welke ingrepen in het netwerk dragen bij aan verbetering van de verkeersveiligheid van (met name) het langzaam verkeer Impact regio; hoe is de wisselwerking tussen maatregelen in het stedelijk netwerk en het regionale/ havennetwerk, hoe houden we gezamenlijk met de regiopartners de ruit en de aansluitingen op het onderliggend wegennet draaiend (Stads)distributie; hoe gaan we met netwerkkeuzes de verduurzaming van logistieke processen versterken en versnellen in de stad en regio Geluidskwaliteit; Welke netwerkingrepen zijn nodig om de geluidsoverlast door verkeer te verminderen en daarmee de gezondheid en leefkwaliteit van de Rotterdammer te verbeteren groei van de stad mobiliteitstransitie L e i d e nde p r i n c i p e s / u i t g a n g s p u n t e n De mobiliteitstransitie is een randvoorwaarde voor de groei van de stad en voor de klimaatopgaven en het behalen van de doelen op het gebied van luchtkwaliteit. Voor schone lucht 6
de mobiliteitstransities zijn er 3 invalshoeken ( de 3V s ) die we als leidende principes beschouwen bij de uitwerking van de RMA. Volumebeheersing: sturen op de vervoersvraag en -keuzes van mensen Mensen kiezen vaker voor gezonde en ruimte-efficiënte mobiliteitsvormen. Ze mijden de spits, rijden niet met de auto dwars door woonbuurten en binnenstad en werken meer thuis. Bedrijven kiezen voor efficiëntere logistiek. Veranderen: sturen op de modale balans in het ruimtegebruik Vervoersmodaliteiten die gezond zijn (bewegen/milieulast) en energie- en ruimteefficiënt (delen/collectief) krijgen meer ruimte en prioriteit in de stad. De verkeersruimte wordt ingericht op veilig en sociaal gebruik. Verschonen: sturen op energieverbruik en emissie van de gebruikte voertuigen De gebruikte vervoers- en distributiemiddelen zijn in toenemende mate nul emissie. Tussen programma Nul Emissie Mobiliteit (NEM) en de RMA vindt afstemming plaats over zaken als ruimtegebruik en fasering. Dit geldt ook voor laadinfrastructuur (nieuw laadkader) en stedelijke distributie (Hubs en LOP s). 3. D e R M A a l s u i t w e r k i n g Het RMA bevat de nadere uitwerking van het in 2017 door de raad vastgestelde Stedelijk Verkeersplan Rotterdam (SVPR). In de SVPR staat de visie van de gemeente op de korte en met name lange termijn (2030+) ten aanzien van mobiliteit verwoord. Mobiliteit, niet als doel op zich, maar als belangrijke voorwaarde voor een economisch sterk, gezond en aantrekkelijk Rotterdam. Hierbij rekening houdend met de groei en stedelijke verdichting, economische vernieuwing, energie- én mobiliteitstransitie. Naast het SVPR is het rapport Nieuwe Energie voor Rotterdam (DRIFT, 2018) een belangrijke leidraad voor hoe mobiliteit bijdraagt aan de ontwikkeling en groei van een 7
duurzame stad. In dit rapport wordt ingezoomd op de energietransitie, die breder is dan het halen van de doelstellingen van het Parijse klimaatakkoord. De duurzame stad als voorwaarde om in de nieuwe economie bedrijven aan te trekken, te behouden en hun medewerkers te verleiden om in onze mooie groeiende stad te (blijven) wonen. Via de mobiliteitstafel als onderdeel van de Rotterdamse Klimaataanpak maken we afspraken hoe we samen met partners uit de stad stappen maken richting CO2- reductie. Hierbij valt te denken aan onder meer, schone stadslogistiek. We maken de mobiliteitstransitie op straat zichtbaar door meer ruimte voor de fiets en voetganger. De fietsvisie wordt verder uitgewerkt naar concrete maatregelen om de mobiliteitstransitie te versnellen en in samenspraak met RET en MRDH wordt de OV Visie Rotterdam verder uitgewerkt. De uitwerking van het parkeerbeleid krijgt vorm o.a. door verdere reductie van het straat parkeren in de binnenstad met 1200 plaatsen en maatregelen om het gebruik van de P&R plaatsen te stimuleren. Samen met Rijk, Provincie en de Metropool Regio Den-Haag Rotterdam (MRDH) doen we een verkenning naar een nieuwe (derde) oeververbinding. We experimenteren met netwerkingrepen/verkeersmanagement om de luchtknelpunten rondom de Maastunnel in 2020 op te lossen. Tot slot starten we een verkenning naar HOV door de Maastunnel. R o t t e r d a m s e v o e t g a n g e r sagenda e n W a l k21 De voetganger en de betekenis van lopen in de stad worden steeds belangrijker. We geven vorm aan een voetgangersagenda. We ontwikkelen meer kennis over de voetganger en maken een voetgangersnetwerk. De voetganger krijgt in inrichtingsplannen een prominente plek. Het internationale congres Walk21 Rotterdam vindt plaats in oktober 2019. Rotterdam is voor een week gastheer voor een internationaal en nationale groep van deskundigen en geïnteresseerden op het gebied van stedenbouw, gezondheid, economie, technologie, actief bewegen, duurzaamheid en boven alles, lopen! W a a r w e r k e n w e n a a r t o e? Met de RMA werken we toe naar besluiten en keuzes die antwoord geven op de 3 hoofdopgaven. Dit zijn onder andere besluiten over fysieke ingrepen en herinrichting, zoals: Meer ruimte voor voetgangers, fietsers, ov en groen op stadsboulevards, door het transformeren van bijvoorbeeld de Blaak - West-Blaak of Schiekade. 8
Meer inzetten op/ versterken van het City Lounge principe in straten met een hoge verblijfsfunctie zoals bijvoorbeeld de Meent, Binnenweg, Witte de With of de Zwart Janstraat. Een veilige schoolomgeving door het instellen van een autovrije zone rond scholen, en autoluwe routes naar scholen. Bij de fysieke ingrepen zal zoveel mogelijk worden aangesloten bij natuurlijke momenten van herinrichting of beheer. Hiernaast wordt een nieuwe visie geformuleerd op het verkeersnetwerk, uitgaande van onder meer: Gefaseerde opbouw van een grotere nul-emissiezone voor logistiek transport, in samenspraak met de sector; Het stimuleren van schoon vervoer (elektrisch- en deelvervoer, ov en fiets); Het reduceren van het passerend en doorgaand autoverkeer door het stedelijk gebied, door verkeer de stad in te laten druppelen om een goede afwikkeling van auto s mogelijk te maken en tegelijkertijd de doorstroming de stad uit, te bevorderen; Gefaseerde opbouw van een ander snelheidsregime, door meer zones met 30 km/u, (o.a. op de Erasmusbrug) te realiseren om daarmee verkeer dat de stad doorkruist te ontmoedigen; Keuzes in voorrang voor ov, fiets & voetganger bij o.a. verkeerslichten; Als onderdeel van de RMA zal een sturingsfilosofie voor verkeersregie worden ontwikkeld. Hierbij gaat het erom hoe we met middelen als verkeerslichten en informatieborden (bewegwijzering) verkeer van en naar een bestemming kunnen sturen en doorgaande autobewegingen door de binnenstad kunnen reduceren. Deze sturingsfilosofie vormt tevens de basis voor gesprekken met marktpartijen op het gebied van verkeersnavigatie (o.a. Tom Tom). 9
Kiezen voor een ander concept autonetwerk: 10
W er k w i j ze De RMA sluit zoveel mogelijk aan op bestaande plannen en initiatieven op 3 verschillende schaalniveaus: Buurt Gebied Stad en Regio Afhankelijk van het vraagstuk, de locatie of het schaalniveau en de tijdsperiode waarin een maatregel gerealiseerd, - of doel behaald moet worden, levert de RMA oplossingen. Dit gebeurt aan de hand van de eerder geformuleerde 3 hoofdopgaven: 1. Groei van de stad 2. Schone lucht 3. Vormgeven mobiliteitstransitie De werkwijze die we hierbij volgen is die van het ontwerpend onderzoek en het doen van experimenten. I d e e ë n b u n d e l Om een concreet beeld te krijgen van maatregelen/ bouwstenen waar de RMA besluitvorming over kan vragen, is in de bijlage een ideeënbundel opgenomen met 9 voorbeelden. De ideeënbundel bevat een selectie van mogelijke keuzes, waarvan de effecten nog moeten worden getoetst. E x p e r i m e n t e n Het doen van experimenten is een belangrijk onderdeel van het werkproces. Experimenten op straat zijn onderdeel van het vergaren van kennis en inzichten over hoe de stad functioneert. Deze experimenten zijn er om van te leren, over o.a. netwerkeffecten, bereikbaarheid van gebieden, het vermogen om een knelpunt op te lossen, maar ook van de opinie van de stad. Komend jaar willen we met de volgende 5 thema s/ gebieden in de stad zichtbare experimenten starten. 1. Luchtknelpunten Maastunnelcorridor. Deze experimenten zijn gericht op het oplossen van luchtknelpunten. We onderzoeken wat de netwerkeffecten zijn van maatregelen die leiden tot structureel minder autoverkeer op de Maastunnelcorridor. 2. Verkeerscirculatie Oude Westen. Een experiment als onderdeel van de luchtopgave op de s Gravendijkwal, maar ook gericht op de fietsverbindingen, stadslogistiek, bereikbaarheid en leefkwaliteit van de buurt. 3. Voetgangers en fietskwaliteit Erasmustracé. De langzaamverkeersbuis van de Maastunnel gaat voor ca 7 maanden in onderhoud. Deze periode leent zich om 11
te onderzoeken hoe op de routes van en naar de Erasmusbrug de voetgangers en fietsers structureel extra kwaliteit kunnen krijgen. 4. Stadslab Hoogkwartier. In het Hoogkwartier worden, samen met partijen uit de buurt, verschillende mobiliteitsconcepten op straat uitgeprobeerd, zoals de oversteekbaarheid van omliggende boulevards. 5. Veilige schoolomgeving Bloemhof. Experimenten gericht op het (zelfstandig) veilig naar school kunnen fietsen en wandelen. Luchtkne Autocirc buurtec Voetgan Overste Veilige s Luchtknelpunten Maastunnelcorridor Autocirculatie Oude Westen irt bovenstaand luchtopgave maar ook: buurteconomie - fietsroutes - ov kwaliteit en verkeersveiligheid Voetgangers en fietskwaliteit op route Erasmusbrug Oversteekbaarheid centrumboulevards irt stadslab Hoogkwartier Veilige schoolroutes en schoolomgeving in Bloemhof 12
4. P a r t i c i p a t i e p r o c e s Het is belangrijk dat we stakeholders en belanghebbenden betrekken bij het ontwikkelen van de RMA. Deze partijen bevinden zich zowel binnen de gemeente, maar met nadruk ook daarbuiten (externe partners en belanghebbenden). Voor de uitvoering van de experimenten geldt uiteraard dat we betrokkenen op passende wijze zullen informeren en draagvlak zullen organiseren. De wijze waarop is onder meer afhankelijk van de omvang, duur en (verwachte) impact van het experiment. De Raad wordt uiteraard vooraf geïnformeerd over experimenten waarvan wij verwachten dat de impact op de omgeving, dan wel de bestuurlijke gevoeligheid, aanzienlijk is. Verder wordt na vaststelling van de startnotitie RMA een proces gestart waarbij we de verschillende partners, stakeholders en belangenorganisaties betrekken bij de opgave en de te nemen maatregelen. Dit zal per schaalniveau gebeuren. Dit betekent: Een rol voor de gebiedscommissies op buurt en gebiedsniveau; Regionale partners zoals HBR, MRDH, RWS, NS; Belanghebbende organisaties: zoals de fietsersbond, RET, TLN/ EVO en strategische partners binnen Rotterdam. Na goedkeuring van de startnotitie zal een Plan van Aanpak worden gemaakt waarbij het participatieproces verder wordt uitgewerkt. Ook de klimaattafels mobiliteit leveren input voor de RMA, met name op het gebied van CO2-reductie. 5. P l a n n i n g Q1 2019: De startnotitie van de RMA zal aan het eind van het eerste kwartaal van 2019 aan het college worden aangeboden. Daarna volgt aanbieding bij de commissie Energietransitie Duurzaamheid Economie en Mobiliteit (EDEM). 13
De eerste fase van de RMA wordt afgerond met een fasedocument en wordt voorgelegd aan het College en de commissie. Dit document kan worden beschouwd als een stand van zaken van de in het kader van de RMA ingezette acties/ onderzoeken. Ook verwachten we op dat moment op onderdelen een keuze te kunnen presenteren op locatieniveau. Met het aanbieden van dit fasedocument wordt het bestuurlijke draagvlak voor de RMA gewaarborgd. Het fasedocument staat in de planning voor juni/ juli (voor het zomerreces) en zal worden besproken in een technische werksessie met de raadscommissie EDEM. De tweede fase van de RMA start na de zomer en bestaat vooral uit het verder uitwerken van bovengenoemde opgaven. De bestuurlijke planning zal goed worden afgestemd met gerelateerde projecten zoals het traject Koersnota Schone Lucht, programma Nul Emissie Mobiliteit, MIRT, Fietsvisie en de Evaluatie betaald parkeren. Voor het kerstreces 2019 zal de RMA gereed zijn. 14