2010/67564 Notulen van de openbare vergadering van de raadscommissie Onderwijs, Sociale Zaken, Cultuur en Welzijn van de gemeente Beverwijk, gehouden op dinsdag 9 november 2010, aanvang 19.30 uur, in het Stadskantoor, President Kennedyplein 1, Beverwijk. Aanwezig: Aanwezige leden Afwezig met kennisgeving Voorzitter Secretaris Collegeleden : M. Bakker-Luchies (duoraadslid), B.G.P. van den Berg, M.J. Bras, K. Fiseler, B. Gezer, K.L.M. Hazeveld, P. Heinink, J. den Hartog, mr. V.G.A. Kellenaar, J. van Nimwegen (duoraadslid), W.G. Paardekooper en H.A.M. Witte. : C.J.N. Duin en M.L. Kerssens : J.W.J. Dorenbos-de Hen. : J.H.M. Schimmel. : H. Erol en drs. F.J.A. Frowijn. Ambtelijke ondersteuning : M. Engelsma, Th. Jansen en C. Oud. Overige aanwezigen : P. Groot (Milieudienst IJmond). 01. OPENING EN MEDEDELINGEN De voorzitter opent de vergadering en heet iedereen welkom. Ze deelt mee dat er als experiment een aantal keren een lijst komt waarop men voorafgaand aan de vergadering kan aangeven bij welke punten men wil spreken om te bekijken of dat tijdwinst oplevert. 02. VASTSTELLING AGENDA Agendapunt 09 wordt agendapunt 04A. Agendapunt 07 wordt agendapunt 09. In dit verslag wordt de oorspronkelijke agendavolgorde aangehouden. 03. INVENTARISATIE SPREKERS VOOR DE VERSCHILLENDE AGENDAPUNTEN De voorzitter inventariseert de sprekers voor de verschillende agendapunten. 04. PRESENTATIE VAN DE MILIEUDIENST OVER HET LOKALE GEZONDHEIDSBELEID; EEN TOELICHTING OP DE STAND VAN ZAKEN NAAR AANLEIDING VAN HET IN 2009 DOOR HET RIVM UITGEBRACHTE RAPPORT WONEN IN DE IJMOND, ONGEZOND? ONDERZOEK NAAR DE UITSTOOT VAN CORUS De heer Groot geeft een toelichting op de stand van zaken. Op de vraag hoe het staat met de roetfilters bij Corus, antwoordt de heer Groot dat hij ervan uitgaat dat ze gerealiseerd worden. Hij weet niet precies op welke termijn dat zal gebeuren. Op de vraag of met het verbeteren van het meetnet de normen veranderd worden, antwoordt hij ontkennend. Op de vraag of men medio 2011 al conclusies kan trekken, antwoordt hij dat men altijd een heel jaar meet, voordat men een
- 2 - beoordeling maakt. Op de vraag wat walstroom is, antwoordt hij dat binnenvaartschepen vaak stroom gebruiken die via een verlengsnoer van de wal komt. Voor internationale schepen is dat moeilijk, omdat verschillende landen verschillende netspanningen hebben. De heer Gezer vraagt naar welke periode gekeken wordt om de gezondheid van de bevolking in de regio te monitoren. Mevrouw Engelsma antwoordt dat men een periode van vier jaar nodig heeft om hierover iets relevants te kunnen zeggen. Op de vraag of men ook terugkijkt, antwoordt ze bevestigend. Men is er nog niet uit hoe men gaat monitoren. Op de vraag aan wie de verschillende scenario s voorgelegd zullen worden, antwoordt ze dat de scenario s zullen worden voorgelegd aan het ministerie en aan de klankbordgroep. De gemeente zit in de klankbordgroep. Wethouder Frowijn wijst erop dat een deel van de resultaten van de Milieudienst IJmond gebruikt wordt voor het verbeteren van het meetnet. Het is de bedoeling dat de kosten van het meetnet in de verdere jaren gedragen worden door de IJmondgemeenten. Daarover komt een voorstel. 05. BENOEMING BESTUURSLEDEN STICHTING OPENBAAR PRIMAIR ONDERWIJS IJMOND (SOPOIJ) De heer Kellenaar vindt het jammer dat er geen vrouw afgevaardigd is en had er graag iemand uit het CDA/VVD-spectrum bij gezien, vanwege de pluriformiteit. Wethouder Frowijn zal deze opmerking meenemen naar de schoolbesturen. Alle fracties staan positief tegenover de gevraagde benoeming. Commissieadvies: De commissie gaat akkoord met het voorstel. 06. VERORDENING MATERIËLE EN FINANCIËLE GELIJKSTELLING ONDERWIJS GEMEENTE BEVERWIJK Het CDA heeft geen behoefte aan de verordening. Mevrouw Bras vraagt of het klopt dat als de raad de verordening vaststelt, er extra geld beschikbaar komt voor de verbetering van het binnenklimaat in scholen. Mevrouw Witte concludeert uit de stukken dat de gemeente de verordening al vanaf 1997 had moeten hebben. Mevrouw Bakker vraagt of de raad het subsidieplafond zodanig vaststelt, dat er voor iedere school genoeg is. Verder vraagt ze of de gemeente subsidie terugvordert als een school de subsidie niet helemaal opmaakt. De heer Fiseler vraagt in hoeverre men verplichtingen aangaat als men de verordening vaststelt. Hij vraagt of er al een budget voor is en of de uitgaven binnen het budget blijven. Tot slot vraagt hij wie de keuze bepaalt voor de eventuele extra middelen. Mevrouw Van den Berg vraagt wat het praktische gevolg is van het vaststellen van de verordening en of de raad het budgetrecht houdt. Verder vraagt ze of de verordening ook betrekking heeft op de Heliomareschool.
- 3 - De heer Gezer vraagt wat er precies bedoeld wordt met materiële en financiële gelijkstelling. In artikel 2 wordt gesproken over criteria. Hij vraagt of deze criteria al vastgesteld zijn. Wethouder Frowijn deelt mee dat de voorliggende verordening een modelverordening van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) is. Het vaststellen van de verordening is niet verplicht. Alleen als men bepaalde schoolbesturen meer geld wil geven dan andere schoolbesturen, heeft men de verordening nodig. Het budgetrecht blijft bij de raad. Heliomare valt erbuiten. De toekenningscriteria zijn afhankelijk van het voorstel dat ingediend wordt. De heer Jansen deelt mee dat als er geen geld is, dat een grond is voor afwijzing. De heer Fiseler vindt het verwarrend. Enerzijds wordt er gesproken over een subsidieplafond, anderzijds wordt er gezegd dat de verordening een lege huls is. Hij vraagt waar het geld dan vandaan moet komen. De heer Jansen antwoordt dat op het moment dat de verordening gevuld wordt, er een budget aangevraagd moet worden. De heer Hazeveld vraagt of de wethouder van plan is om aan verzoeken te gaan voldoen. Wethouder Frowijn antwoordt ontkennend. Tweede termijn Mevrouw Bras vraagt of de wethouder haar eerder gestelde vraag wil beantwoorden. De heer Gezer vraagt of men door het vaststellen van de verordening verwachtingen wekt bij de scholen. De heer Kellenaar wijst erop dat de gemeente de komende jaren geen geld kan uitdelen. Mevrouw Van den Berg vraagt of het college zelf geld aan een schoolbestuur kan geven, zonder de raad hierin te kennen. Mevrouw Witte stelt dat de gemeente al zaken doet voor de scholen in het kader van de onderwijsachterstanden. Ze vraagt of men daar deze verordening eigenlijk voor nodig had. Mevrouw Van den Berg denkt dat het vaststellen van de verordening mogelijk tot een bezuiniging kan leiden, omdat men daardoor niet alle scholen dezelfde voorzieningen hoeft te geven. De heer Fiseler stelt dat een lijstje van wat de gemeente nu al doet, welkom zou zijn. Mevrouw Witte stelt dat er diverse malen geld aan scholen gegeven is. Ze vraagt of dat dan onrechtmatig was. Wethouder Frowijn antwoordt dat dat niet onrechtmatig was. Met het vaststellen van de verordening wekt de raad geen verwachtingen bij de scholen. De raad stelt
- 4 - het subsidieplafond vast. Hij vraagt of het klopt dat de commissie het niet nodig vindt om dit voorstel door te geleiden naar de raad. De heer Oud deelt mee dat het rijk subsidie beschikbaar gesteld heeft voor het verbeteren van het binnenklimaat op scholen. Toen gaf de VNG aan dat men zonder deze verordening niet zomaar extra geld aan bepaalde schoolbesturen kan geven. De heer Hazeveld vraagt of de heer Oud bedoelt dat het rijk geld beschikbaar stelt met een bepaald oormerk en de gemeente dat geld niet voor dat doel kan inzetten, zolang ze de verordening niet heeft vastgesteld. Hij vraagt of dat geld dan teruggaat naar het rijk of binnen de gemeente blijft. De heer Oud antwoordt dat de gemeente dat geld moet doorsluizen. Als de school het geld niet gebruikt, gaat het terug naar het rijk. De heer Hazeveld ziet geen toegevoegde waarde in de verordening. De heer Oud deelt mee dat de ambtenaren in Beverwijk er ook zo over dachten, maar de VNG geeft aan dat het moet. Mevrouw Witte vraagt of de VNG zegt dat de gemeente Beverwijk de verordening nodig heeft. De heer Oud antwoordt dat pas als de gemeente zelf geld aan een bepaalde school wil geven, ze de verordening nodig heeft. Mevrouw Witte vraagt of het geld voor ZAT-teams en kopklassen uit een ander potje komt en of daarvoor de gelijkstelling niet geldt. De heer Jansen antwoordt dat er een aparte post in de begroting is opgenomen voor het onderwijsachterstandenbeleid. Dat wordt bijna helemaal gebruikt voor de voor- en vroegschoolse educatie. Verder is er een klein budget voor schakelklassen en kopklassen. De voorzitter vraagt of de fracties willen dat de verordening doorgeleid wordt naar de raad om hierover een raadsbesluit te nemen. Geen enkele fractie heeft hieraan behoefte. Mevrouw Van den Berg zou graag zien dat, als er subsidies aan scholen gegeven worden, de verordening terugkomt op de agenda. Commissieadvies: De commissie adviseert het voorstel niet ter besluitvorming aan de gemeenteraad voor te leggen. 07. MEDEDELINGEN DOOR EN RONDVRAAG VOOR WETHOUDER FROWIJN Mevrouw Witte vraagt of wethouder Frowijn mededelingen kan doen over de ontwikkelingen rond de MFA. Wethouder Frowijn deelt mee dat de gemeenten Heemskerk en Beverwijk ten aanzien van de MFA gezamenlijk optrekken en dat beide gemeentes een bestuursopdracht vaststellen. Het ligt in de bedoeling dat hierover binnenkort een voorstel aan de raad voorgelegd wordt.
- 5-08. SIGNALERINGSVERSLAG LEERPLICHT 2009/2010 Mevrouw Witte stelt dat hoe sneller een school verzuim meldt, des te groter de kans is dat kinderen weer op het goede spoor komen. Ze stelt voor om de scholen hiervoor rapportcijfers te geven. Bovendien zou ze willen dat het beleid gericht zou zijn op de doorlopende leerlijn per leerling. De heer Paardekooper vraagt of het aantal van 1,2 fte s voldoende is. Verder vraagt hij of er minder uren besteed kunnen worden aan bemiddeling. Hij informeert naar een aparte regeling voor topsport. Tot slot vraagt hij of het spijbelspreekuur al bestaat. Mevrouw Van den Berg stelt dat De Koers niet als school erkend wordt door de onderwijsinspectie. Ze vraagt hoe men met de leerlingen van deze school omgaat. De heer Gezer vindt de verklaring voor het toegenomen verzuim in het rapport zeer vaag. Hij zou graag zien dat in een volgende rapportage een duidelijker verklaring gegeven wordt voor dergelijke verschillen met vorige jaren. Wethouder Frowijn deelt mee dat het aantal fte s voldoende is. Wat topsport betreft: het is sinds kort mogelijk om leerplichtige sporters in bepaalde situaties ontheffing van de leerplicht te geven. Spijbelaars worden centraal geregistreerd bij Bureau CAReL. Als een leerling vaak spijbelt in het voortgezet onderwijs, kan een docent zien of deze leerling ook veel gespijbeld heeft op de basisschool. Wat De Koers betreft: er is een aantal processen-verbaal opgemaakt door de leerplichtambtenaar, maar het Openbaar Ministerie heeft besloten deze processen-verbaal nog niet te effectueren, in afwachting van het besluit van de rechter. De heer Jansen deelt mee dat de spijbelspreekuren begonnen zijn met ingang van het schooljaar. De leerplicht loopt tot zestien jaar. Spijbelaars van zestien en zeventien jaar vallen onder de Regionale Meld- en Coördinatiefunctie (RMC). Als een leerling van school gaat zonder startkwalificatie wordt hij benaderd door een medewerker van de RMC, die probeert hem weer op school te krijgen. Op de vraag of het aantal bemiddelingen toeneemt, antwoordt hij dat hij dat niet uitsluit omdat er tegenwoordig sneller ingegrepen wordt. Tweede termijn De heer Paardekooper vraagt of samenwerking met de gemeente Heemskerk gevolgen heeft voor het aantal fte s dat nodig is. Mevrouw Witte vraagt of de gemeente Beverwijk meer vroegtijdige schoolverlaters heeft dan andere gemeentes en hoe zich dat verhoudt tot de kwaliteit van de scholen. De heer Hazeveld constateert dat er slechts 1% à 1,5% uitval is binnen het systeem. Hij vindt dat goed nieuws en vraagt of dit klopt. Mevrouw Van den Berg vraagt wat er gaat gebeuren met de leerlingen van De Koers. De heer Van Nimwegen vraagt of de leerplichtambtenaar zich ook bezighoudt met degenen die nog geen startkwalificatie hebben. Wethouder Frowijn kan zich voorstellen dat men volgend jaar de rapportage aanvult met vergelijkende gegevens van andere gemeentes.
- 6 - Mevrouw Witte wijst erop dat er een effectrapportage wordt uitgebracht aan het ministerie. In bijlage 1 van het voorliggende stuk staat dat deze effectrapportage bij de stukken zou zitten, maar ze zit er helaas niet bij. Het zou goed zijn als ze erbij zou zitten, want daarin staan dergelijke gegevens. Wethouder Frowijn neemt deze suggestie mee voor volgend jaar. Wat betreft de relatie tussen de kwaliteit van het onderwijs en het verzuim: op pagina 6 staat dat er niet kan worden gezegd dat er een relatie tussen deze zaken is. Wat de uitval binnen het systeem betreft: de wethouder is tot dezelfde conclusie gekomen als de heer Hazeveld. Wat De Koers betreft: de leerplichtambtenaar handelt op gezag van het Openbaar Ministerie. De Onderwijsinspectie geeft aan of een school erkend is of niet. Het risico dat jongeren die op deze school zitten straks geen erkend diploma hebben nemen de ouders blijkbaar voor lief. De wethouder vindt het vervelend dat de leerplichtambtenaar van alles moet ondernemen, terwijl er geen gevolg aan gegeven wordt door het Openbaar Ministerie, in afwachting van de uitspraak van de rechter. De heer Jansen deelt mee dat leerlingen tot 16 jaar leerplichtig zijn. Als leerlingen van 16 en 17 jaar nog geen startkwalificatie hebben, ziet de leerplichtambtenaar hierop toe. Daarna controleert de RMC of ze een startkwalificatie hebben, totdat ze 23 jaar zijn. 09. MEDEDELINGEN DOOR EN RONDVRAAG VOOR WETHOUDER EROL Er zijn geen mededelingen door en vragen voor wethouder Erol. 10. MEDEDELINGEN BETREFFENDE FUNCTIONELE SAMENWERKING DE MEERGROEP Er zijn geen mededelingen betreffende functionele samenwerking met de Meergroep. 11. VASTSTELLING VERSLAGEN OPENBARE COMMISSIEVERGADERINGEN OSCW D.D. 5 OKTOBER 2010 EN VAN DE GEZAMENLIJKE COMMISSIEVERGADERING (COMITÉ-GENERAAL) D.D. 12 OKTOBER 2010 Beide verslagen zijn ongewijzigd vastgesteld. 12. MEDEDELINGEN VANUIT HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS Er zijn geen mededelingen vanuit het college. 13. RONDVRAAG ALGEMEEN EN SLUITING Er zijn geen vragen voor de rondvraag. De voorzitter sluit de vergadering om 21.15 uur. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de commissie OSCW d.d. 14 december 2010.