Dader claimt amnesie voor het delict

Vergelijkbare documenten
PSYCHOPATHIE EN EMOTIEVERWERKING PSYCHOPATHY AND EMOTIONAL PROCESSING

TSCYC Ouderversie. Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen. Jeroen de Groot. ID Datum Informant:

Een zaak van de behandelaar?

Nederlandse Samenvatting

N ederlandse samenvatting

TSCYC. Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen. HTS Report. Julia de Vries ID Datum Ouderversie

Cognitieve Gedragstherapie en Mindfulness Based Stress Reduction Therapie voor Angst en Depressie klachten bij volwassenen met

Citation for published version (APA): van Vugt, E. S. (2011). Moral development and juvenile sex offending. Oisterwijk: Boxpress.

Diagnose en classificatie in de psychiatrie

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5

Borderline in het gezin. Koos Krook, sr. preventiefunctionaris GGZ Midden Brabant

NEDERLANDSE SAMENVATTING

Aandachtsklachten en aandachtsstoornissen worden geobserveerd in verschillende volwassen

De psychometrische eigenschappen van de HKT-R Michelle Willems

WORKSHOP Aandacht voor de psychopathologie van de dader met het oog op de preventie van verder slachtofferschap

Temperamentsprofielen bij verslaving

Perseverative cognition: The impact of worry on health. Nederlandse samenvatting

Bloody Mary Op zoek naar Bloody Mary - studiedag forensische systeem therapie 6/21/2017

6 Forensische aspecten Aandachtspunten 134 Noten 134

Nederlandse samenvatting

Responsiviteit van meetinstrumenten. Prof. dr. ir. Riekie de Vet. EMGO Instituut, Amsterdam

ROM met de OQ-45. Kim la Croix, sheets: Kim de Jong. Discover the world at Leiden University

Neuropsychologie. Psychologische diagnostiek en testtheorie. Neuropsychologie. Neuropsychologie. Typering patiënten. Neuropsychologische symptomen

Dement of gewoon bijzonder gedrag?

Nederlandse Samenvatting

Therapeutische waarde van specifieke persoonlijke herinneringen. Prof. dr. Filip Raes KU Leuven

Nederlandse samenvatting. 1. Wat zijn trauma-gerelateerde stoornissen, dissociatieve stoornissen en

WAT DOET EEN ONGEVAL MET DE PSYCHE VAN HET SLACHTOFFER?

Overzicht. Help! Statistiek! Stelling van Bayes. Hoe goed is leverscan ( test T ) voor het diagnostiseren van leverpathologie ( ziekte Z )?

Diagnosestelling en de vernieuwde IADL-vragenlijst

PROs in de praktijk 1: Wat doen we ermee?

P. de Beurs, psychiater en adviseur voor de IGZ

Cognitief functioneren en de bipolaire stoornis

Executieve functies en emotieregulatie. Annelies Spek Klinisch psycholoog/senior onderzoeker Centrum autisme volwassenen, GGZ Eindhoven

Crimineel gedrag en schoolverzuim onder jongeren met jeugdreclasseringsmaatregel bij de WSG

Dandachi-FitzGerald, B. (2017). Symptom validity in clinical assessments.

Autisme spectrum stoornissen en delinquentie

Virtual Reality in de forensische context. Festival Forensische Zorg Stéphanie Klein Tuente

CDI-2. Screeningsvragenlijst voor depressie bij kinderen en jongeren. HTS Report. Meisje Test ID Datum

De Effectiviteit van de Validiteitschalen van de MMPI-2 en MMPI-2-RF om het Veinzen

Ontwikkeling van de vragenlijst Betrouwbaarheid en validiteit

Het verminderen van PTSS klachten met cognitive bias modification (CBM)

De behandeling van complexe rouw. Jantien Piekstra GZ psycholoog / cognitief gedragstherapeut

Immuun Activatie in Relatie tot Manische Symptomen in Depressieve Patiënten. Karlijn Becking MD-PhD student, UMCG

Kindermishandeling: Prevalentie. Psychopathologie

Emotieherkenning bij CI kinderen en kinderen met ESM

Validatie van de Depressie lijst (DL) en de Geriatric Depression Scale (GDS-30) bij Verpleeghuisbewoners

De ontwikkeling van een video-

Severity Indices for Personality Problems (SIPP-118 en SIPP-SF) Laura Weekers & Annelies Laurenssen Trimbos Instituut, 3 februari 2016

De MMSE bij geriatrische patiënten

Borderline, waar ligt de grens?

Hyperacusis vanuit psychiatrisch perspectief: diagnostiek en psychofarmacologische behandeling Ines Sleeboom-van Raaij consulent-psychiater

Emotieregulatie bij kinderen en jongeren met ADHD

Dementie op jonge leeftijd

Eenzaamheid bij Ouderen. Dr. Martin G. Kat Psychiater-psychotherapeut MCAlkmaar/Amsterdam

Morele ontwikkeling en Delinquentie Eveline van Vugt Forensische Orthopedagogiek Universiteit van Amsterdam


Hedendaagse opvattingen over emoties. Emotie en gewetensvorming in de behandeling. Welke emoties? Emotie en moraliteit. Welke emoties?

CVS : forensisch psychiatrische overwegingen

22/11/2011. Inhoud LITERATUUR BRUSSEN. Gezonde kinderen

Wat zijn de neuropsychologische gevolgen van een hersentumor bij kinderen. Dr Femke Aarsen, klinisch neuropsycholoog

Nederlandse samenvatting

Zimmerman, Sheeran, & Young. Beoordelen van de aanwezigheid van depressie

De Nederlandse doelgroep van mensen met een LVB Van Basisvragenlijst LVB naar LVB-screeningsinstrument (screener LVB)

Psychiatrisering en de terreur van het perfecte kind. Prof. Dr. Stijn Vanheule Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen

Kan het gebruik van vragenlijsten suïcide voorkomen? Prof. Dr. Ronny Bruffaerts UPC-KULeuven

Decisional conflict. Ageeth Rosman Kennispoort 7 feb 2014

Bert Garssen Helen Dowling Instituut, begeleiding bij kanker, Bilthoven

Reeks 14: Ik ben toch niet gek?! Dr. Maarten Bak, psychiater

Gezondheid en arbeidsparticipatie: determinanten, gevolgen en bouwstenen voor reïntegratie

Nederlandse samenvatting

Het verband tussen de PCL-R Score, Index-Delict, en Incidenten in de TBSkliniek

Dutch summary (Samenvatting van hoofdstukken)

Wat te meten bij lage rugpijn

BURNOUT ASSESSMENT TOOL

AANDACHT VOOR EMOTIEREGULATIE BIJ KINDEREN EN JONGEREN MET ADHD

When Things are Getting out of Hand. Prevalence, Assessment, and Treatment of Substance Use Disorder(s) and Violent Behavior F.L.

Individuele gevoeligheid voor riskant middelengebruik in de adolescentie. Anja Huizink

Inhoud: Wat is trauma Cultuur aspecten Psychologische Fysieke aspecten Geestelijke aspecten Grenzen aangeven

Wanneer de vlag de lading niet meer dekt: over het gebruik van labels voor stoornissen

Angststoornis bij ouderen

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation

Diabetes & Eetstoornissen Een uiterst gevaarlijke combinatie. Prof. Dr. M. Vervaet - Universiteit Gent - Centrum voor Eetstoornissen

De ziektelastmeter COPD: de betrouwbaarheid en de ervaringen van huisartsen tot nu toe. Onno van Schayck. Cahag Conferentie

Overzicht. Overzicht. Casus. Scoring. Resultaat RISICOTAXATIE BIJ GEÏNTERNEERDEN MET EEN VERSTANDELIJKE BEPERKING. Intro: VRAG.

NEDERLANSE SAMENVATTING

Welke vragenlijst voor mijn onderzoek?

DE RELATIE TUSSEN TRAUMA EN PSYCHOSE. Tamar Kraan Psycholoog & PhD Student

SaMenvatting (SUMMARy IN DUTCH)

Stress, spanningen, en psychosociale problematiek na confrontatie met een hart- of longaandoening

Mensen die stoute dingen doen. Stef Decoene V.U.Brussel, Vakgroep Criminologie

Neurobiologische achtergronden van agressie

Huishoudinkomen, buurtinkomen en depressieve stoornis; de LifeLines studie

Sportdeelname van jongeren met gedragsproblemen

Hoofdstuk 3 hoofdstuk 3 hoofdstuk 4

Psychotraumatologie: eenheid en verscheidenheid in een veelstromenland. Prof. dr. Rolf Kleber Ede, 19 april 2012

Kinderdoding. Inhoud. Onderzoeksopzet. Aanleiding Aanleiding Onderzoeksopzet Wetgeving Resultaten Discussie. Verschil in berechting tussen

Somatoforme stoornissen - diagnostiek en behandelprincipes -

Auteur Bech, Rasmussen, Olsen, Noerholm, & Abildgaard. Meten van de ernst van depressie

Emotieweb: van data naar praktijk

Transcriptie:

Dader claimt amnesie voor het delict

AMNESIA Dissociatieve amnesie extreme emoties fout in retrieval proces Organische amnesie neurologisch defect alcohol blackout fout in opslag Geveinsde amnesie strafmindering Rudolf Hess

STUDIES STUDY 1 Kenmerken van delictgerelateerde amnesie STUDY 2 Het Geweten STUDY 3 Simulatie

AMNESIE en HET GEWETEN SIMULATIE: Malingering Faking Bad Overdrijven van psychische symptomen SUPERNORMALITEIT: Ontkenning van psychische symptomen Faking Good Overdrijven van gezond gedrag HET GEWETEN: Morele Cognities, Morele Emoties en Moreel Gedrag.

STUDY 1: KENMERKEN VAN DELICT- GERELATEERDE AMNESIE A study of amnesia and malingering in a sample of psychiatric prison inmates

Amnesie en Malingering Volgens Kopelman (1995) claimen 25% tot 45% van delinquenten die een levensdelict gepleegd hebben, amnesie voor het delict. STUDY 1 Mogelijke redenen Kenmerken van Delict-gerelateerde Amnesie Het delict leidt net als bij een traumatische ervaring, tot dissociatieve amnesie Kopelman et al.(1995) Vermijding of vermindering van straf Parwatikar et al.(1985)

Persoonlijkheidskenmerken van delinquenten die amnesie voor het delict claimen. STUDY 1 O Connel (1960) Parwatikar et al. (1985) Lage intelligentie en hysterische kenmerken Depressieve symptomen Gudjonsson et al. (1999) Hoge introversie en lage impulsiviteit Kenmerken van Delict-gerelateerde Amnesie

Twee groepen Simulatie interpretatie Lage intelligentie en hysterie STUDY 1 Dissociatieve interpretatie Depressie, introversie en lage impulsiviteit Kenmerken van Delict-gerelateerde Amnesie

Hypothese STUDY 1 Als amnesie voor het delict gesimuleerd wordt, dan verwacht men: Lage intelligentie Antisociale persoonlijkheidskenmerken Impulsiviteit, die zich tevens in slechte executive function zal uitte Hoge scoren op een simulatie vragenlijst Kenmerken van Delict-gerelateerde Amnesie

Diagnose-verdeling (N=62) Persoonlijkheidsstoornis Middelen misbruik STUDY 1 Paraphilie Stemmingsstoornis Psychotische stoornis Aantal 5 10 15 20 25 30 35 40 Kenmerken van Delict-gerelateerde Amnesie

Delict-verdeling (N=62) Moord of doodslag Misbruik kinderen STUDY 1 Andere zedendelicten Lichamelijk geweld Brandstichting Diefstal Aantal 2 4 6 8 10 12 14 16 18 20 Kenmerken van Delict-gerelateerde Amnesie

Onderzoeksinstrumenten Intelligentie HAWIE-R Diagnose DSM-IV STUDY 1 Psychopathie PCL-SV Impulsiviteit BIS-10 Executieve functies BADS Kenmerken van Delict-gerelateerde Amnesie Malingering SIMS

Resultaten Amnesie patiënten (N=17) Controle patiënten (N=45) Verschil Intelligentie* M=78,5 SD=10,4 M=90,8 SD=19,5 t(60)=2,47 p<0,05 Diagnose** APD 71% APD 47% ²(1)=11,07 p<0,01 STUDY 1 Psychopathie M=13,3 SD=4,0 M=13,1 SD=3,8 t(57)=0,18 p>0,05 Impulsiviteit M=73,5 SD=10,9 M=72,0 SD=12,9 t(57)=1,97 p>0,05 Executive function** M=6,1 SD=2,6 M=8,3 SD=3,2 t(57)=2,61 p<0,01 SIMS >Cutoff 16** 53,8% 18% ²(1)=7,67 p<0,01 Kenmerken van Delict-gerelateerde Amnesie * significant p<0,05 ** significant p<0,01

Samenvattend hebben patiënten die amnesie voor het delict claimen: STUDY 1 een lagere intelligentie vaker een antisociale persoonlijkheid vaker dysfunctionele frontale hersenfuncties hogere impulsiviteit hogere simulatie scores Kenmerken van Delict-gerelateerde Amnesie

STUDY 2 HET GEWETEN Besef van Goed en Kwaad

EMOTIE Psychopaten kunnen geen onderscheid maken tussen neutrale en emotionele woorden (Williamson, et al., 1991); Psychopaten laten verminderde psychofysiologische reacties zien t.a.v. emotionele plaatjes (Herpertz, et al., 2001); STUDY 2 Psychopaten zijn niet goed in het adequaat herkennen van verdrietige en angstige gezichtsexpressies (Blair, 2005); Psychopaten vertonen lagere baseline stress-hormoon cortisol (Cima et al., 2008); Het Geweten Psychopaten vertonen lagere stress reactiviteit (Cima et al., ingestuurd).

CONVENTIONELE VS MORELE OVERTREDINGEN Conventionele versus Morele Overtredingen (Blair, 1995; 1997; 2008): STUDY 2 Conventionele Overtredingen: Vinger niet opsteken in de klas; In pyama naar het restaurant. Morele Overtredingen: Een gevecht beginnen in de klas; De ober in een restaurant slaan. Het Geweten

EMOTIES EN MOREEL OORDEEL Priming van een emotionele mood, veranderd het oordeel van morel scenario s (Valdesolo & DeSteno, 2006); STUDY 2 Het induceren van emoties (walging) is geassocieerd met slechtere morele oordelen (Schnall et al., 2008); Het Geweten Neuroimaging studies laten zien dat emotioneelrelevante gebieden actief worden als deelnemers morele dilemma s moeten oplossen (Greene, 2003, Moll et al., 2002, 2005, 2007; Raine et al., 2009).

STUDIE (N = 72) INSTRUMENTEN: Morele Waarden Test (MWT); STUDY 2 DEELNEMERS: N = 72 35 gezonde controlles; 14 psychopaten daders; 23 niet-psychopaten daders. Het Geweten

MORAL IMPERSONAL DILEMMA STUDY 2 Het Geweten

MORAL PERSONAL DILEMMA STUDY 2 Het Geweten

Mean Proportion Yes MOREEL OORDEEL Psychopathic delinquents 0,9 0,8 Nonpsychopathic delinquents Controls 0,7 0,6 STUDY 2 0,5 0,4 0,3 0,2 0,1 0 Personal dilemmas Impersonal dillemas Het Geweten F(1,69) = 20.02; p = 0.0001; d = 2.03)

PERSONAL MORELE DILEMMA S STUDY 2 Het Geweten F(1,36) = 48.52; p = 0.0001

SAMENVATTEND Psychopaten daders beoordelen, net zoals gezonde deelnemers en niet-psychopathische daders, de impersonal morele acties als meer moreel toelaatbaar dan de personal morele acties; STUDY 2 Geen groepsverschillen in morele oordelen voor zowel de impersonal als de personal scenario s. Het Geweten

KRITIEK PCL-R CUT-OFF STUDY 2 AANTAL DEELNEMERS Het Geweten

VERVOLG STUDIE PCL-R CUT-OFF > 30 STUDY 2 AANTAL DEELNEMERS> 100 PIJN-THRESHOLD Het Geweten

VERVOLG STUDIE INSTRUMENTEN: STUDY 2 Impersonal en Personal dilemma s worden zowel op moraliteit als ook op straf gescoord; Morele emoties: Het Geweten

MORELE EMOTIES MOREEL STUDY 2 Het Geweten

VERVOLG STUDIE NIET-MOREEL EMOTIONEEL STUDY 2 Het Geweten

VERVOLG STUDIE NEUTRAAL STUDY 2 Het Geweten

VERVOLG STUDIE INSTRUMENTEN: STUDY 2 Impersonal en Personal dilemma s worden zowel op moraliteit als ook op straf gescoord; Morele emoties; Koud Water Test; Pijn-stimuli. Het Geweten

PIJN PIJN NEUTRAAL STUDY 2 Het Geweten

PIJN PIJN NEUTRAAL STUDY 2 Het Geweten

VERVOLG STUDIE PEELNEMERS n = 103: STUDY 2 Bij een PCL-R cut-off score van 26; Psychopaten daders (n = 33); Niet-psychopaten daders (n = 35); Gezonde controlles (n = 35). Bij een PCL-R cut-off score van 30; Psychopaten daders (n = 12); Niet-psychopaten daders (n = 56); Gezonde controlles (n = 35). Het Geweten

MOREEL REDENEREN: MORALITEIT PCL-R CUTOFF >26 0,7 Psychopathic offenders 0,6 0,5 0,4 Non-psychopathic offenders Healthy controls STUDY 2 0,3 0,2 PCL-R CUTOFF >30 0,1 0 Personal dilemmas Impersonal dilemms 0,7 0,6 0,5 0,4 Psychopathic offenders Non-psychopathic offenders Healthy controls 0,3 0,2 Het Geweten 0,1 0 Personal dilemmas Impersonal dilemms Dilemma-Type: F(1,100) = 81.49; p = 0.000

MOREEL REDENEREN: STRAF Psychopathic offenders Non-Psychopathic offenders 0,6 Healthy Controls 0,5 STUDY 2 0,4 0,3 0,2 0,1 Het Geweten 0 Personal dilemmas Impersonal dilemmas Dilemma-Type: F(1,100) = 453.49; p = 0.000

Morality MORELE EMOTIES 12 Psychopathic offenders Non-Psychopathic offenders 10 Healthy Controls STUDY 2 8 6 4 2 Het Geweten 0 Moral pictures Non-Moral emotional pictures Neutral pictures Interaction: F(4,134) =2.89; p = 0.04

60 Seconds70 KOUD WATER TEST 50 STUDY 2 40 30 20 10 Het Geweten 0 Psychopathic offenders Non-Psychopathic offenders Healthy Controls F(2,67) = 1.64; p = 0.20

Pain in others PIJN STIMULI Psychopathic offenders 7 6 Non-Psychopathic offenders Healthy Controls 5 STUDY 2 4 3 2 1 Het Geweten 0 Painful pictures Neutral pictures Picture-type: F(1,67) = 1157.48; p = 0.000

SAMENVATTEND REDENEREN: STUDY 2 Psychopaten daders beoordelen, net als gezonde controlles en niet-psychopaten daders, de impersonal morele acties als meer moreel toelaatbaar dan de personal morele acties; Geen groepsverschillen m.b.t. morele oordelen voor zowel de impersonal als ook de personal scenario s; Het Geweten Psychopaten daders verschillen niet van nietpsychopaten daders en gezonde controlles in hun oordelen m.b.t. straf.

SAMENVATTEND MORELE EMOTIES: Psychopaten daders zijn beschadigd in het herkennen van morele emoties. STUDY 2 Oordelen EMOTIES Gedrag Het Geweten

SAMENVATTEND PIJN TOLERANTIE: Hogere, maar niet significante, pijn tolerantie in psychopaten daders; STUDY 2 Geen relatie van pijn tolerantie met het adequaat herkennen van pijn bij anderen. PIJN PLAATJES: Het Geweten Psychopaten daders zijn, net zoals nietpsychopaten daders en gezonde controlles, in staat pijn bij anderen te herkennen.

SIMULATIE AFHANKELIJK VAN DE CONTEXT Gemiddelde SIMS Verschil Gemiddelde SS-R Verschil STUDY 3 Verdachten (n = 39) Veroordeelden (n = 36) 11.8 t(73) = 1.50; 62.5 t(73) =.18; p >.05) p >.05 8.5 61.9 Simulatie & Context

VERDACHTEN (N= 39) Gemiddelde SIMS Verschil Gemiddelde SS-R Verschil STUDY 3 Psychopathische Daders (n = 18) 18.3 t(37) = 3.93; p <.01) 70.2 t(37) = 3.22; p <.05 Niet Psychopathische Daders (n = 21) 6.2 55.9 Simulatie Supernormaliteit (SIMS) (SS-R) Simulatie & Context Psychopathie 0.62* 0.61*

VEROORDEELDEN (N= 36) Gemiddelde Verschil Gemiddelde verschil SIMS SS-R STUDY 3 Psychopathische Daders (n = 22) Niet Psychopathische Daders (n = 14) 9.1 t(34) =.66; 66.5 t(34) = 3.14; p >.05) p <.05 7.6 54.7 Simulatie Supernormaliteit (SIMS) (SS-R) Simulatie & Context Psychopathie 0.001 0.52*

Samenvattend STUDIES Delict-gerelateerde amnesie vaak geveinsd; Wel besef van goed en kwaad; Afhankelijk van de context en persoonlijkheid wordt bepaald gedrag vertoont (simulatie-supernormaal); Bewuste strategie (cognities intact) maar gebrek aan emotie; Niet zozeer cognitie stuurt gedrag, maar gebrek aan emotie hetgeen normaal gesproken gidsend is voor adequaat gedrag.

Dr. Maaike J Cima UNIVERSITEIT VAN TILBURG Department Forensische en OntwikkelingsPsychologie

Symptom Validity Test: STUDY 1 Objectieve meting; Binomial Theorem; Onder kansniveau; Specifieke onderzoeksinformatie; Voldoende details; Details valideren; Plausible alternatieve antwoorden; Intructie om juiste alternatief te kiezen of te raden. Kenmerken van Delict-gerelateerde Amnesie

Symptom Validity Test FORMULEN: STUDY 1 Z= (x.5) - NP NPQ Z=test statistic x=number correct answers N=number of questions P=correct discrimination Kenmerken van Delict-gerelateerde Amnesie Q=1-p

Symptom Validity Test CASE 1: Leeftijd: 44 jaar STUDY 1 Diagnose: Delict: APS Moord van een 16 jarig meisjes Dader claimt dat de delict gerelateerde geheugenproblemen een resultaat zijn van zijn epilepsie Kenmerken van Delict-gerelateerde Amnesie

Symptom Validity Test RESULTATEN: 15 7 van de 15 vragen werden correct beantwoord 12 (7.5) 15 x.5 Z= =.516, p <.30 15 x.50 x.50 11 10 9 0 3 4 8 17

Symptom Validity Test CASE 2: Leeftijd: 33 jaar STUDY 1 Diagnose: Delict: Pyromanie en APS Brandstichting Dader claimt dat de delict gerelateerde geheugenproblemen een resultaat zijn van zijn alcohol misbruik Kenmerken van Delict-gerelateerde Amnesie

Symptom Validity Test RESULTATEN: 6 va de 25 werden correct beantwoord 20 19 18 17 16 15 14 13 12 11 (6.5) 25 x.5 Z= = -2.40, p <.008 25 x.50 x.50 0 1 2 3 5 8

Conclusie: STUDY 1 De SVT is een goed en betrouwbaar diagnostisch instrument om de status van delict-gerelateerde amnesie claims te onderzoeken. Kenmerken van Delict-gerelateerde Amnesie

STUDY 3: THE OTHER SIDE OF MALINGERING: SUPERNORMALITY A study of supernormality in a sample of psychiatric prison inmates

De andere kant van malingering: Supernormaliteit STUDY 3 The other side of malingering: supernormality Supernormaliteit wordt gedefinieerd als een met opzet overdrijven van normaal en gezond gedrag. Het onderscheid met dissimulatie is dat supernormaliteit niet enkel een ontkenning van psychiatrische symptomen is, maar dat relatief normaal gedrag ontkend wordt. Het onderscheid met sociale wenselijkheid is dat supernormaal gedrag zich niet beperkt tot sociale situaties.

Deelnemers (N=231) Geïnstrueerde deelnemers Forensische patiënten 50 59 STUDY 3 28 Psychiatrische patiënten 49 45 Gezonde deelnemers Criminele deelnemers The other side of malingering: supernormality

Psychometrische stabiliteit SS vertoont een adequate betrouwbaarheid STUDY 3 in termen van test-hertest stabiliteit en interne consistentie. Predictieve validiteit in de zin dat forensische patiënten en geïnstrueerde mensen hoger scoren dan controle mensen. The other side of malingering: supernormality

Supernormaliteit en toeschrijven van schuld Externe Mentale- Spijt schuld element attributie attributie attributie STUDY 3 SS-totaal score 0,25* -0,27* -0,09 *= Significant op een niveau van 0,05 The other side of malingering: supernormality

Witte beren experiment van supernormaliteit 40 35 30 STUDY 3 25 20 15 10 5 0 Mag niet aan witte beren denken Mag aan beren denken Mag niet aan kinderen denken Mag aan kinderen denken The other side of malingering: supernormality

Diagnostische nauwkeurigheid (n = 125) Cut-off Sensiviteit Specificiteit 10 94% 29% STUDY 3 15 18 74% 58% 59% 75% 20 36% 85% 22 28% 92% The other side of malingering: supernormality

Supernormality Scale Revised (SS-R) Cut-off Sensiviteit Specificiteit 55 40% 92% STUDY 3 60 80% 92% 65 90% 58% 70 100% 31% The other side of malingering: supernormality

Samenvattend SS-R adequate betrouwbaarheid Predictieve validiteit Samenhang van externaliseren van STUDY 3 criminele verantwoordelijkheid en supernormaliteit en ontkenning van een mentale stoornis Samenhang met gebrek aan rebound The other side of malingering: supernormality effect en supernormaliteit bij emotioneel geladen target gedachten Goede sensitiviteit en specificiteit