De Effectiviteit van de Validiteitschalen van de MMPI-2 en MMPI-2-RF om het Veinzen
|
|
- Melanie van de Berg
- 5 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 De Effectiviteit van de Validiteitschalen van de MMPI-2 en MMPI-2-RF om het Veinzen van een Stoornis te Detecteren bij Forensische en Arbeidsongeschiktheidsevaluaties Eindversie Annemiek Vial ( ) Begeleider: Arjen Noordhof Datum: 29 juni 2012
2 Abstract De MMPI-2 en MMPI-2-RF worden gebruikt bij forensische en arbeidsongeschiktheidsevaluaties om persoonlijkheidsstoornissen en andere psychopathologie te diagnosticeren. De MMPI-2 en MMPI-2-RF hebben validiteitschalen om veinzen van een stoornis te detecteren. De effectiviteit van deze schalen bij forensische en arbeidsongeschiktheidsevaluaties wordt in dit literatuuroverzicht bekeken. De resultaten van de verschillende onderzoeken geven geen eenduidig beeld. Van de schalen van de MMPI-2 blijkt de Fake Bad Scale het effectiefst. Van de infrequency scale, infrequency-back scale, infrequency-psychopathology scale en dissimulation index varieert de effectiviteit. Het sequential model blijkt effectief, mogelijk zijn de schalen effectiever als ze gecombineerd worden. De Response Bias Scale blijkt effectief maar of de schaal incrementele validiteit heeft is nog onduidelijk. De validiteitschalen Infrequent Responses scale, Infrequent Psychopathology Responses scale en de infrequent somatic responses scale van de MMPI-2-RF blijken in de meeste onderzoeken effectief. Maar de schalen zijn minder effectief bij vrouwen, mensen die getraind zijn om een stoornis te veinzen en bij mensen met een depressie. De validiteitschalen van de MMPI-2-RF zijn het effectiefst. De MMPI-2-RF validiteitschalen kunnen als hulpmiddel gebruikt worden om veinzen van en stoornis te onderzoeken maar kunnen niet als sluitend worden gezien bij het nemen van een beslissing. 2
3 Een belangrijk probleem bij forensische en arbeidsongeschiktheidsevaluaties is dat de persoon er mogelijk voordeel van heeft om een diagnose van een stoornis te krijgen. Hierdoor zouden mensen mogelijk kunnen gaan proberen te doen alsof zij een stoornis hebben. Er wordt geschat dat bij 15% tot 19% van de forensische evaluaties en bij 30% van de arbeidsongeschiktheidsevaluaties te maken hebben met overdrijven van symptomen (Steffan, Morgan, Lee & Sellbom, 2010). De Minnesota Multiphasic Personality Inventory-2 (MMPI-2) is een veel gebruikte zelfrapportage vragenlijst bij forensische en arbeidsongeschiktheidsevaluatie. De MMPI-2 wordt gebruikt bij het diagnosticeren van persoonlijkheidsstoornissen en andere psychopathologie. De vragenlijst bestaat uit ruim vijfhonderd waar of niet waar items die verdeeld kunnen worden in tien klinische schalen die worden gebruikt om een diagnose te stellen. Daarnaast zijn er validiteitschalen om te kijken of de deelnemer wel consequent antwoord geeft en of er over- of onderrapportage van symptomen plaats vindt. In dit literatuuroverzicht zal het gaan over de validiteitschalen voor het detecteren van overrapportage van symptomen. Doordat het veinzen van stoornissen bij forensische en arbeidsongeschiktheidsevaluaties regelmatig voorkomt is het van belang dat de validiteitschalen bij deze populaties effectief zijn. Juist doordat deze populaties zo anders zijn dan reguliere psychologische evaluaties is het van belang dat de werking van de validiteitschalen onderzocht wordt bij de populaties zelf. De effectiviteit van de schalen zou bij de forensische en arbeidsongeschiktheidsevaluaties kunnen verschillen van de reguliere evaluaties. Dit kan van grote invloed zijn op de interpretatie van de scores van de validiteitschalen. De deelnemers van forensische en arbeidsongeschiktheidsevaluaties worden ook los van elkaar bekeken omdat deze van elkaar verschillen. De deelnemers van forensische evaluaties hebben vaker verslavingen en persoonlijkheidsstoornissen, terwijl de deelnemers van arbeidsongeschiktheidsevaluaties vaker neurologische, somatische en werkstress gerelateerde emotionele problemen hebben (Wygant, Sellbom, Gervais, Ben-Porath, Stafford en Freeman, 2010). 3
4 Daarnaast zijn de deelnemers van forensische evaluaties vaker mannen. Het is dus van belang dat beide populatie los van elkaar onderzocht worden. De MMPI-2 heeft vijf validiteitschalen die voor het detecteren van het veinzen van een stoornis worden gebruikt. De infrequency scale (F) kijkt of iemand regelmatig een ongewoon antwoord geeft op de 60 items van de F schaal. Een ongewoon antwoord is bepaald aan de hand van een gestandaardiseerde groep. Van die groep geeft tenminste 90% hetzelfde antwoord op de items. Als iemand vaak niet hetzelfde antwoord geeft als die groep wordt het als afwijkend gezien. De infrequency-back scale (Fb) werkt hetzelfde als de F schaal maar de items zitten aan het eind van de vragenlijst. De infrequency-psychopathology scale (Fp) werkt ongeveer hetzelfde als de F schaal maar dan is de gestandaardiseerde groep een groep met psychiatrische problemen. De items gaan over symptomen van psychische stoornissen. De dissimulation index (F-K) wordt berekend door de F schaal min de correction scale (K) te doen. De K schaal is ontwikkeld om mensen met een stoornis die geen verhoogde scorers laten zien op de MMPI-2 als nog te kunnen onderscheiden. Op die manier kan het aantal vals negatieve uitkomsten verminderend worden. De items van de K schaal gaan over subtielere klachten van psychische stoornissen. Door de F-K schaal te berekenen wordt er gekeken naar de verhouding tussen overdreven en subtiele symptomen. Daarnaast is er ook de Fake Bad Scale (FBS). De FBS is ontwikkelend door Lees-Haley, English, and Glenn (1991) om mensen die symptomen veinzen te kunnen onderscheiden. De items werden geselecteerd op basis van de inhoud en ongepubliceerd onderzoek over de frequentie van scores op de items van veinzers op de MMPI. In dit literatuuroverzicht zal worden gekeken of deze MMPI-2 validiteitschalen effectief zijn in het detecteren van het veinzen van een stoornis bij forensische en arbeidsongeschiktheidsevaluaties. In 2008 is een vernieuwde versie van de MMPI-2 uitgebracht, de MMPI-2-Restructured Form (MMPI-2-RF). Deze versie bestaat uit minder items, de schalen zijn aangepast en er is een nieuwe validiteitschaal toegevoegd. De F schaal is nu de Infrequent Responses scale (F-r), de Fp schaal is de Infrequent Psychopathology Responses scale (Fp-r) en de FBS heet nu de FBS-r. Daarnaast is er 4
5 nieuwe schaal, de infrequent somatic responses scale (Fs). Deze schaal is ontwikkeld om het veinzen van somatische klachten te detecteren. Dit wordt op dezelfde manier gedaan als de F en Fp schalen maar de items gaan hier over somatische klachten. De effectiviteit van de validiteitschalen van de MMPI-2-RF in het detecteren van het veinzen van een stoornis bij forensische en arbeidsongeschiktheidsevaluatie wordt in literatuuroverzicht ook bekeken. Om de effectiviteit te bepalen wordt er onder andere gekeken naar de effectsize, hitrate, sensitiviteit, specificiteit, positief voorspellende waarde en negatief voorspellende waarde. In dit literatuuroverzicht wordt steeds Cohen s d gebruikt voor de effectsize. De grootte van het effect wordt bepaald aan de hand van het verschil tussen de gemiddelden in standaard deviaties. Bij een grote effectsize is er dus een groot verschil in de scores op de validiteitschalen tussen de veinzende en de eerlijke groep. Een effectsize van 0.8 en hoger wordt als een groot effect gezien, tussen de 0.5 en 0.8 als een middelmatig effect en kleiner dan 0.5 is een klein of geen effect. De hitrate van een validiteitschaal laat zien hoe vaak de schaal iemand op basis van de score goed indeelt in de groep waar hij hoort. De sensitiviteit laat zien wat de kans is dat iemand die zich slechter voordoet op de MMPI gedetecteerd zal worden door een validiteitschaal. Hoe hoger de sensitiviteit, hoe groter de kans dat iemand die veinst gedetecteerd zal worden door de schaal. De specificiteit laat zien wat de kans is dat iemand die eerlijk antwoord geeft op de MMPI niet gedetecteerd zal worden door de validiteitschaal. De sensitiviteit en specificiteit zijn van belang om te bepalen hoe goed de vragenlijst bruikbaar is. De positief voorspellende waarde is de kans dat iemand echt veinst als de test aangeeft dat er geveinsd wordt. De negatief voorspellende waarde geeft de kans aan dat iemand eerlijk antwoord geeft als dat uit de test blijkt. Deze voorspellende waarden zijn afhankelijk van de populatie, waardoor het extra van belang is dat er voor de forensische en arbeidsongeschiktheidsevaluaties gekeken wordt naar deze waarden. Zeker omdat in deze populaties het aantal veinzers hoger is dan bij reguliere psychologische evaluaties. Hierdoor zouden de validiteitschalen bij reguliere 5
6 psychologische evaluaties een grote kans op vals positieven hebben. De positief en negatief voorspellende waarde zijn dus van belang om vast te kunnen stellen hoe bepalend een score op de validiteitschalen is. Daarnaast wordt er in een aantal onderzoeken gekeken naar de incrementele validiteit van de schalen ten opzichte van de andere schalen. Incrementele validiteit betreft de vraag of een bepaalde schaal de voorspellende waarde van de MMPI-2 of MMPI-2-RF verhoogt. Wanneer de schaal incrementele validiteit heeft zal die schaal er voor zorgen dat de MMPI-2 of MMPI-2-RF beter is in het vaststellen of iemand veinst. Het is dan beter om die schaal wel bij de MMPI-2 of MMPI-2- RF te hebben. Als een validiteitschaal geen incrementele validiteit heeft voegt het niets toe ten opzichte van de andere schalen en kan dan beter uit de MMPI-2 of MMPI-2-RF verwijderd worden. Als eerste zullen de onderzoeksmethodes die gebruikt zijn besproken worden. Daarna zal de effectiviteit van de MMPI-2 validiteitschalen voor het veinzen van een stoornis bekeken worden. Vervolgens wordt de Response Bias Scale (RBS) besproken, dat is een schaal die ontwikkeld is om het veinzen van cognitieve klachten te detecteren. En tot slot zal de effectiviteit van de validiteitschalen van de MMPI-2-RF besproken worden. Onderzoeksmethoden Om de effectiviteit van de validiteitschalen te meten zijn er twee onderzoeksmethoden die veel worden gebruikt; de bekende groep methode en simulatie onderzoek. Bij de bekende groep methode zitten de deelnemers in een groep waarvan bekend is dat zij mogelijk voordeel hebben bij de diagnose van een stoornis. In dit literatuuroverzicht zijn het meestal mensen die mee deden aan forensische en arbeidsongeschiktheidsevaluaties. Om te kunnen onderscheiden wie er binnen die groepen een stoornis veinsden, gebruikten de onderzoekers verschillende externe criteria. In de 6
7 meeste gevallen werd er gebruik gemaakt van Symptom Validity Tests. Deze tests worden gebruikt om het veinzen van cognitieve klachten te meten. De volgende Symptom Validity Tests zijn het meest gebruikt in de literatuur van deze these: Test of Memory Malingering, Word Memory Test, Computarized Assesment of Response Bias en de Victoria Symptom Validity Test. De Test of Memory Malingering (TOMM) is een visuele herkenningstest die wordt gebruikt om geveinsde geheugenproblemen te onderscheidde van echte klachten. De deelnemers krijgen plaatje te zien die ze vervolgens moeten herkennen. Door te kijken naar scores van de deelnemers die onder het kansniveau zitten en naar vloereffecten wordt er bepaald of er geveinsd wordt. De TOMM is gevalideerd in meerdere studies. De sensitiviteit varieerde tussen 82% en 89% en de specificiteit was 100% (Gervais et al., 2007). De Word Memory Test (WMT) is een verbaal geheugen test die via de computer wordt afgenomen. De deelnemers krijgen woorden te zien die zij moeten onthouden, daarna krijgen ze steeds twee woorden te zien en moeten zij het woord dat ze eerder gezien hebben kiezen. De test is uitgebreid getest voor het detecteren van geveinsde geheugen problemen. En het blijkt dat de WMT heel gevoelig is voor inzet en ongevoelig is voor psychosociale variabelen, intelligentie, psychopathologie en neurologische beschadigingen (Green et al., 2004 aangehaald in Wygant et al., 2009).De Computarized Assesment of Response Bias (CARB) is een cijfer herkenningstaak waarbij slechte inzet geassocieerd wordt met overdreven geheugen problemen. De CARB heeft een sensitiviteit van 74%, specificiteit van 91% en een hitrate van 88% (Gervais et al. 2011). De Victoria Symptom Validity Test (VSVT) is een cijfer herkenningstaak waarbij de deelnemers een keuze moeten maken. De VSVT heeft een sensitiviteit van 83% en een specificiteit van 100% (Slick et al., 1994 aangehaald in Wygant et al., 2011).. De TOMM en WMT zijn het meest gevalideerd en onderzocht van de vier tests. Een voordeel van de Symptom Validity Tests is dat het voor de deelnemers niet overkomt als een test om veinzen te meten maar om het geheugen te meten. Hierdoor kan deze test afgenomen worden zonder dat de deelnemer door heeft wat er gemeten wordt. 7
8 Daarnaast worden er interview methoden gebruikt om de veinzende van de niet veinzende deelnemers te scheiden. Het Structured Interview of Reported Symptoms (SIRS) is een gestructureerd interview van ongeveer een uur. Het interview bevat acht schalen met verschillende strategieën om verzonnen symptomen te detecteren. De SIRS is veel onderzocht en blijkt goede psychometrische eigenschappen te hebben. De SIRS heeft een hoge interne consistentie variërend tussen.77 en.96 en een hoge interbeoordelaarsbetrouwbaarheid varieert tussen de.97 en 1.00 (Sellbom et al. 2010). Daarnaast wordt er ook van de Miller Forensic Assesment of Symptoms Test (M-FAST) is een kort gestructureerd interview met 25 vragen. En bevat zeven schalen met verschillenden manieren om onjuiste weergave van symptomen te detecteren. De M-FAST heeft een sensitiviteit van.93, een specificiteit van.83, een positief voorspellende waarde.68 en een negatief voorspellende waarde van.97 (Miller, 2001 aangehaald in Wygant et al., 2011). Beide interview methode zijn een effectief in het selecteren van veinzende deelnemers. Naast onderzoek met de bekende groep methode wordt er gebruik gemaakt van simulatie onderzoek. Bij simulatie onderzoek worden de deelnemers gevraagd om de MMPI-2 in te vullen en te doen alsof zij een stoornis of bepaalde klachten hebben. De deelnemers kunnen dan bijvoorbeeld studenten zijn. Er wordt dan gekeken en hoeverre de validiteitschalen in staat zijn om onderscheid te maken tussen de veinzende deelnemers en de mensen die wel een stoornis hebben. Onderzoeken met een bekende groepen methode hebben een hoge externe validiteit doordat de test en deelnemers allemaal in de praktijk worden gebruikt. Maar dat gaat wel ten koste van de interne validiteit. Dat komt onder andere doordat de er geen willekeurige toewijzing plaats kan vinden en er een extern criterium is om te bepalen in welke groep de deelnemers komen. In de onderzoeken worden verschillende tests gebruikt als externe criteria, deze tests zijn niet allemaal even goed in het vaststellen van veinzen van een stoornis en zijn dus niet altijd correct. Daarom is het van belang om ook simulatie onderzoek te doen, waarbij juist de interne validiteit hoger is. Dit gaat ten koste van de externe validiteit en de generaliseerbaarheid van de resultaten doordat de 8
9 deelnemers de opdracht krijgen om een stoornis te veinzen zonder aankondiging. De deelnemers van echte evaluaties hebben meer tijd om zich in het veinzen te verdiepen. Daarnaast verschillen de deelnemers van een simulatie onderzoek vaak ook van de arbeidsongeschikte of forensische deelnemers. Doordat bij bekende groepen onderzoek de externe validiteit hoog is en bij simulatie onderzoek de interne validiteit vullen de twee onderzoeksvormen elkaar aan. In Tabel 1 staat van alle gebruikten onderzoeken aangeven wat voor een methode er is gebruikt en wie de deelnemers waren. De deelnemers die voornamelijk mee deden aan de onderzoeken zijn deelnemers van forensische en arbeidsongeschiktheidsevaluaties. Deze groepen worden bekeken omdat er in beide een relatief grote groep mensen zit die een stoornis veinzen. Ze worden wel los van elkaar bekeken omdat de groepen verschillen als er gekeken wordt naar de stoornissen die binnen de groepen voorkomen. Mogelijk veinzen de deelnemers uit de twee groepen ook andere stoornissen doordat zij weten wat een realistische stoornis zou zijn om te hebben. Zo zou te verwachten zijn dat deelnemers van forensische evaluaties vaker persoonlijkheidsstoornissen en verslavingen zouden veinzen. Deelnemers van arbeidsongeschiktheidsevaluaties zouden dan vaker een depressie, burnout, neurologische of somatische problemen veinzen. Mogelijke veinzen de deelnemers ook stoornissen waar ze zichzelf in zouden kunnen herkennen, dit zou ook een verschil tussen de twee groepen kunnen veroorzaken. 9
10 Tabel 1. De methode en deelnemers per onderzoek Onderzoek: Methode: Deelnemers: Lewis et al Bekende groepen met SIRS werd bepaald of de deelnemers veinsde Mannen die voor strafrechtelijk proces werden geëvalueerd Nelson et al Meta-analyse Heel veel verschillende Steffan et al Simulatie door gevangenen vergeleken met patiënten Gevangenen en psychiatrische gevangenen. Wygant et al Bekende groep met TOMM en WMT werd bepaald of de deelnemers veinsde Deelnemers van forensische en arbeidsongeschiktheidsevaluaties. Nelson, Sweet, Berry et al Factoranalyse Deelnemers in compensatie zoekende context, o.a. arbeidsongeschiktheidsanalyse Gervais et al Bekende groep met WMT, CARB en TOMM werd bepaald of de deelnemers veinsde Deelnemers van arbeidsongeschiktheidsevaluaties zonder mensen met letsel aan het hoofd. Nelson, Sweet en Heilbronner 2007 Bekende groep, groep met bijkomende voordelen vergeleken met een groep zonder Alle deelnemers werden neuropsychologisch geëvalueerd in relatie met cognitieve klachten. Wygant et al Bekende groep met TOMM en WMT werd bepaald of de Deelnemers van forensische en 10
11 deelnemers veinsde arbeidsongeschiktheidsevaluaties. Gervais et al Bekende groep met WMT, CARB, MSVT en TOMM werd bepaald of de deelnemers veinsde Deelnemers van arbeidsongeschiktheidsevaluaties. Wygant et al Bekende groep met TOMM, VSVT, M-FAST, SIMS, SIRS werd bepaald of de deelnemers veinsde Deelnemers van arbeidsongeschiktheidsevaluaties. Wygant et al Simulatie en bekende groep met TOMM, VSVT, WMT en CARB werd bepaald of de deelnemers veinsde Deelnemers van arbeidsongeschiktheidsevaluaties. Sellbom en Bagby 2010 Simulatie onderzoek Studenten en psychiatrisch patiënten voor vergelijking van scores. Rogers et al Bekende groep met TOMM, VSVT en SIRS-2 werd bepaald of de deelnemers veinsde Deelnemers van arbeidsongeschiktheidsevaluaties. Sellbom et al 2010 Bekende groep met SIRS werd bepaald of de deelnemers veinsde Deelnemers van forensische evaluaties. 11
12 MMPI-2 Over de effectiviteit van de MMPI-2 validiteitschalen zijn veel verschillende resultaten, zie Tabel 2 en 3. De validiteitschalen F, Fb, Fp en F-K zijn volgens Lewis, Simcox en Berry (2002) in staat zijn om onderscheid te maken tussen geveinsde stoornissen en echte stoornissen. De 64 deelnemers waren mannen die in voorhechtenis psychologisch geëvalueerd werden, met het Structured Interview of Reported Symptoms werd bepaald of de deelnemers wel of niet een stoornis veinsden. Uit het onderzoek (Lewis et al., 2002) bleek voor alle 4 de schalen een hoge specificiteit, hitrate en positief voorspellende waarde (zie Tabel 2). De sensitiviteit van de F schaal laat zien dat de kans 67% is als iemand veinst dat het ook uit de F schaal naar voren komt. De specificiteit van de F schaal laat zien wat de kans 100% is dat iemand eerlijk is dat uit de F schaal ook naar voren komt dat er niet wordt geveinsd. De hitrate van de F schaal laat zien dat in 90% van de gevallen de schaal iemand goed indeelt bij de wel of niet veinzende deelnemers. De positief voorspellende waarde van de F schaal laat zien dat de kans 100% is dat iemand echt veinst als de F schaal aangeeft dat er geveinsd wordt. De negatief voorspellende waarde van de F schaal geeft weer dat de kans 87% is dat iemand eerlijk antwoord geeft als uit de F schaal blijkt dat er eerlijk antwoord word geven. Voor de overige schalen kunnen de anderen percentages ingevuld worden. Lewis et al. (2002) stellen de validiteitschalen F, Fb, Fp en F-K effectief zijn bij forensische evaluaties, maar er zijn wel een aantal belangrijke kritiekpunten. Het onderzoek heeft weinig deelnemers, er waren 31 veinzende en 24 eerlijke deelnemers. Ook verschillen de deelnemers van de veinzende en niet veinzende groep van elkaar in leeftijd, kans op een anti sociale persoonlijkheidsstoornis en minimale straf die ze op gelegd konden krijgen. Deze verschillen zouden van invloed kunnen zijn op de verschillen tussen de scores op de validiteitschalen van de twee groepen. Lewis et al. (2002) gebruikten alleen de SIRS om te bepalen of een deelnemer veinsde. Hoewel dit een effectieve methode is zou het goed zijn om te vergelijken of de schalen ook effectief zijn als er andere methodes om veinzende deelnemers te onderscheiden gebruikt worden. 12
13 Tabel 2. Specificiteit, sensitiviteit, hitrate, positief voorspellende waarde en negatief voorspellende waarde van de onderzoeken Onderzoek Specificiteit Sensitiviteit Hitrate Positief voorspellende waarde Negatief voorspellende waarde Lewis et al F Fb Fp F-K Steffan et al Sequential model Correctional model Meta- analyse model
14 Tabel 3. Effectsizes van de onderzoeken Nelson et al Steffan et al Gervais et al Nelson, Sweet en Heilbronner 2007 Wygant et al Bij forensische evaluaties: Wygant et al Bij arbeidsongeschiktheidsevaluaties: Gervais et al Bij mannen: Gervais et al Bij vrouwen: Wygant et al Wygant et al Sellbom en Bagby 2010 Zonder coaching: Sellbom en Bagby 2010 Met coaching: Rogers et al Sellbom et al 2010 MMPI-2 F Fb Fp F-K FBS RBS MMPI-2-RF F-r Fp-r Fs FBSr RBS
15 Nelson, Hoelzle, Sweet, Arbisi en Demakis (2010) deden een meta-analyse waarin verschillende methoden bekeken werden. Nelson et al. (2010) vonden dat de FBS het beste is om veinzen van deelnemers te signaleren. Zij deden een meta-analyse over 83 studies waarin de validiteitschalen F, Fb, Fp, F-K en FBS werden onderzocht. De onderzoeken hadden een bekende groep methode of waren simulatie onderzoek. Er werden verschillende methoden gebruikt om vast te stellen welke deelnemers veinsde. De deelnemers van de studies waren veel verschillenden, o.a. deelnemers van forensische en arbeidsongeschiktheidsevaluaties. De effectsize van de FBS bleek relatief groot. De overige schalen hadden een medium effect zie (Tabel 3). Nelson et al. (2010) stelden dat de FBS de beste validiteitschaal is om veinzen te signaleren. In de praktijk worden de schalen vaak niet los van elkaar gebruikt. Het is daarom van belang om te kijken of de schalen samen effectief zijn. Steffan, Morgan, Lee en Sellbom (2010) stellen dat er drie modellen zijn om het simuleren van een stoornis te detecteren met de MMPI-2 validiteitschalen. Het sequential model kijkt eerst naar de F schaal en als die verhoogd is worden eerst de VRIN en TRIN schalen gecontroleerd, zodra die geen afwijkende scores aangeven wordt de Fp schaal bekeken. De VRIN en TRIN schalen zijn om te controleren of de items niet willekeurig zijn ingevuld. Daarnaast is er een model dat ontwikkeld is op basis van een meta-analyse (Rogers et al., 2003 aangehaald in Steffan et al., 2010), daarin worden de Fp en de Ds schaal bekeken. Als één van de twee schalen verhoogd is zou er een verhoogde kans op het veinzen van een stoornis bestaan. En het laatste model is het correctional model, in dat model worden de F, Fp en F-K schalen bekeken. Als tenminste één van de drie schalen verhoogd zou er sprake zijn van het veinzen van een stoornis. Steffan et al. (2010) deden om de modellen te testen simulatie onderzoek waarbij door gevangenen werd gesimuleerd. Die scores werden vergeleken met psychiatrische gevangenen. Uit de resultaten kwamen middelmatige specificiteiten, sensitiviteiten, hitrates, positief voorspellende waarden en negatief voorspellende waarden naar voren (zie Tabel 2). Het sequential model heeft de hoogste specificiteit en hitrate. De sensitiviteit van het sequential model laat zien dat de kans 47% is als iemand veinst dat het ook uit het model komt. De specificiteit van het sequential model laat zien wat 15
16 de kans 83% is dat iemand eerlijk is dat uit het model ook naar voren komt dat er niet wordt geveinsd. De hitrate van het sequential model laat zien dat in 68% van de gevallen het model iemand goed indeelt bij de wel of niet veinzende deelnemers. De positief voorspellende waarde van het sequential model laat zien dat de kans 66% is dat iemand echt veinst als het model aangeeft dat er geveinsd wordt. De negatief voorspellende waarde van het sequential model geeft weer dat de kans 69% is dat iemand eerlijk antwoord geeft als dat uit het model blijkt. Het sequential model is daarnaast een significante voorspeller voor het wel of niet veinzen van een stoornis en blijkt incrementele validiteit te hebben ten opzichte van de validiteitschalen alleen. Steffan et al. (2010) stellen dat het sequential model het beste is om het simuleren van stoornissen te detecteren bij forensische evaluaties en ook effectiever is dan de schalen alleen. In dit onderzoek is niet gekeken naar de FBS hierdoor is het onbekend of de effectiviteit van de modellen te vergelijken zijn met de effectiviteit van de FBS. De FBS bleek uit de meta-analyse de effectiefste schaal, mogelijke zouden er met de FBS schaal effectievere modellen gevormd kunnen worden. Dit zal nog verder onderzocht moeten worden. In de voorgaande onderzoeken werd vooral gekeken naar het veinzen van psychische klachten. Terwijl cognitieve symptomen zoals geheugenverlies ook geveinsd kunnen worden. Wygant, Sellbom, Ben-Porath, Stafford, Freeman en Heilbronner (2007) bekeken de effectiviteit van de validiteitschalen om geveinsde cognitieve klachten te detecteren. Daarnaast vergelijken Wygant et al. (2007) de effectiviteit van forensische en arbeidsongeschiktheidsevaluaties. Wygant et al. (2007) gebruikten de bekende groep methode met de Symptom Validity Tests; Test of Memory Malingering en Word Memory Test werd bepaald of de deelnemers veinsde. De deelnemers werden voor forensische doeleinden of voor arbeidsongeschiktheid geëvalueerd. Het niet halen van de Symptom Validity Tests was bij arbeidsongeschiktheidsevaluaties vooral geassocieerd met somatische klachten en bij forensische evaluaties vooral met algemene overdrijving van psychopathologie en somatische klachten. Bij forensische evaluaties waren de scores op de Fp en de FBS geassocieerd met het veinzen van cognitieve symptomen. Bij de 16
17 arbeidsongeschiktheidsevaluaties was alleen de score op de FBS geassocieerd met het veinzen van cognitieve symptomen. De onderzoekers stellen dat de FBS bij beide evaluaties als indicator van niet geloofwaardige somatische of cognitieve klachten effectief is. Een belangrijk nadeel van dit onderzoek is dat de forensische en arbeidsongeschiktheidgroep van elkaar verschillen in geslacht, etniciteit, educatie, burgerlijke staat en leeftijd. Deze variabele zouden de verschillen in effectiviteit van de schalen kunnen beïnvloeden. Waardoor het lastig is om te zeggen wat het verschil in effectiviteit verklaart. Mogelijk zou bijvoorbeeld geslacht het verschil kunnen verklaren en heeft het niet te maken met het soort evaluatie. Het voorgaande onderzoek gaat er vanuit dat er bij veinzen van stoornissen twee verschillende constructen zijn, de cognitieve en psychologische symptomen. Uit onderzoek van Nelson, Sweet, Berry, Bryant en Granacher (2007) blijkt dat het veinzen van cognitieve symptomen een apart construct is. Zij deden een factor analyse over de MMPI-2 validiteitschalen en cognitieve inspanningstaken die waren afgenomen bij arbeidsongeschiktheidsevaluaties. Uit de factoranalyse kwamen vier factoren naar voren waarvan er drie over het veinzen van psychologische symptomen gaan en één over cognitieve inspanning. De eerste factor is onderrapportage van psychische symptomen, de tweede factor is overrapportage van neurotische symptomen, de derde factor is ontoereikende cognitieve inspanning en de laatste factor is overrapportage van psychotische symptomen en zelden voorkomende symptomen. De factor over cognitieve inspanning wordt gevormd door de scores op de Symptom Validity Tests. De MMPI heeft geen schaal die ditzelfde construct meet. Een kritiekpunt van dit onderzoek is dat de FBS niet is meegenomen in de factoranalyse, terwijl de FBS juist een schaal is die als effectief uit de andere onderzoeken naar voren komt. Mogelijk zou de FBS het cognitieve construct beter meten. De onderzoekers stellen dat er naast psychologische constructen, die in de MMPI-2 gemeten worden, een cognitief construct van belang is bij het meten van geveinsde stoornissen. In de MMPI-2 ontbreekt er nog een schaal voor het meten van het veinzen van cognitieve problemen. 17
18 De MMPI-2 validiteitschaal FBS komt uit de meeste onderzoeken waaronder de metaanalyse naar voren als het effectiefst in het detecteren van het veinzen van stoornissen. De FBS blijkt effectief bij zowel forensische als arbeidsongeschiktheidevaluaties. Daarnaast zijn er met betrekking tot de F, Fb, Fp en F-K schalen verschillende resultaten. Niet uit alle onderzoeken blijken deze schalen effectief onder andere uit de meta-analyse blijkt dat de effectiviteit van die schalen maar middelmatig is. Het sequential model blijkt effectief in het detecteren van het veinzen van een stoornis, in dit model wordt ook de F en de Fb schaal gebruikt. Mogelijk zijn de schalen effectiever als ze gecombineerd worden, maar dit zou verder onderzocht moeten worden. Tot slot blijkt er naast een psychisch construct ook sprake te zijn van een cognitief construct bij het detecteren van het veinzen van een stoornis. In de MMPI-2 was daar eerst nog geen schaal voor, maar in de volgende paragraaf zal een schaal die daar speciaal voor ontwikkeld is worden besproken. Response Bias Scale In de vorige paragraaf bleek dat er mogelijk een validiteitschaal nodig is die het veinzen van cognitieve klachten meet. Gervais, Ben-Porath, Wygant en Green (2007) ontwikkelde een nieuwe validiteitschaal op basis van de al bestaande items van de MMPI-2; de Response Bias Scale (RBS). De RBS is ontwikkeld om het veinzen of overdrijven van cognitieve disfuncties te detecteren. Gervais, Ben-Porath, Wygant en Green (2007) gebruikten de bekende groep methode om het vermogen van de RBS te vergelijken met de F, Fb, Fp en de Fake Bad Scale om te onderscheiden tussen goede en slechte scores op de Symptom Validity Tests. De Symptom Validity Tests die werden gebruikt zijn het veinzen van cognitieve symptomen vast te stellen waren de Test of Memory Malingering en Word Memory Test. De deelnemers werden forensisch of voor arbeidsongeschiktheid geëvalueerd. De effectsize van de RBS en Fb was hoog. De F, Fp en FBS hadden een middelmatige effectsize (zie Tabel 3). De RBS en Fb waren beter in staat dan de F, Fp en de FBS om onderscheidt te maken tussen de deelnemers die de cognitieve taken wel of niet haalden. De onderzoekers stellen dat de RBS een 18
19 valide schaal is om het veinzen van cognitieve klachten te meten bij forensische en arbeidsongeschiktheidsevaluaties. Opvallend is dat Gervais et al. (2007) stellen dat de RBS ook geassocieerd is met het overdrijven van emotionele symptomen terwijl de schaal daar niet voor ontwikkeld is. De RBS blijkt effectief voor het signaleren van het veinzen van psychische problemen (Nelson, Sweet en Heilbronner, 2007). In het onderzoek werden twee groepen deelnemers, een groep met bijkomende voordelen van een hogere score op de MMPI-2 en een groep zonder bijkomende voordelen met elkaar vergeleken. Alle deelnemers werden neuropsychologisch geëvalueerd bij arbeidsongeschiktheidsevaluaties. De effectsize van de RBS was het grootste, daarna volgde de FBS (zie Tabel 3). Nelson, Sweet en Heilbronner (2007) stellen dat de RBS effectief is in het onderscheiden van groepen die wel of geen bijkomende voordelen hebben van een stoornis. Belangrijk kritiekpunt van het onderzoek van Nelson, Sweet en Heilbronner (2007) is dat het van de groep met bijkomende voordelen helemaal niet zeker is of zij daadwerkelijk een stoornis veinzen, de kans is alleen relatief groot dat er meer mensen in die groep zitten die een stoornis veinzen. De effectiviteit van de schalen valt hierdoor waarschijnlijk lager uit dan wanneer de deelnemers uit die groep allemaal zouden veinzen. Daarnaast is het nog niet duidelijk of de RBS incrementele validiteit heeft. De incrementele validiteit van de RBS werd door Wygant, Sellbom, Gervais, Ben-Porath, Stafford en Freeman (2010) onderzocht. Wygant et al. (2010) onderzochten de validiteit van de RBS op basis van de MMPI-2 en de MMPI-2-RF bij arbeidsongeschiktheidsverzoeken en criminele verdachten. Er werd een bekende groep methode gebruikt, de Symptom Validity Tests; Test of Memory Malingering en Word Memory Test stelden het veinzen vast. Bij de arbeidsongeschiktheidsverzoeken was de effectsize van de RBS groot. Ook bleek er bij de arbeidsongeschiktheidsverzoeken sprake van incrementele validiteit van de RBS ten opzichte van de MMPI-2 en MMPI-2-RF validiteitschalen. Bij de criminele verdachten zorgde de RBS niet voor extra 19
20 informatie naast de standaard validiteitschalen van de MMPI-2 en de MMPI-2-RF. De onderzoekers concluderen dat de RBS in staat is om deelnemers die cognitieve klachten overdrijven te detecteren. Het verschil in incrementele validiteit tussen de forensische en arbeidsongeschiktheid groep kan mogelijk verklaart worden door het verschil in gemeten klachten tussen de twee groepen. De forensische groep rapporteerde meer verslaving en persoonlijkheidspathologie, terwijl de arbeidsongeschiktheidsgroep meer neurologische en somatische symptomen hadden. Maar om meer over de incrementele validiteit te kunnen zeggen zal er meer onderzoek gedaan moeten worden. De RBS is effectief in het detecteren van het veinzen van cognitieve en psychische stoornissen, maar het is nog niet zeker of de RBS incrementele validiteit heeft. Geen incrementele validiteit zou betekenen dat de RBS geen toegevoegde waarde heeft naast de MMPI-2 validiteitschalen en dus in de toekomst niet standaard aan de MMPI-2 toegevoegd hoeft te worden. Maar de RBS zal eerst meer onderzocht moeten om daar meer over te kunnen. MMPI-2-RF Bij het maken van de MMPI-2-RF is geprobeerd om de MMPI-2 te verbeteren. In deze paragraaf zal gekeken worden of de MMPI-2-RF validiteitschalen ook echt effectiever zijn dan de validiteitschalen van de MMPI-2. Gervais, Wygant, Sellbom en Ben-Porath (2011) onderzochten de associatie tussen de validiteitschalen F-r, Fp-r, Fs en de FBS-r van de MMPI-2-RF en het niet halen van de Symptom Validity Tests; Test of Memory Malingering, Word Memory Test, Computarized Assesment of Response Bias en Medical Symptom Validity Test. De Medical Symptom Validity Test is hetzelfde als de WMT, alleen is het makkelijker en korter dan de WMT. De deelnemers werden voor arbeidsongeschiktheid geëvalueerd. De scores op F-r, Fp-r, Fs en FBS-r zijn bij mannen verhoogd bij het niet halen van de Symptom Validity Tests. De F-r en FBS-r hebben de grootste effectsize (zie 20
21 Tabel 3). De onderzoekers stellen dat bij mannen de overrapportage van emotionele, somatisch en neurocognitieve symptomen gedetecteerd worden met de F-r, Fp-r, Fs en FBS-r schalen van de MMPI-2-RF. Daarnaast blijken de F-r en FBS-r voor het detecteren van het veinzen van een stoornis bij vrouwen ook een hoge effectsize te hebben (zie Tabel 3). Maar de Fp-r en Fs hebben een lagere effectsize, Fp-r heeft nog maar een middelmatige effectsize bij de vrouwen. Dit is een opvallend verschil, mogelijk zou dit verklaard kunnen worden doordat de schalen zijn ontwikkeld voor mannelijke populaties. Of mogelijk zijn mannen minder subtiel in het veinzen van een stoornis dan vrouwen. Echter is hier nog geen onderzoek naar gedaan, dus voor dat er meer over gezegd kan worden moet er meer onderzocht worden. Gervais et al. (2011) bepalen alleen met Symptom Validity Tests of de deelnemers veinzen. De Symptom Validity Tests zijn voornamelijk om het veinzen van cognitieve symptomen vast te stellen. Wygant, Anderson, Sellbom, Rapier, Allgeier en Granacher (2011) gebruikten daarom in hun bekende groep onderzoek ook tests om het veinzen van psychische problemen vast te stellen. De tests die werden gebruikt waren de Test of Memory Malingering, Victoria Symptom Validity Test, Structured Interview of Reported Symptoms, Miller Forensic Assessment of Symptoms Test en de Structured Inventory of Malingered Symptomatology (SIMS). De SIMS is een korte zelfrapportage vragenlijst om het veinzen van bepaalde condities te detecteren. De deelnemers werden voor arbeidsongeschiktheid geëvalueerd. De onderzoekers vonden een grote effectsize voor F-r, Fp-r, Fs, FBS-r en RBS. De F-r en RBS hadden de grootste effectsize ( zie Tabel 3). Wygant et al. (2011) stellen dat de validiteitschalen goed zijn voor het screenen naar het veinzen van stoornissen. Het voordeel van dit onderzoek dat er naar Symptom Validity Tests ook andere technieken worden gebruikt is meteen ook een nadeel, omdat er twee verschillende maten door elkaar worden gebruikt. Één maat vooral voor psychische symptomen en de andere vooral voor cognitieve symptomen. Het zou interessant zijn om te zien of er uit die twee maten verschillende effectiviteiten komen, maar door de opzet van het onderzoek is dat niet te zien. Mogelijk zijn de schalen niet even effectief in het detecteren van veinzen bij beide maten. 21
22 Uit de voorgaande onderzoeken met een bekende groep methode blijken de schalen effectief, maar zoals bekend hebben deze onderzoeken een hoge externe validiteit maar een lage interne validiteit. Wygant, Ben-Porath, Arbisi, Berry, Freeman en Heilbronner (2009) deden simulatie onderzoek waarbij interne validiteit hoog is en de externe validiteit laag. Dit onderzoek vult de hiervoor besproken onderzoek goed aan. Het onderzoek bevatte als controle ook een bekende groep waarbij met Test of Memory Malingering, Victoria Symptom Validity Test, Word Memory Test en Computarized Assesment of Response Bias werd bepaald of de deelnemers van arbeidsongeschiktheidsevaluaties veinsden. De deelnemers van het simulatie gedeelte van het onderzoek waren mensen die via flyers in wachtkamers van klinische specialisten en medisch centrum voor veteranen waren geworven. De deelnemers werden gevraagd om hoofdletsel te simuleren of om hun lichamelijke symptomen en hun emotionele leed te overdrijven. De schalen F-r, Fp-r, Fs, FBS-r hadden een grote effectiviteit (zie Tabel 3). De onderzoekers stellen dat de schalen overrapportage van symptomen kunnen detecteren bij arbeidsongeschiktheidsverzoeken. Bij forensische en arbeidsongeschiktheidsevaluaties is het mogelijk dat de geëvalueerde van te voren weet dat hij geëvalueerd zal worden. Hierdoor zou iemand zich voor kunnen bereiden op het veinzen van een stoornis. Daarom is de invloed van coachen op de effectiviteit van het detecteren van overrapportage van psychopathologie van de MMPI-2-RF validiteitschalen onderzocht (Sellbom en Bagby, 2010). Dit werd gedaan aan de hand van een simulatie onderzoek, waarbij de deelnemende studenten werd gevraagd om een stoornis te veinzen. Hier kreeg de helft een training. Het onderzoek bevatte ook nog een groep psychiatrisch patiënten om de scores van de studenten mee te vergelijken. De F-r, Fp-r en Fs schalen hadden bij de ongetrainde deelnemers een hoge effectsize (zie Tabel 3). De FBS-r had een middelmatige effectsize bij de ongetrainde deelnemers. Bij de getrainde deelnemers had alleen de Fp-r schaal een hoge effectsize, overige schalen hadden een lage effectsize. Sellbom en Bagby (2010) stellen dat de Fp-r schaal het beste onderscheid maakte tussen de veinzende deelnemers en de psychiatrische patiënten. Bij die schaal maakte het niet uit of de deelnemers training hadden gehad. Maar de andere schalen waren minder 22
23 effectief wanneer de deelnemers training hadden gehad. Dit laat zien dat de externe validiteit van de Fp-r schaal beter is dan van de andere schalen. Dat de andere schalen bij training niet meer effectief zijn heeft belangrijke gevolgen voor de interpretatie van de scores op de validiteitschalen en op het gebruik van de MMPI-2 in de praktijk. Dit zou ervoor kunnen zorgen dat de test vals negatieve uitkomsten geeft in gevallen waarbij er sprake is van training. De voorbereide geëvalueerde zou op deze manier dus makkelijker een stoornis kunnen veinzen zonder dat de MMPI-2-RF schalen dit detecteren. Naast dat het van belang is dat de schalen geen vals negatieve uitkomst geven is misschien nog wel belangrijker dat er geen vals positieve uitkomsten zijn. Dan zouden mensen met een stoornis ten onrechte van veinzen kunnen worden beschuldigd. Echter blijkt dat er validiteitschalen zijn die bij mensen met een depressie wel verhoogd zijn (Rogers, Gillard, Berry en Granacher, 2011). Dit zou kunnen betekenen dat mensen met een depressie ten onrechte van het veinzen van een stoornis beschuldigd zouden kunnen worden. Zeker bij arbeidsongeschiktheidsevaluaties is dit een belangrijk probleem omdat depressie binnen die groep veel voorkomt. Rogers et al. (2011) onderzochten of de validiteitschalen bij mensen met een post traumatische stress stoornis of depressie een verhoogde score weergeven. Daarnaast onderzochten zij ook nog de effectiviteit van de MMPI-2-RF validiteitschalen om geveinsde mentale stoornissen en cognitieve problemen te detecteren. Hiervoor werd de bekende groep methode gebruikt, met TOMM, VSVT en SIRS-2 werd bepaald of de deelnemers van arbeidsongeschiktheidsevaluaties veinsden. De schalen F-r en FBS-r waren voor de deelnemers met een depressie in tweederde van de gevallen verhoogd. Dit zou betekenen dat die schalen onterecht zouden kunnen aan geven dat iemand met een depressie veinst. Maar Rogers et al. (2011) geven ook aan dat maar in een klein deel van de gevallen er sprake was van extreme verhogen van de schalen. En de score van de Fp-r schaal was niet verhoogd bij de deelnemers met een stoornis. Daarnaast komen depressie en vergelijkbare stoornissen zoals een burn-out veel voor bij arbeidsongeschiktheidsevaluaties. Hierdoor is de arbeidsongeschiktheidspopulatie wat betreft depressie heel anders dan de populatie van forensische 23
24 evaluaties. Deze resultaten zijn daarom niet te generaliseren naar de populatie van forensische evaluaties. Mogelijk zouden de cut-off scores van de validiteitschalen voor arbeidsongeschiktheidspopulatie daar ook op aangepast moeten worden. Dat een stoornis voor een verhoogde score op de validiteitschalen kan zorgen is van grote invloed op de bruikbaarheid van de schalen. Er ontbreekt nog veel informatie over de invloed van stoornissen op de schalen. Het is vooral nog van belang dat er gekeken wordt naar de invloed van allerlei andere stoornissen op de scores van de validiteitschalen, bijvoorbeeld verslavingen en persoonlijkheidstoornissen bij forensische evaluaties. Om meer duidelijkheid te krijgen over hoe stoornissen de score op de validiteitschalen beïnvloeden en hoe de scores desondanks nog geïnterpreteerd kunnen worden zal er veel meer onderzoek gedaan moeten worden. Uit het onderzoek van Rogers et al. (2011) bleek ook dat de schalen F-r, Fp-r, Fs, FBS-r en RBS een hoge effectsize voor het detecteren van geveinsde mentale stoornissen hadden (zie Tabel 3). In de voorgaande onderzoeken over de MMPI-2-RF validiteitschalen hebben deelnemers mee gedaan die voor arbeidsongeschiktheid werden geëvalueerd. Maar zoals uit het onderzoek van Wygant (2010) bleek is de effectiviteit van de schalen bij forensische en arbeidsongeschiktheidsevaluaties niet altijd gelijk. Sellbom, Toomey, Wygant, Kucharski en Duncan (2010) onderzochten daarom de effectiviteit van de MMPI-2-RF schalen bij het detecteren van het veinzen van stoornissen bij criminele verdachten. Dit was een bekende groep onderzoek en het wel of niet veinzen van een stoornis door de deelnemers werd bepaald met het SIRS. De schalen F-r, Fp-r, Fs en FBS-r hadden een hoge effectsize (zie Tabel 3). De schalen F-r en Fp-r onderscheidde de simulerende deelnemers het beste van de niet simulerende deelnemers. Deze schalen waren samen de beste voorspeller. De MMPI-2-RF validiteitschalen F-r, Fp-r, Fs en FBS-r blijken in meeste gevallen effectief om het veinzen van een stoornis bij forensische en arbeidsongeschiktheidsevaluatie te onderscheiden van de oprechte stoornissen. De F-r en Fp-r blijken samen effectiever dan alleen. Maar er zijn wel 24
25 een aantal factoren waarbij sommige schalen niet effectief meer zijn. Zo hebben de Fp-r en Fs schaal een lagere effectsize bij vrouwen. Bij mensen die getraind zijn om een stoornis te veinzen blijkt alleen de Fp-r nog effectief. En de F-r en FBS-r schalen zijn bij mensen met een depressie onterecht verhoogd. Desondanks zijn de effectsizes van de validiteitschalen van de MMPI-2-RF groter dan de effectsizes van de validiteitschalen van de MMPI-2. En zijn de validiteitschalen van de MMPI-2-RF beter dan de validiteitschalen van de MMPI-2. Conclusie Uit de verschillende onderzoeken komen geen eenduidige resultaten over de effectiviteit van de validiteitschalen. Van de MMPI-2 komt vooral de FBS naar voren als effectief. Van de overige MMPI-2 validiteitschalen varieert de effectiviteit. Het sequential model blijkt effectief, mogelijk zijn de schalen effectiever als ze gecombineerd worden. De RBS blijkt effectief in het onderscheiden van geveinsde cognitieve klachten maar of de schaal ook incrementele validiteit heeft is nog onduidelijk. Uit de meeste onderzoeken komen de MMPI-2-RF validiteitschalen als effectief naar voren maar er zijn ook belangrijke factoren die de effectiviteit verminderen. Zo zijn de schalen minder effectief bij vrouwen, mensen die getraind zijn om een stoornis te veinzen en bij mensen met een depressie. De effectiviteit van de validiteitschalen van de MMPI-2-RF zijn groter dan van de MMPI-2. Dus om het veinzen van een stoornis te detecteren is het beter om de MMPI-2-RF te gebruiken. Dat de scores op validiteitschalen van de MMPI-2-RF bij depressie verhoogd zijn is een heel belangrijk kritiekpunt. Het zou niet zo mogen zijn dat mensen onterecht van veinzen worden beschuldigd. Dit zorgt ervoor dat de uitkomsten van de schalen zeker bij arbeidsongeschiktheidsevaluaties heel erg voorzichtig geïnterpreteerd moeten worden en zeker niet als doorslaggevend gebruikt mogen worden. Er is nu alleen nog onderzocht wat de invloed van PTSS en depressie op de validiteitschalen is. Voor andere stoornissen zoals een verslaving en een antisociale persoonlijkheidstoornis moet dit nog onderzocht worden. Om te voorkomen dat er 25
26 onterecht uit de scores naar voren zou komen dat iemand een stoornis veinst zouden de cut-off scores van de validiteitschalen verhoogd kunnen worden. Mogelijk zouden de cut-off scores voor bij forensische en arbeidsongeschiktheidsevaluaties hoger moeten zijn, terwijl bij reguliere psychologische evaluaties de cut-off scores niet omhoog hoeven. De cut-off scores zouden per populatie onderzocht en bepaald moeten worden. De meeste onderzoeken hebben alleen gekeken naar de effectiviteit van de schalen los van elkaar. Terwijl de schalen juist in praktijk niet los van elkaar gebruikt worden. Hierdoor is het lastig om deze resultaten in de praktijk toe te passen. Het is nu nog onduidelijk wat het betekent als een bepaalde schaal veinzen aan geeft en tegelijk een andere schaal niet verhoogd is. Daarnaast blijkt uit de onderzoeken van Sellbom et al. (2010) en Steffan et al. (2010) dat een combinatie van de schalen effectiever is dan de schalen alleen. Het zou dus waarschijnlijk effectiever en praktischer zijn om schalen met elkaar te combineren. Over het combineren van de validiteitschalen van de MMPI-2-RF is nog weinig bekend. Het sequential model bleek bij de MMPI-2 het effectiefst, het zou goed zijn om te onderzoeken of dit model ook met de MMPI-2-RF schalen het effectiefst is. Mogelijk zijn er ook nog andere combinaties van validiteitschalen en modellen met een hoge effectiviteit. Het zou goed zijn om deze modellen en combinaties van validiteitschalen van de MMPI-2-RF te onderzoeken. In een aantal van de bekende groepen onderzoeken zijn er belangrijke verschillen tussen de deelnemers die zouden veinzen en de deelnemers die eerlijk antwoord gaven. Zoals leeftijd, opleidingsniveau en geslacht. Er bleek wel uit het onderzoek van Gervais et al. (2011) dat sommige validiteitschalen voor vrouwen minder goed werken dan voor mannen. Dit zorgt ervoor dat in de praktijk de schalen minder goed bruikbaar zijn bij evaluaties van vrouwen. Mogelijk zouden de schalen voor vrouwen aangepast kunnen worden, bijvoorbeeld door de cut-off scores te veranderen. Van andere variabelen zoals leeftijd en opleidingsniveau is niet bekend wat de invloed op de validiteitschalen en de effectiviteit daarvan is. Deze variabelen zouden invloed kunnen hebben op de verschillende scores van de validiteitschalen tussen de veinzende en de niet veinzende groep. 26
27 Hierdoor zou de effectsize groter of juist kleiner uit kunnen vallen. Er is wel simulatie onderzoek gedaan waarbij er geen verschillen tussen de groepen zijn en er dus geen effect van die verschillen kan zijn. Er zal meer onderzocht moeten worden wat de invloed van verschillende variabelen, zoals leeftijd, opleidingsniveau en geslacht is op de scores op de validiteitschalen. Ondanks dat de MMPI-2(-RF) al in de praktijk gebruikt wordt, is er voorzichtigheid geboden bij de interpretatie van de validiteitschalen. Er is nog te veel onduidelijk over factoren die de effectiviteit beïnvloeden. De validiteitschalen van de MMPI-2-RF zijn het effectiefst. Dus om veinzen te detecteren kan het best de MMPI-2-RF gebruikt worden. De scores op de validiteitschalen kunnen als hulpmiddel gebruikt worden om erachter te komen of iemand een stoornis veinst, maar kunnen zeker nog niet als sluitend worden gezien bij het nemen van een beslissing. 27
hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5
SAMENVATTING 117 Pas kortgeleden is aangetoond dat ADHD niet uitdooft, maar ook bij ouderen voorkomt en nadelige gevolgen kan hebben voor de patiënt en zijn omgeving. Er is echter weinig bekend over de
Nadere informatieDe Effectiviteit van Zelfrapportage Schalen voor het. Detecteren van Malingeren
Peter Boer, 5655412 Bachelorthese juni 2011 1 De Effectiviteit van Zelfrapportage Schalen voor het Detecteren van Malingeren Peter Boer Collegekaartnummer: 5655412 Begeleider: Arjen Noordhof Aantal woorden:
Nadere informatieAandachtsklachten en aandachtsstoornissen worden geobserveerd in verschillende volwassen
SAMENVATTING Aandachtsklachten en aandachtsstoornissen worden geobserveerd in verschillende volwassen klinische populaties, waaronder ook de Aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit (ADHD). Ook al wordt
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Nederlandse samenvatting 119 120 Samenvatting 121 Inleiding Vermoeidheid is een veel voorkomende klacht bij de ziekte sarcoïdose en is geassocieerd met een verminderde kwaliteit van leven. In de literatuur
Nadere informatieBURNOUT ASSESSMENT TOOL
BURNOUT ASSESSMENT TOOL Wat is de BAT? De eigenschappen en sterktes van de nieuwe meting Woensdag 20 maart 2019 Inhoud 1- Hoe betrouwbaar & valide is de BAT? 2- Hoe gebruik je de BAT? 3- Hoeveel werkenden
Nadere informatieDandachi-FitzGerald, B. (2017). Symptom validity in clinical assessments.
Dandachi-FitzGerald, B. (2017). Symptom validity in clinical assessments. Het onderzoek beschreven in dit proefschrift richt zich op de validiteit van (neuro)psychologische onderzoeken van patiënten met
Nadere informatie- 172 - Prevention of cognitive decline
Samenvatting - 172 - Prevention of cognitive decline Het percentage ouderen binnen de totale bevolking stijgt, en ook de gemiddelde levensverwachting is toegenomen. Vanwege deze zogenaamde dubbele vergrijzing
Nadere informatieCover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/43602 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Fenema, E.M. van Title: Treatment quality in times of ROM Issue Date: 2016-09-15
Nadere informatiehoofdstuk 1 doelstellingen hoofdstuk 2 diagnosen
Dit proefschrift gaat over moeheid bij mensen die dit als belangrijkste klacht presenteren tijdens een bezoek aan de huisarts. In hoofdstuk 1 wordt het onderwerp moeheid in de huisartspraktijk kort geïntroduceerd,
Nadere informatieOverzicht Klinische lessen. Dominique Selviyan
Overzicht Klinische lessen Dominique Selviyan Voorwoord Geachte lezer, Dit is het overzicht van de studiestof voor Klinische Lessen. Het betreft een overzicht van de literatuur gegeven bij de hoorcolleges.
Nadere informatieCHAPTER. Samenvatting
CHAPTER 9 Samenvatting CHAPTER 9 Klachten aan pols en hand komen veel voor; bij 9 tot 12.5% van de Nederlandse volwassenen. Niet alle mensen bezoeken de huisarts voor pols- of handklachten. De huisarts
Nadere informatieScreening en behandeling van psychische problemen via internet. Viola Spek Universiteit van Tilburg
Screening en behandeling van psychische problemen via internet Viola Spek Universiteit van Tilburg Screening en behandeling van psychische problemen via internet Online screening Online behandeling - Effectiviteit
Nadere informatieVroeginterventie via het internet voor depressie en angst
Samenvatting 141 Vroeginterventie via het internet voor depressie en angst Hoofdstuk 1 is de inleiding van dit proefschrift. Internetbehandeling voor depressie en angst is bewezen effectief. Dit opent
Nadere informatieSummery. Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers
ummery amenvatting Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers 207 Algemene introductie Werkgerelateerde arm-, schouder- en nekklachten zijn al eeuwen
Nadere informatieRisk factors for the development and outcome of childhood psychopathology NEDERLANDSE SAMENVATTING
Risk factors for the development and outcome of childhood psychopathology EDERLADSE SAMEVATTIG 157 Het komt regelmatig voor dat psychiatrische klachten clusteren in families. Met andere woorden, familieleden
Nadere informatiePsychosocial Problems in Cancer Genetic Counseling: Detecting and Facilitating Communication W. Eijzenga
Psychosocial Problems in Cancer Genetic Counseling: Detecting and Facilitating Communication W. Eijzenga Nederlandse samenvatting INLEIDING Mensen met een mogelijk verhoogde kans op kanker kunnen zich
Nadere informatieSummary & Samenvatting. Samenvatting
Samenvatting De meeste studies na rampen richten zich op de psychische problemen van getroffenen zoals post-traumatische stress stoornis (PTSS), depressie en angst. Naast deze gezondheidsgevolgen van psychische
Nadere informatieNederlandse samenvatting. Het in kaart brengen en bespreken van de kwaliteit van leven van adolescenten met type 1 diabetes in de reguliere zorg
Nederlandse samenvatting Het in kaart brengen en bespreken van de kwaliteit van leven van adolescenten met type 1 diabetes in de reguliere zorg Dit proefschrift richt zich op adolescenten met type 1 diabetes
Nadere informatieTSCYC Ouderversie. Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen. Jeroen de Groot. ID 256-18 Datum 24.12.2014. Informant:
TSCYC Ouderversie Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen ID 256-18 Datum 24.12.2014 Informant: Mieke de Groot-Aerts moeder TSCYC Inleiding 2 / 10 INLEIDING De TSCYC is een vragenlijst die
Nadere informatieMarrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131. chapter 10 samenvatting
Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131 chapter 10 samenvatting Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 132 Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 133 Zaadbalkanker wordt voornamelijk bij jonge mannen vastgesteld
Nadere informatieSamenvatting. Odinot_4.indd :19:06
In veel strafzaken wordt de verdachte uitsluitend of vrijwel uitsluitend veroordeeld op grond van getuigenverklaringen. Objectieve middelen voor het toetsen van de juistheid van de getuigenverklaringen
Nadere informatieSamenvatting (Summary in Dutch)
In dit proefschrift worden een aantal psychometrische methoden beschreven waarmee de accuratesse en efficientie van psychodiagnostiek in de klinische praktijk verbeterd kan worden. Psychodiagnostiek wordt
Nadere informatieIndividuele verschillen in. persoonlijkheidskenmerken. Een genetisch perspectief
N Individuele verschillen in borderline persoonlijkheidskenmerken Een genetisch perspectief 185 ps marijn distel.indd 185 05/08/09 11:14:26 186 In de gedragsgenetica is relatief weinig onderzoek gedaan
Nadere informatieHet meten van loopkarakteristieken
SAMENVATTING Ongeveer 45% van alle mensen na een beroerte valt tenminste één keer per jaar. Een val kan leiden tot tijdelijk letsel zoals een gebroken heup. Ook leidt vallen bij mensen met een beroerte
Nadere informatieTSCYC. Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen. HTS Report. Julia de Vries ID Datum Ouderversie
TSCYC Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen HTS Report ID 15890-3156 Datum 18.07.2017 Ouderversie Informant: Jeroen de Vries Vader INLEIDING TSCYC 2/8 Inleiding De TSCYC is een vragenlijst
Nadere informatiesamenvatting Opzet van het onderzoek
167 Angst en depressie komen vaak voor bij kinderen. Angst en depressie beïnvloeden niet alleen het huidige welbevinden van kinderen, maar kunnen ook een negatieve invloed hebben op hun verdere leven.
Nadere informatieDrs. I. Visser, psychiater/neuropsycholoog Psyon
Drs. I. Visser, psychiater/neuropsycholoog Psyon Stellingen Een neuropsychologisch onderzoek (NPO) is de gouden standaard bij het objectiveren van cognitieve klachten. Neuropsychologisch onderzoek kan
Nadere informatiehet laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en
Samenvatting In de laatste 20 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de psychosociale gevolgen van kanker. Een goede zaak want aandacht voor kanker, een ziekte waar iedereen in zijn of haar leven wel eens
Nadere informatieKindermishandeling: Prevalentie. Psychopathologie
Wereldwijd komt een schrikbarend aantal kinderen in aanraking met kindermishandeling, in de vorm van lichamelijke mishandeling of seksueel misbruik, verwaarlozing, of gebrek aan toezicht. Soms zijn kinderen
Nadere informatieChapter 9. Nederlandse samenvatting (Dutch summary)
Chapter 9 Nederlandse samenvatting (Dutch summary) Samenvatting Samenvatting Depressie en angst klachten bij Nederlandse patiënten met een chronische nierziekte Het onderwerp van dit proefschrift is depressieve
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Addendum A 173 Nederlandse samenvatting Het doel van het onderzoek beschreven in dit proefschrift was om de rol van twee belangrijke risicofactoren voor psychotische stoornissen te onderzoeken in de Ultra
Nadere informatieWAT DOET EEN ONGEVAL MET DE PSYCHE VAN HET SLACHTOFFER?
WAT DOET EEN ONGEVAL MET DE PSYCHE VAN HET SLACHTOFFER? Dr. Lex Vendrig, klinisch psycholoog NIS, Oegstgeest, 6-12-2012 INDELING CONTUSIO CEREBRI PTSS POSTCOMMOTIONEEL SYNDROOM NEUROPSYCHOLOGISCH ONDERZOEK
Nadere informatieNederlandse Samenvatting
11 Nederlandse Samenvatting Bij beslissingen over het al dan niet vergoeden van behandelingen wordt vaak gebruikt gemaakt van kosteneffectiviteitsanalyses, waarin de kosten worden afgezet tegen de baten.
Nadere informatieCover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/28630 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Haan, Anna Marte de Title: Ethnic minority youth in youth mental health care :
Nadere informatieCognitief functioneren en de bipolaire stoornis
Cognitief functioneren en de bipolaire stoornis Dr. Nienke Jabben Amsterdam 5 november 2011 Academische werkplaats Bipolaire Stoornissen GGZ ingeest n.jabben@ggzingeest.nl Overzicht Wat is cognitief functioneren?
Nadere informatieSamenvatting 21580_rietdijk F.indd :09
Samenvatting 21580_rietdijk F.indd 161 10-02-12 15:09 People at ultra high risk for psychosis Schizofrenie en aanverwante psychotische stoornissen hebben grote negatieve gevolgen voor het sociaal en psychisch
Nadere informatieHoofdstuk 1 Hoofdstuk 2
179 In dit proefschrift werden de resultaten beschreven van studies die zijn verricht bij volwassen vrouwen met symptomen van bekkenbodem dysfunctie. Deze symptomen komen frequent voor en kunnen de kwaliteit
Nadere informatieEen zaak van de behandelaar?
HersenletselCongres 2014 3 november Disclosure belangen sprekers (potentiële) belangenverstrengeling Geen De betrokken relaties bij dit project zijn: C2 Onderpresteren bij mild hersenletsel: een zaak van
Nadere informatieNeurocognitief functioneren bij electroconvulsietherapie
Neurocognitief functioneren bij electroconvulsietherapie Het belangrijkste doel van dit proefschrift was het bestuderen van de aard en de mate van veranderingen op meerdere domeinen van het neurocognitief
Nadere informatieGeneral Personality Disorder. A study into the Core Components of Personality Pathology J.G. Berghuis
General Personality Disorder. A study into the Core Components of Personality Pathology J.G. Berghuis SAMENVATTING General Personality Disorder H. Berghuis Hoofdstuk 1 is de inleiding van dit proefschrift.
Nadere informatieSamenvatting. Samenvatting
amenvatting Het aantal mensen met dementie neemt toe. De huisarts speelt een sleutelrol in het (h)erkennen van signalen die op dementie kunnen wijzen en hiermee in het stellen van de diagnose dementie,
Nadere informatieNederlandse samenvatting. 1. Wat zijn trauma-gerelateerde stoornissen, dissociatieve stoornissen en
Nederlandse samenvatting 1. Wat zijn trauma-gerelateerde stoornissen, dissociatieve stoornissen en persoonlijkheidsstoornissen? Van de trauma- en stressorgerelateerde (kortweg trauma-gerelateerde) stoornissen
Nadere informatieDutch summary (Samenvatting van hoofdstukken)
Dutch summary (Samenvatting van hoofdstukken) 101 102 Hoofdstuk 1. Algemene introductie Het belangrijkste doel van dit proefschrift was het ontwikkelen van de Interactieve Tekentest (IDT), een nieuwe test
Nadere informatiehoofdstuk 2 hoofdstuk 3
Om de herkenning van patiënten met depressieve stoornis in de eerste lijn te verbeteren wordt wel screening aanbevolen. Voorts worden pakketinterventies aanbevolen om de kwaliteit van zorg en de resultaten
Nadere informatieSamenvatting. The Disability Assessment Structured Interview, Its reliability and validity in work disability assessment, 2010
Samenvatting The Disability Assessment Structured Interview, Its reliability and validity in work disability assessment, 2010 Als werknemers door ziekte hun werk niet meer kunnen doen betaalt de werkgever
Nadere informatieNVAB-richtlijn blijkt effectief
NVAB-richtlijn blijkt effectief Nieuwenhuijsen onderzocht de kwaliteit van de sociaal-medische begeleiding door bedrijfsartsen van werknemers die verzuimen vanwege overspannenheid, burn-out, depressies
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Nederlandse samenvatting 200 NEDERLANDSE SAMENVATTING Duizeligheid is een veel voorkomend probleem bij ouderen. Tot 30% van de thuiswonende ouderen van 65 jaar en ouder ervaart enige vorm van duizeligheid.
Nadere informatieSamenvatting Deel I Onderzoeksmethodologie in onderzoek naar palliatieve zorg in instellingen voor langdurige zorg
Samenvatting Palliatieve zorg is de zorg voor mensen waarbij genezing niet meer mogelijk is. Het doel van palliatieve zorg is niet om het leven te verlengen of de dood te bespoedigen maar om een zo hoog
Nadere informatieSAMENVATTING. Achtergrond en doelstellingen van dit proefschrift
153 SAMENVATTING Achtergrond en doelstellingen van dit proefschrift Angst en depressie zijn de meest voorkomende psychische stoornissen, de ziektelast is hoog en deze aandoeningen brengen hoge kosten met
Nadere informatieHow to present online information to older cancer patients N. Bol
How to present online information to older cancer patients N. Bol Dutch summary (Nederlandse samenvatting) Dutch summary (Nederlandse samenvatting) Goede informatievoorziening is essentieel voor effectieve
Nadere informatieHoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het
Samenvatting Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het individu als op populatieniveau. Effectieve
Nadere informatiePerseverative cognition: The impact of worry on health. Nederlandse samenvatting
Perseverative cognition: The impact of worry on health Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Perseveratieve cognitie: de invloed van piekeren op gezondheid Iedereen maakt zich wel eens zorgen.
Nadere informatiewaardoor een beroerte kan worden gezien als een chronische aandoening.
amenvatting Elk jaar krijgen in Nederland zo n 45.000 mensen een beroerte, ook wel CVA (Cerebro Vasculair Accident) genoemd. Ongeveer 60% van hen keert na opname in het ziekenhuis of revalidatiecentrum
Nadere informatieAlcoholgerelateerde cognitieve stoornissen en de MMPI-2 neuropsychologische correctie items
Alcoholgerelateerde cognitieve stoornissen en de MMPI-2 neuropsychologische correctie items Serge Walvoort, gios klinische neuropsychologie Verslavingskliniek Paschalis, Oostrum Langdurige Zorg, Venray
Nadere informatieSummary Samenvatting Dankwoord Curriculum Vitae
Summary Samenvatting Dankwoord Curriculum Vitae 9 SAMENVATTING Hoofdstuk 1 bevat een korte inleiding over het diagnostische proces en er worden twee van de meest gebruikte diagnostische beeldvormende
Nadere informatieSamenvatting (summary in Dutch)
Samenvatting (summary in Dutch) 149 Samenvatting (summary in Dutch) Één van de meest voorkomende en slopende ziektes is depressie. De impact op het dagelijks functioneren en op de samenleving is enorm,
Nadere informatieOntwikkeling van de vragenlijst Betrouwbaarheid en validiteit
109 Samenvatting 110 Inleiding Dit proefschrift beschrijft de ontwikkeling van een vragenlijst die door patiënten zelf in te vullen is om zowel gewenste (effectiviteit) als ongewenst effecten (bijwerkingen/tolerabiliteit)
Nadere informatierecidiverende en aanhoudende dwanggedachten (obsessies) die duidelijke angst
Nederlandse samenvatting Patiënten met een obsessieve-compulsieve stoornis (OCS) hebben last van recidiverende en aanhoudende dwanggedachten (obsessies) die duidelijke angst veroorzaken. Om deze angst
Nadere informatieDutch summary 1. Dutch summary. Dutch summary
http://hdl.handle.net/1765/105797 Dutch summary Dutch summary 1 Dutch summary 2 Erasmus Medical Center Rotterdam Dutch summary 3 Introductie Kinderen die in de neonatale periode zeer ernstig ziek zijn
Nadere informatiePERSOONLIJKHEIDSSTOORNISSEN BIJ ADOLESCENTEN
amenvatting Dit proefschrift gaat over het diagnosticeren van persoonlijkheidsstoornissen (P) in adolescenten, de ziektelast die adolescenten en volwassenen met een (borderline) persoonlijkheidsstoornis
Nadere informatiesamenvatting 127 Samenvatting
127 Samenvatting 128 129 De ziekte van Bechterew, in het Latijn: Spondylitis Ankylopoëtica (SA), is een chronische, inflammatoire reumatische aandoening die zich vooral manifesteert in de onderrug en wervelkolom.
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Nederlandse samenvatting De levensverwachting van mensen met een ernstige psychiatrische aandoening (EPA) is gemiddeld 13-30 jaar korter dan die van de algemene bevolking. Onnatuurlijke doodsoorzaken zoals
Nadere informatieSchrik om het hart! CoRPS. Dr. Annelieke Roest. Promotoren: Peter de Jonge, PhD. Johan Denollet, PhD
Schrik om het hart! Center of Research on Psychology in Somatic diseases Promotoren: Peter de Jonge, PhD Johan Denollet, PhD Dr. Annelieke Roest Anxiety and Depression In Coronary Heart Disease: Annelieke
Nadere informatiePsychofysiologische begeleiding zinvol bij SOLK. (Somatisch Onvoldoende verklaarde Lichamelijk Klachten)
Psychofysiologische begeleiding zinvol bij SOLK. (Somatisch Onvoldoende verklaarde Lichamelijk Klachten) Eveline Kempenaar Algemene Leden Vergadering VDV november 2012 In het nieuws! 1 Definitie SOLK Lichamelijke
Nadere informatieNeuropsychologie. Psychologische diagnostiek en testtheorie. Neuropsychologie. Neuropsychologie. Typering patiënten. Neuropsychologische symptomen
Psychologische diagnostiek en testtheorie Neuropsychologie Neuropsychologie De neuropsychologie kijkt naar de relatie tussen het (dysfunctionele) brein en het (verstoorde) gedrag Gudrun Nys g.nys@fss.uu.nl
Nadere informatieInleiding. Familiale kwetsbaarheid en geslacht. Samenvatting
Inleiding Depressie en angst zijn veel voorkomende psychische stoornissen. Het ontstaan van deze stoornissen is gerelateerd aan een breed scala van risicofactoren, zoals genetische kwetsbaarheid, neurofysiologisch
Nadere informatieNederlandse samenvatting List of publications Curriculum Vitae Dankwoord. Chapter 7
Nederlandse samenvatting List of publications Curriculum Vitae Dankwoord Cognitieve dysfunctie bij glioompatiënten Onderliggende mechanismen en consequenties Jaarlijks wordt bij 800 mensen in Nederland
Nadere informatieSamenvatting onderzoek Pijnbestrijding bij Q-koorts
Samenvatting onderzoek Pijnbestrijding bij Q-koorts Geschreven door: Murel Arts Student Universiteit Maastricht Master Health Education and Promotion Begeleider: Marlie van Santvoort Stichting Q-support
Nadere informatieOuderen migranten en (psycho)psychiatrie. Meten is weten?
Ouderen migranten en (psycho)psychiatrie Meten is weten? Dag van de inhoud dr. J. Witlox, specialismegroep neurocognitieve stoornissen drs. Nour Alkaduhimi, specialismegroep ouderen Ouderen migranten in
Nadere informatieIs de therapeutische relatie in CGT voor CVS van belang voor het behandelresultaat?
Is de therapeutische relatie in CGT voor CVS van belang voor het behandelresultaat? Hans Knoop Marianne Heins Gijs Bleijenberg CGT leidt tot een afname van klachten % patienten dat geen of duidelijk minder
Nadere informatieHOOFDSTUK 1: INLEIDING
168 Samenvatting 169 HOOFDSTUK 1: INLEIDING Bij circa 13.5% van de ouderen komen depressieve klachten voor. Met de term depressieve klachten worden klachten bedoeld die klinisch relevant zijn, maar niet
Nadere informatieSAMENVATTING Depressie en verzuim Voorspellers voor verzuim en werkhervatting hoofdstuk 2 hoofdstuk 3
Samenvatting SAMENVATTING SAMENVATTING Depressie en verzuim Ongeveer 15% van de Nederlandse bevolking krijgt eens in zijn of haar leven een depressie. Het hebben van een depressie beïnvloedt het leven
Nadere informatiePROMIS Een integraal systeem voor het meten van patientgeraporteerde
PROMIS Een integraal systeem voor het meten van patientgeraporteerde uitkomsten in de zorg Dr. Caroline Terwee Dutch-Flemish PROMIS group VU University Medical Center Department of Epidemiology and Biostatistics
Nadere informatieNederlandse Samenvatting
Nederlandse Samenvatting Titel: Cognitieve Kwetsbaarheid voor Depressie: Genetische en Omgevingsinvloeden Het onderwerp van dit proefschrift is cognitieve kwetsbaarheid voor depressie en de wisselwerking
Nadere informatieSymposium Onderzoeksresultaten
Symposium Onderzoeksresultaten 2016-2017 Frailty - Onderzoek naar kwetsbaarheid van ouderen in de GGZ zorg. Voorlopige resultaten dr. Hans Barf docent HBO Verpleegkunde, onderzoeker lectoraat Zorg & Innovatie
Nadere informatieHet voorspellen van de kans op vallen de hoeveelheid en kwaliteit van het alledaags lopen als risicofactoren
amenvatting 123 amenvatting 125 Het voorspellen van de kans op vallen de hoeveelheid en kwaliteit van het alledaags lopen als risicofactoren Vallen is één van de meest belangrijke oorzaken van letsel
Nadere informatieSamenvatting Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie
Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie Zoals beschreven in hoofdstuk 1, is artrose een chronische ziekte die vaak voorkomt bij ouderen en in het bijzonder
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Nederlandse samenvatting HET BEGRIJPEN VAN COGNITIEVE ACHTERUITGANG BIJ MULTIPLE SCLEROSE Met focus op de thalamus, de hippocampus en de dorsolaterale prefrontale cortex Wereldwijd lijden ongeveer 2.3
Nadere informatieCHAPTER 8. Samenvatting
CHAPTER 8 Samenvatting Samenvatting 8. Samenvatting Hoofdstuk 1 is een algemene introductie. Doel van dit proefschrift is om de kosten en effectiviteit van magnetische resonantie (MR) te evalueren indien
Nadere informatieDit proefschrift presenteert de resultaten van het ALASCA onderzoek wat staat voor Activity and Life After Survival of a Cardiac Arrest.
Samenvatting 152 Samenvatting Ieder jaar krijgen in Nederland 16.000 mensen een hartstilstand. Hoofdstuk 1 beschrijft de achtergrond van dit proefschrift. De kans om een hartstilstand te overleven is met
Nadere informatieFormulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een artikel over een diagnostische test of screeningsinstrument.
Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een artikel over een diagnostische test of screeningsinstrument. Behorend bij: Evidence-based logopedie, hoofdstuk 3. Toelichting bij de criteria voor
Nadere informatieOverdrijven, nabootsen en simuleren bij persoonlijkheidsdiagnostiek
Overdrijven, nabootsen en simuleren bij persoonlijkheidsdiagnostiek To aggravate, simulate and malinger in personality assessment Hans Adriaans Eerste begeleider: dhr. dr. W. Bloemers Tweede begeleider:
Nadere informatieDia 1. Dia 2. Dia 3. Disclosure belangen spreker. Alcohol, cognitieve stoornissen en ziekte-inzicht
Dia 1 Alcohol, cognitieve stoornissen en ziekte-inzicht Dr. Serge Walvoort (Klinisch Neuropsycholoog) swalvoort@vvgi.nl www.nispa.nl Dia 2 Disclosure belangen spreker (potentiële) belangenverstrengeling
Nadere informatieWorkshop Proeverij Tools Vrijdag 7 mei Dra. Steffie Desart
Workshop Proeverij Tools Vrijdag 7 mei 2019 Dra. Steffie Desart Aangenaam! Wie ben ik? Steffie Desart PhD kandidaat KU Leuven tot 1 december 19 Bestuurslid Vereniging van Erkende Stress & Burn-out Coaches
Nadere informatieScreening van cognitieve stoornissen in de verslavingszorg
Screening van cognitieve stoornissen in de verslavingszorg aan de hand van de Montreal Cognitive Assessment (MoCA-D) Carolien J. W. H. Bruijnen, MSc Promovendus Vincent van Gogh cbruijnen@vvgi.nl www.nispa.nl
Nadere informatieDe intramurale behandeling van forensische patienten met een persoonlijkheidsstoornis
De intramurale behandeling van forensische patienten met een persoonlijkheidsstoornis Een empirische studie Treatment outcome in personality disordered forensic patients An empirical study ( with a summary
Nadere informatieDe effecten van het Medisch Onderzoek Vliegramp Bijlmermeer op de
Samenvatting De effecten van het Medisch Onderzoek Vliegramp Bijlmermeer op de gezondheidsbeleving van bewoners en hulpverleners In de jaren die volgden op de vliegramp Bijlmermeer op 4 oktober 1992, ontstond
Nadere informatieNAH bij kinderen en jongeren: plasticiteit en herstel Caroline van Heugten
NAH bij kinderen en jongeren: plasticiteit en herstel Caroline van Heugten Universiteit Maastricht c.vanheugten@np.unimaas.nl Inhoud presentatie Plasticiteit van het brein Hersenletsel Schade en herstel
Nadere informatieMindfulness binnen de (psycho) oncologie. Else Bisseling, 16 mei 2014
Mindfulness binnen de (psycho) oncologie Else Bisseling, 16 mei 2014 (Online) Mindfulness-Based Cognitieve Therapie voor kankerpatiënten. (Cost)effectiveness of Mindfulness-Based Cognitive Therapy (MBCT)
Nadere informatieSamenvatting Samenvatting
Samenvatting Samenvatting Binnen het domein van hart- en vaatziekten is een bypassoperatie de meest uitgevoerde chirurgische ingreep. Omdat bij een hartoperatie het borstbeen wordt doorgesneden en er meestal
Nadere informatieOur brains are not logical computers, but feeling machines that think.
Drs. Fernando Cunha (Child Support Europe) Ontwikkelingspsycholoog Gezondheidspsycholoog (BIG) Kinder- en Jeugdpsycholoog (NIP) Onderwijsspecialist http://www.child-support-europe.com In dienst van kinderen,
Nadere informatieVergelijking MMPI-2 met MMPI-2-Restructured Form (RF) Voor As-I. Pathologie Binnen de Testdiagnostiek
Vergelijking MMPI-2 met 1 Vergelijking MMPI-2 met MMPI-2-Restructured Form (RF) Voor As-I Pathologie Binnen de Testdiagnostiek Comparison between MMPI-2 and MMPI-2-Restructured Form (RF) for Axis-I Pathology
Nadere informatieSAMENVATTING bijlage Hoofdstuk 1 104
Samenvatting 103 De bipolaire stoornis, ook wel manisch depressieve stoornis genoemd, is gekenmerkt door extreme stemmingswisselingen, waarbij recidiverende episoden van depressie, manie en hypomanie,
Nadere informatieCover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/19103 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Pisanti, Renato Title: Beyond the job demand control (-support) model : explaining
Nadere informatieOngemerkt problematisch. Marieke Zwaanswijk (onderzoeker NIVEL) Marijke Lutjenhuis (huisarts)
Ongemerkt problematisch Marieke Zwaanswijk (onderzoeker NIVEL) Marijke Lutjenhuis (huisarts) Kijk, als een kind zich opzettelijk uit de auto gooit, dan is het vrij duidelijk dat er iets mis is. Dan heb
Nadere informatieNeDerLANDse samenvatting
CHAPTER 10 259 NEDERLANDSE SAMENVATTING Benzodiazepines zijn psychotrope middelen met anxiolytische, sederende, spierverslappende en hypnotische effecten. In de praktijk worden zij voornamelijk ingezet
Nadere informatieKlantpensioenmonitor Pensioenfonds UMG
St. Anthoniusplaats 9 6511 TR Nijmegen 024 663 9343 info@movate.nl Klantpensioenmonitor Pensioenfonds UMG 05-06-2015 1 Inhoudsopgave Management summary 3 Introductie 5 Deelnemerinformatie 6 Pensioenbewustzijn
Nadere informatieSummary in Dutch 179
Samenvatting Een belangrijke reden voor het uitvoeren van marktonderzoek is het proberen te achterhalen wat de wensen en ideeën van consumenten zijn met betrekking tot een produkt. De conjuncte analyse
Nadere informatieOnderzoeksopzet. Marktonderzoek Klantbeleving
Onderzoeksopzet Marktonderzoek Klantbeleving Utrecht, september 2009 1. Inleiding De beleving van de klant ten opzichte van dienstverlening wordt een steeds belangrijker onderwerp in het ontwikkelen van
Nadere informatieChapter 10 Samenvatting
Chapter 10 Samenvatting Chapter 10 De laatste jaren is de mortaliteit bij patiënten met psychotische aandoeningen gestegen terwijl deze in de algemene populatie per leeftijdscategorie is gedaald. Een belangrijke
Nadere informatie