BPA SPORTPARK Uitbreiding

Vergelijkbare documenten
BPA NIEUWPOORTSESTEENWEG - DUINKERKSEWEG

Vooraf: bij twijfel hebben de grafische voorstellingen voorrang op de voorschriften.

voorschriften bpa nr. 39 Sint-Jozefskwartier

voorschriften bpa nr. 90 Sint-Andriesdreef

1. VOORSCHRIFTEN BESTEMMING

1.1. TERMINOLOGIE 1.2. INTERPRETATIE VAN DE STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN 1.3. AFWIJKING VAN DE STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

z.p. zie grafische cijfergegevens op plan AV zie aanvullende voorschriften aangeeft en van het volgnummer van de zones

1. VOORSCHRIFTEN BESTEMMING

BPA 22 DEN ABEEL. Hoofd gebouwen Plaatsing in m t.o.v. rooilijn. Max. te bebouwen oppervlakte. Volume in m. gelijkvloers diepte

voorschriften bpa nr. 18 Kerklaan Noord

stedenbouwkundige voorschriften

-1_. ff" ming van. 1 groene parkeerplaats naast de oprit.

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN 1.VOORSCHRIFTEN EN BESTEMMING HOOFDGEBOUW. 1.1 Bestemming hoofdgebouw

GOEDGEKEURDE STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN Volgens vergunning nr. V/LE38/1 dd. 09/11/2016 Inclusief opmerkingen technische dienst

keuze open, halfopen bebouwing handel / horeca / diensten en kantoren (niet hinderend voor de woonomgeving)

stedenbouwkundige voorschriften

nihil zie grafische gedeelte zie aanvullende voorschriften

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN HORENDE BIJ DE AANVRAAG VOOR DE VERKAVELINGSVERGUNNING

Projectzones Leemhoek. Zone P2

Volume in m. Plaatsing in m t.o.v. rooilijn 10 3 _ Z.P Z.P. Z.P. AV zie aanvullende voorschriften ZP zie grafische cijfergegevens op plan

De terreinbezetting wordt uitgedrukt in het procent van het perceeldeel gelegen binnen de betrokken zone.

DEEL II: STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

GOEDGEKEURDE STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN volgens vergunning nr. V/W036/1 goedgekeurd op 22/05/2017

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

Deel 2 Stedenbouwkundige voorschriften

9. STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN BIJ DE AANVRAAG VOOR EEN VERKAVELINGSVERGUNNING 1. ALGEMENE BEPALINGEN 2. BIJZONDERE BEPALINGEN

Ontwerp BPA Stationswijk Gedeeltelijke herziening van BPA Stationswijk, MB 22/06/1994

Gemeente Oud-Heverlee Reigersstraat ZN 5e afdeling - Sectie A Nummer 243G/deel & 237L/deel

Gemeente Niel. Verkaveling voor woningbouw. van gronden gelegen te Niel. Verkaveling omgeving Keizerstraat. Dossier NIE210

516 m² m² m² m² - 25.

Gemeente Hemiksem. Verkaveling voor woningbouw. Heiligstraat Gemeenteplaats. Dossier HEM205. Stedenbouwkundige voorschriften

VERKAVELINGSVOORSCHRIFTEN 1. VOORSCHRIFTEN HOOFDGEBOUW(EN) 1.1. ZONE VOOR HOOFDGEBOUW(EN) BESTEMMING HOOFDGEBOUW(EN)

3. STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN BIJ DE AANVRAAG VOOR EEN VERKAVELINGSVERGUNNING

STEDENBOUWKUNDIGE VOORWAARDEN Verkaveling LEDE Kleine Kouterrede

DEEL I: ART.0 ALGEMENE STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN VOOR DE BOUWGEBIEDEN

Artikel 0. Begrippen, algemene en specifieke bepalingen TOELICHTEND. VERORDENEND Stedenbouwkundige voorschriften. 1. Begrippen. 1.1.

Voorschriften betreffende de aanleg en de inrichting van de aangeduide stroken

1. VOORSCHRIFTEN HOOFDGEBOUWEN

STAD AALST BIJZONDER PLAN VAN AANLEG NR. 5 EREMBODEGEM - LEUVESTRAAT

GEMEENTE HOUTHALEN ~ HELCHTEREN SECT/E E, ~~ DE HEIDE

1 ALGEMENE BEPALINGEN

Stedenbouwkundige voorschriften

Stad Roeselare. Gedeeltelijke herziening BPA Buurt van Maerlantwijk. stedenbouwkundige voorschriften

Stedenbouwkundige voorschriften BPA nr. 1. KRUIBEKE Nieuwe Wijk 3 e wijziging.

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN BIJ DE AANVRAAG VOOR EEN VERKAVELINGSVERGUNNING 1 / 7

Gemeente TURNHOUT VERKAVELING VOOR WONINGBOUW. van grond gelegen: Tramstraat z/n. Sectie P - Nummer 245 B5. Stedenbouwkundige Voorschriften

COLOFON. Opdracht: RUP Le Lis. Opdrachtgever: Gemeentebestuur Hamme Marktplein 1 B-9220 Hamme. Opdrachthouder: SORESMA nv Britselei Antwerpen

Izegem, Hondekensmolenstraat / Katteboomstraat

1. VOORSCHRIFTEN BESTEMMING

ART.0 ALGEMENE STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN VOOR DE BOUWGEBIEDEN

GEMEENTE MEEUWEN-GRUITRODE. Verkavelingsvoorschriften half-open bebouwing

VERKAVELINGSVOORSCHRIFTEN

Artikel 3 - PLAATSEN BESTEMD VOOR GEKOPPELDE EN VRIJSTAANDE BEBOUWING

VERKAVELING VOOR WONINGBOUW

1. VOORSCHRIFTEN BESTEMMING

7 VERORDENEND DEEL. 7.1 Grafisch plan Kaart: grafisch plan. 7.2 Stedenbouwkundige voorschriften: algemene bepalingen

BPA4, VANACKERESTRAAT, WIJZ.B

STAD AALST BIJZONDER PLAN VAN AANLEG NR. 6 EREMBODEGEM - FONTEINBOS

VERKAVELING BIERKENSVELD

Stedenbouwkundige voorschriften BPA RUPELMONDE-BEBOUWDE KOM wijziging nr. 8 deel Mercatorplein.

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN BIJ DE AANVRAAG VOOR EEN VERKAVELINGSVERGUNNING

1. VOORSCHRIFTEN BESTEMMING

Addendum B28b Specifieke verkavelingsvoorschriften

BESTEMMING HOOFDGEBOUW, BIJGEBOUW, NIET-BEBOUWD GEDEELTE. eengezinswoningen, met inbegrip van zorgwoningen worden toegelaten.

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN HORENDE BIJ DE AANVRAAG VOOR DE VERKAVELINGSVERGUNNING

1. VOORSCHRIFTEN BESTEMMING

Stedenbouwkundige. voorschriften

Gemeente Westerlo Verkaveling Zoerle Parwijs

VERKAVELINGSVOORSCHRIFTEN

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

VERKAVELINGSVOORSCHRIFTEN Dossier nr : 1810 aantal kavels : 1 Gemeente : Hasselt Aanvrager : Bart Cleuren i.o.v. Jaqueline Rerren

ALGEMENE BEPALINGEN TOELICHTEND. VERORDENEND Stedenbouwkundige voorschriften. 2. Bepalingen. toelichting en visie

Voorschriften betreffende de aanleg en de inrichting van de aangeduide stroken. Algemeen principe

Verkaveling Herzele Kouterstraat. Bestemming

ART. 0 ALGEMENE STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN VOOR DE BOUWGEBIEDEN

1. VOORSCHRIFTEN BESTEMMING

Provincie West-Vlaanderen Gemeente Middelkerke. Stedenbouwkundige voorschriften Ontwerp. BPA De Kalkaert. De ontwerper


1.1.A. HOOFDBESTEMMING HOOFDGEBOUW(EN)

voorschriften bpa nr. 148 De Tuintjes

AANVRAAG VERKAVELINGSVERGUNNING: Stad MECHELEN Geerdegemdries 3 e afdeling Sectie E - Nr. 768 T 3

Provincie West-Vlaanderen GEMEENTE LICHTERVELDE. Stedenbouwkundige voorschriften Ontwerp

INHOUDSOPGAVE A. VOORAFGAANDELIJKE BEPALINGEN

MOTIVATIENOTA BETREFFENDE DE AANVRAAG VOOR EEN VERKAVELINGSVERGUNNING HASSELT 16 e AFDELING SECTIE B nr. 162V

RUP nr. 2quater Zeedijk-Tennis Gemeente Middelkerke. Stedenbouwkundige voorschriften en grafisch plan februari 2016

Stedenbouwkundige voorschriften

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN:

STAD AALST BIJZONDER PLAN VAN AANLEG NR. 16 AALST - HEILIG HARTLAAN

BPA 2F KORTRIJKSTRAAT

voorschriften bpa nr. 89 Messem

voorschriften bpa nr. 137 Kleine Molenstraat

VERKAVELING ADEGEM, VELDEKENS +17

BESTEMMING HOOFDGEBOUW, BIJGEBOUW, NIET-BEBOUWD GEDEELTE GEBOUWTYPE HOOFDGEBOUW. Geen toelichting noodzakelijk.

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN BETREFFENDE KAVELS 1 TOT EN MET 14

1. STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

0. ALGEMENE BEPALINGEN. Stedenbouwkundige voorschriften. 0.1/ Algemene definities

BPA nr. 6 DUINENWEG. Middelkerke. Grontmij Verschave nv GEMEENTE STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN PROVINCIE WEST-VLAANDEREN DOSSIERNUMMER : 01.

verkavelingsvoorschriften verkaveling elleboogstraat, helkijn

Transcriptie:

Zoneaanduiding Bestemming Bouwlagen Bebouwingstype Symbool Hoofd Neven Oppervlakte Breedte Bezetting V/T Rooilijn min m² TABEL BESTEMMINGS- EN BEBOUWINGSVOORSCHRIFTEN BPA 135.02 - SPORTPARK Uitbreiding Kavel max m² Bebouwing min m max % max min m Inplanting t.o.v. min m Hoofdgebouwen Bouwdiepte max m Bouwhoogte Volgnummer Zijkavelgrens Achterkavelgrens min m Gelijkvloers Verdieping Type max m max min max 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 Dak Helling AANVULLENDE VOORSCHRIFTEN (B) 1 W1 W K, Vb OPEN 450 1350 18 30 0,6 5 4 4 nb nb 2 HD 25 75 1-2-3-8 HALFOPEN 250 500 10 40 1 5 4/0 4 16 12 2 HD1 30 45 1-2-4-6-8 4 SP1 Sp, R G OPEN nb nb nb 10 nb 5 5 5 nb nb 2 nb nb nb 1-30-31-34-35-37-38-39 6 Ki Ki G, C OPEN nb nb nb 5 nb 5 5 5 nb nb 2 nb nb nb 1-30-33-35 7 Tu Tu - - nb nb nb - - 5 - - nb nb nb nb nb nb 1 8 OD Od - - - - - - - - - - - - - - - - 1-29

BPA 135.02: Sportpark - uitbreiding ALGEMENE BEPALINGEN Alg. 1 Zijn verboden, de werken die een toestand scheppen in tegenstrijd met dit plan en zijn voorschriften, behalve de werken die vergund worden overeenkomstig de in de wet voorziene afwijkingsmogelijkheden. De vergunde bestaande toestand (bebouwing en/of activiteit) die niet overeenstemt met de bestemmings- en/of bebouwingsvoorschriften mag in stand gehouden worden. Ook verbouwingswerken binnen de bestaande volumes zijn toegelaten. Bij gehele of gedeeltelijke wederopbouw dient het betreffende gedeelte nochtans in overeenstemming gebracht met de voorschriften van dit plan. Alg. 2 Alle bepalingen van dit plan - zowel grafisch als geschreven - vormen één geheel. Bouwwerken dienen dus steeds te voldoen aan de meest beperkende voorwaarden van deze bepalingen. Alg. 3 De opgemeten gegevens primeren op de grafische voorstellingen van het plan. Alg. 4 Alle constructies op te richten langsheen nieuwe straten kunnen slechts toegelaten worden nadat deze voldoende aangelegd en uitgerust zijn. Alg. 5 Gemeenschaps- en openbare nutsvoorzieningen kunnen in elke bestemmingszone gerealiseerd worden mits te voldoen aan de bebouwingsvoorschriften van de betrokken zone en voor zover de uitgeoefende activiteiten geen afbreuk doen aan de kwaliteit en het normale gebruik van de betrokken zone. BPA 135.02 28-11-2001 1/9

VERKLARING TABEL BESTEMMINGS- EN BEBOUWINGSVOORSCHRIFTEN Algemene toelichting De tabel wordt gelezen via de ingang van de zoneaanduiding. Deze zoneaanduiding gebeurt met een symbool en is op het grafische gedeelte terug te vinden in combinatie met een rasteraanduiding. De kolommen 3 en 4 bevatten de bestemmingsvoorschriften. Zij geven aan welke activiteiten op de gerealiseerde vloeroppervlaktes kunnen uitgeoefend worden en eventueel in welke verhouding. Er wordt hier uitdrukkelijk bepaald dat voor constructies, die volledig beneden het maaiveld gelegen zijn, alle bestemmingen - met uitzondering van alle woonbestem- mingen - toegelaten kunnen worden voor zover de uitgeoefende activiteiten en hun neveneffecten - zoals verkeersaantrekking, lawaai, stof- of geurproductie,... - de realisatie van de vermelde bestemmingen op de bovengrondse vloeroppervlaktes niet in het gedrang brengen en er geen hinder voor vormen en voor zover zij uiteraard voldoen aan alle reglementeringen, die erop van toepassing kunnen zijn. De kolommen 5 t.e.m. 20 bevatten de verkavelings- en bebouwingsvoorschriften. Zij regelen dus het bebouwingstype, de perceelsafmetingen, de afmetingen en de plaatsing van de bouwwerken alsmede de voorschriften in verband met hun uiterlijk. Voor bepaalde voorschriften geven de aanvullende voorschriften (vermeld in kolom 20) zelf de marges en regels aan volgens dewelke het cijfer in de tabel aangepast kan worden. Verklaring gebruikte afkortingen max. maximaal min. minimaal nb niet bepaald m meter m² vierkante meter n nihil - niet van toepassing zp zie plan X/zp deze aanduiding houdt in dat, waar op het plan een matrix is aangeduid, de bepalingen voor deze zone prioriteit hebben op deze van de tabel Kolom 1 Geeft het volgnummer aan van de zone Kolom 2 Symbool van de zone Kolom 3-4 De hoofdbestemming (of combinatie van toegelaten hoofdbestemmingen) is deze waarvoor minstens 60% van de totale op het perceel gerealiseerde vloeroppervlakte aangewend wordt. De nevenbestemmingen kunnen bijgevolg samen maximaal 40 % van de totale op het perceel gerealiseerde vloeroppervlakte innemen. Bij deze berekeningen wordt de vloeroppervlakte van bouwlagen, die volledig beneden het maaiveld gelegen zijn, niet meegeteld. De kenletters uit deze kolommen hebben volgende betekenis: W : woonfunctie K : kantoren Vb : vrije beroepen G : openbaar groen BPA 135.02 28-11-2001 2/9

Ki : kinderboerderij Od : openbaar domein R : recreatiefuncties Sp : sport- en ontspanning C : woning uitsluitend voor conciërge, beheerder, bewaking Tu : tuinen Kolom 5 Met bebouwingstype wordt de wijze aangegeven waarop de hoofdgebouwen van aanpalende percelen al dan niet aaneengeschakeld worden. Er worden 4 types onderscheiden: - open bebouwing: hoofdgebouwen met 4 vrije gevels en geen enkele gemene gevel met de hoofdgebouwen van de aanpalende percelen. - halfopen bebouwing: hoofdgebouwen met 3 vrije gevels en 1 gemene gevel met het hoofdgebouw van één van de aanpalende percelen en maximaal per 2 gekoppeld. - gesloten bebouwing: hoofdgebouwen met 2 vrije gevels en 2 gemene gevels met de hoofdgebouwen van de aanpalende percelen. - halfgesloten bebouwing: hoofdgebouwen met 3 vrije gevels en 1 gemene gevel met het hoofdgebouw van één van de aanpalende percelen; dit bebouwingstype komt dus voor op het einde van een rij gesloten bebouwing. Indien per bestemmingszone meerdere bouwtypes toegelaten zijn, is de eerst vernoemde het hoofdtype. Half-open en halfgesloten bebouwing zijn slechts mogelijk mits een schriftelijk onderling akkoord van de betrokken perceelseigenaars en mits het stedenbouwkundig verantwoord is gelet op de plaatselijke ruimtelijke toestand. Deze bebouwingstypes zijn echter verplicht indien op het aanpalende perceel reeds een halfopen of halfgesloten bebouwing is gerealiseerd. Kolom 6-7 Geeft de min. en max. toegelaten oppervlakte van de percelen bij nieuwe- of herverkavelingen. Kolom 8 Geeft de min. breedte aan van de percelen bij nieuwe- of herverkavelingen. Deze breedte dient gerespecteerd over de volledige toegelaten bebouwingszone voor hoofdgebouwen. Kolom 9 De terreinbezetting, waaronder verstaan wordt de totale bebouwde oppervlakte van hoofd- en bijgebouwen uitgedrukt in het procent van het perceelsdeel gelegen binnen de betrokken zone. Kolom 10 In de vloerindex V/T duidt V de som aan van alle vloeroppervlakten van elke bouwlaag van hoofd- en bijgebouwen. De berekening gebeurt bruto d.w.z. buitenmuren inbegrepen en in voorkomend geval eveneens vanaf de as van de gemene muur of vanaf de perceelsgrens. Terrassen en vloeroppervlakten van een bouwlaag, volledig beneden het maaiveld gelegen, worden niet meegerekend. De vloeroppervlakten van ruimtes, die zich onder een hellend dakvlak bevinden, worden vanaf een min. nettohoogte van 1,80 m wel meegerekend. In de index betekent T de totale oppervlakte van het perceelsdeel gelegen binnen de betrokken zone. De V/T-index wordt uitgedrukt als een decimaal getal. BPA 135.02 28-11-2001 3/9

Kolom 11 Bepaalt de min. afstand t.o.v. de rooilijn. De aanduiding 0/X houdt in dat binnen deze zone zowel situaties met als zonder voortuin kunnen voorkomen. De keuze wordt gemaakt op basis van de bestaande toestand in de onmiddellijke omgeving. Kolom 12 Bepaalt de min. afstand t.o.v. de zijkavelgrens of zonegrens. De aanduiding O/X houdt in dat binnen een zone voor gesloten bebouwing min. X (waarbij X verschillend van 0) kan gebruikt worden t.o.v. een der kavelgrenzen, in zover op het perceel dat aan deze zijkavelgrens paalt eveneens een onbebouwde zijstrook bestaat of kan geëerbiedigd worden. De aanduiding X/O houdt in dat binnen een zone voor open bebouwing (min. X m van elk der zijkavelgrenzen) X gelijk aan 0 kan gebruikt worden t.o.v. een der zijkavelgrenzen in zover op het perceel dat aan deze zijkavelgrens paalt geen onbebouwde vrije zijstrook bestaat of zal vrijgelaten worden. Van deze mogelijkheden kan slechts gebruik gemaakt worden onder de voorwaarden vermeld in kolom 20. Kolom 13 Bepaalt de min. afstand t.o.v. de achterkavelgrens, of zonegrens. De achterkavelgrens is de kavelgrens gelegen tegenover de rooilijn langs waar het perceel toegankelijk is. Indien twee of meer perceelsgrenzen aan deze definitie kunnen voldoen, wordt slechts deze grens of grenzen, waarop geen gemeenschappelijke muur tussen de hoofdgebouwen bestaat of kan opgetrokken worden, als achterkavelgrens beschouwd. Een kleinere afstand tot de achterkavelgrens of zelfs het bouwen tot op de achterkavelgrens kan toegestaan worden i.f.v. de perceelsdiepte en de toelaatbare bezettingsgraad en bebouwingsdieptes en mits het stedenbouwkundig verantwoord is gelet op de plaatselijke ruimtelijke toestand. Kolom 14-15 Deze afmetingen gelden voor het hoofdvolume en worden gemeten tussen de voorgevel en de achtergevel ter hoogte van de zijgevels of de gemeenschappelijke perceelsgrens (-zen). Kolom 16 De hoogte van het gebouw wordt gemeten vanaf het gemiddeld peil van het openbaar domein op de rooilijn tot de bovenkant kroonlijst of dakrand. Bij geaccidenteerd terrein wordt het maaiveld ter plaatse van de beschouwde gevel als referentie genomen. De max. bouwhoogte wordt uitgedrukt in aantal bouwlagen. Aan een bouwlaag wordt de max. hoogte van 3m toebedacht. Kolom 17 HD : Elke dakcompositie is toegelaten, bestaande uit overwegend hellende dakvlakken die voldoen aan de voorwaarden van kolom 18-19. HD1 : Hellend dak met de nok evenwijdig aan de voorgevelbouwlijn. Max. 25% van de verticaal geprojecteerde dakoppervlakte mag uit platte gedeelten bestaan. De hellende dakvlakken dienen te voldoen aan de voorwaarden van kolom 18-19. HD2 : Hellend dak met de nok loodrecht op de voorgevelbouwlijn. Max. 25% van de verticaal geprojecteerde oppervlakte mag uit platte gedeelten bestaan. De hellende dakvlakken dienen te voldoen aan de voorwaarden van kolom 18-19. PD : Elke dakcompositie is toegelaten, bestaande uit overwegend platte dakgedeeltes. T : Plat dak, waarbij de eventuele liftcabines, schouwen en dergelijke meer dienen opgenomen te worden in de technische bouwlaag overeenkomstig de richtlijnen van voorschrift A6. BPA 135.02 28-11-2001 4/9

Kolom 18 en 19 De helling wordt gemeten tegenover het horizontaal vlak. Kolom 20 De aanvullende voorschriften worden in 3 groepen ingedeeld: A. Algemene voorschriften die steeds van toepassing zijn voor alle zones. B. Bijzondere voorschriften die slechts in bepaalde zones van toepassing zijn. Voor B-voorschriften worden de nummers van de voorschriften, die van toepassing zijn, in kolom 20 aangegeven. BPA 135.02 28-11-2001 5/9

ALGEMENE AANVULLENDE VOORSCHRIFTEN A1 De niet bebouwde gedeelten van het perceel vallen onder de voorschriften met betrekking tot de tuin. Naargelang het type bebouwing kunnen ten opzichte van het hoofdvolume verschillende stroken in een tuin onderscheiden worden, namelijk: - de voortuinstrook begrepen tussen de rooilijn en de voorgevel van het hoofdvolume - de zijtuinstroken begrepen tussen de zijkavelgrenzen en de zijgevels van het hoofdvolume - de achtertuinstrook begrepen tussen de achterkavelgrens en de achtergevel van het hoofdvolume. Deze stroken behouden de bouwmogelijkheden vooropgesteld in de bouwvoorschriften voor zover ze nog niet volledig benut werden. A2 Beplantingen Alle beplantingen zijn toegelaten mits ze als volgt te planten : - - de laagstammen op 0,5 m van de perceelsgrenzen, zonegrenzen of de rooilijn - - de hoogstammen op 2 m van de perceelsgrenzen, zonegrenzen of de rooilijn. A3 Indien op het plan aangegeven, dienen de hoogtes van alle gebouwen, dak en alle uitsteeksels zoals antennes, schoorstenen, windmolens, bomen, masten, enz inbegrepen, beperkt te blijven binnen de hoogten bepaald door de luchtvaartdiensten. A4 Bij aanbouw moeten de zichtbaar blijvende delen van gemene gevels afgewerkt worden met aanvaardbare gevel- en dakmaterialen, in relatie en/of harmonie met de aanpalende constructies. A5 Waar hellende daken toegelaten zijn, mag in het dakvolume max. 1 laag onafhankelijke woongelegenheden ingericht worden. Indien het dakvolume 2 bouwlagen kan bevatten mogen deze woongelegenheden eventueel als duplexwoningen uitgevoerd worden. De hoogste noklijn mag zich max. 6 m boven de max. toegelaten bouwhoogte bevinden. A6 Technische bouwlaag: Moet aan de volgende punten voldoen: -moet geplaatst worden op ten minste 4m. van elke voorgevelmuur en van eventuele vrijstaande gevelmuren en op ten minste 3m. uit de maximaal toelaatbare achterbouwlijn -heeft een maximale bouwhoogte van 3m. en moet worden gebouwd met dezelfde gevelmaterialen als die van de overeenkomstige gevel van het gebouw. -deze technische bouwlaag mag woonverblijven bevatten. A7 Inzake materiaalgebruik wordt verwezen naar de stedelijke bouwverordeningen. BPA 135.02 28-11-2001 6/9

A8 Inzake bijgebouwen wordt verwezen naar de stedelijke bouwverordeningen. A9 Met uitbouwen worden bedoeld de volumes die de normale uiterste grenzen van het hoofdvolume - zoals aangegeven in de tabel - overschrijden. Deze uitbouwen worden in B-voorschriften aan specifieke voorschriften onderworpen. A10 De afritten naar gedeeltelijk ondergrondse of onder het maaiveld gelegen garages mogen over de eerste 5m achter de rooilijn slechts een max. helling van 4% hebben. A11 Wanneer op het gelijkvloers een grotere bouwdiepte toegestaan wordt dan op de verdieping is de dakvorm van deze aanbouw in principe plat. Een andere dakvorm kan toegestaan worden op voorwaarde dat dit geen bijkomende hinder betekent voor de omwonenden en dat het geheel architecturaal verantwoord is. A12 Om een harmonisch gabariet te bekomen mag het minimum aantal bouwlagen niet meer dan twee bouwlagen minder zijn dan het toegelaten maximum. A13 Als afsluitingen zijn in principe uitsluitend haagvormige aanplantingen van max. 2 m hoog toegelaten, eventueel versterkt met paaltjes en draad, op de rooilijn eventueel gecombineerd met een muurtje van max. 0,50 m hoog. Andere materialen kunnen als afsluiting toegestaan worden indien ze esthetisch verantwoord zijn in het kader van de bestaande woonomgeving; deze afsluitingen moeten op 0,50 m van de perceelsgrens geplaatst worden tenzij er tussen de aanpalende perceeleigenaars een akkoord bestaat om de afsluiting op de perceelsgrens te plaatsen; dit akkoord dient bij de aanvraag gevoegd. In elk geval is de hoogte beperkt tot max. 2 m in de zone tussen voorgevel en achterkavelgrens. In de zijtuinstroken zijn afsluitingen tussen zijgevel en zijkavelgrens aan dezelfde beperkingen onderworpen en zij moeten zich bovendien op min. 8m achter de voorgevel bevinden. In de voortuinstrook is de hoogte van dergelijke afsluitingen op de zijkavelgrenzen en de rooilijn beperkt tot 0,50 m. In zones voor gesloten bebouwing kunnen ook muren toegelaten worden met een max. hoogte van 2,20 m. Voor de perceelsgrens tussen 2 halfgesloten bebouwingen gelden uitsluitend de bovenstaande bepalingen. BPA 135.02 28-11-2001 7/9

BIJZONDERE AANVULLENDE VOORSCHRIFTEN B1 Alle instellingen en/of activiteiten die schadelijke gassen of hinderlijke geuren, geluidshinder en stofhinder verspreiden in een mate dat de leefbaarheid voor de hoofdfunctie van de betrokken zone aangetast wordt, zijn verboden. B2 In de tuinstroken zijn verharde delen als toegangswegen, wandelwegen, terrassen toegelaten, mits de oppervlakte beperkt is tot 10% van het perceelsdeel gelegen binnen de betrokken zone. Deze beperking inzake verhardingen is niet van toepassing waar in de tuinzones vergunning verleend wordt voor het bouwen van gegroepeerde garagecomplexen. In de voortuinstrook dient de verharde oppervlakte in elk geval beperkt tot 33% van de oppervlakte van de betrokken strook. B3 Bij open woningbouw mag de achtergevellijn zich t.o.v. de rooilijn op max. 25m bevinden. B4 Bij halfopen bebouwing dient de voorgevelbouwlijn, kroonlijst en dakhelling van het voordakvlak van beide gebouwen over een min. breedte van 2m, aan weerszijden van de gemene perceelsgrens, door te lopen en dit evenwijdig met de rooilijn. B6 Dakuitbouwen zijn toegelaten met een verticale wand evenwijdig aan de gevel. De oppervlakte van de dakuitbouwen, gemeten op het gevelplan, mag max. 1/6 bedragen van de totale dakoppervlakte, gemeten op hetzelfde gevelplan. De aanzet van de dakuitbouwen moet zich op minstens 0.60m van een gemene perceelsgrens bevinden. B8 Voorgeveluitbouwen zijn op gelijkvloers en de verdiepingen toegelaten op een min. afstand van 0,60m van de uiterste hoeken van de gevel en met een uitsprong van max. 0,60m. De totale oppervlakte van deze uitbouwen gemeten op het gevelplan is beperkt tot 50% van de totale geveloppervlakte, gemeten op hetzelfde plan. Voorgeveluitbouwen op het gelijkvloers zijn slechts toegelaten indien een voortuinstrook aanwezig is. B29 De inrichting van het openbaar domein wordt bepaald bij de aanleg of heraanleg. Deze inrichting kan o.a. omvatten: alle infrastructuren t.b.v. het verkeer (alle vervoerswijzen), de openbare verlichting, groenaanplantingen, straatmeubilair m.i.v. schuilhuisjes, fietsstallingen, speeltoestellen en in het algemeen alles wat de verkeersveiligheid en de verkeersleefbaarheid alsook de attractiviteit van de omgeving kan verhogen. BPA 135.02 28-11-2001 8/9

B30 Zone voor openbaar groen met mogelijke invulling van speelpleinen, voet- en fietspaden, volkstuintjes, schuilhuisjes, allerlei accommodaties in functie van het recreatieve karakter van deze groene zone. B31 In deze zone zijn binnen de perken van de bebouwingsvoorschriften alle nodige recreatieve akkomodatie en gebouwen toegestaan evenals groene ruimten, waterpartijen, parkings, toegangswegen, wandelwegen, ruiterpaden, fietspaden en terrassen. B32 In deze zone is binnen de perken van de bebouwingsvoorschriften als gebouwde akkomodatie uitsluitend toegelaten: nutsgebouwen dienstig voor materiaalberging, kleedkamers, sanitair, in omvang beperkte kantines, uitkijkposten, In elk geval dienen deze gebouwtjes zowel qua omvang, materiaalkeuze en vormgeving in de parkaanleg van deze zone geïntegreerd te worden. B33 De woonfunctie is voor deze zone beperkt tot een woning met max. 250m² vloeroppervlakte. B34 Het exacte tracé van de aangeduide nieuwe ontsluitingsweg wordt bepaald in het inrichtingsplan. Deze ligging kan variëren binnen een zone van max. 15m aan weerszijden van de aangeduide as. B35 De aangeduide zonegrens is slechts figuratief. De exacte grens wordt bepaald in het inrichtingsplan. Deze ligging kan variëren binnen een zone van max. 15 m aan weerszijden van de aangeduide as. B37 De algemene groenvoorziening in de zone SP1 dient voldoende hoog te zijn tav de sportgebouwen en accomodaties opdat de groenvoorziening een natuurlijke buffer vormt voor het omliggend open polderlandschap. Dit geldt niet voor de omgeving van de kinderboerderij en de woningen gelegen in het BPA. B38 Op de plaatsen die naar het open polderschap gericht zijn dient uitsluitend streekeigen/autochtone beplanting gebruikt te worden. De groenvoorziening rond gebouwen centraal gelegen in het gebied SP1, mag met niet-streekeigen/allochtone beplantingen gebeuren om ze in een groene parkomgeving in te passen. B39 De huidige situering van de waterlopen dient gerespecteerd en behouden als relict van de spoelpolder van de 17e eeuw. Een herdimensionering van de waterlopen blijft evenwel mogelijk. BPA 135.02 28-11-2001 9/9