Voorbeeldmateriaal cursus O.21.4.1.1: Ontwerpen van leersituaties: theoretische kaders



Vergelijkbare documenten
BKO cursus. Leertheorieën en didactiek. 20 februari 2012 (Virtuele cursus BKO) Olga Firssova, CELSTEC, Open University of the Netherlands

Start Master begeleid Onderwijswetenschappen: de basis. + sprint in de cursus Ontwerpen van leersituaties: Theoretische kaders

Leerpsychologie als basis voor effectieve instructie. Liesbeth Kester

Voorbeeldmateriaal cursus O : Ontwerpen van onderwijs en opleidingen

De curriculum van de masteropleiding PM MBO kan op verschillende niveau s bekeken worden:

Betekenisvol Leren Onderwijzen in de werkplekleeromgeving

Actieonderzoek als stimulans voor een positieve leesattitude bij studenten uit de lerarenopleiding (HBO)

ISED Denk- & leervaardighedensymposium, februari 2011 Rijksuniversiteit Groningen 2

BEOORDELINGSFORMULIER STAGES BACHELOR NIVEAU 3

Leer Opdrachten ontwerpen voor Blended Learning

perspectief voor professionele ontwikkeling

ICT in Digi-Taal Presentatie titel

Porfolio. Politie Vormingscentrum

Voorbeeld materiaal cursus O : Methoden en strategieën voor onderwijsontwerpen

Betekenisvol Leren Onderwijzen in de werkplekleeromgeving

VERBINDEN VAN ONDERZOEK EN ONDERWIJS

Inhoud. Introductie tot de cursus

HET AFSTUDEERONDERZOEK ALS BOUNDARY OBJECT. Marco Snoek, Judith Bekebrede, Hester Edzes, Fadie Hanna, Theun Créton

Didactische cursus POP

Pre-Academisch Onderwijs. Ontwikkelingslijnen en leerdoelen

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School

HET COMPETENTIEPROFIEL VAN DE SPD. ILS Nijmegen

ONDERZOEK ALS EFFECTIEVE INTERVENTIE OM DE PRAKTIJK TE VERSTERKEN MARCO SNOEK

Teaching, Learning & Technology

BKO cursus. Leertheorieën en didactiek. Olga Firssova, CELSTEC, Open University of the Netherlands

Ontwerponderzoek. Inleiding. Overzicht van het vakgebied. ir.arch. Isabelle M.M.J. Reymen 1

Internationale leerresultaten in het curriculum. Workshop

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School

Beoordelingsformulier Proeve van Bekwaamheid 2 (Rol Ontwerper) 3.12

Bachelorproject (15 EC), BSK. Docent: MSc, Drs. C. Nagtegaal

Review. Oudercursus. Praktijkbeschrijvingskring Voorjaar 2011

Omgaan met Bumpy Moments in de context van Technisch Beroepsonderwijs

Inhoudsopgave. Deel i Oriëntatie 19. Voorwoord 13

31/08/2015 WERKPLEKLEREN BRUGOPLEIDING. Karen Vansteenkiste WERKPLEKLEREN. Definitie Werkvorm in de brugopleiding Voordelen Kenmerken Voorbeeld

LEERKRACHTCOMPETENTIES DUURZAAMHEID THEMA 7 TOEKOMST GERICHT ONDERWIJS

Uitwerking kerndoel 7 Nederlandse taal

Studiehadleiding. Opleiding: hbo-masteropleiding Islamitische Geestelijke Verzorging

Codesign als adviesstrategie bij curriculumontwikkeling: Fasen, hoofdvragen, belangrijkste activiteiten, beoogde resultaten en succesfactoren

Onderwijs-pedagogische visies van mbo-docenten

Beroepsproduct Project Wetenschap en technologie op de basisschool

Ontwikkeling van docentcompetenties voor het ondersteunen van studenten bij het reflecteren

Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM

TRAINING LEVENSBESCHOUWELIJK DENKEN EN COMMUNICEREN

reflectieopdrachten en door middel van het toepassen van het analysemodel in praktijkcases.

1.3. Ron Bertisen: Nadenken over onderwijs ontwerpen

Praktijkgericht pakket: Sociaal Ondernemerschap binnen HO

Leerling Gezel Meester Feedback. Zet in een kortcyclisch proces creatieve ideeën, specificaties en concepten om tot werkende prototypes

ONDERZOEK ALS MIDDEL VOOR ONDERWIJSONTWIKKELING?

Bewegen tot leren: Perspectieven voor een krachtige leeromgeving

Creatief onderzoekend leren

2 e Fontys Onderzoekscongres Onderzoek & Onderwijs :

Vakdidactiek: inleiding

Teaching, Learning & Technology

Bijlage 2-9. Richtlijnen voor de prestatie

Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM

BBL-4, topklinisch traject RdGG Pagina 1 van 5 Persoonlijke ontwikkeling Reflecteren

Feedbacktool. Feestelijke lancering op het SOK-congres. De theorie. Nijverheidsstraat 10 > 1000 Brussel T >

Methodiek Actieonderzoek

Leren bedrijfseconomische problemen op te lossen door het maken van vakspecifieke schema s

Vrijstelling op grond van praktijkervaring binnen de bacheloropleiding Psychologie

Inhoud. Introductie tot de cursus

Hieronder wordt de procedure voor de beoordeling van de bekwaamheid van de student in de beroepspraktijk kort weergegeven.

Marnix Academie - Leerlijn Focus

Thema s voor vanmiddag?

Opleiding Verpleegkunde Stage-opdrachten jaar 3

De ontwikkeling van de Mondriaan methode VISIE OP PROFESSIONALISEREN

Talentgerichte benadering

Overzicht curriculum VU

Oriëntatie op ondernemerschap

Stagebekwaamheidsgesprek Hoofdfase 1 Feedbackformulier

Geaccepteerd voorstel Onderwijs Research Dagen 28, 29 en 30 juni 2017 te Antwerpen

Architectuur in de digitale wereld. David N. Jansen

Inhoud introductie. Introductie tot de cursus

Stichting Techniekpromotie

Academisch schrijven: instructie voor de opdracht rond wetenschappelijk schrijven.

Werken aan 21 e eeuwse vaardigheden met NPDL

Richtlijn beoordeling onderzoeksmasters vanaf 1 september april 2015

LEREN IN EEN COMMUNITY OF PRACTICE

Inspiratiedag Brede School 29 april 2014 Bronks Talenkennis versterken van kinderen en jongeren in de Brede School

Vrijblijvendheid voorbij Toezien met Hart voor de Zaak

twee initiatieven Academisch Nederlands

Leerstijlentest van Kolb Richard Van WP16.c

Plattegrond van de school Groep 5 rekenen 1

Master Accounting en Control in deeltijd

Beweging in veranderende organisaties

De ROWF organiseert al vanaf het begin van de opleidingsschool onderdelen vanuit het generieke programma van de HvA Les op Locatie.

Tabel Competenties docentopleiders/-trainers

Meerwaarde voor onderwijs. De Pijlers en de Plus van FLOT

d e v e r l e i d i n g w e e r s t a a n

Doelen Praktijkonderzoek Hogeschool de Kempel

AOS docentonderzoek bijeenkomst 2 Onderzoeksdoel en -vragen 9/21/ Rian Aarts & Kitty Leuverink

AOS docentonderzoek bijeenkomst 2 Onderzoeksdoel en -vragen

1 en 2 oktober Bezoek aan Groningen

De begeleidings- en beoordelingstrajecten zijn schriftelijk vastgelegd en te raadplegen door anderen. ILS en Radboud Docenten Academie.

Toetsbekwaamheid BKE november 2016

STAGES IN ARBEIDS- EN ORGANISATIEPSYCHOLOGIE: FEEDBACKINSTRUMENT

Doel In de klas wordt middels de socratische methode het gesprek gevoerd over controversiële onderwerpen.

2.3 Literatuur Schriftelijke vaardigheden Lezen LES GODVERDOMSE DAGEN OP EEN GODVERDOMSE BOL LEERPLAN ALGEMEEN:

10 Masteropleiding Filosofie & Maatschappij

Transcriptie:

Voorbeeldmateriaal cursus O.21.4.1.1: Ontwerpen van leersituaties: theoretische kaders Studietaak 1: Leertheorie, instructietheorie en de praktijk van instructieontwerpen Inleiding In deze cursus nemen wij de leerprocessen en het ondersteunen van leren via gerichte instructie onder de loep en bekijken deze processen zowel vanuit het perspectief van theorieontwikkeling als vanuit de onderwijspraktijk. Als een beginnend instructieontwerper gaat u zich verdiepen in verschillende visies over leren en ontwerpen van onderwijs en u gaat de link naar de praktijk leggen. U bekijkt hoe de leertheorieën een instructieontwerper ondersteunen bij de keuze van onderwijsstrategieën, hoe een instructieontwerper de instructietheorieën hanteert en wat de input van de onderwijspraktijk voor de ontwikkeling van de theorie is. De eerste studietaak heeft daarbij een inleidende functie. De begripsbepaling en de afbakening van de kaders van de cursus staan dan ook centraal. Wat is de functie van de theorie in de totstandkoming van een onderwijsontwerp? In hoeverre kunt u in de onderwijspraktijk de invloed van de theorie terugvinden? Deze vragen kunt u als een kapstok gebruiken bij het maken van de eerste studietaak waarin u de relatie in de driehoek : leertheorie - instructietheorie - onderwijs(ontwerp) analyseert vanuit de positie van instructieontwerper. In het kader van de studietaak maakt u enkele concrete opdrachten. Deze opdrachten hebben betrekking op: 1. Analyse van een casus, waarin instructieontwerpers een onderwijsconcept aan de hand van hun opvattingen over leren en de gehanteerde instructieprincipes beschrijven; 2. Definitie en omschrijving van de kenmerken van een instructietheorie. Het positioneren van instructietheorieën ten opzichte van aanverwante theorieën; 3. Het hanteren van instructietheorieën door instructieontwerpers als consumenten en medeproducenten van de theoretische kennis. Wij verwachten dat u voor deze studietaak ongeveer 30 uur nodig zult hebben, ongeveer 10 uur per opdracht. Leerdoelen Na het uitvoeren van deze studietaak kunt u: 1. Verbanden en verschillen tussen leertheorieën en de instructietheorieën zowel vanuit theoretisch perspectief als vanuit de praktijk uitleggen en toelichten; 2. Kenmerken en componenten van een instructietheorie bespreken; 3. De wijze waarop onderwijsontwerpers instructietheorieën hanteren toelichten. Opdracht 1: Leer- en instructieprincipes in een onderwijsontwerp: een voorbeeld Lees deel 1 van het artikel van Shambough en Magliaro A Reflexive Model for Teaching Instructional Design dat u in de tekstbundel vindt. In dit artikel bespreken de auteurs - ervaren instructieontwerpers en universitair docenten - de ontwikkeling van een onderwijsmodel. Ze expliciteren hun eigen opvattingen over leren,

lichten toe hoe ze op basis van deze opvattingen instructieprincipes hebben geformuleerd en deze principes vervolgens bij het ontwerpen en ontwikkelen van de opleiding en het Reflexive teaching model hebben toegepast. Ga na wat de relatie is tussen de opvattingen over leren en instructie en de instructieprincipes die Shambough en Magliaro in het onderwijs toepassen. Hoe kunt u deze relatie typeren? Vindt u de geformuleerde instructieprincipes terug in het curriculum van de in het artikel beschreven Masteropleiding in Instructional Design? Hoe zijn de opvattingen van de auteurs over leren en onderwijs gerealiseerd in het onderwijsmodel? Probeer het verband tussen de visie van Shambough en Magliaro over leren en instructie schematisch weer te geven. Maak een beknopte analyse van deze casus op basis van de gestelde vragen op maximaal één A4. Bekijk de voorbeelduitwerking (zie Terugkoppeling opdracht 1) en vergelijk die met uw uitwerking. Studeeraanwijzing bij opdracht 1 De opdracht heeft vooral betrekking op deel I van het artikel van Shambough en Magliaro. Deel II waarin de auteurs het door hen uitgevoerd onderzoek bespreken, kunt u nu overslaan. Wij adviseren u echter het hele artikel te lezen om ook de ontwikkeling van het beschreven onderwijsmodel mee te nemen in uw analyse van de realisatie van instructieprincipes in de onderwijspraktijk. Ook de beschrijving van de onderzoeksopzet en de methodologie gehanteerd door Shambough en Magliaro is relevant, ook al is dit deel van het artikel niet direct toepasbaar in deze studietaak. Later in de opleiding, vooral bij de voorbereiding en het opzetten van uw eigen onderzoek kunt u de heldere beschrijving van de methodologie (instrumenten, analysemethoden, onderzoeksbeperkingen) in deze casus als een voorbeeld gebruiken. Terugkoppeling opdracht 1 In het artikel A Reflexive Model for Teaching Instructional Design zijn Shambough en Magliaro zeer expliciet over hun opvattingen over leren en onderwijs. Ze leggen de link tussen deze opvattingen en instructieprincipes en referen aan de gehanteerde instructieprincipes bij de beschrijving van de instructiebenadering en het curriculum.

Schematisch kan het als volgt worden weergegeven. Dit schema is uiteraard slechts een poging de relaties tussen opvattingen over leren en onderwijs, instructieprincipes en een concreet onderwijsmodel weer te geven. Dit schema is thans niet volledig. U kunt dit schema verder aanvullen of een eigen schema maken. Bij het leggen van de koppeling tussen instructieprincipes en de elementen van het onderwijsmodel is aan te raden de ontwikkeling van het model gedurende de zes jaren te betrekken (zoals beschreven in deel II van het artikel). U zult zien dat het onderwijsmodel zelf het resultaat is van een iteratief ontwikkelingsproces. Daarbij zijn de evaluatie van de onderwijspraktijk, interactie tussen de docenten en studenten, reflectie van alle betrokkenen op het proces en de producten cruciaal geweest. De vertaling van instructieprincipes in een concreet ontwerp is niet zo rechttoe-rechtaan als een schema doet denken. Hierbij is nog een andere kritische noot op zijn plaats. Een casus is altijd exemplarisch. In dit concreet geval zijn de leerprincipes op de ontwikkeling van een specifieke competentie toegepast. De instructieprincipes en de elementen uit het onderwijsmodel worden mede daardoor ingevuld. Wanneer er geen sprake zou zijn van competentieleren (maar bijvoorbeeld, gevorderde kennisverwerving) of wanneer het een heel andere soort competentie zou betreffen (terugkeer naar de aarde met een spaceshuttle; onderzoek uitvoeren naar veiligheidsaspecten van industriële installaties, voeren van een gesprek met demente bejaarden) zou dit schema er misschien heel anders uitzien.

Opdracht 2: Leertheorie en instructietheorie In opdracht 1 hebt u aan de hand van een casus gekeken hoe onderwijsontwerpers de gekozen instructiebenadering toelichten vanuit hun visie op leren en onderwijs. In deze opdracht kijkt u naar het verband tussen de leer- en instructieprincipes op een hoger abstractieniveau. Een geheel van samenhangende principes die voor het verklaren of het voorspellen van bepaalde fenomenen zorgen, defineert men als een theorie. En geheel van principes die verklaren hoe men leert valt onder een leertheorie. Onder een instructietheorie verstaat men een verzameling van principes die voorschrijven hoe het leerproces ondersteund kan worden. In het artikel van Charles Reigeluth What is Instructional-Design Theory and How Is It Changing? (opgenomen in de Reader) staan de kenmerken van instructietheorieën en de relatie tussen instructietheorieën en aanverwante theorieën, o.a. leertheorieën centraal. Reigeluth schetst de ontwikkeling van een nieuw onderwijsparadigma en staat stil bij de implicaties van deze ontwikkeling voor de instructietheorie. Reigeluth legt daarbij expliciet de link tussen de (nieuwe) opvattingen over leren en instructie. Lees het artikel, analyseer de kenmerken van een instructietheorie zoals Reigeluth die uiteenzet. Zoem daarbij in het bijzonder op de relatie tussen instructie- en leertheorieën in. Ga vervolgens na hoe de ontwikkeling van instructietheorieën door het nieuwe onderwijsparadigma wordt beïnvloed. Hoe kunt u de visie op het leerproces dat voor dit paradigma kenmerkend is typeren? Wat zijn de implicaties van het nieuwe onderwijsparadigma voor de instructietheorie? Noteer de antwoorden op deze vragen, vergelijk ze met de terugkoppeling. Studeeraanwijzingen bij opdracht 2 Ons advies is bij het doornemen van dit artikel selectief te werk gaan en u in eerste instantie te concentreren op het beantwoorden van de gestelde vragen. Terugkoppeling opdracht 2 Het artikel van Reigeluth is een toonaangevende publicatie op het gebied van instructietheorie. Het artikel gaat in op de verschillen als ook op de verbanden tussen leeren instructietheorieën. Hij bakent het terrein van instructietheorie af, hij bespreekt de kenmerken van een instructietheorie en de plaats van instructietheorieën binnen het moderne onderwijsparadigma. Reigeluth definieert instructietheorieën als de theorieën die expliciet het leer- en ontwikkelingsproces van de lerende ondersteunen (p.5). Kenmerken van instructietheorieën zijn: 1. Ze zijn ontwerpgericht in de zin dat ze prescripties of voorschriften bevatten op basis waarvan de gestelde instructiedoelen bereikt kunnen worden in tegenstelling tot descriptieve theorieën die bepaalde fenomenen, oorzaken en/of effecten verklaren; 2. Instructietheorieën omvatten zowel de instructiemethoden als de situaties waarin deze methoden worden toegepast; 3. Instructiemethoden zelf bestaan uit componenten waarmee algemene methoden nader worden gespecificeerd. Deze specifieke componenten en subcomponenten op detailniveau maken de instructietheorie toepasbaar; 4. Methoden in instructietheorieën zijn probabilistisch, dat wil zeggen er is eerder sprake van verhogen van de kans dat de gestelde instructiedoelen worden bereikt dan van harde garanties voor het succes. Verder spreekt Reigeluth over het waardegebonden karakter van instructietheorieën. Daarmee doelt hij op de rol van instructieontwerper als de persoon die de beslissingen neemt over hoe de gestelde doelen bereikt (kunnen) worden en welke criteria worden gehanteerd.

Opdracht 3: Instructietheorie en instructieontwerper: consument en (mede)ontwikkelaar In het artikel Some Thoughts about Theories, Perfection and Instruction benadert Snelbecker het theoretisch kader van instructieontwerpen vanuit de perspectief van de gebruikers en de perspectief van de producenten van de theoretische kennis, knowledge users & knowledge producers. Hij analyseert de verschillen tussen deze twee categorieën met betrekking tot de theoretische kennis en spreekt in dit verband zelfs over cultuurverschillen (cultural differences). Snelbecker pleit voor het betrekken van meerdere theoretische perspectieven zowel bij het oplossen van praktijkproblemen door de consumenten als bij de theorieontwikkeling door de producenten. Als een beginnend instructieontwerper en student aan de academische masteropleiding in onderwijskundig ontwerpen bent u zelf een knowledge user en een knowledge producer inspe. Het betoog van Snelbecker is dan ook niet uitsluitend een theoretisch vraagstuk maar heeft een zeer concrete praktische betekenis. Maak kennis met de standpunten van Snelbecker en verklaar: waarom Snelbecker over de cultuurverschillen spreekt wanneer hij de perspectieven van de theorie-gebruikers en de theorie-ontwikkelaars analyseert; wat de pleidooi van Snelbecker voor een brede kijk op de theorie inhoudt. Noteer uw antwoorden en vergelijk ze met de terugkoppeling. Terugkoppeling opdracht 3 Het artikel van Snelbecker is een pittig artikel, zowel vanwege de thematiek alsmede door het mooie maar soms ook wat moeilijke taalgebruik. Neem daarom ook rustig de tijd om het artikel door te nemen, het artikel is de moeite waard. Interessant aan het artikel is dat Snelbecker uitvoerig ingaat op een probleem dat zich veelvuldig manifesteert, namelijk de kloof tussen ontwerptheorie en ontwerppraktijk. Een groot deel van het probleem wordt veroorzaakt doordat onderzoekers en practici, respectievelijk knowledge producers en kowledge users in de terminologie van Snelbecker, in een andere cultuur verkeren en daardoor een ander referentiekader bezitten. Hieronder volgen de belangrijkste verschillen in beide culturen: Cultuuraspect Knowledge producers Waardering theorie Attitude Reikwijdte van het handelen Op basis van de vernieuwende waarde van een theorie. Zien theorie als progress reports Zijn voorzichtig in het doen van definitieve uitspraken Focussen zoveel als mogelijk op één theorie. Richten zich op ontwikkeling van kennis die in zo veel mogelijk situaties toepasbaar is Knowledge users Op basis van de praktische implicaties voor het handelen. Willen graag definitieve antwoorden Moeten onder tijdsdruk en kosten-effectief werken Werken aan een specifiek instructieprobleem voor een specifieke doelgroep Hoewel er cultuurverschillen zijn waar te nemen, ziet Snelbecker wel mogelijkheden om de verschillen te overbruggen. Daarbij vertrekt hij vanuit een kritische analyse van theorieën die voor wetenschappers en practici relevant is.

Drie vragen staan in die analyse centraal: Bestaan er uitmuntende theorieën? Dekt een theorie alle relevante thema s? Is het de enige theorie, of zijn er ook concurrerende theorieën die waardevol zijn? De antwoorden op deze vragen zijn alle ontkennend. Er bestaan geen perfecte theorieën, het is verstandiger om te spreken over theorieën in ontwikkeling. Allesomvattende theorieën zijn er niet of nauwelijks, bovendien loert er altijd het gevaar dat ze gedateerd raken. Waar Snelbecker feitelijk voor pleit met zijn analyse is een kritische houding ten opzichte van theorieën, hetgeen hij fraai verwoordt met het statement: A slave to a theory is a slave, no matter how good the theory might be. Niet dat theorieën niet waardevol zijn, integendeel, maar het is belangrijk om bij theorieën na te gaan, waar ze precies betrekking op hebben, hoe de claims worden onderbouwd, of er alternatieve verklaringen te bedenken zijn. Juist ook voor ontwerpers is het van belang bij theorieën vragen te stellen om de waarde van de theorie in het juiste perspectief te kunnen plaatsen. Bronmaterialen Bij opdracht 1 Shambough N. & Magliaro S. (2001). A Reflexive Model for Teaching Instructional Design. Educational Technology Research and Development, 49(2), 69-77. Bij opdracht 2 Reigeluth Ch.M. (1999). What is Instructional-Design Theory and How Is It Changing. In: Ch.M. Reigeluth (Ed.) Instructional-Design Theories and Models. (pp.5-29). Mahwah, N.J.: Lawrence Erlbaum. Bij opdracht 3 Snelbecker G. (1999). Some Thoughts about Theories, Perfection and Instruction. In Ch.M. Reigeluth (Ed.), Instructional-Design Theories and Models. (pp.31-46). Mahwah, N.J.: Lawrence Erlbaum. Aanvullende bronnen Deze bronnen zijn niet verplicht maar wel aanbevolen: Duchastel P. (1998) Prolegomena to a Theory of Instructional Design. http://it.coe.uga.edu/itforum/paper27/paper27.html Kijk ook in de discussie naar aanleiding van dit paper Rieber L. The Proper Way to Become an Instructional Technologist - http://it.coe.uga.edu/itforum/paper24/paper24.html Definitie van Instructietheorie http://www.coe.uh.edu/courses/cuin6373/whatisid.html#thinking http://www.coe.uh.edu/courses/cuin6373/whatisid.html Een overzicht van leer- en instructieheorieën gemaakt door een studente http://www.usask.ca/education/coursework/802papers/mergel/brenda.htm Definities van leren http://www.mwls.co.uk/learndec.htm