Academisch schrijven: instructie voor de opdracht rond wetenschappelijk schrijven.

Transcriptie

1 Academisch schrijven: instructie voor de opdracht rond wetenschappelijk schrijven. Thema s: - Inhoud - Structuur - Onderbouwing - APA-regels Anouk Zuurmond

2 INHOUD: GEKOZEN PERSPECTIEF Anouk Zuurmond

3 Voor de schrijfopdracht schrijf je een verslag van de door jou gevonden wetenschappelijke publicaties (ten minste twee) rondom een leervraag. Maak in het verslag meteen duidelijk wat je leervraag was Expliciteer daarmee ook direct met welke bril(len) je hebt gekeken naar de gevonden publicaties (zie instructie week A3 in HUbl): Onderzoeksmethodologie Kernconcepten Interventies in de praktijk Inspiratie voor een onderwijsvisie Anouk Zuurmond

4 STRUCTUUR Anouk Zuurmond

5 Een leesverslag bestaat uit drie grote tekstblokken Inleiding (1-2 alinea s) Leervraag Gekozen perspectieven Kern (meerdere alinea s) Samenvatting publicatie 1 (citaten / parafrases) Samenvatting publicatie 2 (citaten / parafrases) Vergelijking beide publicaties Slot (1 alinea) Kort antwoord op je leervraag Anouk Zuurmond

6 Anouk Zuurmond

7 Let op de formulering van je alinea s Alinea s zorgen voor overzicht in de tekst Elke alinea bevat één onderwerp/thema

8 Belangrijke zinnen in alinea s Overgangszin Overstap naar een nieuw onderwerp zodat iedere alinea de voorgaande alinea vastgrijpt. Kernzin Duidelijke zin, meestal aan het begin: geeft onderwerp van de alinea aan. Samenvatting / conclusie Afronding van de alinea

9 Welke zinnen zie je terug? Naast individuele risicofactoren is disfunctioneel opvoedgedrag een belangrijke contextuele risicofactor voor externaliserend gedrag (Dishion & Patterson, 2006). Zo blijkt overreactief opvoedgedrag (harde kritiek, schreeuwen) gerelateerd aan meer externaliserend gedrag bij het kind (Prinzie, Onghena, & Hellinckx, 2006). Ook is uit vele studies naar voren gekomen dat coercief opvoedgedrag opvoedgedrag waarmee de ouder op een agressieve danwel intrusieve manier het kind dwingt zich op een bepaalde manier te gedragen- gerelateerd is aan (meer) externaliserend gedrag (Rothbaum & Weisz, 1994). (n.a.v. De Haan, Prinzie, & Dekovic, 2011)

10 Overgangszin Kernzin Naast individuele risicofactoren is disfunctioneel opvoedgedrag een belangrijke contextuele risicofactor voor externaliserend gedrag (Dishion & Patterson, 2006). Zo blijkt overreactief opvoedgedrag (harde kritiek, schreeuwen) gerelateerd aan meer externaliserend gedrag bij het kind (Prinzie, Onghena, & Hellinckx, 2006). Ook is uit vele studies naar voren gekomen dat coercief opvoedgedrag opvoedgedrag waarmee de ouder op een agressieve danwel intrusieve manier het kind dwingt zich op een bepaalde manier te gedragen- gerelateerd is aan (meer) externaliserend gedrag (Rothbaum & Weisz, 1994). (n.a.v. De Haan, Prinzie, & Dekovic, 2011)

11 Welke zinnen zie je terug? Niet alleen de sekse van de ouder, ook de leeftijd van het kind speelt mogelijk een rol in de relatie tussen opvoeding en angst. Zo wordt gedacht dat opvoeding minder belangrijk is naarmate kinderen ouder worden, omdat zij dan minder tijd doorbrengen met hun ouders (Larson & Richards, 1991). Studies laten inderdaad zien dat het verband tussen angst en opvoeding minder sterk is bij adolescenten ( Scott et al., 1991) dan bij kinderen van de basisschool ( Siqueland, 1996). In een meta-analyse werd dit effect van leeftijd echter niet gevonden (McLeod et al., 2007). Er kan dan ook niet zonder meer geconcludeerd worden dat de leeftijd van het kind een rol speelt in de relatie tussen opvoeding en angst. (Verhoeven, 2011)

12 Overgangszin Kernzin Niet alleen de sekse van de ouder, ook de leeftijd van het kind speelt mogelijk een rol in de relatie tussen opvoeding en angst. Zo wordt gedacht dat opvoeding minder belangrijk is naarmate kinderen ouder worden, omdat zij dan minder tijd doorbrengen met hun ouders (Larson & Richards, 1991). Studies laten inderdaad zien dat het verband tussen angst en opvoeding minder sterk is bij adolescenten ( Scott et al., 1991) dan bij kinderen van de basisschool ( Siqueland, 1996). In een meta-analyse werd dit effect van leeftijd echter niet gevonden (McLeod et al., 2007). Er kan dan ook niet zonder meer geconcludeerd worden dat de leeftijd van het kind een rol speelt in de relatie tussen opvoeding en angst. (Verhoeven, 2011) Samenvatting/ Conclusie

13 Maak gebruik van signaalwoorden Opsommingen Waaronder Bijvoorbeeld Zoals Naast Tegenstellingen Echter Maar Vergelijkingen Ook Net zoals Inderdaad Argumenten/ Conclusies Omdat Aangezien Blijkbaar Want Dus

14 Zinsbouw Zijn de verbanden tussen zinnen helder? NIET: Oude horloges zijn vaak kwetsbare instrumenten. Het is leuk om te zien hoe het mechaniek ervan werkt, maar open de kast niet al te vaak. WEL: Oude horloges zijn kwetsbare instrumenten. Hoewel het leuk is de achterkant ervan open te maken en te zien hoe het mechaniek ervan werkt, is het niet verstandig dat al te vaak te doen. Stofdeeltjes kunnen namelijk de bewegende delen beschadigen.

15 Zinsbouw Maak zinnen niet te lang, maar ook niet te kort. NIET: Oude horloges zijn kwetsbare instrumenten, waarvan het leuk is de achterkant open te maken, omdat je dan kan zien hoe het mechaniek ervan werkt. Het is niet verstandig dat al te vaak te doen, aangezien stofdeeltjes de bewegende delen kunnen beschadigen. NIET: Oude horloges zijn kwetsbare instrumenten. Het is leuk de achterkant ervan open te maken. Dan kan je zien hoe het mechaniek ervan werkt. Het is niet verstandig dat al te vaak te doen. Stofdeeltjes kunnen namelijk de bewegende delen beschadigen WEL: Oude horloges zijn kwetsbare instrumenten. Hoewel het leuk is de achterkant ervan open te maken en te zien hoe het mechaniek ervan werkt, is het niet verstandig dat al te vaak te doen. Stofdeeltjes kunnen namelijk de bewegende delen beschadigen.

16 Zinsbouw Zet de essentie voorop NIET: Omdat met het Student-Teacher Relationship interview gevraagd wordt naar opvattingen van leraren over feitelijke situaties en naar concrete voorbeelden van alledaagse situaties, geeft het inzicht in de kwaliteit van de relatie die de leerkracht heeft met een leerling en wordt dit interview in verschillende onderwijskundige studies toegepast. WEL: Om de kwaliteit van de relatie tussen leerkracht en leerling te meten, passen onderwijskundigen in hun onderzoek vaak het Student-Teacher Relationship interview toe. Dit interview bevat vragen naar opvattingen van leraren over feitelijke situaties en naar concrete voorbeelden van alledaagse situaties.

17 Zinsbouw Varieer in de volgorde van je zinsdelen NIET: De onderzoekers concluderen dat interventieprogramma s ouders moeten wijzen op het belang van ouderlijke controle. De onderzoekers hebben de samenhang tussen ouderlijke controle en agressie bij kinderen onderzocht. De onderzoekers vonden dat naarmate ouders meer controle uitoefenen, hun kinderen minder agressief gedrag vertoonden. WEL: De onderzoekers concluderen dat interventieprogramma s ouders moeten wijzen op het belang van ouderlijke controle. Dit baseren zij op hun onderzoek naar de samenhang tussen ouderlijke controle en agressie bij kinderen onderzocht. Daaruit bleek dat naarmate ouders meer controle uitoefenen, hun kinderen minder agressief gedrag vertoonden.

18 Vermijd Spreektaal: vergrotende woorden (enorm, buitengewoon, gigantisch), stoplappen ( best wel, eigenlijk, min of meer ), woorden zonder duidelijke betekenis ( een redelijk deel, behoorlijk weinig, zo goed als alles ) Seksisitisch taalgebruik Wanneer een kind pijn heeft, is dat vervelend voor hem. Wanneer een kind pijn heeft, is dat vervelend voor hem of haar. Wanneer kinderen pijn hebben, is dat vervelend voor hen.

19 ONDERBOUWING Anouk Zuurmond

20 Je leesverslag: is niet alleen goed gestructureerd, maar ook goed onderbouwd. Dat betekent dat je uitspraken, wanneer je een wetenschappelijke manier van schrijven hanteert, altijd goed onderbouwd gesteld moeten worden: door een verwijzing naar de publicaties die je hebt gehanteerd. Met andere woorden: ga voor de feiten, niet voor je eigen opvattingen. Anouk Zuurmond

21 De onderzoekers concludeerden dat Uit mijn ervaring blijkt.. Uit deze studie bleek Ik heb van collega s gehoord dat De resultaten van deze interventie lieten zien Ik ben dan ook van mening dat De auteurs van deze publicatie adviseren om.. Ik denk daarom dat

22 Anouk Zuurmond

23 DE APA-REGELS Anouk Zuurmond

24 Verwijzen naar literatuur Bronvermelding in de tekst (APA-systeem) Citeren Parafraseren Bibliografie volgens APA-systeem Zie site mediatheek en de literatuursuggesties (Hubl).

25 Citeren en parafraseren: let op het verschil Er zijn in de directe instructie volgens Ebbens (1996) zes sleutelbegrippen te onderscheiden. Parafrase: in eigen woorden samenvatten. Bronvermelding verplicht. Passief leren door middel van luisteren levert niet veel op: Tal van onderzoeken geven aan dat dit een weinig effectieve manier van leren is (Ebbens, 1996, p. 23). Citaat: direct overgenomen uit de brontekst. Bronvermelding verplicht, inclusief paginanummer.