Indicator GRI-index MVO-verslag 2011 Visie en strategie MVO rapportage paginanummer(s) Opmerkingen/antwoord 1.1 Verklaring van de directie. 2-3 1.2 Beschrijving van belangrijke gevolgen, risico s en mogelijkheden. 2-3, 9-10 Organisatieprofiel 2.1 Naam van de verslaggevende organisatie. Van Drie Holding B.V. 2.2 Voornaamste merken, producten en/of diensten. 5-7 http://www.vandriegroup.nl/kalfsvlees-producten/group-grown/ 2.3 Operationele structuur. 0, 5-6 2.4 Locatie van het hoofdkantoor. Nijverheidsweg 11, Mijdrecht 2.5 Het aantal landen waarin de organisatie actief is. 0, 5-7, 48 2.6 Eigendomsstructuur en rechtsvorm. 5-7, 48 2.7 Afzetmarkten. 5-7, 48 2.8 Omvang van de verslaggevende organisatie. 0, 5-7, 48 2.9 Significante veranderingen tijdens de verslagperiode. Overname Alpuro Group in 2011 2.10 Onderscheidingen die tijdens de verslagperiode werden toegekend. Geen Verslagprofiel 3.1 Verslagperiode. 1 januari 2011 31 december 2011 3.2 Datum van het meest recente verslag. Juli 2011: MVO-rapportage 2010 3.3 Verslaggevingscyclus. Jaarlijks 3.4 Contactpunt voor vragen over het verslag of de inhoud ervan. info@vandriegroup.com Reikwijdte en afbakening van het verslag 3.5 Proces voor het bepalen van de inhoud van het verslag. 9-11, 45-46 3.6 Afbakening van het verslag. 6, 9-11, 45-46, 48 3.7 Vermeld eventuele specifieke beperkingen voor de reikwijdte of 6, 9-11, 45-46 De verslagperiode betreft 1 januari 2011 31 december 2011 en
afbakening van het verslag. heeft betrekking op alle bedrijven waarover de VanDrie Group Holding B.V. een meerderheidsbelang heeft. Onderaannemers en leveranciers zijn niet meegenomen in de verantwoordingsinformatie, tenzij keteninformatie wordt besproken 3.8 Basis voor verslaggeving over andere entiteiten. 6, 9-11, 45-46 3.9 De technieken en berekeningsgrondslagen voor gegevensmetingen. 45-46 3.10 Uitleg over de gevolgen van eventuele herformuleringen van eerder N.v.t. verstrekte informatie. 3.11 Significante veranderingen ten opzichte van vorige verslagperiodes. Geen GRI-inhoudsopgave 3.12 Tabel waarin staat waar in het verslag de standaardonderdelen van de informatievoorziening te vinden zijn. www.vandriegroup.com/mvo Assurance 3.13 Beleid en huidige praktijk met betrekking tot het betrekken van externe assurance van het verslag. 45-46 Bestuur, verplichtingen en betrokkenheid 4.1 De bestuursstructuur van de organisatie, met inbegrip van commissies die vallen onder het hoogste bestuurslichaam. 4, 5 4.2 Voorzitter van het hoogste bestuurslichaam. N.v.t. 4.3 Voor organisaties met een enkelvoudige bestuursstructuur: vermeld het N.v.t. aantal onafhankelijke en/of niet-leidinggevende leden van het hoogste bestuurslichaam. 4.4 Mechanismen die aandeelhouders en medewerkers de gelegenheid geven om aanbevelingen te doen aan of medezeggenschap uit te oefenen op het hoogste bestuurslichaam. Algemene Vergadering van Aandeelhouders. 4.5 Een koppeling tussen vergoedingen voor leden van het hoogste bestuurslichaam, top-managers en leidinggevenden (met inbegrip van vertrekregelingen) en de prestaties van de organisatie (met inbegrip van sociale en milieu-gerelateerde prestaties). 4.6 Processen waarmee het hoogste bestuurslichaam waarborgt dat strijdige belangen worden vermeden. Er is geen koppeling tussen vergoedingen en sociale en milieugerelateerde prestaties. Er zijn geen processen in plaats waarmee het hoogste bestuurslichaam waarborgt dat strijdige belangen worden 2
vermeden, daar de VanDrie Group een familiebedrijf is. 4.7 Proces voor het bepalen van de kwalificaties en expertise van de leden van het hoogste bestuurslichaam voor het sturen van de strategie van de organisatie aangaande economische, milieugerelateerde en sociale onderwerpen. 4.8 Intern ontwikkelde missie- of beginselverklaringen, gedragscodes en uitgangspunten die van belang zijn voor de economische, milieugerelateerde en sociale prestaties, met vermelding van de mate van invoering ervan. 4.9 Procedures van het hoogste bestuurslichaam voor het overzien van de inventarisatie en het beheer door de organisatie van economische, milieugerelateerde en sociale prestaties, met inbegrip van relevante risico s en mogelijkheden en naleving van of conformiteit met internationaal overeengekomen standaarden, gedragscodes en principes. 4.10 Processen voor het evalueren van de eigen prestaties van het hoogste bestuurslichaam, in het bijzonder betreffende economische, milieugerelateerde en sociale prestaties. 7, 27-28 Er zijn geen noemenswaardige zaken wat betreft MVO, daar de VanDrie Group een familiebedrijf is. 9-11 De directie van de VanDrie Group bedrijven is verenigd in het zogenaamde directieoverleg, dat elke zes weken bijeenkomt. Safety Guard wordt minimaal vier keer per jaar geagendeerd. In het directieoverleg wordt het kwaliteitsbeleid van de groep vastgesteld. Voor de uitwerking van het kwaliteitsbeleid naar de locaties van de Group is het Safety Guard platform verantwoordelijk. Het Safety Guard platform is samengesteld uit leidinggevenden en kwaliteitsfunctionarissen van alle locaties. 9-11 Zie ook 4.9 Verplichtingen i.v.m. externe initiatieven 4.11 Toelichting over de toepassing van het voorzorgsprincipe door de verslaggevende organisatie. 4.12 Extern ontwikkelde economische, milieugerelateerde en sociale handvesten, principes of andere initiatieven die de organisatie onderschrijft. 7, 9-11, 27-28 10, 12, 18, 27-29, 32-36, 40-42 De VanDrie Group onderschrijft de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. 4.13 Lidmaatschap van verenigingen. 12, 25 Henny Swinkels, Director Corporate affairs VanDrie Group, is lid van verschillende organisaties en verenigingen waarin contact met de sector wordt gezocht en maatschappelijke thema s worden besproken. De uitkomsten van deze interactie is ook voor VanDrie relevant. Een selectie van lidmaatschappen: Productschap Vee Vlees en Eieren (PVV), Centraal Organisatie voor de Vleessector (COV), UECBV, Clitravi, Comore, CBS, STAK, Merita, Nevedi, Productschap Diervoeder, FEFAC, 3
Overleg met belanghebbenden Stichting Kwaliteitsgarantie Vleeskalveren (SKV), Raad voor Dierenaangelegenheden (RDA), Raad van Toezicht Masterplan Rationeel Antibioticagebruik Vleeskalverhouderij 4.14 Lijst van groepen belanghebbenden die de organisatie heeft betrokken. 6, 10, 15-19, 21-25, 28-29, 34, 36 4.15 Basis voor inventarisatie en selectie van belanghebbenden die moeten worden betrokken. 4.16 Benadering van het betrekken van belanghebbenden, waaronder de frequentie ervan per type en groep belanghebbenden. 4.17 De voornaamste onderwerpen en vraagstukken die naar voren zijn gekomen door de betrokkenheid van belanghebbenden en hoe de organisatie hierop heeft gereageerd, onder meer via haar verslaggeving. Prestatie-indicatoren Economie Informatie over managementbenadering 5-7 EC1 Directe economische waarden die zijn gegenereerd en gedistribueerd, 6-7 21-25, 45-46 In het MVO-verslag van de VanDrie Group zijn verschillende stakeholders geïdentificeerd. Kalverhouders Afnemers Leveranciers Consument Maatschappelijke organisaties Medewerkers 5-7, 10-12, 15-19, 21-25, 31-36, 43 9-10, 21 De vijf speerpunten van het MVO-beleid van de VanDrie Group zijn tot stand gekomen na een periode van ongeveer 3 jaar. Deze vijf speerpunten zijn gebaseerd op de issues en thema s die relevant zijn voor de kalfsvleessector en voor de VanDrie Group. Hierbij is rekening gehouden met de belangen van verschillende stakeholders, zoals de kalverhouders, maatschappelijke organisaties, afnemers en consumenten. Door het bespreken van deze vijf speerpunten komt de VanDrie Group tegemoet aan het rapporteren over onderwerpen die leven bij stakeholders. Bovendien zijn de onderwerpen en thema s die in het MVOverslag worden besproken ingegeven door maatschappelijke ontwikkelingen op sociaal, milieu en sociaal gebied. 4
waaronder inkomsten, operationele kosten, personeelsvergoedingen, donaties en overige maatschappelijke investeringen, ingehouden winst en betalingen aan kapitaalverstrekkers en overheden. EC4 Significante financiële steun van een overheid. Geen EC8 Ontwikkeling en gevolgen van investeringen in infrastructuur en 22-25, 31-36, 40 diensten die voornamelijk ten behoeve van het algemeen nut worden geboden door middel van verplichtingen van commerciële aard, dan wel in natura of pro bono. EC9 Inzicht in en beschrijving van significante indirecte economische gevolgen, waaronder de omvang ervan. 10-12, 18-19, 39-42 Milieu Informatie over managementbenadering 39-42 EN1 Totale hoeveelheid gebruikte materialen naar gewicht of volume. 6, 40, 42 EN6 Initiatieven ten behoeve van energie-efficiënte of op duurzame energie 39-42 Gedeeltelijk gerapporteerd gebaseerde producten en diensten, evenals verlagingen van de energieeisen als resultaat van deze initiatieven. EN22 Totaalgewicht afval naar type en verwijderingsmethode 6, 40 EN28 Monetaire waarde van significante boetes en totaal aantal nietmonetaire Geen sancties wegens het niet naleven van milieuwet- en - regelgeving. EN29 Significante milieugevolgen van het transport van producten en andere goederen en materialen die gebruikt worden voor de activiteiten van de organisatie en het vervoer van personeelsleden. 33, 40-42 Arbeidsomstandigheden LA1 LA2 LA4 Informatie over managementbenadering 15-19 Totaal personeelsbestand naar type werk, arbeidsovereenkomst en 17 Gedeeltelijk gerapporteerd regio. Totaal aantal en snelheid van personeelsverloop per leeftijdsgroep, 17 Gedeeltelijk gerapporteerd geslacht en regio. Percentage medewerkers dat onder een collectieve arbeidsovereenkomst valt. Bij ESA en Navobi: 100% T. Boer & zn: 85% 5
LA7 LA10 LA13 Letsel-, beroepsziekte-, uitvaldagen- en verzuimcijfers en het aantal werkgerelateerde sterfgevallen per regio. Gemiddeld aantal uren dat een medewerker per jaar besteedt aan opleidingen, onderverdeeld naar werknemerscategorie. Samenstelling van bestuurslichamen en onderverdeling van medewerkers per categorie, naar geslacht, leeftijdsgroep, het behoren tot een bepaalde maatschappelijke minderheid en andere indicatoren van diversiteit. Mensenrechten KSA: 98% Ekro/SPK/Oukro: 82% exclusief AO ers 17 Gedeeltelijk gerapporteerd 18 Gedeeltelijk gerapporteerd 4, 17 Gedeeltelijk gerapporteerd HR2 Informatie over managementbenadering 9-11, 17, 22, 28 Percentage belangrijke leveranciers en aannemers die getoetst zijn op naleving van de mensenrechten en op getroffen maatregelen. Sinds begin 2012 worden leveranciers van voer beoordeeld op naleving van mensenrechten en sociale omstandigheden. Als eerste fase vindt er een risicobeoordeling per oorsprong en type product van kalvermelk en kalverkorrels plaats. HR4 Totaal aantal gevallen van discriminatie en de getroffen maatregelen. Geen HR6 Activiteiten waarvan is vastgesteld dat er een aanzienlijk risico is van gevallen van kinderarbeid, alsmede de maatregelen die zijn getroffen gericht op de uitbanning van kinderarbeid. Sinds begin 2012 worden leveranciers van voer beoordeeld op naleving van mensenrechten en sociale omstandigheden. Als eerste fase vindt er een risicobeoordeling per oorsprong en type product van kalvermelk en kalverkorrels plaats. Er is een algemene brief opgesteld waarin statements over social responsibilities (inclusief kinderarbeid) gevraagd worden. Maatschappij SO4 SO6 SO8 Informatie over managementbenadering 21-25 Maatregelen die zijn getroffen naar aanleiding van gevallen van corruptie. Totale waarde van financiële en in natura bijdragen aan politieke partijen, politici en gerelateerde instellingen per land. Monetaire waarde van significante boetes en totaal aantal nietmonetaire sancties wegens het niet naleven van wet- en regelgeving. N.v.t. Geen Geen 6
PR1 PR2 PR3 PR9 Productverantwoordelijkheid Informatie over managementbenadering 12, 27-29, 31-36 Levensduurstadia waarin de gevolgen van producten en diensten voor 12, 27-29 gezondheid en veiligheid worden beoordeeld met het oog op verbeteringen. Totaal aantal gevallen van niet-naleving van regelgeving en vrijwillige codes betreffende gevolgen voor gezondheid en veiligheid van producten en diensten gedurende de levensduur, naar type resultaat. Type informatie over producten en diensten dat verplicht wordt gesteld 27-29 door procedures. Monetaire waarde van significante boetes wegens het niet-naleven van wet- en -regelgeving betreffende de levering en het gebruik van producten en diensten. Geen Geen 7
Verklarende woordenlijst Arbo Arbeidsomstandigheden. BBL Beroeps Begeleidende Leerweg. BHV Bedrijfshulpverlening. BMI Bayerische Milchindustrie eg, centrale organisatie van Beierse zuivelondernemingen. BRC De British Retail Consortium is een inspectieprotocol gebruikt door Britse retailers en omvat eisen waaraan leveranciers moeten voldoen. De BRC vereist dat een kwaliteitssysteem aanwezig is, dat HACCP toegepast wordt en dat omgeving, product, proces en personeel in dit systeem opgenomen zijn. Cao Collectieve arbeidsovereenkomst. CBS Centraal Bureau voor de Statistiek. CLM CLM Onderzoek en Advies is een zelfstandig en onafhankelijk adviesbureau. Codiplan Op 4 oktober 2006 werd de Vereniging Codiplan opgericht door Boerenbond, Algemeen Boerensyndicaat en Féderation Wallone de l Agriculture met als doel het beheren van de sectorgids voor de primaire productie. COV Centrale Organisatie voor de Vleessector is een organisatie die de collectieve belangen behartigt van werkgevers in de Nederlandse vleessector, zowel nationaal als internationaal. De leden van de COV zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor circa 80% van de totale Nederlandse omzet van vlees. Cradle to cradle De centrale gedachte van de cradle to cradle (van wieg tot wieg) filosofie, is dat alle gebruikte materialen na hun leven in het ene product, nuttig kunnen worden ingezet in een ander product. EL&I Ministerie van Economie, Landbouw en Innovatie. Het voormalige Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselveiligheid. FBR Food & Biobased Research, onderdeel van Wageningen UR. FSC Forest Stewardship Council. FTE Fulltime Equivalent. GD Gezondheidsdienst voor Dieren. 8
GMP+ Good Manufacturing Practice is een productie gerelateerde kwaliteitszorgbenadering. De nadruk ligt hier op hygiëne in de productiefase. Bedrijven in de diervoedersector kunnen echter ook een stapje verder met behulp van de GMP+ regeling van het Productschap Diervoeder. Dankzij deze regeling kunnen bedrijven aantoonbaar waarborgen dat diervoeders en ingrediënten voor diervoeders voldoen aan de wettelijke voorschriften en aan een aantal bovenwettelijke eisen, overeengekomen met ketenpartijen. GRI Global Reporting Initiative is de international richtlijn voor het rapporteren over duurzaamheid en maatschappelijk verantwoord ondernemen. GTSKV Garantiesysteem Tracering SKV (Stichting Kwaliteitsgarantie Vleeskalversector) Vleeskalveren. GVP Good Veterinary Practice. HACCP Hazard Analysis and Critical Control Points is een management systeem gericht op voedselveiligheid door middel van een analyse en controle van biologische, chemische en fysieke gevaren van de productie van grondstoffen, inkoop en verwerking tot productie, distributie en consumptie van het eindproduct. IFS De International Food Standard is bedoeld als uniforme controle op de veiligheid van levensmiddelen en het kwaliteitsniveau van producenten. Hij wordt toegepast op alle productieniveaus die in levensmiddelen worden verwerkt. IK Kies Bewust Ik Kies Bewust, Nederlandse stichting achter het Ik Kies Bewust-logo (nu: het Vinkje) voor producten die minder zout, suiker en verzadigde vetten bevatten. IKB Integrale Keten Beheersingssystemen zijn door het Nederlandse bedrijfsleven ontwikkeld om garanties te kunnen geven over de kwaliteit, herkomst, het dierwelzijn en manier van produceren van vlees. ISO 9001 ISO 9001 is een onderdeel van de ISO 9000 serie. De ISO 9001 is een norm die eisen stelt aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie en de manier waarop de organisatie met het kwaliteitsbeleid omgaat. ISO 14001 ISO 14001 is onderdeel van de ISO 14000 serie. De norm wordt wereldwijd toegepast om milieumanagementsystemen op te zetten en te certificeren. ISO 22000 De ISO 22000 norm stelt eisen aan een managementsysteem voor voedselveiligheid gericht op alle schakels in de voedselketen. ISO 17025 ISO 17025 (voluit NEN-EN-ISO/IEC 17025:2005) beschrijft de eisen voor de competentie van test- en kalibratielaboratoria. Just-in-time Just-in-time is een kenmerk van een productiesysteem waarbij het juiste product geleverd wordt, precies op het juiste tijdstip en in het exact benodigde aantal. 9
LTO Land- en Tuinbouw Organisatie. MBO Middelbaar Beroeps Onderwijs. MVO Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen. NVWA Nieuwe Voedsel- en Warenautoriteit. POP Persoonlijk ontwikkelingsplan. PMO Preventief Medisch Onderzoek. PVE Productschappen Vee, Vlees en Eieren. QLL Quality system Livestock Logistics. QS QS standaard is van toepassing is op premixen en de productie van diervoeder additieven. RDA Raad voor Dierenaangelegenheden. RI&E Risico Inventarisatie en Evaluatie. Safety Guard Safety Guard is een officieel door Lloyds Register Quality Assurance gecertificeerd kwaliteitssysteem, het Food Safety Supply Chain System. De basis zijn onder andere kritieke controle punten (HACCP) die in en tussen alle schakels van de kalfsvleesproductieketen van de gehele VanDrie Group keten geïmplementeerd zijn. sda De SDa, Autoriteit Diergeneesmiddelen, is een onafhankelijk instituut dat richtlijnen vaststelt voor verantwoord antibioticumgebruik in de dierhouderij. SKV Stichting Kwaliteitsgarantie Vleeskalversector. Door de kalfsvleessector opgerichte stichting die toezicht houdt op de kwaliteit van het geleverde eindproduct. TNO Toegepast Natuurwetenschappelijk Onderzoek. TNO is een onafhankelijke onderzoeksorganisatie die op basis van haar expertise en onderzoek een belangrijke bijdrage levert aan de concurrentiekracht van bedrijven en organisaties, aan de economie en aan de kwaliteit van de samenleving als geheel. UECBV European Livestock and Meat Trading Union VNO-NCW Een samentrekking van de afkortingen van het Verbond van Nederlandse Ondernemingen en het Nederlands Christelijk Werkgeversverbond. VNO-NCW is de grootste ondernemingsorganisatie van Nederland. De bij VNO-NCW aangesloten bedrijven en (branche)organisaties - tezamen zo'n 115.000 10
ondernemingen - vertegenwoordigen 90 procent van de werkgelegenheid in de Nederlandse marktsector. VUT-regelingen Regelingen voor vervroegd uittreden. VWS Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Wageningen UR Wageningen University & Research centre. 11