Stadhuis Den Haag, raadzaal, Spui 70, 2511 BT

Vergelijkbare documenten
Stadhuis Den Haag, raadzaal, Spui 70, 2511 BT

Aanwezig: Secretaris-generaal (wnd.): Capelle aan den IJssel G.A.A. Verkerk. R. van Hemert (plv.) M. Struijvenberg M.J.C. Houtkamp (plv.

Adviescommissie Vervoersautoriteit woensdag 6 juni 2018, uur

Deze is ter informatie verzonden aan de MRDH-coördinatoren, griffiers en het ambtelijk overleg Vervoersautoriteit

VOORNEMEN TOT AANWIJZEN KERNWERKGEBIED HAAGLANDEN, ROTTERDAM, MIDDEN- HOLLAND

De schaal van de woningcorporaties in overeenstemming brengen met de schaal van de regionale woningmarkt.

1. Aanbevelingen die expliciet discussie in het algemeen bestuur vragen

METROPOOLREGIO ROTTERDAM DEN HAAG VERVOERSAUTORITEIT

Bedoeling is in juni 2016 een verzoek voor de vorming van een kernwerkgebied bij de minister in te dienen.

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

Met vriendelijke groet, W. (Wouter) Dekker, MSc bestuurszaken Vervoersautoriteit Telefoon: Mobiel:

Algemeen bestuur. De leden van de bestuurs- en adviescommissie zijn voorgedragen door de gemeenten.

Concept VERSLAG. algemeen bestuur 10 e openbare vergadering, vrijdag 4 november 2016, uur

Bestuurscommissie Economische Vestigingsklimaat vergadering 22 september 2016 MRDH OPENBAAR DEEL

Bestuurscommissie Economische Vestigingsklimaat vergadering 2 februari 2017 MRDH OPENBAAR DEEL

Bestuurscommissie Economische Vestigingsklimaat vergadering 17 november 2016 MRDH OPENBAAR DEEL

BESLUIT TOT AANWIJZEN KERNWERKGEBIED HAAGLANDEN, ROTTERDAM, MIDDEN- HOLLAND

Metropoolregio Rotterdam Den Haag Sijthoff City Grote Marktstraat BH Den Haag Postbus CB Den Haag

Artikelsgewijze toelichting

VERSLAG RUD UTRECHT 2.0

2 ö APR KRIMPEN AAN DEN IJSSEL ingekomen d i. Rappel. Reg.no. 23 april S.W. Nettinga

Stijn Smeulders / september 2017

algemeen bestuur 11 e vergadering, vrijdag 9 december 2016, uur

Raadsvoorstel. Agendanummer: Datum raadsvergadering: 19 december Onderwerp: Voorstel oprichting Metropoolregio Rotterdam Den Haag (MRDH)

Bestuurscommissie Economische Vestigingsklimaat vergadering 30 januari 2019 MRDH OPENBARE VERGADERING

Bestuurscommissie Economische Vestigingsklimaat vergadering 18 mei 2017 MRDH OPENBARE VERGADERING

1. Het concept samenvattend verslag van het openbare gedeelte van de 15 e vergadering van de bestuurscommissie Vervoersautoriteit vast te stellen.

Aan burgemeester en wethouders inkomen:.? m m. reg.nr.: >v.^^ ^Wl( zaaknr.: 2! o 2_b ^ b. 6 mei 2015 BZM Burgemeester J.M. Kraak-Brouwer par.

prov.nc,eholland 12 SEP 2016 ^ VOORBLAD Deo,/bijlage Afd. Geme Provincie Zuid-Holland Productnr. Geachte ontvanger,

Bestuurscommissie Vervoersautoriteit 25 oktober 2017 Delft, Markt 87, Raadzaal

Bestuurscommissie Vervoersautoriteit 15 november 2017 MRDH, Westersingel 12 Rotterdam

GS brief aan Provinciale Staten

Bestuursovereenkomst voor het Samenwerkingsverband Wonen Regio Rotterdam

RET N.V. t.a.v. de heer M. Unck Postbus AC ROTTERDAM. Geachte heer Unck,

Inhoudelijke jaarplanning MRDH 2019 Versie 2, april 2019

BESLUITENLIJST VERGADERING VHL-BERAAD

Bestuurscommissie Economische Vestigingsklimaat vergadering 1 februari 2018 MRDH OPENBARE VERGADERING

Geachte commissieleden,

Bestuurscommissie Vervoersautoriteit vergadering 8 maart 2017 OPENBAAR

PUNTEN VAN BEHANDELING - OPENBAAR

Doel van de activiteit Bespreken van het raadsvoorstel en bepalen of het raadsvoorstel besluitrijp is t.b.v. de raadsvergadering van 16 januari 2014

GEMEENTERAAD MENAMERADIEL

l. De samenwerking in de Gemeenschappelijke Regeling Regio West-Brabant te richten op economisch-ruimtelijke structuurversterking.

METROPOOLREGIO ROTTERDAM DEN HAAG

Inhoudelijke jaarplanning MRDH 2017 en eerste doorkijk 2018 Versie 5, 15 september 2017

Juni Dashboard aanbevelingen follow-up programma evaluatie

Adviescommissie Economisch Vestigingsklimaat woensdag 6 juni 2018, uur

Aanwezig: wnd secretaris-algemeen directeur. leden: de heer G.G.J. Rensen; mevrouw J. M. van Bijsterveldt;

Bestuurscommissie Vervoersautoriteit 17 oktober 2018 MRDH, Westersingel 12 te Rotterdam

Gemeenschappelijke Regeling Metropoolregio Rotterdam Den Haag

Deze is in afschrift verzonden aan het AOVa, de griffiers en de MRDH-coördinatoren.

Adviescommissie Economisch Vestigingsklimaat woensdag, 13 februari 2019, uur. MRDH, presentatieruimte, Westersingel 12, Rotterdam

Bestuurscommissie Vervoersautoriteit vergadering 7 december 2016 OPENBAAR

Datum: Informerend. Datum: Adviserend. 30 aug. 2017

OM UUR START DE VERGADERING MET EEN BESLOTEN DEEL. Aansluitend worden in het OPENBAAR DEEL de volgende agendapunten behandeld:

Gemeenschappelijke Regeling Metropoolregio Rotterdam Den Haag 2014

Bestuurscommissie Vervoersautoriteit vergadering 26 oktober 2016 OPENBAAR

Voor wat deze agenda betreft komen de agendapunten 3 en 13 voor het spreekrecht in aanmerking.

Vergadering van Commissie Onderzoek van de Rekening (COR) 14 februari Status verslag Concept

mevrouw A. van Ardenne-van der Hoeven; mevrouw J. de Jongh-de Champs; de heer Ch. B. Aptroot;

Agenda. Openbare vergadering van. Datum en tijdstip 15 september :00 uur. Algemeen Bestuur GR Bleizo

College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Den Haag Postbus DP DEN HAAG. Geacht college,

Vergadering van De commissie Onderzoek van de Rekening. 15 april 2009 COR Status verslag Concept. de heer Romijn

BESLUITENLIJST Dagelijks Bestuur d.d. 14 april 2011

Programma Regionaal Platform 20 april 2016 Locatie: Van der Valk Hotel, Aalsterweg 322 te Eindhoven

Voorzitter: mr. drs. G.A.A. Verkerk Secretaris: de heer R. van Nood Ambtelijke ondersteuning: de heer R.W.J. Smits. Aanwezig zijn de leden:

BESLUITENLIJST Dagelijks Bestuur d.d.

BESLUITENLIJST Dagelijks Bestuur d.d. 28 februari Akkoord met voorstel

Detacheringen & Jobcoaching Productie & Diensten Kwekerij & Groenvoorziening Jobhouse

Uw subsidieaanvraag is geregistreerd onder projectnummer /VVO116 met verplichtingennummer

De colleges van de gemeenten binnen de stadsregio Rotterdam De raden van de gemeenten binnen de stadsregio Rotterdam

Samenwerkingsverband Wonen Regio Rotterdam

1. Opening. 3. Aanwijzing primus voor de hoofdelijke stemming. 4. Vaststelling agenda.

Aan de Gemeenteraad. 12 januari Betreft: Routeplanner Right to Challenge. Geachte leden van de Gemeenteraad,

Toelichting op de Gemeenschappelijke Regeling Metropoolregio Rotterdam Den Haag 2014

Detacheringen & Jobcoaching Productie & Diensten Kwekerij & Groenvoorziening Jobhouse

Detacheringen & Jobcoaching Groenvoorziening Werken op Locatie Productie

Namens het college van GS wens ik jullie een gelukkig en gezond 2011 toe! Ik vind het geweldig om jullie als provinciecollega s te ontmoeten.

Aanpassingen vergaderstructuur. Voorstel. Inleiding. Toelichting vergaderstructuur

Tekst inspreekbeurt voor de Commissie Samen Wonen, 7 september 2017

Parafering besluit PFO Woo Conform Aangeboden D&H H - Geparafeerd door: Bosker, M.H.

Aanwezig: mevrouw P.C. Krikke, Den Haag. leden: de heer G.G.J. Rensen; mevrouw J. M. van Bijsterveldt; de heer R.J. van Asten; de heer G.

Besluitenlijst van de Bestuurscommissie Vervoersautoriteit van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag 6 e vergadering, 17 juni 2015, MRDH te Den Haag

BESLUIT: vast te stellen het navolgende Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van het college.

Nota van beantwoording zienswijzen

Voorstelnummer: Houten, 27 augustus 2013

Het taakstellend budget voor het programma Beter Benutten is als volgt opgesteld (kopie uit Plan van Aanpak):

Ons kenmerk

Besluitenlijst procedurevergadering Statencommissie Verkeer en Milieu van 25 oktober 2017

PUNTEN VAN BEHANDELING - OPENBAAR. A. Opening en mededelingen - Welkom aan de heer Arthur Gleijm, interim-directeur Vervoersautoriteit MRDH.

BESLUITENLIJST Dagelijks Bestuur d.d. 2 oktober Er zijn geen mededelingen

raadsvoorstel voorstel B&W stelt de raad voor het volgende te besluiten:

Bestuurscommissie Vervoersautoriteit 7 maart 2018

GEMEENTEBLAD. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Almere BESLUIT:

De volgende wethouders zijn aanwezig: mevr. A.P.L.M. Slenter-Jamar en de heren A.G. van der Maas en W.H.M.J. Schenkelaars.

Gemeente Albrendsuuaard

Hoe groen zijn de Zuid-Hollandse gemeenten?

De colleges van Burgemeester en Wethouders van de gemeenten Vianen, Nieuwegein, IJsselstein, Utrecht, Stichtse Vecht, De Bilt, Zeist, Bunnik en Houten

Transcriptie:

VERSLAG algemeen bestuur 16 e vergadering, donderdag 21 december 2017, 14.30 16.30 uur Stadhuis Den Haag, raadzaal, Spui 70, 2511 BT Aanwezig Voorzitter Waarnemend secretaris algemeen-directeur Albrandswaard M. Goedknegt; Barendrecht L.P. van der Linden; Brielle G.G.J. Rensen; Capelle aan den IJssel D.P. van Sluis; Delft J. M. van Bijsterveldt; Den Haag S. Bruines; Hellevoetsluis M.C. Junius; Krimpen aan den IJssel M. W. Vroom; Lansingerland P. H. van de Stadt; Leidschendam-Voorburg K. Tigelaar; Maassluis T.J. Haan; A. Aboutaleb L. Vokurka Midden-Delfland H.H.V. Horlings; Pijnacker-Nootdorp P. Melzer (v.a. 15.07); Ridderkerk A. Attema; Rijswijk M.J. Bezuijen; Rotterdam P. Langenberg; Schiedam C.H.J. Lamers; Vlaardingen A.A.M. Jetten; Wassenaar Ch. B. Aptroot; Westland A. van Ardenne; Zoetermeer Ch. B. Aptroot Verhinderd Albrandswaard H. Wagner; Nissewaard J.W. Mijnans; Barendrecht J. van Belzen; Rotterdam M. Struijvenberg Den Haag P. Krikke Westvoorne P.E. de Jong Gasten F. Vermeulen (provincie Zuid-Holland), M.J. Rosier (presidium Vervoersautoriteit) Opening en mededelingen 1. Mededelingen en vaststellen agenda De voorzitter opent te 15.30 uur de vergadering en heet ieder van harte welkom. De heer Vokurka deelt mede dat de burgemeester van Den Haag in deze vergadering wordt vervangen door de locoburgemeester, dat verhinderd zijn de heren Wagner, De Bruin en De Jong en dat de heer Mijnans wordt vervangen door de heer De Graaf en de heer Van Belzen door de heer Van der Linden. De heer Aptroot meldt dat hij op 11 januari zal worden ontslagen als waarnemend burgemeester van Wassenaar en dat de heer Koen die functie per dezelfde datum zal overnemen. Mevrouw Jetten verzoekt een bespreekpunt aan de agenda toe te voegen betreffende de Hoekse Lijn. De voorzitter repliceert dat de stand van zaken ten aanzien van de Hoekse Lijn rond kwart voor vier in een besloten vergadering aan de orde zal worden gesteld. De agenda wordt verder ongewijzigd vastgesteld Bespreekpunten 2. Stand van zaken lobby BDU De heer Van Sluis geeft aan de hand van een sheet een uiteenzetting van de stand van zaken. Waar de MRDH grote ambities heeft, maar beperkte middelen, is het noodzakelijk de BDU voor verkeer en vervoer te herstellen. De groei in het OV neemt met 2% per jaar toe, oftewel tot 2040 met 60% tot 100%. In combinatie met de ambitie om in deze provincie 240.000 woningen te bouwen, is dat een enorme opgave, vooral omdat die woningbouw met name bij OV-lijnen gerealiseerd dient te worden. De onvoldoende Pagina 1 van 10

bereikbaarheid daarvan in de grootstedelijke ontwikkellocaties remt die gebiedsontwikkeling en bij het innoveren van innovaties is er een enorme vraag naar OV. Die groeiende urgentie heeft ook te maken met de vraag hoe moet worden omgegaan met cofinanciering: de afspraken met het rijk om het eigen mandje te vullen en ervoor te zorgen dat in die ambities kan worden meegedaan. Het MIRT-gebiedsprogramma in de bereikbaarheid Rotterdam/Den Haag bevat namelijk een financiële wederkerigheid, die de investeringsambities van het rijk bepaalt in het regeerakkoord. Ten aanzien van het regionaal OV is een rijksbijdrage nodig voor investeringen in exploitatie, onderhoud en vervanging, waarbij sinds 2007 herhaaldelijk sprake is van een fors tekort. De reizigersbijdrage in de exploitatie van Rail is in principe weliswaar kostendekkend, zoals steeds wordt gezegd, maar dat is wel exclusief investeringen en het onderhoud van de rail. De rest van het openbaar vervoer is sowieso niet kostendekkend. Daarbij komt dat de btw met 50% omhoog is gegaan, van 6% naar 9%, wat weer terugvloeit naar de algemene middelen van het rijk. Het betekent dat de investeringen in de rijksinfrastructuur zeer beperkt zijn voor het regionaal OV, en vooral de ruimte voor investeringen in wegen, reden waarom ook nog eens lokale regionale cofinanciering wordt gevraagd. Omdat echter geen rijksmiddelen voor verkeer en vervoer zijn begrepen in het gemeentefonds, worden de mogelijkheden voor verwerving van eigen inkomsten beperkt. Vanaf 2005 tot heden is de investeringsruimte teruggelopen van 395 miljoen naar ongeveer 90 miljoen. Derhalve ligt er een enorme opgave met weinig centjes en zal er alles aan moeten worden gedaan om te proberen meer financiële middelen binnen te brengen. De lobby is gericht op het terugdraaien van de korting van 250 miljoen per jaar op de BDU en het terugbrengen van de indexatie voor het reizigersvervoer van 2,1% en de prijsstijgingen. Hij roept iedereen op daaraan mee te werken in contacten met partijgenoten. 3. Tussentijdse evaluatie gemeenschappelijke regeling MRDH De voorzitter verzoekt de burgemeester van Delft als eerste op een en ander te reflecteren. Mevrouw Van Bijsterveldt memoreert dat onder meer wordt voorgesteld de burgemeesters van Schiedam en Delft aan te wijzen als bestuurlijk eigenaren van het follow up-programma. Vanuit die hoedanigheid licht zij het volgende toe. Tot 1 december zijn alle reacties binnengekomen op de evaluatie en zij stelt vast dat die in het algemeen een behoorlijk positief beeld opleveren. Uit de reacties spreekt dat de MRDH in de afgelopen jaren een goede bijdrage heeft kunnen leveren. Op sommige onderdelen zijn ook discussiepunten gebleken, waarvan een tweetal specifiek op het zogenaamde opt in-model en de rol van de adviescommissies. De meeste gemeenten zijn het ermee eens dat met betrekking tot die thema s iets zal moeten worden gedaan, maar over de wijze waarop dat zou moeten gebeuren lopen de meningen uiteen. Voorgesteld wordt een en ander verder uit te werken in de commissie die onder leiding zal staan van de burgemeesters van Schiedam en Delft, om daarover vervolgens het algemeen bestuur te rapporteren. Een heel positieve reactie is ontvangen van de provincie Zuid-Holland, die als heel plezierig is ervaren, gelet op de heel andere onderlinge relaties die in het verleden hebben bestaan. In de brief van de provincie is echt weerspiegeld dat daarin in de afgelopen jaren een verandering is opgetreden, en dat is alleen maar toe te juichen. Eén onderdeel in de brief behoeft nog nadere bespreking met de provincie, en wel betreffende de bijzondere betrokkenheid van de provincie bij de Vervoersautoriteit. Twee weken geleden was daarover een overleg gepland met de provincie, die echter niet is doorgegaan. Zij stelt daarom voor de formele reactie van het algemeen bestuur op de evaluatie nog even aan te houden totdat dit overleg is gevoerd, waarna zij en de burgemeester van Schiedam de brief zullen aanpassen op basis van het gevoerde gesprek. Voor het overige meent zij de mensen die betrokken zijn geweest bij de evaluatie te mogen complimenteren met het gevoerde proces. De heer Vroom stelt vast dat de zienswijzen en de conceptreactie daarop uitwijzen dat iedereen beseft dat men zonder de Metropoolregio slechter af zou zijn dan wanneer het allemaal anders zou worden gedaan. Krimpen aan den IJssel heeft in haar zienswijze zo n beetje herhaald wat al was gezegd bij de evaluatie en gelukkig ook uit de evaluatie gekomen is. In deze kring is de eensgezindheid best groot en wordt heel goed begrepen wat er moet gebeuren, maar de regionale edities van allerlei kranten lezend, is het de vraag of dat in alle gemeenteraadzalen ook zo wordt beleefd. Daarom heeft Krimpen aan den IJssel al die mooie dingen nog een keer herhaald, om ze als zienswijze te laten meetellen in de commissie die ermee aan de slag gaat en zo duidelijk te maken dat de aanbevelingen allemaal aanbevelingen voorwaarts zijn en dus verbeteringen impliceren en niet per se grote veranderingen. Er zitten weliswaar een paar grote veranderingen in die hij heel graag zou willen, maar de discussie daarover volgt later. Het is zijns inziens Pagina 2 van 10

belangrijk dat de evaluatie ook wordt gebruikt om thuis te vertellen hoe belangrijk het is dat dit al na twee jaar geëvalueerd kan worden en te kunnen constateren wat men met de Metropoolregio heeft. Zelf maakt hij zich zorgen over de geluiden die opklinken om de adviescommissies maar te laten zitten, terwijl daaraan nog zoveel verbeterd kan worden, waardoor ze een veel grotere rol zouden kunnen spelen en veel belangrijker kunnen zijn voor wat er op de gemeentehuizen speelt. Wat dat betreft hoopt hij dat in de nadere acties vooral geprobeerd zal worden van de 7 een 8 te maken. Mevrouw Van Ardenne zegt dank voor de voorbereidende activiteiten in verband met de evaluatie en juicht het toe dat een aantal collega s zich daarvoor gaat inzetten. Wat de adviescommissies betreft, merkt zij het als een beetje vreemd aan dat deze wel mogen adviseren als er geen zienswijze aan de orde is en buiten beeld zijn als dat wel het geval is. Naar de mening van Westland hebben de adviescommissies in beide gevallen een rol. Met betrekking tot het functioneren van de adviescommissie EV stelt zij vast dat daar, in tegenstelling tot de adviescommissie Va, weinig belangstelling is voor het bijwonen van vergaderingen. Wellicht is de attractiviteit van de onderwerpen onvoldoende. Het lijken meer roadshows dan dat men echt inhoudelijk met beleid bezig is. Zij dringt erop aan daaraan aandacht te besteden. Een lastig punt blijft de late toezending van stukken. Zij erkent dat ten aanzien van de naamsbekendheid van de MRDH iedereen een rol heeft te spelen. De MRDH zou echter ook eigen communicatiebeleid moeten hebben, overstijgend, rechtstreeks, en daarvan is nog te weinig te merken. De heer Tigelaar merkt op dat het opt in-model punt van discussie is en dat het daarom goed is daarnaar zorgvuldig te kijken. Hij dringt er echter op aan daarover niet alleen intern na te denken, maar vooral ook in samenspraak met de gemeenten waar de bezwaarpunten liggen. Leidschendam-Voorburg heeft duidelijk aangegeven daarin niet te willen meegaan, omdat ze eerst focus wil houden op de kerntaken van de MRDH. Daarnaast moet worden voorkomen dat daarvoor veel ambtelijke capaciteit vanuit de organisatie wordt gevraagd. Degenen die in het opt in-model mee gaan werken geeft hij mee dat de betrokken gemeenten daarvoor ook inzet moeten plegen en niet een beroep behoren te doen op extra capaciteit vanuit de organisatie. Met de overige beslispunten kan hij akkoord gaan, hoewel hij zich nog wel afvraagt wat de beoogde rol is van de triple helix-partners die worden genoemd en hoe die zich verhoudt tot de gemeenschappelijke regeling. De heer Aptroot geeft te kennen dat de gemeenten Zoetermeer en Wassenaar helemaal niets voelen voor het opt in-model en zich wensen te houden aan de twee beleidsterreinen, waarop de komende jaren enorme stappen vooruit kunnen worden gezet. Met betrekking tot de adviescommissies sluit hij zich aan bij de eerdere opmerkingen die daarover zijn gemaakt. Hij vindt het een verbetering, ook in de zienswijzeprocedure. Desnoods kunnen ze dan twee keer reageren; laat dat dan maar gebeuren. Ook het advies om ook binnen de gemeenten actiever te zijn wordt door beide gemeenten overgenomen. Mevrouw Bruines zegt namens de gemeente Den Haag dank voor alle inspanningen die in dezen aan den dag zijn gelegd en juicht het toe dat een en ander nu nader wordt uitgewerkt. De risico s die genoemd worden bij het opt in-model, zijn er natuurlijk, maar tegelijkertijd is het belangrijk dat de procedure die nu gevolgd gaat worden uitsluit dat de MRDH sluipenderwijs tot uitbreiding van taken overgaat. Het is goed de overleggen die er op andere onderwerpen zijn zichtbaar te maken, en dat kan ook via dit model. Kortom, de gemeente Den Haag zit er iets genuanceerder in. De aanbevelingen 4 tot 10 over het besluitvormingsproces en het informatiesysteem merkt zij als erg technisch aan. Het gaat over agendering en over de verzending van stukken, maar de vraag wie waarover beslist, welke onderwerp op de agenda komt en wanneer, is iets waarnaar ook gekeken zal moeten worden. Zij verzoekt daarmee in de uitwerking wat meer rekening te houden. In de zienswijze heeft Den Haag aangegeven voorstander te zijn van inspraak door burgers, niet alleen bij de adviescommissies, maar ook bij de bestuurscommissie en bij het algemeen bestuur. Het wordt nu niet voorgesteld, maar zij pleit ervoor daarnaar toch eens te kijken. In de voormalige gemeenschappelijke regelingen was het ook het geval en daaraan wordt door de gemeenteraad van Den Haag veel waarde gehecht. De heer Lamers geeft als zijn mening te kennen dat in het voorstel op een heel goede manier is omgegaan met de zienswijzen van de diverse gemeenten. Er zit niet alleen een rode draad in, maar er is ook sprake van heel veel gemeenschappelijkheid. Pagina 3 van 10

De discussie over de adviescommissies beschouwt hij meer als een kwestie van nuance. Met de heer Vroom is hij het geheel eens dat allereerst de bestaande structuur eens op een betere manier moet worden aangestuurd, met name door de adviescommissies een rol in het besluitvormingscircuit richting de bestuurscommissies te geven, waarmee ze ook een inhoudelijke rol en een agenda krijgen, waardoor de betrokkenheid beter vorm is te geven. Hij wil dit model daarom zeker een goede kans geven en geeft in overweging in de aanloop naar de volgende evaluatie na te denken over de vraag of dit in een modern bestuur anno 2020 nog de vorm is om raadsleden bij een gemeenschappelijke regeling te betrekken. Over het opt in-/opt out-model bevat het voorliggende stuk precies de opvatting die ook in de raad van Schiedam heerste. De gemeenschappelijke regeling kent al een vorm van tafels, die uitgebreid is besproken toen de gemeenschappelijke regeling tot stand kwam, en wordt ook wel benut, maar dat zou best iets ruimhartiger kunnen, zonder aan de twee pijlers van de MRDH een nieuwe grote pijler toe te voegen. Er is nu een mooi tussenmodel en hij is er groot voorstander van om dat verder te ontwikkelen. Het evaluatierapport en ook de gemeenteraden komen tot de conclusie dat er veel aan de werkwijze gesleuteld moet worden, en dan vooral aan de technische governance. Dat lijkt inderdaad erg technisch, zoals de collega VAN Den Haag opmerkte, maar het is laaghangend fruit en zo lang dat niet wordt opgelost, zit men zichzelf in de weg. Voor veel raadsleden, maar ook voor veel collegeleden in de regio vormt de techniek van de governance nu meer een belemmering dan een stimulans. Het verdient dan ook aanbeveling dat om te draaien. Mevrouw Jetten merkt de wijze waarop het evaluatieproces is ingezet als heel waardevol aan. Het is haar gebleken dat het voor veel raadsleden best een eye opener was dat de MRDH op bezoek kwam en met hen het gesprek aanging. Zij vindt het jammer dat nu voor het vervolg eigenlijk weer een soort gesloten werkwijze gekozen is. Het zou haar wat waard zijn geweest als voor de bemensing van het vervolg ook die werkwijze was gekozen en iedereen de mogelijkheid was geboden mee te doen in zo n commissie. Het zegt overigens niets over de huidige bemensing, want die is uitstekend, maar als men wil uitstralen dat men iedereen erbij wil betrekken en draagvlak wil creëren onder de leden, is het wel goed in geval van een kandidaatstelling iedereen daarbij te betrekken. De heer Horlings benadrukt dat het belangrijk is te onderkennen dat het niet mogelijk is over economie en bereikbaarheid te spreken zonder de samenhang te zien met het ruimtelijk domein, met wonen, met landschap, met de relatie onderwijs-arbeidsmarkt en met duurzaamheid. Als dan niet gekomen wordt tot aanpassing van de structuur wat hij overigens niet bepleit en waarvoor ook geen draagvlak bestaat, zal wel nagegaan moeten worden hoe op de schaal van de Metropoolregio die discussies met elkaar goed gevoerd kunnen worden, om op die manier die verbreding in beeld te kunnen houden. Hij ziet met belangstelling uit hoe dat verder gestalte zal krijgen. Wat betreft de rol van de adviescommissies, sluit hij zich aan bij wat daarover eerder al is gezegd. Laat men vooral het vehikel niet weggooien, maar proberen de raadsleden in hun kader stellende rol wat meer vooraan in het proces een plek te geven. De heer Van de Stadt geeft aan dat ook in de raad van Lansingerland veel enthousiasme bestaat voor het werk van de MRDH. Lansingerland heeft de wil verder te gaan, maar waarschuwt er tegelijkertijd voor om het bestaande systeem niet automatisch weg te gooien. Laat men niet te bang zijn om gewoon samen te werken, ga na hoe de rol van de adviescommissie verbeterd kan worden en neem dat telkens als uitgangspunt om de samenwerking tussen gemeenten weer een beetje beter te maken. Nu na twee jaar blijkt dat iedereen in het algemeen wel tevreden is, kan volgens hem worden geconcludeerd dat het helemaal niet zo slecht wordt gedaan. Een concreet punt dat hij ter overweging wil meegeven betreft de inspraak van burgers. Het is cruciaal dáár in te spreken waar het inspreken ook effect heeft. Als de samenwerking wordt vormgegeven vanuit de verantwoordelijkheid van de eigen gemeente, is het inspraakorgaan primair de eigen gemeenteraad en dan is het lastig enerzijds bij de gemeente in te spreken en anderzijds ergens in een adviescommissie, of wat dan ook. Hij dringt erop aan oog te hebben voor de onevenwichtigheid die zo dreigt te ontstaan. De heer Langenberg maakt de staf een compliment voor de zeer zorgvuldige en systematische manier waarop de evaluatie vorm is gegeven en voor de wijze waarop direct met de verschillende gemeenteraden is gecommuniceerd, wat zeker zal hebben bijgedragen aan een beter begrip over en weer. De raad van Rotterdam stemt in met de verschillende aanbevelingen. Het is goed stapsgewijs na te gaan of er eventueel reden is voor uitbreiding van het takenpakket, al stelt Rotterdam zich daarin enigszins terughoudend op. Pagina 4 van 10

In alle gemeenschappelijke regelingen is de positie van raadsleden punt van discussie en ook in de MRDH is het zo nu en dan een probleem. Wat zijns inziens nu van belang is, is dat de nieuwe gemeenteraden de strategische agenda als nieuw instrument gaan vaststellen, dat vervolgens als basis kan dienen voor de werkplannen van de MRDH in de komende jaren, waarmee de democratische legitimiteit op een wat indirecte manier toch enigszins versterkt kan worden. Namens Rotterdam zegt hij de provincie dank voor haar uitvoerige brief, waarin een doorwrochte analyse is gegeven van een situatie op de geschiedenis van de parlementaire behandeling in de Tweede, en vooral de Eerste Kamer. Het is goed dat nog eens op een rijtje te hebben. Uitermate ingenomen is hij met de samenwerking met de heer Vermeulen, met name op het terrein van verkeer en vervoer, die inmiddels al een hele tijd vast onderdeel is van de bestuurscommissies, waarin de belangen van de provincie worden ingebracht, terwijl de 23 gemeenten omgekeerd hun eventuele zorgen bij hem kenbaar kunnen maken. Op ambtelijk niveau wordt heel intensief tussen de organisaties samengewerkt en dat gaat heel goed. De conceptbrief die nu voorligt, ten aanzien waarvan het algemeen bestuur wordt gevraagd ermee in te stemmen, wil hij als een soort uitgangspunt zien en niet per se als set in stone, omdat er nog een rechtstreeks gesprek moet plaatsvinden tussen provincie en de MRDH. De heer Goedknegt merkt op dat de manier van onderzoeken door de raad van Albrandswaard als plezierig is ervaren. Het verheugt Albrandswaard dat er geen structuurdiscussie wordt opgestart. Het blijkt dat de samenwerking werkt en dat hoeft niet altijd zwaar in structuren te worden geformaliseerd. Bij de energietransitie bijvoorbeeld wordt er vanuit Delft heel sterk aan getrokken en daar zie je echt een samenwerking ontstaan die op hetzelfde niveau gebeurt als de MRDH, zij het niet in structuur, maar gewoon op basis van onderlinge afspraken. Als er bij de raden behoefte aan bestaat om dat te formaliseren, zullen de raden die er het meest kritisch tegenover staan volgens hem de eerste zijn die daarom gaan vragen. De heer Haan maakt ook namens Maassluis complimenten aan de staf voor het gelopen traject, dat zeker heeft bijgedragen aan draagvlak voor de MRDH, dat overigens in Maassluis best al goed was. Jammer vindt de gemeente het alleen dat er toch geen derde pijler is gekomen, zeker in het licht van de ontwikkeling naar 1 miljoen extra inwoners en 230.000 extra woningen in de komende periode, zijns inziens argumenten die pleiten voor een aparte pijler voor wonen en RO. In de komende periode zal Maassluis er daarom voor blijven pleiten die opt in-mogelijkheid op die manier in te vullen. Mevrouw Attema spreekt eveneens waardering uit voor het proces van totstandkoming van deze evaluatie, dat in zich al heel waardevol was en ook in Ridderkerk tot hele goede gesprekken heeft geleid met de raad. Het zal niemand verrassen dat Ridderkerk zeer hecht aan de twee pijlers, want het is altijd min of meer een stokpaardje geweest van haar gemeente. Iedereen mag wat haar betreft met iedereen samenwerken, vooral als het ook nog zin heeft, en dan wil Ridderkerk er zelf ook wel aan meedoen, maar ga dat nou niet formaliseren, want dat leidt meteen weer tot een structuurdiscussie die op dit moment de MRDH niet verder zal helpen. Ten slotte dringt zij erop aan ook over de grenzen te kijken en te proberen samen te werken met de Drechtsteden. De heer Van der Linden geeft te kennen dat ook Barendrecht tevreden is met het doorlopen proces. Zichtbaarheid en samenwerking zijn wat Barendrecht betreft belangrijker dan het bestuurlijke construct an sich. Hij beveelt dan ook aan vooral zo door te gaan. Mevrouw Junius sluit zich aan bij de gemaakte complimenten. De evaluatie heeft de MRDH beslist wat dichterbij gebracht, al is ook gebleken dat er intern nog veel meer zal moeten worden gedaan. In de portefeuillehoudersoverleggen is de samenwerking al heel goed en er zal goed naar worden gekeken hoe dat verder kan aansluiten. De adviescommissies worden door Voorne-Putten af en toe wel als erg ver weg en traag ervaren, zonder veel invloed. Er zal heel wat worden gevraagd om dat te verbeteren. Daarbij zal er in praktische zin vooral voor moeten worden gezorgd dat het raadsleden mogelijk wordt gemaakt op een goed tijdstip ergens ook aanwezig te kunnen zijn. Met mevrouw Jetten is zij het ten slotte geheel eens transparant te zijn over de manier waarop stuurgroepen gevormd worden. De heer Rensen uit namens Brielle tevredenheid over het proces, maar zeker ook over het resultaat, waaruit in ieder geval blijkt dat de meerwaarde van de MRDH zich in de afgelopen paar jaar nadrukkelijk heeft bewezen, waardoor de twijfels die indertijd bij de oprichting nog bestonden geheel zijn verdwenen. Pagina 5 van 10

Uit de verschillende reacties is naar voren gekomen dat het geen haalbare kaart is om weer een structuurdiscussie te voeren en het toevoegen van nieuwe pijlers aan de orde te stellen. Blij is Brielle wel met de erkenning dat er behoefte is om aanpalende thema s als duurzaamheid, energietransitie, arbeidsmarkt, enz. inherent en integraal bij de problematiek van deze regio te betrekken, resulterend in een opt in-regeling, gelukkig ook met een verordening die wat spelregels gaat vastleggen, want het mag geen willekeur worden en leiden tot subregionale coalities die met elkaar bezig zijn. Waar in de voortgangsrapportage van de provincie valt te lezen dat in andere regio s nadrukkelijk ook integrale thema s, veel breder dan de twee kerntaken van de MRDH, worden opgepakt, zou het toch wel heel gek zijn als de MRDH zich zou moeten beperken tot de twee kerntaken. Hij pleit er daarom voor een goed overlegtraject voor die verschillende thema s op te tuigen. De heer Melzer sluit zich bij die oproep aan. De heer Vermeulen memoreert dat de door de provincie ingediende zienswijze inmiddels ook in de Statencommissie is besproken, waarin brede steun is gebleken voor de insteek van het college. Vastgesteld is dat weliswaar heel goed wordt samengewerkt, maar dat een en ander ook nog een keer zal moeten worden vastgeprikt in een definitieve afspraak. Het is goed even de tijd te nemen om daarover met elkaar het gesprek te voeren, zodat uiteindelijk ook het rijk kan worden gemeld dat die discussie een keer klaar is. In het college is een hele geschiedkundige verhandeling gewijd aan de manier waarop het tot enige jaren geleden ging met de BDU, op welke rekening het geld werd overgemaakt, etc., maar gelukkig kan worden vastgesteld dat dat geschiedenis is. Er wordt nu echt heel goed samengewerkt op verschillende dossiers. Voor het overige passen complimenten aan een ieder die betrokken is bij de evaluatie, met name ook Jouke de Vries, die in de Statencommissie een uitgebreide presentatie heeft gegeven en met diens mensen een toelichting heeft gegeven op de bevindingen, wat ook weer heeft geleid tot veel meer begrip aan de kant van de Statenleden die betrokken zijn bij de bestuurlijke discussie. De heer Van Sluis maakt ook namens Capelle aan den IJssel een compliment aan de organisatie die de evaluatie in kannen en kruiken heeft gebracht. Hij kan zich nog herinneren dat de initiatiefnemers aan het begin in Capelle aan den IJssel een pleidooi hebben gehouden voor het oprichten van de MRDH, en toen moest nog een lange weg gegaan worden. Als hij dan nu hoort hoe positief in eigenlijk iedere gemeente over de MRDH wordt gedacht, meent hij te mogen vaststellen dat het werk echt heel goed is gedaan. Wat betreft de discussie over pijlers en een opt in-regeling, roept hij op vooral het belang van de samenwerking nog eens goed te onderstrepen en eenheid uit te stralen naar de rijksoverheid. Het kan alleen maar goed zijn zo te laten zien dat men samen met de provincie de juiste partner is met elkaar. Zo niet, dan vreest hij dat het geld naar een andere kant zal vloeien die die saamhorigheid wel heeft getoond. Mevrouw Van Bijsterveldt brengt naar voren dat harerzijds, samen met haar collega van Schiedam en de organisatie, in de komende tijd aan de slag zal worden gegaan met de punten die zijn ingebracht, om te proberen die uiteindelijk te vertalen in een verstandige voorzet voor het AB. Met mevrouw Jetten is zij het eens dat ook in dit proces geprobeerd zal moeten worden daarbij zoveel mogelijk mensen te betrekken. De voorzitter doet het goed te zien dat, waar Jozias van Aartsen en hij in het begin heel veel processen hebben moeten trekken, de collega s nu veel zaken in eigen beheer hebben. Dat is precies wat men vanaf het begin voor ogen heeft gehad, want de Metropoolregio is in feite van de gemeenten die meedoen. De Metropoolregio is zo sterk als haar zwakste schakel, waarbij de kleine gemeenten de grote nodig hebben en de grote gemeenten de kleine. Dit geheel van de MRDH is niet los te zien van de provincie. Beide hebben elkaar nodig, omdat in de steden en dorpen ook veel kracht ligt die gemobiliseerd moet worden. Het is een vorm van co-creatieproces. Hij hoopt van ganser harte dat de discussies over macht en bevoegdheden kunnen worden afgesloten en dat nu begonnen zal worden met vooral het verschil maken voor de burgers, op tal van terreinen. Terecht is aangedrongen op voorzichtigheid met structuurdiscussies. Gelukkig hebben alle collegawethouders die werken aan openbaar vervoer in hun eigen colleges wethouders die werken aan ruimtelijke ordening en er is niets mis mee om die te betrekken bij de discussies over het inrichten van het openbaar vervoer, zonder dat dat in een structuur gegoten hoeft te worden. Alle kennis die in een gemeente aanwezig is, of het nu bestuurlijke kennis is of andere kennis, kan worden ingeroepen voor een project, en als dat klaar is kan iedereen iets anders gaan doen. Als ergens in een gemeente een ambtenaar is die heel bijzondere ervaring heeft, hetzij in het buitenland, hetzij elders in Nederland opgedaan, die goed benut kan worden, structuur of geen structuur, moeten de omstandigheden worden georganiseerd om daarvan Pagina 6 van 10

gebruik te maken. Als de inhoudelijke benadering prevaleert boven een structuurdiscussie kan met elkaar een heel eind worden gekomen. Voor het inspreken geldt wat hem betreft hetzelfde. Inspreken gebeurt in principe bij de gemeente waar zienswijzeprocedures aan de orde zijn, maar niets belet om diegenen die graag een keer wil inspreken daarvoor de gelegenheid te bieden, vandaar dat op de eigen site bij het verspreiden van de agenda een link wordt opgenomen dat insprekers welkom zijn. Naar aanleiding van de opmerkingen die zijn gemaakt over de ondoorgrondelijkheid van de stukken, is besloten daar bovenop een besluitvormings-a 4tje te presenteren, toegankelijk voor de leden van de commissies en voor de leden van de raad. Tot slot een enkel woord in de richting van de provincie. Het is inderdaad goed nu met elkaar om de tafel te gaan zitten en de brief pas te beantwoorden als met elkaar de conclusie is getrokken dat dit het ook echt is. Er kan dan een klap op worden gegeven, waarna de aandacht echt kan worden gericht op wat men gemeenschappelijk nastreeft, namelijk het verbeteren van deze mooie positie. De heer Tigelaar komt nog even terug op het opt in-model. Hij is het er van harte mee eens dat vanuit de inhoud gewerkt moet worden en daar waar verbreding nodig is, maar dan ligt het accent bij een van de twee kerntaken: de economische agenda of het OV. Als het binnen de bestaande regeling en de tafels die er zijn veel meer daarop wordt benadrukt, geeft dat geen structuurdiscussie, ook niet bij de achterbannen of de raad, en dan kan misschien ook de term opt in-model worden verlaten. De heer Aptroot wenst nadrukkelijk aan te laten tekenen dat Zoetermeer en Wassenaar niet voelen voor een structuurdiscussie met betrekking tot het opt in-model. Dat her en der advies wordt gevraagd en dingen erbij worden betrokken, is tot daar aan toe, maar als het verder gaat ontstaat steeds meer bestuurlijke spaghetti en ook concurrentie met de provincie, terwijl nu juist het punt is bereikt waarop men het goed met elkaar kan vinden. De voorzitter werpt tegen dat er niets mis mee is wanneer bijvoorbeeld de Waterweggemeenten gedrieën de behoefte hebben over een onderwerp te spreken en dat bij de MRDH melden. Het zou dan ook heel fijn zijn als ze de MRDH regelmatig op de hoogte stellen van wat ze aan het doen zijn op dat onderwerp. Het is alleen maar goed dat vele gemeenten in een kleiner verband met elkaar ergens over spreken en daarvan ook de MRDH deelgenoot maken. Daarmee is nog geen structuurdiscussie aan de orde. De heer Aptroot oppert dat dan niettemin sprake is van faciliteren en van een structuur binnen de MRDH, en daarvan ziet hij het nut niet in. Mevrouw Van Bijsterveldt stelt voor een en ander eerst eens nader uit te werken. Volgens haar raken de intenties elkaar wel en is er niemand die geïsoleerd op eilandjes beleid wil ontwikkelen. De heer Lamers betreurt het dat de heer Aptroot hierop zo doorgaat, want die faciliteiten zijn al tweeënhalf jaar in de gemeenschappelijke regeling voorhanden. Het is hem bekend dat met name de voormalige Haaglandengemeenten al van diverse van die faciliteiten gebruik hebben gemaakt. De voorzitter meent dat door de burgemeester van Delft een wijs advies is gegeven. Aan het adres van de provincie merkt hij afsluitend op dat geprobeerd zal worden in de tweede week van januari een bestuurlijk overleg te organiseren. 1. Een stuurgroep in te stellen met de voorzitters van de bestuurscommissies en adviescommissies, die onder voorzitterschap van de bestuurlijk eigenaren de uitwerking en de implementatie van de aanbevelingen van de evaluatie (het follow-up programma evaluatie ) begeleidt en deze stuurgroep tevens te vragen het algemeen bestuur een voorstel te doen over de effectuering van de aanbevelingen 2 & 3 (opt-in model) en 6 (rol adviescommissies). 2. Mevrouw Van Bijsterveldt en de heer Lamers aan te wijzen als bestuurlijk eigenaren van het follow-up programma evaluatie, en daarmee als voorzitters van de stuurgroep die de programma begeleidt. 3. De nota van beantwoording vast te stellen met inachtneming van het onder het eerste beslispunt genomen besluit en de MRDH werkorganisatie te mandateren de nota en haar reactie hierop aan te passen. 4. Om, gegeven de discussie in het algemeen bestuur over het eerste beslispunt, de reactie van het algemeen bestuur op de aanbevelingen vast te stellen en mevrouw Van Bijsterveldt en dhr. Lamers te Pagina 7 van 10

mandateren om de reactie van het algemeen bestuur op de aanbevelingen te communiceren aan de gemeenten. 5. De reactie van het algemeen bestuur op de brief van Gedeputeerde Staten Zuid-Holland d.d. 23 oktober 2017 inzake de bijdrage aan de evaluatie aan te houden en eerst een bestuurlijk gesprek met de provincie over deze inbreng te organiseren. 4. Werving en selectie secretaris-algemeen directeur MRDH De voorzitter geeft het woord aan de burgemeester van Delft, zijnde de portefeuillehouder HR. Mevrouw Van Bijsterveldt deelt mede dat namen van kandidaten onder de aandacht kunnen worden gebracht van Pieter van de Stadt van Lansingerland, die tevens in de selectiecommissie zal plaatsnemen. Komende week zal de vacature worden opengesteld en zij spreekt de hoop uit dat hierop kwalitatief goede mensen zullen reageren. De vergadering besluit kennis te nemen van het door het dagelijks bestuur op 8 december vastgestelde profiel en de wervingsprocedure van de secretaris-algemeen directeur. 5. Regeerakkoord en regiodeals De voorzitter meldt dat eind januari met het kabinet een overhedenoverleg is gepland met de VNG, de provincies, via het IPO en wellicht de griffer, de G32 en de waterschappen, met de bedoeling voor de rest van de kabinetsperiode afspraken te maken. Ook de belangen van de Metropoolregio zullen daarin vertegenwoordigd zijn. Zelf geeft hij er de voorkeur aan op enigerlei wijze bij een van die overleggen betrokken te zijn, zodat ook de belangen van deze regio daarin in voldoende mate aan de orde kunnen komen. Hij neemt aan dat de provincie hetzelfde zal willen doen en een vorm van afstemming tussen de provincie en de MRDH kan dan ook zinvol zijn, om te proberen er in gezamenlijkheid het maximale uit te halen voor de belangen van de MRDH. Op het gebied van OV, lightrailverbindingen en alles wat daarmee samenhangt bestaan er wensen aan de kant van de rijksoverheid om daarin te investeren, maar daarbij wordt ook naar deze kant gekeken als het gaat om het organiseren van cofinanciering. Daarnaast is er een apart MIRT-overleg, waarin de wethouder van Rotterdam en andere collega s het voortouw hebben. Kortom, het zal een aardig potje schaken worden op verschillende borden, om de belangen van deze regio zo goed mogelijk over het voetlicht te krijgen. De heer Vermeulen sluit zich daarbij volmondig aan. Een goede afstemming is ook voor de provincie van groot belang, niet alleen met de MIRT-tafel, maar bijvoorbeeld ook met de bestuurlijke Investment Board die is ingesteld voor het Regionaal Investeringsprogramma dat is vastgesteld. Inmiddels heeft hij begrepen dat hiervoor vanuit het desbetreffende ministerie zelfs 950 miljoen beschikbaar is. Hopelijk zal daarvoor vanuit het kabinet niet een soort verdelende rechtvaardigheid worden toegepast, maar zal het geïnvesteerd worden waar het in Nederland echt loont. De voorzitter voegt eraan toe dat het de kracht van de MRDH zal moeten zijn om als gemeenten vanuit een integrale benadering goede, afgestemde plannen aan te leveren. Die kracht zal echter alleen worden onderkend als daarbij meteen ook wordt aangegeven wat de eigen bijdrage in dat geheel zal zijn. De heer Vokurka releveert dat het rijk momenteel is bezig is het kader te ontwikkelen waarbinnen de regiodeals moeten plaatsvinden. Naar verwachting zal dat rond januari/ februari afgerond zijn. Het komt er nu op aan als blok, MRDH en provincie samen, een zodanige propositie neer te leggen, inclusief eigen euro s daarbij, dat het lastig zal worden daaraan voorbij te gaan. Daaraan zal de komende maanden gewerkt moeten worden en zoals de heer Van Sluis zojuist opmerkte, zullen ook de gemeenten in die lobby nodig zijn. Er wordt nogal wat van het kabinet gevraagd, maar naar zijn mening heeft deze regio ook reden om dat te mogen vragen, want het is belangrijk in de economie van Nederland en in de verstedelijking in Nederland. Er zijn echter de nodige uitdagingen te slechten en dat kan men niet alleen. 1. Kennis te nemen van de analyse van het regeerakkoord. 2. Te spreken over de wijze waarop we als regio tot een of meer samenhangende regiodeals op gebied van bereikbaarheid, energietransitie, economie/innovatie en woningbouwversnelling kunnen komen, waarbij we als regio scherp ons eigen bod weten te formuleren. 3. Opdracht te geven om bestuurlijk en ambtelijk met het Rijk te bespreken hoe deze regiodeals in de regio Rotterdam Den Haag vorm kunnen krijgen. Pagina 8 van 10

4. De aanpak van acht gemeenten en de provincie Zuid-Holland die nu regionaal tot stand komt voor samenhangende verstedelijking langs de Oude Lijn te ondersteunen als inbreng in een mogelijke regiodeal en de uitwerking in relatie tot de Werkplaats Metropolitaan OV (i.o.) verder vorm te geven gebruikmakende van de specifieke bevoegdheden en inzet van alle betrokken partners. 6. Strategische agenda 2018-2022 1. Het procesvoorstel, bestaande uit twee fases en een voorronde, voor totstandkoming van de strategische agenda MRDH 2018-2022 vast te stellen; 2. een stuurgroep in te stellen die onder voorzitterschap van de bestuurlijk eigenaar na de gemeenteraadsverkiezingen van 2018 het opstellen van de strategische agenda begeleidt; 3. de heer Aptroot als bestuurlijk eigenaar voor de strategische agenda MRDH 2018-2022 aan te wijzen. 7. Introductieprogramma voor nieuwe bestuurders en raadsleden De heer Bezuijen verzoekt aandacht te besteden aan de brief die naar de griffies zal worden gestuurd met het oog op het inwerkprogramma van de nieuwe raden, en wellicht ook de nieuwe colleges, opdat ook de MRDH daarvan onderdeel kan vormen. Uiteraard is hij altijd bereid daarin een rol te vervullen. De heer Aptroot dringt erop aan in het programma vooral aandacht te besteden aan de vraag op welke momenten raden, en ook de raadsleden die deel uitmaken van de adviescommissies, invloed kunnen uitoefenen. Voorts biedt hij namens de gemeente Zoetermeer aan een van de regiodagen te organiseren. Mevrouw Van Ardenne geeft te kennen dat ook Westland graag een regiodag wil organiseren, hetzij in het World Horti Center, hetzij in het splinternieuwe stadhuis. 1. In te stemmen met de voorgestelde opzet voor het introductieprogramma voor de nieuwe raden en colleges en de nieuwe leden van de MRDH. 2. De heer Bezuijen als lid van het dagelijks bestuur aan te wijzen als bestuurlijk eigenaar van het introductieprogramma. 3. In een of meerdere gemeenten regiodagen te organiseren (waaronder bijvoorbeeld Zoetermeer en Westland). Hamerstukken 8. Verordening Bussenleningen 2017 1. De Nota van beantwoording Verordening bussenleningen 2017 MRDH vast te stellen. 2. De Verordening bussenleningen 2017, de daarbij behorende toelichting en de Algemene leningsvoorwaarden MRDH vast te stellen. 9. 2 e Bestuursrapportage MRDH 2017 1. Kennis te nemen van de 2 e bestuursrapportage 2017. 2. De in de 2 e Bestuursrapportage 2017 opgenomen 2 e begrotingswijziging 2017 vast te stellen. 10. Controleprotocol accountantscontrole MRDH 2017 De vergadering besluit om het Controleprotocol MRDH accountantscontrole 2017 vast te stellen. 11. Intrekken tijdelijke subsidieverordening Vervoersautoriteit De vergadering besluit om conform het bijgevoegde intrekkingsbesluit de Tijdelijke subsidieverordening verkeer en vervoer MRDH 2015 met ingang van 1 januari 2018 in te trekken. 12. Bekrachtiging geheimhoudingsplicht stand van zaken Hoekse Lijn De vergadering om, op grond van artikel 23, derde lid van de Wet gemeenschappelijke regelingen, het besluit van de bestuurscommissie Vervoersautoriteit van 25 oktober 2017 tot oplegging geheimhouding op schriftelijke stukken en mondeling gewisselde informatie inzake Second Opinion planning Hoekse Lijn te bekrachtigen, behoudens de managementsamenvatting van de Second Opinion inclusief zwartmakingen. Deze is op 14 december 2017 reeds is vrijgegeven door de bestuurscommissie Vervoersautoriteit. Pagina 9 van 10

13. Vergaderplanning algemeen bestuur 2018 De vergadering stelt de vergaderplanning van het algemeen bestuur 2018 vast. 14. Verslag en besluitenlijst algemeen bestuur 7 juli 2017 en besluitenlijst besloten bijeenkomst 22 september 2017 Het verslag van de vergadering van het algemeen bestuur van 7 juli 2017 wordt ongewijzigd vastgesteld; de besluitenlijst wordt voor kennisgeving aangenomen. Rondvraag en sluiting 15. Rondvraag Van de rondvraag wordt geen gebruik gemaakt. De voorzitter sluit te 15.50 het openbare deel van de vergadering. Er wordt in beslotenheid verder gesproken over de stand van zaken Hoekse Lijn. Van deze bespreking is geen formeel verslag van gemaakt. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van het algemeen bestuur van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag d.d. 9 maart 2018 Lucas Vokurka Pauline Krikke Pagina 10 van 10