Aanwezig: mevrouw P.C. Krikke, Den Haag. leden: de heer G.G.J. Rensen; mevrouw J. M. van Bijsterveldt; de heer R.J. van Asten; de heer G.

Transcriptie

1 Verslag van de vergadering van het algemeen bestuur van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag op vrijdag 14 december 2018 om uur, in de raadzaal van de gemeente Den Haag. Aanwezig: voorzitter wnd secretaris-algemeen directeur mevrouw P.C. Krikke, Den Haag de heer A.H.P. van Gils leden: Albrandswaard Barendrecht Brielle Delft Den Haag Hellevoetsluis Lansingerland Leidschendam-Voorburg Maassluis Midden-Delfland Nissewaard Pijnacker-Nootdorp Rijswijk Rotterdam Schiedam Vlaardingen Westland Zoetermeer de heer drs. H. Wagner; de heer J. van Belzen; de heer G.G.J. Rensen; mevrouw J. M. van Bijsterveldt; de heer R.J. van Asten; mevrouw M.C. Junius; de heer P. H. van de Stadt; de heer K. Tigelaar; de heer T.J. Haan; de heer H.H.V. Horlings; de heer G. Veldhuijzen; mevrouw F. Ravestein; de heer M.J. Bezuijen; mevrouw B. Kathmann; de heer J.W. Ooijevaar; mevrouw mr. A.M.M. Jetten; de heer P. Varekamp; de heer Ch. B. Aptroot. Tevens aanwezig de heer F. Vermeulen, gedeputeerde provincie Zuid-Holland; de heer A. van de Laar, wethouder gemeente Rijswijk; Afwezig: Rotterdam Capelle aan den IJssel Krimpen aan den IJssel Ridderkerk Wassenaar Westvoorne de heer A. Aboutaleb; de heer P. Oskam; de heer M. W. Vroom; mevrouw A. Attema; de heer J.F. Koen; de heer P.E. de Jong. AB MRDH 14 december

2 1. Opening, mededelingen en vaststellen agenda. De voorzitter opent te uur de vergadering en heet een ieder van harte welkom in de raadzaal van de gemeente Den Haag. Het is haar een eer en een genoegen om de leden van het algemeen bestuur hier te mogen ontvangen. Voor de berichten van verhindering die zijn ontvangen verwijst zij naar de notulen. Zij memoreert dat met een grote delegatie van het algemeen bestuur werkbezoeken zijn gebracht aan Delft, Westland en Zoetermeer, met een mooie afsluiting in de gemeente Rijswijk. Mevrouw Junius merkt op dat de delegatie ook Hellevoetsluis heeft bezocht. De voorzitter geeft aan dat het bezoek aan Hellevoetsluis geslaagd was. Ze heeft het als bijzonder fijn ervaren dat er zoveel raadsleden zijn geweest. Over al die avonden zijn er zo n 160, 170 raadsleden geturfd en dat vindt ze echt heel bijzonder. Een aantal oplopen in deze vorm is misschien wel voor herhaling vatbaar. Wellicht kunnen daarover eens voorstellen worden gedaan, want het leek wel alsof de MRDH ineens een stuk concreter werd nu er allemaal mensen langs kwamen om erover te komen praten. Ten slotte memoreert zij dat het DB van de MRDH op 2 november jl. in Zoetermeer een ontmoeting heeft gehad met gedeputeerde staten van Zuid-Holland, waar in goede harmonie een overeenkomst is getekend. Na berichten daarover op Twitter en Instagram zijn daarop in de sociale media-hoek ook weer positieve reacties teruggekomen. Het was goed elkaar weer eens recht in de ogen te kijken en afspraken te maken. Zij vindt het heel prettig dat met de provincie zo n fijne samenwerking bestaat. De agenda wordt ongewijzigd vastgesteld. 2. Opbrengst regionale bijeenkomsten strategische agenda. De heer Aptroot releveert dat de vier regionale bijeenkomsten goed zijn bezocht, met iedere keer zo n 40 à 50 deelnemers, waarbij alle gemeenten vertegenwoordigd waren. Alle vier keren waren ook beide voorzitters van de MRDH aanwezig, wat zeer werd gewaardeerd. Er zijn goede discussies gevoerd waarin veel zaken zijn meegegeven. In het voorliggende voorstel zijn ze weergegeven in tien focuspunten, die echter nogal beknopt zijn, vandaar dat het verstandig is het verslag van de regiobijeenkomsten erbij te houden, zodat iedereen zich een compleet beeld kan vormen van de input die tijdens de bijeenkomsten is geleverd. Inmiddels is de strategische agenda voor zo n 90% gereed. De Stuurgroep Strategische Agenda, bestaande uit de wethouders Van Sluis van Capelle aan den IJssel en Bokhove van Rotterdam vanuit de bestuurscommissie Vervoersautoriteit, de wethouders Arends van Lansingerland en Bruines van Den Haag vanuit de bestuurscommissie Economisch Vestigingsklimaat, twee gemeenteraadsleden, Van der Mark uit Westland en Bosgieter uit Hellevoetsluis, en ondergetekende als voorzitter, is deze week voor de tweede keer bijeen geweest. In die bijeenkomst is naar aanleiding van alle opbrengsten een en ander besproken en is in ieder geval meegegeven dat het voor de strategische agenda van belang is aan het begin aan te geven wat er al is, zoals bijvoorbeeld het Regionale Investeringsprogramma en de Roadmap Next Economy, en dat de exacte uitwerking en invulling tot op projectniveau gestalte dient te krijgen binnen de programma s die regulier worden vastgesteld in de bestuurs- en adviescommissie en uiteindelijk in het AB met zienswijzeprocedure. Voorts is aanbevolen duidelijk aan te geven wat strak binnen de twee pijlers valt en wat aanvullend is, zoals bijvoorbeeld wonen en groen. Het is prima ook naar het laatste te kijken, maar dan wel voor zover het ondersteunend is aan genoemde pijlers. In dat kader is tijdens de regionale bijeenkomsten benadrukt dat het sterke netwerk van de MRDH met 23 gemeenten en alle andere partners, goed benut zal moeten worden, dat degenen die voorlopen en een pilotproject doen daarin ondersteund dienen te worden en dat al die ervaringen en best practices met elkaar gedeeld behoren te worden. In de bijeenkomsten is er ten slotte op aangedrongen naast de al genoemde thema s groen en wonen ook onderwijs en arbeidsmarkt op een of andere manier een plek te geven, zonder die meteen door de MRDH als taken op zich te laten nemen. AB MRDH 14 december

3 Deze maand zal de stuurgroep nogmaals de strategische agenda onder de loep nemen, waarna begin januari een compleet concept gereed zal moeten zijn, dat op 30 januari in de bestuurscommissies, op 13 februari in de adviescommissies, op 29 februari in het DB en op 8 maart ter besluitvorming aan het AB kan worden voorgelegd, waarna de zienswijzeprocedure van start kan gaan. De heer Varekamp verzekert dat de sessie ook door Westland is gewaardeerd, maar dringt erop aan in het vervolg meer aan spreiding te doen. Dit keer was het twee keer op dinsdag en twee keer op donderdag, zijnde de dagen waarop in Westland vaak raads- of commissievergaderingen worden gehouden. Mevrouw Ravestein beaamt dat de bijeenkomsten erg goed en inspirerend zijn geweest. Naar aanleiding van de in het voorstel genoemde focuspunten, waarmee Pijnacker-Nootdorp het overigens geheel eens is, is in het college wel de opmerking gemaakt dat het bij bereikbaarheid niet alleen om het OV gaat, maar ook rekening zal moeten worden gehouden met mensen die zich op een andere manier willen verplaatsen. Aandacht is ook gevraagd voor het verbeten van de kwaliteit van de groene gebieden. De heer Wagner concludeert dat, als de vergadering in Albrandswaard typerend is voor alle andere, gesproken kan worden van een groot succes, ook qua inbreng en interactie. Waar het voorliggende stuk waarschijnlijk het eerste is van de MRDH waarmee de nieuwe raden te maken krijgen, en het ook om lokale herkenbaarheid gaat, is het wellicht een idee om er een enkel project per gemeente, of een paar projecten, in op te nemen, zodat duidelijk wordt hoe het te plaatsen is in wat hij altijd de placemat van Charlie noemt: het grote stuk waar alle gemeenten op staan met voorbeeldprojecten. De heer Tigelaar vraagt waarmee zo meteen instemming wordt gevraagd. Zoals collega Aptroot aangaf, wordt gewerkt vanuit de twee pijlers, maar er zitten nogal wat punten bij die niet binnen die pijlers vallen. Hij is van mening dat dan wel het goede gesprek moet worden aangegaan over onderwijs, arbeidsmarkt, wonen en groen. Er komen steeds meer andere thema s bij en hij heeft niet de indruk dat iedereen tijdens de bijeenkomst in de gaten had dat er ook regionale afspraken werden besproken die buiten het bereik van de MRDH vallen. Kortom, wat betekent het wanneer nu wordt ingestemd met de tien focuspunten? De heer Horlings maakt namens Midden-Delfland een compliment voor de manier waarop het proces is verlopen en de oogst die het heeft opgeleverd, zonder maren en mitsen. Blij is Midden-Delfland ook met de breedte waarop is ingestoken, omdat economisch vestigingsklimaat en mobiliteit zijns inziens breed en in samenhang moeten worden bezien. De heer Ooijevaar sluit zich daarbij aan. Ingaande op wat de heer Wagner zojuist heeft ingebracht, merkt hij op dat Schiedam al een schriftelijke reactie heeft gegeven en daarin onder andere te berde heeft gebracht dat met het noemen van gemeenten juist wat neutraler tewerk zou moeten worden gegaan, om te voorkomen dat gemeenten zichzelf gaan opzoeken in zo n overkoepelende strategische agenda en dan wellicht concluderen dat zij te weinig en andere te veel worden genoemd. Omdat dat een beetje strijdig lijkt te zijn met wat de heer Wagner zojuist opmerkte, zal hij het op prijs stellen wanneer hierover enige duidelijkheid kan worden verschaft. De heer Veldhuizen onderschrijft de woorden van lof die zijn uitgesproken voor de gang van zaken tijdens de regionale bijeenkomsten. Zelf heeft hij daarin aandacht gevraagd en omdat daarover in het voorstel niets is terug te vinden, doet hij het nog maar een keer voor het feit dat ook in de omgeving krachten aanwezig zijn die moeten bijdragen aan het bereiken van de strategische doelstellingen. Te denken valt bijvoorbeeld aan de Verstedelijkingsalliantie, maar vanuit het perspectief van Voorne- Putten ook aan de groene gebieden ten zuiden en oosten van het eiland. Hij zal het op AB MRDH 14 december

4 prijs stellen wanneer in de strategische agenda ook aan die vraag aandacht zal worden besteed. Mevrouw Junius attendeert erop dat naast een verstedelijkingsstrategie ook een vitaliteitsstrategie in de maak is die met name over de groene gebieden gaat. In een recent overleg met Nissewaard is geopperd dat het voor de ontsluiting van Voorne-Putten misschien een idee zou zijn om één metrohalte te verlengen, met inrichting van een transferium. Zij weet echter niet hoe dat zich verhoudt tot de uitspraak van de minister dat op het gebied van OV niet meer geïnvesteerd mag worden in metroverbindingen. In de strategische agenda wordt gewag gemaakt van OVfinanciering. Geldt dat dan ook voor het gebied onder de Waterweg? De heer Aptroot maakt zij ten slotte een compliment voor de avonden die zijn belegd. Met de eerste spreker is zij het eens dat het een goed idee is om even te inventariseren wat voor raadsleden goed uitkomt om er optimaal naartoe te kunnen gaan. Mevrouw Jetten sluit zich aan bij de complimenten die door de vorige sprekers zijn gemaakt. Het is goed op deze manier aan de burger duidelijk te maken dat op basis van urgentie wordt nagegaan waar de meeste inzet moet worden gepleegd. Zij pleit ervoor de exposure niet alleen naar raadsleden, maar vooral naar de inwoners zo groot mogelijk te maken en daarom bij de focusprojecten heel nadrukkelijk de communicatie met burgers vorm te geven en waar nodig te intensiveren. De heer Haan spreekt eveneens lovende woorden over de bijeenkomsten die zijn georganiseerd, waarvan hij die in Schiedam zelf heeft bijgewoond. De heer Tigelaar vroeg zich zojuist af waartoe nu eigenlijk wordt besloten. Volgens hem wordt het algemeen bestuur nu gevraagd een beslissing te nemen over de vier bullets in het voorstel, met daarin opgenomen de tien focuspunten die nader moeten worden uitgewerkt. Ook de groene gebieden waarover de heer Aptroot een wat mitigerende opmerking maakte vallen wat hem betreft onder die focuspunten. Tijdens de sessie in Schiedam werden recreatie en groen in ieder geval aangemerkt als economische vestigingsfactoren van belang. De heer Van Belzen onderschrijft het pleidooi van mevrouw Jetten ten aanzien van de communicatie en de oproep van de heer Wagner met betrekking tot de herkenbaarheid. Het is van belang te laten zien dat deze strategische agenda niet ver van de inwoners vandaan staat, maar juist ook voor hen is bedoeld. De heer Aptroot zegt hij dank voor diens inspanningen om dit mooie document tot een goed einde te brengen. Mevrouw Van Bijsterveldt beaamt dat de bijeenkomsten prima zijn verlopen. Wat betreft onderwijs en arbeidsmarkt, beveelt zij de organisatie aan contact te zoeken met de Economic Board die doende is met de Human Capital Agenda, dit om te voorkomen dat dingen dubbel worden gedaan. Van een vitaliseringsbeleid ten aanzien van de groene gebieden, waarvan de burgemeester van Hellevoetsluis gewag maakte, had zij in de gebiedstafel die zij mag voorzitten nog niet gehoord. Hopelijk wordt hier niet langs elkaar heen gewerkt. Zij dringt erop aan te proberen zoveel mogelijk aansluiting te vinden bij elkaar, om dubbel werk te voorkomen. De heer Vermeulen legt een link met agendapunt 4, de follow up van het programma evaluatie, waarbij Twijnstra Gudde mede in opdracht van de MRDH ook een onderzoek doet naar bestaande bestuurlijke tafels en hoe die te benutten. Hij kan zich voorstellen dat in dat kader van EBZ en andere organisaties prima gebruik kan worden gemaakt om aan deze inhoudelijke agenda uitvoering te geven. De heer Aptroot zegt dank voor de complimenten en positieve opmerkingen, die hij overigens meteen wil doorgeven aan de medewerkers van de MRDH die een en ander heel zorgvuldig hebben voorbereid. Voor een bestuurder als hij is het een feestje om daarvan onderdeel te mogen uitmaken. AB MRDH 14 december

5 Groen is inderdaad ook onderdeel van het economisch vestigingsklimaat, zoals zojuist is opgemerkt. Bij het spreken over de toekomst van de regio en de opgaven en kansen die er zijn zou het gek zijn om zoiets, wat bij velen leeft, onbesproken te laten, maar natuurlijk wordt daarmee aangesloten bij de bestaande overleggen, de bestuurlijke tafels e.d. Dat bijeenkomsten op dinsdag- en donderdagavond problemen kunnen opleveren met andere vergaderingen hoort hij vandaag voor het eerst. De heer Varekamp verzekert hij dat het geen enkel probleem is om ze in de toekomst over meer verschillende weekdagen te spreiden. Met collega Ravestein is hij het geheel eens dat met betrekking tot de bereikbaarheid niet alleen een zwaar accent moet worden gelegd op het OV. De fiets is in dit verband vaak genoemd, maar ook de bereikbaarheid per auto mag niet worden vergeten. Niet alles kan nu eenmaal met lightrail worden ontsloten. Of concrete projecten in de placemat zullen worden opgenomen, weet hij niet, maar hij heeft er alle vertrouwen in dat een strategische agenda zal ontstaan waarin iedereen zich zal herkennen. Tot de heer Tigelaar merkt hij op dat nu een besluit wordt gevraagd over de focuspunten. Hij adviseert echter ook het verslag daarbij in ogenschouw te nemen, met de verdere invulling / nuancering en extra accentjes die er zijn. In feite wordt pas echt met een en ander ingestemd als in het eerste kwartaal het concept van de strategische agenda voorligt, dat daarna naar de gemeenten gaat voor de zienswijzeprocedure. Het lijkt hem lastig allerlei projecten in de overkoepelende visie te noemen, zoals de heer Ooijevaar bepleitte. Dat hoort echt bij de uitvoeringszaken, maar de strategische agenda zal iedereen wel het gevoel moeten geven dat het over hén gaat, hun gebied, hun belangen. De groene gebieden worden bij de focuspunten met name genoemd en de vitaliteit daarvan is, zoals mevrouw Junius terecht opmerkte, heel belangrijk. Een extra halte zal er niet specifiek in staan, maar dat komt naderhand in de uitvoeringsagenda en de volgende jaarschijven die daarvan weer worden vastgesteld. Over de exposure naar inwoners is gesproken en daarbij is overwogen dat er een soort simpele, makkelijk leesbare samenvatting zal moeten komen waardoor iedereen begrijpt wat men met elkaar van plan is. Die slag zal nog gemaakt moeten worden. Bij onderwijs en arbeidsmarkt is het zeker goed een link te maken met bijvoorbeeld de Economic Board, maar ook met andere, want de oplossing zal vooral bij andere worden neergelegd. De vergadering besluit in te stemmen met het opnemen van de opbrengst van de vier regiobijeenkomsten in de strategische agenda MRDH. 3. Strategie Werklocaties. De heer Van de Laar stelt zich voor: Armand van de Laar, wethouder economie van de gemeente Rijswijk. Samen met Ger de Visser verzorgt hij aan de hand van lichtbeelden een korte introductie. De Strategie Werklocaties is eigenlijk een inventarisatie van alle plannen die momenteel in de gemeenten bestaan, hetzij op papier, hetzij daadwerkelijk in uitvoering. De grote meerwaarde ervan is dat voor het eerst een gedegen overzicht wordt gegeven van alle plannen voor kantoren, bedrijventerrein en detailhandel, zijnde ook de drie terreinen waar de Strategie Werklocaties over gaat. Behalve een kwalitatieve analyse geeft ze ook een kwalitatieve analyse: wat is de kwaliteit van al die gebieden, welke opgaven zitten daar, welk aanbod wordt door de gemeenten in de markt gezet en matcht dat met de vraag in de markt? Het derde punt van de strategie gaat over verduurzaming: hoe kunnen al die gebieden met elkaar worden verduurzaamd? Als die drie over elkaar heen worden gelegd, worden grote vraagstukken heel zichtbaar. Zo wordt dan duidelijk dat voor 40 van de honderden terreinen die er zijn grote plannen bestaan voor transformatie naar woningen. Uitvoering daarvan zou de hoeveelheid bedrijventerreinen en daarmee de ruimte voor werkgelegenheid mogelijk in de knel brengen. Vandaag wordt het algemeen bestuur gevraagd het rapport vast te stellen en daarmee ook de strategie die erachter ligt. Die strategie behelst vooral de keuze waar de MRDH AB MRDH 14 december

6 de komende tijd haar aandacht aan gaat besteden, derhalve de prioriteiten die worden gesteld. Een en ander is op 21 november in de adviescommissie besproken, naar aanleiding waarvan punten zijn meegegeven voor de bestuurscommissie, die een advies ter zake heeft geformuleerd, dat vervolgens weer aan de adviescommissie is voorgelegd. Daarmee is misschien wel een nieuwe standaard gezet voor de manier waarop met input van de adviescommissie wordt omgegaan in de bestuurscommissie. De opmerkingen die daar werden gemaakt, overigens ook in een individuele ronde die de MRDH heeft gemaakt met alle wethouders, voorafgaand aan 21 november, hadden vooral betrekking op zorgen waar werkterreinen getransformeerd worden naar wonen. Daarbij werd gepleit voor ruimte voor werkgelegenheid en bedrijven, maar ook voor duurzaamheid en tevens voor even veel aandacht voor zowel bedrijventerreinen die oud zijn en geherstructureerd moeten worden als voor bedrijventerreinen die nieuw worden ontwikkeld. Bottom line is dat voor slim ruimtegebruik, wat door de provincie ook wordt gepropageerd, een goede afstemming cruciaal is. De heer De Visser, beleidsadviseur Economisch Vestigingsklimaat, vervolgt de presentatie. Anderhalf jaar geleden is hem opgedragen met werklocaties aan de slag te gaan. Onderdelen van de opdracht waren het maken van een nieuwe kantorenvisie, een nieuwe bedrijventerreinenvisie, het zorgen voor meer integraliteit tussen de verschillende domeinen en het verduidelijken van de positie van de MRDH daarin. Wat nu voorligt zijn een visie tot 2030 en een aantal concrete afspraken per gemeente per domein voor deze bestuursperiode. Het onderdeel voor kantoren gaat uit van de behoefteraming aan kantoorruimte die de provincie Zuid-Holland heeft laten maken. In die behoefteraming wordt duidelijk dat tot 2030 niet op alle plekken kantoren nodig zijn. Er zijn best veel locaties waarvoor plannen liggen, of waar veel voorraad staat, soms zelfs incourante voorraad of leegstaand, en door de provincie is alle regio s opgedragen een visie te maken waarin duidelijk wordt hoe wordt omgegaan met de grootstedelijke topplekken, zoals hier het Beatrixkwartier of het Central Business District in Rotterdam. Op de plekken waar het goed gaat kan mogelijk nog wat versterkt of toegevoegd worden, maar er zijn er ook, verspreid door de hele regio, met een enorme overmaat, zowel in plannen als in daadwerkelijke voorraad. Bij een rondgang die hij heeft gemaakt langs zijn collega s in de gemeenten is hem gebleken dat in alle gemeentehuizen voornemens bestaan om wat minder goede plekken uit de markt te nemen en plannen te schrappen. Heel concreet is dat bijvoorbeeld het geval in het Rivium/Capelle aan den IJssel, waar m 2 wordt geschrapt en compleet getransformeerd. Andere voorbeelden zijn de Afrikaweg in Zoetermeer en de Plaspoelpolder. Al die voornemens tellen op tot een heel goed scenario en passen uitstekend binnen de behoefteraming die is gemaakt en in het verzoek dat door de provincie is gedaan. Alle gegevens zijn verzameld en het is nu aan de MRDH om die voornemens ook te realiseren. Er hoeft niet overal alleen maar geschrapt te worden. Er zijn ook goede plekken en er is altijd vervanging nodig. De behoefteraming die ten grondslag lag aan de bedrijventerreinen is inmiddels enigszins gedifferentieerd. Er zijn verschillende marktgebieden en verschillende werkmilieus, hoogstedelijke bedrijventerreinen, klassiek kleinschalige en industriële, een heel gevarieerd geheel. Via een kleurenschakering is inzichtelijk gemaakt waar de komende tijd vraag naar is, waardoor ook duidelijk is geworden wat de gemeenten te doen hebben om een mooie balans tussen vraag en aanbod te creëren in de komende tijd. Van de 250 bedrijventerreinen is een honderdtal onder de maat gebleken en daaraan zal dus iets moeten worden gedaan; soms is een facelift voldoende, soms een forsere ingreep als revitaliseren en zelfs transformeren naar wonen. Verder doet zich nog een aantal lastige kwesties voor, bijvoorbeeld bij bedrijventerreinen die aan het water zijn gelegen en ook geoormerkt zijn als watergebonden of een hogere milieucategorie. Het komt er op aan voldoende aanbod te houden in de regio. Het is allemaal in lijn met de gemeentelijke plannen, maar dan moet die koers ook goed gevaren blijven worden. De detailhandel is gebaseerd op koopstromenonderzoek, meer een randstedelijk onderzoek. Ook hier weer blijkt digitalisering een enorme impact te hebben. De internetverkoop is nu al gestegen tot 20% van wat mensen kopen. Kleinere winkelgebieden zijn hartstikke belangrijk voor de vitaliteit van de stad de supermarkt, de kapper en andere kleinere voorzieningen, maar willen mensen echt winkelen, dan zoeken ze AB MRDH 14 december

7 meer beleving en vertier en wordt een heel segment overgeslagen. Daardoor heeft het middensegment het moeilijk. De provincie zet erop in om die middelgrote winkelgebieden te ondersteunen en ook van de MRDH wordt gevraagd daaraan een bijdrage te leveren. (Aan de hand van lichtbeelden wordt een en ander nader toegelicht) De heer Van de Laar attendeert erop dat de laatste sheet meer een discussie over wonen introduceert. Er blijkt uit dat voor een 40-tal gebieden plannen bestaan voor transformeren naar wonen. Kwantitatief onderbouwd is het nog niet, maar als al die plannen doorgaan zal echt een probleem ontstaan met de ruimte voor werkgelegenheid. Nu is de strategie onderwerp van discussie met het oog op de tien focuspunten waarbij meerdere strategische opgaven aan de orde zijn van transformeren, reduceren van kantoren, herstructureren en verduurzamen, met een regionale impact. De voorzitter zegt dank voor de presentatie. De heer Tigelaar beaamt dat bij het steeds verder uitbreiden van woningen de werkgelegenheid mee zal moeten groeien. De werklocaties blijven daarom van cruciaal belang. Wat hem benieuwt is hoe ervoor zal worden gezorgd dat ook alle andere locaties waar zich knelpunten voordoen op een goede manier ontwikkeld zullen worden. Mevrouw Kathmann zegt de heer Van de Laar en het team van de MRDH dat hieraan heeft meegewerkt daarvoor dank. Dat een en ander tot stand is gekomen in een mooi samenspel met de adviescommissie is van groot belang voor het draagvlak voor dit soort documenten. Het geeft haar het vertrouwen dat men er ook in de commissie Economisch Vestigingsklimaat op een goede manier uit zal komen. Wellicht verdient het aanbeveling er dan in het algemeen bestuur met een voorstel op terug te komen. De heer Varekamp maakt een compliment voor het geleverde werk. Aanvullend vraagt hij aandacht voor de zogenaamde clusterkracht, die kan uitgaan van het vestigen van bepaalde sectoren bij elkaar. De heer Van de Laar zegt dank voor de complimenten die zijn gemaakt. Wat hem betreft komen die vooral de heer De Visser toe, die het afgelopen jaar enorm veel werk heeft verzet en alle 23 gemeenten heeft bezocht. De opmerking over de clusterkracht heeft hij genoteerd. Het overige laat hij graag aan de MRDH zelf over. De voorzitter stelt voor de ambtelijke ondersteuning te verzoeken hiernaar te kijken en er later op terug te komen. Aldus wordt besloten. De vergadering besluit: 1. de Strategie Werklocaties MRDH vast te stellen; 2. prioriteiten te bespreken voor de realisatie van de Strategie Werklocaties. 4. Stand van zaken follow-up programma evaluatie Mevrouw Van Bijsterveldt deelt mede dat het geheel eind dit jaar/begin volgend jaar zal worden afgerond. De adviescommissies hebben inmiddels hun werkwijze vastgesteld en daarin gekozen voor meer variatie en meer themadiscussies, geheel aansluitend bij de bijeenkomsten in de afgelopen weken die zo gewaardeerd zijn. De adviescommissies gaan werken met een inhoudelijke jaarplanning, meer kaderstellend en richtinggevend dan tot op heden het geval is geweest. Ten aanzien van de bestuurlijke overlegtafels wordt momenteel een inventarisatie uitgevoerd, dit om te voorkomen dat aan heel veel tafels tegelijk dezelfde dingen worden gedaan. Het zal ook een beeld opleveren van de witte vlekken die er nog zijn en wat AB MRDH 14 december

8 men daarmee zou willen, wat zal worden gekoppeld aan de strategische agenda van de heer Aptroot. Het is de bedoeling de rol van de rekenkamercommissie enigszins aan te passen. Daarover wordt momenteel nagedacht en het resultaat daarvan zal te zijner tijd vanzelf hier ter tafel komen. De administratieve ondersteuning via ibabs en Notubiz zal, als het goed is, via Q1 gestalte krijgen. Eigenlijk had het al gebeurd moeten zijn, ware het niet dat ICTstoringen tot vertraging hebben geleid. Voorts is met betrekking tot de betekenisvolle rol van de provincie Zuid-Holland een en ander afgekaart en getekend in de al eerder genoemde bijeenkomsten. Ten slotte wijst zij erop dat BZK zich momenteel verdiept in het functioneren van de gemeenschappelijke regelingen. Via meerdere gesprekken met verschillende gremia binnen de MRDH is daarvoor input geleverd, mede om ervoor te zorgen dat rustig doorgevaren kan worden op de huidige rivier. De vergadering besluit kennis te nemen van de voortgang van het follow-up programma van de evaluatie. 5. Samenstelling dagelijks bestuur De heer Varekamp concludeert dat in de argumentatie met name procedurematige argumenten zijn aangedragen. Hij zou het op prijs hebben gesteld wanneer in de voordracht ook was vermeld waarom gekozen is voor de genoemde burgemeesters. Mevrouw Ravestein zegt zich volledig te kunnen vinden in het voorstel, maar pleit, mede met het oog op de democratische legitimiteit van de MRDH, voor een iets opener en transparanter proces om te komen tot een dagelijks bestuur. De heer Wagner sluit zich daarbij aan. Elke bestuurlijke bezetting moet transparant te volgen zijn en met goede argument worden onderbouwd. De heer Veldhuijzen onderschrijft de woorden van de vorige sprekers. Hij adviseert voortaan gewoon de belangstelling te inventariseren van mensen die in het dagelijks bestuur zitting zouden willen nemen. Mogelijk zal dan blijken dat ook in het zuidelijk deel van de regio hiervoor belangstelling bestaat. De heer Rensen uit zich in soortgelijke bewoordingen. Hij meent zich te herinneren dat bij eerdere procedures vooraf een vorm van consultatie heeft plaatsgevonden. Wat dat betreft kwam dit voorstel enigszins als een verrassing. De voorzitter stelt voor thans in te stemmen met het voorliggende voorstel en later nader van gedachten te wisselen over de wijze waarop hiermee in 2021 tewerk dient te worden gegaan. Aldus wordt besloten. De vergadering besluit op voordracht van de voorzitters en op grond van artikel 14 Wgr artikel 2:6 van de gemeenschappelijke regeling MRDH 2014 voor twee jaar te (her)benoemen als lid van het dagelijks bestuur: - de burgemeester van Delft; - de burgemeester van Krimpen aan den IJssel; - de burgemeester van Rijswijk. 6. Tweede bestuursrapportage MRDH De vergadering besluit: 1. kennis te nemen van 2 e bestuursrapportage 2018; 2. de in de 2 e bestuursrapportage 2018 opgenomen 2 e begrotingswijziging 2018 vast te stellen. 7. Controleprotocol MRDH accountantscontrole AB MRDH 14 december

9 De vergadering besluit het Controleprotocol MRDH accountantscontrole 2018 conform bijgevoegd ontwerp vast te stellen. 8. Aanpassing artikel 11 Uitvoeringsverordening Metropoolregio Rotterdam Den Haag Algemene Verordening Gegevensbescherming. De vergadering besluit conform bijgevoegd wijzigingsbesluit artikel 11 van de MRDH- AVG verordening zodanig aan te passen dat er meer flexibiliteit is in het aanstellen van de verplichte Functionaris Gegevensbescherming voor de MRDH. 9. Benoeming (plaatsvervangend) leden adviescommissies De vergadering besluit: op grond van de artikelen 5.1 en 5.6 van de instellingsbesluiten van de adviescommissies Vervoersautoriteit en Economisch Vestigingsklimaat, en op grond van de artikelen 2.1 en 2.5 van de verordening van de rekeningcommissie, de volgende leden en plaatsvervangend leden te benoemen: Adviescommissie Economisch Vestigingsklimaat Zoetermeer dhr. J.J. Boerboom als plaatsvervangend lid Adviescommissie Economisch Vestigingsklimaat Westvoorne dhr. G. Plantinga als lid Zoetermeer mw C.A.M. Huijbens als lid Rekeningcommissie Delft dhr T. Töns als plaatsvervangend lid. 10. Vaststellen verslag algemeen bestuur MRDH 6 juli 2018 Het verslag wordt ongewijzigd vastgesteld. 11. Rondvraag en sluiting. De heer Vermeulen deelt mede dat het college van gedeputeerde staten heeft teruggeblikt op de afgelopen vier jaar, waarbij het zich een externe spiegel heeft laten voorhouden door BMC, met in de klankbordgroep onder anderen mevrouw Van Bijsterveldt en anderen die een en ander hebben begeleid. Als de rapportage door het college is vastgesteld, wat a.s. dinsdag waarschijnlijk het geval zal zijn, zal die ook ter kennisname aan het AB worden toegestuurd. Voorts is door de Statencommissie Bestuur en Middelen van de provincie een uitnodiging uitgegaan naar raadsleden in de MRDH om op 23 januari a.s. gezamenlijk van gedachten te wisselen over de evaluatie en de voortgang daarvan. Er zijn al wel reacties op gekomen, maar nog niet uit Rotterdam en Den Haag. Namens de voorzitter van de commissie brengt hij dit nog eens onder de aandacht. De heer Ooijevaar meldt dat de gemeente Schiedam begin dit jaar de nota Verbonden partijen heeft vastgesteld. Aanleiding daarvoor was een onderzoek van de Universiteit Twente naar de effecten op regionaal bestuur, waarin raadsleden een gebrek aan sturingsmogelijkheden blijken te ervaren iets wat door de raad van Schiedam wordt herkend. Naar aanleiding daarvan zal de gemeente Schiedam in een brief aan alle gemeenschappelijke regelingen waaraan zij deelneemt haar visie ter zake toelichten. De voorzitter wenst iedereen mooie Kerstdagen, een heel rustig Oud en Nieuw en alvast een stralend begin van het nieuwe jaar. Vervolgens sluit zij te uur de vergadering. AB MRDH 14 december