Aanwezig: wnd secretaris-algemeen directeur. leden: de heer G.G.J. Rensen; mevrouw J. M. van Bijsterveldt;

Transcriptie

1 Verslag van de vergadering van het algemeen bestuur van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag op vrijdag 9 maart 2018 om uur, in de Raadzaal van de gemeente Maassluis, Koningshoek , 3144 BA Maassluis. Aanwezig: voorzitter wnd secretaris-algemeen directeur mevrouw P.C. Krikke L. Vokurka leden: Albrandswaard Barendrecht Brielle Capelle aan den IJssel Delft Hellevoetsluis Krimpen aan den IJssel Lansingerland Leidschendam-Voorburg Maassluis Midden-Delfland Nissewaard Pijnacker-Nootdorp Ridderkerk Rotterdam Rijswijk Schiedam Vlaardingen Wassenaar Westland Westvoorne Gasten de heer M. Goedknegt; de heer J. van Belzen; de heer G.G.J. Rensen; de heer D.P. van Sluis; mevrouw J. M. van Bijsterveldt; mevrouw M.C. Junius; de heer M. W. Vroom; de heer P. H. van de Stadt; mevrouw L. de Ridder; de heer T.J. Haan; de heer H.H.V. Horlings; de heer H. de Graad; mevrouw F. Ravestein; mevrouw A. Attema; de heer A. Aboutaleb de heer M.J. Bezuijen; de heer C.H.J. Lamers; de heer A. Hoekstra; de heer J.F. Koen; mevrouw A. van Ardenne-van der Hoeven; de heer P.E. de Jong; de heer F. Vermeulen, gedeputeerde provincie Zuid-Holland; Afwezig: Capelle aan den IJssel Den Haag Leidschendam-Voorburg Nissewaard Rotterdam Vlaardingen Zoetermeer de heer P. Oskam; de heer T. de Bruijn de heer K. Tigelaar; de heer W.J. Mijnans; de heer M. Struijvenberg; de heer A. Visser; mevrouw A.A.M. Jetten; de heer Ch.B. Aptroot. AB MRDH 9 maart

2 1. Opening, mededelingen en vaststellen agenda. De voorzitter opent te uur de vergadering, heet een ieder van harte welkom in het prachtige stadhuis van Maassluis en zegt die gemeente dank voor de gastvrijheid. Voor het geval het iemand mocht zijn ontgaan, wijst zij erop dat burgemeester Aboutaleb en zij nu samen covoorzitter zijn, d.w.z. dat zij om en om als zodanig zullen optreden. Zij deelt mede dat bericht van verhindering is ontvangen van burgemeester Jetten, die wordt vervangen door wethouder Hoekstra, wethouder Jan Willem Mijnans van de gemeente Nissewaard, die wordt vervangen door wethouder Henk de Graad, burgemeester Oskam van Capelle aan den IJssel, wethouder Visser van de gemeente Rotterdam, die de taken van de heer Langenberg in de MRDH overneemt, wethouder de Bruijn van de gemeente Den Haag en de heer Aptroot. Mevrouw De Ridder laat weten dat zij burgemeester Tigelaar van de gemeente Leidschendam-Voorburg in deze vergadering vervangt. De voorzitter heet mevrouw De Ridder welkom. Een warm woord van woord richt zij voorts tot Frank Koen, per 10 januari jl. geïnstalleerd als waarnemend burgemeester van Wassenaar. Hierna biedt zij de gelegenheid een petitie aan te bieden. Een spreker namens ROOD, de jongeren afdeling van de SP Vlaardingen, memoreert dat bijna een jaar geleden een aanvang is gemaakt met de verbouwing van de Hoekse Lijn. Beloofd werd toen dat deze maar vijf maanden zou duren, maar nu, bijna een jaar en een half miljard euro verder, is het einde van de verbouwing nog lang niet in zicht. Het voelt alsof de Hoekse Lijn is overleden. In plaats van een trein wordt het nu een metro, waardoor Vlaardingen, Maassluis, Schiedam en Hoek van Holland hun directe verbinding met Rotterdam Centraal verliezen en de regio slechter bereikbaar wordt voor heel Nederland. Weliswaar wordt een betere verbinding verkregen met Rotterdam, maar in feite is het een stap zijwaarts in plaats van voorwaarts. Daarvoor wordt dan een half miljard euro uitgegeven, terwijl de bewoners in de regio veel last ondervinden van een onwijs gebrekkig openbaar-vervoerssysteem. Er worden wel vervangende bussen ingezet, maar die rijden lang niet goed genoeg. Niet zelden komt het voor dat een bus bij een vervangend busstation vijf minuten staat te wachten voordat ie weer gaat rijden, omdat anders de route te snel wordt gereden. De vervangende bus 156 in Vlaardingen rijdt samen met de 56, maar die gaat slechts tot het metrostation en bovendien rijden ze tegelijk. Het betekent dat bus 56 heel veel haltes overslaat, terwijl mensen misschien ook verder Vlaardingen in moeten, wat echter niet kan omdat bus 156 daar dan al staat. Bij het ophalen van de petities heeft hij daarnaast veel verhalen gehoord van mensen die vertellen dat de vervangende bussen überhaupt niet op komen dagen bij Schiedam Centrum, als ze in het weekend of s avonds naar huis willen. Verder is het voor iemand die vanaf Vlaardingen-west de bus naar Schiedam wil nemen vaak sneller eerst met de bus naar Maassluis te gaan en daar de snelbus te nemen naar Schiedam Centrum. Kortom, er is genoeg aan te merken op het vervangend busvervoer. Hij dringt erop aan die problemen onder de loep te nemen en naar oplossingen daarvoor te zoeken. Hij spreekt de hoop uit dat de metro straks geen cent duurder zal worden dan de trein vroeger. Mocht dat wel zo zijn, dan zal hij hier weer staan, want het zou te gek voor woorden zijn wanneer men na al dit ongemak ook nog met hogere kosten zou worden geconfronteerd. Ten slotte dringt hij er bij de MRDH op aan in plaats van een stap zijwaarts ook eens een stap voorwaarts te zetten in Vlaardingen, Maasluis en Hoek van Holland, door de waterbus, die al in Rotterdam, Dordrecht en Schiedam vaart, maar bij Schiedam plotseling stopt, door te trekken naar Vlaardingen, Maassluis en Hoek van Holland. (De petitie wordt hierna overhandigd aan de heer Aboutaleb) AB MRDH 9 maart

3 Mevrouw Van Ardenne-van der Hoeven vraagt wat de aanbieders van de petitie nu precies willen: én een waterbus én een metrolijn én busverbindingen? De spreker antwoordt dat de metro al komt, al zal het veel later zijn dan aanvankelijk was beloofd. In plaats van de trein die vroeger reed en de metro die gaat rijden is nu vervangend busvervoer ingevoerd en daarmee doen zich heel veel problemen voor. Mensen hebben te maken met een halfuur tot een uur extra reistijd, als alles goed gaat tenminste en zich niet ook nog alle problemen voordoen die hij zojuist heeft beschreven. Daarnaast geeft hij de MRDH in overweging een stap voorwaarts te zetten in het openbaar vervoer door de waterbus, die al vaart tot Schiedam, ook in Vlaardingen, Maassluis en Hoek van Holland te laten komen. De heer Lamers vindt het jammer dat de inspreker lange en korte termijn een beetje door elkaar haalt en daaraan meteen ook kwalificaties verbindt. Volgens hem worden in de metrovoorziening goede, duurzame investeringen gedaan voor de lange termijn van deze regio. Inmiddels wordt zelfs al gesproken over meer railverbindingen in dit gebied, om daarmee de infrastructuur beter te organiseren. Met deze petitie wordt naar zijn mening vooral gefocust op de tijdelijke problemen waarmee de inwoners van Schiedam, Vlaardingen, Maassluis en Hoek van Holland nu worden geconfronteerd, op zichzelf overigens een reëel punt, waarnaar momenteel ook allerlei onderzoeken plaatsvinden. Hij vraagt zich af of de aanbieders van de petitie daarvan op de hoogte zijn. Ten slotte merkt hij op dat het doortrekken van de waterbus niet haalbaar schijnt te zijn. De spreker repliceert dat, als er al een onderzoek is geweest, de concrete maatregelen die daaruit zijn voortgevloeid in ieder geval ernstig tekort zijn geschoten, want iedereen ervaart nog precies dezelfde problemen als voorheen. De heer Lamers neemt aan dat toch bekend zal zijn dat Schiedam Centrum een intercitystation is dat Schiedam met de rest van Nederland verbindt. De spreker werpt tegen dat die intercitystatus verloren gaat omdat er nu te weinig treinen rijden. De voorzitter merkt op dat het niet de bedoeling is hierover nu met elkaar een debat aan te gaan. De afhandeling van de petitie vindt plaats door de gemeente Rotterdam. Zij zegt de inspreker en degenen die hierheen zijn gekomen om steun te betuigen aan de petitie hartelijk dank en wenst hen alvast een prettig weekend. De agenda wordt ongewijzigd vastgesteld. 2. Uitvraag strategische agenda De heer Lamers brengt naar voren dat nut en noodzaak van deze strategische agenda niet genoeg benadrukt kunnen worden. Hij kan daar een recent voorbeeld van geven. Een dienst van de Financial Times heeft onlangs een ranglijst gepubliceerd van de meest veelbelovende regio s op economisch gebied en tot zijn stomme verbazing staat de Metropoolregio Rotterdam Den Haag niet op die lijst; ze komt niet voor in de top-10 en zelfs niet in de top-25. Vanuit Nederland staat tot zijn verrassing Noord-Holland in de top-10, terwijl de provincie Noord-Brabant op nr. 22 staat. De regio Parijs voert de ranglijst aan, met Dublin als nr. 2. Rondom de Economische Investeringsagenda is met name door collega Aboutaleb veel lobby in het Brusselse ontwikkeld, waarbij veel steun en waardering werd ondervonden voor het feit dat de MRDH de enige Metropoolregio in Europa is die met zulke vergaande en vooral geïntegreerde plannen komt. Dat staat echter nogal op gespannen voet met de analyse van de Financial Times. Alleen al vanwege het imago en het feit dat kennelijk nog niet tot iedereen is doorgedrongen waar de MRDH mee bezig is, is het nodig dat deze strategische agenda als een soort trechter van alles wat tot nu toe is bedacht, tot stand gaat komen. AB MRDH 9 maart

4 De voorzitter beveelt aan eens na te gaan hoe bedoelde lijst tot stand is gekomen, in samenhang overigens met andere lijstjes, die er ook zijn, en daar eens wat dieper in te duiken. De heer Vermeulen geeft vanuit de provincie in overweging om, hoewel dit niet een directe verantwoordelijkheid hoeft te zijn van de MRDH, de klimaatopgave, die ook invloed heeft op mobiliteit en economie, in de strategische agenda een rol te geven op die verschillende thema s. Het lijkt hem voorts goed aansluiting te zoeken bij de vier lijnen uit het Investeringsprogramma. De provincie is graag bereid daarin een rol te spelen voor zover het provinciale taken betreft. Kort wil hij even reageren op de ranglijst van de Financial Times die zojuist door de heer Lamers is aangehaald. Een van de belangrijkste rollen van provincie en Metropoolregio gezamenlijk heeft te maken met de bereikbaarheid. Op dat punt komt Zuid- Holland in vergelijking met vergelijkbare regio s als best bereikbare regio uit de bus, terwijl Rotterdam en Den Haag in hun categorieën scoren als best bereikbare steden. Met de voorzitter is hij het geheel eens dat het de moeite waard is de verschillende lijstjes er nog eens bij te pakken. De heer Van de Stadt stipt vier punten aan die zijns inziens in het oog behoren te worden gehouden: 1. waak voor het evenwicht tussen de stad en de rest van de regio; 2. let naast personenvervoer ook op de positie van het goederenvervoer; 3. zet, anders dan de SP-jongeren, in op lightrail het opwaarderen van het oude Hofpleinlijntje naar een metrolijn wordt door de gebruikers ongelooflijk gewaardeerd, de reizigersaantallen ontploffen; 4. houd het bedrijfsleven hierbij vooral betrokken. De vergadering besluit: kennis te nemen van de voortgang van de strategische agenda MRDH ; Aanbevelingen mee te geven voor de verdere uitwerking in de strategische agenda. 3. Ingekomen brief: Kamerbrief stand van zaken Regio Envelop. De heer Van de Stadt meent zich te herinneren dat in de vergadering van 21 december jl. was afgesproken dat hieraan ook een versnellingsplan zou worden toegevoegd. Nu deze brief zonder enige verdere toelichting ter tafel komt, is hij enigszins van zijn à propos gebracht ten aanzien van de inhoud. Hij is dan ook benieuwd naar de duiding hiervan. Zijn collega van Delft wilt hij voorts graag het volgende meegeven. In de discussie rondom de oude lijn probeert ook Lansingerland aansluiting te krijgen, en dat lukt maar moeilijk. De wethouder van Delft is hiervan de trekker en iedereen wil graag bij die netwerkdiscussies betrokken worden, maar dat gevoel heeft men niet altijd. Hij dringt erop aan bij dergelijke regiodeals na te gaan wie hierbij betrokken willen worden en hoe een en ander georganiseerd kan worden. Mevrouw Van Bijsterveldt zegt toe dit te zullen meenemen en hierop later bij de heer Van de Stadt te zullen terugkomen. De voorzitter licht toe dat de brief van de minister is geagendeerd omdat ze relevant is voor deze vergadering en zeker ook voor de strategie in de toekomst en alles wat daarbij hoort. De brief is overigens meer ter kennisname bedoeld en niet om een discussie uit te lokken over brede vergezichten. Mevrouw Junius vraagt of een en ander ook zal worden verwerkt in de strategische agenda. Waar enerzijds de ambitie wordt uitgesproken om de kwaliteit van de leefomgeving en het leven te verhogen, worden anderzijds een aantal projecten genoemd, zoals de nucleaire problematiek en ESTEC, die heel anders van aard zijn. Zij is dan ook benieuwd of uiteindelijk nog een duiding zal worden gegeven van wat deze regiodeals kunnen betekenen voor de MRDH. De voorzitter neemt aan dat die duiding uiteindelijk wel zal komen. Het bedrag van 950 miljoen is onderwerp van gesprek met verschillende onderdelen van het kabinet. Daarbij kan nog de vraag worden gesteld of het bedrag alleen in dit potje moet zitten, AB MRDH 9 maart

5 of dat het veel breder moet worden getrokken. Eerder is deze vergadering al medegedeeld dat zijdens de MRDH in het gesprek met de informateur drie onderwerpen aan de orde zijn gesteld: woningbouw, energieneutraal of klimaatneutraal en de infrastructuur. Dat kan niet allermaal uit dit budget van 950 miljoen, maar de MRDH focust zich ook niet alleen op dit bedrag; er wordt ook veel breder gekeken. De heer Haan informeert hoe de regiodeals, deze Envelop, het budget van 950 miljoen en het Interbestuurlijk Programma (IBP) zich tot elkaar verhouden. De heer Aboutaleb antwoordt dat het IBP vooral een zaak is van de VNG. Hoe ook over de inzet van het accres wordt gedacht, het is in ieder geval substantieel voor de komende jaren. De VNG onderhandelt namens het gemiddelde van alle gemeenten en de uitkomsten daarvan kunnen mee-, maar soms ook tegenvallen. Het gaat daarbij echt om autonome portefeuilles die samenhangen met dit accres, en dat staat los van een discussie over de regiopot van 950 miljoen. Deze pot is bedoeld voor zes prioriteiten, die regionale kwesties betreffen en in het coalitieakkoord limitatief zijn genoemd. Daarnaast hadden veel ambtenaren in hun vakdepartementen nog een hoop grut, wat nu gedefinieerd wordt als een regionale kwestie. Het is het omlabelen van vraagstukken, om in aanmerking te komen voor financiering uit die potten. Voor klimaat, in relatie tot woningbouw en tot verkeer en vervoer, is een eigenstandige gesprekstafel aan de orde. De minister van Klimaat, met wie hij deze week een langdurig gesprek had, houdt zich momenteel bezig met het hele conglomeraat dat te maken heeft met de gasreductie in Groningen in relatie tot warmte uit de haven, of geothermie in z n algemeenheid, zoals hier in het Westland aan de orde is, en met de vraag hoe om te gaan met de CO 2 -ontwikkeling in relatie tot woningbouw. Het zijn allemaal afzonderlijke terreinen waarover gesproken zou moeten worden. De burgemeesters van twee grote steden uit de G4 zitten inmiddels aan tafel met een afvaardiging van ministers en, sinds deze week, ook de premier, om te bezien of dit conglomeraat van wonen in relatie tot klimaatneutraliteit en in relatie tot OV, als een soort programmabenadering beschouwd kan worden, zelfs enigszins los van de MIRT-discussie. Interessant is te bezien of ook de provincie in dezelfde richting mee kan schakelen. Om het lijstje van gesprekspartners af te maken: inmiddels is hij bij de heer Dijkhoff geweest, bij minister Wiebes en bij de heer Pechtold en de komende weken staan gesprekken gepland met de heer Buma en de minister van Financiën. Zijn collega s voeren weer andere gesprekken vanuit de G4-benadering. Zo wordt geprobeerd dit pakket aan vraagstukken prominent op de agenda te plaatsen. De minister van Binnenlandse Zaken vraagt waar het de regiopot betreft nog altijd om goede, valide plannen en de MRDH heeft haar aandeel in de planvorming inmiddels daar neergelegd. Er wordt op vele tafels geschaakt, wat het af en toe wel eens onoverzichtelijk maakt, maar betrokkenen zelf hebben er redelijk zicht op hoe de hazen lopen. De heer Lamers merkt op dat aan de vele tafels waar geschaakt wordt ook veel te halen is. Het bedrag van 950 miljoen is een landelijk budget en het is natuurlijk belangrijk dat deze regio daaruit een behoorlijke hap kan verwerken. Hij heeft er alle vertrouwen in dat de regio daarbij goed vooraan in de rij zal komen te staan. Er is echter nog een andere component die aandacht verdient. De Economische Investeringsagenda ligt niet alleen bij het kabinet, maar ook in Brussel. Als Brussel straks uit de cohesiegelden al dan niet bijdragen gaat leveren, of anderszins uit de Junckergelden, voor deze regio, zal daar altijd een contrafinanciering vanuit de regio tegenover moeten staan. Het is daarom belangrijk niet alleen op meerdere schaakborden te spelen, maar die schaakborden ook met elkaar te vermengen. Hij neemt overigens aan dat dit een overbodige opmerking is. De voorzitter wijst erop dat het lastig is cofinanciering te vinden voor nationale vraagstukken, maar dat het niet moeilijk is cofinanciering te vinden voor Europese vraagstukken, omdat daarvoor ook nationale budgetten voorgesorteerd kunnen worden. De heer Vermeulen vindt het belangrijk dat door het rijk nu helderheid is geschapen over de manier waarop het financieel invulling denkt te geven aan de regiodeals, Rot- AB MRDH 9 maart

6 terdam-zuid en EZA/ESTEC. Vraag is nog wel even of de regio het daarmee eens is. Het is daarbij van belang de concrete plannen die de regio heeft te preciseren. Verder steunt hij het idee om ook buiten het MIRT-overleg op te trekken en na te gaan wat voor financiën er zijn, omdat er veel meer nodig is om aan de Haagse en Rotterdamse bereikbaarheidsambities tegemoet te komen. De heer Aboutaleb bevestigt dat dat de weg is, want het klassieke MIRT zit vast. In het overleg met het kabinet deze week is te kennen gegeven dat aan de hand van het nationaal programma ook programmatisch gedacht kan worden. Het gaat om sociaal, woningbouw, onderwijs, werkgelegenheid, etc. Als dat als een programma wordt gedefinieerd, kunnen op zo n programma ook in de wetgeving uitzonderingen worden gemaakt. Woningbouwcorporaties in het land betalen X aan belastingen, de Rotterdamse corporaties in Zuid betalen X-Y, en dat verschil komt vrij voor investeringen. Eerst zal dat programma gedefinieerd moeten worden, om daarna te bezien wie welk onderdeel van het programma voor z n rekening neemt. Ook de middelen die vanuit het rijk komen voor Rotterdam-Zuid moeten worden gecofinancierd door Rotterdam. Van de middelen die de afgelopen jaren zijn ontvangen in een periode van crisis heeft Rotterdam elk jaar 10 miljoen aan de particuliere woningopgaven moeten fourneren. Het is weliswaar niet allemaal uitgegeven, het zit ook in een spaarpot, maar het is bij elkaar allemaal wel uit de begroting gehaald en gefourneerd aan die pot. Door programmatisch over dit soort vraagstukken te denken, wordt het iets overzichtelijker en wordt het niet alleen maar in de kolommen gedreven van een MIRT, of van een klimaatminister etc. Het aardige daarbij is dat de minister van Klimaat zich ook iets gelegen moet laten liggen aan de woningbouwopgave en dat de minister verantwoordelijk voor wonen zich iets gelegen moet laten liggen aan de bereikbaarheid. Dat maakt het interessant als het in een programma bij elkaar wordt gebracht. De vergadering besluit de brief voor kennisgeving te nemen. 4. Stand van zaken inwerkprogramma nieuwe raadsleden. De voorzitter geeft het woord aan de heer Bezuijen, die zich in het bijzonder met het introductieprogramma bezighoudt. De heer Bezuijen zegt niet al te veel toe te voegen te hebben aan hetgeen reeds in het stuk is vermeld. Via de griffier of de gemeentesecretaris hebben de gemeenten een brief ontvangen met daarin het aanbod in de inwerkprogramma s aandacht te besteden aan de werkwijze en uiteraard de inhoud van de MRDH. Als het goed is, wordt daaraan momenteel hard gewerkt, waarbij ook bezien wordt hoe hier maatwerk geleverd kan worden. Daarnaast zullen de regiodagen wat groter worden opgezet en inmiddels hebben zich al gemeenten gemeld om daarvoor de organisatie voor hun rekening te nemen. Over de planning valt nog niet al te veel te zeggen, omdat men daarbij afhankelijk is van de wijze waarop een en ander na 21 maart zal verlopen. Mevrouw Van Ardenne-van der Hoeven acht het belangrijk het programma zo breed mogelijk op te zetten, voor iedereen toegankelijk, enz., en dus niet gedurende een paar dagen, maar wat meer. In de vorige vergadering heeft zij Westland aangemeld als een van de deelnemers aan het programma. Of dat inmiddels al loopt, heeft haar niet bereikt, maar het is wel goed te weten dat Westland een gemeente is waar wat te zien valt en die nogal wat raakvlakken heeft met de MRDH. Te denken valt aan het vernieuwen van de economie, de energietransitie, de verbindingen. De voorzitter neemt aan dat de stukken voor de nieuwe raadsleden via de colleges verstuurd zullen worden. De heer Bezuijen merkt op dat de colleges gewoonlijk later aan de slag gaan dan de raden. Hij kan zich daarom voorstellen dat het handig is al eerder informatie te verschaffen aan de raadsleden. Hoe dat het meest praktisch geregeld kan worden, zal nog even moeten worden bekeken. AB MRDH 9 maart

7 Mevrouw Ravestein oppert dat zo n inwerkprogramma wellicht ook een kans biedt om niet alleen de nieuwe raadsleden te informeren over de MRDH, maar ook de zittende raadsleden, en daarbij meteen ook de aanbevelingen uit de evaluatie te implementeren. De heer Bezuijen bevestigt dat dat de bedoeling is. De vergadering besluit in te stemmen met de voortgang van het introductieprogramma. 5. Stand van zaken follow-up programma evaluatie GR MRDH. Mevrouw Van Bijsterveldt licht toe dat de evaluatie in twee onderdelen uiteenvalt: een aantal zaken die in de MRDH beter geregeld moeten worden en de relatie met de provincie. Overeengekomen is dat het laaghangend fruit de komende tijd direct opgepakt zal worden, d.w.z. dat ervoor zal worden gezorgd dat binnen de organisatie goed uitgelijnd wordt welke stukken worden neergelegd, en vooral tijdig. Het lijkt wellicht minder relevant, maar het is vaak de bijl aan de wortel voor het draagvlak voor iets als een MRDH. Meteen zullen ook een paar slagen worden gemaakt ter verbetering van de wijze van afleveren van de stukken, wat met ICT te maken heeft. Collega Lamers heeft voorts het goede idee geopperd een governance-brief te schrijven aan de raden, waarin zal worden aangegeven dat het belangrijk is de klankbordgroep nu echt goed te regelen. De gedachten gaan ernaar uit daarbij de griffiers en de secretarissen te betrekken, zodat het eigenaarschap meer daar komt te liggen dan bij de MRDH. Momenteel wordt de stuurgroep gevormd door collega Lamers en ondergetekende, heel genoeglijk natuurlijk, want met z n tweeën is men het best snel eens, maar het is uiteraard de bedoeling de stuurgroep wat zwaarder te maken en daarvoor zal in de komende tijd gekeken worden naar een mix van bestuurders uit de regio. Een aantal acties zal de komende tijd nader worden uitgewerkt, waarvoor ambtelijke werkgroepen het voorwerk zullen verrichten. Twee wat grotere zaken die daarbij de aandacht vragen zijn de zogenaamde tafels en de adviescommissies. Bij de vraag hoe daarmee om te gaan wordt het van belang geacht inhoud aan proces te verbinden, zodat vorm inhoud zal volgen. Zoals bij alle punten die worden uitgewerkt, zullen eerst draagvlakbijeenkomsten worden georganiseerd over de thema s, om dan pas via DB en AB tot besluitvorming te komen. De heer Lamers voegt eraan toe dat het in het voornemen ligt het laaghangend fruit binnen een à anderhalve maand geregeld te hebben, voordat het nieuwe AB en de nieuwe bestuurscommissies zullen aantreden. De andere dossiers worden nu al onder de motorkap voorbereid en zullen klaar liggen op het moment dat de nieuwe bestuurders in de MRDH aanwezig zijn. Naar verwachting zullen de discussies tegen de zomer langzamerhand kunnen worden opgestart. Het is zeker niet de bedoeling er een langetermijnproject van te maken. Wat afgehecht kan worden, zal zo snel mogelijk worden gedaan. Zaken waarvoor wat meer tijd nodig is, zullen goed worden voorbereid, maar er zal voor worden gezorgd dat het een overzienbaar proces wordt. Mevrouw Ravestein begrijpt dat over de invulling van de adviescommissies wat langer zal moeten worden nagedacht, maar neemt aan dat zodra de raden gekozen zijn weer nieuwe mensen in de adviescommissies zullen worden benoemd. De heer Lamers wijst erop dat het AB strikt genomen heeft besloten de adviescommissies te handhaven. Afgesproken is echter dat naar de frequentie en naar een thematische invulling zal worden gekeken. Zowel het één als het ander zal worden gedaan. Voor de reguliere vergaderingen is hoe dan ook een reguliere vertegenwoordiging nodig. In de governance-brief zal dat nader worden uitgeschreven. Voor de adviescommissies zal nog geen vergaderschema worden opgesteld, omdat dat afhankelijk is van de discussie over al dan niet een thematische invulling, enz., maar ze zullen wel worden bemensd. AB MRDH 9 maart

8 Mevrouw Attema hoopt dat de governance-brief snel tegemoet kan worden gezien, want Ridderkerk is bijvoorbeeld al volop bezig met het voorbereiden van een en ander. De heer Lamers verzekert dat de brief op korte termijn zal worden toegestuurd. De heer Aboutaleb adviseert tot enige voorzichtigheid in de governance met betrekking tot de rol van griffiers en anderen uit de gemeentelijke organisatie. In de opbouwfase van de MRDH was het goed de steunstructuur van de gemeenteraden daarin te betrekken, maar nu het richting volwassenheid gaat, lijkt het hem goed in die volwassenheid ook de eigen rol tot wasdom te laten komen. In de evaluatie zijn veel opmerkingen gemaakt over de manier waarop de MRDH stukken produceert en aanreikt en de besluitvorming rijp maakt voor de gemeenteraden. Hij pleit ervoor een one pager beschikbaar te stellen op alle vraagstukken die de gemeenteraden worden aangereikt, waarin kennis kan worden genomen van de essentie, al dan niet met een verwijzing naar bijlagen. Hij is er op voorhand geen voorstander van om gemeentelijke organisaties op grote schaal te betrekken bij de structuur rondom het voorbereiden van stukken, anders dan het betrekken van professionals bij inhoudelijke vraagstukken, in die zin dat een gemeente X die over een medewerker beschikt die excelleert op een bepaald onderwerp, kan worden gevraagd deze in een team te laten meedraaien. Mevrouw Van Bijsterveldt vermoedt dat haar eerdere toelichting tot een misverstand heeft geleid, dat zij bij deze graag uit de wereld wil helpen. De stukkenstroom is een verantwoordelijkheid van de eigen organisaties, waarin capabele mensen strengheid zullen moeten betrachten aangaande de vraag wanneer nog een stuk aangeleverd mag worden. Op grond van de evaluatie is alleen aanbevolen de griffiers bij de klankbordgroep te betrekken, zodat die ook een zeker eigenaarschap ervaren. Het tweede onderdeel van de evaluatie betreft de relatie met de provincie. In het stadhuis van Den Haag heeft een heel plezierig overleg plaatsgevonden tussen het dagelijks bestuur van de MRDH en gedeputeerde staten van Zuid-Holland, waarin is vastgesteld dat ten aanzien van de samenwerking in de afgelopen periode enorm goede stappen zijn gezet en dat nu een heel constructieve sfeer is ontstaan. Eén punt was nog niet tot tevredenheid geregeld, t.w. de betekenisvolle rol van de provincie Zuid- Holland, die wettelijk vorm moet krijgen in de relatie met de Vervoersautoriteit. In de afgelopen periode is daarvoor met intensieve betrokkenheid van Pex Langenberg gezocht naar een goede oplossing, wat uiteindelijk heeft geleid tot een constructie die, heel plezierig, gewoon binnen de regeling valt. Voor de gedeputeerde vervoer geldt een doorlopende uitnodiging bij het openbare gedeelte van het presidium van de Vervoersautoriteit en vanuit de provincie is er ruimte, en respect, voor eens een besloten overleg over bijvoorbeeld personele zaken. De provincie is geen lid en heeft ook geen stemrecht daar is ook geen behoefte aan, maar wel de mogelijkheid om onderwerpen aan te dragen, in overleg met de voorzitter van het presidium. Daarmee is een langlopende discussie over de betekenisvolle rol beslecht. Een en ander zal vertaald worden in de reactie op de evaluatiebrief van de provincie en in een actualisering van de samenwerkingsovereenkomst. De heer Vermeulen voegt eraan toe dat aan de betekenisvolle rol van de provincie de facto al invulling wordt gegeven, zij het dat dit nog een tandje steviger kan worden gedaan. Naar hij heeft begrepen hebben de MT s van verkeer en vervoer van de provincie en van de Vervoersautoriteit alweer een keer bij elkaar gezeten, waaruit wel blijkt dat het bestuurlijke contact meteen ook weer leidt tot intensivering daarvan. Persoonlijk hoopt hij dat nu een punt kan worden gezet achter de bestuurlijke discussie en dat het inhoudelijke gesprek met elkaar leidend kan zijn. De heer Aboutaleb deelt mede dat hij door de commissie van de Staten was uitgenodigd voor een overleg met fractievoorzitters en woordvoerders over tal van onderwerpen. Het gesprek, dat buitengewoon prettig is verlopen, begon en eindigde met de belangrijkste conclusie dat het jammer was dat men elkaar in die samenstelling nog nooit eerder had getroffen, terwijl er zoveel te bespreken is en zoveel gemeenschappelijkheid aan de orde is. AB MRDH 9 maart

9 De vergadering besluit kennis te nemen van de stand van zaken van het follow-up programma van de evaluatie GR MRDH. 6. Concept-kadernota begroting MRDH 2019 De vergadering besluit de kadernota MRDH begroting 2019 vast te stellen. 7. Subsidieaanvraag InnovationQuarter De vergadering besluit: 1. op grond van de aanvraag van InnovationQuarter, conform de daarin opgenomen plannen en afspraken, een subsidie te verlenen op basis van artikel 4:23, tweede lid sub c van de Algemene wet bestuursrecht (subsidie op grond van een begrotingspost) van maximaal voor: Business Development (maximaal ) Investor Relations Programma (maximaal ) Uitvoering Roadmap Next Economy (maximaal ) Kwartiermaker Regionaal Investeringsplatform (maximaal ) 2. de in het vorige beslispunt opgenomen begrotingspostsubsidie te verwerken in de 1e bestuursrapportage 2018; 3. de directeur Economisch vestigingsklimaat te mandateren de verlening uit te werken in een beschikking in lijn met het onder 1a genomen besluit en daarbij voorschriften en voorwaarden te bepalen inclusief de verantwoordingseisen. 8. Vaststellen verslag algemeen bestuur MRDH 21 december Het verslag wordt ongewijzigd vastgesteld. 9. Rondvraag. De heer Lamers herinnert aan de bespreking die in een besloten deel van de vorige AB-vergadering is gevoerd over de Hoekse Lijn. Geconstateerd is toen al dat de gemeenteraad van Rotterdam een eigen commissie had opgedragen een onderzoek in te stellen en feiten omstandigheden op tafel te brengen, wat tot een raadsdebat heeft geleid. Hij spreekt waardering uit voor de manier waarop dat debat is gevoerd en voor de reactie van het college daarop. De heer Aboutaleb zegt dank voor deze woorden. Hij is onder de indruk van de steun die verkregen is vanuit de Metropoolregio. In het bijzonder noemt hij de portefeuillehouder van Zoetermeer, die zich hierin intensief heeft verdiept en voor Pex Langenberg een steun en toeverlaat is geweest in het hele proces. Waardering heeft hij ook voor de MRDH-organisatie, die heel veel creativiteit aan den dag heeft gelegd om mee te rekenen bij het vinden van een oplossingsrichting die niet raakt aan de andere projecten die de komende jaren in de regio te gaan zijn. Dank past voorts de RET, die bereid is haar vermogenspositie aan te wenden, en natuurlijk de gemeenteraad van Rotterdam zelf, die eveneens een stevige duit in de zak zal moeten doen. Niet in de laatste plaats is ook dank verschuldigd aan de provincie, die bereid is een forse bijdrage te leveren aan de verlenging van de lijn tot aan het strand. Voor Pex is het buitengewoon spijtig dat deze diens job in het zicht van de haven heeft moeten staken, met als gevolg dat een van de voorzitters vandaag nu ook wethouder voor cultuur is. De heer Hoekstra merkt op dat het dit jaar duizend jaar geleden is dat de slag bij Vlaardingen plaatsvond. Samen met de provincie wordt daaraan veel aandacht besteed, omdat daar de zelfstandigheid van Holland is bevochten. Dirk III heeft er de Duitse keizer in de pan gehakt, en daarbij mag best even stil worden gestaan. Sindsdien is een regionale economie ontstaan, waarmee ook min of meer de basis is gelegd voor de MRDH! Namens de burgemeester en het college van wethouders van Vlaardingen nodigt hij iedereen uit voor de activiteiten die in dit verband plaatsvinden. Een officiële uitnodiging zal nog volgen. Op 1 juni zal daarvoor de aftrap worden gegeven in AB MRDH 9 maart

10 de Grote Kerk, waarbij door gedeputeerde Janssen een bijzondere archeologische onthulling zal worden gedaan. Op dezelfde dag is toevallig een AB-vergadering van de MRDH gepland, maar wellicht valt die bijeenkomst in Vlaardingen te organiseren, zodat het een met het ander te combineren valt. De voorzitter lijkt het goed de AB-vergadering in Vlaardingen te houden, zeker nu zij zich ten diepste realiseert dat de MRDH eigenlijk begonnen is in Vlaardingen! 10. Sluiting. De voorzitter sluit te uur de vergadering. AB MRDH 9 maart