Lesbrief Kopen en Werken 2 e druk Hoofdstuk 4 Kopen is kiezen 4.1 Contant betalen, betalen met pinpas en betalen met chipknip.



Vergelijkbare documenten
Dat is een koopje! HOOFDSTUK 8 WOORDEN. Kies het goede woord. Ik ga even naar de... Ik ga sla en tomaten halen. a groenteman b slager

Aan de slag met excel

Eco samenvatting; hs 2 + 5

Onderzoek onder kinderen groep 5 t/m 8

1.2 ( )/5 = 3. Gemiddeld zijn er 3 personen per gezinshuishouding.

Ga naar klik bij Test en spel op: Alle tests en spellen Doe de test: Wat voor geldtype ben jij? Uitslag: je bent een

Samenvatting Economie Module1, H2 en H3

Les 1 woordenschat 2F. de markt de uitvinding favoriet waarde hechten aan waar voor je geld krijgen de consumptie de trend de claim

Is jouw maand ook altijd iets te lang? Onderzoek Jongerenpanel Tilburg

Hoofdstuk 2: Wat produceert een onderneming?

Mei 2013, Nibud Nibud Scholierenonderzoek

Rapport Kinderen en Geld Enquête (NIBUD en het Jeugdjournaal)

Voor meer informatie over Faitrade Hoorn volgt hieronder een korte beschrijving over wat Faitrade-gemeente-Hoorn is en wil bereiken.

Voorblad Wat is geld?

[zelf op te maken en in te vullen > denk hierbij aan het tonen van een foto en/of logo van de bank, je naam etc.

de aanbieding reclame, korting De appels zijn in de a Ze zijn vandaag extra goedkoop.

Sinterklaas onderzoek 2008: Hoe is Sinterklaas 2008 verlopen? Fedor Goossens Elvira Hamann. 10 December 2008

Welkom en voorstellen

Praktische opdracht Economie Schulden en jongeren

Gewoon zo! Geld: Wat moet je weten als je gaat winkelen? MAKKELIJKLEZENGIDS OVER GELD

Veertien leesteksten. Leesvaardigheid A1. Te gebruiken bij : Basisexamen Inburgering Studieboek. Ad Appel

(1 m.) Klassikale aftrap Docent stelt jou als gastdocent voor

Hoofdstuk 1: Vraag en aanbod

Een overzicht van de factoren die de omvang van de gevraagde hoeveelheid van een artikel bepalen.

De kritische consument

Kun jij slim shoppen?

UIT deel 2 elasticiteiten. H2 elasticiteiten. H2.1 drie kenmerken van elasticiteiten (verbanden)

Hoofdstuk 2: Kom je ermee uit?

ANTWOORDEN HOOFDSTUK 1

economie havo 2016-II

Wat doet de NFC chip? Coen Visser

7,5. Samenvatting door R woorden 24 juni keer beoordeeld. Hoofdstuk 1. De kledingmarkt. Omzet = prijs x afzet

Utrecht, Het financiële gedrag van kinderen tussen 12 en 18 & de rol van hun ouders

Kaarten module 4 derde klas

Afschrijvingslijst ANWB Inboedelverzekering

Domein D: markt (module 3) vwo 4

OEFENSCHRIFT DEEL 2 A1-A2

Telecom E-zine mei 2012

Omgaan met geld. Budgetteren

H1: Economie gaat over..

Eerlijk handelen, samen doen! Ontwikkelingen in de achterban

Rekenmodule procenten Pagina 1

CONCEPT. Venster 1 - Klanten

Samenvatting Economie hoofdstuk 1

1,6 miljoen. Fairtrade in het Zuiden 87,7% 12,3% leden. kleinschalige boeren. arbeiders. kleinschalige boeren en arbeiders binnen Fairtrade.

Veilig betalen in Nederland

Remediëringstaak: Vraag en aanbod

Voorblad Wat is geld?

5,7. Praktische-opdracht door een scholier 1903 woorden 30 mei keer beoordeeld. Voorwoord

Gezondheid & Voeding

Eindexamen economie 1 havo 2003-II

TOELATINGSTOETS M&O. Datum

December 2014 Betalen aan de kassa 2013

Utrecht, 2011 Nibud Scholierenonderzoek

Boek 4 Hoofdstuk 7: De overheid en ons inkomen

Eindexamen economie 1-2 havo 2000-II

Groep 6 Basisles Energie

Milieu: pictogrammen KWALIFICATIE DETAILHANDEL

Eindexamen economie 1-2 havo 2002-I

FAIRTRADE. Een beter leven. Wat is Fairtrade

Bijlage 8 De enquêtes

Een product begint als grondstof en daarna word het verwerkt tot een eindproduct.

Economie Module 3 H1 & H2

1.4 a. 6,54 wordt afgerond 6,5 en het antwoord: 6, = b. 6,54 wordt dan 7 en het antwoord: =

Examen VMBO-BB. economie CSE BB. tijdvak 1 dinsdag 2 juni Beantwoord alle vragen in dit opgavenboekje.

Change the world shopping

VEILIG OP DE BANK Opdrachtenblad Niveau:

Meerkeuzevragen Schrijf alleen de hoofdletter van het goede antwoord op.

Rekenmodule procenten Pagina 1

(1 m.) Klassikale aftrap Docent stelt jou als gastdocent voor

Samenvatting Economie Module 1: hoofdstuk 1 t/m 3

Hoofdstuk 2: Prijsvorming door vraag en aanbod

Samenvatting Economie Hoofdstuk 4

Fris innoveert. Vooraf. Les 1 Sleutel 2F

VEILIG OP DE BANK Opdrachtenblad Niveau:

3 Cluster 2: Lage bedragen, beperkt aantal transacties

ECONOMIE. Begrippenlijst H3 VMBO-T2. PINCODE 5 e editie vmbo-kgt onderbouw. Bewerkt door D.R. Hendriks. Sint Ursula Scholengemeenschap, Horn

a a Leg 3 getallen van 2 cijfers en tel ze op. b d Bedenk sommen waar 180 uitkomt. Meer antwoorden. b Uit welke som komt 103?

Leiden is een typische studentenstad en heeft dus veel kamerbewoners.

Cursus financieel management

ENQUÊTE Uitslag. Wij zouden het fijn vinden als jullie deze enquête invullen. We doen dit omdat het een opdracht is voor ICT.

Som eens op welke kosten jullie allemaal zullen maken.

Wat eten we vanavond?

Domein Markt. Uitwerking. Zie steeds de eenvoud!! totale winst, elasticiteit. Frans Etman

Welke BTW tarieven zijn er? 21% luxe goederen 6% primaire levensbehoefte 0% vrijgesteld (export, overheidsdiensten)

Economie Module 3. De marktstructuur is het geheel van kenmerken van de markt die het marktevenwicht beïnvloeden.

UITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2003-I EXAMEN: 2003-I

Onderzoeksresultaten

Kees begint voor zichzelf (of niet)!

Bijlage VMBO-GL en TL

Eindexamen economie 1 vwo 2007-I

Hoofdstuk 1. Lesbrief Kopen en werken

iphone & ipad Vergroot uw digitale wereld

Inleiding tot de economie (HIR(b)) VERBETERING Test 14 november

Nibud Scholierenonderzoek 2016

Vraag Antwoord Scores. Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt één punt toegekend.

Ontwikkelingssamenwerking vmbo-kgt34

Uitgebreide versie. Mijn geld in vertrouwde handen. Stichting Beheer Bewonersgelden Pluryn

Transcriptie:

Hoofdstuk 4 Kopen is kiezen 4.1 Contant betalen, betalen met pinpas en betalen met chipknip. 4.2 a. 1 cent, 2 cent, 5 cent, 10 cent, 20 cent, 50 cent, 1 euro en 2 euro. b. 5 euro, 10 euro, 20 euro, 50 euro, 100 euro, 200 euro en 500 euro. c. Koningin Beatrix. d. Nee, bij het twee euromuntstuk is de binnenring goudkleurig en de buitenring zilverkleurig. 4.3 a. Bij verlies van de chipknip ben je het geld dat op de chipknip staat kwijt. Bij pinnen moet de vinder die kwaad wil doen eerst nog je pincode achterhalen, wil hij iets van jouw rekening afhalen. De chipknip moet je geregeld opladen, dat hoeft niet met de pinpas. Met de chipknip kun je geen betalingen boven de 500 verrichten. Dat kan wel met de pinpas. b. De betaling met de chipknip gaat sneller dan de pinpas, omdat je geen pincode hoeft in te tikken. c. Chipknip: chip en knip. Er zit een chip op de kaart en knip staat voor portemonnee of beurs. 4.4 wat gebeurt er met de hoeveelheid geld op welk moment in mijn portemonnee op mijn rekening 1. als ik contant betaal wordt kleiner niets direct 2. als ik met een creditcard betaal niets wordt kleiner tijdje later 3. als ik met de pinpas betaal niets wordt kleiner direct 4. als ik met de chipknip betaal niets niets bij het opladen 4.5 a. Groenten, fruit, water, thee, schoenen, enzovoort. b. ipod, smartphone, duur horloge, dure schoenen, enzovoort. c. X = luxe goederen. Pas vanaf een bepaald inkomen ontstaat er vraag naar een luxe goed. Naarmate het inkomen toeneemt, stijgt de vraag naar luxe goederen sterker dan de vraag naar primaire goederen.

4.6 a. Aardappels, tweedehands spullen, goedkoop beleg, buskaartje, enzovoort. b. c. 1. Inferieur goed. 2. Luxe goed. 4.7 a. Mobieltje, drinken en snacks, kleding, uitgaan. b. Ja, het kopen van een scooter. Hiermee kan zij kranten verspreiden in minder tijd. 4.8 a. Consumeren. b. Consumeren. c. Investeren. d. Investeren. 4.9 a. 49% van de scholieren in de leeftijd 13-14 jaar besteedt geld aan prepaid bellen met het mobieltje. b. Naarmate de leeftijd van de scholieren vordert, besteden steeds meer scholieren geld aan de bestedingscategorieën uitgaan, bioscoop, café en alcoholische dranken. c. Bij meisjes scoren sierraden en accessoires, kleding en schoenen en persoonlijke verzorging hoog. Bij jongens is dat (spel)computer en games en uitgaan, bioscoop en cabaret.

4.10 a. Sony PRS-350, Bookeen Cybook Orizon, Medion OYO en Archos 70b ereader. b. Sony PRS-350, Bookeen Cybook Orizon. c. Sony PRS-350 weegt 155 gram en de Bookeen Cybook Orizon weegt 245 gram. Jan kiest dus voor de Sony PRS-350. d. De schermafmetingen: de schermafmetingen van de Sony PRS-350 zijn 102 76. Dat is het kleinste scherm van de acht e-readers. Wifi: beide Sony-apparaten beschikken niet over Wifi (draadloos netwerk aansluiting). e. Eigen keus: wel beargumenteren. 4.11 Paraplu met tv-scherm (Japan), de elektrische spaghetti draaivork, de hoofdparaplu (Japan), de Toshiba Folio (de ipad van Toshiba). 4.12 a. Omzet = afzet verkoopprijs: 185 8,50 = 1.572,50. b. Verkoopprijs = omzet/afzet: 2.170/280 = 7,75. 4.13 De smartphone van Apple is duurder dan de smartphone van de concurrenten (Omzet = afzet prijs). 4.14 a. 1.186.000 = 100% 8,7% = 91,3%. 100% = 1.186.000/91,3 100 = 1.299.014 fietsen. b. 898.000.000/1.186.000 = 757,17. c. De gemiddelde prijs is gestegen. De afzet daalt met 8,7% en dat is meer dan de daling van de omzet met 3%. 4.15 a. 612.400.000/898.000.000 100% = 68,2%. b. (192.000 210.000)/210.000 100% = -8,6%. c. 192.000/1.186.000 100% = 16,2%. d. Verkoopprijs Gazelle fiets: 134.500.000/192.000 = 700,52. Verkoopprijs Accell Group: 612.400.000/ 845.000 = 724,73. De verkoopprijs van een Gazelle fiets is lager dan van een Accell Group fiets. 4.16 Kleding, computer games, Coca-Cola, enzovoort. 4.17-4.18 a. (20 12) 1.000 = 8.000. b. (18 12) 1.500 = 9.000.

4.19 a. Promotie. b. Promotie. c. Prijs. d. Plaats. e. Promotie. f. Product. g. Plaats. h. Product. 4.20 a. Eigen voorbeelden zoals GTST waar veel vrouwen naar kijken en dus is er reclame voor wasmachines, mixers, vaatwassers, enzovoort. Voetbalwedstrijden met bier, Gucci aftershave, auto s. b. Kinderen beïnvloeden het koopgedrag van hun ouders en kinderen zijn de klanten van de toekomst. c. Er kijken in Nederland 23 145.000 = 3.335.000 personen naar Studio Sport. d. Er is een tarief per procent kijkdichtheid. Je moet eerst te weten komen hoeveel procent van de mensen er kijken. Verder is gegeven dat het spotje 45 seconden duurt. Hier moet je iets mee doen. In de tekst onder bron 4.3 staat dat de standaardlengte van een reclameblok 30 seconden is, 45 seconden is dus 1,5 blok. Aantal procenten kijkdichtheid: 3.754.000/145.000 = 25,9%. Bedrag dat bedrijf betaalt: 25,9 980 1,5 = 38.073. 4.21 a/b Bijvoorbeeld: Van A naar Beter: mensen informeren over wegwerkzaamheden. Denk Vooruit: campagne om mensen voor te bereiden op grote rampen. Nederland leeft met water: een stijgende zeespiegel en toenemende regenval heeft directe gevolgen voor ons allemaal. 4 mei herdenken, 5 mei vieren: op 4 mei herdenken we de slachtoffers van de tweede wereldoorlog en op 5 mei vieren we onze vrijheid. 4.22 Mensen hebben vertrouwen in bekende personen en spiegelen zich graag aan bekende personen. 4.23 EKO-keurmerk = voor natuurlijke en milieuvriendelijke producten. KEMA-keurmerk = er zijn verschillende deelkeurmerken van KEMA die elk betrekking hebben op specifieke eigenschappen van een product. Een KEMAkeurmerk geeft aan dat het product aan bepaalde kwaliteits- en veiligheidseisen voldoet. Ten onrechte wordt vaak gedacht dat KEMA ook de kwaliteit en de belasting van het milieu laat meewegen. Max Havelaar-keurmerk (Fairtrade) = Producten met het Max Havelaar keurmerk zijn geproduceerd en verhandeld onder eerlijke voorwaarden. Stichting Max

Havelaar produceert of verkoopt zelf niets. Max Havelaar is een keurmerk dat consumenten en bedrijven de mogelijkheid biedt om kleine producenten in ontwikkelingslanden te helpen een betere plek te verwerven in de handelsketen, zodat zij kunnen leven van hun werk. 4.24 Het is een boodschap over het belang van duurzame productie.