Toelatingsexamen. Vakcode: Wiskunde basis onderbouw. Tijdsduur: 2 uur en 30 minuten



Vergelijkbare documenten
Wiskunde Basis Onderbouw

Hoofdstuk 1: Basisvaardigheden

Duizend 3 getallen achter de komma 230 duizend duizend Andersom ,6 duizend ,5 duizend

Hoe maak je nu van breuken procenten? Voorbeeld: Opgave: hoeveel procent van de onderstaande tekening is zwart gekleurd?

Rekenmachine. Willem-Jan van der Zanden

Leerlijnen groep 7 Wereld in Getallen

F3 Formules: Formule rechte lijn opstellen 1/3

Hogeschool Rotterdam. Voorbeeldexamen Wiskunde A

Toets gecijferdheid augustus 2005

REKENMODULE INHOUD. Rekenen voor vmbo-groen en mbo-groen

Examen Rekenen/ Wiskunde

Determinatietoets Rekenen 2F Deze toets bestaat in totaal uit 50 opgaven verdeeld over twee onderdelen.

Wiskunde 2 september 2008 versie Dit is een greep (combinatie) van 3 uit 32. De volgorde is niet van belang omdat de drie

Examen VMBO-GL en TL. wiskunde CSE GL en TL. tijdvak 1 dinsdag 19 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Inleiding tot de natuurkunde

Verkorte versie van de SYLLABUS REKENEN 2F EN 3F (VO en MBO, versie mei 2015) Aanpassing van product van CvTE

Voorbeeld 1 In een klas van 29 leerlingen hebben 3 leerlingen een onvoldoende behaald voor een toets.

Aanvulling hoofdstuk 1 uitwerkingen

LEERWERKBOEK. 2F Meten en meetkunde. Les Schaal

2 REKENEN MET BREUKEN Optellen van breuken Aftrekken van breuken Vermenigvuldigen van breuken Delen van breuken 13

vak : Wiskunde leerweg : TL toetsnummer : 4T-WIS-S-06 toetsduur: : 100 minuten aantal te behalen punten : 58 punten cesuur : 29 punten

Procenten 75% 33% 10% 50% 40% 25% 50% 100%

Examen Rekenen en Wiskunde

SAMENVATTING BASIS & KADER

Toelatingsexamens en Ondersteunend Onderwijs

Examen VMBO-KB. wiskunde CSE KB. tijdvak 2 woensdag 17 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

vak : Wiskunde leerweg : TL toetsnummer : 4T-WIS-S06 toetsduur: : 100 minuten aantal te behalen punten

Toelatingsexamens en Ondersteunend Onderwijs

Examen VMBO-KB. wiskunde CSE KB. tijdvak 2 maandag 19 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Tentamenset A. 2. Welke van de volgende beweringen is waar? c. N R N d. R Z R

Blok 6A - Vaardigheden

1. De afstand van onweer in kilometer bereken je door de tijd tussen bliksemflits en donder te delen door 3.

wiskunde CSE GL en TL

Examen HAVO. wiskunde B. tijdvak 1 donderdag 19 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Als je, van achter naar voor, na iedere 3 cijfers een klein beetje ruimte laat, of je zet een punt, wordt het allemaal duidelijker.

/595\

Examen Rekenen / Wiskunde

Hoofdstuk 2: Grafieken en formules

Examen VMBO-GL en TL 2008 wiskunde CSE GL en TL tijdvak 1 donderdag 22 mei uur

1 Basisrekenen en letterrekenen.

( ) + (100 10) Schat het quotiënt, maak de delingen en noteer de juiste waarde van de rest.

... 1% = 1/100 = 0,01 = 1 van de % = 2/10 = 0,2 = 20 van de % = 1/4 = 0,25 = 25 van de % = 1/2 = 0,5 = 50 van de 100

TOETS REKENEN / WISKUNDE. Naam:... School:...

1. Tafels : a. 6 x 7 =. b. 7 x 8 =. c. 8 x 9 =. 2. Breuken : a. 0,25 x 0,2 =. b. 0,25 : 0,2 =. c. 0,25 + 0,2 =. d. 0,25 0,2 =.

H10: Allerlei functies H11: Kansverdelingen..6-7

worden per stap telkens met 10 vermenigvuldigd. Die as is zo gekozen omdat de getallen erg sterk stijgen en anders wordt de grafiek te hoog.

Eindexamen wiskunde B havo I

REKENEN Hfst 1-3 PROCENTEN. Procenten betekent per honderd.

wiskunde CSE GL en TL

Toets gecijferdheid april 2006 versie 1

Rekenmachine. Willem-Jan van der Zanden

Het opstellen van een lineaire formule.

De grafiek van een lineair verband is altijd een rechte lijn.

Examen VMBO-KB. wiskunde CSE KB. tijdvak 1 dinsdag 19 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Voorbeeldtoets 3F, havo/vwo, voor veldraadpleging

Examen VMBO-BB. wiskunde CSE BB. tijdvak 1 vrijdag 24 mei uur

Toelatingsexamens en Ondersteunend Onderwijs

Studievoorbereiding. Vak: Natuurkunde voorbeeldexamen. Toegestane hulpmiddelen: Rekenmachine. Het examen bestaat uit: 32 meerkeuzevragen

Rekenboek 3 havo/vwo. Antwoorden NOORDHOFF UITGEVERS 2014 REKENBOEK 3 HAVO/VWO ANTWOORDEN 1

6 Ongelijkheden. Verkennen. Uitleg. Theorie en voorbeelden. Los het probleem rond de huur van een kopieermachine op.

Lineaire verbanden. 4 HAVO wiskunde A getal en ruimte deel 1

Tussendoelen domein VERHOUDINGEN 38

Examenopgaven VMBO-KB 2004

y 2a 4b x x 5x 3x 15 8 Voorbeeld 1 Gegeven zijn de formules y 3x 2a 4b Druk y uit in x. Schrijf je antwoord zonder haakjes en zo eenvoudig mogelijk.

Los de volgende vergelijkingen op. Rond eventueel af op 2 decimalen.

Examen Rekenen en Wiskunde

Examen VMBO-GL en TL. wiskunde CSE GL en TL. tijdvak 2 dinsdag 18 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

wiskunde CSE GL en TL

vak : Wiskunde leerweg : TL toetsnummer : 4T-WIS-S07 toetsduur: : 100 minuten aantal te behalen punten : 54 punten cesuur : 27 punten

HAVO 4 wiskunde A. Een checklist is een opsomming van de dingen die je moet kennen en kunnen....

Toets gecijferdheid april 2006 versie 3

t in uren H in mg ,2 31,4 Hoeveel procent breekt het lichaam ieder uur af? voelen. Geef je antwoord in minuten nauwkeurig.

Toets gecijferdheid december 2004

1) Welk getal moet voor het driehoekje worden ingevuld zodat de vergelijking klopt? 2) Schrijf 5/8 als een decimaal getal.

Examen HAVO. Wiskunde B1,2 (nieuwe stijl)

Examen VMBO-BB. wiskunde CSE BB. tijdvak 1 donderdag 17 mei uur. Beantwoord alle vragen in dit opgavenboekje.

Eindexamen wiskunde vmbo gl/tl I OVERZICHT FORMULES: omtrek cirkel = π diameter. oppervlakte cirkel = π straal 2

Examen HAVO. wiskunde A1,2

1.1 Lineaire vergelijkingen [1]

Inhoud. 1 Ruimtefiguren 8. 4 Lijnen en hoeken Plaats bepalen Negatieve getallen Rekenen 100

VERSCHILLENDE TARIEVEN VOOR MEER WINST

1.Tijdsduur. maanden:

Je ziet een pagina uit een reclamefolder van een bank uit Hierin kun je zien welke waarde 25 euro had in verschillende situaties.

Examen HAVO. wiskunde B1,2

Toetsopgaven vwo A/B deel 2 hoofdstuk 7

Examen Rekenen en Wiskunde

Wiskunde 20 maart 2014 versie 1-1 -

Onderwijsassistent REKENEN BASISVAARDIGHEDEN

Dit betekent. noodzakelijk.

HAVO 4 wiskunde A. Een checklist is een opsomming van de dingen die je moet kennen en kunnen. checklist SE1 wiskunde A.pdf

Examen HAVO. wiskunde A. tijdvak 2 woensdag 23 juni uur

1 oppervlakte grondvlak hoogte

Compex wiskunde A1-2 vwo 2004-I

Samenvatting Moderne wiskunde - editie 8

Hoofdstuk 5 gaat over rekenen. Deel 2 is eigenlijk herhaling van alle stof. Trainen voor het examen.

RekenWijzer, uitwerkingen hoofdstuk 2 Gebroken getallen

Uitwerking voorbeeld 2

Eindexamen wiskunde A 1-2 havo 2004-I

Transcriptie:

Toelatingsexamen VOORBLAD VOORBEELDEXAMEN Vakcode: Wiskunde basis onderbouw Tijdsduur: 2 uur en 30 minuten De volgende hulpmiddelen zijn toegestaan bij het examen: rekenmachine (maar geen grafische) kladpapier Het examen bestaat uit: 40 meerkeuze vragen Aantal pagina s: 0 (inclusief voorblad) Beoordeling van de toets: punt per vraag Maximum aantal punten: 40 25 punten voor cijfer 5,5 Vul je naam in op het uitwerkingspapier en het meerkeuze antwoordenblad. Kruis het beste antwoord aan bij de meerkeuzevraag op het antwoordenblad. Schrijf alsjeblieft zo duidelijk mogelijk. Succes met de toets Wiskunde Basis Onderbouw Voorbeeld

. Bereken: 7 (4 8) = a. 9 b. 3 c. - 5 d. 2. Over een drukke knooppunt op de snelweg rijden op werkdagen gemiddeld 20 auto s per minuut. Op weekenden is het rustiger en rijden er nog maar gemiddeld 20 auto s per minuut. Hoeveel auto s zijn dat per week? Rond dit getal af op duizenden. a. 03 duizend b. 922 duizend c. 4 duizend d. 223 duizend 3. Bereken : 5 3 5 4 a. 2 5 b. 3 4 c. 5 3 20 d. 3 20 4. Bereken: 40 : 5 * 3 + 6 * 4 = a. 20 b. 288 c. 29 d. 48 5. De waarde van een kavel land is met 8.000 gedaald en ligt nu bij 32.000. Met hoeveel procent is de waarde gedaald? a. 25,0% b. 33,3% c. 40% d. 20,0% 6. Schrijf het volgende decimaal als breuk en vereenvoudig deze breuk zo ver mogelijk: 0,64 = 6 a. 25 64 b. 00 0 c. 64 d. 32 5 7. In een koffiezaak krijg je een klantenkaart, waarop je voor elke 2,50 die je besteedt een stempel krijgt. Als je 0 stempels hebt krijg je een gratis koffie. Je bezoekt deze zaak elke week aan 3 dagen. Aan twee dagen haal je voor jezelf en je twee collega s gewone koffie (,60 per koffie). De derde dag koop je alleen voor jezelf een grote cappuccino voor 2,30. Hoeveel weken sneller heb je de spaarkaart vol als je elke keer bij je cappuccino ook nog een gebakje voor,0 koopt? a. week b. 2 weken c. 3 weken d. 5 weken Wiskunde Basis Onderbouw Voorbeeld 2

8. Schrijf de volgende breuk als decimaal getal, afgerond op 2 cijfers achter de 8 komma: 30 a. 0,26 b. 3,75 c. 0,27 d. 2,67 9. Bereken: 6 + 3 * (8 3) + 7 = a. 08 b. 28 c. 42 d. 52 0. 485 is 95% van welk getal (afgerond op één decimaal)? a. 580,0 b. 50,5 c. 460,8 d. 509,3. Hieronder zie je een cirkeldiagram van de buitenlandse studenten op een Nederlandse hogeschool na nationaliteit. In totaal zijn er 4600 buitenlandse studenten ingeschreven. Binnen het eerste jaar stoppen 9% van elke nationaliteit met hun studie en gaan terug naar huis. Hoeveel Franse studenten zijn er dan nog over? a. 24 studenten b. 920 studenten c. 064 studenten d. 428 studenten 2. Bereken: - 8 : 4 + 7 * - 3 = a. 42 b. - 23 c. - 42 d. 23 3. Bereken : 8 3 7 5 7 a. 3 7 b. 54 7 c. 9 7 d. 6 5 7 Wiskunde Basis Onderbouw Voorbeeld 3

7 3 4. Bereken : 7 2 4 a. 2 84 b. 5 56 c. d. 2 5. Bij welke van de onderstaande keuzes staan de vijf getallen in volgorde van klein naar groot? (Let op: het zijn niet bij elke keuze dezelfde getallen) a. 0,78 7 9 7 8,27 2 5 b. c. d. 2 3 3 0 9 3 4 0,23 0,2 4 5 4 5 5 6 0,27 6 25 6 7 5 4 6. Wat is de inhoud van een kubus met kantlengte 0,4 dm? a. 0,64 dm 3 b. 6,4 cm 3 c. 64 cm 3 d. 6400 cm 3 7. Drie vrienden starten een klein bedrijfje. Zij leggen respectievelijk 000 (vriend ), 500 (vriend 2) en 2500 (vriend 3) in. Zij maken in het eerste jaar 6000 winst en willen deze in dezelfde verhouding als de inleg verdelen. Hoeveel geld krijgt iedereen? a. 333 (vriend ), 833 (vriend 2) en 2833 (vriend 3) b. 000 (vriend ), 2000 (vriend 2) en 3000 (vriend 3) c. 200 (vriend ), 800 (vriend 2) en 3000 (vriend 3) d. 00 (vriend ), 900 (vriend 2) en 3000 (vriend 3) 8. Hoe veel is 5% van 5% van 452, afgerond op één decimaal? a. 0,2 b. 452,0 c. 2,0 d. 200,9 9. Schrijf de volgende breuk als percentage: 5 250 a. 0,02% b. 0,2% c.,2% d.,875% Wiskunde Basis Onderbouw Voorbeeld 4

20. Je gasleverancier geeft je de keuze uit twee tarieven, A en B. Bij elk tarief heb je vaste kosten per jaar, en daar bovenop een gegeven tarief per kuub verbruik. Hieronder zie je een diagram waarin voor elk tarief het verband tussen verbruik en totale kosten per jaar als lijn is weergegeven. Hoeveel betaal je bij tarief B als je verbruik 400 kuub per jaar is? a. 300 euro b. 325 euro c. 275 euro d. 200 euro 2. Voor het behangen van een studentenkamer zijn de muren netjes gemeten. De wanden hebben een oppervlakte van respectievelijk 4 m 2, 6 m 2, 3 m 2, en 9 m 2. Met pakje behangplaksel kun je 0 m 2 behang plakken. Hoeveel pakjes behangplaksel zijn er nodig? a. 6 b. 5 c. 7 d. 4 22. Een tuin heeft een oppervlakte van 49 m 2. De tuin is even lang als breed. Je wilt rond deze tuin een hek plaatsen. Hoeveel meters hek heb jij nodig? a. 28 m b. 7 m c. 98 m d. 96 m 23. De benzineprijs stijgt in de loop van een maand eerst met 0% en daalt daarna weer met 0%. Aan het begin van de maand was de prijs,69. Wat was de prijs aan het einde van de maand (afgerond op centen)? a.,67 b.,7 c.,69 d.,65 24. Bij een bedrijf gaan 2 op de 25 werknemers in de maand september met vakantie. Hoeveel procent van de werknemers zijn dit? a. 8,0% b. 2,5% c. 7,4% d. 0,74% Wiskunde Basis Onderbouw Voorbeeld 5

25. De verkoopprijs van een product is 220,50 exclusief 2% btw. Wat is de prijs inclusief btw (afgerond op 5 cent)? a. 464,60 b. 476.80 c. 24,50 d. 008,70 26. Een doos is m breed, 30 cm diep, en 50 cm hoog. Wat is de oppervlakte van deze doos? a. 3,60 dm 2 b. 500 cm 2 c.,9 m 2 d. 80 cm 2 27. Een frisdrankfles heeft een inhoud van 3 dl. De vulmachine voor deze flessen maakt gebruik van een reservoir met een inhoud van 500 liter. De machine kan 85 flesjes per uur vullen. Na uiterlijk hoeveel hele uren moet het reservoir nagevuld worden? a. na 7 uur b. na 30 uur c. na 5 uur d. na 3 uur 28. Voor een recept heb je twee ingrediënten, A en B, nodig. Hieronder zie je een verhoudingstabel voor deze twee ingrediënten. A 35 g 8,5 g B 54 g 28 3,4 g Welk getal moet in het lege vakje staan? a. 78 g b. 74 g c. 70 g d. 64 g 29. Je kunt temperaturen omrekenen tussen Fahrenheit en Celsius met de volgende formule: 5 (Fahrenheit 32 ) Celsius 9 Hoe veel graden Fahrenheit is een temperatuur van 25 C (rond af op hele graden)? a. -5 Fahrenheit b. 5 Fahrenheit c. 77 Fahrenheit d. 0 Fahrenheit Wiskunde Basis Onderbouw Voorbeeld 6

30. Hieronder zie je een diagram van de exponentiele groei van algen in een visvijver bij warm weer. Welke van de onderstaande keuzes benadert de verdubbelingstijd van de algen het beste? a. 0 uur b. 20 uur c. 40 uur d. 00 uur 3. Je zet 5000 op een spaarrekening met een vaste jaarlijkse rente van 4%. Met welke formule kun je het saldo (K) op de rekening naar 0 jaar berekenen? a. b. 0 K 5000 0,04 K 5000 ( 0,04) c. K 5000 ( 0,04) d. K 5000 0, 04 0 0 32. Hieronder zie je een tabel van enkele x-waarden en de bijbehorende y- waarden die allemaal bij dezelfde lijn horen. x 4 2 0-2 -4 y 6 2-2 -6-0 Welke van de onderstaande vergelijkingen beschrijft deze lijn? a. y x 2 b. y 0,5x 2 c. y 2x 2 d. y x 4 Wiskunde Basis Onderbouw Voorbeeld 7

33. Los de volgende vergelijking op: 6x + 8 = - 4 Rond je antwoord zo nodig af op 2 decimalen. a. x = 0,67 b. x = -0,67 c. x = -2 d. x = 2 34. Los de volgende vergelijking op: 5 (3 - x) = 3x + 4 Rond je antwoord zo nodig af op 2 decimalen. a. x = 0,73 b. x =,38 c. x = -9,5 d. x = 2,75 35. Hieronder zie je een rechte lijn in een coördinatenstelsel: Welke van de onderstaande vergelijkingen hoort bij deze lijn? a. y x 2 b. y 2x 2 c. y 2x 2 d. y 0,5 2 Wiskunde Basis Onderbouw Voorbeeld 8

36. In het coördinatenstelsel hieronder zijn negen punten getekend. Welke punt (x, y) staat niet in het coördinatenstelsel? a. (-2, -2) b. (8, -6) c. (4, -8) d. (-7, 3) 37. Los de volgende ongelijkheid op: 4 3x 3 Welke van de onderstaande keuzes beschrijft alle waarden van x die je hier in mag vullen? a. x 3 b. x 3 c. x 3 d. x 3 38. Los de volgende ongelijkheid op: 6 x x 2 Welke van de onderstaande keuzes beschrijft alle waarden van x die je hier in kunt vullen? a. x 4 b. x 8 c. Elk getal (alle getallen zijn oplossingen) d. Geen getal (er zijn geen oplossingen) Wiskunde Basis Onderbouw Voorbeeld 9

39. De volgende vergelijkingen beschrijven twee rechte lijnen: Lijn : y x 4 Lijn 2: y x 2 Wat zijn de coördinaten van het snijpunt van deze twee lijnen? a. snijpunt bij x 3 en y b. snijpunt bij x en y 3 c. snijpunt bij x en y 3 d. deze lijnen hebben geen snijpunt met elkaar 40. Los de volgende vergelijking op: x 2 + 2x + = 0 Welke waarden van x zijn oplossingen voor deze vergelijking? a. er zijn twee oplossingen: x = 2 en x = b. er zijn twee oplossingen: x = en x = - c. er is één oplossing: x = - d. deze vergelijking heeft geen oplossingen Wiskunde Basis Onderbouw Voorbeeld 0