v gem v rms f(v) v (m/s) 0.0020 v α v β 0.0015 f(v) 0.0010 0.0005 v (m/s)



Vergelijkbare documenten
Tentamen Verbrandingstechnologie d.d. 9 maart 2009

Cursus Vacuümtechniek. Kenniscentrum Mechatronica Eindhoven

Q l = 23ste Vlaamse Fysica Olympiade. R s. ρ water = 1, kg/m 3 ( ϑ = 4 C ) Eerste ronde - 23ste Vlaamse Fysica Olympiade 1

10 Materie en warmte. Onderwerpen. 3.2 Temperatuur en warmte.

De massadichtheid, dichtheid of soortelijke massa van een stof is de massa die aanwezig is in een bepaald

schematische doorsnede van de wand van een oven Filmlaagjes zijn dunne (laminaire) laagjes lucht voor, direct tegen de wand

MINISTERIE VAN ONDERWIJS, WETENSCHAP EN CULTUUR UNIFORM EXAMEN HAVO 2015

Thermodynamica. Daniël Slenders Faculteit Ingenieurswetenschappen Katholieke Universiteit Leuven

De olie uit opgave 1 komt terecht in een tank met een inhoud van liter. Hoe lang duurt het voordat de tank volledig met olie is gevuld?

Opgave 2. Voor vloeibaar water bij K en 1 atm zijn de volgende gegevens beschikbaar:

Tentamen x 3

De verliezen van /in het systeem zijn ook het gevolg van energietransformaties!

Unificatie. Zwakke Kracht. electro-zwakke kracht. Electriciteit. Maxwell theorie. Magnetisme. Optica. Sterke Kracht. Speciale Relativiteitstheorie

J De centrale draait (met de gegevens) gedurende één jaar. Het gemiddelde vermogen van de centrale kan dan berekend worden:

toelatingsexamen-geneeskunde.be

Eindtoets 3BTX1: Thermische Fysica. Datum: 3 juli 2014 Tijd: uur Locatie: paviljoen study hub 2 vak c & d

XXX INTERNATIONALE NATUURKUNDE OLYMPIADE PADUA, ITALIË THEORIE-TOETS

Phydrostatisch = gh (6)

HEREXAMEN EIND MULO tevens IIe ZITTING STAATSEXAMEN EIND MULO 2009

Exact Periode 7 Radioactiviteit Druk

Afmetingen werden vroeger vergeleken met het menselijke lichaam (el, duim, voet)

Eindexamen natuurkunde 1-2 vwo II

Fysica. Een voorwerp wordt op de hoofdas van een dunne bolle lens geplaatst op 30 cm van de lens. De brandpuntsafstand f van de lens is 10 cm.

Opgave Zonnestelsel 2005/2006: 7. 7 Het viriaal theorema en de Jeans Massa: Stervorming. 7.1 Het viriaal theorema

Eindexamen natuurkunde pilot havo II

1ste ronde van de 19de Vlaamse Fysica Olympiade 1. = kx. = mgh. E k F A. l A. ρ water = 1, kg/m 3 ( θ = 4 C ) c water = 4, J/(kg.

Vraag Antwoord Scores

Tijdsduur 100 minuten. Deze toets bestaat uit 4 opgaven (55 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes!

Exact periode Youdenplot Krachten Druk

DEZE TAAK BESTAAT UIT 36 ITEMS.

Een vloeistof bevat te veel deeltjes om er het massamiddelpunt van te bepalen. Oplossing: we definiëren een stromingsveld: (,p,v) aan.

Definitie. In deze workshop kijken we naar 3 begrippen. Massa, Volume en Mol. Laten we eerst eens kijken wat deze begrippen nu precies inhouden.

I. Oefenvragen met het omrekenen van drukken. 1. Reken om van Pa naar hpa/kpa (rond af op één decimaal).

Over gewicht Bepaling van de dichtheid van het menselijk lichaam.

Eindronde Natuurkunde Olympiade 2014 theorietoets deel 1

Samenvatting natuurkunde Recht evenredig verband =als de ene grootheid 2x zo groot wordt, is dat met de andere grootheid ook zo.

Tijdsduur 100 minuten. Deze toets bestaat uit 4 opgaven (54 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes!

Examen Statistische Thermodynamica

NATIONALE NATUURKUNDE OLYMPIADE. Eindronde theorietoets. 13 juni beschikbare tijd: 2x2 uur. Deel 1

2 Van 1 liter vloeistof wordt door koken 1000 liter damp gemaakt.

Q l = 24ste Vlaamse Fysica Olympiade. R s. ρ water = 1, kg/m 3 ( ϑ = 4 C ) Eerste ronde - 24ste Vlaamse Fysica Olympiade 1

natuurkunde havo 2019-II

Eindexamen natuurkunde 1 havo 2000-II

Rookdichtheid en zichtlengte

Exact periode Gepaarde t-test. Krachten. Druk

Tentamen Inleiding Warmte en Stroming (4B260)

aluminium 2,7 0, ,024 ijzer 7,9 0, ,012

TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2014 TOETS APRIL uur

Tentamen Statistische Thermodynamica MS&T 27/6/08

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 3 Materialen

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 1 t/m 3

Formules voor Natuurkunde Alle formules die je moet kennen voor de toets. Eventuele naam of uitleg

Deze Informatie is gratis en mag op geen enkele wijze tegen betaling aangeboden worden. Vraag 1

UITWERKING. Thermodynamica en Statistische Fysica (TN ) 3 april 2007

jaar: 1989 nummer: 25

Fysische Chemie en Kinetiek

Geschreven door Administrator vrijdag 20 februari :30 - Laatste aanpassing vrijdag 20 februari :45

Eindexamen natuurkunde 1 vwo 2004-II

Module 2 Chemische berekeningen Antwoorden

Uitwerkingen van de opgaven in Basisboek Natuurkunde

Inhoud. Eenheden... 2 Omrekenen van eenheden I... 4 Omrekenen van eenheden II... 9 Omrekenen van eenheden III... 10

natuurkunde vwo 2018-II

Tentamen Fysische Verschijnselen (4B260) 16 juni 2005, uur

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN FACULTEIT DER TECHNISCHE NATUURKUNDE GROEP TRANSPORTFYSICA

In het internationale eenhedenstelsel, ook wel SI, staan er negen basisgrootheden met bijbehorende grondeenheden. Dit is BINAS tabel 3A.

Apparaat voor de wet van Boyle VOS-11002

Viscositeit. par. 1 Inleiding

MINISTERIE VAN ONDERWIJS, WETENSCHAP EN CULTUUR UNIFORM HEREXAMEN HAVO 2015

Bereken de luchtdruk in bar op 3000 m hoogte in de Franse Alpen. De soortelijke massa van lucht is 1,2 kg/m³. De druk op zeeniveau bedraagt 1 bar.

TOETS CTD voor 1 ste jaars MST (4051CHTHEY, MST1211TA1, LB1541) 10 maart uur Docenten: L. de Smet, B. Dam

Hoofdstuk 2: Kenmerken van reacties

Opgave 1 Koolstof-14-methode

Vraag 1 Vraag 2 Vraag 3 Vraag 4 Vraag 5

Woensdag 21 mei, uur

natuurkunde havo 2017-II

Hoofdstuk 7 Stoffen en materialen. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

Samenvatting Natuurkunde Verwarmen en isoleren (Newton)

In de figuur hieronder zie je een Elektromagnetische golf: een golf die bestaat uit elektrische en magnetische trillingen.(zie figuur).

NATUURKUNDE. Donderdag 5 juni, uur. MAVO-C Il EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN C - niveau

Eindronde Natuurkunde Olympiade 2015 theorietoets deel 1

Eindexamen natuurkunde 1-2 vwo 2002-I

Naam (plus beschrijving) Symbool Eenheid Formules. Druk = kracht per eenheid van oppervlakte p (N/m² = ) Pa

aluminium 2,7 0, ,024 ijzer 7,9 0, ,012

aluminium 2,7 0, ,024 ijzer 7,9 0, ,012

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 1

7 College 01/12: Electrische velden, Wet van Gauss

toelatingsexamen-geneeskunde.be Vraag 2 Wat is de ph van een zwakke base in een waterige oplossing met een concentratie van 0,1 M?

de weerstandscoëfficiënt van de bochten is nagenoeg onafhankelijk van het slangtype.

Hoofdstuk 7 Stoffen en materialen. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

Module Aerodynamica ADY03 Reader aerodynamica, Bijlage symbolenlijst

Aanvulling hoofdstuk 1 uitwerkingen

0,8 = m / = m / 650

Juli blauw Fysica Vraag 1

TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2013 TOETS APRIL :00 12:45 uur

Naam: examennummer:.

Hoofdstuk 1 Beweging in beeld. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

Opgave: Deeltjesversnellers

Examen Inleiding Atmosfeer 8 mei 2014 EXAMEN INLEIDING ATMOSFEER. 8 mei 2014, 13:30-16:30 uur

Hoofdstuk 1 Beweging in beeld. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

SEPTEMBERCURSUS CHEMIE HOOFDSTUK 3: STOICHIOMETRIE

Transcriptie:

Uitwerkingen Hertentamen E.K.T., november. We berekenen eerst het volume van de gases: V : :6 : m. Bij aanvang is de es gevuld tot een druk van :4 6 Pa bij een temperatuur van 9 K. We berekenen het aantal mol N bij aanvang: N pv(rt):4 6 :(8: 9) 6:5. Aan het einde van de barbecue is de gastemperatuur T 8 K en de gasdruk p :5 5 Pa. Ook nu berekenen we het aantal mol gas in de es: N pv(rt):5 5 :(8: 8) :55. De hoeveelheid gas die is gebruikt is dus gelijk aan: N N 4:95 mol. Vermenigvuldigen met de molaire massa levert de massa van het verbruikte propaan: M 4:95 :44 : kg.. R f(v)dv 4 m! v exp mv dv (a) De verdeling is genormeerd. Dit betekent dat de totale kans gelijk is aan : f(v) dv. vα v gem v rms f(v) 5 5 (b) v (m/s). v α v β.5 f(v)..5 5 5 (c) v (m/s)

(d) v Z Z v f(v) dv 4 m 4 m 4 m m Dan geldt p v q m. v 4 exp mv Z 8 s v 4 exp mv (m) 5 (e) De gemiddelde kinetische energie van een deeltje m v m ( m).. Een drieniveau systeem met equidistante niveau's en geen ontaarding. (a) exp f exp + exp + exp exp f exp exp + exp f exp exp + (b) f + f + f voor alle temperaturen (normering). (c) Als T! geldt!. Dan geldt exp i! en exp i!. Dan geldt: f!, f!, f!. Als T! geldt!. Dan geldt exp i exp i!. In dat geval geldt f f f!. (d) We hebben net gezien dat bij heel lage temperaturen alle deeltjes in de grondtoestand zijn (f ). De totale energie van N deeltjes is dan E N. Bij heel hoge temperaturen zijn de deeltjes gelijkelijk verdeeld over de drie toestanden (f f f ). De energie is dan E N( + + )N ( + +).!! dv dv

..8.6 f f i.4 f. f 4 5 4. Om de aard van de stroming te kunnen bepalen moeten we eerst de gemiddelde vrije weglengte in het gas bepalen: ` [ p nd ]. We moeten dan eerst de dichtheid van het gas in het vaatje bepalen: n p() 5:(:8 ) 8:45 m. De gemiddelde vrije weglengte wordt dan: ` [ p nd ] [ p 8:45 9 ] : mm. (a) Voor het kleine gaatje geldt dat de diameter aanzienlijk kleiner is dan de gemiddelde vrije weglengte hier zal dus Knudsen stroming optreden. Voor de buis geldt dat de afmetingen er van veel groter zijn dan de gemiddelde vrije weglengte daar treedt dan Poiseuille stroming op. (b) We moeten niet vergeten dat ook buiten het vaatje stikstof gas aanwezig is. De Knudsen stroom wordt dus bepaald door het dichtheidsverschil! Bij de Poiseuille stroom is daar al rekening mee gehouden! I Knudsen 4 n v R I Poiseuille nr4 p 8 L, met n het dichtheidsverschil tussen binnen en buiten. (c) We berekenen eerst de Knudsen stroom daarvoor moeten we de gemiddelde snelheid in het gas uitrekenen: v q 8 RT(M) q 8 8: ( :8) 476 m/s. Het dichtheidsverschil tussen binnen en buiten: nn pp 5. Het dichtheidsverschil is dus /5 maal de dichtheid binnen. I Knudsen (4) (8:45 5) 476 (5 5 ) :6 4 s. Om de Poiseuille stroom uit te rekenen moeten we eerst de viscositeit uitrekenen: nm` v 8:45 (:86: ) : 476 :85 5 Pa.s. De Poiseuille stroom is I Poiseuille (nr 4 p)(8 L) (8:45 )(8 :85 5 L) :79 4 L s. Gelijke Knudsen en Poiseuille stroming gebeurt dan als L :79 m. 5. (a) Voor gasvormig Argon geldt dat, bij alle temperaturen C v R. dit is een atomair gas met slechts drie vrijheidsgraden per deeltje. Voor gasvormig O geldt het volgende: bij lage temperatuur geldt C v 5 R translatie- en rotatie-vrijheidsgraden doen mee. Bij hogere temperatuur geldt

4 C v 7R immers dan doen ook de vibratie-vrijheidsgraad me. Dit gebeurt bij een temperatuur van ongeveer 5 K. 4 C v (R) 4 T (K) (b) De warmtecapaciteit bij constant volume wordt gegeven door C v dudt. Bij lage temperatuur (T <T ) geldt dan: C v / T, bij iets hogere temperatuur (T <T <T ): C v is constant, en voor T >T geldt: C v. C v T (K) 6. Een. mm dik glazen raam met daaromheen. mm dikke stationaire lagen lucht. De temperatuur van het glas aan de binnenkant is T, die aan de buitenkant is T. (a) (b) Er staat een warmtestroom die overal even groot is. In de kamer geldt: j lucht (T kamer d lucht. In de ruit geldt: j glas T glas d glas. In de buitenlucht geldt: j lucht T buiten d lucht. Uit de eerste en derde vergelijking volgt: T kamer T buiten. Uit de eerste en twede vergelijking volgt: T kamer d lucht d glas glas lucht T glas glas lucht T glas T glas Voor het totale temperatuurverschil kunnen we nuschrijven: T kamer T buiten (+:5)T glas. Hieruit volgt dat T glas (:5) 9:76 C.

5 (c) Aangezien de warmtegeleidingscoecient van lucht keer zo klein is als die van lucht moet het glas keer zo dik zijn. De gewenste glasdikte is dus 6 mm. 7. (a) Als de kraan ver open staat zodat de gemiddelde vrije weglengte veel kleiner is dan de opening van de kraan zijn wij in het regime van vrije molekulaire stroming. Dan geldt dat er drukevenwicht wordt bereikt: p w p k. De verhouding van de dichtheden volgt dan uit de ideale gas wet: n p. Dat geeft n w n k T k T w 4. (b) Bij heel kleine kraanopening zijn wij in het regime van Knudsen stroming. Dan krijgen we een thermomolekulair q drukverschil omdat de deeltjesstromen gelijk zijn: n 4 w v w n 4 k v k. Omschrijven resulteert in p w p T w ( w ) p k p Tk ( k ) oftewel p w p k T w T k. De dichtheden zijn dan omgekeerd evenredig aan de snelheden dus n w n k q T k T w. q 8 RT(M) q 8 8: 9( :8) 47 m/s. 8. (a) De diusiecoecient wordt gegeven door D ` v. Berekenen we eerst v We moeten dan eerst de dichtheid van het gas in de kubus bepalen: n p() : 5 (:8 9) :47 5 m. De gemiddelde vrije weglengte wordt dan: ` [ p nd ] [ p :47 5 9 ] : m. De diusiecoecient is dus gelijk aan: D : 7 47:59 5 m /s. (b) Nu maken we gebruik van de resultaten over een dronkemanswandeling: de rms afstand L rms p N ` met N het aantal stappen. Voor ons geval geldt dan p N Lrms ` : 7. Het aantal stappen is dus 4. De gemiddelde tijd van een stap `v : 7 47 : s. Het kost dus : 4 seconden om naar de andere kant van de kubus te diunderen. Een andere manier om dit antwoord te verkrijgen gaat als volgt: In t seconden legt het deeltje een afstand v t af. Dit is gelijk aan het aantal stappen maal de gemiddelde vrije weglengte: v t N `. Dus geldt N v t`. Invullen in de uitdrukking voor de afstand geeft: L rms p` v t. Dan geldt t L rms(` v ). (c) Als we de druk met een factor honderd verlagen neemt de deeltjesdichtheid met een factor honderd af. De gemiddelde vrije weglengte neemt dan ook met een factor toe. Uit de laatste uitdrukking volgt dan dat de tijd met een factor afneemt. Dit gaat goed zolang de gemiddelde vrije weglengte veel kleiner wordt dan de maat van de kubus. Bij p 5 Pa is ` 7 m. Bij p Pa is ` m. We kunnen dus zeggen dat de tijd steeds met een factor afneemt totdat de druk ongeveer Pa bedraagt. Daarna komen we in het Knudsen regime en wordt de reistijd bepaalt door het vrije vliegen: t v : ms. Bij p Pa geldt t s. Bij p Pa geldt t : s. Bij p Pa geldt t : s.

Bij p Pa geldt t : ms. Bij p 5 Pa geldt t : ms. 6