Behoefte van jongeren aan kennis over de problemen van kwetsbare meiden. 2e onderdeel onderzoek 'Monitor Kwetsbare Meiden'

Vergelijkbare documenten
RAPPORT OKTOBER Discriminatiemonitor. Midden-Drenthe TRENDBUREAU DRENTHE IS ONDERDEEL VAN CMO STAMM

Fase I Voorvallen in de huiselijke kring Huiselijk geweld

Grafiek 26.1a Het vóórkomen van verschillende vormen van discriminatie in Leiden volgens Leidenaren, in procenten 50% 18% 19% 17% 29%

Digipanel: Financiële armoede s-hertogenbosch Augustus 2006, Bureau Onderzoek en Statistiek

Geestelijke Gezondheid (19 64 jaar)

PSYCHOSOCIALE GEZONDHEID

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Houding van ouders ten aanzien van het rookgedrag van jongeren van jaar

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Feiten en cijfers Fryslân

DE SEKSUELE LEVENSLOOP

Het Groninger Stadspanel over LGBT. Meningen over bi- en homoseksualiteit en transgender in Groningen stad

E-boeken in de Nederlandse bibliotheken Een onderzoek naar de behoefte van Nederlanders over de uitleen van e- boeken in bibliotheken

Samenvatting. Achtergrond van het onderzoek. Doel en vraagstelling van het onderzoek

Richtlijn JGZ-richtlijn Seksuele ontwikkeling

Seksuele gezondheid van holebi s

JEUGD WERKLOOSHEID 1-METING Onderzoek naar de perceptie van jeugdwerkloosheid onder jongeren in opdracht van het Ministerie VWS - Jeugd en Gezin

Instrument voor risicoscreening in de vrouwenopvang

Hoe denken Zeeuwse jongeren en ouders over alcoholgebruik door jongeren? Onderzoek GGD Zeeland maart 2011

Burgerpeiling Discriminatie

Opvattingen van Amsterdammers over tolerantie jegens homoseksuelen

Signaal. Signaal. Veiligheidsgevoel op school

Seksueel geweld en seksuele grensoverschrijding

Discriminatieklimaat Groningen

LelyStadsGeluiden. De mening van de jongeren gepeild. School en werk 2007

Werkt de aanpak van kindermishandeling en partnergeweld?

Criminele meisjes: Specifieke zorg en aandacht of niet?

Hoofdstuk 23 Discriminatie

Instrument voor risicoscreening in de vrouwenopvang

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2014

Aanvullende seksualiteitshulpverlening: de cijfers over 2013

Figuur 1. Redenen van jongeren om zich thuis of in de woonomgeving bang of angstig te voelen (GGD Fryslân GO Jeugd 2004).

Deelrapportage met resultaten uit de gezondheidsenquête volwassenen/ouderen 2010

Onderzoek Inwonerspanel Jongerenonderzoek: alcohol

Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2014

Kwantitatieve toetsing snelheid

1 maart Onderzoek: De Stelling van Nederland

K I N D E R E N O N D E R Z O E K : J A A R

Discriminatieklimaat Gelderland-Zuid

Seksueel grensoverschrijdend gedrag: wat is normaal?

SEKSUEEL GRENSOVERSCHRIJDEND GEDRAG in en om de school. Oka Storms Ben Serkei

FLEVOMONITOR 2006 Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld. Annemieke Benschop, Susan Place, Marije Wouters & Dirk J. Korf

Kinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging

Les 3. Misbruik L O V E D

SEKSUEEL GEDRAG. Jongerenmonitor % geslachtsgemeenschap. Klas 2. Klas 4. 55% altijd een condoom gebruikt

Religieuze toewijzing, autochtone Nederlanders, 2015 (in procenten)

KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK SCHOONMAAKDIENST GEMEENTE HAREN

NEDERLANDERS & MEDIATION

Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2015

Grensoverschrijdend gedrag ten aanzien van kinderen in de sport in Vlaanderen en Nederland

Zie De Graaf e.a voor een uitgebreide onderzoeksverantwoording van het onderzoek Seks onder je 25ste.

Jongeren en het huwelijk. Jongeren en het huwelijk

2010D Lijst van vragen totaal

llochtone meiden en vrouwen in-zicht

24- uursbehandeling. [ intensieve persoonlijke begeleiding en behandeling ]

16. Statistische analyse Meldpunt

Families onder druk. Huiselijk geweld binnen Marokkaanse en Turkse gezinnen. Drs. Ibrahim Yerden. Probleemstelling

Is jouw maand ook altijd iets te lang? Onderzoek Jongerenpanel Tilburg

Loverboys en grensoverschrijdend seksueel gedrag Hoe herken je signalen en wat te doen?

Instrument voor Risicoscreening in de Vrouwenopvang 2012

FEITEN EN CIJFERS ADVIES- EN STEUNPUNT HUISELIJK GEWELD

Samenvatting, conclusies en discussie

Sociale veiligheid op school

Seksuele gezondheid in Nederland 2017

Vakantiewerkonderzoek 2014 FNV Jong

Februari Kübra Ozisik. Frans Oldersma.

Beschrijving resultaten onderzoek biseksualiteit AmsterdamPinkPanel Oktober 2014 Joris Blaauw

Homoseksuelen in Amsterdam

SEXPERT II. Studie bij Vlamingen van Turkse origine

Onderzoek in het kader van de 100 ste editie van de Internationale Vierdaagse Afstandsmarsen Nijmegen. Nienke Lammertink en Koen Breedveld

FLEVOMONITOR 2010 Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld. Annemieke Benschop & Dirk J. Korf m.m.v. Bobby Steiner

GOED VRIENDJE? FOUT VRIENDJE?

Onderzoek Veilig of niet?

Sociale acceptatie van homoseksualiteit in Zuid-Holland West

Burgerpanel Capelle aan den IJssel

Gezondheid, welzijn en leefstijl van jongeren in Zeevang Het E-MOVO scholierenonderzoek onder tweede- en vierdeklassers van het voortgezet onderwijs.

Huiselijk en seksueel geweld & Veiligheid

Seks onder je 25e Seksuele gezondheid van jongeren in Flevoland anno 2017

Huiselijk Geweld in 's-hertogenbosch. Omvang, kenmerken en meldingen

Rapport. Eigen regie en zelfredzaamheid ; een enquête onder senioren

12. Vaak een uitkering

Gebruik van kinderopvang

Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder allochtone Nederlanders

koopzondagen 2012 def KOOPZONDAGEN EN KOOPAVONDEN DE MENING VAN DE BURGER

Veiligheid in Westerpark

Seksuele gezondheid Uitdagingen voor migranten organisaties

Maatschappelijke participatie als opstap naar betaald werk.

K I N D E R E N O N D E R Z O E K : J A A R

Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2016

Aanpak Eergerelateerd Geweld. Jenny Van Eyma. 1. Eer

E-Health en de huisarts. Digitaal Stadspanel Rotterdam. Achtergrond. Methode. Contact met de huisarts

Handreiking Seksualiteit

Beroepsbevolking en Pendel 2013

Auteur(s) Henk Ferwerda, Ilse van Leiden en Frank Willemsen

Jongeren en alcohol. Ouders aan het woord. Resultaten Bewonerspanel septemberpeiling Utrecht.nl/volksgezondheid

Uit huis gaan van jongeren

Liesanne van den Brink

Transcriptie:

Behoefte van jongeren aan kennis over de problemen van kwetsbare meiden 2e onderdeel onderzoek 'Monitor Kwetsbare Meiden'

Colofon: Dit is een uitgave van CMO Flevoland. Dit rapport is mede tot stand gekomen door de provincie Flevoland Auteur: Drs. R. Canwood Drs. J. Doodkorte Drs. N. Bosscher Datum: oktober 2012 2

Inhoudsopgave 1. Inleiding 5 2. Onderzoeksvragen 5 3. Doel en doelgroep onderzoek 5 4. Werkwijze onderzoek 6 5. Respons onderzoek 6 6. Steekproef en representativiteit onderzoek 7 6.1 Steekproefomvang onderzoek 7 6.2 Representativiteit 7 6.3 Conclusie met betrekking tot representativiteit 9 7. Beeld van jongeren in Flevoland over kwetsbare meiden 10 7.1 Beeld van de jongeren over loverboys algemeen 10 7.1.1 Inleiding 10 7.1.2 Algemene kennis van Flevolandse jongeren over loverboys 10 7.1.3 Ronselen van slachtoffers door loverboys 10 7.1.4 Verleidingstechnieken van loverboys 11 7.1.6 Voorbereiding slachtoffer op prostitutie door loverboys 13 7.1.7 Zelfvertrouwen bij slachtoffers van loverboys 14 7.1.8 Subconclusies loverboys 14 7.2 Beeld van jongeren over het maatschappelijke verschijnsel eergerelateerd geweld 15 7.2.1 Inleiding 15 7.2.2 Algemene kennis van jongeren over eergerelateerd geweld 15 7.2.3 Het gedwongen karakter van eergerelateerd geweld 15 7.2.4 Moorddadig karakter van eergerelateerd geweld 16 7.2.5 Culturele factor en eergerelateerd geweld 18 7.2.6 Slachtofferschap eergerelateerd geweld 19 7.2.7 Geweld bij eergerelateerde kwesties 20 7.2.8 Vreedzaam oplossing van eergerelateerde kwesties 21 7.2.9 Seksualiteit en eergerelateerd geweld 22 7.2.10 Subconclusies eergerelateerd geweld 23 7.3 Beeld van jongeren in Flevoland over tienermoederschap 25 7.3.1 Inleiding 25 7.3.2 Algemene kennis onder jongeren van tienermoederschap 25 7.3.3 Scholing en perspectieven van tienermoeders 25 7.3.4 Sociale en psychosociale problemen van tienermoeders 27 7.3.5 Risico's van seks en de keuze voor een kind 28 3

7.4 Informatie aan jongeren m.b.t. kwetsbare meiden 32 7.4.1 Inleiding 32 7.4.2 Huidige informatiebronnen voor jongeren over kwetsbare meiden 32 7.4.3 Behoefte aan informatie onder jongeren in Flevoland over kwetsbare meiden 34 7.4.4 Behoefte aan informatie over kwetsbare meiden naar thema/onderwerp 35 7.4.5 Informatiebronnen volgens Flevolandse jongeren 36 7.4.6 Bekendheid met het hulpverleningscircuit in Flevoland m.b.t. kwetsbare meiden 37 7.4.7 Kwetsbare meiden binnen de kennissenkring 39 7.4.8 Adviezen van Flevolandse jongeren aan kwetsbare meiden 40 7.4.9 Prevalentie van kwetsbare meiden in Flevoland 41 7.4.10 Delen van ervaringen door kwetsbare meiden 42 7.4.11 Instanties waar kwetsbare meiden een beroep op doen 42 8. Conclusies Onderzoek 43 8.1 Inleiding 43 8.2 Conclusies Onderzoek 43 9. Adviezen m.b.t. behoeftenonderzoek jongeren in Flevoland 46 4

1. Inleiding In dit hoofdstuk worden de resultaten van het deelonderzoek onder jongeren weergegeven. Dit deelonderzoek dient een beeld te geven van de behoefte van jongeren aan informatie over kwetsbare meiden en wat jongeren over kwetsbare meiden weten. Het onderzoek dient als basis voor het expertisecentrum om te bepalen of jongeren in Flevoland toegang zouden moeten krijgen tot hun diensten en zo ja, op welke manier. 2. Onderzoeksvragen Kernvraag van het onderzoek is: 'Wat weten Flevolandse jongeren van het verschijnsel kwetsbare meiden?' Deze kernvraag kan worden onderverdeeld in de volgende twee subvragen: 1. Wat weten jongeren in Flevoland van kwetsbare meiden t.w. tienermoeders, loverboys en hun slachtoffers en slachtoffers van eergerelateerd geweld? 2. Wat is de behoefte van jongeren aan informatie over kwetsbare meiden? Om de antwoorden op deze vragen te formuleren is uitgegaan van landelijke literatuur en kennis rondom gedrag en handelwijze van tienermoeders, loverboys, slachtoffers van loverboys en slachtoffers van eergerelateerd geweld. 3. Doel en doelgroep onderzoek Doel onderzoek Het onderzoek naar wat Flevolandse jongeren weten van kwetsbare meiden heeft als doel inzicht te krijgen in wat jongeren weten of niet weten van het verschijnsel kwetsbare meiden. Kwetsbare meiden zijn tienermoeders of meiden die slachtoffer zijn van loverboys of eergerelateerd geweld. Het gaat derhalve om wat jongeren wel of niet weten over tienermoederschap, loverboys en slachtoffers van loverboys en eergerelateerd geweld. Op basis van de uitkomsten van het onderzoek kan het Expertisecentrum kwetsbare meiden een besluit nemen m.b.t. de wenselijkheid of noodzaak om informatie en voorlichting te verstrekken aan jongeren in Flevoland. Doelgroep onderzoek Het onderzoek is gericht op jongeren in Flevoland die woonachtig zijn in de gemeenten Almere, Lelystad, Urk en Zeewolde. De jongeren zitten in de leeftijdscategorie 12 tot en met 27 jaar. 5

4. Werkwijze onderzoek Om het onderzoek ten uitvoer te brengen zijn de volgende stappen genomen: Besloten is om jongeren uit de gemeente Almere, Lelystad, Zeewolde en Urk te bevragen. De keuze voor deze gemeenten is gebaseerd op cijfers, voor zover beschikbaar, over de problematiek kwetsbare meiden in de verschillende gemeenten. De steekproefomvang voor de verschillende gemeenten werd bepaald. Er is een schriftelijke vragenlijst ontwikkeld door CMO Flevoland en Traverse. De vragen in de lijst zijn gebaseerd op feitelijke gegevens rondom de problematiek, het gedrag of de handelwijze van tienermoeders, loverboys en hun slachtoffers, en slachtoffers van eergerelateerd geweld. De vragenlijst is uitgezet onder de jongeren in Almere, Lelystad, Urk en Zeewolde door een selecte groep jongeren die in het kader van hun maatschappelijke stage een opdracht moesten uitvoeren. De vragenlijsten zijn schriftelijk ingevuld door de respondenten en in een gesloten envelop geretourneerd. De vragenlijsten zijn in SPSS verwerkt en geanalyseerd. 5. Respons onderzoek De respons heeft betrekking op de woonplaats van jongeren, afkomst, geslacht en opleidingsniveau. In totaal hebben 266 jongeren een vragenlijst ingevuld. Gemeenten De jongeren (n=265) die aan het onderzoek hebben meegedaan, zijn woonachtig in Almere (44%), Lelystad (23,4%), Urk (22,6%) en Zeewolde (9,8%). Geslacht 60,2% van de jongeren (n=264) is vrouw, 39,8% is man. Afkomst 77% van de jongeren (absol 201, n=261) is van autochtone afkomst, 23% is van allochtone afkomst (absol 60). 91,6% van de allochtone jongeren (n=60) is van nietwesterse origine, 8,4% is van westerse origine. De niet-westerse groep jongeren is afkomstig uit onder andere Suriname, Marokko, Turkije, de Antillen, Irak, China, India, Syrië en Afghanistan. Opleiding De meeste jongeren (n=262) hebben een opleiding op VMBO-niveau (30,5%). 19,5% Heeft een MBO opleidingsniveau, 15.3% heeft een HBO-niveau en 14,9% heeft een HAVO-niveau. Jongeren met een VWO/gymnasium (8,4%) en een Universitair opleidingsniveau (7,3%) zijn minder sterk vertegenwoordigd in het onderzoek. Ook kinderen in de basisschoolleeftijd komen weinig voor (3,4%). Leeftijd 53% van de respondenten zit in de leeftijdscategorie 12-17 jaar, 41,2% in de categorie 18-23 jaar en 5,7% is ouder dan 23 jaar. 6

6. Steekproef en representativiteit onderzoek 6.1 Steekproefomvang onderzoek In de vier gemeenten waar dit onderzoek is uitgevoerd, wonen in totaal 58148 jongeren tussen 12 en 25 jaar. Om over de uitkomsten in dit onderzoek uitspraken te kunnen doen met een betrouwbaarheid van 95% en een foutenmarge (betrouwbaarheidsinterval) van 6, zijn minimaal 266 respondenten nodig. Het aantal respondenten is precies 266. Dit betekent dat de resultaten uit dit onderzoek met 95% betrouwbaarheid kunnen worden vertaald naar de populatie jongeren en dat het werkelijke percentage in de populatie, maximaal met 6% kan afwijken. 6.2 Representativiteit In deze paragraaf wordt ingegaan op de representativiteit van het onderzoek. De representativiteit van de onderzoeksgroep c.q. steekproef wordt bepaald voor de volgende aspecten: het aantal jongeren per gemeente, naar geslacht en afkomst. Representativiteit per gemeente Onderstaande figuur geeft een overzicht van de steekproef (per gemeente) in vergelijking met het aantal jongeren in de leeftijdsklasse 12-25 jaar in Flevoland. Representativiteit per gemeente Onderzoeksgroep in aantallen Onderzoeksgroep % % jongeren per gemeente in Flevoland Zeewolde 26 9,87,1 Urk 60 22,6 8,2 Lelystad 62 23,4 21,3 Almere 117 44,2 63,4 Uit de tabel blijkt dat de steekproef jongeren in de leeftijdsklasse van 12-25 jaar in Almere sterk ondervertegenwoordigd is in het onderzoek, terwijl de groep jongeren op Urk sterk oververtegenwoordigd is, dit in verhouding tot de populatie in genoemde gemeenten. De groep jongeren in Lelystad komt in relatieve zin redelijk overeen met de werkelijke populatie jongeren in die gemeente. Ook in de gemeente Zeewolde is de ondervraagde groep jongeren oververtegenwoordigd in vergelijking met de werkelijke populatie in die gemeente. 7

Representativiteit naar geslacht Onderstaande figuur geeft een overzicht van de representativiteit naar sekse van de onderzochte groep en van de jongerenpopulatie in Flevoland en de onderzochte gemeenten. Uit de tabel blijkt dat op Flevolands niveau, maar ook op het niveau van de gemeenten Almere, Urk en Zeewolde het aantal mannen sterk oververtegenwoordigd en het aantal vrouwen sterk ondervertegenwoordigd is in het onderzoek in vergelijking met de populatie jongeren in genoemde gebieden. Alleen de steekproef uit de gemeente Lelystad is redelijk representatief voor de populatie wat sekse betreft. Representativiteit naar sekse in % Onderzochte groep in % Man Onderzochte groep in % Vrouw Flevolandse jongeren in % Man Flevolandse jongeren in % Vrouw Zeewolde 34,6 65,4 52,7 47,3 Urk 41,7 58,3 51 49 Lelystad 48,4 51,6 51 49 Almere 35 64 50,9 49,1 Flevoland 39,6 60,4 51,6 48,4 Representativiteit naar afkomst Uit onderstaande figuur blijkt dat het aantal allochtone en autochtone jongeren in het onderzoek in vergelijking met de populatie jongeren in Almere en Lelystad in relatieve zin niet in verhouding staat tot de vertegenwoordiging van deze doelgroepen in Flevoland. Autochtone jongeren zijn in genoemde gebieden sterk oververtegenwoordigd, terwijl het aantal allochtone jongeren in het onderzoek in relatieve zin ondervertegenwoordigd is. De deelname van jongeren uit de gemeenten Zeewolde en Urk zijn wat dit aspect betreft representatief voor de desbetreffende populaties. 8

Flevoland Almere Lelystad Zeewolde Urk Representativiteit naar afkomst in % Flevoland in % Onderzoeksgroep in % Allocht 3,2 1,7 Autocht 98,8 98,3 Allocht 12,611,5 Autocht 87,4 88,5 Allocht 36,7 29 Autocht 63,3 71 Allocht 42,7 33,6 Autocht 57,3 66,4 Allocht 31,6 23 Autocht 68,4 77 6.3 Conclusie met betrekking tot representativiteit Uit bovenstaande kan geconcludeerd worden dat het onderzoek wat betreft de aspecten gemeente, sekse en afkomst niet representatief is voor de jongeren in Flevoland. Alleen de resultaten uit het onderzoek van de gemeente Lelystad en de resultaten van Zeewolde en Urk voor wat betreft het aspect afkomst zouden gegeneraliseerd kunnen worden naar de totale populatie. Het onderzoek dient voor de rest beschouwd te worden als een inventariserend onderzoek dat vooral betrekking heeft op de onderzoeksgroep. 9

Aantallen Percentage 7. Beeld van jongeren in Flevoland over kwetsbare meiden 7.1 Beeld van de jongeren over loverboys algemeen 7.1.1 Inleiding Het beeld dat jongeren in Flevoland van loverboys hebben, is bevraagd aan de hand van verschillende stellingen over de kenmerkende gedragingen van loverboys en hun slachtoffers. Kenmerkende gedragingen die als stelling zijn opgenomen in het onderzoek hebben te maken met onder andere het ronselgedrag, de verleidingstechnieken, de criminele activiteiten van loverboys en de wijze waarop zij hun slachtoffer voorbereiden op prostitutie. 7.1.2 Algemene kennis van Flevolandse jongeren over loverboys Uit de analyse blijkt dat 69,8% van de jongeren (n=266) voldoende weet over loverboys, terwijl 30,2% onvoldoende daarover weet. In de volgende paragrafen wordt ingegaan op de verschillende aspecten m.b.t. wat jongeren precies weten over loverboys. 7.1.3 Ronselen van slachtoffers door loverboys Het ronselen van slachtoffers door loverboys is geconcretiseerd in twee stellingen die betrekking hebben op het ronselen via internet en op straat. Volgens onderzoek van het Verwey-Jonker Instituut (2011) waren voorheen loverboys met name actief op het (school)plein en in de disco. De laatste jaren is internet echter een steeds grotere rol gaan spelen, loverboys maken hierbij met name gebruik van netwerksites. Flevolandse jongeren De meeste jongeren (n=262) geven aan dat loverboys vaak hun slachtoffers via internet (76%) of op straat ronselen (71,4%). Ongeveer één op de vijf jongeren weet dat niet. Een kleine groep jongeren gelooft niet dat loverboys hun slachtoffers op straat (9,5%) of via internet (5,7%) ronselen. Ronselen door loverboys in % Loverboys zoeken soms via internet Loverboys zoeken vaak op straat Weet niet Nee Ja Weet niet Nee Ja 18,3 19,1 5,7 9,5 15 25 48 50 76 71,4 199 187 10

Ronselen door loverboys per gemeente Ongeveer driekwart van de jongeren in de gemeenten Almere, Zeewolde en Urk is van mening dat loverboys hun slachtoffers op straat of via de internet ronselen. Ongeveer een kwart van de jongeren in Almere en Zeewolde zegt dat niet te weten of te geloven. 29,5% van de Lelystadse jongeren weet of gelooft niet dat loverboys hun slachtoffers ronselen via internet, 38,7% denkt of weet niet dat slachtoffers van loverboys op straat geronseld wordt. 7.1.4 Verleidingstechnieken van loverboys In het verleden probeerden loverboys meisjes vaak te verleiden door hen in te palmen en emotioneel te binden (Verwey-Jonker Instituut, 2011). Ze gaven vaak dure cadeaus en namen meisjes mee naar dure uitgaansgelegenheden. Flevolandse jongeren De overgrote meerderheid van de Flevolandse jongeren weet dat loverboys vaak dure spullen hebben (88,6%, n=264), dat ze meisjes vaak verleiden met dure cadeaus (98%, n=250) en hen meenemen naar dure clubs (69,2%, n=260). Ongeveer een derde van de jongeren (30,8%) is hiervan niet op de hoogte of gelooft dit niet. Verleidingstechnieken loverboys in % Nee/weet niet Ja Nemen meisjes naar dure clubs 30,8 69,2 Verleiden meisjes met dure cadeaus 2 98 Hebben vaak dure spullen 11,4 88,6 Verleidingstechnieken van loverboys per gemeente Volgens de meeste jongeren in Almere (88,9%), Lelystad (82,3%), op Urk (91,5%) en in Zeewolde (96,2%) zijn loverboys vaak in het bezit van dure spullen. Jongeren in gemeente Almere (72,2%), Lelystad (64,5%), op Urk (72,4%) en in Zeewolde (60%) weten ook dat loverboys hun slachtoffers vaak verleiden met dure cadeaus. 40% van de jongeren in Zeewolde en 35,5% van de jongeren in Lelystad zijn hiervan niet op de hoogte of geloven dit niet. In Almere (27,5%) en op Urk (27,5%) gaat het om ongeveer een kwart van de jongeren. Negen van de tien jongeren in de gemeenten Almere (98,1%), Zeewolde (96,2%), op Urk (96,7%) en in Lelystad (100%) vinden dat loverboys hun slachtoffers vaak meenemen naar dure clubs. 11

7.1.5 Criminele activiteiten van loverboys Criminele activiteiten van loverboys zijn geconcretiseerd in een aantal stellingen rondom het gewelddadig en manipulerend gedrag (valse beloftes en chantage), het feit dat loverboys vaak in wapens of drugs handelen en het feit dat loverboys hun slachtoffers vaak dwingen tot seks. Flevolandse jongeren 42,7% van de Flevolandse jongeren (n=262) is van mening dat loverboys vaak in wapens handelen, 57,3% zegt dat niet te weten of niet te vinden. 77,3% van de jongeren (n=264) geeft aan dat loverboys vaak in drugs handelen, 22,7% weet niet of dat het geval is of is het daar mee oneens. Daarnaast stelt 77,2% van de jongeren (n=263) dat loverboys meisjes vaak dwingen tot seks of prostitutie, 22,8% van de jongeren is daar niet van op de hoogte of zegt dit niet te weten. Als laatste geven de meeste Flevolandse jongeren (85,6%, n=264) aan dat loverboys vaak gewelddadig en leugenachtig gedrag vertonen. Criminele activiteiten loverboys in % Ja Nee/weet niet Zijn gewelddadig en leugenachtig 85,6 14,4 Dwingen meisjes tot prostitutie 77,2 22,8 Handelen in drugs 77,3 22,7 Handelen in wapens 42,7 57,3 Criminele activiteiten loverboys per gemeente 74,2% van de jongeren in Lelystad (n=62) en 60,3% van de jongeren op Urk (n=58) weet of vindt niet dat loverboys in wapens handelen. In Almere vormt deze groep een krappe minderheid (45,7%, n=116). In Lelystad geeft 32,2% van de jongeren aan dat loverboys niet in drugs handelen of dat ze daarvan niet op de hoogte zijn; op Urk gaat het om 21,6% van de jongeren. Volgens de jongeren in Almere (85,3%, n=116), Lelystad (59,7%, n=62), Urk (83,1%, n=59) en Zeewolde (69,2%, n=26) dwingen loverboys hun slachtoffers vaak tot seks of prostitutie. Een op de vier Lelystadse jongere (40,3%, n=62) en een derde van de jongeren in Zeewolde (30,8%) weet niet of vindt niet dat loverboys hun slachtoffers vaak dwingen tot seks of prostitutie. De meeste jongeren in Almere (84,6%), Lelystad (77,4%), Urk (93,2%) en Zeewolde (93,3%) zijn ook van mening dat loverboys vaak gewelddadig en leugenachtig gedrag vertonen. 12

7.1.6 Voorbereiding slachtoffer op prostitutie door loverboys Loverboys isoleren hun slachtoffers vaak van hun vertrouwde omgeving en bereiden hen voor op hun nieuwe omgeving (de prostitutie). Dat aspect is uitgewerkt in een drietal stellingen, namelijk dat loverboys vaak negatief praten over familie/vrienden van het slachtoffer, dat loverboys hun slachtoffers wel eens slaan (om hen te onderwerpen aan hun wil) en dat ze hun slachtoffers vaak meenemen naar de Rosse buurt. Flevolandse jongeren Van de Flevolandse jongeren (n=264) zegt 71,3% dat loverboys vaak negatief zijn over familieleden en vrienden van het slachtoffer, 26,8% weet of vindt het niet. 80,3% Van de jongeren (n=259) geeft aan dat loverboys meisjes wel eens slaan, 5,8% vindt dat niet en 13,9% weet niet of dat het geval is. 73,2% van de jongeren (n=265) zegt dat loverboys meisjes wel eens naar de rosse buurt meenemen, 21,1% weet niet of loverboys dat doen, 5,7% zegt dat loverboys dat niet doen. Voorbereiding slachtoffer op prostitutie Nee/weet niet Ja Neemt meisjes mee naar Roze buurt 26,8 73,2 Slaat meisjes weleens 0 80,3 Negatief over familie en vrienden 28,7 71,3 Voorbereiding slachtoffer loverboy op prostitutie per gemeente Een ruime meerderheid onder de jongeren in Almere (83,3%, n=114), Urk (84,7%, n=59) en Zeewolde (84%, n=25) is van mening dat loverboys meisjes wel eens slaan. In Lelystad is dat percentage 68,9%. Van de Lelystadse jongeren is 31,1% daarvan niet op de hoogte of denkt niet dat het zo is. Verder is ongeveer driekwart van de jongeren in Almere (n=117), Zeewolde (n=26) en op Urk (n=60) van mening dat loverboys meisjes wel eens meenemen naar de rosse buurt, voor Lelystad is dit percentage 64,5% (n=62). Ruim één op de drie Lelystadse jongeren (35,5%) en een kwart van de Almeerse jongeren (25,6%) is daarvan niet op de hoogte of is het daarmee oneens. 60,7% Van de jongeren in Lelystad (n=61), 76,9% (n=117) van de jongeren in Almere, 80,8% (n=26) van de jongeren in Zeewolde en 75% (n=60) van de jongeren op Urk is van mening dat loverboys vaak negatief praten over familieleden of vrienden van hun slachtoffers. 39,3% Van de Lelystadse en ongeveer een kwart van de Almeerse (23,1%) en de Urker (25%) jongeren zeggen dat niet te weten of te vinden. 13

7.1.7 Zelfvertrouwen bij slachtoffers van loverboys Loverboys zoeken vaak slachtoffers die kwetsbaar zijn (Verweij-Jonker Instituut, 2011). Vooral meiden met een achtergrond van verwaarlozing of (seksueel) misbruik lopen het risico om slachtoffer te worden. Daarnaast hebben meisjes met een (licht) verstandelijke beperking een verhoogd risico. Volgens 80,8% van de jongeren hebben slachtoffers van loverboys vaak weinig zelfvertrouwen, 13,2% weet niet of slachtoffers van loverboys weinig zelfvertrouwen hebben, terwijl 6% van mening is dat slachtoffers van loverboys geen gebrek aan zelfvertrouwen hebben. Ruim 80% van de jongeren in Almere, Zeewolde en Urk zegt dat slachtoffers van loverboys vaak weinig zelfvertrouwen hebben. 66,1% (n=62) van de jongeren in Lelystad deelt die mening. 7.1.8 Subconclusies loverboys Jongeren weten voldoende over loverboys. Zo weten jongeren in Flevoland dat loverboys: vooral jongens zijn, maar dat het soms ook vrouwen kunnen zijn; hun slachtoffers vaak op straat of via internet ronselen; hun slachtoffers vaak verleiden door dure spullen te hebben, dure cadeaus te schenken of door hen mee te nemen naar dure uitgaansclubs; hun slachtoffers voorbereiden op prostitutie door hen te isoleren van hun vertrouwde omgeving en te misleiden in een wereld van prostitutie. Het gaat erom dat loverboys negatief praten over de familie en vrienden van hun slachtoffers, dat loverboys meisjes wel eens slaan om hen te dwingen tot seksuele grensoverschrijdende activiteiten en dat ze hun slachtoffers wel eens meenemen naar de rosse buurt; actief zijn in het criminele circuit. Daarbij gaat het om handel in drugs, in wapens en vrouwen (prostitutie). Dat Flevolandse jongeren toch beter geïnformeerd moeten worden over het verschijnsel loverboys blijkt uit het volgende: Er is een redelijk grote groep jongeren die onvoldoende inzicht heeft in het zoek- c.q. ronselgedrag van loverboys. In Lelystad gaat het om ongeveer een derde van de jongeren. Ongeveer een derde van de jongeren is onvoldoende bekend met het feit dat loverboys meisjes verleiden door hen mee te nemen naar dure clubs. Ongeveer een kwart van de jongeren in Almere en op Urk, een derde van de jongeren in Lelystad en vier op de tien jongeren in Zeewolde weten of vinden niet dat loverboys meisjes verleiden met dure cadeaus. Jongeren zijn minder bewust van het feit dat loverboys vaak in wapens handelen, ruim de helft van de jongeren denkt of weet dit niet. Dit laatste geldt voor de overgrote meerderheid van jongeren in de gemeenten Lelystad, Zeewolde en Urk en voor iets minder dan de helft van de jongeren in Almere. Daarnaast is er een grote groep jongeren in de gemeenten Zeewolde en Lelystad die er onvoldoende van op de hoogte is dat loverboys zich in de prostitutie begeven. In Lelystad is ook één op de drie jongeren zich er niet van bewust dat loverboys in drugs handelen. Ruim een kwart van de jongeren weet niet of vindt niet dat loverboys hun slachtoffers isoleren van hun vertrouwde omgeving of meenemen naar de rosse buurt. Ruim drie tot vier van de tien Lelystadse jongeren geloven of weten niet dat loverboys hun slachtoffers isoleren en voorbereiden op prostitutie. 14

7.2 Beeld van jongeren over het maatschappelijke verschijnsel eergerelateerd geweld 7.2.1 Inleiding In deze paragraaf wordt ingegaan op de vraag wat jongeren in Flevoland weten van het maatschappelijk verschijnsel eergerelateerd geweld. Deze term betreft 'alle vormen van dwang', psychisch en fysiek geweld om te voorkomen dat een lid van de familie een misstap zet die de familie-eer in de gemeenschap kan schaden, en alle geweld tegen de (vermeende) eerschender om de geschonden eer te herstellen (Movisie, 2011)'. Om antwoord te geven op deze vraag is gekeken naar de kenmerkende aspecten van eergerelateerd geweld en deze te vertalen naar concrete stellingen. Deze kenmerkende aspecten zijn het gedwongen karakter, het moorddadig karakter, het culturele aspect, slachtofferschap en het gewelddadig karakter. Daarnaast gaat deze paragraaf ook in op de kennis van jongeren over de vreedzame aanpak van eergerelateerde kwesties. 7.2.2 Algemene kennis van jongeren over eergerelateerd geweld 50,8% van de jongeren in Flevoland zegt voldoende te weten over eergerelateerd geweld, 6,7% weet voldoende/onvoldoende erover en 42,5% van de jongeren weet onvoldoende of heeft een afwijkende mening erover. 7.2.3 Het gedwongen karakter van eergerelateerd geweld Het gedwongen karakter van eergerelateerd geweld is besloten in de stellingen over gedwongen abortus, gedwongen zelfmoord, gedwongen seks/verkrachting en het gedwongen huwelijk. Flevolandse jongeren Jongeren (n=263) geven aan dat gedwongen huwelijk (58,9%), gedwongen seks (76,4%), gedwongen abortus (71,9%, n=260) en gedwongen zelfmoord (60,2%) allemaal vormen zijn van eergerelateerd geweld. Gedwongen karakter van EGR Ja Nee/weet niet Gedwongen abortus 71,9 28,1 Gedwongen zelfmoord 60,2 39,8 Gedwongen seks 76,4 23,6 Gedwongen huwelijk 58,9 41,1 15

41,1% van de jongeren weet of vindt niet dat gedwongen huwelijk een vorm van eergerelateerd geweld is. Bij gedwongen abortus (28,1%) en gedwongen seks (23,6%) gaat het om ongeveer een kwart van de jongeren die dat denkt, terwijl bij gedwongen zelfmoord bijna vier op de tien (39,8%) dat denkt. Het gedwongen karakter van eergerelateerd geweld per gemeente Vooral jongeren op Urk (72,9%, n=59) en in mindere mate jongeren in Almere (56,9%, n=116) en Lelystad (54,8%, n=62) beschouwen gedwongen huwelijk als een vorm van eergerelateerd geweld. Iets minder dan de helft van de jongeren in de gemeente Almere (43,1%) en Lelystad (45,2%) is daarover niet geïnformeerd of vindt dat niet. De meeste jongeren in Zeewolde (53,9%) vinden of weten dat ook niet. Gedwongen abortus wordt ook door de meeste jongeren in Almere (75,7%), Zeewolde (80%) en op Urk (84,7%) gezien als een vorm van eergerelateerd geweld. Ruim de helft van de Lelystadse jeugd (50,8%, n=61) beschouwt gedwongen abortus echter niet als een vorm van eergerelateerd geweld of weet daar niets van; 49,2% beschouwt het wel als een vorm van eergerelateerd geweld. Ook gedwongen seks wordt door de overgrote meerderheid van de jongeren in Almere (81%, n=116), Zeewolde (79,7%, n=26), op Urk (76,9%, n=59) en in mindere mate Lelystad (64,5%, n=62) gezien als een vorm van eergerelateerd geweld. Ongeveer een derde van de Lelystadse jeugd (35,5%) en een vijfde van de jongeren in Zeewolde (20,3%, n=26) weten of vinden dat niet. Op Urk (61%), in gemeente Almere (65,2%) en vooral Zeewolde (80%) geven de meeste jongeren aan gedwongen zelfmoord als een vorm van eergerelateerd geweld te beschouwen. Een meerderheid onder de Lelystadse jongeren (58,1%) en ruim een derde van de jongeren op Urk (39%) en Almere (34,8%) weten dat niet of vinden gedwongen zelfmoord geen uiting van eergerelateerd geweld. 7.2.4 Moorddadig karakter van eergerelateerd geweld Het moorddadig karakter van eergerelateerd geweld is uitgewerkt in een aantal stellingen over gedwongen zelfmoord, moord op het slachtoffer van eergerelateerd geweld en moord op de geliefde van het slachtoffer (eermoord). Moordadig karakter van ERG Ja Nee/weet niet Zelfmoord 60,2 39,8 Moord op de geliefde van de slachtoffer 74 26 Moord op slachtoffer door familie 67 33 16

Flevolandse jongeren Volgens de meeste jongeren uit eergerelateerd geweld zich ook in de vorm van gedwongen zelfmoord (60,2%, n=261), in moord op het slachtoffer van eergerelateerd geweld (67%, n= 261), door één of meerdere familieleden of in moord op de geliefde van het slachtoffer (eermoord) van eergerelateerd geweld (74%, n=262). 39,8% Van de jongeren zegt niet te weten of te geloven dat zelfmoord een vorm van eergerelateerd geweld is. Bij moord op het slachtoffer van eergerelateerd geweld gaat het om 33% van de jongeren die deze mening is toegedaan. 26% stelt niet te weten of te vinden dat eermoord een vorm is van eergerelateerd geweld. Moorddadig karakter van eergerelateerd geweld per gemeente De meeste jongeren in gemeente Almere (68,7%), Lelystad (56,5%), Zeewolde (68%) en op Urk (74,6%) zien gedwongen moord op het slachtoffer als een vorm van eergerelateerd geweld. 31,3% van de Almeerse jongeren (n=115) en 43,6% van de Lelystadse jongeren (n=62) weet niet of vindt niet dat moord op het slachtoffer een uiting is van eergerelateerd geweld. In Zeewolde gaat het om 32% van de jongeren die deze mening deelt. Op Urk weet of vindt 25,4% van de jongeren niet dat moord op het slachtoffer van eergerelateerd geweld kenmerkend is voor eergerelateerd geweld. Ook de moord op de geliefde van het meisje wordt door de meeste jongeren in Almere (75,9%, n=116), Lelystad (62,9%, n=62), Zeewolde ((76%, n=25) en op Urk (81,4%, n=59) beschouwd als een vorm van eergerelateerd geweld. 37,1% Van de Lelystadse jongeren weet of vindt niet dat moord op de geliefde van het slachtoffer van eergerelateerd geweld, kenmerkend is voor eergerelateerd geweld. Dit geldt ook voor een kwart van de jongeren in Almere (24,2%, absol 28, n=116) en Zeewolde (24%, absol 6, n=25). Op Urk gaat het om 18,6% van de jongeren. 17

7.2.5 Culturele factor en eergerelateerd geweld Jongeren in Flevoland is gevraagd in hoeverre eergerelateerd geweld vooral voorkomt in "moslimculturen" en of het ook in andere culturen voorkomt. Onder moslimculturen wordt bedoeld een cultuur die het moslimgeloof aanhangt. Flevolandse jongeren 66,6% van de jongeren (n=260) is van mening dat eergerelateerd geweld vooral in moslimculturen voorkomt, 18,4% geeft aan dat niet te weten, 15% stelt dat het vooral niet voorkomt in moslim culturen. Cultuurgebondenheid EGR Komt ook voor in andere culturen Komt vooral voor in moslimculturen Nee/weet niet 32,6 33,5 Ja 67,3 66,5 67,3% van de jongeren (n=257) zegt dat eergerelateerd geweld ook in andere culturen voorkomt, terwijl 26,8% aangeeft dat niet te weten en 5,8% van de jongeren vindt dat eergerelateerd geweld niet in andere culturen voorkomt. Culturele factoren van eergerelateerd geweld per gemeente Jongeren in Almere (60,2%, n=113), Lelystad (63,9%, n=61), Zeewolde (76,9%, n=26) en op Urk (76,7%, n=60) geven aan dat eergerelateerd geweld vooral in moslimculturen voorkomt. 39,8% van de Almeerse, 23,3% van de Urker, 23,1% van de Zeewoldense en 36,1% van de Lelystadse jongeren weet of vindt niet dat eergerelateerd geweld vooral in moslimculturen voorkomt. Verder denkt de meerderheid van de jongeren in Almere (75%, n=112), Zeewolde (72%, n=25) en Urk (71,7%, n=60) dat eergerelateerd geweld ook in andere culturen voorkomt. 53,3% van de Lelystadse jongeren (n=60), 28,3% van de Urker, 28% van de Zeewoldense en 25% van Almeerse jongeren geeft aan niet overtuigd te zijn of niet te weten dat eergerelateerd geweld ook in andere culturen voorkomt. 18

7.2.6 Slachtofferschap eergerelateerd geweld Slachtofferschap is geconcretiseerd in een aantal stellingen over welke groepen mogelijk slachtoffer kunnen zijn van eergerelateerd geweld. Meisjes in de puberleeftijd lijken hierop het grootste risico te lopen (Movisie, 2011). Mede door emancipatie en een groei van de onafhankelijkheid bij meisjes ontstaat een conflict met de ouders, die vaak nog traditionele opvattingen aanhangen. Naast meisjes kunnen ook jongens met homoseksuele, biseksuele of transgendergevoelens het slachtoffer worden van eergerelateerd geweld. Flevolandse jongeren 85,1% van de jongeren (n=261) is van mening dat slachtoffers van eergerelateerd geweld vooral meisjes zijn, 48,3% van de jongeren (n=261) geeft aan dat slachtoffers het soms ook jongens zijn, 29,9% zegt dat niet te weten. 21,8% vindt dat jongens geen slachtoffers (kunnen) zijn van eergerelateerd geweld. Slachtoffers van EGR Nee/weet niet Ja Ook homo's zijn soms slachtoffer 32,4 67,6 Slachtoffers zijn soms ook jongens 48,3 51,7 Slachtroffers zijn vooral meisjes 14,9 85,1 67,6% van de jongeren (n=259) geeft aan dat homoseksuelen ook slachtoffer kunnen zijn van eergerelateerd geweld. 24,3% weet het niet, 8,1% vindt dat homoseksuelen geen slachtoffer kunnen zijn van eergerelateerd geweld. Slachtoffers van eergerelateerd geweld per gemeente Volgens de meeste jongeren in de gemeente Almere (85,1%), Lelystad (85,2), Zeewolde (73,1%) en op Urk (90%) zijn vooral meisjes slachtoffer van eergerelateerd geweld. Jongeren op Urk (55%) en in Zeewolde (65,4%) geven aan dat jongens soms ook slachtoffer zijn van eergerelateerd geweld. De meeste jongeren in Almere (51,8%) en Lelystad (65,6%) weten of vinden niet dat jongens ook slachtoffer kunnen zijn van eergerelateerd geweld. Op Urk en in Zeewolde geldt dat voor respectievelijk 45% en 34,6% van de jongeren. 45% Van de Lelystadse jongeren en 30% van de Almeerse jongeren weet of vindt niet dat homo s ook slachtoffer kunnen zijn van eergerelateerd geweld. Op Urk gaat het om 25% en in Zeewolde om 30,7% van de jongeren. 19

7.2.7 Geweld bij eergerelateerde kwesties Het gewelddadig handelen bij eergerelateerde kwesties is uitgewerkt in een aantal stellingen. Het gaat om de mate waarin vooral mannen geweld inzetten, de mate waarin vooral familie van het slachtoffer bedreigd wordt en de mate waarin geweld of bedreigingen kenmerkend is voor eergerelateerd geweld.. Flevolandse jongeren 84,6% van de Flevolandse jongeren (n=260) geeft aan dat bedreigingen, geweld en dwang kenmerkend zijn bij eergerelateerde kwesties. 9,6% weet niet of dat het geval is, terwijl 5,8% zegt dat dit niet typerend is voor eergerelateerde kwesties. Geweld bij EGR kwesties in % Nee/weet niet Ja Bij ERG bedreigt de familie vaak de slachtoffer 43,5 56,5 Bedreigingen en geweld zijn kenmerkend voor ERG Bij ERG gebruiken vooral mannen geweld 15,4 19,6 84,6 80,4 Verder zijn de meeste jongeren (n=260) van mening dat bij eergerelateerd geweld de familie van het slachtoffer (56,5%) vaak bedreigd wordt. 28,1% weet niet of dat zo is, terwijl 15,4% er vanuit gaat dat de familie niet (vaak) bedreigd wordt. Flevolandse jongeren (n=260) zijn ook van mening dat vooral mannen geweld gebruiken bij eergerelateerde kwesties (80,4%). 19,6% van de jongeren weet of denkt niet dat vooral mannen geweld gebruiken bij eergerelateerde kwesties. Geweld bij eergerelateerde kwesties naar gemeente Een ruime meerderheid onder de jongeren in Almere (82,3%), Lelystad (82%), Zeewolde (92,3%) en Urk (88,3%) vindt bedreigingen, geweld en dwang kenmerkend voor eergerelateerde kwesties. Daarnaast is er ook een meerderheid onder de jongeren in Almere (56,8%), Lelystad (50,8%), Zeewolde (65,4%) en Urk (58,3%) te vinden die denkt dat het slachtoffer door de familie vaak bedreigd wordt. 49,2% Van de Lelystadse jongeren, 41,2% van de jongeren op Urk, 34,6% van de jongeren in Zeewolde en 43,4% van de Almeerse jongeren weet of vindt niet dat bedreigingen door de familie aan het adres van het slachtoffer kenmerkend is voor eergerelateerd geweld. De meeste jongeren in de gemeenten Almere (79,6%), Lelystad (77%), Zeewolde (76,9%) en Urk (86,7%) zijn van mening dat daders van eergerelateerd geweld vooral mannen zijn. Ongeveer een kwart van de jongeren in de genoemde gemeente gelooft niet dat vooral mannen geweld inzetten. 20

7.2.8 Vreedzaam oplossing van eergerelateerde kwesties Naast een gewelddadige aanpak kunnen eergerelateerde kwesties ook een vreedzame oplossing hebben. In dat kader is de stelling opgenomen of eergerelateerde kwesties ook vreedzaam opgelost kunnen worden. Flevolandse jongeren 45,9% van de jongeren (absol 119, n=259) weet niet dat eergerelateerde kwesties soms vreedzaam opgelost kunnen worden. 32% is van mening dat eergerelateerde kwesties vreedzaam opgelost kunnen worden en 22,1% zegt niet te geloven dat dergelijke kwesties vreedzaam opgelost kunnen worden. Vreedzame oplossingen voor EGR? % Weet niet 45,9 Nee 22,1 Ja 32 Vreedzame oplossing van eergerelateerde kwesties per gemeente De meeste jongeren in Lelystad (65%, n=60) en Urk (53,3%, n=60) weten niet of eergerelateerde kwesties vreedzaam opgelost kunnen worden. 13,3% van de Lelystadse jongeren en 26,7% van de Urker jongeren denkt dat dit niet kan. Volgens 44,2% van de jongeren in Almere (n=113) en 21,7% van de jongeren in Lelystad (n=60) kunnen eergerelateerd problemen soms vreedzaam opgelost worden. 33,6% van de Almeerse jeugd weet dat niet en 22,1% is daar niet van overtuigd. In Zeewolde weet 38,5% van de jongeren (n=26) niet of eergerelateerde kwesties vreedzaam opgelost kunnen worden, 30,8% zegt te denken dat het wel kan en nog eens 30,8% gelooft daar niet in. 21

7.2.9 Seksualiteit en eergerelateerd geweld Jongeren is een stelling voorgelegd over seksualiteit en eergerelateerd geweld. De stelling had te maken met het belang van de seksualiteit van de vrouw bij eergerelateerd geweld. Vaak is het seksuele gedrag van een vrouw een graadmeter voor de omgeving om te bepalen of een familie eer heeft (Movisie, 2011). Flevolandse jongeren 75% van de jongeren (n=260) is van mening dat de seksualiteit van een meisje of vrouw een belangrijke rol speelt bij eergerelateerd geweld. 15,8% weet niet of dat het geval is, terwijl 9,2% de seksualiteit van de vrouw geen factor van betekenis vindt bij eergerelateerd geweld. Seksualiteit als belangrijke factor bij EGR? % Weet niet 15,8 Nee 9,2 Ja 75 Seksualiteit bij eergerelateerd geweld per gemeente Een meerderheid onder de jongeren in de gemeenten Almere (79,6%), Lelystad (68,9%), Zeewolde (69,2%) en op Urk (75%) geeft aan dat de seksualiteit van de vrouw een bepalende factor is bij eergerelateerd geweld. 31,2% van de Lelystadse jongeren en 30,8% van de jongeren uit Zeewolde weet of vindt niet dat dit het geval is. In Almere en Zeewolde gaat het om respectievelijk 20,3% en 25% van de jongeren die het ook niet weet of gelooft. 22

7.2.10 Subconclusies eergerelateerd geweld Dat Flevolandse jongeren redelijk geïnformeerd zijn over eergerelateerd geweld blijkt uit het volgende. Jongeren zijn goed bewust: van het gedwongen en gewelddadige karakter van eergerelateerd geweld. Zo weten jongeren dat gedwongen abortus, gedwongen seks/verkrachting, gedwongen zelfmoord en gedwongen huwelijk allemaal gewelddadige voorbeelden van eergerelateerd geweld zijn; dat eergerelateerd geweld niet alleen in moslimculturen voorkomt, maar ook in andere culturen; dat slachtoffers van eergerelateerd geweld vooral meisjes zijn, maar dat ook homo s en in mindere mate jongens soms slachtoffers kunnen zijn; dat geweld, bedreigingen en leugens kenmerkend zijn voor eergerelateerde kwesties; dat mannen vooral geweld gebruiken en dat de familie van het slachtoffer vaak met geweld bedreigd wordt. Dat Flevolandse jongeren toch meer of beter geïnformeerd moeten worden over eergerelateerd geweld blijkt uit het volgende: Met betrekking tot het gedwongen karakter van eergerelateerd geweld Vier op de tien jongeren is zich er niet van bewust dat gedwongen huwelijk en gedwongen zelfmoord voorbeelden zijn van eergerelateerd geweld. Ongeveer een kwart is zich er niet van bewust dat verkrachting en gedwongen abortus voorbeelden zijn van eergerelateerd geweld. Iets minder dan de helft van de jongeren in Lelystad en Almere en ruim de helft van de jongeren in Zeewolde ziet gedwongen huwelijk niet als een vorm van eergerelateerd geweld. Op Urk is ruim een kwart van de jongeren zich hiervan niet bewust. In Lelystad is ruim één op de drie er niet van op de hoogte dat verkrachting een verschijnsel is van eergerelateerd geweld. Gedwongen zelfmoord wordt door ruim een derde van de jongeren in Almere en op Urk en door ruim de helft van de jongeren in Lelystad niet beschouwd als een kenmerk van eergerelateerd geweld. Gedwongen abortus wordt ook door ruim de helft van de jongeren in Lelystad niet gezien als een vorm van eergerelateerd geweld. Met betrekking tot culturele aspecten Een derde van de jongeren denkt niet of weet niet of eergerelateerd geweld vooral voorkomt in moslim of andere culturen. Feitelijk komt eergerelateerd geweld vooral voor in bevolkingsgroepen rond de Middellandse Zee, het Midden-Oosten, Zuid- en Centraal Azië. Ook onder Roma, Hindoestaanse en orthodox-christelijke gemeenschappen in Nederland. In Almere en Lelystad weten of vinden ongeveer vier op de tien jongeren niet dat eergerelateerd geweld vooral voorkomt in moslimculturen. Ruim de helft van de jongeren in de gemeente Lelystad en ongeveer een kwart van de jongeren in de gemeenten Almere, Zeewolde en Urk weet of vindt niet dat eergerelateerd geweld ook voorkomt in andere culturen. 23

Met betrekking tot slachtofferschap Een meerderheid onder de jongeren denkt dat jongens geen slachtoffer kunnen zijn van eergerelateerd geweld. Ongeveer een derde van de jongeren denkt dat homo s geen slachtoffer kunnen zijn. Ruim de helft van de jongeren in Almere en Lelystad en iets minder dan de helft van de jongeren in Zeewolde en op Urk vindt of weet niet dat jongens ook slachtoffer van eergerelateerd geweld kunnen zijn. Vier op de tien Lelystadse jongeren en ongeveer een derde van de jongeren in Almere en Zeewolde denkt of weet niet dat ook homo s slachtoffer kunnen zijn van eergerelateerd geweld. Met betrekking tot het gebruik van geweld bij eergerelateerde kwesties Vier op de tien jongeren gelooft of weet niet dat de familie het slachtoffer vaak met geweld bedreigt. Ongeveer een derde van de jongeren in Zeewolde, vier op de tien jongeren in Lelystad en op Urk en ongeveer de helft van de Almeerse jongeren weten of vinden niet dat de familie het slachtoffer bedreigt met geweld. Een kwart van de jongeren in Lelystad en Zeewolde gelooft of weet niet dat vooral mannen geweld inzetten. Het vreedzame karakter van eergerelateerde kwesties Bijna de helft van de jongeren weet niet dat problemen rondom eergerelateerde kwesties vreedzaam opgelost kunnen worden, terwijl één op de vijf het niet gelooft. Dit is ook het geval bij de meerderheid van de jongeren in de gemeente Almere, Lelystad, Urk en Zeewolde, slechts een minderheid in de betreffende gemeenten gelooft dat eergerelateerde kwesties vreedzaam opgelost kunnen worden. 24

7.3 Beeld van jongeren in Flevoland over tienermoederschap 7.3.1 Inleiding Om erachter te komen wat jongeren weten over tienermoederschap is ook een aantal stellingen geformuleerd en voorgelegd aan de jongeren. De stellingen hebben te maken met scholing, bron van inkomen en perspectief van tienermoeders, de psychosociale problematiek van tienermoeders, de risico s van seks en de keuze voor moederschap of abortus. 7.3.2 Algemene kennis onder jongeren van tienermoederschap 62,4% van de jongeren zeggen onvoldoende te weten over tienermoederschap, 32,5% weet voldoende, terwijl 5,1% noch voldoende noch onvoldoende daarover afweet. 7.3.3 Scholing en perspectieven van tienermoeders De stellingen die hier opgenomen zijn hebben te maken met de vraag of tienermoeders een hoge of lage opleiding hebben of tienermoeders moeite hebben hun opleiding te voltooien, de kansen op een baan en hun afhankelijkheid van een uitkering. Uit onderzoek blijkt, dat lager opgeleide meisjes en meisjes uit een gezin dat te maken had met armoede, relatief vaker op jonge leeftijd moeder worden. Flevolandse jongeren De meeste jongeren (62%, n=263) geven aan dat tienermoeders vaak laag opgeleid zijn. 38% denkt of weet niet of tienermoeders vaak laag opgeleid zijn. 59,7% van de jongeren (n=263) is de mening toegedaan dat tienermoeders soms ook hoog opgeleid kunnen zijn, 40,3% denkt of weet niet dat tienermoeders ook hoog opgeleid kunnen zijn. Scholing en perspectief TM in % Ja Nee/weet niet TM zijn vaak afhankelijk van een uitkering 60,5 39,5 TM hebben minder kans op een baan 58,3 41,7 TM hebben vaak moeite hun opleiding af te maken 81,2 18,8 TM zijn soms ook hoog opgeleid 59,7 40,3 TM zijn vaak laag opgeleid 62 38 25

81,2% Van de jongeren (n=260) geeft aan dat tienermoeders vaak moeite hebben om hun opleiding af te maken, 9,2% denkt van niet en 9,6% weet gewoon niet of tienermoeders daar moeite mee hebben. 58,3% van de jongeren (n=263) is van mening dat tienermoeders vaak minder kans op een baan hebben, 41,7% zegt daarover niets te weten of is het daarmee oneens. 60,5% van de jongeren (n=262) is van mening dat tienermoeders vaak afhankelijk zijn van een uitkering/bijstand, 39,5% zegt dat niet te weten of dat niet te vinden. Scholing en perspectief van tienermoeders per gemeente Volgens een meerderheid onder de jongeren in Almere (63,5%, n=115), Lelystad (62,9%, n=62), Zeewolde (73,1%, n=26) en Urk (53,3%, n=60) zijn tienermoeders vaak laag opgeleid. 36,5% van de Almeerse jongeren, 37,1% van de Lelystadse jongeren en 46,7% van de Urker jongeren weet of vindt dat niet. Jongeren in de gemeenten Almere (59,1%), Lelystad (58,1%), Urk (55%) en Zeewolde (76,9%) zijn van mening dat tienermoeders ook hoog opgeleid kunnen zijn. Met uitzondering van de jongeren in gemeente Zeewolde, zegt ongeveer vier op de tien jongeren in de gemeenten Almere (40,9%), Lelystad (41,9%) en Urk (45%) niet te weten of te geloven dat tienermoeders ook hoog opgeleid kunnen zijn. Verder geeft een overgrote meerderheid van de Almeerse (85,7%, n=112), Lelystadse (83,9%, n=62), Urker (81,7%, n=60) en Zeewoldense (73,1%, n=26) jongeren aan dat tienermoeders vaak moeite hebben om hun opleiding af te maken. 23,1% van de jongeren uit Zeewolde vindt dat tienermoeders daar geen problemen mee hebben of weten niet of dat het geval is. Jongeren in de gemeenten Almere (66,1%, n=115),lelystad (53,2%, n=62) en Urk (56,7%, n=60) zijn van mening dat tienermoeders vaak minder kans op een baan hebben. 53,8% van de jongeren in Zeewolde, 43,3% van de jongeren op Urk en 46,8% van de jongeren in Lelystad weet of vindt dat niet. In Almere is dat één op de drie jongeren. De meeste jongeren in Almere (70,2%, n= 114) en Zeewolde (76,9%) vinden dat tienermoeders vaak afhankelijk zijn van een uitkering. 29,8% van de Almeerse jongeren en 23,1% van de jongeren in Zeewolde is het daar mee oneens of weet daar niets van. De helft van de jongeren in Lelystad (50%, n=62) en op Urk (50%, n=60) weet wel dat tienermoeders vaak een uitkering genieten. 50% van de jongeren op Urk en 50% van de jongeren in Lelystad vindt of weet dat niet. 26

7.3.4 Sociale en psychosociale problemen van tienermoeders De sociale en psychosociale aspecten van tienermoederschap zijn geconcretiseerd in een aantal stellingen die betrekking hebben op de mate waarin tienermoeders last hebben van psychosociale problemen, somberheid/eenzaamheid, het ontbreken van concrete doelen in hun leven, het belang van de vriend dat vaak prevaleert boven het belang van de tienermoeder en het gegeven dat tienermoeders vaak hun sociale contacten verwaarlozen. Flevolandse jongeren Een minderheid onder de Flevolandse jongeren (n=262) geeft aan dat tienermoeders vaak last hebben van psychosociale problemen (44%). 56% van de jongeren weet of vindt dat niet. 49,6% van de jongeren (n=262) geeft aan dat tienermoeders vaak depressief zijn, 50,4% weet of vindt dat niet. 41,4% van de jongeren (n=261) geeft aan dat tienermoeders vaak hun sociale relaties kwijt raken. 58,6% gelooft of weet dat niet. Psychosociale problemen van TM Nee/weet niet Ja TM laten het belang van hun vriend voorgaan TM hebben vaak moeite een doel in hun leven te vinden TM raken vaak hun relaties kwijt TM zijn vaak eenzaam of somber TM hebben vaak psychosociale problemen 45,8 54,2 43,4 56,6 58,6 41,4 50,4 49,6 56 44 Over het algemeen zijn jongeren (n=262) van mening dat tienermoeders het belang van hun vriend vaak laten prevaleren boven het eigen belang (54,2%). Iets minder dan een kwart van de jongeren (22,9%) zegt dat dit niet het geval is, terwijl nog eens een kwart (22,9%) niet weet of tienermoeders dat doen. Jongeren (56,6%, n=260) geven verder aan dat tienermoeders het vaak moeilijk vinden om een goed doel in hun leven te hebben, 13% is het daar niet mee eens, bijna een derde van de jongeren (30,4%) weet niet of tienermoeders moeite hebben om richting en doel te geven aan hun leven. Sociale en psychosociale problemen van tienermoeders naar gemeente De meeste Almeerse jongeren (54,9%) vinden dat tienermoeders vaak hun relaties met vrienden en familie kwijt raken. 69,2%van de jongeren uit Zeewolde, 64,5% van de jongeren in Lelystad en 73,3% van de jeugd op Urk weet of vindt dat niet. 27

Bij psychosociale problematiek zien we eenzelfde patroon. Almeerse jongeren (59,6%) zijn van mening dat tienermoeders vaak last hebben van psychosociale problemen. 40,4% van de Almeerse jongeren gelooft of weet niet of tienermoeders daar vaak last van hebben. Een meerderheid onder de jongeren uit Zeewolde (76,9%), Lelystad (64,5%) en op Urk (65%) weet of vindt niet dat tienermoeders vaak last hebben van dergelijke problemen. Volgens de meeste Almeerse jongeren (64,9%) zijn tienermoeders vaak depressief (somber) of eenzaam. De meerderheid van jongeren in Lelystad (64,5%), Zeewolde (76,9%) en op Urk (65%) gelooft of weet niet of tienermoeders vaak depressief zijn. Een meerderheid van de jongeren in de gemeenten Almere (60,5%), Urk (66,7%) en de helft van de jongeren in Zeewolde (50%) vindt dat tienermoeders vaak het eigen belang ondergeschikt maken aan dat van hun vriend. 67,8% van de Lelystadse jongeren weet of vindt dat niet. 32,3% vindt dat wel het geval. 50% van de jeugd in Zeewolde en 39,5% van de Almeerse jeugd denkt of weet niet dat tienermoeders hun eigen belang ondergeschikt maken aan dat van hun vriend. De meerderheid van de Almeerse (65,5%) en de Urker jongeren (51,7%) stellen dat tienermoeders vaak moeite hebben om heldere levensdoel(en) te hebben. Een meerderheid onder de Lelystadse jongeren (59%) en de jongeren in Zeewolde (53,8%) denkt dat tienermoeders daar geen moeite mee hebben of weet niet hoe het daarmee zit. Op Urk denkt 48,3% en in Almere 34,5% van de jongeren dat ook. 7.3.5 Risico's van seks en de keuze voor een kind Jongeren is een aantal stellingen over seks en de risico's van seks voorgelegd en over de keuze voor een kind. De keuze voor een kind heeft te maken met de keuze tussen moederschap en abortus. Flevolandse jongeren De meeste jongeren (53,6%, n=261) zijn ervan overtuigd dat tienermoeders vaak onvoldoende weten over seks en de risico s van seks. 46,4% is van mening dat tienermoeders wel degelijk veel van seks en de risico s ervan afweten of weet niet of tienermoeders daar voldoende van afweten. Risico's van seks en keuze voor een kind Ja Nee/weet niet TM weten onvoldoende over seks en de risico's ervan Jongere tieners kiezen vaker voor abortus 53,6 52,5 46,4 47,5 Oudere tieners kiezen vaker voor moederschap Tienerzwangerschappen hebben een grotere kans op mislukking 39,1 62,2 60,9 37,8 28

Jongeren (62,2%, n=262) zijn van mening dat oudere zwangere tieners vaker kiezen voor moederschap in plaats van abortus. 37,8% weet of gelooft niet dat oudere zwangere tieners eerder voor moederschap kiezen. Volgens 52,5% van de jongeren (n=261) kiezen jonge zwangere tieners eerder voor abortus, 47,5% weet niet of dat het geval is of is het daar mee oneens. 39,1% van de jongeren (n=261) stelt dat de kans op een mislukte zwangerschap bij tienerzwangerschappen groter is dan bij volwassenen. 31,4% weet niet of die kans inderdaad groter is, terwijl 29,5% die kans niet groter acht. Risico's van seks en de keuze voor een kind per gemeente Een meerderheid van de jongeren in Almere (61,1%) en Lelystad (51,6%) is van mening dat tienermoeders onvoldoende weten over seks en de risico s van seks. 39,9% van de Almeerse jongeren en 48,4% van de Lelystadse jongeren geeft aan dat tienermoeders daar voldoende van afweten of dat ze niet weten of tienermoeders daar iets van afweten. 53,3% van de jongeren op Urk en 57,7% van de jongeren in Zeewolde weet niet of tienermoeders onvoldoende van seks en de risico s daarvan afweten of is er niet van overtuigd dat het zo is. Jongeren uit Almere (66,7%, n=114), Lelystad (61,3%, n=62) en Zeewolde (76,9%, n=26) weten dat oudere tieners vaker voor moederschap kiezen bij zwangerschap. 33,3% van de Almeerse, 38,7% van de Lelystadse en 23,1% van de jongeren in Zeewolde weet dat niet of denkt niet dat dit het geval is. Op Urk zegt 48,3% van de jongeren dat oudere tieners eerder voor moederschap kiezen, 51,7% weet hierover onvoldoende of is het er niet mee eens. De meerderheid van de Almeerse (58,4%, n=113) en Lelystadse (59,7%, n=62) jongeren is van mening dat jonge zwangere meiden eerder een keuze maken voor abortus. 41,6% van de Almeerse en 40,3% van de Lelystadse jongeren weet of vindt niet dat jonge zwangere meiden vaker voor abortus kiezen. Een minderheid onder de jongeren in Zeewolde (46,2%, n=26) en op Urk (46,7%, n=60) is ervan overtuigd dat jonge tieners vaker voor abortus kiezen, 53,8% van de jongeren in Zeewolde en 53,3% van de jongeren op Urk weet daar niets van af of is daarvan niet overtuigd. Ruim de helft van de jongeren in Almere (56,6%, n=113), Lelystad (59,6%, n=62), Urk (73,3%, n=60) en Zeewolde (53,8%, n=26) weet het niet of vindt niet dat jonge tienerzwangerschappen een groter risico lopen te mislukken. Ongeveer vier op de tien jongeren in Almere (43,4%), Lelystad (40,3%) en Zeewolde (46,2%) is van mening dat jonge tieners bij zwangerschap een groter risico op mislukking lopen. 29

Subconclusies tienermoeders Over de kennis van jongeren in Flevoland over tienermoederschap kunnen we de volgende conclusies trekken: Jongeren in Flevoland hebben een redelijk beeld van de uitgangssituatie van tienermoeders. Zo geven de jongeren aan dat tienermoeders vaak laag, maar soms ook hoog, opgeleid zijn, dat ze vaak moeite hebben hun opleiding te voltooien en geringe kansen hebben op een baan. Daardoor zijn tienermoeders volgens de jongeren ook vaak afhankelijk van een bijstandsuitkering. Jongeren zijn ervan overtuigd dat tienermoeders vaak last hebben van bepaalde psychosociale problemen. Zo vinden jongeren dat tienermoeders vaak hun belangen ondergeschikt maken aan die van hun vriend en dat tienermoeders vaak moeite hebben met het vinden van een doel in hun leven. Jongeren stellen verder dat de keuze voor moederschap of abortus vaak afhankelijk is van de levensfase waarin de zwangere tiener zich bevindt. Jongeren menen dat hoe jonger de zwangere tiener, hoe groter de kans dat de tiener voor abortus kiest, hoe ouder de zwangere tiener des te waarschijnlijker de keuze voor moederschap. Jongeren zijn ook van mening dat tienermoeders onvoldoende weten over seks en de risico's van seks. Ondanks het bovenstaande zouden jongeren in Flevoland toch beter geïnformeerd of voorgelicht moeten worden over tienermoederschap, om de volgende redenen: Met betrekking tot scholing en carrièreperspectieven van tienermoeders Ongeveer vier op de tien jongere weet niet dat tienermoeders vaak laag, maar soms ook hoog opgeleid zijn, vaak een verminderde kans op een baan hebben en dat ze vaak afhankelijk zijn van een uitkering. De helft van de jongeren in Lelystad en op Urk zijn er niet van overtuigd of weten gewoon niet dat tienermoeders vaak afhankelijk zijn van een bijstandsuitkering. Een ruime meerderheid van de jongeren in Zeewolde en een krappe meerderheid van de jongeren in Lelystad en op Urk geloven of weten niet dat tienermoeders minder kans op een baan hebben, in Almere is dit het geval bij een op de drie jongeren. Vier op de tien jongeren in Almere, Lelystad en op Urk geloven of weten niet dat tienermoeders soms hoog opgeleid zijn. Iets minder dan de helft van de jongeren op Urk en ruim een derde van de jongeren in Almere en Lelystad gelooft of weet niet dat tienermoeders vaak laag opgeleid zijn. 30

Met betrekking tot psychosociale problemen bij tienermoeders De meeste jongeren weten niet dat tienermoeders vaak psychosociale problemen hebben, dat ze vaak depressief (somber) zijn en dat ze vaak hun sociale contacten kwijt raken. De meeste jongeren in de gemeente Lelystad en Zeewolde weten of geloven niet dat tienermoeders vaak last hebben van psychosociale problemen, vaak moeite hebben een levensdoel te formuleren en vrienden en kennissen vaak kwijt raken. Ongeveer vier op de tien jongeren in Almere gelooft of weet niet dat tienermoeders vaak last hebben van psychosociale problemen. Op Urk is er een meerderheid onder de jongeren die niet weet of gelooft dat tienermoeders vaak psychosociale problemen hebben, vaak eenzaam zijn of vaak hun contacten kwijt raken. Een krappe meerderheid onder de Urker jongeren weet of gelooft niet dat tienermoeders vaak moeite hebben om een levensdoel te vinden. Met betrekking tot de keuze voor abortus of moederschap De meeste jongeren op Urk en in Zeewolde en een krappe minderheid onder de jongeren in Almere en Lelystad zijn onwetend over of niet overtuigd van het feit dat jongere tienermoeders vaker de keuze maken voor abortus. Ruim de helft van de jongeren op Urk en ruim een derde van de jongeren in Lelystad en Almere gelooft niet of weet niet dat oudere tienermoeders vaker de keuze voor moederschap maken. Met betrekking tot seks en de risico s van seks en de kansen op een mislukte zwangerschap Jongeren in Flevoland weten onvoldoende over de kansen op mislukking van tienerzwangerschappen. De meeste jongeren in Flevoland weten of vinden niet dat een tienerzwangerschap een grotere kans op mislukking heeft in vergelijking met een de zwangerschap bij een volwassen vrouw. De meerderheid van de jongeren in de gemeenten Almere, Lelystad, Urk en Zeewolde weet of gelooft niet dat tienerzwangerschappen een grotere kans op mislukking hebben. Jongeren zijn daarnaast overtuigd dat tienermoeders onvoldoende weten over seks en de risico's van seks. Vooral jongeren in Zeewolde en Urk zijn deze mening toegedaan. In Almere is er een krappe minderheid onder de jongeren die deze mening deelt, terwijl in Lelystad ongeveer vier op de tien jongeren die deze mening deelt. 31

7.4 Informatie aan jongeren m.b.t. kwetsbare meiden 7.4.1 Inleiding Aan de jongeren is een aantal vragen voorgelegd over hoe jongeren op dit moment geïnformeerd zijn over de problemen van kwetsbare meiden en of ze meer willen weten over kwetsbare meiden. Verder is hen gevraagd hoe ze geïnformeerd willen worden en om welk soort informatie het gaat. 7.4.2 Huidige informatiebronnen voor jongeren over kwetsbare meiden Aan de jongeren in Flevoland is gevraagd via welke bronnen ze geïnformeerd zijn of worden over de problematiek van tienermoeders in het algemeen. Uit onderstaande tabel blijkt dat jongeren het meest geïnformeerd worden via school (50,9%), TV reclames/documentaires (39,9%) en/of sociale media (30,5%). Media zoals huis-aan-huis bladen/kranten (10,5%), theaterstukken (10%), radio (13,2%) en websites van gemeenten scoren laag als relevante informatiebronnen voor jongeren. Informatiebronnen over tienermoeders % absol Anders 18,3 40 Kranten/huis aan huisbladen 10,5 23 Sociale media 30,5 67 Algemene websites 22,3 49 Theaterstukken 10 22 Voorlichting via hulpinsgtanties 22,3 49 Posters/folders 17,2 38 Jongeren websites 22,7 50 Radio 13,2 29 TV reclames/docu's 39,9 86 Websites gemeenten 17,3 38 Schoolprogramma's 50,9 112 Flevolandse jongeren is ook gevraagd hoe zij aan hun informatie komen als het gaat om loverboys en de problematiek rondom loverboys. Ook hier zien wij eenzelfde soort patroon in de informatiebronnen als bij tienermoederschap. De meeste jongeren (54,4%) worden via de eigen school geïnformeerd over loverboys en de problematiek rondom loverboys. Verder wordt ruim een derde van de jongeren (35,9%) geïnformeerd via TV reclames/documentaires, via sociale media (31,1%) en via jongerenwebsites (29%). Ook rondom het thema loverboys scoren kranten (15,4%), posters/folders (18,6%), radio (18,2%) en gemeentelijke websites (20,9%) laag. 32

Informatiebronnen over loverboys % absol Anders Kranten/huis aan huisbladen Sociale media Algemene websites Theaterstukken Via hulpinstanties Posters/folders Jongeren websites Radio TV reclames en documentaires Websites gemeenten Schoolprogramma's 13,7 15,5 31,1 21,9 17,3 30 34 48 38 22,3 49 18,6 41 29 18,2 40 35,9 20,9 46 54,5 64 68 79 120 Als het gaat om eergerelateerd geweld geven jongeren aan dat ze vooral informatie krijgen via de TV/documentaires (26,4%), sociale media (26%), school (23,3%) en/of jongerenwebsites (20%). Ook hier zijn gemeentelijke websites, kranten/huis-aan-huisbladen, posters en folders en de radio minder toegankelijke informatiebronnen voor de jongeren. Informatiebronnen eergerelateerd geweld % absol Anders Kranten/huis aan huisbladen Sociale media Algemene websites Theaterstukken Via hulpinstanties Posters/folders Jongeren websites Radio TV reclames/documentaires Websites gemeenten Schoolprogramma's 16,9 37 11 24 26 19,2 42 7,7 17 15 33 13,2 29 20 44 12,3 27 26,4 8,6 19 23,2 51 57 58 33