Nutriënten Management Instituut B.V. Postbus 250, 6700 AG Wageningen T: 088 8761280 E: nmi@nmi-agro.nl I: www.nmi-agro.nl Voedergewassen en de organische stofbalans (case study EU-project Cantogether) NVWV, 3 juli 2014 Marjoleine Hanegraaf
Inhoud EU-Project Cantogether: innovaties gemengde bedrijfssystemen Deeltaak Land sharing Uitwerking case study NL Innovatie: teelt krachtvoervervangers Enkele vingeroefeningen Voorlopige conclusies
Context: ontwikkelen van gemengde bedrijfssystemen EU-breed: 24 regio s Gemengd : - binnen bedrijf (grasland, akkerbouw) - binnen regio: samenwerking tussen agrariërs Inzicht krijgen in algemene principes en maatwerk www.fp7cantogether.eu Per regio vergelijken van baseline en innovaties
Deeltaak Land sharing Land sharing between productive and ecological areas and between livestock farms and arable farms Verkennen of (her-)introductie van land sharing een goede innovatie kan zijn Doelen van land sharing : gewasproductie, regional (bodem-)ecosysteemdiensten,, mestplaatsing Focus: Wat zijn de effecten van land sharing op de regionale organische stof balans? 3 case studies: Polen, Frankrijk, Nederland
Regio Winterswijk Regio Winterswijk: Coulissen landschap Duurzame landbouw TBO s actief
Light design case study Winterswijk: gedeelde verantwoordelijkheid voor het landschap C4 Winterswijk Income Civil Society Tourism Inpassing landbouwkundige maatregelen gericht op: Grasslands Potatoes Grazing Crops Maize, cereals, potatoes Maize sillage Cereals Dairy cows Goods and services Landscape, water quality, environment services Dairy farmers Arable farmers Income Growing potatoes when renewing grasslands Income Foundation Municipality, farmers, land owners, environemental groups, citizens, tourism agents CAP Agriculture Ministry Agrarisch natuurbeheer Biodiversiteit Waterkwaliteit Korevaar & Geerts (2012) Den Boer & de Haas (2013) Bioregulation x n (territory) Small plots, hedges, biodiversity areas Erosion and water quality regulation Workshop met stakeholders 5 feb 2013: Kansrijke Innovaties Teelt krachtvoervervanger Collectieve diensten
Organische stofbalansen Perceelsniveau: aanvoer - afbraak Bedrijfsniveau: geen goede methodiek beschikbaar Regionaal niveau: balans x areaal (per teelt) Voor schatting over langjarige periode: T en neerslag meenemen Evt. impact van management standaardiseren Siebielec (2012)
Voordelen van de teelt krachtvoervervanger Bedrijfsschaal: Verlagen externe stikstof- en fosfaat aanvoer Verminderen ruwvoeroverschot Besparen op krachtvoer Vlinderbloemigen: biologische N-binding Granen: op peil houden bodemgezondheid en structuur, onkruiddruk, organische stofgehalte Mogelijk op droogtegevoelige percelen Voorgewas voor succesvolle graslandvernieuwing Vroeg oogsttijdstip
Inschatting effect op bodemstructuur 2050 eos 1000 eos 2500 eos De Boer et al. (2003)
Drie opties nader bekeken: Eigen teelt melkveehouderij: granen in gras/maïs rotatie geschikt voor grond met mindere ontwatering diep, uitgebreid wortelstelsel: bodemstructuur en OS% opbrengst ca. 7 ton/ha regionale pletter of maler na scheuren gras in voorjaar na maïs in najaar; maakt tijdige inzaai grasklaver mogelijk Teelt door collega-akkerbouw: luzerne in aardappelrotatie geschikt op droogtegevoelige grond (moet wel doorwortelbaar zijn) biologische N-binder diep, uitgebreid wortelstelsel: bodemstructuur en OS% vruchtwisseling nodig (autotoxiciteit en waardplant) opbrengst ca. 10 ton/ha regionale drogerij Alternatief: deegrijp graan, eerdere oogst, echter lager saldo, dan baktarwe Teelt op grond TBO s, o.a. natuurgebieden: granen acceptabel, maïs vaak niet
Grondgebruik regio Winterswijk Belang van organische stof voor grondgebruik en bodem-ecosystemen Areaal hele gebied ha (2003) 20.734 rotatie gras-maïs 8.000 bouwplan aardappelen 5.000 natuurgras 300 subtotaal 13.300
Vingeroefening-1: zomergerst i.p.v. maïs Wat voegt t toe? Extra OS-aanvoer bij 1 jr. zomergerst in 3-jarige rotatie gras / maïs+groenbemester is beperkt: Gewas EOS (kg/ha) gras 3 jr 3675 maïs 525 groenbemester 300 zomergerst 1302 stro 618 Elk 6e jaar: 825 vs. 1302 c.q. 1820
Vingeroefening-2: Luzerne i.p.v. aardappel Wat doet het voor de grond? Gewas voor de hoge eerdgronden Kenmerk: dikke humeuze laag (30-50 cm) OS-geh. 3-5% Handboek Luzerne als voedergewas, 1999 Geschat areaal (zie kaart): 10-15% In termen van OS-aanvoer: Goed gewas, verkeerde plek Bodemkaart, blad 41
OS% (0-10 cm) Vingeroefening-3: zomergerst op natuurgrond Gaat het samen? Over periode van 20 jaar, eens per 5 jaar zomergerst Met MINIP de ontwikkeling van OS% berekend 4 3.5 3 2.5 2 1.5 1 0.5 0 natuurgras, elk 5e jaar zomergerst 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 Jaar Aanname: - afvoer van stro - geen mest Groot effect op OS% Ongewenst met oog op natuur als belangrijkste grondgebruik
Voorlopige conclusies Regionale ontwikkeling in landgebruik is van groot belang voor het behoud van landbouw- en natuur gebieden. Het organische stof% in de bodem, onderdeel van bodem ecosysteemdiensten, kan dienst doen als indicator. De betekenis van de meetwaarde kan per type stakeholder verschillen. De maatregel teelt van krachtvoer, nuttig vanuit bedrijfsmanagement, kan op verschillende manieren worden ingevuld en dit biedt ruimte voor het vinden van de beste regionale inpassing.
Dank voor de aandacht! marjoleine.hanegraaf@nmi-agro.nl