Afstudeerproject. Verantwoordingsdocument

Vergelijkbare documenten
In opdracht van: Member Care Nederland

doordat er op dat moment geen leeftijdsgenootjes aanwezig zijn. Als ze iets mochten veranderen gaven ze aan dat de meeste kinderen iets aan de

In opdracht van: Member Care Nederland

onderdeel van

Thuis front commissies en Missionary Kids TFC-dag 2009 Door: Sifra Koops-Companjen

Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM

onderdeel van

Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM

Screening versus Roeping? Toerustingsdag van Member Care Nederland vrijdag 30 september 2011 in Amersfoort

Beoordelingscriteria scriptie CBC: instructie en uitwerking

Informatiebrief en toestemmingsformulier registratie facioscapulohumerale spierdystrofie voor jongeren van jaar

PeerEducatie Handboek voor Peers

Bijeenkomst afstudeerbegeleiders. 13 januari 2009 Bespreking opzet scriptie

Individueel verslag Timo de Reus klas 4A

Voorwoord. Nienke Meijer College van Bestuur Fontys Hogescholen

Stichting Jeugd en Jongerenwerk Midden-Holland Hoe maak ik een jeugdenquête

1+1=3. Veranderingen in het leven van een derde-cultuur-kind. Anna-Carina Walraven Klas H1C

Evaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers

Voor deze enquête bevragen jullie minstens 25 personen

SECTORWERKSTUK

Onderzoeksopzet. Marktonderzoek Klantbeleving

Scriptiegroep. Bijeenkomst 08

Deze vragenlijst vul je in door aan te kruisen in welke mate je het eens bent met de uitspraken in de vragenlijst.

Moeten zendingsorganisaties member care afstoten? Missionair Werkers zijn het geld waard om onafhankelijke professionele coaching te ontvangen!

tudievragen voor het vak TCO-2B

Samenvatting en rapportage Klanttevredenheidsonderzoek PPF 2011/2012

Methodologie voor sociaalwetenschappelijk onderzoek. Foeke van der Zee

Vragenlijst Ervaringen met het preventieve gezondheidsonderzoek 1

Uitkomsten Enquête mei 2015

Docent Kunsteducatie in de schijnwerpers

Schooldiagnose Contacten met Ouders

Inhoud. Aan jou de keuze 7. Niet alleen maar een boek 187. Auteurs 191. Dankwoord 197

Vragenlijst. Ervaringen met hulpverlening na een schokkende gebeurtenis

Handleiding bij het maken van een profielwerkstuk. april 2012

Evalueren van projecten met externen Kennisdocument Onderzoek & Statistiek

Het Rouwende Kind. een handvat voor de volwassene

Partnerschap Samenwerkings Overeenkomst tijdens uitzending (naam van de Missionair Werkers)

Oplossingsgerichte vragen (Het Spel van Oplossingen IKB & TS)

Methodologie voor onderzoek in zorg, welzijn en hulpverlening. Foeke van der Zee

Rapportage Ervaringsonderzoek WOT's

Inclusief IEDEREEN! Hoe het vertrouwen van de burger in de overheid te herstellen.

Interviews: - interview: vragen gast - vragen pleeggezin - vragen aan begeleider van Open Thuis - Interview met de dienst VMG :

Pubers van Nu! Praktijkboek voor iedereen die met pubers werkt. Klaas Jan Terpstra en Herberd Prinsen

Praktijk Werkboek. Retail Trainingen. werkboek met opdrachten en vragen

Invoering WIK een goede zet!

Kort verslag van de beleidsanalyse van het programma Valor in India

Rekenen Groep 4-1e helft schooljaar.

Inhoudsopgave van de gehele gids:

KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK SCHOONMAAKDIENST GEMEENTE HAREN

Rapport Cliëntervaringsonderzoek. Thuiszorg Dichtbij Groningen. Ervaringen met de Palliatieve Zorg Verslagjaar 2014

Resultaten interviews met patiënten Vervolgens wordt een korte samenvatting gegeven van de belangrijkste resultaten uit de gelabelde interviews.

Individueel verhuisprofiel en verhuisplan

Hans van Rooij VERSTAG

Voorwoord... iii Verantwoording... v

Mantelzorg, waar ligt de grens?

Ouderschap in Ontwikkeling

Methodologie voor onderzoek in marketing en management. Foeke van der Zee

Auteurs: Baarda e.a. isbn:

BUDDYSYSTEEM INLEIDING. THEMA blijf in verbinding

Kennisdeling op internet tussen leraren in Kennisnet Vakcommunities. De belangrijkste resultaten. Management samenvatting

Als eerste bedankt voor het aanschaffen van deze PDF waarin ik je handige tips en trucs zal geven over het schrijven van een handleiding.

Eerste uitgave: maart Copyright 2015 Saskia Steur Druk:

Dankwoord (Acknowledgements)

Klanttevredenheidsrapportage ARAG Rechtsbijstand

ONDERZOEK VOOR JE PROFIELWERKSTUK HOE DOE JE DAT?

VOORBEELD. Huurders en asbest. Informatie en tips voor individuele huurders. en bewonersorganisaties. Eerste druk, augustus 2013

Rapportage. Onderzoek: mediawijsheid onder ouders en kinderen

SPEELWIJZE LEIDERSCHAPSSPEL

Onderzoek Module 10.3 Het empirisch onderzoek ontwerpen. Master Innovation & Leadership in Education

KERK EN CHRISTENVERVOLGING christenvervolging

Praktische tips voor succesvol marktonderzoek in de land- en tuinbouwsector

Competent talent in de praktijk

Beoordelingsmodel scriptie De beoordelaars gaan niet over tot een eindbeoordeling indien een van de categorieën een onvoldoende is.

Wat doet NIM Maatschappelijk Werk?

Cursus Onderwijs en ICT. Programmeren met Visual Basic

Invoering WIK een goede zet!

Welkom. Neem contact op zodat wij aan de hand van uw situatie specifieker kunnen aangeven wat wij kunnen betekenen. Werkgever. Werknemer.

HEY WAT KAN JIJ EIGENLIJK GOED? VERKLAP JE TALENT IN 8 STAPPEN

Nederlands bedrijfsleven: maak faillissementsfraude snel openbaar

71x071 Handleiding. Wie doet wat?

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School

Voorwoord van Hester van Herk... iii Voorwoord van Foeke van der Zee... iv Verantwoording... vi

Onderzoek naar de nazorg bij dikke darmkanker door de huisarts of de chirurg en het gebruik van een persoonlijke interactieve website (I CARE studie).

Cursusgids - Social Medi lessen. Eerste druk November Digitaal Leerplein. Website: info@digitaalleerplein.

Formulier Aanvraag start Afstudeeronderzoek

De kaderstellende rol van de raad bij complexe projecten

Onderzoek: Studiekeuze

Deel ; Conclusie. Handleiding scripties

Reflectieonderzoek Informatie voor deelnemers

Voorwoord. Hoogbegaafdheid in kaart

Voorwoord bij de tiende druk 8. 1 Inleiding 1 0. deel i voorbereiding 15

Tevredenheidsonderzoek Dienst inburgeren Studiecentrum Talen Eindhoven bv

Ouders op (be)zoek. Feedback van ouders op de online aangeboden informatie van Opvoeden.nl. december door: in opdracht van:

1. Is de standaard duidelijk over de werkzaamheden die mogen worden uitgevoerd.? Zo nee, graag toelichten waarom niet.

Onderzoek Dutchbat III Programma van eisen. 1. Aanleiding

Zelfmanagement bij mensen met beperkte gezondheidsvaardigheden door verstandelijke beperkingen

Agenda 15 t/m 17 juni Kamp groep 8 24 juni Onderbouwdag (groep 1 t/m 4 is vrij) We luisteren naar elkaar.

Burgerparticipatie in de openbare ruimte. Juni, 2014

Zuid aan Zet Gebiedsgericht werken in Colmschate-Zuid oktober 2012

PAPER IMPLEMENTATIE ICT INFRASTRUCTURE PROJECT 3

Transcriptie:

Afstudeerproject Verantwoordingsdocument Wat wordt er in Nederland gedaan, aan begeleiding van Mission Kids, die teruggekomen zijn naar Nederland. Aan wat voor soort begeleiding hebben MK's behoefte, en hoe kan er in die behoefte voorzien worden In opdracht van: Member Care Nederland Maria Austriastr. 704a 1087 KH Amsterdam Vanuit de opleiding: Godsdienst Pastoraal Werk aan de Christelijke Hogeschool Ede Oude Kerkweg 100 6717 JS Ede Auteurs: Deborah Aartsma (deborah_aartsma@yahoo.com) Annelies van der Ploeg (annelies567@hotmail.com) Afstudeer Coach: Sabine van der Heijden Ede, 28 september 2011 2011, Aartsma, D. en Ploeg, van der A. Uitgegeven in opdracht van Member Care Nederland (deborah_aartsma@yahoo.com, annelies567@hotmail.com, info@membercare.nl) Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand en/of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de auteur en/of uitgever.

Voorwoord Beste lezer, Voor u ligt het verantwoordingsdocument van het afstudeeronderzoek van Annelies van der Ploeg en Deborah Aartsma. Dit document is een van de twee documenten die horen bij ons afstudeeronderzoek aan de CHE. Naast dit document hebben we een eindproduct. Dit is het boekje: Landen na de (terug)reis; praktische informatie bij de re-entry van Mission Kids. Voor zendingsorganisaties, kerken, Thuisfrontcommissies, ouders van Mission Kids en Mission Kids geworden. Sommige onderdelen van ons onderzoek staan uitgebreid beschreven in het boekje, en zullen om die reden niet opgenomen worden in dit verantwoordingsdocument. In dit document zullen wij daarom meerdere keren verwijzen naar ons eindproduct. Beide werken, ons eindproduct en dit verantwoordingsdocument, zijn complementair en dienen als zodanig gelezen te worden. We wensen u veel plezier met het lezen van ons afstudeeronderzoek! Annelies van der Ploeg en Deborah Aartsma 2

Begrippen en Definities Hieronder zullen we kort enkele begrippen die we gebruiken, nader definiëren. In ons eindproduct vindt u meer begrippen en uitgebreidere definities. MK: Missionary Kid oftwel zendingskind. TCK: Third Culture Kid, oftewel Derde Cultuur Kind. A Third Culture Kid (TCK) is a person who has spent a significant part of his or her developmental years outside the parent s culture. The TCK builds relationships to all of the cultures, while not having full ownership in any. Although elements from each culture are assimilated into the TCK s life experience, the sense of belonging is in relationship to others of similar background. 1 Elke MK is een TCK, maar niet alle TCK s zijn MK s. TCK s kunnen ook kinderen zijn van diplomaten, zakenmensen en mensen uit het leger; kinderen die door het werk van hun ouders in het buitenland zijn opgegroeid. 2 Re-entry: De terugkeer van zendingswerkers en/of hun kinderen naar het land van herkomst. Re-entry Proces: Het integratieproces dat hoort bij de re-entry. Issue: We hebben het in ons afstudeeronderzoek onder andere over 'issues' die MK's kunnen hebben. Hoewel het eigenlijk een Engels woord is, wordt het ook wel in het Nederlands gebruikt. Woorden die eraan verwant zijn maar net niet helemaal de lading dekken, zijn: uitdagingen of problemen. Omdat deze woorden de lading net niet helemaal dekken, hebben we ervoor gekozen het woord issues te blijven gebruiken. 1 2 Pollock, D.C., Reken, R.E. Van, Third Culture Kids. The Experience of Growing Up Among Worlds (Boston London: Nicholas Brealey Publishing, 2001) p. 19 Het boek 'Third Culture Kids. The Experience of Growing Up Among Worlds' van David Pollock en Ruth van Reken wordt wel gezien als 'de bijbel' onder de MK/TCK-literatuur. Het is een basiswerk waar veel andere literatuur over MK's en TCK's zich op baseert en uit put. Omdat alle MK's Third Culture Kids zijn, geldt wat in dit boek staat ook voor MK's. Dit boek is dan ook van groot belang geweest voor ons onderzoek. Hoewel ons onderzoek specifiek is gericht op de MK's en niet op TCK's, zullen wij regelmatig van het boek van D. Pollock en R. van Reken gebruik maken. Om die reden zult u ook de term TCK met enige regelmaat zien terugkeren in ons werk. 3

Inhoudsopgave Voorwoord... 2 Begrippen en Definities... 3 Inhoudsopgave... 4 1. Het definitieve Projectplan... 8 1.1 Aanleiding... 8 1.2 Probleem- en doelstelling... 9 1.2.1 Doelstelling... 9 1.2.2 Probleemstelling... 9 1.2.3 Deelvragen... 9 1. 3 Projectresultaat... 10 1.4 Activiteiten... 10 1.5 Tijd... 11 1.6 Geld/uren... 11 1.7 Kwaliteit... 12 1.8 Communicatie... 13 1.9 Organisatie... 13 2. Procesverslag... 15 3. De inhoudelijke verantwoording... 16 3.1 Probleemstelling... 16 3.2 Doelstelling... 16 3.3 Hypotheses... 16 3. 4 Randvoorwaarden... 17 3.5 Beperkingen... 17 3.6 Onderzoeksrelevantie... 17 3.7 Onderzoeksopzet... 17 3.8 Methodiek... 18 3.9 Populatie van de MK's... 19 3.10 Selectie interviews MK's... 20 3.11 Populatie van de Zendingsorganisaties... 21 3.12 Waarom geen zendingsorganisaties geïnterviewd... 21 4. Verantwoording van de literatuur... 22 4.1 Third Culture Kids David C. Pollock en Ruth E. van Reken... 22 4.2 Burn-Up or Splash Down Marion Knell... 23 4

4.3 Van heinde en ver(der) Margrete Bac-Fahner... 23 5. Antwoord op deelvragen... 24 5.1 Welke MK issues zijn er?... 24 5.2 Wat wordt er in Nederland gedaan aan begeleiding van MK s bij terugkomst naar Nederland?... 24 5.2.1 Wat wordt er gedaan door uitzendende zendingsorganisaties?... 24 5.2.2 Wat wordt er gedaan door andere organisaties (zoals InTransit, Member Care, e.a.)?... 26 5.2.3 Wat wordt er gedaan door kerken?... 26 5.2.4 Wat wordt er gedaan door Thuis front Commissie?... 26 5.3 Zijn de MK s begeleid bij terugkomst naar Nederland, en hoe hebben ze de begeleiding ervaren?... 27 5.3.1 Welke behoeften aan begeleiding hebben of hadden MK s bij terugkomst naar Nederland?... 27 5.3.2 In welke mate is er in deze behoeften aan begeleiding voorzien, en door wie?... 28 5.3.3 Hoe hebben de MK s deze begeleiding ervaren?... 29 5.4 Hoe kunnen MK s worden voorzien in hun behoeften aan begeleiding bij terugkomst in Nederland? 29 5.4.1 Hoe kunnen zendingsorganisaties, kerken en Thuisfrontcommissies voorzien in de behoeften aan begeleiding van MK s?... 29 5.4.2 Welke stappen kunnen de MK s zelf nemen als hulmiddel bij het re-entry proces?... 29 6. Theologische verantwoording... 30 6.1 Theologische onderbouwing... 30 6.2 Het eindproduct van onze opleiding... 31 7. Popularisering... 33 Landen na de (terug)reis; Aandacht voor de terugkerende Mission Kid... 33 8. Evaluatie/Discussie... 35 9. Woord van Dank... 37 10. Literatuurlijst... 38 Bijlage 1: De enquête die de MK s ingevuld hebben... 40 Bijlage 2: Verwerking van de Enquête voor de MK s... 53 1: Hoe oud ben je?... 54 2: Hoe oud was je toen je (voorgoed) terugkwam in Nederland?... 55 3: Ben je een man of een vrouw?... 56 4: Hoe oud was je toen je voor het eerst naar het buitenland verhuisde?... 57 5: Hoeveel jaar heb je in totaal in het buitenland gewoond?... 58 6: Kwam je samen met je ouders terug naar Nederland, of bleven zij in het zendingsland werken?... 59 7: Is jouw zendingsorganisatie aangesloten bij de EZA?... 60 8: Door wie ben je voorbereid, en waaruit bestond de voorbereiding op het vertrek naar/ wonen in het buitenland?... 61 9: Heeft de voorbereiding op het vertrek naar/ wonen in het buitenland jou geholpen?... 63 5

10: Eenmaal in het buitenland: Waaruit bestond de voorbereiding op de (terug)keer naar Nederland?... 65 11: Hoe heb je de voorbereiding op de (terug)keer naar Nederland ervaren?... 67 12: Toen je net terug was in Nederland, hoe vaak heb je toen gesprekken gehad, die te maken hadden met jouw re-entry?... 70 13: Hoe waardeer je de begeleiding die je hebt gehad bij terugkomst in Nederland?... 74 14: In hoeverre had je behoefte om je verhaal kwijt te kunnen, of vragen te stellen aan onderstaande personen?... 78 15: Bij wie verwachtte je dat je terecht kon met vragen of je verhaal?... 81 16: Bij wie kon jij je verhaal kwijt en in hoeverre heeft het jou geholpen... 83 17: Had je iemand bij wie je terecht kon met vragen?... 88 18: Over welke thema s had je graag met iemand gesproken of heb je gesproken, toen je net (max. 2 jaar) terug was in Nederland?... 94 19: Wat heeft jou geholpen bij de re-entry? Of, wat is niet gebeurd, maar zou je geholpen hebben als het wel gebeurd was.... 96 20: In hoeverre ben je het eens met de volgende stellingen?... 101 Vragen naast elkaar gelegd... 105 Vraag 8 en 10:... 105 Vraag 10 en vraag 11 naast elkaar gelegd... 108 Tussen vraag 12 en 13:... 109 Tussen vraag 9, 11, 12 en 13... 110 Vergelijking vraag 14, 15, 16 en 17... 113 Vraag 18 ingedeeld per geslacht... 117 Vraag 18 ingedeeld per leeftijd terug in Nederland... 121 21: Heb je tips voor MK Focus en andere (zendings)organisaties in Nederland?... 123 22: Heb je tips voor kerken om MK's te helpen bij de re-entry in Nederland?... 124 23: Heb je nog andere opmerkingen?... 125 Heb je tips voor MK Focus en andere (zendings)organisaties in Nederland?... 125 Heb je tips voor kerken om MK's te helpen bij de re-entry in Nederland?... 127 Heb je nog andere opmerkingen?... 127 Bijlage 3: De enquête die de zendingsorganisaties hebben ingevuld... 129 Bijlage 4: verwerking van de Enquête voor Zendingsorganisaties:... 134 1: Namens welke zendingsorganisatie vult u deze Enquête in?... 134 2: Zend uw organisatie echtparen met kinderen uit naar het buitenland?... 136 3: Heeft uw zendingsorganisatie een contactpersoon die verantwoordelijk is voor zaken die te maken hebben met MK's?... 136 4: Is jullie zendingsorganisatie bekend met de issues die bij MK s kunnen spelen?... 137 6

5: Heeft uw zendingsorganisatie een van de volgende activiteiten, voor MK s in de leeftijd van 12 t/m 21 jaar, om hen te begeleiden bij de re-entry?... 139 6: Indien u bij vraag 5 geen activiteiten heeft ingevuld: Wat is de reden dat uw zendingsorganisatie dit niet heeft?... 141 7: Verwijst uw zendingsorganisatie MK s door naar andere instanties?... 142 8: Graag nemen wij n.a.v. deze enquête met enkele zendingsorganisaties contact op voor een kort telefonisch interview, van ongeveer een kwartier. ( Indien uw organisatie een contactpersoon voor MK zaken heeft, wilt u dan hieronder de naam van de contactpersoon en het telefoonnummer invullen?)... 143 9: Heeft u naar aanleiding van deze enquête nog opmerkingen?... 143 Bijlage 5: Telefonische interviews met MK s... 144 Interview 1... 144 Interview 2... 147 Interview 3... 149 Interview 4... 150 Interview 5... 152 Interview 6... 154 Bijlage 6: Een samenvatting van ons afstudeeronderzoek... 156 7

1. Het definitieve Projectplan 1.1 Aanleiding Opdrachtgever: Member Care Nederland Contactpersoon: Mathilde Companjen en Margrete Bac (van InTransit). Zij begeleiden ons samen zodat wanneer Mathilde op reis is voor haar werk, de voortgang van ons onderzoek gegarandeerd kan blijven. Deborah: Door mijn eigen ervaring als zendingskind en literatuur over en gesprekken met kinderen van zendelingen (oftewel MK's, Mission Kids), concludeerde ik dat MK s heel wat meemaken in hun jonge leven. Ze gaan mee met hun ouders naar het buitenland, en groeien daar op. Ze maken er (nieuwe) vrienden en gaan daar naar een (nieuwe) school. Veel MK's zijn een aantal keer verhuist. En dan komt de grote 'terug'komst naar het land van herkomst. Maar wat voor de ouders vaak thuiskomen is, is voor de meeste MK's een verhuizing naar een nieuw land met andere gewoonten en een andere cultuur. Er moet afscheid genomen worden van vrienden, huisdieren, het huis. En dan komt men in het nieuwe land terecht. Bij de ene MK gaat de aanpassing en integratie sneller dan bij de ander, en de een heeft er meer moeite mee dan de ander. Bij veel MK's laat het verborgen pijn achter. Vroeger was er weinig tot geen aandacht voor de kinderen van de zendelingen. De zendelingen werden uitgezonden, en de kinderen gingen mee (of niet, heel vroeger). Er werd weinig aandacht besteedt aan wat het met de kinderen zou kunnen doen. Tegenwoordig is dat gelukkig anders. Er komt steeds meer aandacht voor de kinderen van zendelingen, en men krijgt steeds meer oog voor de gevolgen die de uitzending en terugkomst bij de kinderen kan hebben. Maar naar mijn idee mist er nog een stukje concrete (pastorale) begeleiding van MK's in Nederland. Er bestaat wel een psychologische praktijk (InTransit) die gespecialiseerd is in psychologische hulp aan zendelingen en MK's, maar naar mijn idee is dat vaak al een stap te hoog voor de MK. Tussen weinig tot geen begeleiding en een psycholoog zit nog een hele stap. Ik zou graag zien dat er nog iets tussenkomt. Een gecentraliseerd punt waar MK's terecht kunnen om hun verhaal te doen en waar ze zich begrepen weten/voelen, en daarnaast een stukje begeleiding kunnen krijgen waar dat nodig is. Daarom zou ik graag onderzoek willen doen naar wát er al gedaan wordt aan begeleiding van MK's in Nederland, wat er nog mist, en welke behoeften MK's zelf hebben aan begeleiding. Omdat mijn afstudeerplan over zendingskinderen gaat, wilde ik graag een opdrachtgever die bij zending betrokken is en met zending te maken heeft, en belang zou hebben bij dit onderzoek. Om die reden heb ik contact opgenomen met Member Care Nederland (MCNL), en gevraagd of zij mijn opdrachtgever wilden worden. Member Care Nederland bevordert en stimuleert de ondersteuning van en zorg voor missionaire werkers in alle fasen van de uitzending. Annelies: Deborah heeft initiatief genomen voor het tot stand komen van dit onderzoek. Deborah zocht nog een afstudeer maatje, en ik voelde mij tot dit project aangetrokken. Persoonlijk ben ik geen MK maar ik heb wel contacten met MK s. Ik merk dat er binnen de kerken en binnen de huidige cultuur in Nederland weinig aandacht is voor de MK s. En ik denk dat op dit punt nog wel wat verbeteringen nodig zijn. Persoonlijk zou ik graag zien dat MK s zich 8

welkom voelen in Nederland. Dat de zendingsorganisaties, kerken, TFC en scholen de MK s op een adequate manier kunnen begeleiden bij terugkeer naar Nederland. Daarbij vind ik het vooral belangrijk dat er gekeken word naar de behoefte van de MK s zelf. 1.2 Probleem- en doelstelling 1.2.1 Doelstelling Onderzoeken wat er concreet wordt gedaan aan begeleiding van MK's in Nederland, aan wat voor soort begeleiding MK's behoefte hebben en hoe er in die behoefte voorzien kan worden. 1.2.2 Probleemstelling Wat wordt er in Nederland concreet gedaan aan begeleiding van MK's in de leeftijd 12 tot 18 jaar die terugkomen naar Nederland, welke behoeften aan begeleiding hebben of hadden MK's bij terugkomst, en in welke mate is in deze behoeften voorzien en hoe kan in deze behoeften voorzien worden? Wij willen graag MK s interviewen en enquêtes sturen naar MK s in de leeftijd van 13 tot 28 jaar, die tussen hun 12 e en 18 e jaar terug zijn gekomen naar Nederland, en minimaal 1 en maximaal 10 jaar terug zijn in Nederland. 1.2.3 Deelvragen 1. Welke MK issues zijn er? 2. Wat wordt er in Nederland gedaan aan begeleiding van MK s bij terugkomst naar Nederland? 2.1. Wat wordt er gedaan door uitzendende zendingsorganisaties? 2.2. Wat wordt er gedaan door andere organisaties (zoals InTransit, Member Care, e.a.)? 2.3. Wat wordt er gedaan door kerken? 3. Zijn de MK s begeleid bij terugkomst naar Nederland, en hoe hebben ze de begeleiding ervaren? 3.1. Welke behoeften aan begeleiding hebben of hadden MK s bij terugkomst naar Nederland? 3.2. In welke mate is er in deze behoeften aan begeleiding voorzien, en door wie? 3.3. Hoe hebben de MK s deze begeleiding ervaren? 4. Hoe kunnen MK s worden voorzien in hun behoeften aan begeleiding bij terugkomst in Nederland? 4.1. Hoe kunnen zendingsorganisaties, kerken en Thuisfrontcommissies voorzien in de behoeften aan begeleiding van MK s? 4.2. Welke stappen kunnen de MK s zelf nemen als hulmiddel bij het re-entry proces? 9

1. 3 Projectresultaat Aan het einde van ons onderzoek willen we de resultaten verwerken, zodat we vanuit deze resultaten aanbevelingen kunnen geven. Deze aanbevelingen gaan over hoe MK s bij terugkomst naar Nederland begeleid kunnen worden door zendingsorganisaties en kerken. We willen een klein handboekje maken waarin we de resultaten van ons onderzoek en onze aanbevelingen verwerken voor zendingsorganisaties, welke ook geschikt is voor kerken en Thuisfrontcommissies, en waaruit een soort routekaart uit voortvloeit voor de MK s. Dit handboekje voor de zendingsorganisaties, kerken en Thuisfrontcommissies gaat in op wat de behoeften aan begeleiding zijn van MK s bij terugkomst naar Nederland en hoe in die behoeften aan begeleiding voorzien kan worden. De routekaart voor de MK s gaat in op welke stappen de MK s zelf kunnen nemen als hulpmiddel bij het re-entry proces. 1.4 Activiteiten 1. Verkenning MK problematiek in literatuur/websites 2. Onderzoek doen onder MK s naar welke behoeften zij hebben qua begeleiding, door middel van interviews en enquêtes met MK s. 3. Onderzoek doen naar het bestaande aanbod van begeleiding van MK s in Nederland. Wij willen hiervoor interviews en gesprekken hebben met enkele zendingsorganisaties die aangesloten zijn bij de Evangelische Zendings Alliantie (EZA), met Member Care en met InTransit. 4. De behoeften van MK s vergelijken met het bestaande aanbod van begeleiding in Nederland. 5. Aanbevelingen doen voor aanbod in Nederland mede op basis verkenning 1.4.1 Overzicht van mogelijk te gebruiken literatuur Boeken Belangrijk Third Culture Kids David. Pollock en Ruth van Reken (333 pagina's) Missionary Kids Manual 1&2 Jean Barnicoat (62 en 71 pagina's) Burn-up or splash down Marion Knell (184 pagina s) Van heinde en ver(der) M.G. Bac-Fahner (32 pagina s) Psychologie van de adolescentie Jan de Wit, Wim Slot en Marcel van Aken (246 pagina s) Basismethoden en Technieken Baarda en de Goede Optioneel Raising Resilient MKs - Resources for caregivers, parents, and teachers - Joyce M. Bowers Thesis van Jesse van Nes uit Leuven Indien mogelijk de scriptie van Sifra Koops-Companjen Van buitenland naar buitenbeen? Een studie naar de psychosociale gevolgen op lange termijn voor expatriates kinderen Drs. H.L. Oppenheim Wereldkids voor en door Nederlandstalige kinderen in het buitenland Op reis naar Nederland M. Janssen-Matthes Meer dan koffers pakken C. Janse 10

Enkeltje thuis Neal Pirolo (hfdst. 8) I have to be Perfect (and Other Parsonage Heresies) - Timothy L. Sanford Home keeps moving - Heidi Sand-Hart Families on the move - Marion Knell The art of coming home - Craig Storti websites http://www.missionarycare.com/ http://mkfocus.nl/ 1.4.2 Mogelijke volgorde van de activiteiten Definitiefase - Afstudeerplan schrijven - Afstudeeronderzoek samen met opdrachtgever bespreken, aanpassen en verder uitwerken Ontwerpfase - Kader scheppen waarbinnen we werken: tijdsbestek, afbakening onderzoek, communicatie met betreffende personen, einddatum Voorbereiden - Literatuurstudie doen. Wat is er geschreven over de thematiek van MK's, en waar gaan wij ons op richten tijdens ons onderzoek. Uitvoeren - MK Focus, MemberCare, InTransit vragen wat er bij hen bekend is aan begeleiding van MK's bij re-entry (en uitzending). Weten zij wie/welke zendingsorganisaties dat goed opgepakt heeft, of doen ze het zelf en zo ja op welke manier pakken zij dat op? - Een aantal 'grote' of 'bekende' zendingsorganisaties benaderen en vragen of en hoe zij hun MK's begeleiden. Wat doen zij aan begeleiding van MK's, hoe pakken zij dat op, wat voor methodes gebruiken zij daarvoor. - Met bovenstaande kennis en kennis uit de literatuur interviews en enquêtes opstellen voor MK's. Hoe zijn de MK's begeleid, hoe hebben ze dat ervaren, wat waren en zijn hun behoeften daarin. Wat was er positief en wat hebben ze gemist, wat zouden ze graag zien/gezien hebben. - Conclusies trekken uit de gesprekken, interviews en enquêtes. - Verslag schrijven en aanbevelingen doen 1.5 Tijd Wij beginnen eind mei 2011 met ons afstudeeronderzoek, en hebben het in augustus/september 2011 afgerond. 1.6 Geld/uren Member Care is een doorverwijsorganisatie, en valt onder de EZA. Member Care zelf heeft geen geld. Daarom is afgesproken dat Annelies en Deborah zelf de printkosten betalen. We voorzien geen buitenproportionele extra kosten. Het is de bedoeling dat het projectresultaat gebruikt gaat worden door zendingsorganisaties en kerken. De opdrachtgever gaat daarom kijken of de EZA drukkosten van het projectresultaat op zich willen nemen. Een andere optie is ons projectresultaat digitaal beschikbaar te maken voor organisaties en kerken om te downloaden. 11

Het project zelf is 18 ECTS, daarvan gaan ongeveer 3 ECTS naar de cursus afstudeer vaardigheden. Dat betekent dat er 15 ECTS overblijven. Dit staat gelijk aan 420 uur, oftewel ongeveer 3 maanden. 1.7 Kwaliteit Voor dit onderzoek willen wij in ieder geval voldoen aan onderstaande opleidingscriteria. A. Bijdrage aan beroep Aansluiting op actuele beleidsthema s (werkveld) Bijdrage aan ontwikkelingen in werkveld en instelling Biedt een adequate oplossing voor een vraagstuk in de beroepspraktijk Bevat realistische aanbevelingen B. Theoretische verantwoording - Bevat adequate analyse vraagstuk - Bekijkt vraagstuk vanuit meerdere invalshoeken, alvorens standpunt in te nemen - Verwerkt hierbij stand van zaken (op nationaal en internationaal niveau) van kennis en inzichten op het vakgebied - Onderbouwt de gekozen oplossing(en) - Bevat een verantwoorde theologische onderbouwing - Verantwoording van gebruikte bronnen (voetnoten, literatuurlijst) C. Praktijkbeschrijving en oordeelsvorming 1. Verzamelt relevante gegevens doelgericht en systematisch 2. Gegevens zijn consistent, realistisch en relevant voor het vraagstuk 3. Gegevens worden adequaat geanalyseerd en verwerkt 4. Baseert oordeel op basis van relevante gegevens 5. Houdt hierbij rekening houdend met maatschappelijke, wetenschappelijke en ethische afwegingen D. Werkproces Toont inzicht in aanpak van afstudeerproject Neemt initiatieven als zich problemen voordoen Werkt adequaat samen met anderen in projectteam en is in staat als coördinator op te treden Bezit doorzettingsvermogen om het project succesvol en binnen de afgesproken tijd af te ronden Voldoet aan eisen die het participeren in een arbeidsorganisatie/project stelt Toont professioneel handelen vanuit eigen spiritualiteit en/of spiritualiteit van de instelling E. Vormgeving 1. Sluit aan op wensen opdrachtgever en bij het niveau van beoogde gebruikers 2. Adequate vormgeving qua taalgebruik, indeling en lay-out 3. Volledigheid (eindproduct en verantwoordingsdocument) F. Presentatie 1. In staat uitkomsten in een presentatie over te dragen aan een publiek van specialisten en niet-specialisten 12

2. Bouwt aan een draagvlak voor implementatie van product 3. Weet adequaat vorm te geven aan popularisering van uitkomsten voor breder publiek (media/werkveld) 1.8 Communicatie Wij willen de opdrachtgever, projectleden, belanghebbenden e.a informeren d.m.v gesprekken, per email, telefoon en indien nodig over de post (bijvoorbeeld om stukken op te sturen). Wij willen aan het begin van ons afstuderen een aantal gesprekken hebben met o.a onze opdrachtgever en afstudeercoach, om een werkkader voor onszelf te scheppen en duidelijkheid te krijgen over wat we ga doen, hoe we het ga doen en hoe we gaan samenwerken. Tussendoor willen wij regelmatig contact hebben met de opdrachtgever en afstudeercoach om te zien of wij nog op koers en op schema liggen. En aan het einde zullen wij contact hebben met alle betrokkenen, ter afronding van ons onderzoek. Elke fase dient te eindigen met een go/no go beoordeling door de opdrachtgever en de afstudeercoach. Hierom sturen we per fase de bijbehorende stukken naar de opdrachtgever en de afstudeercoach, zodat deze kunnen zien wat we gedaan hebben en of we nog op koers liggen met ons afstudeeropdracht. Na een no go beoordeling zullen we de stukken verbeteren en opnieuw ter beoordeling opsturen, na een go beoordeling gaan we verder met de volgende fase. Voor een goede communicatie en voortgang het werk, is het van belang dat wij tijdig de stukken ter beoordeling naar de opdrachtgever en de afstudeercoach opsturen voor een reactie. 1.9 Organisatie Onze opdrachtgever is Member Care Nederland. Member Care Nederland (MCNL) bevordert en stimuleert de ondersteuning van en zorg voor missionaire werkers in alle fasen van de uitzending. De Nederlandse Zendingsraad en de Evangelische Zendingsalliantie zijn de dragende organisaties van MCNL. Member Care Nederland richt zich op alle missionaire werkers. 1.9.1 Internationale netwerken MCNL maakt ook deel uit van internationale netwerken. Allereerst maken ze deel uit van Member Care Europe, dat is een netwerk van Member Care organisaties in verschillende Europese landen. Daarnaast zijn ze verbonden met de Global Member Care Network. Op deze manier blijven ze op de hoogte van ontwikkelingen elders. 1.9.2 Wat is Member Care? Het begrip 'Member Care' is een technische term geworden voor de ondersteuning van missionaire werkers. Member Care heeft de volgende definitie ontwikkeld op basis van een recente Engelstalige omschrijving. Member care betekent: Missionaire werkers (1) ondersteunen bij de voorbereiding op hun taak, (2) stimuleren zich te blijven ontwikkelen en (3) toe te rusten, zodat ze effectief en evenwichtig zijn in werk en leven. 13

De Engelse definitie zegt: "Member Care is the ongoing preparation, equipping and empowering of Missionaries for effective and sustainable life, ministry and work (Global MC network). 1.9.3 Wat doet Member Care Nederland? Member Care Nederland (MCNL) is een netwerkorganisatie. Zij inventariseert wat voor soort ondersteuning missionaire werkers, hun gezin en hun achterban nodig hebben. Daarnaast kijkt MCNL welke hulp beschikbaar is. Wanneer uitzendende organisaties en gemeenten goede Member Care bieden, dan probeert MCNL anderen mee te laten profiteren van deze kennis en ervaring. Als er lacunes zijn, dan stimuleert MCNL verdere ontwikkeling van het hulpaanbod. Vervolgens brengt MCNL missionaire werkers, zendingsorganisaties en kerken die hulp zoeken in contact met hulpgevers. MCNL doet dus zelf geen Member Care, maar verwijst door. 1.9.4 Organisatie Member Care NL heeft een bestuur en een coördinatieteam. In het bestuur zitten de directeuren van de EZA en de NZR (als koepels) en een aantal personen met aantoonbare expertise in het veld van Member Care. Het is ook mogelijk dat adviseurs deel uit maken van het bestuur. Het coördinatieteam bestaat uit tenminste 4 personen. De voorzitter van het coördinatieteam (ook wel coördinator genoemd) heeft een parttime aanstelling voor zijn taak.3 4 De contactpersoon van onze opdrachtgever Member Care is Mathilde Companjen. Zij is de coördinator van Member Care. 3 4 http://membercare.nl/over-member-care-nl Member Care Nederland Beleidsplan 2010-2012 14

2. Procesverslag Om privacy redenen is het procesverslag uit dit document gehaald. 15

3. De inhoudelijke verantwoording 3.1 Probleemstelling Onze probleemstelling luid: Wat wordt er in Nederland concreet gedaan aan begeleiding van MK's in de leeftijd 12 tot 18 jaar die terugkomen naar Nederland, welke behoeften aan begeleiding hebben of hadden MK's bij terugkomst, en in welke mate is in deze behoeften voorzien en hoe kan in deze behoeften voorzien worden? 3.2 Doelstelling Onze doelstelling is om te onderzoeken wat er concreet wordt gedaan aan begeleiding van MK's die terugkeren in Nederland, aan wat voor soort begeleiding MK's behoefte hebben en hoe er in die behoefte voorzien kan worden. We hopen hiermee in kaart te brengen wat zendingsorganisaties, thuisfrontcommissies, kerken en eventuele andere organisaties doen en kunnen doen, om MK's op te vangen en te begeleiden wanneer zij definitief terugkeren naar Nederland. Wij hopen dat er meer oog komt voor de uitdagingen waar een MK voor komt te staan wanneer hij terugkeert naar Nederland, en dat er een plek wordt gecreëerd waar de MK zijn verhaal kan doen en waar er naar zijn pijn geluisterd wordt. 3.3 Hypotheses Voordat we aan ons onderzoek begonnen, hadden wij de volgende hypotheses: 1. Op dit moment is er beperkte begeleiding voor de MK s als ze terug komen in Nederland vanuit de zendingsorganisaties. 2. De kerken begeleiden de MK s op een minimum niveau bij terugkeer/re-entry en laten de begeleiding vooral over aan de zendingsorganisatie. 3. In de re-entry fase is er vooral aandacht voor de ouders en beperkte aandacht voor de MK s. 4. Bij de re-entry is er vooral aandacht voor de praktische zaken rond om de re- entry van MK s. 5. MK's missen vaak begeleiding bij terugkomst naar Nederland, zowel van de zendingsorganisatie als de kerk. 6. MK s hebben behoefte aan (pastorale) begeleiding als ze terug komen in Nederland. 7. Op het moment is er niet echt een gecentraliseerd punt, waar MK s met hun pastorale vragen terecht kunnen. 8. Elke MK zou in het buitenland al goed voorbereid moeten worden op de re-entry. 9. Tijdens de re-entry heeft een MK ook behoefte aan begeleiding, en zou de zendingsorganisatie deze ook moeten bieden. 10. De zendingsorganisatie moet een beleid/ protocol hebben voor de re-entry van MK s. 11. Kerken en TFC kunnen beter voorbereid worden om de MK s te helpen bij de reentry. 12. MK s hebben vooral behoefte aan een luisterend oor 13. MK s hebben behoefte om elkaar te ontmoeten 16

Naast onze hypotheses, moesten wij tijdens de ontwerpfase van ons afstuderen ook een aantal randvoorwaarden en beperkingen opstellen. Dit hebben we in overleg gedaan met onze opdrachtgevers, en deze zijn goedgekeurd door onze afstudeercoach. 3. 4 Randvoorwaarden Randvoorwaarden van ons onderzoek zijn: Dat we minimaal 5-10 MK s bereid vinden met wie we een interview mogen houden Dat er minimaal 40 MK s een enquête ingevuld terug zullen sturen Dat we minimaal 5-10 zendingsorganisaties bereidt vinden met wie we een telefonisch interview kunnen houden Dat er minimaal 10 zendingsorganisaties een enquête ingevuld terug zullen sturen 3.5 Beperkingen We zijn afhankelijk van de respons van MK's en de zendingsorganisaties voor het slagen van ons onderzoek We zijn beperkt in onze tijd en zullen daarom keuzes moeten maken m.b.t. de hoeveelheid data die we verzamelen. 3.6 Onderzoeksrelevantie Er zijn verschillende onderzoeken gedaan naar het 'fenomeen' TCK's en MK's en er is veel literatuur over geschreven. Dit heeft geleid tot meer kennis over TCK's en MK's, en de realisatie dat er meer aandacht voor deze doelgroep moest komen. De laatste jaren is er dan ook steeds meer aandacht voor TCK's en MK's gekomen. In Nederland heeft dit onder andere geleid tot de oprichting van MK Focus, een werkgroep van de EZA (Evangelische Zendings Alliantie) in 2006. Deze werkgroep heeft als doel contacten tussen MK s onderling en MK-ondersteunende netwerken te bevorderen. Ze willen MK s die terugkomen naar Nederland helpen bij het integratieproces. Er wordt naar ons idee echter nog maar weinig gedaan aan concrete en praktische begeleiding van MK's, bij terugkomst naar Nederland. Zendingswerkers hebben vaak (debriefings)gesprekken met hun zendingsorganisatie na terugkomst naar Nederland en/of krijgen bepaalde aandacht van de kerk. Maar wij vermoeden dat de kinderen van de zendingswerkers daarbij vaak 'vergeten' worden. Zij krijgen deze aandacht vaak niet, en weinig zendingsorganisaties hebben enige vorm van nazorg voor hun MK's. Terwijl MK's het net zo hard en misschien wel harder nodig hebben als hun ouders. Hier valt dus een gat. Wij onderzoeken om die reden wat er gedaan wordt aan begeleiding van MK's in Nederland, en welke behoeften aan begeleiding MK's hebben. Dit doen we met als doel zendingsorganisaties, kerken, thuisfrontcommissies, ouders en MK's te informeren over de uitdagingen waar MK's voor kunnen komen te staan bij de re-entry, en hoe de MK's daarbij geholpen kunnen worden. Op die manier hopen wij bij te kunnen dragen aan een goede begeleiding van toekomstige MK's bij de re-entry naar Nederland; een begeleiding die in onze ogen nu nog vaak mist. 3.7 Onderzoeksopzet Om antwoord te kunnen geven op de probleemstelling en de doelstelling te bereiken, hebben we ervoor gekozen om ons onderzoek op te delen in drie delen. Het eerste deel bestaat uit informatie vergaren en onderzoek doen. We hebben daarvoor onder andere literatuuronderzoek gedaan over MK's en TCK's en wat het betekent om een MK te zijn. Dit literatuuronderzoek diende als oriëntatie op de uitdagingen en problemen waar MK's mee te maken kunnen krijgen wanneer zij definitief terugkeren naar Nederland. 17

Door middel van dit literatuuronderzoek geven we vanuit de theorie antwoord op de eerste deelvraag 'Welke MK issues zijn er', en voor een deel op de vierde deelvraag 'Hoe kunnen MK s worden voorzien in hun behoeften aan begeleiding bij terugkomst in Nederland'. Op deze theorie hebben wij vervolgens onze enquête voor de MK's gebaseerd. Deze enquête bestaat voornamelijk uit gesloten vragen, en gaat in op de vragen hoe de MK's begeleid zijn bij terugkomst naar Nederland, hoe zij deze begeleiding ervaren hebben, en aan wat voor begeleiding zij behoefte hebben. Daarnaast hebben wij een enquête gemaakt voor de zendingsorganisaties, om te onderzoeken wat zij doen aan begeleiding voor MK's die terugkeren naar Nederland. Op basis van de literatuur en de verkregen resultaten uit de enquêtes, hebben we vragen opgesteld voor een telefonisch interview met een aantal MK's. We wilden de MK's interviewen om de resultaten van de enquête als het ware te 'staven' en eventueel te verfijnen. Doordat we zoveel respons hadden op de enquête konden we er van uitgaan, dat de gegevens die we daaruit verkregen hadden representatief zijn. We hebben besloten om zes MK's te interviewen. In deze interviews zijn we vooral ingegaan op hetgeen nog niet duidelijk was vanuit de enquête voor MK s. Het bleek namelijk dat we na het verwerken van de gegevens, nog een paar vragen hadden waar we nog niet echt antwoord op hadden gekregen, maar die we wel graag wilden weten. Deze vragen hebben we tijdens het interview gesteld aan de MK s Het tweede deel van ons onderzoek bestaat uit het ordenen van de informatie en het verwerken van alle resultaten uit ons onderzoek, en het trekken van conclusies. Het derde deel bestaat uit het schrijven van aanbevelingen voor de zendingsorganisaties, thuisfrontcommissies, kerken, ouders van MK's en MK's zelf. 3.8 Methodiek Ons onderzoek is een praktijk gericht onderzoek. Onze probleemstelling is afkomstig uit de dagelijkse praktijk, en we proberen vragen te beantwoorden die primair gericht zijn op toepassing in de praktijk. Wij hebben met name kwantitatief onderzoek gedaan, maar ook gedeeltelijk kwalitatief. We hebben enquêtes gehouden onder MK s en zendingsorganisaties, waardoor we gebruik maken van cijfermatige informatie, gegevens in cijfers over objecten, organisaties en personen. We hebben vervolgens statistiek gebruikt om beschrijvingen van de resultaten te geven en om verwachtingen over de uitkomst te toetsen. Dit hoort bij kwantitatief onderzoek. We hebben echter ook een aantal telefonische interviews gehouden, en geluisterd naar de verhalen van MK s. Dit hoort bij kwalitatief onderzoek. Het combineren van kwalitatief en kwantitatief onderzoek gebeurd tegenwoordig vaker in onderzoeken. Volgens veel onderzoekers verhoogt dit de geldigheid van de onderzoeksresultaten. 5 Onze manier van enquêteren hoort bij een Surveyonderzoek. De vraagstelling stond van tevoren vast en we hebben een klein aantal antwoordmogelijkheden gegeven waaruit de ondervraagde kon kiezen. We hebben het aantal open vragen tot een minimum beperkt. Bij de enige vragen die wel open waren, konden de MK s aangeven of ze tips hadden of andere opmerkingen, voor o.a. zendingsorganisaties en kerken. Deze vragen hebben we kwalitatief geanalyseerd. We hebben veel gebruik gemaakt van zogeheten antwoordschalen, wanneer we de mening van de MK wilden weten. Zij konden dan kiezen uit een aantal antwoorden, bijvoorbeeld oplopend van heel slecht tot heel goed. Het nadeel van deze vorm is dat de vraag waarom iemand een bepaald antwoord geeft, niet kan worden beantwoord. Dit was bij sommige van onze vragen wel jammer. 5 Verhoeven, N., Wat is onderzoek? Praktijkboek methoden en technieken voor het hoger onderwijs (z.p.: Boom Onderwijs, 2007) p.22-25 18

We hebben een vrij representatieve steekproef gedaan. Het enige wat niet helemaal mogelijk was, was de steekproef aselect te trekken. We hebben voor de enquête voor de MK s gebruik gemaakt van het adressenbestand van MK Focus, en van de medewerking van de Gereformeerde Zendingsbond (GZB), De Verre Naasten (DVN) en Zending Gereformeerde Gemeenten (ZGG) om de enquête door te sturen naar hun MK s. De enquête voor de zendingsorganisaties hebben we naar alle organisaties gestuurd die aangesloten zijn bij de EZA, en daarbij nog naar de GZB, DVN en ZGG. Zoals we in ons afstudeerplan schreven, wilden we met name de grotere zendingsorganisaties benaderen, anders zou het onderzoek te breed worden. Onze steekproef is dus niet helemaal aselect getrokken, maar lijkt wel in alle belangrijke kenmerken (voor ons onderzoek) op de groep (populatie) waarover we een uitspraak over willen doen. Er is niet bekend hoeveel MK s er in Nederland zijn, maar we hebben een vrij grote steekproef gedaan, waardoor de kans dat deze een goede afspiegeling van de populatie vormt ook groter is. Aangezien onze steekproef ons inziens representatief is, mogen we volgens Verhoeven de conclusies uit de analyses als het ware uitvergroten, oftewel generaliseren. Ze zijn dan ook geldig voor de populatie. 6 We hebben voor deze methodiek gekozen, om een zo groot mogelijk publiek MK's te bereiken, zodat we een betrouwbaar beeld konden schetsen van hoe het gesteld is met de begeleiding van MK's in Nederland, in de ervaring van MK's. Door zoveel mogelijk MK's te bereiken, van verschillende zendingsorganisaties en kerken, zouden we een algemeen beeld van de begeleiding door zendingsorganisaties en kerken in Nederland verkrijgen. Hieruit wilden we conclusies trekken voor de zendingsorganisaties en kerken, en naar aanleiding van de conclusies aanbevelingen doen voor de zendingsorganisaties en kerken. Er zijn uiteindelijk ook aanbevelingen voor de ouders en de TFC's bij gekomen, omdat zij in de directe omgeving van de MK verkeren, en daardoor een belangrijke rol kunnen spelen in de begeleiding van MK's. 3.9 Populatie van de MK's Hoeveel MK s er in Nederland zijn is onbekend, en om achter de daadwerkelijke populatie MK s te komen is apart onderzoek nodig. We hebben echter geprobeerd om zoveel mogelijk MK s te bereiken. Aangezien niet bekend is hoe groot het aantal MK s in Nederland is, en we niet alle zendingsorganisaties konden bereiken, moesten wij het doen met een deel van de populatie. We hebben dus eigenlijk een steekproef gedaan. 7 Ons onderzoek gaat volgens ons afstudeerplan over de begeleiding van MK's in de leeftijd van 12 tot 18 jaar. Wij wilden daarom graag MK s interviewen en enquêtes sturen naar MK s in de leeftijd van 13 tot 28 jaar, die tussen hun 12 e en 18 e jaar terug zijn gekomen naar Nederland, en minimaal 1 en maximaal 10 jaar terug zijn in Nederland. We hebben voor deze afbakening gekozen, omdat veel MK s terugkomen tijdens de adolescentie, en om op deze manier het onderzoek af te bakenen. De leeftijd van twaalf tot en met achttien jaar valt binnen de adolescentie, een belangrijke periode in de ontwikkeling van een jongere. Voor het versturen van de enquête naar de MK's mochten we gebruik maken van het adressenbestand van MK Focus. Dit was de makkelijkste manier voor ons om aan een grote populatie MK s te komen, aangezien er naar wij weten geen ander gecentraliseerd adressenbestand van MK s bestaat. 6 7 Verhoeven, N., Wat is onderzoek?, p.103-107 Verhoeven, N., Wat is onderzoek?, p. 38 19

MK Focus organiseert ontmoetingen voor Nederlandse MK's vanaf de middelbare school leeftijd tot een jaar of drieëntwintig. Om die reden ontvangt MK Focus de gegevens van MK's, en houdt hiervan een bestand bij dat regelmatig wordt bijgewerkt. Hoewel de MK's die naar de ontmoetingen komen vaak niet ouder zijn dan een jaar of twintig, zitten er wel oudere MK's in het bestand. Dit zijn MK's die bijvoorbeeld jaren eerder naar MK ontmoetingen zijn geweest of op de hoogte willen blijven van de ontmoetingen. De MK's uit het bestand van MK Focus komen uit heel Nederland, hebben een verschillende kerkelijke achtergrond, zijn met verschillende organisaties uitgezonden geweest en hebben in verschillende landen over de hele wereld gewoond. Een hele brede populatie dus. Daarnaast hebben we voor de enquête voor de MK's (op aanraden van onze opdrachtgevers) de medewerking gevraagd van de Gereformeerde Zendingsbond, de Zending Gereformeerde Gemeente en De Verre Naasten. De ZGG en DVN hebben hun medewerking verleent, en de enquête naar de MK's zelf of naar hun ouders gestuurd. Het is helaas niet meer gelukt om de enquête naar de MK's van de GZB te sturen. We hebben de enquête naar ongeveer 140 MK's uit het adressenbestand van MK Focus gestuurd, de ZGG heeft de enquête naar ongeveer 40 ouders met MK's verstuurd, en de DVN heeft de enquête naar een onbekend aantal MK s gestuurd. Tijdens het verwerken van de enquête bleek dat MK s de enquête ook hebben doorgestuurd naar andere MK s Het totaal aantal MK's dat een enquête ontvangen heeft, ligt denken wij rond de 200 MK s. In de enquête hebben we twee 'filtervragen' 8 toegevoegd, om te zorgen dat de MK's daadwerkelijk tot onze doelgroep zouden behoren. Behoorden ze niet tot onze doelgroep, dan kwamen ze terecht op de laatste pagina van de enquête waarin ze bedankt werden voor hun medewerking. Uiteindelijk hadden we een respons van achtentachtig MK's, waarvan er vierenzeventig daadwerkelijk tot onze doelgroep behoorden. Als we uitgaan dat de enquête naar 200 MK's is verstuurd, en er hebben 88 MK s de enquête ingevuld, dan hebben we dus een respons van 44%. De grote respons betekent dat we de antwoorden uit onze enquête mogen generaliseren en dat ze daarom representatief zijn voor alle MK s in Nederland. 9 3.10 Selectie interviews MK's In de enquête voor de MK's was een van onze laatste vragen of we met de MK contact op mochten nemen voor een vervolg-interview, en zo ja, of hij zijn e-mailadres erbij wilde zetten. Dan zouden we op die manier contact met hem opnemen. Op die manier hebben achtendertig reacties van MK's gekregen, die we mochten interviewen. In verband met de tijd, hebben we er uiteindelijk voor gekozen niet bij de MK's langs te gaan, maar hen telefonisch te interviewen. We hebben al deze MK's gemaild, met de vraag of zij ons hun telefoonnummer door wilden geven en mogelijk data en tijden waarop wij hen zouden kunnen bellen. Wij kregen hierop twaalf reacties. Van deze twaalf MK s hebben wij een selectie gemaakt. We hebben zes MK s uitgekozen om te interviewen. We hebben de MK s zo breed mogelijk geselecteerd. Zo hebben we drie mannen en drie vrouwen geïnterviewd, en zijn drie MK s terug gekomen in de leeftijd van twaalf tot en met veertien jaar en drie in de leeftijd van vijftien tot en met achttien jaar. Daarnaast hebben we gekeken naar hun huidige leeftijd. Vanuit elke leeftijdsgroep hebben we MK s geselecteerd. Wij hebben ervoor gekozen om de MK s telefonisch te benaderen. Dit zodat we effectief en snel aan onze informatie konden komen. We hebben van te voren afspraken gemaakt, over het tijdstip waarop we 8 9 Zie bijlage 1 Enquête voor de MK's, vraag 1 en 2 Verhoeven, N., Wat is onderzoek?, p.103-107 20

telefonisch contact met hun opnamen. De interviews hebben allemaal ongeveer een half uur geduurd. Wij hebben allebei drie MK s geïnterviewd. 3.11 Populatie van de Zendingsorganisaties We hebben onze enquête voor de zendingsorganisaties naar zoveel mogelijk zendingsorganisaties gestuurd. De enquête voor de zendingsorganisaties hebben we verstuurd naar de zendingsorganisaties die aangesloten zijn bij de Evangelische Zendingsalliantie (EZA), en naar De Verre Naasten, de Zending Gereformeerde Gemeenten en de Gereformeerde Zendingsbond. De EZA heeft 120 deelnemers, uit deze lijst hebben we de zendingsorganisaties weg gelaten waarvan we zeker wisten dat ze geen MK s hebben. Uiteindelijk hebben ongeveer tachtig zendingsorganisaties onze enquête ontvangen. Hiervan hebben zeventien de enquête ingevuld en veertien organisaties hebben terug gemaild dat ze niet tot onze doelgroep behoren. Uiteindelijk hadden we dus een respons van eenentwintig zendingsorganisaties van de tachtig die we gemaild hebben, dit is 26%. Om te zorgen dat de zendingsorganisaties daadwerkelijk tot onze doelgroep zouden behoren (zendingsorganisaties die ook echtparen met kinderen uitzenden), hebben we in deze enquête een 'filtervraag' 10 toegevoegd. Behoorde de organisatie niet tot onze doelgroep, dan kwamen ze terecht op de laatste pagina van de enquête waarin ze werden bedankt voor hun medewerking. Zeventien zendingsorganisaties hebben de enquête wel ingevuld, waarvan er negen niet tot de doelgroep behoorden en daarom de rest van de enquête niet in konden te vullen. Uiteindelijk hebben acht zendingsorganisaties de enquête volledig ingevuld. Dit lijkt misschien weinig, maar van tevoren is ons door de opdrachtgevers verteld dat we niet veel reacties hoefden te verwachten van de zendingsorganisaties, waardoor we in overleg met onze opdrachtgever de randvoorwaarde op minimaal tien reacties van de zendingsorganisaties hadden gesteld. Met deze enquête hebben we dus aan onze randvoorwaarde voldaan. 3.12 Waarom geen zendingsorganisaties geïnterviewd In onze randvoorwaarde hebben wij opgenomen dat we minimaal vijf tot tien zendingsorganisaties bereidt moesten vinden met wie we een telefonisch interview zouden kunnen houden. Wij hebben dit niet meer gedaan, omdat we vonden dat we genoeg informatie uit de enquêtes van zowel de zendingsorganisaties zelf, als uit de enquêtes van de MK's hebben kunnen halen, voor de beantwoording van onze vragen. 10 Zie bijlage 3 Enquête voor de Zendingsorganisatie, vraag 2 21

4. Verantwoording van de literatuur Hieronder volgt een bespreking van de belangrijkste literatuur die wij gebruikt hebben voor ons onderzoek. 4.1 Third Culture Kids David C. Pollock en Ruth E. van Reken Wij hebben tijdens ons onderzoek voornamelijk gebruik gemaakt van het boek Third Culture Kids. The Experience of Growing Up Among Worlds, geschreven door David C. Pollock en Ruth E. van Reken. Het boek werd voor het eerst gepubliceerd in 1999, en in 2009 is er een hernieuwde druk van uitgegeven. Deze laatste hadden wij helaas niet tot onze beschikking, wij hebben gebruik gemaakt van de 2 e druk uit 2001. Third Culture Kids bevat persoonlijke verhalen van TCK's, theorieën en praktische adviezen. De verhalen van de TCK's maken het werk inzichtelijk en helpen de lezer de theorie en de TCK beter te begrijpen. De inzichten, theorieën en praktische adviezen zijn gebaseerd op onderzoek, en de jarenlange ervaring van zowel Pollock als van Reken. David Pollock heeft voor dit boek gebruik gemaakt van zijn jarenlange ervaring met Third Culture Kids (TCK's) en volwassen TCK's, in alle leeftijden en met verschillende nationaliteiten. Hij begon in de jaren '70 met TCK's te werken. Na meer dan twintig jaar intensief contact te hebben gehad met TCK's en hun families, ontdekte hij verschillende patronen in gedragingen en reacties op het leven, die voortkwamen uit hun interculturele en snel aan verandering onderhevige leven. Wanneer hij met TCK's, hun ouders, leraren en zorgdragers over deze patronen sprak, bemerkte hij dat zijn verhaal voor herkenning zorgde. TCK's van verschillende organisaties en op alle continenten herkenden zich in het verhaal en bevestigden zijn observaties. In Third Culture Kids heeft David Pollock in samenwerking met Ruth van Reken zijn theorie en observaties met betrekking tot TCK's opgeschreven. Pollock erkent dat hij ondanks zijn ervaring en kennis, in dit boek niet helemaal volledig kan zijn. Ten eerste omdat er nog veel is wat men niet weet met betrekking tot TCK's, of wat nog vastgesteld en gestaafd moet worden door onderzoek. En ten tweede omdat het boek over mensen gaat, en er daardoor geschreven wordt over een proces en vooruitgang en niet over een vaststaand geheel. Door de jaren heen vinden er verschillende veranderingen plaats met betrekking tot de zorg voor kinderen en volwassenen in de global nomad gemeenschap, en ongetwijfeld zullen er nieuwe theorieën en praktijken/toepassingen ontstaan. Desondanks ziet hij dit boek als een begin. Ruth van Reken is opgegroeid als Missionary Kid, en is een ouder en grootouder van TCK's. Zij kent het leven als TCK van binnen uit, en heeft naast Third Culture Kids een eigen boek geschreven over haar ervaringen als MK met de titel Letters Never Sent. Als TCK en schrijfster heeft zij samen met Pollock bijgedragen aan het tot stand komen van het boek Third Culture Kids. Samen hebben David Pollock en Ruth van Reken een helder vormgegeven en goed leesbaar werk geleverd, welke veel gebruikt wordt op het interculturele werkveld. Third Culture Kids wordt alom geprezen als het eerste en enige boek dat uitgebreid de gevolgen van overgangen en veranderingen bespreekt, die TCK's met elkaar gemeenschappelijk hebben. Zodoende wordt het boek veel gebruikt door mensen die (gaan) werken op het interculturele werkveld, mensen die met TCK's te maken hebben of gaan krijgen, mensen die hulpverlening bieden aan TCK's en volwassen TCK's, en (volwassen) TCK's zelf. Ook 22

wordt Third Culture Kids veel gebruikt als een soort basiswerk waar veel andere literatuur over MK's en TCK's zich op baseert en uit put. Aangezien Third Culture Kids op dit moment naar wij weten het enige boek is dat uitgebreid de gevolgen van de culturele overgangen op het leven van een TCK bespreekt, en veel boeken die wij kennen met betrekking tot MK's/TCK's zich op dit boek baseren, hebben wij ervoor gekozen dit boek te gebruiken als basis voor ons onderzoek. 4.2 Burn-Up or Splash Down Marion Knell Marion Knell heeft veel gereisd en met families in het buitenland gewerkt, met name in de Arabische wereld. Ze werkt als Family Cross-Cultural Consultant bij zakelijke, humanitaire, en christelijke organisaties, om zowel volwassenen als kinderen voor te bereiden op hun internationale aanstelling, en hen bij terugkeer te debriefen. In haar boek Burn-Up or Splash Down integreert Knell haar kennis en haar ervaring als Family Cross-Cultural Consultant, met conclusies uit eigen onderzoek onder expats en hun kinderen (dit laatste valt te concluderen uit het boek, maar wordt niet specifiek genoemd). Het boek werd in 2007 voor het eerst gepubliceerd. 4.3 Van heinde en ver(der) Margrete Bac-Fahner Margrete Bac-Fahner groeide op als MK in Oost-Indonesië, en werkt als psycholoog bij InTransit. InTransit is een praktijk voor psychologische hulp- en dienstverlening aan zendingswerkers en de organisaties die hen uitzenden. Sinds 1995 combineert InTransit psychologische en crossculturele kennis en ervaring. Bac-Fahner integreert haar eigen buitenlandervaring in haar werk en begeleidt de trajecten van uitzending en terugkeer. De tweede druk van dit boekje kwam uit in 2001, en is aanvankelijk geschreven op verzoek van de Zending Gereformeerde Gemeenten (ZGG) en in samenspraak met de GLIAGG (gereformeerde RIAGG). 23