Economische Verkenning Rotterdam



Vergelijkbare documenten
De arbeidsmarkt klimt uit het dal

Economische Verkenning Rotterdam

Arbeidsmarktontwikkelingen 2016

Regionale Arbeidsmarkt Informatie Limburg update juni 2013

Highlights Regio in Beeld Arbeidsmarktregio Amersfoort

Een uitdagende arbeidsmarkt. Erik Oosterveld 24 juni 2014

Allochtonen op de arbeidsmarkt

Highlights Regio in Beeld Arbeidsmarktregio Gorinchem

Aantal werkzoekenden en WW-uitkeringen opnieuw toegenomen

Highlights Regio in Beeld Arbeidsmarktregio Rijnmond

Langzaam maar zeker zijn ook de gevolgen van de economische krimp voor de arbeidsmarkt zichtbaar

Thema Rotterdam <i>rotterdam in de metropoolregio<i> Marloes Hoogerbrugge TU Delft en Platform31

Aantal werkzoekenden en aantal WWuitkeringen

Samenvatting Twente Index 2016

Figuur 1 30% 25% 20% 15% 10% 5% 0% -5% -10% -15%

Highlights Regio in Beeld Arbeidsmarktregio Zeeland

Highlights Regio in Beeld Arbeidsmarktregio Zuid-Kennemerland en IJmond

Highlights Regio in Beeld Arbeidsmarktregio Rijk van Nijmegen

Economische Barometer 2017 Bergen op Zoom en Roosendaal. Kernuitkomsten vergeleken, februari >

Aantal werkzoekenden en WW-uitkeringen verder gestegen in februari

CBS: Voorzichtig herstel arbeidsmarkt in het tweede kwartaal

FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 2009

Snapshots van de regionale economie

Aantal werkzoekenden en aantal WWuitkeringen

Werkloosheidsuitkeringen (WW)

Regionale economische prognoses 2016

De arbeidsmarkt in 2019 Een korte terugblik op 2018 en verwachtingen van UWV en werkgevers voor januari 2019

Highlights Regio in Beeld Arbeidsmarktregio Zuid-Holland Centraal

Highlights Regio in Beeld Arbeidsmarktregio Midden-Gelderland

Economische monitor. Voorne PutteN 5 GEMEENTEN. 4 e editie. Opzet en inhoud

Aantal werkzoekenden en aantal WWuitkeringen

Highlights Regio in Beeld Arbeidsmarktregio Achterhoek

Monitor Amstelveense Economie 2013

Arbeidsmarktprognoses Noord-Holland 2012

Highlights Regio in Beeld Arbeidsmarktregio Helmond-De Peel

Highlights Regio in Beeld Arbeidsmarktregio Gooi en Vechtstreek

Economische monitor. Voorne PutteN 5 GEMEENTEN. 6 e editie. Opzet en inhoud

Regionale arbeidsmarktprognose

Highlights Regio in Beeld Arbeidsmarktregio Noord-Holland Noord

Kwartaalrapportage Arbeidsmarkt Breda 2009

Highlights Regio in Beeld Arbeidsmarktregio Food Valley

September Vrijwel evenveel WW-uitkeringen als in augustus

Werkgelegenheidsrapportage Haarlemmermeer Inleiding

April 2012 Minder niet-werkende werkzoekenden (NWW) Aantal WW-uitkeringen opnieuw licht gedaald

Aantal werkzoekenden daalt in augustus met 8.400

Crisismonitor Drechtsteden

ECONOMISCHE MONITOR EDE 2015 I

November 2012 WW-uitkeringen bijna verdubbeld sinds begin crisis eind 2008 Niet-werkende werkzoekenden (NWW) met ruim 30.

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. December 2012

Highlights Regio in Beeld Arbeidsmarktregio Midden-Utrecht

Bijlage 4 Aan: portefeuillehoudersoverleg REO d.d Betreft: Aanalyse economische ontwikkelingen Voorne-Putten

Regionaal-Economische Barometer

Highlights Regio in Beeld Arbeidsmarktregio West-Brabant

CBS: Lichte toename werkenden, minder werklozen

Mei Economische Barometer Weerterland en Cranendonck. Verwachting voor 2010 en 2011

Crisismonitor Drechtsteden

Regionale arbeidsmarktprognose

3.2 De omvang van de werkgelegenheid

Economie en MKB Ondernemen met tegenwind

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Januari 2013

1.1 Bevolkingsontwikkeling Bevolkingsopbouw Vergrijzing Migratie Samenvatting 12

Juni 2012 Meer werkzoekenden (NWW) dan een jaar geleden Aantal WW-uitkeringen in een jaar tijd met gestegen

Juni Economische Barometer Bollenstreek. Verwachting voor 2011 en 2012

Highlights Regio in Beeld Arbeidsmarktregio Drenthe

De arbeidsmarkt in Zuidoost-Brabant. UWV Gerald Ahn 9 september 2014

Highlights Regio in Beeld Arbeidsmarktregio IJsselvechtstreek

Economische monitor. Voorne PutteN 5 GEMEENTEN. 5 e editie. Opzet en inhoud. Deze factsheet is de vijfde editie van de

Juli 2012 Bijna WW-uitkeringen Meer werkzoekenden (NWW) dan een jaar geleden

INTERNATIONALISERING ARBEIDSMARKT. Han van Horen

Economische monitor. Voorne PutteN 5 GEMEENTEN. 7 e editie. Opzet en inhoud

Werkloosheid nauwelijks veranderd

Dordrecht in de Atlas 2013

Oktober 2012 WW-uitkeringen vooral toegenomen in seizoensgevoelige sectoren Meer dan een half miljoen niet-werkende werkzoekenden (NWW)

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Maart 2013

Samenvatting Onderwijs- en Arbeidsmarktmonitor. Metropoolregio Amsterdam. Oktober amsterdam economic board

Crisismonitor. SSC / Onderzoek en Informatie. uitgave juni Wat is in Breda veranderd ten opzichte van crisismonitor van april?

Atlas voor gemeenten 2013: de positie van Utrecht. notitie van Onderzoek.

Monitor Werkloosheid Noord-Veluwe 3 e kwartaal 2010

Highlights Regio in Beeld Arbeidsmarktregio Zuidoost-Brabant

Werkgelegenheidscijfers gemeente Geldermalsen

Maart 2012 Niet-werkende werkzoekenden (NWW) gedaald Minder WW-uitkeringen

Highlights Regio in Beeld Arbeidsmarktregio Twente

Huidig economisch klimaat

Thermometer economische crisis

Februari 2012 Niet-werkende werkzoekenden (NWW) gestegen Meer WW-uitkeringen

Highlights Regio in Beeld Arbeidsmarktregio Stedendriehoek en Noordwest Veluwe

Crisismonitor Drechtsteden

ECONOMISCHE MONITOR EDE 2011 / 1

De Regio Top 40. Economisch presteren van het regionale bedrijfsleven

Niet-werkende werkzoekenden

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Februari 2008

Crisismonitor Drechtsteden augustus 2010 (cijfers tot en met juni 2010)

Crisismonitor Drechtsteden

Duiding Arbeidsmarktontwikkelingen juni 2017

Nieuwsbrief Zeeuwse arbeidsmarktmonitor Nummer 5: december 2015

Themabijeenkomst regionale arbeidsmarkt. Elburg, Ermelo, Harderwijk, Nijkerk, Nunspeet, Oldebroek, Putten en Zeewolde

Samenvatting UWV Arbeidsmarktprognose Met een doorkijk naar 2018

Kortetermijnontwikkeling

Ontwikkelingen arbeidsmarkt: Uitzendbureau? Kans op werk!

LAAGGELETTERDHEID IN HAAGSE HOUT

Transcriptie:

Economische Verkenning Rotterdam 2013

Economische Verkenning Rotterdam 2013 VOORWOORD pagina 3 Voorwoord Geachte lezer, Kennis over de stand van de economie is van belang om de koers voor een sterke economische toekomst te bepalen. Deze overtuiging is de ratio achter de jaarlijkse Economische Verkenning Rotterdam (EVR). Deze editie van de EVR is een bijzondere: het is de tiende editie. In de afgelopen tien jaar heeft de EVR zich bewezen. Het combineert de monitor van de staat van de Rotterdamse economie met een blik op de toekomst. De EVR biedt zo handvatten voor een sterkere en weerbaardere economie. Deze jubileumuitgave biedt een tweeledig beeld. Rotterdam ontkomt niet aan de nationale en Europese economische recessie. De groei valt terug en de werkeloosheid neemt toe. Rotterdam heeft een zeer internationaal georiënteerde economie waardoor mondiale ontwikkelingen sterk voelbaar zijn. De internationale oriëntatie van de Rotterdamse economie brengt juist ook groeikansen met zich mee. Onze trots, de Rotterdamse haven, blijft het onverminderd goed doen. Rotterdam blijft een aantrekkelijke vestigingsplaats voor, met name Aziatische, internationale bedrijven. Het aantal hoogopgeleiden blijft groeien en de internationalisering van de arbeidsmarkt zet door. Daarnaast zien we dat de economie continu verandert. Veel activiteiten zijn onzichtbaar geworden. Internet en alle toepassingen die dit netwerk biedt zijn hiervan de belangrijkste motor. Een andere belangrijke verandering in de onzichtbare economie is de groei van het aantal zzp ers en de groei van het internetwinkelen. Dit heeft aanzienlijke gevolgen voor de economische en de fysieke ontwikkeling van de stad. De tiende editie van de EVR onderzoekt de gevolgen voor Rotterdam nu en in de toekomst. De aantrekkingskracht en het belang van de stad als centrale ontmoetingsplaats voor ondernemers, consumenten en kennis wordt steeds groter. Sfeer, bereikbaarheid, uitstraling en fysieke kwaliteit zijn hierbij erg belangrijk. Als stadsbestuur blijven wij investeren in een aantrekkelijke binnenstad. Het nieuwe Rotterdam Centraal en de opening van het Erasmus University College zijn hierin mooie mijlpalen. Ondernemerschap, talent en ruimte voor innovatie zitten in de genen van Rotterdam. Deze constatering biedt ons alle vertrouwen voor de toekomst. Namens het College van Burgemeester en Wethouders, Jeannette Baljeu Wethouder Haven, Verkeer en Regionale Economie Korrie Louwes Wethouder Arbeidsmarkt, Hoger Onderwijs, Innovatie en Participatie Hamit Karakus Wethouder Wonen, Ruimtelijke Ordening, Vastgoed en Stedelijke Economie

Economische Verkenning Rotterdam 2013 INHOUDSOPGAVE pagina 4 Economische Verkenning Rotterdam 2013 INHOUDSOPGAVE pagina 5 1. Economie van Rotterdam 6 07 De wereldeconomie 08 De Nederlandse situatie 08 De Rotterdamse situatie 13 Buitenlandse bedrijvigheid 15 Rabobank Onzichtbare economie in het bankwezen 17 Hogeschool Inholland Hoe en waarom van netwerken 19 Economische groei en kracht van Rotterdam 22 Stedelijke omvang en metropolitane functies in Europa 2. Arbeidsmarkt 24 25 Werkgelegenheid en vacatures 29 Werkloosheid 30 Trends voor de toekomst 32 Randstad Het uitzendbureau en de onzichtbare economie 34 Albeda College De verborgen economie van Rotterdam 37 Baanallocatie van laagopgeleiden 38 Ruim één miljoen internationale baanzoekers 40 De arbeidsmarkt van Rotterdam en regio 3. Kennis en Innovatie 42 43 Ruimtelijk en economisch perspectief voor topsectoren 43 Trends en ontwikkelingen 46 Kennis- en onderwijsinstellingen 48 Erasmus Universiteit Rotterdam De universiteit in de eenentwintigste eeuw 50 Student als economische motor van Rotterdam 6. Haven 76 77 Economische ontwikkeling haven 80 De haven en de stad 82 Duurzaamheid 84 Havenbedrijf Rotterdam De (on)zichtbare (haven)economie 88 Stedin Maasvlakte 2 samenwerken aan het net van de toekomst 90 ENECO Heijplaat, een voorbeeld van de onzichtbare economie 7. Themahoofdstuk De onzichtbare economie van Rotterdam 92 93 Digitalisering van de Rotterdamse samenleving 95 De digitale economie van Rotterdam 97 Internetwinkelen in Rotterdam 99 Flexibilisering van de arbeidsmarkt 102 De Rotterdamse binnenstad als centrale marktplaats 105 Iconische projecten en stedelijke identiteit 8. Jubileumhoofdstuk Een speurtocht naar de drijvende krachten 108 109 De eerste edities: publieke diensten en vrije tijd 110 De ontdekking van jongeren en hoogopgeleiden 110 Rotterdammers zijn het belangrijkste voor de Rotterdamse economie Colofon 114 4. Ruimte voor ondernemen 52 53 Werklocaties kampen met overaanbod 54 De Rotterdamse bedrijfsruimtemarkt 55 De kantoorruimtemarkt 58 De winkelruimtemarkt 60 Kamer van Koophandel Zzp er in beeld 62 DCMR Het luchtkwaliteitmeetnet van het Rijnmondgebied 64 Ooms Makelaars Transformatieprojecten 5. Consumentenstad 66 67 De vraagzijde van de consumentenstad 68 Besteedbaar inkomen in 2010 68 Uit in eigen stad 69 Aankopen online 69 Toename aantal bezoeken 72 Aanbod van consumentendiensten 73 Werkgelegenheid in de consumentendiensten 75 Overleven winkelgebieden met een gevarieerd winkelaanbod de internethandel beter?

Economische Verkenning Rotterdam 2013 HOOFDSTUK 1 Economie van Rotterdam pagina 7 Hoofdstuk 1 Economie van Rotterdam De structurele onevenwichtigheden in de Europese en Nederlandse economie zullen nog lange tijd de groei temperen. De Rotterdamse economie beweegt, meer dan andere steden in Nederland, mee met de ontwikkeling van de wereldhandel. De economische groei van de Rotterdamse economie komt de laatste tien jaar voornamelijk uit de sectoren handel, nutsbedrijven, gezondheids en welzijnszorg en de overheid. De sectoren Onroerend goed (- 23%) en de bouw (- 20%) hebben het meest te lijden onder de gevolgen van de crisis. Bedrijven in Rotterdam zijn relatief sterk export gericht, 23,7% van de omzet wordt door de export gerealiseerd. Deze plaatsen in boek De wereldeconomie Om de economische ontwikkeling in de Rotterdamse regio te begrijpen is inzicht in de staat van de Nederlandse, de Europese en de wereldeconomie van belang. Door het open karakter van de Nederlandse en de Rotterdamse economie in het bijzonder als Gateway to Europe zijn de modiale en europese economische ontwikkeling een belangrijke verklarende factor voor de regionale economie. Sinds september 2008 zit de wereldeconomie in de grootste economische recessie sinds de jaren dertig. De kern van de problemen waar de wereldeconomie mee wordt geconfronteerd zit diep geworteld en heeft meerdere facetten. De opkomst van de Informatie- en Communicatie Technologie als de meest recente General Purpose Technology heeft tot groot optimisme geleid en het onstaan FIGUUR 1.1 Regionale economische groei (BBP, volumemutaties) %, 2000 2011 Bron: CBS. 12% 10% 8% 6% 4% 2% 0% -2% -4% -6% -8% 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008** 2009** 2010* 2011* Nederland Zuid-Holland Rijnmond (CP) Groot-Rijnmond (CR) * voorlopige cijfers ** nader voorlopige cijfers

Economische Verkenning Rotterdam 2013 HOOFDSTUK 1 Economie van Rotterdam pagina 8 Economische Verkenning Rotterdam 2013 HOOFDSTUK 1 Economie van Rotterdam pagina 9 van speculatieve zeepbellen in de hand heeft gewerkt. De leegloop van de zeepbellen dwingt tot pijnlijke structurele neerwaartse bijstellingen van groeiverwachtingen en substantiële afboekingen op verwachte rendementen. Deze problemen zijn het meest zichtbaar in landen als Ierland en Spanje, maar ook Nederland is in de jaren negentig en ook de eerste jaren van deze eeuw geconfronteerd met sterk gestegen vastgoedwaarden waar momenteel fors op afgeboekt moet worden. In Europa heeft de grote recessie de structurele onevenwichtigheden scherp zichtbaar gemaakt. Het besef dat met de introductie van de euro een verdieping van de integratie binnen Europa uiteindelijk vereist is, met bijbehorende overdracht van bevoegdheden naar Brussel wordt steeds meer gemeengoed. Toch slaagt Europa er vooralsnog niet in om een structurele oplossing bieden. De Nederlandse situatie De gevolgen van de Grote Recessie voor de Nederlandse economie zijn duidelijk. Consumentenvertrouwen is laag, onzekerheid over vermogensposities is groot (met name door de onzekerheid op de woningmarkt, maar ook over bijvoorbeeld pensioenvermogens) en kapitaal voor investerende bedrijven is schaars door een terughoudend uitleenbeleid van banken. Consumptie en investeringen staan daarmee onder grote druk. De export blijft nog redelijk op peil, hoewel de sterke afhankelijkheid van Nederland van de Europese en wereldconjunctuur in vergelijking tot bijvoorbeeld Duitsland zorgen baart. De economische groei staat daardoor onder druk (zie figuur 1.1), en recente cijfers laten zien dat Nederland ook in Europees opzicht matig scoort. Economische vooruitzichten voor Nederland Tegen de achtergrond van de structurele onevenwichtigheden zijn de vooruitzichten voor de komende jaren niet gunstig. Uit historisch onderzoek is bekend dat het herstel van een crisis met een sterk financieel karakter ongeveer tien jaar duurt. 1 Gecombineerd met de structurele onevenwichtigheden binnen Europa en het politieke onvermogen om de stappen te zetten die nodig zijn om structureel vertrouwen te herstellen is er weinig reden om aan te nemen dat het herstel in deze diepe crisis sneller zal gaan dan in het verleden. De Rotterdamse situatie Rotterdam heeft als stad weinig invloed op de hiervoor beschreven fundamentele krachten die de koers van de economie bepalen. Tegelijkertijd hebben deze krachten juist wel grote invloed op de Rotterdamse economie. Figuur 1.1 illustreert dit. De figuur maakt niet alleen de sterke samenhang duidelijk tussen de ontwikkeling van de regionale en de nationale economie, maar laat bovendien zien dat de Rotterdamse economie relatief sterk meebeweegt met de ontwikkeling van de wereldhandel. FIGUUR 1.2 Kerncijfers arbeidsvolume werkzame personen 2001 2009 Bron: CBS, bewerking Ecorys. 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009* Nederland * voorlopige cijfers Zuid-Holland (PV) Rijnmond (CP) overig Groot-Rijnmond FIGUUR 1.3 Gemiddelde arbeidsproductiviteit in euro s per werknemer 1998 2009 Bron: CBS. 1,2 1,0 0,8 100 80 60 De gevolgen van deze dynamiek voor de arbeidsmarkt zijn weergegeven in figuur 1.2 (zie het hoofdstuk over de arbeidsmarkt voor meer informatie). We zien hier dat de ontwikkeling van de werkgelegenheid in Rijmond relatief gunstig afsteekt tegen die in Zuid Holland en de rest van Nederland. Tegelijkertijd laat het recessiejaar 2009 zien dat juist in Overig Groot Rijnmond de recessie tot een relatief groot banenverlies heeft geleid. Achteraf bezien blijkt dat de eerste dip van de Grote Recessie in belangrijke mate is opgevangen door zogenaamde labour hoarding. Bedrijven hadden in deze periode nog voldoende vet op de botten om ontslagen in belangrijke mate te voorkomen. Werknemers werden in dienst gehouden, deels met ondersteunende maatregelen zoals deeltijd-ww. We zien dit terug in de ontwikkeling van de arbeidsproductiviteit, die in deze periode is gedaald (zie figuur 1.3). De tweede ronde van economische teruggang die op dit moment speelt zal waarschijnlijk een andere dynamiek kennen. Verwachtingen omtrent het structurele karakter van de recessie zijn ongunstig. Het vermogen om schokken op te vangen door bedrijven is in belangrijke mate uitgeput, resulterend in een relatief snelle toename van de werkloosheid. Daar staat tegenover dat de arbeidsproductiviteit minder onder druk komt te staan dan in de 2008 2009. 1. Zie Reinhart en Rogoff (2009): This time is different: Eight Centuries of Financial Folly, Princeton University Press. 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009* Nederland Zuid-Holland Rijnmond overig Groot-Rijnmond * voorlopige cijfers Toegevoegde waarde per sector De macroeconomische ontwikkelingen kent een forse sectorale dynamiek. Regio s blinken doorgaans uit in een beperkt aantal activiteiten. Welke activiteiten dat zijn is een uitkomst van vele factoren zoals beschikbare productiefactoren, aanwezigheid van grondstoffen, geschoold personeel, toegang tot kapitaal, infrastructuur, de historie, overheidsingrijpen en de geografische ligging. De relatieve productiekosten van de ene locatie ten opzichte van een andere bepalen uiteindelijk het comparatieve voordeel van een regio. Uit deze kenmerken ontstaat een uniek economisch profiel van een regio in de vorm van een specialisatiepatroon. Een hoge mate van specialisatie in een bepaalde sector drukt relatief kostenvoordeel en een sterke concurrentiepositie voor de regio uit.

Economische Verkenning Rotterdam 2013 HOOFDSTUK 1 Economie van Rotterdam pagina 10 Economische Verkenning Rotterdam 2013 HOOFDSTUK 1 Economie van Rotterdam pagina 11 Het specialisatiepatroon van een regio kan kwantitatief gemaakt worden met behulp van het locatiequotiënt. Deze wordt berekend door het aandeel van een sector in de regionale economie te delen door het aandeel van dezelfde sector in de gehele Nederlandse economie. Zo ontstaat een index die gelijk is aan 1 wanneer het aandeel van een bedrijfstak in de regio even groot is als het aandeel van diezelfde sector in Nederland. Deze specialisatiegraad is in figuur 1.4 weergegeven op de horizontale as, samen met de gemiddelde jaarlijkse groei van de (reële) toegevoegde waarde van de sector in de regio Rotterdam tussen 2000 en 2010 2. Met een gemiddelde groei van 1,9% lag de economische groei in de regio Rotterdam in deze periode iets boven het Nederlandse gemiddelde van 1,7%. De omvang van de bollen in de figuur weerspiegelt de omvang van de totale toegevoegde waarde van de sector in Rotterdam in 2010. De regio Rotterdam is hier gedefinieerd als de COROP regio Groot Rijnmond. De omvang van de bollen vertegenwoordigt de toegevoegde waarde van de sector in de regio. Figuur 1.4 Economische structuur van Rotterdam* Bron: Ecorys. delfstoffenwinning gezondheids- en welzijnszorg openbaar bestuur en overheidsdiensten cultuur, sport en recreatie onderwijs financiële dienstverlening bouwnijverheid landbouw, bosbouw en visserij horeca De relatie tussen specialisatiegraad en economische groei van sectoren levert interessante informatie op over hoe de regionale economie zich ontwikkelt. Het kwadrant rechtsboven bevat sectoren waarin de regio gespecialiseerd is (locatiequotiënt groter dan 1), en die daarnaast relatief snel groeien (ten opzichte van het gemiddelde). In dit kwadrant bevinden zich de nutsbedrijven en de handelssector. Sectoren in het kwadrant rechtsonder zetten de economische ontwikkelingen in de regio juist onder druk. In dit kwadrant bevinden zich de havenactiviteiten, alsmede de handel in onroerend goed. Terwijl de ontwikkelingen in de laatste sector met name het gevolg zijn van de economische crisis (tussen 2000 en 2007 groeide deze sector 2,7% per jaar), zijn de ontwikkelingen in de sector vervoer 2. Met uitzondering van geaggregeerde cijfers waren op het moment van schrijven nog geen gegevens voor 2011 beschikbaar. % groei toegevoegde waarde, 2000 2010 0 0,2 0,4 0,6 0,8 1,0 1,2 1,4 1,6 1,8 2,0 2,2 2,4 * Specialisatiegraad op basis van toegevoegde waarde 2010; gemiddelde groei toegevoegde waarde 2000 2010; omvang sector 2010. handel industrie zakelijke dienstverlening nutsbedrijven verhuur en handel in onroerend goed vervoer en opslag 8% 7% 6% 5% 4% 3% 2% 1% 0% - 1% - 2% en opslag van meer structurele aard (1,5% groei per jaar tussen 2000 en 2007). Vervoer en opslag is sterk afhankelijk van de ontwikkeling van de wereldhandel. Omdat de wereldhandel naar verwachting pas rond 2014 weer echt aan zal trekken, blijft de nabije toekomst voor de Rotterdamse haven en daarmee de sector vervoer en opslag onzeker. Andere sectoren die relatief slecht presteren zijn de bouwnijverheid, de zakelijke dienstverlening en de horeca. Sectoren die relatief snel groeien zijn naast de nutsbedrijven (4,8%) en de gezondheids- en welzijnszorg (4,5%). De delfstoffenwinning groeide met 7,3% nog sneller, maar deze is gezien zijn omvang nauwelijks van belang voor de regio. Voor de relatief snel groeiende overheidsdiensten geldt dat de bezuinigingen die zijn ingezet naar verwachting een rem zullen gaan zetten op de groei. Daar staat echter tegenover dat juist in deze sectoren er ook een concentratie gaande is in de richting van verstedelijkte gebieden. Figuur 1.5 Economische structuur van werkgelegenheid Rotterdam* Bron: Ecorys. gezondheids- en welzijnszorg cultuur, sport en recreatie onderwijs openbaar bestuur en overheidsdiensten landbouw, bosbouw en visserij delfstoffenwinning industrie horeca % jaarlijkse groei werkgelegenheid, 2001 2010 verhuur en handel in 3% onroerend goed bouwnijverheid zakelijke dienstverlening nutsbedrijven 2% 1% 0,2 0,4 0,6 0,8 1,0 1,2 1,4 1,6 1,8 * Specialisatiegraad op basis van werkgelegenheid (in fte) 2010; gemiddelde groei toegevoegde waarde 2001 2010; omvang sector 2010. Naast de groei van toegevoegde waarde is voor een regio ook de groei van werkgelegenheid van groot belang. Terwijl het arbeidsvolume in Nederland als geheel nagenoeg constant bleef tussen 2001 (het eerste jaar waarvoor data beschikbaar is) en 2010, steeg het in de regio Rotterdam met gemiddeld 0,4% per jaar. Rotterdam gaat daarmee mee in de algemene trend van een verschuiving van werkgelegenheid naar de grote steden in het bijzonder in de Randstad die in Nederland gaande is. In tegenstelling tot groei van toegevoegde waarde, zijn bij de werkgelegenheid relatief veel sectoren vertegenwoordigd in het kwadrant rechtsboven. In de zakelijke dienstverlening, verhuur en handel in onroerend goed, nutsbedrijven, en de bouwnijverheid, is de regio relatief sterk gespecialiseerd terwijl ook de werkgelegenheid in deze sectoren relatief fors gegroeid is. De verklaring voor de grote verschillen tussen figuur 1.4 en figuur 1.5 is voornamelijk te vinden in de gevolgen van de ß Lagere economische specialisatie crisis. Terwijl trends in toegevoegde waarde tussen 2000 en 2010 in het bijzonder in sectoren als de verhuur en handel in onroerend goed en de bouwnijverheid in belangrijke mate gedomineerd worden door de economische crisis, zijn deze sectoren in termen van werkgelegenheid veel minder zwaar getroffen. Naast enkele van de sectoren waarin de regio relatief sterk handel financiële dienstverlening vervoer en opslag 0% - 1% - 2% - 3% - 4% - 5%

Economische Verkenning Rotterdam 2013 HOOFDSTUK 1 Economie van Rotterdam pagina 12 Economische Verkenning Rotterdam 2013 HOOFDSTUK 1 Economie van Rotterdam pagina 13 gespecialiseerd is, heeft werkgelegenheidsgroei zich met name voorgedaan in de gezondheids- en welzijnszorg en andere aan de overheid gerelateerde sectoren. Met name in de industrie is in lijn met de algemene trend binnen deze sector sprake van een vrij forse daling van de werkgelegenheid met bijna 2% per jaar. Hoewel deze sector ondervertegenwoordigd is in de regio, is deze nog altijd goed voor 9% van de werkgelegenheid en groot in vergelijking met bijvoorbeeld Amsterdam. Figuur 1.6 Economische gevolgen van de crisis in Nederland en Rotterdam* Bron: Ecorys. % groei toegevoegde waarde, Rotterdam openbaar bestuur en overheidsdiensten financiële dienstverlening landbouw, bosbouw en visserij horeca industrie handel gezondheids- en welzijnszorg onderwijs cultuur, sport en recreatie vervoer en opslag zakelijke dienstverlening bouwnijverheid verhuur en handel in onroerend goed - 30% - 20% - 10% 0% 10% 20% 30% 40% 50% * Cumulatieve groei toegevoegde waarde 2007 2010; omvang sector 2010. Impact van de economische crisis voor de Rotterdamse economie Figuur 1.6 toont de cumulatieve groei van de toegevoegde waarde van sectoren tussen 2007 en 2010 in Rotterdam (op de verticale as) en Nederland (horizontale as). De mate waarin sectoren in Rotterdam getroffen zijn door de crisis is hoewel het verschil niet heel groot is iets groter dan gemiddeld in Nederland. In sommige sectoren is toegevoegde waarde sinds 2007 met meer dan 20% gekrompen. Met name de verhuur van en handel in onroerend goed is zwaar getroffen (- 23% in zowel Nederland als Rotterdam). Ook in de bouwnijverheid is de toegevoegde waarde in Rotterdam met ongeveer 20% gekrompen. De krimp is daarmee dubbel zo groot als gemiddeld in Nederland. In de financiële dienstverlening wordt sinds het begin van de crisis (vooralsnog) fors meer geld verdiend, onder andere doordat banken profiteren van een hogere rentemarge. In vrijwel alle andere private sectoren is verder sprake van stagnatie of krimp. Alleen de publieke sector is tijdens de crisis nog gegroeid, maar ook hier zijn de vooruitzichten voor de komende jaren door de bezuigingen ongunstig. De economie van Rotterdam is in termen van toegevoegde waarde iets harder getroffen door de crisis dan Nederland gemiddeld. Terwijl de toegevoegde waarde in 2010 in heel Nederland 4,3% boven het niveau van 2007 lag daalde de toegevoegde waarde in de regio Rotterdam tussen 2007 en 2010 ongeveer 1%. Hoewel sectoren in Rotterdam gemiddeld iets zwaarder door de crisis zijn getroffen dan vergelijkbare sectoren in de rest van Nederland, biedt ook de afwijkende sectorale structuur hiervoor een deel van de verklaring. 50% 40% 30% 20% 10% 0% - 10% - 20% - 30% Economische vooruitzichten voor de regio Tegen de achtergrond van de structurele onevenwichtigheden waar Europa momenteel mee te kampen heeft, zijn de vooruitzichten voor de komende jaren voor Nederland ongunstig. Om de regionale gevolgen in kaart te brengen kunnen we een doorvertaling maken van de macroeconomische prognoses van het CPB naar de regio door rekening te houden met enerzijds de specifieke sectorstructuur van Rotterdam en anderzijds de sectorale schokgevoeligheid (zie Groot el al., 2009, 3 voor een uiteenzetting). De schokgevoeligheid van de sectoren waarin een economie is gespecialiseerd geeft belangrijke inzichten in de manier waarop deze reageert op veranderingen in de verschillende finale vraag componenten consumptie, overheidsbestedingen, investeringen, en uitvoer. Buitenlandse bedrijvigheid In het licht van het grote belang van de internationale ontwikkelingen richten we de zoeker nog wat verder op de internationale dimensie van de bedrijvigheid in de regio. Op Amsterdam na die op het Nederlandse gemiddelde ligt zijn alle grote steden relatief weinig exportgeoriënteerd. Dit is voornamelijk het gevolg van een sterke focus op de dienstensector, die goed is voor slechts 20% van de Nederlandse uitvoer. De positie van de gemeente Rotterdam binnen de regio wijkt duidelijk af van de positie van bijvoorbeeld de gemeente Amsterdam binnen de Metropoolregio Amsterdam. Terwijl in de gemeente Rotterdam 23,7% (in 2005) van de omzet in de export werd gerealiseerd (en bedrijven binnen de gemeentegrenzen dus duidelijk meer op de export zijn gericht dan andere bedrijven in de regio), bedroeg het exportaandeel van de omzet in de gemeente Amsterdam slechts 13,9%. Veel exportactiviteiten in de regio Amsterdam vinden in tegenstelling tot Rotterdam juist plaats rondom Schiphol en andere naburige gemeenten. Wanneer wordt gekeken naar de aanwezigheid van buitenlandse ondernemingen is Rotterdam wel internationaler georiënteerd dan Nederland gemiddeld. In de regio Rotterdam is 12,7% van de werkgelegenheid bij ondernemingen die in buitenlands eigendom zijn, een beduidend lager percentage dan Amsterdam, maar duidelijk hoger dan Den Haag. Hoewel na 2005 geen data beschikbaar zijn over omzet en werkgelegenheid bij internationale bedrijven, zijn wel recente gegevens bekend over absolute aantallen buitenlandse bedrijven, inclusief land van herkomst. Het totaal aantal buitenlandse bedrijven in Rotterdam is in 2011 gelijk aan 541. Karakteristiek voor de herkomst van bedrijven is de sterke dominantie van bedrijven uit westerse landen. Moederbedrijven zijn primair in de Verenigde Staten en Duitsland gevestigd (beide 99 vestigingen). Hierna volgen het Verenigd Koninkrijk, België en Frankrijk, met respectievelijk 75, 48 en 35 vestigingen. De vermeende opkomst van Aziatische bedrijven zien we in deze statistieken nauwelijks terug. Dit geldt niet alleen voor Rotterdam, maar voor Nederland als geheel. ß Lagere specialisatie Chinese bedrijven die actief zijn op het Europese toneel weten relatief vaak hun weg naar Duitsland te vinden (zie bijvoorbeeld Groot et al., 2011 en Weterings et al. 2011 4 ). Er lijkt hier sprake te zijn van strategische investeringen die samenhangen met de relatief sterk ontwikkelde maakindustrie in Duitsland. De gevolgen voor de regionale economie zijn nog relatief onontgonnen. Bekend is dat internationaal actieve bedrijven gemiddeld genomen productiever zijn dan nationaal actieve bedrijven. Over de spillovers van deze bedrijven naar de nationale bedrijven is relatief weinig bekend, maar deze lijken beperkt te zijn. Voorts is bekend dat beslissingen die door bedrijven in buitenlandse handen zich minder gelegen laten liggen aan de nationale belangen. De gevoeligheid voor schokken wordt daardoor groter. Tegelijkertijd zijn buitenlandse bedrijven doorgaans groter en productiever, 3. Groot, S.P.T., J. Möhlmann en H.L.F. de Groot (2009): De Regionale Schokbestendigheid van de Nederlandse Economie, Economisch Statistische Berichten, 95 (4560), pp. 312 314. 4. Groot, S.P.T., H.L.F. de Groot, A.M. Lejour en J.L. Möhlmann (2011): The rise of the BRIC countries and its impact on the Dutch economy, Centraal Planbureau achtergronddocument, Den Haag. Weterings, A., O. Raspe en M. van den Berge (2011): The European Landscape of Knowledge Intensive Foreign-Owned Firms and the Attractiveness of Dutch Regions, Planbureau voor de Leefomgeving.

Economische Verkenning Rotterdam 2013 HOOFDSTUK 1 Economie van Rotterdam pagina 14 Economische Verkenning Rotterdam 2013 HOOFDSTUK 1 Economie van Rotterdam pagina 15 FIGUUR 1.7 zodat ze zich in krimpende markten beter staande kunnen houden. Ook hebben ze betere toegang tot kapitaalmarkten, wat tijdens de kredietcrisis een voordeel was. Voor meer cijfers en figuren zie ook www.rotterdam.nl/evr2013. Aantal vestigingen en werkgelegenheid van (neven)-vestigingen van buitenlandse bedrijven in Rotterdam Bron: Bedrijvenregister Zuid-Holland. Verenigde Staten Duitsland Verenigd Koninkrijk België Frankrijk Japan China Zwitserland Zweden Denemarken Italie Noorwegen aantal vestigingen aantal personen FIGUUR 1.8 Rabobank Onzichtbare economie in het bankwezen Als zich de afgelopen twintig jaar een transitie van zichtbaar naar onzichtbaar heeft voorgedaan dan is het wel in het bankwezen. Geld is in toenemende mate virtueel en ook bankdiensten zijn steeds meer op afstand, via telefoon, e-mail en internet, beschikbaar. Daardoor wijzigt het gebruik van geld in het economische verkeer en verandert langzaam ook het aanzicht van de stad. Onzichtbaar geld Het gebruik van chartaal of contant geld in Nederland loopt terug, zo blijkt uit onderzoek van DNB. Nederlanders hebben in 2012 vaker gepind dan ooit. Het aantal pinbetalingen nam in één jaar tijd toe van 2,29 miljard naar bijna 2,5 miljard en de totale pinomzet steeg van e 83 miljard naar e 84,3 miljard. Deze stijging ging gepaard met een daling in het gebruik van contant geld. Naast de toename van pintransacties is de opkomst van betalingen op internet via ideal een reden voor de daling van contante betalingen. Het aandeel van internetbetalingen in het totale geldverkeer van consumenten bedraagt 1,9% op basis van klanten van de Rabobank in Nederland. De andere betaalvormen zijn incasso (59,6%), pin (24,6%), chartaal (13,9%) en creditcard (0,1%). Het gebruik van ideal in grote steden is fors hoger dan daar buiten. Deze verdeling heeft een demografische en sociaal-economische achtergrond, want de heavy users van internet zijn jongeren en hoger opgeleiden. Zo is het aandeel in Amsterdam 2,9% en in Rotterdam 2,4%. Binnen Rotterdam is de Aantal pintransacties geldautomaten Binnenwegplein in 2012 Bron: Rabobank Rotterdam. aantal pintransacties per uur 70 Singapore Finland India overig Europa overig Azie 60 50 40 overig totaal 550 516 100 80 60 40 20 0 28.049 27.437 2.000 4.000 6.000 8.000 30 20 2011 2012 2011 2012 10 :00 01:00 02:00 03:00 04:00 05:00 06:00 07:00 08:00 09:00 10:00 11:00 12:00 13:00 14:00 15:00 16:00 17:00 18:00 19:00 20:00 21:00 22:00 23:00 00: maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag zaterdag zondag

Economische Verkenning Rotterdam 2013 HOOFDSTUK 1 Economie van Rotterdam pagina 16 Economische Verkenning Rotterdam 2013 HOOFDSTUK 1 Economie van Rotterdam pagina 17 spreiding opvallend: 1% van alle bestedingen in Hoek van Holland verloopt via ideal, terwijl dat in de deelgemeenten Centrum en Noord met een bovengemiddeld aandeel van studenten en hoger opgeleiden - 3,1% is. Ondanks de groei van virtuele transacties, bewijst contant geld evenwel nog steeds zijn nut. Dat blijkt uit de rol die geldautomaten spelen in de stad. Het ritme van de stad is goed aan het gebruik van de automaten af te lezen. Een voorbeeld zijn de geldautomaten van Rabobank aan het Binnenwegplein. Geld wordt uit de muur gehaald om boodschappen te doen, te lunchen en s avonds uit te gaan. Over de maand genomen, is het gebruik aan het einde van de maand wanneer salaris en uitkering worden gestort fors hoger dan op andere dagen. Hogeschool Inholland Hoe en waarom netwerken Ondernemers moeten optimaal gebruik kunnen maken van netwerken. Vaak weten vooral starters niet waar ze deze netwerken kunnen vinden. Studenten van de Hogeschool Inholland Rotterdam werken aan het ontwikkelen van een interactieve website. Daar kunnen ondernemers voor hen relevante netwerken vinden. Initiatiefnemers van een nieuw of bestaand netwerk kunnen hun nieuwe netwerk er aan toevoegen. De website gaat www.netwerkjesterk.nl en www.netwerkjesterk.com heten. De virtualisering van het bankwezen die nog eens wordt gevoed door standaardisering en vereenvoudiging van financiële producten door nieuwe regelgeving is zichtbaar in de klantbediening via nieuwe distributiekanalen, zoals e-mail, internet en telefoon. Het virtuele kantoor van Rabobank Rotterdam vertoont groei. Er zijn inmiddels per dag zo n 900 telefoontjes van particuliere en zakelijke klanten voor service en advies. Deze ontwikkeling gaat gepaard met een afname van het bezoek aan bankkantoren. Dit zal in de toekomst consequenties hebben voor het kantorennetwerk in de stad. Op termijn is sluiting van vestigingen onvermijdelijk. Maar face-to-face contact blijkt bij sommige producten, zoals woninghypotheken, en marktsegmenten, zoals startende ondernemers, gewenst. Daarom zoekt de bank naar nieuwe wegen om ook in de onzichtbare wereld dichtbij en betrokken te blijven. Bitterballenborrel MKB Rotterdam Open Coffee Rotterdam Start me up MeerBusiness Leads BusinessIn Flevum Rijnmond BC WTC Rotterdam Netwerk je sterk! www.netwerkjesterk.nl

Economische Verkenning Rotterdam 2013 HOOFDSTUK 1 Economie van Rotterdam pagina 18 Economische Verkenning Rotterdam 2013 HOOFDSTUK 1 Economie van Rotterdam pagina 19 Economische groei en kracht van Rotterdam Evenals voorgaande jaren laat de Verkenning zien hoe Rotterdam vorig jaar in economisch opzicht heeft gepresteerd. De economische prestatie is berekend op basis van de Economische Thermometer: een model dat is ontwikkeld door de afdeling Kennis en Economisch Onderzoek van Rabobank Nederland. De Economische Thermometer meet de economische prestaties van Nederlandse regio s en vergelijkt die met het Nederlandse gemiddelde. De economische prestatie van een regio wordt hierin gewaardeerd met een rapportcijfer waarbij het Nederlandse gemiddelde op een zes is gesteld. Hoe en waarom netwerken Waarom netwerken? Om nieuwe opdrachten binnen te halen Een groot netwerk kan meer invloed betekenen Nieuwe contacten bieden je nieuwe mogelijkheden Je blijft op de hoogte van de ontwikkelingen in je vakgebied Je kunt nieuwe klanten werven mogelijkheid om met nieuwe partners te gaan samenwerken Naamsbekendheid vergroten en jezelf promoten Een reputatie opbouwen Nieuwe mogelijkheden en kansen in de markt ontwikkelen Je kennis vergroten en werken aan je sociale ontwikkeling Kostenbesparing De prestaties worden gemeten aan de hand van acht variabelen. Deze acht variabelen zijn ondergebracht bij twee indicatoren: economische groei en economische kracht. Samen vormen zij de score voor de economische prestatie. Het rapportcijfer voor economische groei en economische kracht is het ongewogen gemiddelde van de rapportcijfers voor respectievelijk de vier groei- en de vier krachtvariabelen. Het rapportcijfer voor de economische prestatie is het ongewogen gemiddelde van de cijfers voor groei en kracht. In figuur 1.9 worden de scores van de G4 op economische groei en economische kracht getoond. Figuur 1.9 Toelichting Regionaal Economische Thermometer Bron: Rabobank, 2012. winstgroei productiegroei rendement arbeidsproductiviteit Hoe kun je netwerken? Breng altijd iets mee om achter te laten bij potentiele klanten of partners Open en oprecht met anderen praten, en zo zelfvertrouwen opwekken Goed luisteren naar elkaar Over brede interesses beschikken Bewust doelen stellen wat je met het netwerk wilt bereiken Spreek mensen aan waar je het goed mee kunt vinden, dit wekt vertrouwen op en schept een band Tips en feedback van anderen waarderen en accepteren Verwijs mensen naar een website van je bedrijf Maak Social Mediakanalen aan en gebruik deze tijdens het netwerken investeringsgroei arbeidsvolumegroei groei prestatie investeringsratio werkgelegenheidsfunctie kracht Het (kortdurige) macro-economische herstel van 2011 heeft de Rotterdamse economie in dat jaar zeker goed gedaan. In 2011 scoorde Rotterdam op economische groei nagenoeg op het nationale gemiddelde. Door een minder sterke groei in Amsterdam en Den Haag kon Rotterdam zich in dat jaar gemakkelijk met deze steden meten en de zeer kleine voorsprong op Amsterdam is zelfs opvallend. Utrecht blijft van de vier grote steden veruit de sterkste economie en de voorsprong is in 2011 zelfs nog iets toegenomen. www.netwerkjesterk.nl In de patronen lezen we de gevoeligheid van de economie van de vier grote steden terug. Industrie en logistiek reageren in het algemeen scherp op de conjunctuur, en zeker op de wereldconjunctuur

Economische Verkenning Rotterdam 2013 HOOFDSTUK 1 Economie van Rotterdam pagina 20 Economische Verkenning Rotterdam 2013 HOOFDSTUK 1 Economie van Rotterdam pagina 21 FIGUUR 1.10 Rapportcijfers voor het economisch presteren van de G4 Bron: Rabobank 2012, Regionaal Economische thermometer. FIGUUR 1.11 Scores op de Regionaal Economische thermometer per indicator 2011 Bron: Rabobank 2012, Regionaal Economische thermometer. 10 9 winstgroei 8 investeringsgroei 7 6 arbeidsvolume groei 5 bruto toegevoegde waarde groei 4 3 rentabiliteit eigen vermogen 2 arbeidsproductiviteit 1 2010 2011 2010 2011 2010 2011 investeringsratio GRoEI KRACHt PREStAtIE werkfunctie Rotterdam Amsterdam Den Haag Utrecht gemiddeld 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Rotterdam Groot Rotterdam in het geval van Rotterdam. Voor Amsterdam en Utrecht zijn de zakelijke dienstverlening en het op de consument gerichte bedrijfsleven relatief belangrijker. De overheid heeft traditioneel een dempend effect op het conjunctuurverloop in Den Haag. Een overzicht van de scores per sector vindt u op internet. Voor 2013 verwacht de Rabobank dat het Rotterdamse bedrijfsleven het nog moeilijk zal hebben, zoals overigens ook elders het geval is. De werkgelegenheid staat onder druk en zal vermoedelijk met een procentje krimpen, in lijn met de landelijke verwachtingen. Dit is het gevolg van de zwakke (wereld)conjunctuur, maar ook de bezuinigingen en reorganisaties bij bedrijven en overheid zullen hun tol eisen. Omdat de omvang van de beroepsbevolking blijft toenemen, zal de werkloosheid in Rotterdam toenemen tot meer dan 10% van de beroepsbevolking. Daarmee blijft de arbeidsmarkt een belangrijk aandachtspunt van de Rotterdamse economie. 5 5 Rabobank Nederland (KEO) 5.5 Bron: Regionaal Conjunctuur Model Rabobank Nederland (2012)

Economische Verkenning Rotterdam 2013 HOOFDSTUK 1 Economie van Rotterdam pagina 22 Economische Verkenning Rotterdam 2013 HOOFDSTUK 1 Economie van Rotterdam pagina 23 Stedelijke Omvang en Metropolitane Functies in Europa Stedelijke massa is van cruciaal belang voor het ontstaan van agglomeratievoordelen. Steden bieden het draagvlak voor de aanwezigheid van allerlei gespecialiseerde functies die de aantrekkelijkheid sterk bepalen. Er bestaat een sterke relatie tussen de omvang van een stad en de daar aanwezige metropolitane functies. Toch is in Nederland, evenals in andere dichtbevolkte delen van Europa, de relatie tussen omvang van steden en hun metropolitane functies minder sterk aan het worden. Dit komt doordat eens betrekkelijk onafhankelijke steden steeds meer verweven zijn geraakt met steden in hun nabijheid. Steden lenen massa van nabijgelegen steden (Alonso, 1973). 6 In het NAPOLEON onderzoeksproject (Kennis voor Krachtige Steden) wordt deze dynamiek van borrowed size en agglomeration shadows onderzocht. Er is een database van alle 1767 Europese steden ontwikkeld. Steden zijn hierin gedefinieerd op basis van aaneengesloten bebouwd gebied, en niet op administratieve grenzen. Rotterdam neemt met ruim 1 miljoen inwoners de 38ste positie in in termen van omvang. 712 Twee vragen staan centraal. Ten eerste, heeft Rotterdam de metropolitane functies die je zou mogen verwachten in ene stad met ruim één miljoen inwoners? Zo niet, leent Rotterdam deze functies dan van andere plaatsen in de Metropoolregio Rotterdam Den Haag? Vangen Delft of Den Haag een eventueel tekort aan functies op? Tabel 1.1 toont per functie (kolom 1) het percentage steden waarin deze functie überhaupt aanwezig is (2), de typische omvang van een stad met die functie (3), de aanwezigheid in Rotterdam (4), de precieze score van Rotterdam en rangschikking van Rotterdam in Europa (5), de mate waarin de feitelijke score afwijkt van wat verwacht mag worden in een stad van ruim 1 miljoen inwoners 83 (6) en of de betreffende functies bovengemiddeld aanwezig zijn in Delft of Den Haag (7). Verreweg de meeste metropolitane functies zijn in Rotterdam zelf aanwezig (kolom 4). Dat mag ook wel, want de ondergrens voor hun aanwezigheid is laag (kolom 3). Belangrijker is de mate waarin deze functies aanwezig zijn (kolom 6). Die valt in een aantal gevallen tegen. Zo zijn er minder internationale organisaties, internationale congressen, topuniversiteiten, culturele instellingen, culturele evenementen, en kennisintensieve en financiële dienstverleners, en biedt de luchthaven fors minder vluchten dan dat we voor een stad van ruim een miljoen mogen verwachten. Deze tekorten worden enigszins gecompenseerd op metropoolregio-niveau. Problematisch zijn de metropolitane functies die in de hele regio niet goed vertegenwoordigd zijn (o.a. luchttransport en culturele instellingen). Tabel 1.1 Functies en stedelijke omvang (1) functie (2) percentage steden met deze functie (3) typische omvang van Europese steden met deze functie (25ste- 75ste kwartiel; mln. inwoners) (4) aanwezigheid functie in Rotterdam (5) score en rangschikking Rotterdam in Europa (max. score = 100) (6) afwijking van verwachting (7) bovengemiddelde aanwezigheid in Den Haag of Delft politieke instituties nationale overheid 1,5% 0,6 2,7 nee 0,0 (---) - ja internationale organisaties 3,0% 0,4 1,6 ja 1,8 (42) - 61,9% ja bedrijvigheid top-500 multinationale ondernemingen 6,2% 0,1 1,0 ja 4,8 (25) + 53,4% ja kennisintensieve dienstverlening 19,8% 0,1 0,4 ja 23,1 (39) - 15,8% ja financiële dienstverlening 16,7% 0,1 0,4 ja 0,2 (112) - 93,0% ja onderwijs en wetenschap top-500 universiteit 8,8% 0,1 0,8 ja 9,4 (73) - 28,4% ja internationale samenwerkingsverbanden onderzoek 2,4% 0,3 1,6 ja 8,3 (17) + 73,5% ja internationale congressen 8,3% 0,2 1,0 ja 5,7 (50) - 39,2% ja transport luchthaven 11,0% 0,1 0,6 ja 0,6 (118) - 88,3% nee internationale spoorwegverbindingen 22,8% 0,1 0,3 ja 16,3 (27) + 27,6% ja zeehaven 2,7% 0,1 1,0 ja 100,0 (1) > + 100% nee internet exchange point 3,1% 0,4 2,0 ja 2,9 (38) - 43,5% nee cultuur en sport culturele instellingen 37,2% 0,1 0,3 ja 5,3 (91) - 48,6% nee concerten en tentoonstellingen 27,1% 0,1 0,3 ja 4,4 (93) - 50,4% ja stadions en sportevenementen 30,2% 0,1 0,3 ja 15,8 (24) + 57,0% nee Rotterdam doet het bovengemiddeld goed ten aanzien van de aanwezigheid van multinationals (+ 53%), en inbedding in internationale onderzoeksnetwerken (+ 74%). Als sportstad springt Rotterdam er bovenuit (+ 57%). De internationale spoorverbindingen en natuurlijk de zeehaven zijn van een kaliber dat je alleen zou verwachten in een veel grotere metropool. Dat biedt mogelijk kansen om size te borrowen niet alleen bij de buren, maar ook van plaatsen veel verder weg. Het NAPOLEON-onderzoek buigt zich hier verder over. Dr. Evert Meijers (TU Delft), Dr. Martijn Burger (Erasmus Universiteit Rotterdam) & Marloes Hoogerbrugge MSc (TU Delft) 6. Het Rotterdamse morfologisch stedelijk gebied is gedefinieerd als Rotterdam, Schiedam, Spijkenisse, Vlaardingen, Capelle aan den IJssel, Barendrecht, Ridderkerk, Krimpen aan den IJssel en Rozenburg. 27. Het Rotterdamse morfologisch stedelijk gebied is gedefinieerd als Rotterdam, Schiedam, Spijkenisse, Vlaardingen, Capelle aan den IJssel, Barendrecht, Ridderkerk, Krimpen aan den IJssel en Rozenburg. 8. Uitkomsten van deze kolom zijn gebaseerd op een residuen-analyse van een zero-inflated Poisson regressiemodel waarbij gekeken is naar het verband tussen de omvang van steden (in termen van aantal inwoners) en de scores voor de verschillende functies.

Economische Verkenning Rotterdam 2013 HOOFDSTUK 2 Arbeidsmarkt pagina 25 Hoofdstuk 2 Arbeidsmarkt De werkgelegenheid over 2011 is gedaald, de werkloosheid gestegen. In 2013 wordt krapte verwacht bij enkele (para)medische beroepen, informaticaberoepen en onder technisch personeel. Ruim 160.000 technisch opgeleiden (landelijk) willen onder voorwaarden weer in een technisch beroep werken. Aandeel beroepen op elementair en midden niveau daalt in Rotterdam, aandeel op HBO en WO niveau stijgt. Aantal zzp ers in Rotterdam is sinds 2005 met 35% gestegen. Ruim één miljoen internationale baanzoekers noemen Rotterdam als favoriete stad om in te werken. Werkgelegenheid en vacatures Over 2011 daalde de werkgelegenheid in Rotterdam (- 3.352 banen) en in Rijnmond (- 5.042 banen) met ongeveer 1%. Het beeld was per sector verschillend. De sector zorg en welzijn is de laatste jaren de meest stabiele groeisector. Sinds 2000 kent deze sector een groei van 39,6%. De groothandel de sector met het grootste krimppercentage (28,7% in deze periode) bleef in 2011 nagenoeg stabiel. De sterkste daler over 2011 was de zakelijke dienstverlening met 1.889 banen. Voor de metropoolregio Rotterdam Den Haag daalde het aantal banen met 13.298 tot 1.035.037 banen per 1 januari 2012. De teruggang van het aantal banen in Haaglanden (- 8.361) was groter dan in Rijnmond (- 4.937). Tabel 2.1 Werkgelegenheid Rotterdam, overig stadsregio 2000, 2011, 2012* Bron: Bedrijvenregister Zuid-Holland. Rotterdam 2000 2011 2012** overig stadsregio groei 2000 2012** 2000 2011 2012** groei 2000 2012** industrie, energie, water, milieu en landbouw 33.604 31.014 30.461-9,4% 26.006 23.161 23.027-11,5% bouw 16.663 15.328 14.860-10,8% 17.980 16.029 14.776-17,8% groothandel en handelsbemiddeling (niet in auto s e.d.) 16.671 11.920 11.891-28,7% 19.362 19.784 19.229-0,7% detailhandel en handel in auto s e.d. 29.729 30.344 29.627-0,3% 25.116 28.108 28.195 12,3% transport en post 36.701 33.207 33.589-8,5% 13.350 15.087 14.755 10,5% horeca 10.280 11.412 11.010 7,1% 5.641 6.384 6.573 16,5% informatiesector 9.877 8.586 8.729-11,6% 4.525 4.641 4.393-2,9% financiële instellingen 19.223 14.534 14.867-22,7% 4.044 3.964 3.807-5,9% zakelijke dienstverlening 57.454 54.556 52.667-8,3% 28.935 37.406 37954 31,2% openbaar bestuur, overheidsdiensten, sociale verzekeringen 15.995 17.309 16.813 5,1% 6.489 7.640 7.758 19,6% onderwijs 22.417 27.434 27.585 23,1% 9.273 11.946 12.088 30,4% zorg 42.635 58.320 59.507 39,6% 19.964 33.827 33.796 69,3% overige dienstverlening 9.622 11.232 10.238 6,4% 4.749 6.707 6.648 40,0% ToTaal 320.871 325.196 321.844 0,3% 185.434 214.684 212.999 14,9% * Alle werkzame personen ongeacht het aantal werkzame uren per week. ** Voorlopige cijfers.

Economische Verkenning Rotterdam 2013 HOOFDSTUK 2 Arbeidsmarkt pagina 26 Economische Verkenning Rotterdam 2013 HOOFDSTUK 2 Arbeidsmarkt pagina 27 FIGUUR 2.1 Kijken we naar de ontwikkeling van de werkgelegenheid tussen 2000 en 2012 dan zien we in Rotterdam een verschuiving in de werkgelegenheid van industrie, bouw, groothandel, transport naar de meer aan de overheid gerelateerde sectoren onderwijs, zorg en welzijn en openbaar bestuur. Opvallend is de daling in de dienstensectoren financiële diensten (concentratie naar het midden van het land) en zakelijke diensten (inclusief uitzendbranche). Vacatures Tussen het vierde kwartaal 2011 en het derde kwartaal 2012 waren en in Rijnmond 39.000 unieke vacatures. Dit waren er ongeveer 9.000 minder dan in dezelfde periode een jaar daarvoor. Voor de verdeling over de sectoren zie de onderstaande tabel. Vacatures Rijnmond per sector tussen Q4 2011 en Q3 2012 Bron: Job Feed, bewerking Intelligence Group. FIGUUR 2.2 Vergrijzing Rijnmond Bron: UWV, 2012. Naast de ontwikkeling van de werkgelegenheid is er ook sprake van een vervangingsvraag. De verwachting is dat in de komende tien jaar ongeveer 72.000 mensen in de regio Rijnmond met pensioen zullen gaan. zorg en welzijn zakelijke dienstverlening industrie aantal werkzame 55 65 jarigen overheid gezondheids- en welzijnszorg handel industrie en techniek zakelijke dienstverlening bouwnijverheid ict logistiek onderwijs financiële instellingen media en communicatie horeca nutsvoorzieningen 0 1.000 2.000 3.000 4.000 5.000 6.000 Vooruitzichten In de laatste arbeidsmarktprognose van het UWV 1 wordt landelijk een verdere daling van de werkgelegenheid voorspeld in 2013 met - 1,1%. Dit is een verslechtering ten opzichte van de eerdere cijfers medio 2012. Voor de regio Rijnmond zijn nog geen nieuwe cijfers bekend. Na eerdere crises is bekend dat de werkgelegenheid in Rotterdam minder snel herstelt. Dit heeft alles te maken met de veerkracht van de arbeidsmarkt en de samenstelling van de groep werklozen (relatief veel laaggeschoolden, ouderen en langdurig werklozen). Vanaf 2014 wordt wel een herstel verwacht. Dit heeft ook gevolgen voor de ontwikkeling op de vacaturemarkt. Landelijk verwacht het UWV dat het aantal vacatures in 2013 zal dalen met - 3%. handel en reparatie onderwijs vervoer en telecom bouwnijverheid horeca en catering financiële instellingen landbouw, visserij, bosbouw 0 3.000 6.000 9.000 12.000 15.000 Dit betekent niet dat er 72.000 extra vacatures zullen ontstaan. Allereerst zal door de verhoging van de pensioengerechtigde leeftijd en de tendens later met pensioen te gaan, het daadwerkelijke aantal lager zijn. Ook de economische ontwikkeling, veranderingen in de arbeidsstructuur, technologische en organisatorische ontwikkelingen zullen invloed hebben op het al dan niet omzetten van een opengevallen plaats naar een vacature. Op dit moment is de arbeidsmarkt voor medische en para-medische beroepen en de informatica beroepen in de regio Rijnmond krap. 2 Landelijk wordt dit beeld aangevuld met een behoefte aan technici. Dit wordt ook voor Rijnmond herkend door de aanwezigen op de expertbijeenkomst. Hiervoor lijkt potentieel aanwezig. Ruim 160.000 technisch opgeleiden (landelijk), die niet meer werkzaam zijn in een technisch beroep, zouden onder voorwaarden wel weer in de techniek willen werken. 3 Duurzame ontwikkeling van de economie wordt voor de toekomst gezien als een belangrijke bron van werkgelegenheid. Figuur 2.3 toont een selectie van bedrijfstakken waarvan de ontwikkeling, mede bepaald wordt door ontwikkelingen op het vlak van duurzaamheid. In lijn met de algemene economische ontwikkeling vertonen de meeste van deze sectoren een licht dalende trend. De groei van de duurzaamheidseconomie in deze sectoren komt vooralsnog niet tot uiting in een (grote) groei van de werkgelegenheid en het aantal bedrijven. De sectoren kennis, energie en mobiliteit laten een relatief gunstig beeld zien. 1. Landelijke Arbeidsmarktprognose 2013, update januari 2013, UWV. 2. Bron: UWV. 3. Arbeidsmarktgedragsonderzoek Intelligence Group juni 2012.

Economische Verkenning Rotterdam 2013 HOOFDSTUK 2 Arbeidsmarkt pagina 28 Economische Verkenning Rotterdam 2013 HOOFDSTUK 2 Arbeidsmarkt pagina 29 FIGUUR 2.3 Werkgelegenheid in de duurzaamheidseconomie Bron: Bedrijvenregister Zuid-Holland. Een ander belangrijk gegeven dat een rol speelt in de herstelkracht van de economie en arbeidsmarkt is het opleidingsniveau van de beroepsbevolking en vooral het aandeel hoger opgeleiden. Het aandeel hoog opgeleiden steeg van 26% in 2002 naar 36% in 2011. Ook de samenstelling van het werklozenbestand speelt hierbij een rol x 1.000 100 80 60 40 20 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 Werkloosheid In deze paragraaf bekijken we de werkloosheid aan de hand van twee indicatoren: de ontwikkeling van het aantal niet werkende werkzoekenden (NWW) 4 en het aantal mensen met een werkloosheidsuitkering (WW). Ontwikkeling NWW Het aantal niet werkende werkzoekenden in Rijnmond bedraagt eind 2012 ruim 79.750 personen, waarvan 51.524 in Rotterdam. In Rotterdam is het aantal NWW in één jaar tijd met 25% gestegen. Deze verhoging is niet alleen het gevolg van het verslechterde economische klimaat maar ook het gevolg van een strengere gemeentelijke controle op de inschrijving bij het UWV van mensen met een bijstandsuitkering. FIGUUR 2.4 Banen per 1.000 inwoners 2011 Bron: UWV, 2012, bewerking Ecorys. Rotterdam Stadsregio Rotterdam FIGUUR 2.5 ontwikkeling NWW Bron: UWV, 2013. NWW naar duur niet-werkend NWW naar opleidingsniveau NWW naar leeftijd Groot Amsterdam Midden-Utrecht Haaglanden Rijnmond Rotterdam 0 200 400 600 800 1.000 Weerbaarheid van de arbeidsmarkt Een andere manier om naar de arbeidsmarkt te kijken is de werkgelegenheidsfunctie van een regio. Dit is de verhouding tussen de werkgelegenheid omgerekend in fte s en de beroepsbevolking in een bepaalde regio. Dit is van belang om een beeld te krijgen van de mogelijkheden voor bewoners in de regio (maar ook daarbuiten) om een baan te vinden en carrière te maken in de regio. De Randstad heeft in de loop der jaren een steeds belangrijkere werkgelegenheidsfunctie gekregen in Nederland. Er is echter een groot verschil in de Noord- en Zuidvleugel van de Randstad. Rijnmond had in 2011 maar nipt meer banen per 1.000 inwoners dan het landelijke gemiddelde: 724 banen t.o.v. 719 banen per 1.000 inwoners. Haaglanden deed het iets beter. Groot Amsterdam (983) en Midden Utrecht telden fiks meer banen per 1.000 inwoners. Ook de mate waarin sectoren in de regio zijn ingebed in de regio is bepalend voor de weerbaarheid van een sector. De mobiliteit tussen bedrijven en (deel)sectoren op de arbeidsmarkt in de regio laat zien in welke (deel)sectoren ongeveer dezelfde kwalificaties gevraagd worden. Vandaar dat er gesproken wordt over skillgerelateerdheid (zie kader De arbeidsmarkt van Rotterdam en regio, pagina 40). 0 3 maanden, 21% 3 12 maanden, 32% > 12 maanden, 47% basisonderwijs, 34% VMBo, 18% Havo/VWo, 4% MBo, 32% HBo/Wo, 12% Kenmerkend voor de Rotterdamse arbeidsmarkt is het relatief grote aandeel laagopgeleide en oudere werkzoekenden, respectievelijk 52% en 31%. Tweederde van de groep 50-plussers is langer dan één jaar werkzoekend en ook het aandeel laagopgeleiden (54%) is binnen deze groep iets hoger dan over de hele populatie. Voor 2013 verwacht het UWV een stijging met 17% van het aantal NWWers in de regio Rijnmond. Landelijk is dit 14%. 4. Niet Werkend Werkzoekend zijn zij die bij het UWV als werkzoekend staan ingeschreven. 15 20 jaar, 1% 20 23 jaar, 3% 23 27 jaar, 8% 27 40 jaar, 31% 40 50 jaar, 26% 50 65 jaar, 31%

Economische Verkenning Rotterdam 2013 HOOFDSTUK 2 Arbeidsmarkt pagina 30 Economische Verkenning Rotterdam 2013 HOOFDSTUK 2 Arbeidsmarkt pagina 31 Ontwikkeling WW Het aantal mensen met een WW-uitkering is in de regio Rijnmond over 2012 gestegen met 22,4% tot 28.533 uitkeringen; in Rotterdam met 22,6% tot 15.045 uitkeringen. Dit ligt onder het landelijke gemiddelde van 26%. Meer dan de helft van de uitkeringen (55%) in Rijnmond werd verstrekt aan personen in de leeftijdsgroep 27 50 jaar. 8% is jonger dan 27 jaar. Dit heeft alles te maken met het beperkte recht dat jongeren op een uitkering hebben. De groep van 50 65 jaar bedroeg 37%. 42% is afkomstig uit een baan in de financiële en zakelijk dienstverlening. Binnen deze laatste sector vallen ook de mensen met een uitzendcontract. Hun aandeel bedroeg 18% van het totaal aantal WW-rechten. Trends voor de toekomst Er zijn allerlei ontwikkelingen gaande op de arbeidsmarkt. De toenemende vergrijzing van de beroepsbevolking is hierboven al behandeld. In deze paragraaf bespreken we drie andere trends. Polarisatie Het opleidingsniveau van de (beroeps) bevolking, maar ook de opleidingseisen van banen in Nederland stijgen. De (stedelijke) arbeidsmarkt polariseert. In zijn algemeenheid geldt dat de absolute vraag naar middelbaar geschoolden de afgelopen jaren gedaald is. Hoewel de absolute vraag naar laaggeschoolde arbeid niet daalt, staat de positie van laaggeschoolden wel onder druk vanwege neerwaartse verdringing op de arbeidsmarkt door middelbaar geschoolden. 5 De consequentie is dat doelgroepen aan de onderkant van de arbeidsmarkt moeten concurreren met andere doelgroepen zoals middelbaar geschoolden, studenten, tijdelijke arbeidskrachten, etcetera. (Zie ook kader Baanlocaties van laagopgeleiden, pagina 37.) Flexibilisering arbeidsmarkt Arbeidsrelaties tussen opdrachtgever en opdrachtnemer, werkgever en werknemer veranderen en krijgen een steeds tijdelijker karakter. De verwachting is dat in de komende jaren de flexibilisering van de arbeidsmarkt verder zal doorzetten. (Zie pagina 32 en 97.) Een belangrijke vorm van flexibel werken is de groep Zelfstandigen Zonder Personeel (zzp). Landelijk laat het aantal zzp ers in de beroepsbevolking in 10 jaar tijd een stijging zien van 250.000 tot 1,1 miljoen (CBS, 2012.) Dit aantal zal tot 2020 nog met 15% groeien. Het aantal zzp ers (bedrijven met één werkzaam persoon) in Rotterdam is van bijna 8.000 in 2005 gestegen naar 10.750 in 2012 Het aantal flexibele arbeidsrelaties is landelijk in tien jaar tijd bijna verdrievoudigd tot ongeveer 1,2 miljoen. (CBS, 2012) Helaas zijn hierover geen cijfers voor de stad of regio bekend. Internationalisering van de arbeidsmarkt De arbeidsmarkt internationaliseert. Midden- en Oost Europeanen en met de stijgende werkloosheid in hun thuislanden ook Zuid Europeanen, komen naar Nederland om te werken. Daarnaast wordt de markt voor kenniswerkers steeds internationaler In 2012 zijn 500 verblijfsvergunningen voor kennismigramten via de Rotterdam Expatdesk aangevraagd. In 2011 waren dit er 414. Eén miljoen internationale baanzoekers wijzen Rotterdam als favoriete werkstad aan. (Zie pagina 38.) Voor meer cijfers en figuren zie ook www.rotterdam.nl/evr2013. Tabel 2.2 Banen naar beroepsniveau 2002 2011 Bron: CBS, bewerking COS. Rotterdam amsterdam Utrecht Den Haag Nederland beroepsniveau 2002 2011 2002 2011 2002 2011 2002 2011 2002 2011 elementair 12 9 6 7 7 6 7 7 7 7 laag 24 24 19 15 18 14 22 22 25 23 midden 35 33 33 29 30 24 36 33 39 37 HBO 20 22 28 32 28 34 23 24 21 23 WO 9 12 14 17 18 23 12 14 8 10 In Rotterdam daalt het aandeel banen op elementair beroepsniveau en blijft het aantal banen op laag beroepsniveau constant. Landelijk en in Amsterdam en Utrecht zien we dat het elementaire niveau redelijk stabiel blijft, maar juist het lage niveau daalt. Voor de overige niveaus is het beeld wel gelijk. Amsterdam en Utrecht laten wel een sterkere daling op het middenniveau en een sterkere stijging op het hogere beroepsniveau zien. Het gevolg, de neerwaartse druk vanuit hogere niveaus naar beneden is ook in Rotterdam zichtbaar. 5. Gesten, M. en Wolbers, M.H.J. (2011). Kansen van laagopgeleide mannen: structurele en cyclische verdringing in Nederland, in: Van Galen, R., Sanders, J. Smits, W. en Ybema J.F. red., (2011), Dynamiek op de Nederlandse arbeidsmarkt: De focus op kwetsbare groepen. Den Haag: CBS; Josten, E. (2010). Minder werk voor laagopgeleiden? Ontwikkelingen in baanbezit en baankwaliteit 1992 2008. Den Haag, SCP; Edzes, A.J.E. Broersma, L.en Dijk, J. van (2010). Economische transities van laag opgeleiden: een literatuurstudie. Den Haag, NICIS Institute.

Economische Verkenning Rotterdam 2013 HOOFDSTUK 2 Arbeidsmarkt pagina 32 Economische Verkenning Rotterdam 2013 HOOFDSTUK 2 Arbeidsmarkt pagina 33 Randstad Het uitzendbureau en de onzichtbare economie Uitzendbureaus en uitzendkrachten vormen een belangrijke component in de groei van de onzichtbare economie. Zij faciliteren de groei van bedrijven, zorgen voor een flexibele arbeidsmarkt die het mogelijk maakt op elk gewenst moment over de juiste mensen met de juiste kennis te kunnen beschikken. Tegelijkertijd ondervindt het uitzendbureau zelf ook de consequenties van de virtualisering van de dienstverlening. En voor de individuele flexibele werknemer valt er nog wel iets te verbeteren. Het uitzendbureau en de onzichtbare economie De uitzendbranche is één van de grootste werkgevers in het Rijnmond gebied. Jarenlang heeft de branche op redelijk traditionele manier gewerkt met zichtbare vestigingen van waaruit de bedrijven en flexwerkers worden bediend. De ontwikkelingen op het gebied van digitalisering zijn inmiddels duidelijk te zien bij de uitzendbureaus. Waar het traditioneel de hoofdfunctie van de vestigingen was om flexwerkers te ontvangen, in te schrijven en te bemiddelen naar een baan, is dit nu voor een grootdeel verschoven naar internet. Alle grote bureaus hebben een eigen site waar de vacatures op te vinden zijn en waar de sollicitanten ook steeds vaker gebruik van maken. Hiermee is het ook voor al werkende werkzoekenden makkelijker geworden om te solliciteren op een andere baan. De drempel om via internet te solliciteren is ook lager dan het daadwerkelijk binnen lopen op een vestiging. Nieuwe zekerheid Dat is de reden dat er op veel plekken hard gewerkt wordt aan het bedenken van mogelijke nieuwe zekerheid. Mensen zullen in de toekomst veel meer dan in nu in hun eigen welvaart en welzijn moeten kunnen voorzien. De afhankelijkheid van de overheid, van bedrijven en organisaties die voor ons zorgen verdwijnt. De verzorgingsstaat heeft onderhoud nodig. Daarbij hoort meer oog voor de rechten en de mogelijkheden van het individu in de maatschappij. Figuur 2.6 Trend flexibele arbeidsrelatie Bron: CBS, beweking Randstad. stijging flexibele arbeidsrelaties in % 7% 6% 5% 4% 3% Deze nieuwe manier van solliciteren heeft een stroom aan sollicitanten opgeleverd die voorheen minder snel de weg naar de vestiging wist te vinden. De sollicitant die spontaan binnen komt lopen neemt af en de sollicitant die buiten kantooruren solliciteert, neemt steeds verder toe. Hoewel het aantal uitzendbureaus geen daling laat zien, heeft dit uiteraard wel gevolgen hebben voor het aantal traditionele vestigingen. Er zijn nu al bureaus die vestigingen clusteren of helemaal digitaal gaan werken en niet meer via een vestigingsnetwerk. Of dit is ingegeven door de veranderende vraag uit de markt, of door de huidige economische situatie is uiteraard de vraag maar het zegt wel iets over de huidige ontwikkelingen in de branche 2010 2011 werknemers tijdelijk, uitzicht op vast werknemers overig tijdelijk oproep- of invalkrachten werknemers tijdelijk > = 1 jaar uitzendkrachten overig flexibel 2% 1% 0% Blik op de toekomst van flexibiliteit Flexibiliteit en lenigheid zijn voor bedrijven noodzakelijk om te kunnen inspelen op de steeds veranderende marktomstandigheden en zijn de waarborg dat organisaties hun continuïteit en winstgevendheid zo maximaal mogelijk kunnen sturen. De mate waarin bedrijven zich kunnen aanpassen kent natuurlijk meer factoren dan alleen de factor arbeid, maar de inzet van arbeid bepaalt in steeds belangrijke mate het lange termijn succes van een bedrijf. Lang werd gedacht dat dit prima te realiseren was met een flexibele schil. Inmiddels is duidelijk dat flexibiliteit intrinsiek moet worden georganiseerd bij alle werknemers. Flexibiliteit én zekerheid Flexibiliteit betekent te vaak dat zekerheid voor het individu ontbreekt, terwijl dit juist het uitgangspunt moet zijn. Wanneer een werknemer flexibel kan inspelen op zijn omgeving dan is dat, net als voor een organisatie, een veiliger uitgangspunt dan krampachtig vast te houden aan verworven rechten of een vast arbeidscontract. Toch werkt dat op dit moment niet zo. Mensen werken nog steeds graag in een vast contract en tot het pensioen bij dezelfde werkgever. Dit komt ook doordat alle zekerheid is opgehangen aan een contract voor onbepaalde tijd. Niet alleen onze werkrelatie, maar ook de koop van een huis, de ziektekostenverzekering, het pensioen, soms de auto, de kinderopvang, status, de vergoeding bij vertrek, daarmee wordt de arbeidsmarkt en misschien wel de hele economie vastgezet.

Economische Verkenning Rotterdam 2013 HOOFDSTUK 2 Arbeidsmarkt pagina 34 Economische Verkenning Rotterdam 2013 HOOFDSTUK 2 Arbeidsmarkt pagina 35 Albeda College De verborgen economie van Rotterdam MBO stagiaires leveren bijdrage aan de economie van Rotterdam De beide Rotterdamse ROC s, Albeda College en Zadkine, leveren een forse bijdrage aan de economie van Rotterdam. Deze is niet altijd voor ieder zichtbaar. Naast alle geregistreerde arbeidsovereenkomsten, zetten jaarlijks meer dan 20.000 MBO studenten van het voltijds onderwijs zich met hun stage werkzaamheden in voor het Rotterdamse bedrijfsleven. FIGUUR 2.8 Overzicht aantal stageovereenkomsten Stadsregio Bron: Albeda College. Het stage aanbod van het Albeda College Het Albeda College, met ca. 22.000 studenten sterk verankerd in de stad en regio, beschouwt de beroepspraktijkvorming (bpv/stage) als de spil van het beroepsonderwijs. Dat vraagt een voortdurende wisselwerking tussen werken en leren, tussen bedrijf en school. Opleidingen investeren dan ook permanent in het opbouwen van duurzame relaties met bedrijven en instellingen gebaseerd op wederzijdse belangen. Dat uit zich in een intensieve begeleiding van de student op de werkvloer en afstemming tussen opleiding en bedrijf over onderwijsaanbod, inhoud en examinering. Figuur 2.7 Afgesloten stage-overeenkomsten in schooljaar 2011 2012 in Rotterdam, onderverdeeld in deelgemeenten Bron: Albeda College. 1.800 1.500 1.200 900 600 Bar gemeenten, 22% Lansingerland, 4% Voorne Putten, 17% IJsselgemeenten, 15% Waterweg Noord, 42% Waar komt de Rotterdamse burger de Albeda student op stage tegen? Om de onzichtbare economie binnen de stad Rotterdam zichtbaarder te maken als het gaat om het aanbod van stageplaatsen in het schooljaar 2011 2012 is er een analyse gemaakt van het aanbod binnen de deelgemeenten van Rotterdam. Een groot aantal stageplaatsen concentreert zich op de noordoever in de deelgemeenten Centrum en Delfshaven. In Rotterdam-Zuid vinden we het grootste aantal stageplaatsen in de deelgemeenten waar het Nationaal Programma Rotterdam Zuid (NPRZ) zich op richt te weten de deelgemeenten Feijenoord, IJsselmonde en Charlois. In totaal is ruim tweederde (68%) van het totale Rotterdamse stage aanbod te vinden in deze vijf deelgemeenten. Centrum Delfshaven Kralingen-Crooswijk Noord Overschie Hillegersberg-Schiebroek Prins Alexander Hoek van Holland Feijenoord IJsselmonde Charlois Hoogvliet Pernis Rozenburg Haven 300 0 Ter illustratie binnen welke branches de Rotterdams burgers de studenten kunnen aantreffen, de volgende twee figuren voor de Centrum en Delfshaven met 2.953 overeenkomsten en op Zuid de deelgemeenten Feijenoord, IJsselmonde en Charlois, met 4.840 overeenkomsten. stage-overeenkomsten Het afgelopen cursusjaar jaar tekende het Albeda College iets meer dan 22.500 stageovereenkomsten bij ruim 5.000 verschillende bedrijven en instellingen. In de gemeente Rotterdam zijn in het schooljaar 2011 2012 11.515 stage-overeenkomsten afgesloten. Met de bedrijven in de regiogemeenten zijn 5.843 overeenkomsten afgesloten, verdeeld over de stadsregio Waterweg Noord (42%), BAR gemeenten (22%), Voorne Putten (17%), IJsselgemeenten (15%) en Lansingerland (4%). Buiten de hiervoor genoemde stadsregio s zijn in het overige deel van Nederland 5.059 stage-overeenkomsten afgesloten, waarvan het merendeel in de provincies Zuid-Holland en Zeeland. Buiten Nederland zijn met bedrijven in ongeveer 25 landen 148 stageovereenkomsten afgesloten, waarvan 110 (75%) in Europa.

Economische Verkenning Rotterdam 2013 HOOFDSTUK 2 Arbeidsmarkt pagina 36 Economische Verkenning Rotterdam 2013 HOOFDSTUK 2 Arbeidsmarkt pagina 37 FIGUUR 2.9 Overzicht stageovereenkomsten deelgemeenten Centrum en Delfshaven, naar sector Bron: Albeda College. Baanallocatie van laagopgeleiden 6 In Rotterdam is het aandeel laagopgeleiden fors afgenomen. Van de potentiële beroepsbevolking is volgens opgave van het CBS in 2011 een kleine 37% laagopgeleid tegenover 49% in 1996. De gemeente volgt daarmee de landelijke trend. De afname is een gevolg van jarenlange investeringen in het onderwijs, de introductie van de startkwalificatie en het voorkomen van voortijdig schooluitval. Tegenover de daling van het aandeel laagopgeleiden staat een forse stijging van het aandeel hoogopgeleiden. Aan de vraagkant polariseert de arbeidsmarkt. Aan het ene uiterste is er een lichte stijging van het aandeel elementaire beroepen met 0,6% in de periode 1996 2011. Aan het andere uiterste is er een stijging van het aandeel van hoge en wetenschappelijke beroepen, van 29% in 1996 tot ruim 33% in 2011. De verschuiving in de beroepenstructuur gaat ten koste van de lagere en middelbare beroepen waarvan het gezamenlijke aandeel daalt van 62% in 1996 naar 57% in 2011. FIGUUR 2.10 techniek, 3% aka, 5% zakelijk, 49% lifestyle, 9% zorg en welzijn, 34% Overzicht stageovereenkomsten deelgemeenten Feijenoord en Charlois, naar sector Bron: Albeda College. techniek, 8% aka, 4% zakelijk, 30% lifestyle, 10% zorg en welzijn, 48% Door ontwikkelingen aan de vraag- en aanbodzijde van de arbeidsmarkt is er veelvuldig sprake van mismatch op de arbeidsmarkt. Werknemers vervullen niet altijd taken op het voor hen geldende kwalificatieniveau en zijn dus dikwijls over- of juist ondergekwalificeerd voor de baan in kwestie. De onderstaande tabel laat zien dat in Rotterdam zeven op de tien laag opgeleiden goed gematcht is, vergelijkbaar met het landelijke gemiddelde. Daarentegen lijkt overkwalificatie iets meer en onderkwalificatie iets minder voor te komen. Tabel 2.3 Baanallocatie van laagopgeleiden, periode 1995 2006 Bron: Edzes et al., 2012. postcodegebied overgekwalificeerd gematcht ondergekwalificeerd 30 Rotterdam 21,9% (n = 1.626) 68,7% (n = 5.088) 9,4% (n = 695) 31 Rotterdam 14,1% (n = 546) 76,3% (n = 2.955) 9,6% (n = 372) 56 Eindhoven 17,9% (n = 624) 71,1% (n = 2482) 11,0% (n = 384) 57 Helmond 23,1% (n = 550) 63,1% (n = 1.502) 13,9% (n = 330) 64 Heerlen 44,9% (n = 1.165) 49,9% (n = 1.294) 5,2% (n = 135) 77 Emmen 24,9% (n = 422) 65,6% (n = 1.112) 9,4% (n = 160) 78 Emmen 22,0% (n = 239) 67,0% (n = 728) 11,0% (n = 119) ToTaal Nederland 20,2% (n = 38.092) 66,6% (n = 125.285) 13,2% (n = 24.743) Er bestaan verschillende manieren om baanallocatie te meten. In deze tabel is voor de statistische maat gekozen, d.w.z. dat een match wordt gedefinieerd als het gemiddelde beroepsniveau per opleidingsniveau. Wat daarvan afwijkt kan worden opgevat als onder- dan wel overkwalificatie. Voor een toelichting, zie: Edzes et al., 2012. Overkwalificatie is het vermoedelijke gevolg van verdringing door hoger opgeleiden op de arbeidsmarkt. Onderkwalificatie komt vooral voor in kleinere bedrijven met veel hogere en wetenschappelijke banen. De uitkomsten bevestigen de notie dat de gevolgde opleiding niet gelijk is aan de kansen die een persoon heeft op het bereiken van goede economische posities op de arbeidsmarkt. De resultaten bevestigen ook dat het bedrijf in veel sterkere mate dan de regio het terrein is waar leermogelijkheden voor laagopgeleiden bepaald worden. Dr. A.J.E. (Arjen) Edzes Research associate Rijksuniversiteit Groningen 6. Edzes, A.J.E., L. Broersma, M. Hamersma en J. van Dijk (2012). Economische stijging laagopgeleiden: eindrapportage. Den Haag: NICIS/Platform31; Venhorst, V.A., A.J.E. Edzes, L. Broersma & J. van Dijk (2011). Brain drain of brain gain? Hoger opgeleiden in grote steden in Nederland. Den Haag: NICIS Institute.

Economische Verkenning Rotterdam 2013 HOOFDSTUK 2 Arbeidsmarkt pagina 38 Economische Verkenning Rotterdam 2013 HOOFDSTUK 2 Arbeidsmarkt pagina 39 Ruim één miljoen internationale baanzoekers noemen Rotterdam als favoriete stad om in te werken Voor ruim één miljoen internationale baanzoekers is Rotterdam een favoriete stad om naartoe te verhuizen voor werk. Daarmee neemt Rotterdam de 96ste plek in binnen de rangordering van steden waar internationale baanzoekers graag willen werken. Londen staat 1ste en Amsterdam staat op de 23ste plek. Vooral hoogopgeleiden met ten minste een Bachelor-diploma uit Oost- en Zuid-Europa zijn bereid het eigen land te verlaten om te werken in Rotterdam. Zij hebben affiniteit met de handel en industrie of willen graag in deze branches werkzaam zijn. De start van een internationale carrière is een belangrijk motief om voor Rotterdam te kiezen. Kansen voor Rotterdam om zich als een internationale hub en toegangspoort tot Europa te profileren op de internationale arbeidsmarkt. Dit blijkt uit analyses op basis van de Global Talent Mobility Survey, een groot onderzoek onder 162.495 personen naar mobiliteitsvormen en arbeidsmotieven op de wereldwijde arbeidsmarkt. Start van een internationale carrière Een internationale carrière beginnen is onder deze baanzoekers met een voorkeur voor Rotterdam, bijna tweemaal zo belangrijk dan voor het gemiddelde wereldwijd (global average). Andere motieven om naar Rotterdam te komen, zijn een slechte economische situatie in het eigen land en de zoektocht naar betere leef- en werkomstandigheden. De aanwezigheid van familie (in de regio) speelt een bescheiden rol, maar is belangrijker voor internationale baanzoekers die in Rotterdam willen werken dan voor het gemiddelde wereldwijd (zie figuur 2.11). Figuur 2.11 Belangrijkste motieven voor internationale baanzoekers om in Rotterdam te werken, afgezet tegen het gemiddelde wereldwijd Manhattan on the Maas De aanwezigheid van een slechte economische situatie in het eigen land en het verlangen naar familie zijn moeilijk te beïnvloeden. Rotterdamse werkgevers en beleidsmakers kunnen er wel aan bijdragen Rotterdam te profileren als een internationale hub waar baanzoekers vanuit alle uithoeken van de wereld een (door)start van hun internationale carrière kunnen maken. Dit vraagt om een unieke en onderscheidende positionering op de internationale arbeidsmarkt (city value proposition). De start van een internationale carrière als belangrijkste motief en de affiniteit met handel en industrie kunnen hiervoor als belangrijke ingrediënten worden gebruikt. Een duidelijke positionering als stad zorgt ervoor dat internationaal hoogopgeleid talent zich aangetrokken blijft voelen tot de stad Rotterdam en deze stad de voorkeur geniet om naartoe te verhuizen voor werk. Bovendien heeft een actieve positionering op de internationale arbeidsmarkt een aanzuigende werking op de komst van internationale werkgevers naar de stad en derhalve op de internationale bedrijvigheid en ondernemersgeest binnen de regio. In de hoedanigheid van grootste zeehaven van Europa, vierde in de wereld en de aanwezigheid van twee van de vier meest favoriete Nederlandse werkgevers Shell en Unilever zijn de kansen groot om met behulp van een unieke en authentieke propositie Rotterdam steviger te verankeren op de wereldkaart. Met recht kan Rotterdam dan ook Manhattan on the Maas worden genoemd. Strategische samenwerking Als gebieden met veel (internationale) bedrijvigheid kunnen Antwerpen en Amsterdam het internationale karakter van Rotterdam als stad met een belangrijke zeehaven versterken en de aantrekkelijkheid van Rotterdam dat centraal gelegen is tussen deze beide steden vergroten. Daarmee zorgt Rotterdam dat het niet alleen een internationaal concurrerende regio en een zeehavengebied van wereldformaat is, maar ook blijft in de (nabije) toekomst. Niet alleen voor internationale baanzoekers, maar ook voor multinationals. Bron: Global Talent Mobility Survey bewerking Intelligence group. better climate partner already works abroad (relationship) already have family abroad making change in the world start up a new life learn a new language acquiring work experience better career opportunities 70% to have a better standard of living 60% 50% starting an international career 40% 30% 20% opportunity to broaden experience 10% 0% get to know different cultures challenging oneself meet new people/build a new network bad economic situation in own country Het belang van expatregelingen Internationale baanzoekers met een voorkeur voor Rotterdam vragen van werkgevers informatie over de levensstandaard, de voorzieningen en de huisvestingsmogelijkheden in de regio. Meer dan het gemiddelde wereldwijd, is talent dat in Rotterdam wil werken op zoek naar contactinformatie van andere buitenlandse werknemers en wil het toegang hebben tot online communities. Dit onderstreept het belang voor werkgevers in Rotterdam om een aparte sectie op de website te reserveren voor buitenlandse werknemers en hen informatie te verschaffen over de stad Rotterdam en lokale voorzieningen. Via social media kanalen is het belangrijk expat communities te faciliteren en expats in en buiten Rotterdam met elkaar in contact te brengen zodat buitenlandse werknemers ervaringen kunnen delen en een sociaal leven op kunnen bouwen in en nabij de stad Rotterdam. Over the Global Talent Mobility Survey The Global Talent Mobility Survey, kortweg de GTMS, is een groot internationaal onderzoek naar mobiliteit en arbeidsmotieven op de wereldwijde arbeidsmarkt. In 2011 is de GTMS voor de derde keer op rij uitgevoerd door de Intelligence Group in samenwerking met The Network. Het onderzoek is in 66 verschillende landen uitgevoerd binnen Europa, Noord-Amerika, Zuid-Amerika, Azië, Australië en Afrika. Conny Roobol, MSc. International labor market analyst Intelligence Group! conny@intelligence-group.nl potential average Rotterdam global average