Aan algemeen bestuur 2 oktober 2013 INGEKOMENN STUK Documentnummer 551131 Projectnummer Portefeuillehouder J. Verhoef en D. Veldhuizen Programma Voldoende en schoon water Afdeling Beheer Watersysteem en Planvorming Bijlage(n) - 1. Voorstel van d&h Aan het algemeen bestuur wordt gevraagd kennis te nemen van het voorstel pilot blauwe diensten. Het college van dijkgraaf en heemraden heeft in de vergadering van 18 juni 2013 de nota pilot blauwe diensten vastgesteld en ingestemd met het voorstel om blauwe diensten op de beproefde wijze niet in te zetten als instrument. Als alternatief op blauwe diensten is besloten de participatiemogelijkheden met gebiedscollectieven te onderzoeken. Deze aanpak past bij nieuw nationaal beleid waarin verenigingen van agrariërs worden benaderd in plaats van individuele agrariërs. 2. Bestuurlijkee aanleiding en vraag Achtergrond De provincie Gelderland heeft de Gelderse waterschappen gevraagd om de gebiedsopgaven deels op te pakken met behulp van het instrument blauwe diensten. Op basis van een voorstudie in 2008-2009 is aan de waterschappen voorgesteld om pilots te starten. Waterschap Veluwe heeft ingestemd met dit verzoek en heeft een pilot blauwe diensten uitgevoerd. Vanuit deze pilot krijgen agrariërs en particuliere eigenaren een financiële vergoeding van het waterschap voor het uitvoeren van diensten die bijdragen aan een betere waterkwaliteit en een betere ecologische inrichting van wateren. Hiervoor zijn vier diensten uitgewerkt. Het gaat om beheer van bufferranden, het verwerken van maaisel en het aanleggen en/of onderhouden van natuurvriendelijke oevers.
Pagina 2 van 6 Waterschap Vallei en Eem besloot destijds niet op het verzoek van de provincie in te gaan, maar heeft wel onderhoudsovereenkomsten met derden afgesloten. Een onderhoudsovereenkomst is in feite ook een blauwe dienst, waarbij de te vergoeden activiteiten niet in een dienst zijn ondergebracht, maar in overeenkomsten met wisselende samenstelling van activiteiten. Doelstelling Belangrijkste doelstelling is het betrekken van de ingelanden bij het realiseren van waterschapsdoelen. Hierbij ligt de nadruk op waterkwaliteitsdoelstellingen en het ecologisch inrichten van wateren. Daarnaast beoogt de pilot om inzicht te verkrijgen in de benodigde organisatorische aanpak en capaciteit. 3. Resultaten pilot Onderstaande tabel is een overzicht van de resultaten ten opzichte van de verwachtingen bij aanvang van de pilot. Totaal zijn 17 overeenkomsten afgesloten. Blauwe dienst De inrichting van natuurvriendelijke en natuurlijke oevers Het ecologisch beheer van natuurvriendelijke en natuurlijke oevers Zoekgebied Verwachte Contract Verwachte Werkelijke Werkelijke (km) Deelname Duur (jaar) Omvang deelname omvang (meter) ( incl. BTW) (meter) ( incl. BTW) 572 6000 12 131.447,40 1550 86.545,75 572 6000 12 13.708,80 3049,8 28.943,57 De afvoer en verwerking van maaisel 20 5000 6 11.424,00 0 0,00 De aanleg en het beheer van bufferranden 306 10000 6 36.652,00 1995 1.100,65 Totaal diensten 193.232,20 116.589,96 Het budget en de uitgaven van de post extra kosten is aan het einde van de pilot: begroting werkelijk verschil begroot ex btw incl 19% ex btw incl BTW incl BTW uitvoering (VC+PL) 50.000,00 59.500,00 63.060,00 65.447,75-5.947,75 opzet regeling 35.000,00 41.650,00 29.800,00 35.462,00 6.188,00 accountant 0,00 0,00 2.000,00 2.380,00-2.380,00 educatie 5.000,00 5.950,00 4.290,00 5.190,90 759,10 Monitoring 20.500,00 24.395,00 15.180,00 18.367,80 6.027,20 Totaal 110.500,00 131.495,00 114.330,00 126.848,45 4.646,55
Pagina 3 van 6 3.1. Belangrijkste conclusies - Het verlenen van blauwe diensten is geen doel op zich, het is een instrument om waterschapsdoelen op het gebied van waterkwaliteit en - kwantiteit met behulp van ingelanden te realiseren. - Blauwe diensten kunnen bijdragen aan een beter draagvlak bij ingelanden voor waterschap gerelateerde maatregelen. De ingelanden zijn uiteindelijk degenen die te maken krijgen met de realisatie van waterschapsdoelen, waardoor het belangrijk is deze af te stemmen met de dagelijkse praktijk van grondeigenaren en gebruikers. - Omdat de regeling nieuw is moest een behoorlijke inspanning worden geleverd om deelnemers te werven. De verwachting is dat na een periode van gewenning de deelnamebereidheid toeneemt. - Voor een pilot waren de watergangen c.q. gebieden die opengesteld waren te strikt. Zeker voor wat betreft de diensten Bufferranden en Maaiselverwerking is veel potentieel onder mogelijke deelnemers onbenut gebleven. - Naast de beperkingen in de opengestelde watergangen waren er ook financiële argumenten bij potentiële deelnemers om niet mee te doen. Dit speelde voornamelijk bij de dienst Bufferrand waterkwaliteit. De vergoeding was voor grotere ondernemers niet prikkelend genoeg om mee te doen, in relatie tot de inspanning die geleverd moet worden. Bij akkerland was voornamelijk het argument dat het initiële gewas (veelal mais) meer oplevert dan de rand. Dat is weliswaar per jaar verschillend, maar op het moment van werving wel de realiteit. - De interne uitvoeringsorganisatie is inzichtelijk, maar geconstateerd is dat ondanks de communicatie over het project, het draagvlak bij het waterschap niet groot is en blauwe diensten nog geen gemeengoed zijn. - De aanlegkosten van natuurvriendelijke oevers liggen, ondanks het berekenen op werkelijke aanlegkosten in de lijn van de kosten die het waterschap bij eigen projecten heeft gerealiseerd. In de pilot waren de gemiddelde aanlegkosten ongeveer 91,- per m1, de normatieve berekening van afdeling Projectrealisatie komt uit op ongeveer 105,- per m1. Hierbij moet nog rekening worden gehouden dat de projecten van het waterschap grootschaliger zijn dan de aanlegprojecten vanuit de diensten. - Het exploiteren van het instrument blauwe diensten (het beheer van de aangegane overeenkomsten) vraagt jaarlijks tijd en geld van de organisatie. Voorafgaand aan de jaarlijkse uitkering van de subsidie vindt een veldcontrole plaats. Na goedkeuring gaat de financiële afdeling over tot uitbetaling. De verwachting is dit jaarlijks 20 uur van de organisatie vraagt.
Pagina 4 van 6 3.2. Belangrijkste aanbevelingen - Leer als waterschap ook loslaten van verantwoordelijkheden. Indien borging in het gebied plaatsvindt en hiervoor een gebiedspartij verantwoordelijk gemaakt wordt, kan het waterschap meer een monitorende rol oppakken, in combinatie met bijvoorbeeld educatie. De diensten worden dan opgepakt vanuit het gebied, in plaats van dat het iets lijkt dat opgelegd wordt vanuit het waterschap. De rol van het waterschap verandert, maar is gericht op hetzelfde resultaat. - De tijd heeft de dienstensystematiek, waarmee in de pilot ervaring is opgedaan, enigszins ingehaald. Naast de huidige dienstensystematiek zijn er ontwikkelingen gaande die realisatie van beleidsopgaven middels een andere samenwerking met het gebied kunnen vormgeven: het nieuwe gemeenschappelijke landbouwbeleid (GLB) dat in 2015 van kracht wordt en het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer (DAW). 4. Ontwikkelingen In het nieuwe GLB wordt veel meer de nadruk gelegd op maatschappelijke diensten die de landbouw kan leveren. Dit biedt kansen voor het waterschap om de doelrealisatie op te pakken in samenwerking met de ingelanden. Het waterschap zal meer met het gebied aan tafel kunnen gaan om haar doelen bij het gebied neer te leggen, waarbij het gebied aan zet is om dit voor onder andere het waterschap te realiseren. Dit gaat lopen via gebiedscollectieven. Een belangrijke meerwaarde van een gebiedscollectief is dat de kennis van het gebied en de mensen in het gebied optimaal benut worden via korte lijnen. Dit maakt het mogelijk snel, flexibel en doeltreffend zaken te regelen. Aan de voorkant worden afspraken met het collectief (en dus het gebied) gemaakt, waarna het collectief de gehele verantwoordelijkheid draagt om deze afspraken te verzilveren en te contracteren. Participatie in het opstellen van de gebiedsaanvraag biedt het waterschap voordelen. Door de participatie kan het waterschap eigen doelen inbrengen, die ingebed kunnen worden in de totale gebiedsofferte (gemeenten en terreinbeherende organisaties kunnen ook participanten zijn). Het waterschap wordt op deze wijze veel organisatorische zaken uit handen genomen. Het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer (DAW) dat door LTO Nederland in samenwerking met het Ministerie van I&M is opgesteld biedt vergelijkbare kansen. Verschil met GLB is dat het GLB vastgesteld beleid is, terwijl de benoemde kansen in het DAW meer van vrijwillige aard zijn.
Pagina 5 van 6 5. Uitgangspunten / eerdere besluiten Het algemeen bestuur van Waterschap Veluwe heeft in haar vergadering van 25 november 2009 ingestemd met het verzoek van de Provincie Gelderland deel te nemen aan de pilot Blauwe diensten. In de vergadering van het algemeen bestuur van 1 maart 2011 heeft Waterschap Veluwe de Subsidieverordening Blauwe diensten Waterschap Veluwe 2011 vastgesteld. Hiermee hebben provincie en waterschap gezamenlijk en ieder voor de helft 325.000,-- beschikbaar gesteld voor de uitvoering van deze pilot. In de vergadering van het d&h van 12 juni 2012 is via een memo de voortgang van de pilot gerapporteerd. In de vergadering van het d&h van 2 april 2013 is voor de dienst aanleg van natuurvriendelijke oevers bruto 155.000 beschikbaar gesteld. De helft van dit bedrag is reeds gesubsidieerd door de provincie Gelderland. De andere helft is voor rekening van het waterschap. 6. Consequenties van de besluitvorming De besluitvorming heeft geen consequenties voor informatievoorziening, OR en communicatie. De besluitvorming heeft wel consequenties voor het bestuur en de organisatie. 6.1. Bestuurlijk/juridisch De ontwikkelingen in het Europese landbouwbeleid, met daarbij meegenomen het initiatief van het DAW, biedt goede kansen om waterschapsdoelen via andere mogelijkheden te laten realiseren. Het waterschap kan zich bij participatie in een gebiedscollectief op uitstekende wijze positioneren als gebiedspartner, hetgeen invulling geeft aan de wens van het waterschap om samenwerking aan te gaan met derden. Risico is dat in het werkgebied van het waterschap geen collectief wordt opgericht. Op dit moment is agrarisch natuurvereniging (ANV) Veluwe IJsselzoom zich aan het beraden om in die hoedanigheid aan de slag te gaan.
Pagina 6 van 6 Het besluit om nu te stoppen met blauwe diensten heeft geen gevolgen voor de lopende overeenkomsten. De in de pilot afgesloten overeenkomsten blijven, afhankelijk van de afgesloten dienst, 6 of 12 jaar geldig. Ook de afgesloten onderhoudsovereenkomsten die destijds door Waterschap Vallei en Eem zijn afgesloten blijven doorlopen. 6.2. Personeel en organisatie Bij goedkeuring van het voorstel moet onderzoek plaatsvinden en verder beleid ontwikkeld worden over de participatie in gebiedscollectieven. 7. Ondertekening dijkgraaf en heemraden, mr. G.P. Dalhuisen secretaris drs. T. Klip-Martin dijkgraaf 8. Besluit Bestuur