Buitenlandbeleid: van Delfland naar buitenland (en weer terug) Delfland. Kenmerk VV : Vergaderdatum : 5 juni 2014

Transcriptie

1 Buitenlandbeleid: van naar buitenland (en weer terug) Hoogheemraadschap van Kenmerk VV : Vergaderdatum : 5 juni 2014 Beleidsveld : Instrumenten Agendapunt : B.20 De Verenigde Vergadering van, op voordracht van dijkgraaf en hoogheemraden van 29 april 2014, kenmerk 34851; gelezen het positieve advies van de commissie Bestuur, Organisatie en Bedrijfsvoering; overwegende dat: Inzet bij projecten en activiteiten in het buitenland niet alleen een maatschappelijke verantwoordelijkheid van is, het helpt ook om de eigen kennis van het waterbeheer te versterken; Gelet op: artikel 84 van de Waterschapswet Besluit: het buitenlandbeleid Van naar buitenland (en weer terug)' vast te stellen Aldus besloten in de openbare vergadering van 5 juni 2014 De Verenigde Vergadering voornoemd, de Secretaris, de Voorzitter, plv mr. drs. P.I.M. van den Wijngaart mr. A.W. Bom - Lemstra

2 Buitenlandbeleid: van naar buitenland (en weer terug) Hoogheemraadschap van Kenmerk VV : Beleidsveld : Instrumenten Vergaderdatum : 5 juni 2014 Agendapunt : B.20 De Verenigde Vergadering van, op voordracht van dijkgraaf en hoogheemraden van 29 april 2014, kenmerk 34851; gelezen het positieve advies van de commissie Bestuur, Organisatie en Bedrijfsvoering; overwegende dat: Inzet bij projecten en activiteiten in het buitenland niet alleen een maatschappelijke verantwoordelijkheid van is, het helpt ook om de eigen kennis van het waterbeheer te versterken; Gelet op: artikel 84 van de Waterschapswet Besluit: het buitenlandbeleid Van naar buitenland (en weer terug)' vast te stellen Aldus besloten in de openbare vergadering van 5 juni 2014 De Verenigde Vergadering voornoemd, de Secretaris, de Voorzitter, plv mr. drs. P.I.M. van den Wijngaart mr. A.W. Bom - Lemstra

3 Hoogheemraadschap van Buitenlandbeleid: van naar buitenland (en weer terug) 1. Probleemstelling - context heeft met betrekking tot buitenlandse activiteiten een terughoudende positie aangenomen. Afgesproken is om geen zelfstandige activiteiten op het gebied van ontwikkelingslanden te entameren maar aan te sluiten bij partijen binnen ons werkgebied die een beroep doen op. Sinds deze beleidslijn ruim 10 jaar geleden is afgesproken, is er behoefte ontstaan om te bekijken of aanpassing gewenst is inzake de beleidslijn zoals vastgesteld. De gekozen beleidslijn is nog van toepassing, maar met name op het gebied van governance wordt er steeds meer een beroep gedaan op. Het rapport Rembrandt water vraagt daarnaast om een standpunt te bepalen over onze internationale werkzaamheden. De Verenigde Vergadering heeft ook belangstelling getoond voor de buitenlandactiviteiten, en omdat er meer verzoeken voor een inzet in het buitenland in het verschiet liggen, wordt in deze notitie het beleid voor de komende jaren geformuleerd. 2. Beoogd effect Aan het bestuur en de organisatie van duidelijkheid verschaffen over de aard, omvang en werkwijze bij projecten en activiteiten in het buitenland van. 3. Kernboodschap Inzet bij projecten en activiteiten in het buitenland is niet alleen een bijdrage aan de maatschappelijke verantwoordelijkheid van als waterschap, het helpt ook om de eigen kennis van het waterbeheer te versterken; Kennis en ervaring binnen wordt gedeeld met het buitenland en op deze wijze verrijkt zelf ook zijn kennis en ervaring. 4. Historie - eerdere besluitvorming Op 16 mei 2006 (DMS-kenmerk ) heeft het college een eerste aanzet voor het buitenlandbeleid gegeven op basis van de toenmalige Unie nota 'Geen brug te ver'. Op 3 juli 2008 (DMS-kenmerk ) is de voortgang van het buitenlandbeleid aan de VV gestuurd. Op 20 december 2011 heeft het college ingestemd met het verzoek van de Unie om aan het landencoördinator Indonesië invulling te geven en de samenwerking aan te gaan in de Jakarta delta (DMS-kenmerk ). Op 30 oktober 2012 heeft het college ingestemd met voorgenomen samenwerking tussen het Ministerie van I&M, en het South Florida Water Management District (DMS-kenmerk ).

4 Op 11 december 2012 heeft het college ingestemd met de voorbereiding en uitvoering van een verkenningsmissie naar Indonesië ten einde invulling te kunnen geven aan het landencoördinatorschap Indonesië van (DMS-kenmerk ). Op 11 juni 2013 heeft het college ingestemd met het versturen van een brief aan de VV (DMS-kenmerk ) inzake de buitenlandse samenwerking (DMS-kenmerk ). 5. Regelgeving en Beleid Het wettelijk kader voor de taken van als waterschap - waarmee de ruimte voor activiteiten in het buitenland wordt afgebakend - zijn specifiek en limitatief geregeld bij de Grondwet, Waterschapswet en provinciale verordening. 6. Financiën Op basis van de 4 bestaande buitenlandactiviteiten wordt de totale jaarlijkse inzet ingeschat op circa 1 FTE (uit diverse teams) met daarnaast ongeveer aan out-of-pocket kosten (t.b.v. stagevergoedingen buitenlandse studenten en reis- en verblijfkosten in het buitenland. De kosten worden gedekt vanuit het bestaande exploitatiebudget. In de kadernota en de begroting wordt een inschatting gemaakt van evt extra kosten, formatie en risico's. Zo kan op tijd ruimte ingepland worden voor eventuele nieuwe projecten. 7. Duurzaamheid Het voorgestelde buitenlandbeleid sluit aan op de millenniumdoelstellingen van de Verenigde Naties en draagt op deze wijze bij aan duurzaamheid. 8. Organisatorische en personele consequenties 9. OR/GO 10. Risico- en beheersmaatregelen Gezien de aard en omvang van de voorgestelde buitenlandactiviteiten zijn de risico's voor verwaarloosbaar 11. Communicatie (in- en extern) 12. Bekendmaking en vervolgprocedure Na behandeling in het college zal het voorgestelde buitenlandbeleid ter goedkeuring aan de VV worden voorgelegd. De keus voor de activiteiten vallen zullen binnen de hierboven geschetste kaders moeten blijven. Het college zal de VV op de geëigende manieren op de hoogte houden van de buitenland activiteiten.

5 13. Bevoegd orgaan College van dijkgraaf en hoogheemraden is bevoegd op grond van artikel 84 Waterschapswet, dat bepaalt dat het dagelijks bestuur is belast met de dagelijkse aangelegenheden van het waterschap. Het College van D&H is op grond van artikel 84 lid 2 Waterschapswet bevoegd besluiten van de VV voor te bereiden. De dijkgraaf is op grond van artikel 95 Waterschapswet bevoegd om in en buiten rechte te vertegenwoordigen. 14. Toelichting In de bijlage worden de kaders van het buitenlandbeleid van weergegeven. 15. Bijlagen 1. Van naar buitenland (en weer terug)