Een mallet finger, baseball finger, drop finger of in

Vergelijkbare documenten
ditverband Repositie van enkelfracturen Stress fractuur van de laterale malleolus De gipskamer eind 20ste eeuw De malletvinger Verleden

Fracturen en luxaties hand

Hand en Polscentrum Delft

HAND EN POLS. CFM Welters Regiomaatschap Plastische Reconstructieve en Handchirugie

Afdeling Handchirurgie

UNIVERSITAIR MEDISCH CENTRUM GRONINGEN

Afdeling Handchirurgie

Afdeling Handchirurgie

De hand en pols Sport en peesletsels Gertjan Schmitz

HANDTHERAPEUTISCHE NABEHANDELING R.J.WINS FYSIO/HANDTHERAPEUT

Afdeling Handchirurgie

PROEVE VAN BEKWAAMHEID ORTHOPAEDISCHE STANDAARD BEHANDELING (OSB) Metacarpale fractuur

Behandeling van een trigger finger. Loes van Boxmeer & Emma Wassenaar

Luxaties van schouder elleboog en vingers. Compagnonscursus 2012

DE INTRINSIEKE MUSCULATUUR VAN DE HAND: ANATOMIE EN FUNCTIE

Artrose in de hand en pols (N)iets aan te doen?

Afdeling Handchirurgie

UCL letsel ANATOMIE. A.MP in extensie = test van ACL B.MP in flexie = test van PCL. Ulnair Collateraal Ligament

Fractuur van een os hamatum en een os metacarpale

Fracturen van de hand. Mark de Vries Kim Wilhelm

Handchirurgische technieken

Weke delen trauma s vingers en duim

Anatomy MP joint. Anatomie MP. Rotatie van MP. Anatomy PIP joint

Afdeling Handchirurgie

De skiduim. Mandhkani Mahajan en Steven J. Rhemrev

Richtlijnen CMC - I artrose behandeling Versie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation

Afdeling Handchirurgie

Orthopedische casuïstiek

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Indeling zones: De oneven zones liggen thv de gewrichten: Zone 1 = DIP (Mallet) zone 3 = PIP (Boutonniere) zone 5 = MCP zone 7 = pols

Posterolaterale hoek letsels

Ribfixatie bij fladderthorax Vaker doen? Vera Linssen, AIOS anesthesiologie 5 november 2015

De ziekte van Dupuytren en de anatomie van de hand

RKZ Afdeling Handchirurgie. Malletfinger. informatie voor patiënten.

Mallet finger. Behandeling door de plastisch chirurg

Handtherapeutische behandelrichtlijn na extensorpeesletsel zone 5-6-7

Handleiding: Inclusiecriteria 1 Preoperatieve handelingen 1 Peroperatieve handelingen 2 Postoperatieve handelingen 3 Follow up 3 Appendix 4

Happy New Year Vanwege het OCT!

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Enkelinstabiliteit. Wat is de oorzaak van enkelinstabiliteit? Wat zijn de klachten? Hoe stelt de arts de diagnose?

Nascholing 9 november 2015

MCP totaalgewricht. Geef de kleine genoegens van het leven niet op!

Afdeling Handchirurgie

Richtlijnen nabehandeling flexorpeesletsel na chirurgisch herstel met 2-strand hechting Versie

Tabel 1. Gemiddelde periode vanaf het vaststellen van de diagnose tot de operatie met RegJoint in klinische onderzoeken

Richtlijnen nabehandeling ganglion extirpatie Versie 1.2 juli 2013

Fixatie van traumatische sternumfracturen, casuïstiek en bespreking van de literatuur: Railroading the sternum

Maatschap plastische chirurgie JBZ Pascal Brouha Ewald Dumont Ralph Franken Roland Hermens Brigitte van der Heijden

m 2 POls Hand elleboog p O ls Han D elleb OO g Aqtor! 40 > Health Supplies

Afdeling Handchirurgie

Behandeling thoraxtrauma in het ziekenhuis. Pieter Hoogland AIOS chirurgie

Behandeling van osteoporotische polsfracturen

Artrose van de hand en pols

Handtherapeutisch behandelrichtlijn na tenolyse van flexor- en/of extensorpees UNIVERSITAIR MEDISCH CENTRUM GRONINGEN

Schouderprothese. De schouder

STABILISERENDE OPERATIE VAN DE KNIESCHIJF BIJ VOORSTE KNIE PIJN EN INSTABILITEIT

Orthopedie. Polsprothese

CMC totaalgewricht. Geef de kleine genoegens van het leven niet op!

Vinger arthrosis. Apeldoorn. Online afspraak? Wat is arthrose? Hoe behandelen we arthrose van het PIP-gewricht? maken / wijzigen.

PATIËNTEN INFORMATIE. Hallux rigidus. (artrose grote teen)

Hand en pols artrose. Orthopedie

Orthopedie. CMC 1 prothese/ Duimbasis prothese

** Flexie van de pols wordt ook wel palmairflexie genoemd, extensie van de pols wordt ook dorsaal flexie of dorsaal extensie genoemd.

Orthopedie PIP totaalgewricht. Geef de kleine genoegens van het leven niet op!

Hand en pols artrose. Orthopedie. alle aandacht

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Vinger arthrosis. Apeldoorn. Online afspraak? Wat is arthrose? Hoe behandelen we arthrose van het PIP-gewricht? maken / wijzigen

Afdeling Handchirurgie

Tenniselleboog (Epicondylitis Lateralis)

Is direct belasten mogelijk?

Gebroken pols bij volwassenen en kinderen

John Hermans. Imaging of the distal tibiofibular syndesmosis: anatomy in relation to radiological diagnosis

Handtherapeutische behandelrichtlijn van de reumatische duim UNIVERSITAIR MEDISCH CENTRUM GRONINGEN

Nascholing Traumachirurgie 2015 Workshop Onderzoek van de pols en hand. Donderdag 22 januari 2015

Handtherapeutische behandelrichtlijn na flexorpeesletsel zone 3 UNIVERSITAIR MEDISCH CENTRUM GRONINGEN

De ziekte van Dupuytren

Beeldvorming bij sportletsels van de knie

WORKSHOP INJECTIES IN DE POLS EN HAND DOOR DE PLASTISCH CHIRURGEN VAN HET MARTINI ZIEKENHUIS

3. Behandeling Een patellafractuur kan zowel operatief als niet-operatief behandeld worden.

Hallux valgus (scheefstand grote teen) Wat is een hallux valgus? Gevolgen van een hallux valgus. Bunion. Voorvoetpijn

CHAPTER 8. Samenvatting

Chapter 11. Nederlandse samenvatting

(1) Naam en Geb. datum (2) Type trauma scherp crush - avulsie - moderate crush - severe crush

We gaan een quiz doen met vijf vragen. 5 vragen = een volledige hand.

Voorspellende factoren voor terugkeer naar werk en arbeidsongeschiktheid na behandeling voor colorectaal carcinoom

TRAUMATISCH PANCREASLETSEL

Presentatie hand- en polsklachten. 29 september 2018 NGS Kennisdag

Distale Radius Fracturen

Handtherapie na operatie ivm van CMC I-artrose

Belangenverstrengeling. Inhoud. Bekkenbodem (1) Bekkenbodem (2) Achtergrondinformatie prolaps. Wat willen vrouwen? Wat doen gynaecologen?

Bij u is artrose in uw hand vastgesteld. Wat is artrose? En is er een behandeling mogelijk? Dat en meer leest u in deze folder.

BEHANDELING VAN FRACTUREN

Walking with Knee Osteoarthritis 2012

Hands On Care ARTROSE VINGERS

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

De bedrijfs- verzekerings arts en de HAGA Handen Kliniek

Richtlijnen handtherapie na trapeziectomie + slingstabilisatie

Transcriptie:

Stand van zaken De malletvinger: opereren versus spalken Navin Gurnani, Jochem Hoogendoorn en Steven Rhemrev De malletvinger is een veel voorkomend letsel, maar over de beste behandeling bestaat nog altijd discussie. Een malletvinger zou geopereerd moeten worden bij een fractuur van meer dan 1/3 van de gewrichtsoppervlakte of bij volaire subluxatie, omdat anders blijvende instabiliteit van de fractuur en functieverlies dreigt. Wij denken echter dat een groot deel van de malletvingers even goed conservatief kan worden behandeld. Bij beschouwing van relevante literatuur uit PubMed blijkt dat bijna alle malletletsels conservatief behandeld kunnen worden met een spalk, zonder significant verschil in functie, standsafwijking of pijn in vergelijking met operatieve behandeling. Er is geen significant verschil in complicaties tussen spalken of een operatie, maar de complicaties bij een operatie kunnen wel veel serieuzer zijn. In weerwil van de huidige indicatiestelling, moet men terughoudend zijn met operatief ingrijpen bij een malletvinger. Medisch Centrum Haaglanden, afd. Orthopedie, Den Haag. Drs. N. Gurnani, arts-assistent orthopedie; dr. J. Hoogendoorn en dr. S. Rhemrev, traumachirurgen. Contactpersoon: N. Gurnani (navingurnani@gmail.com). Een mallet finger, baseball finger, drop finger of in het Nederlands ook wel hamervinger, is een letsel van de extensorpees ter hoogte van het distale interfalangeale (DIP-)gewricht of een ossaal letsel van het distale falanx. 1-3 Het letsel ontstaat meestal door een trauma bij fysiek zwaar werk of bij sporten. 1-4 De meest aangedane vingers zijn, in volgorde van incidentie, de wijsvinger, ringvinger en pink van de dominante hand. Een malletvinger, zoals we het hier verder noemen, komt vooral voor bij jonge mannen en mannen van middelbare leeftijd of oudere vrouwen. 1 Hoewel het vaak wordt gezien als een relatief klein letsel, nemen patiënten met een malletvinger toch gemiddeld 6 weken vrij van hun werk en duurt het herstel gemiddeld 3 maanden. 4 Een onbehandelde of onjuist behandelde malletvinger kan voor blijvende dysfunctie in het distale interfalangeale gewricht zorgen. Uiteindelijk kunnen hierdoor een extensie- en flexiebeperking, pijn en een deformiteit ontstaan. Wij beschrijven hier de anatomie, pathofysiologie en behandeladviezen van de malletvinger. Daarvoor zochten wij in PubMed naar patiëntenseries over de behandeling van de malletvinger. Met de zoektermen Mallet finger, Mallet fracture en Mallet fractures vonden wij 226 studies in de periode 1980-2013. 32 studies betroffen patiëntenseries over de conservatieve of operatieve behandeling van de malletvinger. Artikelen met een patiëntenaantal groter dan 20 werden beoordeeld door 3 auteurs op relevantie en op de methodologische kwaliteit, waarna 29 NED TIJDSCHR GENEESKD. 2014;158: A6941 1

artikelen overbleven. Hiernaast zijn 3 reviewartikelen gebruikt waaronder een Cochrane-review. Anatomie De functionele anatomie van de vinger wordt gevormd door een evenwichtig systeem dat bestaat uit de extrinsieke en de intrinsieke pezen en spieren. 1 De extrinsieke extensorpees ontspringt uit de proximale onderarm en loopt in de vinger over de dorsale zijde van het metacarpofalangeale (MCP)- gewricht naar de midfalanx en de distale falanx. Bij het MCP-gewricht loopt de extensorpees onder de sagittale band door, waardoor er een indirecte verbinding met de proximale falanx ontstaat (figuur 1). Net proximaal van het proximale interfalangeale (PIP-) gewricht splitst de pees in drieën. De insertie van het middelste deel van de extensorpees (centrale tractus) zit aan de dorsale zijde aan de basis van de midfalanx. Deze centrale tractus dient voor extensie in het PIP-gewricht. De interossale en lumbricale spieren zijn de intrinsieke a b distale falanx DIP-gewricht midfalanx PIP-gewricht proximale falanx extensor pees lig. retinaculare transversum sagittale band centrale tractus laterale tractus collaterale band proximale falanx pezen van intrinsieke handspieren midfalanx terminale extensorpees ligamentum triangulare laterale tractus centrale tractus sagittale band extensorpees intrinsieke handspieren terminale extensorpees lig. retinaculare oblique distale falanx FIGUUR 1 Anatomie van de pezen en ligamenten van de vinger (a) dorsaal en (b) lateraal. spieren van de extensorpees. Deze spier-peesunits vormen een collaterale band aan de mediale en laterale zijde van de vinger. De collaterale banden vormen ter hoogte van de midfalanx samen met de laterale tractus van de extensorpees de laterale banden van de terminale extensorpees. Deze 2 laterale banden convergeren dorsaal en hechten zich aan de dorsale lip van de distale falanx. Bij contractie treedt er extensie in het DIP-gewricht op. De ligamenten van het extensorapparaat stabiliseren de extensorpees en coördineren de bewegingen. Het ligamentum triangulare bestaat uit een dun laagje bindweefsel dat op de midfalanx beide laterale banden van de extensorpees bij elkaar houdt, waardoor deze niet naar volair disloceren bij flexie in het PIP-gewricht. De ligamenten retinaculare transversi ontspringen aan beide kanten van de volaire plaat in het PIP-gewricht en zijn verbonden met de laterale band. Deze ligamenten stabiliseren en beperken de dorsale migratie van de laterale banden in het PIP-gewricht bij extensie. Het ligamentum retinaculare oblique ontspringt uit de flexorpeesschede bij de midfalanx en hecht zich aan de basis van de distale falanx met de laterale banden. Dit ligament zorgt voor de coördinatie van flexie en extensie van de vinger. Pathofysiologie Normaliter zijn de flexie- en extensiekrachten in elk interfalangeale (IP)-gewricht in balans. In het DIPgewricht is er balans tussen de M. flexor digitorum profundus en de terminale extensorpees; op het niveau van het PIP-gewricht houden de M. flexor digitorum profundus en superficialis en de laterale banden en de centrale tractus van het extensorapparaat elkaar in evenwicht. Een flexie- of extensiebeperking in het ene IP-gewricht kan ook functieverlies en deformiteit veroorzaken in het naast gelegen IP-gewricht. 1,2 Bij een geforceerde flexie van de vingertop, bijvoorbeeld door stoten of bij balsporten, kan een malletvinger ontstaan. Dit is het gevolg van het uitrekken of een ruptuur van de extensorpees, of van een avulsiefractuur van de distale falanx bij de aanhechting van de pees. 1-4 Dit verstoort het evenwicht tussen de flexie- en extensiekrachten in de vinger. De verbreking van de terminale extensorpees zorgt voor migratie van de extensiekrachten naar proximaal, waardoor in het PIP-gewricht de extensiekracht toeneemt. Deze dysbalans kan uiteindelijk leiden tot een hyperextensie in het PIP-gewricht met een extensiebeperking in het DIP-gewricht, een zogenoemde Swan-neck-deformiteit of zwanenhalsvervorming. 1,2 Classificatie Met een röntgenfoto is het mogelijk om onderscheid te maken tussen een ossale of tendinogene malletvinger. Als de oorzaak ossaal is, kan de grootte en verplaatsing 2 NED TIJDSCHR GENEESKD. 2014;158: A6941

C B B fragmentgrootte = A+B TABEL 2 Classificatie van malletfracturen volgens de criteria van Wehbe en Schneider A C dislocatie = A+B type definitie gewrichtsoppervlak I geen DIP-subluxatie II DIP-subluxatie III epifysair letsel van de distale falanx D D volaire subluxatie = A+B subtype* A < 1/3 B 1/3 2/3 C > 2/3 FIGUUR 2 Schematische weergave van de fragmentgrootte, dislocatie en volaire subluxatie bij een malletfractuur. DIP = distale interfalangeale gewricht * Bij elke type kan 1 van de 3 subtypes worden onderscheiden. van het fragment worden berekend, net als de eventuele subluxatie in het DIP-gewricht (figuur 2). Een malletvinger wordt acuut genoemd als de aandoening korter dan 4 weken geleden ontstaat is; langer bestaande letsels worden als chronisch geclassificeerd. 5 Er zijn verschillende manieren om de letsels te classificeren. Tabel 1 geeft de classificatie van Doyle weer. In deze classificatie valt de tendinogene malletvinger onder type I. In tabel 2 staat de classificatie van Wehbe-Schneider. Hierin is specifiek voor de malletfracturen een aparte classificatie ontwikkeld waarbij naast de grootte van de avulsiefractuur ook de volaire subluxatie wordt meegenomen. 3 Behandeling Malletvingers kunnen conservatief of operatief worden behandeld. Omdat er veel verschillende spalken en operatietechnieken bestaan, blijft er discussie over wat de TABEL 1 Classificatie van de malletvinger volgens de criteria van Doyle 1 type I II III IV A B C definitie gesloten letsel, met of zonder kleine avulsiefractuur open letsel (laceratie) open letsel (diepe schaafwond met huid- en peesletsel) malletfractuur epifysair letsel van de distale falanx fractuurfragment tussen 20 en 50% van het gewrichtsoppervlak fractuurfragment > 50% van het gewrichtsoppervlak beste behandeling is. Het resultaat wordt in het algemeen als acceptabel gedefinieerd wanneer er een extensiebeperking is in het DIP-gewricht van maximaal 20 graden en een flexie van meer dan 50 graden, zonder pijn aan de vinger. 1,2,6 In de literatuur worden regelmatig de criteria van Crawford gebruikt om het resultaat van de behandeling van de malletvinger te beoordelen. 7 De meeste auteurs noemen het resultaat acceptabel als het volgens Crawford goed of uitstekend is (tabel 3). 2,7 In het algemeen worden alle IA-type fracturen conservatief behandeld. Een avulsiefractuur groter dan 1/3 van het gewrichtsoppervlak, met of zonder volaire subluxatie (type IB, IIA en IIB) of een zwanenhalsvervorming beschouwen veel chirurgen vooralsnog als een indicatie voor operatie. 1-3 Conservatieve behandeling De conservatieve behandeling van de malletvinger bestaat uit spalken. Over de optimale duur van de behandeling en de manier van spalken is nog geen consensus tussen verschillende auteurs. 1,2 Er zijn veel verschillende soorten spalken; de meest gebruikte zijn de stack, de thermoplastische spalk en de aluminium spalk. De aangedane vinger wordt geïmmobiliseerd met een lichte hyperextensie in het DIP-gewricht. Is de hyperextensie te groot, dan kan de vascularisatie van de huid gecomprimeerd raken. 8 Patiënten moeten goed geïnstrueerd worden over het schoonhouden van de vinger en de spalk. De spalk moet tussen de 8 en 10 weken omblijven, daarna kan de spalk gedurende 2 weken alleen s nachts worden gedragen. 1,3 Als de patiënt tijdens de behandeling het DIP-gewricht toch buigt, dan moet de behandeling van vooraf aan beginnen. Regelmatige afspraken op de poli zorgen voor een betere therapietrouw en een beter resultaat. 9 NED TIJDSCHR GENEESKD. 2014;158: A6941 3

TABEL 3 De criteria van Crawford waarmee het resultaat van de behandeling van de malletvinger wordt weergegeven resultaat uitstekend goed redelijk slecht definitie volledige extensie, volledige flexie zonder pijn 0-10 graden extensiebeperking, volledige flexie zonder pijn 10-25 graden extensiebeperking, willekeurige flexie beperking, zonder pijn > 25 graden extensiebeperking of persisterende pijn Een Cochrane-review beschreef 4 patiëntenseries over de behandeling van de malletvinger. Hiervan vergeleken 3 studies de verschillen in uitkomst, pijn en complicaties met verschillende spalken. De follow-up varieerde van 9 weken tot 18 maanden. Er waren geen significante verschillen tussen de verschillende spalken en allen gaven een goed resultaat na de behandeling. Bij de geperforeerde en de aluminium spalk was er wel minder ulceratie en was de hygiëne beter. Verschillende auteurs vermelden dat spalken een effectieve behandeling is: het heeft dezelfde resultaten als een operatie, maar geeft minder complicaties. 10-13 De gebruikte studies zijn echter allen klein en niet gerandomiseerd en de follow-up van functionele uitkomstenmaten is niet beschreven. Meer onderzoek met een groter aantal patiënten en betere uitkomstmaten is nodig om de conclusie te ondersteunen dat spalken even effectief is als een operatie. Er is slechts 1 gepubliceerde studie die onderzocht of een conservatieve behandeling ook effectief is bij subluxatie van de malletfractuur. 14 In totaal werden 21 patiënten met een avulsiefractuur groter dan 1/3 van het gewrichtsoppervlak met of zonder volaire subluxatie conservatief met spalk behandeld. De onderzoekers vonden goede resultaten na conservatieve therapie van deze fracturen in functie, adl en pijn na 24 maanden follow-up. Patiënten met de volaire subluxatie vertoonden na behandeling vaker een dorsale prominentie bij de distale falanx en vaker een zwanenhalsvervorming. Deze bevinding is overigens niet significant. De onderzoekers concludeerden dat malletfracturen met een avulsiefractuur groter dan 1/3 van het gewrichtsoppervlak conservatief behandeld kunnen worden, zelfs als hierbij volaire subluxatie was opgetreden. Operatieve behandeling Operatief ingrijpen bij een malletfractuur blijft controversieel. De verschillende operatieve behandelingen bestaan uit gesloten of open repositie en artrodese. Er zijn meerdere technieken beschreven voor de fixatie van het avulsiefragment. In figuur 3 wordt de meest gebruikte techniek, met blokkerende K-draden, geïllustreerd. 15 Daarnaast zijn vele andere technieken beschreven zoals fixatie met een hoekplaatje, plaatsing van pull-through - hechtingen of kleine schroeven. 2 In een onderzoek naar behandeling met blokkerende K-draden zijn 36 patiënten met type IB geopereerd en tot 52 maanden gevolgd. 16 Volgens de criteria van Crawford hadden 23 patiënten een uitstekend resultaat, 11 een goed en 2 een slecht. 8 patiënten ontwikkelden complicaties: 6 een oppervlakkige infectie, 1 loslaten van de K-draad en 1 malpositie van de K-draad. De onderzoekers concludeerden ondanks de complicaties dat dit een veilige en effectieve behandeling is. Een andere, retrospectieve, studie naar de operatieve a b c FIGUUR 3 Schematische weergave van de operatie van een malletfractuur met blokkerende K-draden. (a) Tijdens extensie in het DIP-gewricht wordt er proximaal van het fragment een K-draad geplaatst zodat het fragment op zijn plaats blijft en niet naar proximaal migreert; (b) het fragment wordt gereduceerd en gefixeerd door de K-draad schuin in de midfalanx te boren; (c) het fragment wordt gereduceerd door axiaal een K-draad door de distale falanx en de midfalanx te plaatsen. 4 NED TIJDSCHR GENEESKD. 2014;158: A6941

behandeling van de malletvinger laat suboptimale resultaten zien met de bijbehorende complicaties. 17 In dit onderzoek zijn 43 patiënten geopereerd aan een malletvinger met een avulsiefragment groter dan 1/3 van het gewrichtsoppervlak. Dit werd gedaan met blokkerende K-draden. De patiënten werden gemiddeld 28 maanden gevolgd met functieonderzoek, postoperatieve echo s en röntgenfoto s. 4 patiënten hadden na 28 maanden nog een extensiebeperking van > 20 graden en 11 patiënten hadden een flexiebeperking van > 20 graden. 5 patiënten werden met antibiotica behandeld vanwege oppervlakkige wondinfecties. Bij 2 patiënten werden vanwege een infectie de K-draden eerder verwijderd. Alle patiënten toonden op de echo groot peesletsel en 15 foto s lieten degeneratieve afwijkingen zien. Daarnaast kregen 2 patiënten postoperatief nageldeformiteiten en 2 patiënten een ulnaire deviatie in het DIP-gewricht. 63 procent had een slecht resultaat. Deze onderzoekers concluderen dat de conservatieve behandeling de eerste keus moet zijn in de behandeling van de malletvinger. Het aantal postoperatieve complicaties dat in de literatuur wordt beschreven varieert van 5-47%. 3,18,19 De meest voorkomende complicatie bij de pull-throughhechting was huidnecrose ter plaatse van de hechtdraad; daarnaast worden ook een flexiedeformiteit, osteomyelitis, een nageldeformiteit, radiale deviatie in het DIP-gewricht en hypertrofie in het DIP-gewricht beschreven. Recent kreeg in ons ziekenhuis een rokende patiënt met diabetes mellitus osteïtis na een percutane K-draadfixatie. Uiteindelijk leidde dit tot amputatie in de midfalanx. Vergelijkende studies In een retrospectief onderzoek met 44 patiënten met malletfracturen werd de conservatieve behandeling met operatief herstel vergeleken. 3 Van die groep konden 21 patiënten gedurende 2 jaar gevolgd worden. 15 patiënten waren conservatief behandeld met een spalk en 6 operatief met blokkerende K-draden. Patiënten in de operatiegroep hadden type IIB-letsel en in de conservatieve groep varieerde het type tussen I en IIB. Bij alle malletfracturen op 1 na was het resultaat goed, er was geen significant verschil in pijn, functie en postoperatieve röntgenfoto s tussen beide behandelingen. De auteurs vinden daarom dat iedere malletfractuur conservatief behandeld moet worden ongeacht de fractuurgrootte of volaire subluxatie. Een ander onderzoek met 123 patiënten met malletvingers (waarvan 72 met een ossaal fragment) heeft vooral de complicaties van zowel de conservatieve behandeling als de operatie beschreven. 20 Daarbij werd geen onderscheid gemaakt tussen type fracturen of de operatietechnieken. 39 patiënten werden geopereerd, 6 eerst gespalkt en daarna geopereerd vanwege slechte uitkomsten en de rest alleen gespalkt. Van de geopereerde patiënten kreeg Leerpunten Bij een malletvinger is de pees ter hoogte van het distale interfalangeale (DIP)-gewricht beschadigd of is er een breuk in distale falanx. Een malletvinger komt vaak voor, maar is er discussie over wat de beste behandeling is: langdurig spalken of een operatie. Verschillende studies tonen geen verschil in effectiviteit van een conservatieve behandeling of een operatie van een malletvinger. Operatief herstel van een malletvinger gaat wel gepaard met een grotere kans op complicaties. Spalken heeft meestal de voorkeur, ook als de fractuur groter is dan 1/3 van het gewrichtsoppervlak. Bij enkele types malletfracturen, bijvoorbeeld bij een chronische malletvinger met of zonder zwanenhalsvervorming, is een operatie mogelijk wel geïndiceerd. 53% een complicatie: een infectie (20%), nagelvervorming (18%), een incongruent gewricht (18%) en falen van de fixatie (13%). De onderzoekers constateerden dat spalken de voorkeur heeft boven een operatie vanwege de grote kans op complicaties bij een operatie. Een meta-analyse van 26 studies waarin de conservatieve behandeling met een operatie werd vergeleken geeft de voorkeur aan de conservatieve behandeling. 6 De definitie voor een goed resultaat was hier: een extensiebeperking < 20 graden en een flexie van > 50 graden in het DIPgewricht, zonder pijn en stijfheid. De conservatieve behandeling gaf een goed resultaat bij 77% van de patiënten (totaal 480 vingers); 83% van de patiënten was tevreden. De operatie gaf een goed resultaat bij 85 procent van de patiënten (60 vingers). Er werd geen onderscheid gemaakt tussen het type malletfractuur, de verschillende spalken en operatietechnieken. Deze onderzoekers vinden dat de conservatieve behandeling goed resultaat blijft geven, goed wordt geaccepteerd door patiënten en kosteneffectief is. De Cochrane-review beschrijft een studie waarbij spalken wordt vergeleken met een operatie met blokkerende K-draden. 10,21 Het resultaat van de behandeling werd gemeten tussen 14 en 18 maanden en gebaseerd op deformiteit, functie en pijn. In de operatiegroep (1/19) faalde de behandeling iets minder vaak dan in de conservatieve groep (4/22). De complicaties tussen beide groepen waren vergelijkbaar. In de operatiegroep werd bij 2 patiënten een infectie gezien en bij 1 patiënt werd de K-draad eerder verwijderd. 3 patiënten ontwikkelden huidirritatie bij het spalken; deze klachten verdwenen zodra de behandeling klaar was. Er waren geen significante verschillen tussen beide groepen. NED TIJDSCHR GENEESKD. 2014;158: A6941 5

Conclusie In het algemeen is gebleken dat met spalken een goed resultaat is te behalen bij de behandeling van de malletvinger. Hoewel veel chirurgen een avulsiefractuur groter dan 1/3 van het gewrichtsoppervlak, volaire subluxatie of een zwanenhalsvervorming als een indicatie voor een operatie beschouwen, moet men terughoudend zijn met opereren. Het is niet bewezen dat opereren betere resultaten geeft en bovendien is de kans op complicaties groter. Ons inziens zou een operatie alleen overwogen moeten worden bij gezonde patiënten met een chronische malletfractuur, waarbij er al dan niet sprake is van een zwanenhalsvervorming, of bij persisterende klachten na langdurige conservatieve behandeling. De aangehaalde studies zijn allen retrospectief, er hebben slechts een klein aantal patiënten aan deelgenomen, de studies zijn niet gerandomiseerd, en er is geen uitgebreide beschrijving van de functie, pijnklachten en complicaties op langere termijn. Ook wordt in een groot aantal van de artikelen geen onderscheid gemaakt in het type malletvinger dat behandeld wordt en de operatietechniek die toegepast wordt. Er zijn dan ook meer gerandomiseerde studies nodig om duidelijk te krijgen wanneer een operatie eventueel wel de voorkeur verdient boven spalken. Belangenconflict en financiële ondersteuning: geen gemeld. Aanvaard op 8 januari 2014 Citeer als: Ned Tijdschr Geneeskd. 2014;158:A6941 > Kijk ook op www.ntvg.nl/klinischepraktijk Literatuur 1 Bendre AA, Hartigan BJ, Kalainov DM. Mallet finger. J Am Acad Orthop Surg. 2005;13:336-44. 2 Smit JM, Beets MR, Zeebregts CJ, Rood A, Welters CF. Treatment options for mallet finger: a review. Plast Reconstr Surg. 2010;126:1624-9. 3 Wehbé MA, Schneider LH. Mallet fractures. J Bone Joint Surg Am. 1984;66:658-69. 4 Maitra A, Dorani B. The conservative treatment of mallet finger with a simple splint: a case report. Arch Emerg Med. 1993;10:244-8. 5 Garberman SF, Diao E, Peimer CA. Mallet finger: results of early versus delayed closed treatment. J Hand Surg Am. 1994;19:850-2. 6 Geyman JP, Fink K, Sullivan SD. Conservative versus surgical treatment of mallet finger: a pooled quantitative literature evaluation. J Am Board Fam Pract. 1998;11:382-90. 7 Crawford GP. The molded polythene splint for mallet finger deformities. J Hand Surg Am. 1984;9:231-7. 8 Wilson SW, Khoo CT. The Mexican hat splint--a new splint for the treatment of closed mallet finger. J Hand Surg [Br]. 2001;26:488-9. 9 White N, Khanna A. Clinical audit of the impact of information leaflets on outcomes in patients with mallet finger injuries. J Plast Reconstr Aesthet Surg. 2007;60:1369-70. Published online June 4, 2007. 10 Handoll HH, Vaghela MV. Interventions for treating mallet finger injuries. Cochrane Database Syst Rev. 2004;(3):CD004574. 11 Kinninmonth AW, Holburn F. A comparative controlled trial of a new perforated splint and a traditional splint in the treatment of mallet finger. J Hand Surg [Br]. 1986;11:261-2. 12 O Brien LJ, Bailey MJ. Single blind, prospective, randomized controlled trial comparing dorsal aluminum and custom thermoplastic splints to stack splint for acute mallet finger. Arch Phys Med Rehabil. 2011;92(2):191-8. 13 Foucher G, Binhamer P, Cange S, Lenoble E. Long-term results of splintage for mallet finger. Int Orthop. 1996;20(3):129-31. 14 Kalainov DM, Hoepfner PE, Hartigan BJ, Carroll C 4th, Genuario J. Nonsurgical treatment of closed mallet finger fractures. J Hand Surg Am. 2005;30:580-6. 15 Phadnis J, Yousaf S, Little N, Chidambaram R, Mok D. Open reduction internal fixation of the unstable mallet fracture. Tech Hand Up Extrem Surg. 2010;14:155-9. 16 Jörgsholm P, Björkman A, Emmeluth C, Björkman-Burtscher IM. Extension block pinning of mallet fractures. Scand J Plast Reconstr Surg Hand Surg. 2010;44:54-8. 17 Reissner L, Gienck M, Weishaupt D, Platz A, Kilgus M. Clinical and radiological results after operative treatment of mallet fracture using Kirschner wire technique. Handchir Mikrochir Plast Chir. 2012;44:11-6. 18 Damron TA, Engber WD, Lange RH, McCabe R, Damron LA, Ulm M, Vanderby R. Biomechanical analysis of mallet finger fracture fixation techniques. J Hand Surg Am. 1993;18:600-7. 19 King HJ, Shin SJ, Kang ES. Complications of operative treatment for mallet fractures of the distal phalanx. J Hand Surg [Br]. 2001;26:28-31. 20 Stern PJ, Kastrup JJ. Complications and prognosis of treatment of mallet finger. J Hand Surg Am. 1988;13:329-34. 21 Auchincloss JM. Mallet-finger injuries: a prospective, controlled trial of internal and external splintage. Hand. 1982;14:168-73. 6 NED TIJDSCHR GENEESKD. 2014;158: A6941