Life-cycle costing en infrastructuur

Vergelijkbare documenten
INFRASUCCES. LCC Tender. Het bureau voor het duurzame aanbestedingen in de bouw

Beveiligingsaspecten van webapplicatie ontwikkeling met PHP

SIG HCB. Hoe functioneel specificeren, samenwerking en life cycle costing bijdragen aan succesvolle ontwikkeling van complexe gebouwen

Plan van Aanpak. Auteur: Roel Konieczny Docent: Stijn Hoppenbrouwers Plaats, datum: Nijmegen, 7 mei 2004 Versie: 1.0

PROJECT PLAN VOOR DE IMPLEMENTATIE VAN EEN STANDAARD SITE VOOR DE VERENIGING O3D

Olde Bijvank Advies Organisatieontwikkeling & Managementcontrol. Datum: dd-mm-jj

HET BOUWDEEL TUSSEN LEVENSDUUR EN KOSTEN VAN STICHTINGSKOSTEN NAAR EXPLOITATIEKOSTEN

Ministerie van Infrastructuur en Milieu. Duurzaamheid. Ervaringen van een Rijkswaterstaat medewerker. Harald Versteeg Programmamanager RWS Duurzaam

ORGANISATORISCHE IMPLENTATIE BEST VALUE

Een praktisch boek over contracteren en aanbesteden

Aan de leden van High Tech NL en Brainport Industries. Betreft: workshop Outsourcing Development and Life Cycle Management.

Gunningscriteria en levenscyclus

Process Solutions Process Installations. The smart way forward in food and beverage. Find your optimum

Analyse van de inkoopfunctie

Samenvatting afstudeeronderzoek

Functiefamilie ES Experten organisatieondersteuning

Architecture Governance

Avondsessie Life Cycle Costing. Donderdag 20 maart 2014 KIVI. De geïntegreerde en strategische oplossing

Hans de Jonge 29 oktober2009

Bepaal je bestemming vóórdat je vertrekt! Kennisdag Grip op Kwaliteit, 10 november 2015

Project Dijkversterking Krimpen

Wat kan Value Engineering & LCC voor onze markt betekenen?

INTEGRATIE EN MIGRATIE

Renovatie Stuwensemble Nederrijn en Lek. Design & Construct contract

Rendabel ontwikkelen door opdrachtgeversrol anders in te vullen

Test naam Marktgerichtheidsscan Datum Ingevuld door Guest Ingevuld voor Het team Team Guest-Team Context Overige

Competenties met indicatoren bachelor Civiele Techniek.

M voorop in DBFM Vanuit het onderhoud risico s beheersen in Nederlandse DBFM contracten. Begeleiders:

EEN ANDERE KIJK OP INVESTERINGSPROJECTEN

Inkoop en contractmanagement

T Titel stage/afstudeeropdracht : Toekomstvaste Applicatie Integratie - Interconnectiviteit

FIBV - Scope 3 Date Page 2 of 8

Eigen logo. Welkom. Beheer van bekabeling vanuit het gezichtsveld met een praktijk gerichte blik

Kostencalculator 2.0. Renovaties productielocaties beter begroten. R.M. (Rob) Schotsman 04 maart 2014

Bekend zijn met de visie en inzet van procesmanagement in de eigen organisatie.

Portal Planning Process

EIGENSCHAPPEN CONVERGED HARDWARE

Nieuwe. Tekst Johnny van de Vliert, foto Mechteld Jansen. bpm

ONTWERPEN, BOUWEN, FINANCIEREN EN ONDERHOUDEN

[Cursus Risicomanagement in onderhoud en beheer]

Lessons Learnt: de Inzichten

GEN Kasstromenmodel. Product beschrijving

Projectmatig 2 - werken voor lokale overheden

HET ZELFSTANDIG UITVOEREN VAN EEN ONDERZOEK

Beoordelingsformulier Proeve van Bekwaamheid 2 (Rol Ontwerper) 3.12

Competenties Luuk van Paridon. Analyseren

6. Project management

Architectuur, Organisatie en Business Cases

BISL Business Information Services Library. Een introductie. Algemene informatie voor medewerkers van SYSQA B.V.

Waar liggen je kansen online?

Duurzaam inkopen bij Rijkswaterstaat. Harald Versteeg Programmamanager RWS Duurzaam. Wat doen we zelf. Ministerie van Infrastructuur en Milieu

meer werk of meerwaarde? Pps bij scholenbouw in Nederland

Pallas Advies. Bedrijfsinformatie

Oefenvragen Ondernemerskunde A - Businessplan & strategie

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA 'S-GRAVENHAGE

SAMEN SUCCESVOL IN RAILINFRATECHNIEK

Eigenlijk kan het niet vaak genoeg worden herhaald: doel en doelgroep zijn het belangrijkste onderdeel van het Internet Project Plan.

CO2-PRESTATIELADDER DV SCOPE 3 STRATEGISCH PLAN HOOFDDORP, 2 FEBRUARI 2017

Business Scenario. Voorbeeld Archimate Risico Extensie. versie 0.1. Bert Dingemans

Het implementeren van een value-model als kader voor innovatie in de gezondheidszorg: Productontwikkeling van testapparaten in de medische sector.

DBFMO M A N A G E M E N T

Industrieel Ontwerpen

Inhoudsopgave. Bewust willen en kunnen 4. Performance Support 5. Informele organisatie 5. Waarom is het zo moeilijk? 6

WERKBOEK CTB1120 INLEIDING CIVIELE TECHNIEK

De beheerrisico s van architectuur

Maatschappelijk enorme problemen rond wonen! Betaalbaarheid, beschikbaarheid, duurzaamheid! Als woon- en bouwsector laten we enorme steken vallen.

Marktdag 22 november Ondernemend aanbesteden gericht op lage TCO WELKOM SESSIE 6

Doel ITANNEX: Verbeteren van de kwaliteit van de bebouwde omgeving en van het proces waarmee het ontworpen, gerealiseerd en beheerd wordt

Bent u ook zoveel tijd kwijt met het zoeken naar de laatste en enig juiste! - versie van uw marktonderzoek

ICT Management. Leerprocessen en hun invloed op de kwaliteit van IT-servicemanagement. Kortere terugverdientijd door het versnellen van het leerproces

Stappenplan nieuwe Dorpsschool

TECONA TECHNICAL STAFFING SERVICES

Het sector initiatief welke moet leiden tot CO2 reductie door met een CO2 bril naar software ontwikkeling te kijken

COMMUNICATIEPLAN. Opdrachtgever : Directie. Project : W Opgesteld : RBe. Gecontroleerd : KVV. Vrijgegeven : EW.

Benodigde capaciteit, middelen, faciliteiten en infrastructuur

Globalisatie, met nieuwe opkomende economieën als China, Brazilië en

INNOVATIEF (SAMEN)WERKEN: BIM: BOUW INFORMATIE MODEL. De standaard van de toekomst! Guido Leenders, Arno Vonk

Minder logistieke zorgen én efficiëntere zorg

De vraag Wat is BIM levert geen eensluidend antwoord. BIM is een typisch voorbeeld van een containerbegrip.

De meest geschikte contractvorm voor een duurzame natuurvriendelijke oever

Wij zijn een bedrijf die zich bezig houdt met het ondersteunen van ondernemingen als het gaat om zakelijke dienstverlening.

Kickstart-aanpak. Een start maken met architectuur op basis van best practices.

Sales versnellen met Volgroen Financieringsoplossingen voor energiebesparing in het MKB

WAT IS DE FOCUS VAN JE WENS TOT VERBETERING BEHOEFTE BEPALEN INNOVATIEVERKENNER AANLEIDING ACHTERGROND INNOVATIEVRAAG

Persoonlijk Opleidingsplan (POP) Leerjaar 1

Sociale wijkzorgteams Den Haag

Hoe een verouderde installatie terug energieefficiënt

ASSET MANAGEMENT KEN DE RISICO S, DAN IS ALLES BEHEERSBAAR

Voortgangsverslag werkend leren

De opdrachtgever van DBFM(O)

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting

LCC. Toepassing binnen RWS

DATAMODELLERING ARCHIMATE DATA- & APPLICATIEMODELLERING

Enterprise Resource Planning. Hoofdstuk 1

Kiezen voor All In Content betekent dat u over kennis van een compleet team beschikt in plaats van afhankelijk te worden van één enkele consultant:

De impact en implementatie van de outsourcing op de bedrijfsvoering is als één van de 6 deelprojecten ondergebracht binnen het project outsourcing.

Een project, weet waar je aan begint!

perspectivisch calculeren

De praktijk van prestatiecontracten bij Rijkswaterstaat

Transcriptie:

Life-cycle costing en infrastructuur Een verkenning van de implementatie van life-cycle costing in aanbestedingstrajecten van infrastructurele objecten bij Siemens Nederland. Foto: HSL-Zuid Siemens Nederland N.V. Definitieve versie (Maart 2007) Verslag afstudeeronderzoek F.A. Hartman 1

Life-cycle costing en infrastructuur Een verkenning van de implementatie van life-cycle costing in aanbestedingstrajecten van infrastructurele objecten bij Siemens Nederland. Dit exemplaar is de bibliotheekversie van het eindverslag en bevat geen bijlagen. Voor de volledige versie kunt u contact opnemen met de auteur en/of Siemens Nederland. Maart 2007 Verslag van het afstudeeronderzoek van: Arjen Hartman Studentnummer 0052442 Student Technische Bedrijfskunde Bezuidenhoutseweg 387 2594 AS Den Haag arjen.hartman@siemens.com +31(0)6 242 666 24 +31(0)70 333 1921 In opdracht van: Siemens Nederland CSE ENGI IPA INFRA Postbus 16068 2500 BB Den Haag +31 (0)70 333 3333 Onder begeleiding van de commissie: Dhr. ir. W. Bandsma (Universiteit Twente, faculteit Management & Bestuur, vakgroep OOHR) Dhr. ir. S.B.H. Morssinkhof (Universiteit Twente, faculteit Management & Bestuur, vakgroep F&A) Dhr. ir. J.J.G. Wuister (Siemens Nederland) Universiteit Twente Faculteit Bestuur & Management Postbus 217 7500 AE Enschede Verspreiding van dit document dient te geschieden met toestemming en/of vermelding van de auteur van dit onderzoek en Siemens Nederland. De rechten voor dit document behoren aan de auteur en kunnen niet door andere organisaties worden opgeëist. Definitieve versie (Maart 2007) Verslag afstudeeronderzoek F.A. Hartman 2

Voorwoord Beste lezer, Voor een snelle winst verkoop ik de toekomst niet. (Werner von Siemens 1 ) Dit is het oudste motto voor innovaties en verandering bij Siemens, toch is het motto nog steeds actueel en terug te vinden in het bedrijf. Investering in de toekomst past bij een bedrijf als Siemens en de eerste topman van Siemens zag toen al de noodzaak hiervan in. Deze zin impliceert ook dat Siemens verder moet kijken dan alleen haar huidige situatie en dat is een mooie voorzet voor dit onderzoek. Siemens moet verder gaan kijken in haar projecten dan alleen de korte termijn. Bijna een jaar geleden raakten Siemens en ik in gesprek over een afstudeeropdracht voor de bouw van een calculatiesheet voor life-cycle costing. Het oorspronkelijke idee waarmee we begonnen is iets veranderd en er ligt een ander resultaat dan waar toen over gesproken is, namelijk een verkenning van de implementatie van life-cycle costing. Dit onderzoek heeft toch wel het gewenste effect gehad in de organisatie. Siemens wil verder met de ontwikkeling van life-cycle costing in haar organisatie en is zich bewust van de stappen die zij hiervoor moet gaan nemen. Dit alles was niet mogelijk geweest zonder een aantal mensen, als eerste de begeleiding van de Universiteit Twente, deze bestond uit Dhr. Bandsma en Dhr. Morssinkhof. Daarnaast de begeleiding van Siemens Nederland in de persoon van Dhr. Wuister en voor het beschikbaar stellen van de afstudeeropdracht en een werkplek Dhr. Burger. Ook de mensen die deelgenomen hebben aan dit onderzoek, in welke vorm dan ook, en tot slot de collega s met wie de nodige uren zijn doorgebracht. Allemaal hartelijk bedankt hiervoor. Tot slot nog even de vermelding dat dit onderzoek door Railforum Nederland is aangemoedigd. Dit is gedaan omdat het onderwerp door Railforum is aangemerkt als relevant in de railinfrastructuur. Organisaties uit deze sector die geïnteresseerd zijn in dit onderzoek worden van harte uitgenodigd contact over dit onderzoek op te nemen met mij en mee te denken hoe life-cycle costing in deze branche verder ontwikkeld kan worden. Overige lezers die vragen hebben over dit verslag of onderzoek zijn van harte uitgenodigd contact met mij te zoeken. Met vriendelijke groet, Arjen Hartman Den Haag, maart 2007 1 Werner von Siemens (1816 1892) was een Duits uitvinder en industrieel. Hij is de grondlegger van het huidige conglomeraat Siemens AG, zie ook bijlage 3. Definitieve versie (Maart 2007) Verslag afstudeeronderzoek F.A. Hartman 3

Inhoudsopgave Voorwoord... 3 Inhoudsopgave... 4 Samenvatting... 6 Hoofdstuk 1: Inleiding... 8 1.1 Organisatiebeschrijving... 8 1.1.1 Branche... 8 1.1.2 Siemens NL... 9 1.1.3 Producten en diensten voor de infrastructuur... 10 1.2 Probleemdefiniëring... 10 1.2.1 Achtergrond... 10 1.2.2 Aanleiding... 11 1.2.3 Problemen... 11 1.2.4 Doel- en probleemstelling... 11 1.2.5 Randvoorwaarden... 12 1.3 Onderzoeksopzet... 12 1.3.1 Onderzoeksmateriaal... 12 1.3.2 Onderzoeksmodel... 13 Hoofdstuk 2: Theoretisch kader... 14 2.1 Life-cycle costing... 14 2.1.1 Total cost of ownership en life-cycle costing... 14 2.1.2 Toepassing en mogelijkheden van life-cycle costing... 15 2.1.3 Problemen bij toepassing van life-cycle cost analysis... 17 2.1.4 Conclusies... 18 2.2 Investeringsbeslissingen en de waarde van geld... 18 2.3 Life-cycle Costing in normen... 19 2.3.1 CEI/IEC 300-3-3:1996 Dependability management section 3: Life cycle costing... 19 2.3.2 ISO/IEC 15288:2002 Systems engineering - System life cycle processes... 19 2.3.3 Overeenkomsten tussen de normen... 20 2.4 Aanverwante literatuur... 20 2.4.1 RAMS engineering... 20 2.4.2 Het ramen van kosten in LCC-analyses... 21 2.4.3 Leerprocessen in organisaties met behulp van workshops... 21 Hoofdstuk 3: De huidige situatie van het omgaan met aanbestedingen... 22 3.1 Aanbesteden en life-cycle costing... 22 3.2 De marktsituatie van de infrastructuur... 22 3.2.1 Proces van een aanbesteding met niet-openbare procedure... 23 3.2.2 De selectie in een aanbesteding... 23 3.2.3 De gunning in een aanbesteding... 23 3.2.4 Management van een inschrijvingstraject... 24 3.2.5 Het verdienmodel van Siemens... 25 3.3 Trends in aanbestedingen van infrastructurele objecten... 25 Hoofdstuk 4: De gewenste situatie voor het werken met LCC in aanbestedingen... 27 4.1 Scenario s naar de toekomstige situatie... 27 4.1.1 Nuloptie... 27 4.1.2 Scenario 1: Provider-structuur... 28 4.1.3 Scenario 2: Professioneel Assetmanagement... 29 4.1.4 Discussie over de scenario s... 30 4.2 De wenselijkheid en verwachtingen van de scenario s... 31 4.3 LCC binnen Siemens... 32 4.4 Voorsprong op de concurrentie... 33 Hoofdstuk 5: Van de huidige naar de gewenste situatie... 35 5.1 Leercurve van LCC voor Siemens... 35 5.2 Opzet voor evaluatie van de ontwikkeling van LCC... 37 Definitieve versie (Maart 2007) Verslag afstudeeronderzoek F.A. Hartman 4

5.2.1 Gedrag tijdens de ontwikkeling... 38 5.2.2 Investering in de ontwikkeling... 38 5.3 Keuze voor de stap naar een volgend stadium... 39 5.4 Continu verbeteren in ontwikkeling... 40 5.5 De leercurve bij de implementatie... 40 Hoofdstuk 6: Het uitvoeren van een Life-cycle Costing analyse... 41 6.1 Procesbeschrijving van de uitvoering van een LCC-analyse... 41 6.1.1 Stap 1: Het maken van een plan voor de uitvoer van de analyse... 42 6.1.2 Stap 2: Vaststellen van het calculatiemodel... 43 6.1.3 Stap 3: Invullen van het calculatiemodel en analyse van de resultaten... 43 6.1.4 Stap 4: Documenteren van de resultaten uit stap 1, 2 en 3... 44 6.1.5 Stap 5: Beoordelen van het resultaat uit stap 1 tot 4... 44 6.1.6 Stap 6: Het aanbrengen van verbeteringen in het proces... 45 6.2 Het proces en het inschrijvingstraject... 45 6.3 Normen... 46 Hoofdstuk 7: Invoering van LCC in de organisatie... 47 7.1 De ontwikkeling van stadium 1 naar stadium 2... 47 7.1.1 Goedkeuring van invoer van de gewenste verandering... 48 7.1.2 Plan voor Implementatie van de gewenste verandering... 48 7.1.3 Middelen voor uitvoer van de gewenste verandering... 50 7.2 De resultaten van de werkgroep LCC... 50 7.2.1 Bevindingen uit de eerste workshop... 51 7.2.2 Bevindingen uit de tweede workshop... 51 7.2.3 Bevindingen uit de individuele sessies... 51 7.2.4 Bevindingen uit de derde workshop... 52 7.3 De ontwikkeling van stadium 2 naar stadium 3... 52 7.3.1 Afweging voor ontwikkeling naar stadium 3... 53 7.3.2 Goedkeuring van invoer van de gewenste verandering... 53 7.3.3 Plan voor implementatie van de gewenste verandering... 54 7.3.4 Middelen voor uitvoer van de gewenste verandering... 55 7.4 Ontwikkeling na stadium 3... 56 Hoofdstuk 8: Conclusies en aanbevelingen... 57 8.1 Conclusies... 57 8.2 Aanbevelingen... 58 Bronnen... 61 Definitieve versie (Maart 2007) Verslag afstudeeronderzoek F.A. Hartman 5

Samenvatting Siemens Nederland N.V. is in de markt voor infrastructurele projecten leverancier van elektrotechnische installaties. De investeringen voor de realisatie van installaties zijn hoog. Toch is het inzicht in de kostenstructuur van een project en de kosten die een project met zich meebrengt over de gehele levenscyclus van het project gering. Dit onderzoek is opgezet om bij Siemens life-cycle costing (LCC) in de organisatie op te bouwen en zo meer inzicht te krijgen in de kosten van een installatie. Ongeveer twee jaar geleden zag Siemens in de markt voor infrastructuur een aantal signalen dat aanbesteders in de toekomst naar de life-cycle van een infrastructureel object gaan kijken. Deze verschuiving was aanleiding om het thema life-cycle costing intern op te starten. Siemens is een technisch georiënteerde onderneming en het is voor deze organisatie moeilijk om een (nieuwe) financiële werkwijze toe te passen in haar projecten. Het ontbreekt Siemens zowel aan de kennis van LCC, als visie over de toepassing van LCC. Dit onderzoek is uitgevoerd met de volgende doelstelling: Het ontwikkelen van een werkwijze voor het toepassen van life-cycle costing bij aanbestedingen van infrastructurele projecten binnen Siemens NL. Het onderzoek is opgezet als een bedrijfskundig probleem, waarin de huidige situatie is afgezet tegen een gewenste situatie. Deze gewenste situatie is bepaald door het schetsen van toekomstscenario s en de rol van Siemens hierin weer te geven. Er ontstaat dan een verschil tussen de huidige en de gewenste situatie. Tenslotte wordt dit uitgewerkt in een plan voor overbrugging van het verschil. De huidige situatie is een projectomgeving waarin Siemens (de aannemer), inschrijft op aanbestedingen van de overheid (de aanbesteder). Deze aanbestedingen zijn veelal gebaseerd op Design & Construct, welke gegund worden op basis van de laagste prijs of soms op basis van Economisch Meest Voordelige Inschrijving. In de gewenste situatie zal Siemens inschrijven op aanbestedingen waar men niet alleen verantwoordelijk is voor het ontwerp en de realisatie van een project, maar ook verantwoordelijk is voor een aantal jaren beheer en/of onderhoud van een project (Scenario 1: Provider structuur). Of in de gewenste situatie ontstaat een situatie waar men in het ontwerpstadium van een project inzichtelijk moet maken aan de klant, wat de impact van het gekozen ontwerp is op de kosten van het systeem over de gehele levensduur (Scenario 2: Professioneel Assetmanagement). In één van deze twee situaties kan Siemens terechtkomen en Siemens wil in staat zijn met deze vragen om te gaan. Het verschil tussen de huidige en de gewenste situatie kan worden vertaald naar een leercurve die Siemens kan volgen. Deze leercurve heeft verschillende opvolgende stadia, die de volwassenheid van LCC in de organisatie beschrijven. De organisatie kan hiermee continu beoordelen waar zij zich bevindt in de ontwikkeling van LCC. Dit gebeurt met behulp van gedrag dat Siemens op dat moment in haar organisatie kan waarnemen afgezet tegen de investeringen die op dat moment zijn gedaan in de ontwikkeling van LCC. De keuze of Siemens een stadium verder wil komen in de volwassenheid van LCC moet gebaseerd zijn op vier variabelen, namelijk: de noodzaak van een volgende stap, de snelheid van de ontwikkeling, de benodigde investering en de potentiële mogelijkheden in de volgende stap. Wanneer Siemens kiest voor verdere ontwikkeling van LCC in haar organisatie moet zij bij de implementatie hiervan rekening houden met een aantal belangrijke zaken. Als eerste moet de organisatie de noodzaak tot verandering inzien. Het management moet dan de invoering van LCC stimuleren en tevens een budget beschikbaar stellen voor deze veranderingen. In de Siemens organisatie is er bij de afronding van dit onderzoek op de lage managementniveaus (Groepsleiding en afdelingsmanagement) erkenning van de behoefte, maar het ontbreekt in de organisatie nog aan budget voor ontwikkeling. De belangrijkste conclusies die dit onderzoek heeft opgeleverd zijn: Definitieve versie (Maart 2007) Verslag afstudeeronderzoek F.A. Hartman 6

1. De markt voor infrastructurele objecten gaat veranderen, de aanbestedingstechnieken zullen zich verder ontwikkelen en in de toekomst zal life-cycle costing een onderdeel worden van de aanbestedingen en zo leiden tot andere relaties tussen de aanbesteder en de aannemer. Het toepassen van LCC in de organisatie levert naar verwachting voordelen op voor Siemens waarmee zij haar concurrentiepositie kan verbeteren. 2. LCC in de organisatie ontwikkelen is minder eenvoudig dan Siemens aannam, de kennis wordt minder snel overgenomen dan verwacht en voor een geslaagde implementatie moet Siemens bewust gaan investeren in deze ontwikkeling. 3. Voor de borging van kennis over LCC is een werkgroep of document niet toereikend. De werkgroep pakt de kennis over LCC niet dusdanig snel op dat de kennis uit dit onderzoek als overgedragen aan de organisatie kan worden beschouwd. De belangrijkste aanbevelingen uit dit onderzoek zijn: 1. Siemens moet verder gaan met de ontwikkeling van LCC in de organisatie, de markt toont aan dat er behoefte is aan het life-cycle denken en dat er mogelijkheden zijn op het terugverdienen van de benodigde investering. 2. Siemens moet het LCC-model verder ontwikkelen en specificeren zodat het afgestemd is op de omgeving waarin het moet functioneren. Dit kan gebaseerd zijn op een project of op een product of op de datastromen en andere processen om zo het calculeren te vereenvoudigen. 3. Siemens kan door het inzetten en benoemen van LCC op tactische punten in klantcontact en andere overlegorganen de markt beïnvloeden. Zij moet proberen deze markt te veranderen zodat de markt gaat meedenken over life-cycle benaderingen. Definitieve versie (Maart 2007) Verslag afstudeeronderzoek F.A. Hartman 7

Hoofdstuk 1: Inleiding Dit onderzoek heeft plaatsgevonden bij bedrijfsonderdelen van Siemens die in de infrastructuur werken (CSE ENGI IPA INFRA en T&T ITS IUS, voor meer informatie zie bijlage 2). Dit eerste hoofdstuk is de inleiding en zet het onderzoek uiteen. In het eerste deel van dit hoofdstuk wordt de organisatie beschreven. In paragraaf twee volgt de uiteenzetting van de aanleiding van dit onderzoek en de definiëring van het probleem. De derde paragraaf gaat in op de werkwijze en de structuur in dit onderzoek. 1.1 Organisatiebeschrijving In deze paragraaf wordt de omgeving waarin dit onderzoek wordt uitgevoerd beschreven, het bevat de branche waarin dit onderzoek zich afspeelt, het deel van Siemens dat betrokken is bij dit onderzoek en de producten en diensten die deze bedrijfsonderdelen van Siemens leveren en in deze opdracht een rol spelen. 1.1.1 Branche De organisaties in de infrastructuur in Nederland houden zich bezig met het hoofdwegennet, het spoorwegennet en de vaarwegen. De infrastructuur wordt gedomineerd door een klein aantal opdrachtgevers: Rijkswaterstaat, Prorail en meerdere lage overheden (provincies en gemeentes). Deze organisaties zijn samen verantwoordelijk voor het aanleggen, beheren en onderhouden van het wegennet, het spoorwegennet en de vaarwegen. Voor de aanleg en het onderhoud van deze infrastructuur schakelen deze opdrachtgevers veelal het bedrijfsleven in. Binnen de infrastructuur is een groep die zich bezighoudt met de objecten in de infrastructuur (ook wel kunstwerken genoemd). De objecten die in deze opdracht relevant zijn: 1. Tunnels 2. Bruggen 3. Sluizen De opdrachtnemers voor aanleg en onderhoud van deze objecten zijn zeer divers. In de projecten voor nieuwbouw of renovatie wordt onderscheid gemaakt tussen drie delen. Deze zijn het civiel technische deel, het werktuigbouwkundige deel en het elektrotechnische deel. Voor het civiel technische deel concurreren grote bouwbedrijven als BAM, Dura Vermeer, Ballast Nedam en Heijmans. Voor het werktuigbouwkundige deel hebben grote bouwbedrijven een eigen afdeling of wordt het overgelaten aan bedrijven als Stork, Knook of Hofman. Voor het elektrotechnische deel kent de markt een beperkt aantal grote aannemers, de belangrijkste partijen zijn: 1. Siemens 2. GTI 3. Imtech 4. Croon (onderdeel van TBI techniek) 5. Rockwell Automation 6. Bakker Sliedrecht 7. VTN (onderdeel van BAM) De bedrijven, GTI, Imtech, Croon en Rockwell zijn de belangrijkste concurrenten, zij zijn namelijk (beperkt) in staat tot systeem integratie. In bijlage 5 is een beschrijving van deze bedrijven bijgevoegd. De andere bedrijven, Bakker en VTN, zijn grote installateurs en beschikken niet of in zeer beperkte mate over systeem integratie capaciteit. De bedrijven uit de verschillende disciplines werken veel samen in de projecten, dit kan onder meer door vorming van consortia. Een consortium bestaat uit twee of meer bedrijven, die samen inschrijven op een aanbesteding en deze dan in een tijdelijke organisatie vormgeven. Ook kan samenwerking door een hoofdaannemer die onderaannemers inhuurt voor een project. Hoofdaannemers kunnen uit elk van de drie disciplines civiele techniek, werktuigbouwkunde of elektrotechniek komen, maar komen veelal uit het civiel technische gedeelte. Siemens werkt in deze markt zowel als partner in een Definitieve versie (Maart 2007) Verslag afstudeeronderzoek F.A. Hartman 8

consortium, als hoofdaannemer en als onderaannemer. Dit betekent dat als Siemens als partner in een consortium concurreert met andere consortia en hoofdaannemers. Als hoofdaannemer betekent dit concurrentie met (veelal) bouwbedrijven of andere consortia. En wanneer Siemens als onderaannemer functioneer, dan concurreert zij met andere elektrotechnische bedrijven die ook als onderaannemer functioneren. 1.1.2 Siemens NL Siemens in Nederland is een 100% dochter van Siemens AG uit Duitsland. Siemens AG is in Duitsland ontstaan uit de handen van Werner von Siemens. In bijlage 3 is de geschiedenis van het conglomeraat bijgevoegd. Siemens in Nederland is opgebouwd uit een aantal bedrijven, welke samen met het bedrijf Siemens Nederland de Siemens Groep vormen. Siemens Nederland is opgebouwd uit tien divisies en zes stafafdelingen. De divisies waar dit onderzoek betrekking op heeft zijn Customer Services & Engineering (CSE) en Traffic & Transportation (T&T), delen van deze divisies zijn actief in de infrastructurele markt. CSE is opgedeeld in zes hoofdafdelingen en T&T in vijf, een overzicht van deze structuur is opgenomen in bijlage 2. Customer Services & Engineering (CSE) De divisie CSE is een cost centre binnen Siemens Nederland en bevat de engineering, technische ondersteuning en service voor projecten van Siemens in Nederland. Deze divisie werkt intern voor de andere divisies en factureert haar kosten één op één door aan de afnemende afdeling door tegen de kostprijs. De hoofdafdeling Engineering and Commissioning (ENGI) houdt zich bezig met ontwikkeling, technische ondersteuning en inbedrijfstelling. Deze is opgesplitst in verschillende afdelingen die zich met verschillende ondersteuningen bezig houden, van automatisering tot productontwikkeling. IPA is er hier één van en houdt zich bezig met de ontwikkeling en realisering van industriële proces automatisering. Deze afdeling is weer ingedeeld in branchegroepen die zich op verschillende marktsegmenten richten. De branchegroep Infrastructure (volledige naam: CSE ENGI IPA INFRA) heeft dit afstudeeronderzoek geïnitieerd. De werkzaamheden van de Infrastructure groep zijn te omschrijven als systeemintegratie van losse systemen, op basis van de vraag van een aanbesteder of een klant. Binnen de divisie CSE valt ook de hoofdafdeling Industry, Mobility and Assembling (IMA). Dit is de service afdeling die het onderhoud en de service verzorgt voor onder andere infrastructurele objecten. IMA valt ook onder het cost center CSE en wordt dus door andere divisies ingehuurd voor uitvoering van contracten. Traffic & transportation (T&T) T&T is een profit centre. Profit centers werken als verkooporganisaties en zijn verantwoordelijk voor hun eigen resultaat. Ze zijn hierdoor ook de eigenaar van een contract met de aanbesteder en zijn eindverantwoordelijk voor het contract, maar delegeren intern veel van deze verantwoordelijkheid door naar afdelingen van CSE. Bijvoorbeeld de engineering en inbedrijfstelling naar ENGI of het beheer en onderhoud naar CSE IMA. T&T houdt zich bezig met oplossingen voor verkeer en infrastructuur en logistiek. De hoofdafdeling Intelligent Traffic Systems (T&T ITS) concentreert zich op verkeerssystemen en de afdeling Inter Urban Systems (T&T ITS IUS) houdt zich onder andere bezig met producten en diensten voor het hoofdwegennet, die in dit afstudeeronderzoek het onderwerp zijn. Overige divisies Diverse Siemens divisies, waaronder T&T, Building Technologies (BT) en Industry (IND), leveren voor projecten in de infrastructuur hun producten en systemen. Dit is echter nog niet voldoende om een goede oplossing te realiseren. Juist de interactie tussen de systemen moet ervoor zorgen dat er bijvoorbeeld onveilige situaties worden gedetecteerd en er passende maatregelen worden genomen. Het is de taak van de CSE ENGI IPA INFRA om in samenwerking met de verkoop en de aanbesteder tot oplossingen te komen die voldoen aan de eisen. CSE ENGI IPA INFRA werkt dus als centrale afdeling bij een vertaling van klanteisen naar een oplossing die werkt, dit is eigenlijk de kern van systeem integratie. Wanneer er vanaf nu in dit verslag gesproken wordt over Siemens worden hier de volgende groepen mee bedoeld: 1. CSE ENGI IPA INFRA en 2. T&T ITS IUS. Definitieve versie (Maart 2007) Verslag afstudeeronderzoek F.A. Hartman 9

Indien er een andere divisie, afdeling of groep wordt bedoeld staat dit vermeld. Voor het beeld van de lezer, het totale aantal personen dat werkzaam is in één van de twee genoemde afdelingen is ongeveer 50-60 personen. 1.1.3 Producten en diensten voor de infrastructuur Zoals eerder gezegd houdt Siemens zich bezig met het elektrotechnische gedeelte van een infrastructureel object. Om een voorbeeld te geven, wanneer men door een tunnel rijdt ziet men de ventilatoren voor luchtverversing, men ziet de vluchtwegen en de lampen, wat men echter niet ziet zijn de brandinstallaties, besturingssystemen, verkeerssystemen, hoog frequent systemen (voor radio en GSM ontvangst), video apparatuur en communicatie apparatuur. In een treintunnel is nog meer benodigd, bijvoorbeeld de elektriciteit distributie voor de aandrijving van de trein en detectiesystemen. Siemens heeft alle producten om dergelijke elektrotechnische systemen te realiseren. Deze producten worden gecombineerd tot een systeem wat opgeleverd wordt bij de desbetreffende klant, dit wordt gedaan door CSE ENGI. Siemens kan na de commissioning (inbedrijfstelling) ook zorgdragen voor het onderhoud en service van de installatie. Dit gebeurt door de service afdeling(en) binnen de hoofdafdeling CSE IMA. De producten die net genoemd zijn, zijn de standaard componenten waarmee gewerkt wordt. In de praktijk kan in een installatie alles verwerkt worden, wanneer de installatie onderdelen benodigd heeft die Siemens niet in haar spectrum heeft, worden externe leveranciers bij de projecten betrokken. De basis van de oplossingen van Siemens zijn de verschillende componenten die geleverd kunnen worden. Daarnaast levert zij een dienst, de systeemintegratie van een installatie zodat deze voldoet aan de eisen van de klant. Deze activiteit wordt binnen Siemens aangeduid als een value-adding activity. De activiteit voegt geen producten toe, maar is wel van toegevoegde waarde voor de klant. 1.2 Probleemdefiniëring In dit deel wordt het doel van het onderzoek uiteengezet, het vangt aan met de achtergrond en de aanleiding van het onderzoek, daarna wordt de doel- en probleemstelling van dit onderzoek vastgesteld, dit wordt verder uitgewerkt in een methodologische verantwoording in 1.3. Voor de totstandkoming van dit deel van het onderzoek zijn intern interviews afgenomen, welke bijgevoegd zijn in bijlage 4. 1.2.1 Achtergrond In de infrastructuur is de laatste jaren veel veranderd en zal in de komende jaren nog veel veranderen, deze veranderingen beginnen nu hun effect te krijgen op de bedrijfsvoering bij de aannemers in de branche, zij moeten hier mee leren werken en beter nog, tot hun voordeel maken. De aanbesteders in de branche zijn Prorail, RWS en de lagere overheden, deze eerste twee hebben veel invloed op de veranderingen in de markt. De lagere overheden hebben door hun kleine volume, mindere expertise en door versplintering niet de mogelijkheid zoveel invloed op deze markt uit te oefenen als Prorail en RWS. Ook de aannemers hebben invloed op de ontwikkeling in deze markt. Zij proberen de aanbesteders te beïnvloeden met hun ideeën. Ook Siemens wil meedoen in dit spel en zijn eigen ideeën, die in haar voordeel werken, vermarkten. Een van de veranderingen in de branche is het life-cycle denken, wat zoveel zegt, dat aanbesteders hun investeringen gaan optimaliseren over de levensduur van hun objecten. Life-cycle denken is met name in de automatisering van de infrastructuur een interessant onderwerp en dit heeft twee redenen: 1. De levensduur van een elektrotechnische installatie is een aantal malen korter dan de levensduur van het civieltechnische en het werktuigbouwkundige deel van een object. Bij optimalisatie van deze investering over de levensduur van de elektrotechnische installatie zal dit snel tot resultaat leiden en omdat dit resultaat enkele malen in de levensduur van een object terugkomt, zo worden deze mogelijkheden erg interessant voor de eigenaar van het object. 2. Bij een elektrotechnische installatie is de verhouding tussen investering voor realisatie en de kosten voor het beheer en onderhoud meestal klein. Wat er op neerkomt dat kosten voor beheer en onderhoud (vele malen) groter zijn dan de kosten voor de installatie. Deze kleine Definitieve versie (Maart 2007) Verslag afstudeeronderzoek F.A. Hartman 10

verhouding moet relatief gezien worden ten opzichte van de verhouding in het civieltechnische of werktuigbouwkundige deel, waarbij het beheer en onderhoud minder kost ten opzichte van de investeringen van de realisatie en de verhouding dus relatief groot is. Deze verhoudingen hebben tot gevolg dat er bij elektrotechnische installaties veel winst te behalen valt in optimalisatie over de gehele life-cycle. Het is niet zo dat in de andere disciplines geen voordelen te halen zijn door een life-cycle benadering, echter is het relatieve voordeel kleiner. 1.2.2 Aanleiding De aanleiding voor Siemens om het onderwerp life-cycle costing te onderzoeken bestaat uit een aantal redenen, dit zijn de belangrijkste: 1. De HSL-Zuid 2 is op basis van een Design-Build-Finance-Maintain (DBFM-)contract aangeboden, waarbij het onderhoud voor 25 jaar was samengevoegd met de realisatie, wat tot gevolg had dat het consortium de calculatie voor de inschrijving ging opbouwen op basis van life-cycle costing. 2. De Tender van het Project A2 3 Leidsche Rijn moet op basis van Total Cost of Ownership met een looptijd van 20 jaar worden ontwikkeld. 3. Binnen Siemens is afgelopen jaar een stagiair geweest die zich heeft bezig gehouden met LCC in infrastructurele objecten. De resultaten waren nog niet voldoende om dit onderwerp te adopteren. Het toonde aan dat de theoretische basis voor LCC binnen Siemens nog te smal is. Het onderzoek toonde wel aan dat het potentie heeft voor Siemens. 1.2.3 Problemen Siemens bevindt zich in een veranderende markt voor infrastructuur. Ze probeert zich voortdurend als eerste op deze veranderingen aan te passen, om zo competitief te blijven ten opzichte van haar concurrenten. Eén van de trends in deze markt is de verschuiving naar life-cycle benaderingen. De volledige life-cycle van een object wordt hier centraal gesteld. Dit betekent dat in de toekomst objecten over de gehele life-cycle worden aanbesteed. Siemens is nog niet in staat deze samenvoeging te vertalen naar haar organisatie en weet nog niet hoe ze hiermee om moet gaan. De problemen die spelen zijn: 1. Siemens heeft geen kennis van het concept life-cycle costing. Dit komt doordat de verkoopafdelingen, onderhoudsafdelingen en de engineeringsafdeling geen kennis hebben van financiële concepten, die buiten de standaard werkwijzen van deze afdelingen liggen. 2. Siemens heeft geen ervaring in het toepassen van financiële concepten over de gehele levenscyclus van een product en de voordelen die hier mee gerealiseerd kunnen worden. 3. Siemens heeft geen beeld bij de ontwikkelingen van life-cycle costing bij aanbestedingen in de markt. 4. Life-cycle costing is voor Siemens een afdeling overschrijdend thema, om dit toch tot een goed resultaat te laten leiden is afstemming op alle betrokkenen belangrijk. 1.2.4 Doel- en probleemstelling De achtergrond, aanleiding en problemen die spelen leidt tot de doelstelling van dit onderzoek. Doelstelling: Het doel van het onderzoek is het ontwikkelen van een werkwijze voor het toepassen van life-cycle costing bij aanbestedingen van infrastructurele projecten binnen Siemens. In de doelstelling staat dat het doel is het ontwikkelen van een werkwijze, hiermee wordt bedoeld dat het onderzoek als resultaat een bruikbare methode voor het werken met LCC moet opleveren. De definitie van Life-cycle Costing volgt in het literatuuronderzoek. Met infrastructurele projecten binnen Siemens NL worden de projecten bedoeld die leiden tot een bod op aanbestedingen voor objecten in 2 Zie http://www.hslzuid.nl 3 Zie http://www.a2info.nl/pagina.php?pagina_id=7 Definitieve versie (Maart 2007) Verslag afstudeeronderzoek F.A. Hartman 11

de infrastructuur (tunnels, bruggen en sluizen). Hoe deze systematiek eruit moet zien is vrij in te vullen met uitzondering van de gestelde randvoorwaarden. Probleemstelling: Het ontbreekt Siemens bij infrastructurele projecten aan de benodigde kennis over life-cycle costing en Siemens weet niet hoe ze deze werkwijze kan toepassen bij aanbestedingen van infrastructurele projecten. De probleemstelling is opgebouwd uit twee elementen, het ontbreken van de benodigde kennis over LCC (kenniscomponent in de probleemstelling) en een gebrek aan inzicht over toepassing van LCC (applicatiecomponent van de probleemstelling). Dit onderzoek heeft voor Siemens als resultaat een kennisdeel wat zich toespitst op een overzicht van de theorie en mogelijkheden met life-cycle costing en een applicatie deel waarin het voor Siemens inzichtelijk is hoe men met life-cycle costing kan werken. 1.2.5 Randvoorwaarden Het resultaat van dit onderzoek moet voldoen aan de volgende randvoorwaarden: 1. De systematiek voor life-cycle costing moet gebaseerd zijn op de dagelijkse werkmethodiek en organisatiestructuur van Siemens. Dit staat grotendeels beschreven in: a. PM@Siemens (Siemens, 2006), dit is de handleiding voor projectmanagement. b. Systems Engineering (Incose, 2004), een Systems engineering tool en tot slot c. Mission, een on-line beschrijving van het procesmanagement (Intranet Siemens). 2. Het proces voor LCC en het calculatiemodel moeten toepasbaar zijn op infrastructurele objecten in de droge en natte infrastructuur (met name (spoor)tunnels en sluizen). 1.3 Onderzoeksopzet In dit hoofdstuk is tot nu toe het doel van dit onderzoek geformuleerd. De wijze van formuleren van de onderzoeksopzet is gebaseerd op Verschuren en Doorewaard (2005). Om tot een resultaat te komen wordt het onderzoek opgedeeld met behulp van deelvragen. De antwoorden op de deelvragen leiden gezamenlijk tot het gewenste resultaat van dit onderzoek (de doelstelling) en dekken de probleemstelling af. De probleemstelling is tweeledig, met hierin een kennis- en een applicatiecomponent. Dit komt terug in de vraagstructuur, waarin een deel van de vragen (vraag 1-4) de kenniscomponent beantwoorden en een deel van de vragen (vraag 5-8) de applicatiecomponent beantwoorden. De deelvragen zijn: 1. Wat zegt de theorie over de toepassing van life-cycle costing bij projecten? a. Wat is life-cycle costing? b. Hoe wordt life-cycle costing toegepast? c. Wat zijn de toegepaste financiële concepten bij life-cycle costing? d. Welke theoretische aanverwante gebieden zijn relevant? 2. Wat is de relatie tussen life-cycle costing en aanbestedingen? 3. Hoe gaat Siemens om met aanbestedingen voor infrastructurele projecten? 4. Welke trends in aanbestedingen veroorzaken de veranderingen in de komende jaren? 5. Hoe wil Siemens, met inachtneming van de trends in aanbestedingen, in de toekomst inspelen op life-cycle costing in aanbestedingen van infrastructurele projecten? 6. Hoe kan Siemens veranderen zodat dit leidt tot de gewenste situatie? 7. Hoe kan Siemens in de met life-cycle costing als methode tijdens aanbestedingen van infrastructurele projecten? 8. Hoe kan Siemens life-cycle costing leren toepassen in projecten en de werkwijze verder ontwikkelen in de organisatie? 1.3.1 Onderzoeksmateriaal Voor de uitvoering van het onderzoek is materiaal benodigd. Dit materiaal wordt uit verschillende bronnen gehaald. Dit onderzoek concentreert zich rondom een aantal onderzoeksobjecten. De Definitieve versie (Maart 2007) Verslag afstudeeronderzoek F.A. Hartman 12