Rekenen met de procentenstrook



Vergelijkbare documenten
Rekenen met verhoudingen

2 REKENEN MET BREUKEN Optellen van breuken Aftrekken van breuken Vermenigvuldigen van breuken Delen van breuken 13

kommagetallen en verhoudingen

Vervolgcursus Rekenen Derde bijeenkomst woensdag 11 maart 2015 vincent jonker & monica wijers

REKENVAARDIGHEID BRUGKLAS

Vervolgcursus Proeftuin Rekenen Derde bijeenkomst woensdag 2 maart 2016 vincent jonker & monica wijers

1.3 Rekenen met pijlen

DIDACTISCH GROEPSPLAN

Procenten 75% 33% 10% 50% 40% 25% 50% 100%

Nu een leuk stukje wiskunde ter vermaak (hoop ik dan maar). Optellen van oneindig veel getallen

Rekenmachine. Willem-Jan van der Zanden

Hoe maak je nu van breuken procenten? Voorbeeld: Opgave: hoeveel procent van de onderstaande tekening is zwart gekleurd?

Tal-uitwerking einddoelen breuken, verhoudingen, kommagetallen en procenten

31 Rekenonderwijs: traditioneel of realistisch. 1 Inleiding

Uit De Ophaalbrug, werkmateriaal bij de overstap basisonderwijs voortgezet onderwijs, sept. 2003

De waarde van een plaats in een getal.

Uitwerkingen Rekenen met cijfers en letters

Cursus rekenen in de bbl tweede bijeenkomst woensdag 14 december 2011 vincent jonker

Reken uit en Leg uit 3e bijeenkomst maandag 11 februari 2013 monica wijers en vincent jonker

Vervolgcursus Rekenen. bijeenkomst 3 12 januari 2012 vincent jonker, monica wijers Freudenthal Instituut

Overig nieuws Hulp ouders bij rekenen deel 3.

Cursus rekendidactiek. Bijeenkomst 2 13 november 2012 monica wijers, vincent jonker Freudenthal Instituut

Rekentaalkaart - toelichting

Doel Leerlingen kunnen in eigen woorden formuleren waarvoor en wanneer de berekeningen nodig zijn en deze op een correcte manier uitrekenen.

Reken uit en Leg uit 3e bijeenkomst 28 oktober 2014 monica wijers en vincent jonker

Vervolgcursus Rekenen

Praktische toepassing van functies

Cursus Rekenspecialist. Amarantis - Leusden tweede bijeenkomst 1 februari 2011

Cursus Rekenspecialist. Amarantis tweede bijeenkomst 12 oktober 2010

Vervolgcursus Rekenen Derde bijeenkomst woensdag 19 maart 2014 vincent jonker & monica wijers

Rekentermen en tekens

mei 2009 Auteurs: P.C.M.M. Hosli B.D. De Wilde A.M.P. van de Luitgaarden Rekenvaardigheden: Inleiding bladzijde 1

x x x

Cursus Rekenspecialist. Amarantis tweede bijeenkomst 8 mei 2012 Monica Wijers

Cursus rekendidactiek. Bijeenkomst 4 18 december 2012 monica wijers, vincent jonker Freudenthal Instituut

Vragen. Terugkomcursus Met Sprongen Vooruit groep 3 en 4

Het Land van Oct. Marte Koning Frans Ballering. Vierkant voor Wiskunde Wiskundeclubs

Het Fundament voor goed rekenonderwijs

= = =0 7-8= 1 tekort! = 4299

Toets gecijferdheid augustus 2005

2. Optellen en aftrekken van gelijknamige breuken

RekenWijzer, uitwerkingen hoofdstuk 2 Gebroken getallen

Dossier opdracht 2. Analyse 1 - Didactiek

Verdiepingsmodule Getallen Tweede bijeenkomst maandag 8 april 2013 monica wijers en vincent jonker

Reken uit en Leg uit 4 e bijeenkomst maandag 15 februari 2013 monica wijers en vincent jonker

Aanvullende tekst bij hoofdstuk 1

Uitwerking toets rekenvaardigheid. Opgave 1 a. 7125, ,99 = Tip: Bij kommagetallen is het eenvoudiger om aan geld te denken.

Begeleidingswijzer Dyscalculie

Lesvoorbereiding Zakelijke gegevens naam student: stageschool: Iselinge klas: mentrix: datum: aantal leerlingen: tijd: groep

CHATTEN. verborgen verdriet MARIAN HOEFNAGEL

Negatieve getallen, docenteninformatie

Opleiding docent rekenen MBO. 28 mei zesde bijeenkomst Groep 4 ROCmn

Groep 7, blok 1, week 1 Passende Perspectieven, leerroute 3

Vervolgcursus Proeftuin Rekenen Eerste bijeenkomst woensdag 13 januari 2016 monica wijers en vincent jonker

Reken zeker: leerlijn kommagetallen

Leerdoelen groep 7. Pluspunt rekenen

Vragen stellen in de reken-wiskundeles

Deel C. Breuken. vermenigvuldigen en delen

1. Een van mijn collega s, liet een mooi verhaal zien: De opgave was: Los op ln(x + 2) ln(x + 1) = 1.

1 Rekenen met gehele getallen

Opleiding docent rekenen MBO. 17 november 2016 derde bijeenkomst Groep Davinci 2 (+2)

Normering en schaallengte

Hoofdrekenen als struikelblok

kan worden vereenvoudigd tot kan worden vereenvoudigd tot

Toetsen en evalueren in het rekenonderwijs op de basisschool? Miniconferentie,26 maart 2013 Wilmad Kuiper Anneke Noteboom

1. Optellen en aftrekken

Begin situatie Wiskunde/Rekenen. VMBO BB leerling

Groep 8, blok 1, week 1 Passende Perspectieven, leerroute 3. Groep 8, blok 1, week 2 Passende Perspectieven, leerroute 3

De teller geeft hoeveel stukken er zijn en de noemer zegt wat de 5. naam is van die stukken: 6 taart geeft dus aan dat de taart in 6

Derde domein: gebroken getallen. 1 Kennismaking met breuken. 1.1 De breuk als deel van een geheel. Opdracht 1. Opdracht 2. blaadje 1.

Derde domein: gebroken getallen. 1 Kennismaking met breuken. 1.1 De breuk als deel van een geheel. Opdracht 1. Opdracht 2. blaadje 1.

Cursusbeschrijving: Wiskunde in groep 7 en 8, deel 2 Algemene gegevens Cursuscode(s) Opleiding Cursusnaam Cursusnaam Engels Studiepunten Categorie

Kernbegrippen Kennisbasis wiskunde Onderdeel breuken

Pieter Jonkers Studentnummer:

Instructie voor Docenten. Hoofdstuk 4 KOMMAGETALLEN BASIS

Rekenen met cijfers en letters

Cursus Rekenen. Albeda tweede bijeenkomst 10 mei 2011

CURSUSBESCHRIJVING Deel 1

Zwakke rekenaar in het MBO

De Cito Eindtoets Rekenen 2008

Dan is de waarde van het recessieve allel q dus 0,87, vanwege het feit dat p + q = 1.

Uitwerkingen oefeningen hoofdstuk 2

Getallen 1 is een computerprogramma voor het aanleren van de basis rekenvaardigheden (getalbegrip).

Reken zeker: leerlijn kommagetallen

Getallen 1 is een programma voor het aanleren van de basis rekenvaardigheden (getalbegrip).

LES: Vallende sommen. BENODIGDHEDEN Per leerling werkblad "Groter of kleiner" (zie p. 5) potlood en gum AFBEELDING SPELLETJE

havo/vwo: vooral breuken en bèta, maar met ruimte voor meer en anders Vincent Jonker Freudenthal Instituut

Vervolgcursus Rekenen Eerste bijeenkomst dinsdag 20 maart 2012 vincent jonker

Thema: Zelfrijdende vrachtwagens. Handleiding en opgaven niveau AA. Opgave 1: Samen

Leerlijnen groep 8 Wereld in Getallen

Rekenen in het VO. 9 december 2013

Verhoudingen 1 is onderdeel van de Bundel Rekenen en Wiskunde 1. Deze bundel bevat ook Getallen 1, Meten en Meetkunde 1 en Verbanden 1.

Gemiddelde: Het gemiddelde van een rij getallen is de som van al die getallen gedeeld door het aantal getallen.

Opdracht 2.1 a t/m c. Er zijn veel mogelijkheden. De vorm hoeft dus niet gelijk te zijn om toch een vierkant van dezelfde grootte te krijgen.

Vervolgcursus Rekenen. bijeenkomst 2 8 december 2011 vincent jonker, monica wijers Freudenthal Instituut

Zwakke rekenaar in het MBO

Toets over breuken, verhoudingen en procenten

Strategiekaarten. Deze strategiekaarten horen bij de ThiemeMeulenhoff-uitgave (ISBN ): Rekenen: een hele opgave, deel 2

TULE inhouden & activiteiten Rekenen/wiskunde (Getallen en bewerkingen) Kerndoel 30. Toelichting en verantwoording

Transcriptie:

Rekenen met de procentenstrook Volgens Bartjens Frans van Galen en Dolly van Eerde Kinderen weten aan het eind van de basisschool heus wel wat procenten zijn: een percentage geeft aan om hoeveel honderdsten het gaat. Toch hebben ze vaak moeite met procentenopgaven. Frans van Galen en Dolly van Eerde bespreken in dit artikel een onderzoek met leerlingen uit de brugklas. Interviews lieten zien dat de leerlingen geen systematische aanpak kenden voor procentenopgaven. De procentenstrook kan hier uitkomst bieden. Studenten die een master wiskundedidactiek deden lieten we in het kader van hun studie een onderzoek uitvoeren met brugklasleerlingen op een internationale school (van Galen & van Eerde, in voorbereiding). Daarbij bleek tot onze verbazing dat slecht 4 van de 14 leerlingen in de groep een goed antwoord gaven op de vraag: 'Je krijgt 15% korting op een fiets van 600; wat moet je betalen?' (zie afbeelding 1). De kladberekeningen en de antwoorden van de leerlingen die een fout antwoord gaven suggereren dat 8 van hen 600 door 15 hadden gedeeld, de oorspronkelijke prijs door het kortingspercentage! De fiets-opgave lijkt een standaard procentenopgave, hoe kan het dan dat kinderen in de brugklas daar nog over struikelen? En de vraag is natuurlijk ook: wat zou een leraar er aan kunnen doen? Laten we beginnen bij dat laatste: wij denken dat het model van de procentenstrook een krachtig hulpmiddel kan zijn. Uit het onderzoek bleek dat brugklasleerlingen die nog nooit met een procentenstrook hadden gewerkt, direct begrepen hoe je hem kunt gebruiken en het bleek ook dat ze daar veel voordeel van hadden. In dit artikel bespreken we eerst waarom het helpt als leerlingen een procentenstrook tekenen bij opgaven. Daarna beschrijven we hoe de leerlingen in ons onderzoek procentenopgaven uit hun hoofd probeerden op te lossen en wat daarbij fout ging. Tenslotte laten we aan de hand van een paar voorbeelden zien hoe snel de leerlingen al profiteerden van het werken met de strook.

Het nut van de procentenstrook Bij het uitrekenen van procentenopgaven heeft tekenen van een procentenstrook verschillende voordelen. Op de eerste plaats betekent het dat de leerlingen voor zichzelf een plaatje maken van de relatie tussen wat gegeven is en wat wordt gevraagd. In de fietsopgave draait het om de vraag: Hoeveel is 15% van 600? en daarbij hoort een strook als bovenaan in afbeelding 2. De vraag had echter ook kunnen zijn: Hoeveel procent is 90 van 600? (de middelste strook van afbeelding 2), of: 90 is 15% is van het totaalbedrag; hoeveel is dat totaalbedrag? (de onderste strook van afbeelding 2). afb 2 Een tweede voordeel is dat de procentenstrook een flexibel kladblaadje biedt voor tussenstappen bij het rekenen. De leerling kan bijvoorbeeld uitrekenen dat 50% van 600 gelijk is aan 300 (zie afbeelding 3) en dat 10% gelijk is aan 60. Het eerste leidt niet direct naar de gevraagde 15%, maar het tweede wel. Via 10% en 5% kan de leerling vinden dat het antwoord 60 + 30, dus 90 moet zijn. afb 3 Een derde voordeel is dat de procentenstrook een natuurlijke ingang biedt tot het rekenen via 1%. Vanuit het flexibel rekenen kan dat een snelle standaardprocedure worden: ga direct naar 1% en bereken vandaaruit het gevraagde percentage (zie afbeelding 4). Leerlingen kunnen die 1%-aanpak zelf ontdekken vanuit opgaven om bijvoorbeeld 26%, of 51% van iets te berekenen. afb. 4 De procentenstrook is niet het enige model voor procenten. Verschillende basisschool-methoden laten leerlingen werken met een procententabel zoals die van afbeelding 5. Ook kunnen leerlingen werken met een dubbele getallenlijn in plaats van een strook. Zulke modellen bieden min of meer dezelfde voordelen als de strook.

Wij geven de voorkeur aan de strook omdat die een duidelijk en concreet plaatje geeft van de relaties tussen de delen en het geheel. 100% 50% 10% 5% 15% 600 300 60 30 90 afb. 5 Zoeken naar een gelijke verhouding Het onderzoek dat we noemden werd uitgevoerd door tien master studenten in het kader van hun studie. Het waren buitenlandse studenten, vandaar dat ze hun onderzoek deden op een internationale school. Eerst maakten de 14 brugklasleerlingen een schriftelijke toets en daarna interviewde elke student een of twee leerlingen om te achterhalen hoe ze procentenopgaven aanpakten. Vervolgens gaven de studenten twee maal een les aan een klein groepje leerlingen. Bij de schriftelijke toets werden de leerlingen expliciet gevraagd om een kladblaadje te gebruiken. Bijna alle leerlingen deden dat ook, maar vooral om te rekenen. Niemand lijkt het kladblaadje te hebben gebruikt om te bepalen wat precies berekend moet worden; ze tekenen geen strook, getallenlijn of tabel. Ordenen van de verschillende gegevens ten opzichte van elkaar deden de leerlingen blijkbaar in hun hoofd en dat ging vaak mis. In de interviews en lessen viel op dat verschillende leerlingen een aanpak volgden die neerkomt op het zoeken naar gelijke verhoudingen. Een leerling weet bijvoorbeeld dat 15% hetzelfde is als '15 van de 100' of 15/100 en zoekt dan bij de fietsopgave naar het getal dat hoort bij 'zoveel van de 600', of 'zoveel zeshonderdste'. In principe is dit een correcte aanpak, want je kunt bijvoorbeeld redeneren dat 6x100=600, en dat je dus ook 15 met 6 moet vermenigvuldigen. Het ging echter vaak fout omdat leerlingen in verwarring raakten door de onhandige verhouding '15 van de 100'. Ze dachten dat ze die om moesten zetten in een simpeler verhouding en probeerden bijvoorbeeld om 15 op de 100 te delen. Dat leidde dan tot veel rekenwerk, maar niet tot een oplossing. Misschien moeten we concluderen dat we leerlingen te vaak opgaven met mooie getallen geven. Opgaven met 25%, 75% en 20% zijn goed op te lossen via het zoeken naar gelijke verhoudingen, maar opgaven met percentages als 15% en 35% niet. Waarschijnlijk heeft het feit dat zoveel leerlingen bij de fietsopgave 600 door 15 gingen delen - het totaalbedrag gedeeld door een percentage - ook te maken met de verwachting dat het rekenwerk uit het hoofd te doen zal zijn. 100 is niet goed te delen door 15, maar de leerlingen zagen waarschijnlijk dat 600 : 15 wel gaat. Een systematische aanpak Het was duidelijk dat de meeste leerlingen in ons onderzoek niet een systematische aanpak kenden. Alleen de leerling met de hoogste score deed de opgaven steeds op

dezelfde manier: ze zette elk percentage om in een decimaal getal en vermenigvuldigde dan. Andere leerlingen probeerden te vermenigvuldigen met breuken - bijvoorbeeeld: 15/100 x 600 - maar kwamen daar minder ver mee. Een goede en systematische aanpak is volgens ons het rekenen via 1%. Die aanpak werkt niet alleen bij 'hoeveel is 15% van 600?', maar ook bij 'hoeveel procent is 90 van 600?' en bij '15% van het totaal is 90, wat is het totaal?' Probeer het zelf uit met de stroken van afbeelding 2. De 1%-aanpak moet echter geen truuk worden, maar als leerlingen blijven denken aan de procentenstrook wordt het dat ook niet. Een les over het werken met de procentenstrook Hoewel de leerlingen in dit beperkte onderzoek maar één les kregen in het werken met de procentenstrook, bleek daar toch uit hoe effectief het tekenen van zo n strook is. De leerlingen begrepen direct de bedoeling en sommigen konden met de strook opgaven uitrekenen die ze waarschijnlijk anders niet op hadden kunnen lossen. Een voorbeeld is de opgave van afbeelding 6. Deze leerling rekende eerst 50% en 25% van 300 uit, maar kwam daarmee niet op 60 korting. Vervolgens begon ze bij 10% en vond toen 60 via verdubbelen. Afbeelding 6 Een andere leerling maakte de opgave van afbeelding 7 over het downloaden van een computer-file: van 600 Mb is 11% al gedownload, hoeveel Mb is dat? In afbeelding 7 is te zien dat de leerling de procentenstrook eerst gebruikte om maar wat te proberen: 50% is 300, 25% is 150 en 10% is 60. Uiteindelijk rekende hij uit hoeveel 1% was - dat deed hij via 60 : 10 - en vond toen 11% als 10% + 1 %. De master student die de les gaf ging door op die 1% en vroeg naar 9% van 600. De student verwachtte dat de leerling 9x6 zou uitrekenen, maar de leerling redeneerde weer vanuit 10% en koos voor 60-6.

11 % of the Install.exe completed Afbeelding 7 Uit de gegeven voorbeelden blijkt dat de leerlingen vrij snel doorhebben hoe de procentenstrook te gebruiken is als een kladblaadje voor het zoeken naar handige tussenstappen. Voor de volgende stap in het leerproces - vanuit handig rekenen naar een systematische aanpak via 1% is- meer tijd nodig. Vanuit handig rekenen naar een systematische aanpak Rekenen via 1% is een efficiënte aanpak, dus waarom leren we kinderen dat niet direct als vaste procedure aan? Is het wel nodig om leerlingen te laten rekenen met tussenstappen als 50% en 10%? Ons antwoord daarop is dat procedures die onvoldoende verankerd zijn in inzicht al heel gauw truukjes worden en truukjes zijn kwetsbaar. We pleiten er voor dat leerlingen in het begin alle ruimte krijgen om procentenopgaven op hun eigen manier op te lossen. De procentenstrook biedt daarbij houvast, want die zorgt ervoor dat leerlingen overzicht blijven houden tijdens het rekenen. De strook legt bovendien een directe relatie met het rekenen met breuken. We pleiten er ook voor om het tekenen van de procentenstrook vrij lang te handhaven, want de leerlingen moeten de strook gaan waarderen als een wiskundig hulpmiddel dat ze altijd in kunnen zetten. Uiteindelijk moet de procentenstrook gaan fungeren als een denkmodel, maar dat gebeurt alleen wanneer de leerlingen er door en door vertrouwd mee zijn. Voorkomen moet in ieder geval worden dat leerlingen te snel denken dat ze procentenopgaven uit hun hoofd kunnen oplossen. In dat opzicht geven opgaven in rekenboeken en toetsen met 'mooie' percentages en getallen een verkeerd signaal af, want als je snapt wat je doen moet kun je die opgaven inderdaad uit het hoofd uitrekenen. Om zulke opgaven op te lossen heb je echter inzicht nodig en de procentenstrook helpt om dat inzicht op te bouwen.