ADVIES VLAAMSE COMMISSIE VOOR RUIMTELIJKE ORDENING. A. Samenvatting van het dossier. Ontwerp gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan

Vergelijkbare documenten
A. Samenvatting van het dossier

De wind in de zeilen voor Dilbeek

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

voorontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Oostelijke Tangent - Temse Verslag plenaire vergadering

A. Samenvatting van het dossier

A. Samenvatting van het dossier

ASPIRAVI. Project Brecht E19 uitbreiding

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

Het voorliggend ontwerp van RUP werd voorlopig vastgesteld door de Vlaamse Regering op 16 juni 2006.

Provincie Oost-Vlaanderen Gemeente Beveren. gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Gevangenis Beveren. Bijlage II: stedenbouwkundige voorschriften

Mogelijkheden van windenergie op bedrijventerreinen

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

Ruimte voor windturbineparken in West-Vlaanderen

ASPIRAVI. Project E403 Lichtervelde en Wingene

ASPIRAVI. Project Blankenberge

PROVINCIAAL RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN

Hoogspanningsstation Kinrooi-Maaseik Van Eyck

A D V I E S V L A AM S E C O M M I S S I E V O O R R U I M T E L I J K E O R D E N I N G

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

Bestaand regionaal bedrijf

Omzendbrief RO/2014/02: Afwegingskader en randvoorwaarden voor de oprichting van windturbines

gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan zone voor windturbines Meer-Hoogstraten bijlage 3: toelichtingsnota Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap

Brussel, 24 juni _Advies uniek loket bouw- en milieuvergunning. Advies. Uniek loket bouw- en milieuvergunning

Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan AFBAKENING VAN HET STRUCTUURONDERSTEUNEND KLEINSTEDELIJK GEBIED KNOKKE-HEIST

ADVIES VAN 28 JANUARI 2015 OVER HET VOORONTWERP RUP INSTEEKHAVEN LUMMEN

ADVIES. Ontwerp gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Albertkanaal te Wijnegem. A. Samenvatting van het dossier. A.1. Situering

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

A. Samenvatting van het dossier

3. Hoeveel van het WUG op het gewestplan valt onder de volgende categorieën:

PROVINCIE ANTWERPEN STAD HERENTALS GEMEENTE GROBBENDONK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN HAZENPAD VERZOEK TOT RAADPLEGING BIJLAGE BUNDELING ADVIEZEN

Bijlage II: Stedenbouwkundige voorschriften. Ontwerp gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Petroleum-Zuid: gevangenis en technische schoolcampus

DE VLAAMSE MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW. Gelet op Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, artikel , 6 en ;

Provincieraadsbesluit

VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE REGERING,

A. Samenvatting van het dossier

PROVINCIAAL RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN

A. Samenvatting van het dossier

De Vlaamse regering heeft het voorliggend ontwerp van RUP voorlopig vastgesteld op 15 juli 2005.

4. Toetsingskader kleinschalige windturbines

AANVULLENDE NOTA VERZOEK TOT ONTHEFFING VAN DE PLAN-MER PLICHT

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

Bestemmingsplan Buitengebied Zundert, vormverandering agrarisch bouwblok Hazeldonksestraat 2B, Rijsbergen. Toelichting/ ruimtelijke onderbouwing

Het voorliggend ontwerp van RUP werd voorlopig vastgesteld door de Vlaamse Regering op 15 juli 2005.

ADVIES VLAAMSE COMMISSIE VOOR RUIMTELIJKE ORDENING. Aanvraag Planologisch Attest Garage West-Trucks nv Zonnebeke. Inleiding

Aanvraag van een planologisch attest

Beleidskader wind. Diensthoofd Ruimtelijke Planning

Markstudie naar kleine windturbines in Vlaanderen

UITTREKSEL UIT DE NOTULEN VAN DE GEMEENTERAAD VAN 9180 MOERBEKE.

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

Hoogspanningslijn Aftakking Lokeren 150kV

1 Inleiding. Verslag. HaskoningDHV Nederland B.V. Transport & Planning

Provincieraadsbesluit

VR DOC.0153/1BIS

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN RUILRUP

Cohousing in Vlaanderen stedenbouwkundig Peter Vervoort

Provincieraadsbesluit

VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE REGERING,

A. Samenvatting van het dossier

Beknopte beleidsnotitie voor zonne-energie gemeente Leeuwarderadeel Versie : ontwerp Datum : 1 februari 2016

"Opheffing reservatiestrook N403 te Stekene en Sint-Gillis-Waas"

adviezen n.a.v. planmer-screening

Inspiratiesessie hernieuwbare energie 16/02 Kruishoutem Lippens Jan ing Voorzitter Zaubeek Power CVBA. CVBA Zaubeek Power Oude Waalstraat 294 Zulte 1

gemeenteraad Besluit Onderwerp: Aanvraag stedenbouwkundige vergunning NR. 2017/ Kuhlmannlaan/Riemekaai - zaak van de wegen - Goedkeuring

Bestaand regionaal bedrijf

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

WINDENERGIEPROJECT Zulte - Leiekanaal

Provincieraadsbesluit

Provincieraadsbesluit

ADVIES VLAAMSE COMMISSIE VOOR RUIMTELIJKE ORDENING

Voor- of tegenwind? Drenthe Molenvrij?

gemeenteraad Besluit OPSCHRIFT Vergadering van 23 oktober 2017 Besluit nummer: 2017_GR_01011

Project/onderwerp RUP Paalsteenlaan - Van Kerckemstraat - Plenaire vergadering verslag Ons kenmerk Datum 23/05/2016 Provincie Limburg

A. Samenvatting van het dossier

Amendementen. op het ontwerp van decreet

Ontwerp gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan R4 - Knoop Wondelgem

De gemeenteraad. Ontwerpbesluit

Raadsvoorstel. Agendapunt: 12b. Onderwerp: Bestemmingsplan Windturbines Netterden-Azewijn. Portefeuillehouder: wethouder F.S.A.

Bijlage II. Stedenbouwkundige voorschriften. ontwerp gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan

Regiostelplaats Antwerpen-Oost

Veurne - Westkust. 1. Toeristisch recreatiepark (KB 6/12/76)

college van burgemeester en schepenen Zitting van 16 januari 2015

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 januari 2014 betreffende het onroerend erfgoed;

Jouw stem in het Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan

In het kader van het openbaar onderzoek wensen wij de volgende bezwaren op te werpen.

Verslag GECORO 12/01/2016

Ik heb ernstige bezwaren tegen het plaatsen van deze windmolen op deze plek omwille van volgende redenen:

Motivering besluit ontwerp-vvgb windturbinepark Havenwind

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 januari 2014 betreffende het onroerend erfgoed;

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

college van burgemeester en schepenen Zitting van 8 februari 2013

ADVIEZEN OP HET VERZOEK TOT RAADPLEGING RUP KLEIN SCHRIEKEN HEIST-OP-DEN-BERG

MLAV1/ /MV/bd

Brabantnet sneltram A12

Juridische en ruimtelijke aspecten

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

POSITIEF PLANOLOGISCH ATTEST

Wijziging Verordening ruimte 2014, actualisatie 2017

1. BESCHRIJF DE RISICO'S OP ZWARE ONGEVALLEN OF RAMPEN, MET INBEGRIP VAN DE BRANDVEILIGHEID, TEN GEVOLGE VAN DEZE AANVRAAG.

Beleidsnotitie. Kleine Windturbines in de Gemeente Oude IJsselstreek

Proactieve aanwijzing Windpark Kabeljauwbeek, Woensdrecht

Transcriptie:

ADVIES VLAAMSE COMMISSIE VOOR RUIMTELIJKE ORDENING Ontwerp gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Zone voor windturbines Meer-Hoogstraten A. Samenvatting van het dossier A.1 Situering De Europese Commissie nam in haar witboek van 1997 m.b.t. duurzame energie de doelstelling op om tegen 2010 12% van het bruto binnenlands verbruik te halen uit hernieuwbare energiebronnen. De Vlaamse regering heeft dit overgenomen in haar regeerakkoord en uitgewerkt in het decreet van 17 juli 2000 houdende de organisatie van de elektriciteitsmarkt. De Europese doelstelling werd vertaald naar 3% tegen 2004 tot 5% tegen 2010. Als afwegingskader wordt de omzendbrief EME/2000.01 (afwegingskader en randvoorwaarden voor de inplanting van windturbines) gehanteerd, waarin het hoofdstuk duurzame ruimtelijke ontwikkeling gebaseerd is op de principes van het RSV. Naar locaties voor windturbines toe wordt vooral rekening gehouden met het behoud en de versterking van het buitengebied, een bundeling van infrastructuren en de draagkracht van het gebied. De windturbines oefenen een gemeenschapsfunctie uit, daarom worden ze vooral geconcentreerd bij kernen in het buitengebied of bij stedelijke gebieden (bij bedrijventerreinen, bestaande nutsvoorzieningen, grootschalige recreatie ) waarbij de omvang van de zone steeds afhankelijk is van het niveau van de bestaande kern of gebundeld met (lijn)infrastructuren en/of bedrijventerreinen. Om de beschikbare ruimte voor windenergie te inventariseren, werd het windplan Vlaanderen opgemaakt, dat tevens een beleidsinstrument is voor een verantwoorde toepassing van windenergie in Vlaanderen. Het is een kaart met een aanduiding van de meest geschikte, de voorwaardelijke en de uit te sluiten gebieden, vastgesteld op basis van technische en economische aspecten en de gewestplanbestemmingen. Gebieden die volgens het windplan in aanmerking komen voor de inplanting van windturbines kunnen volgens het gewestplan in een bestemmingszone liggen waar het niet mogelijk is een stedenbouwkundige vergunning te krijgen voor windturbines. In dit geval is een bestemmingswijziging noodzakelijk. Een RUP dient ook om de verspreide inplanting van windturbines tegen te gaan. A.2 Ontwerp De aangeduide zone voor windturbines Meer-Hoogstraten is een zone met hoge prioriteit volgens het windplan Vlaanderen en het gebied heeft een gunstig windaanbod. De zone volgt het traject van de E19, de reserveringszone voor de aanleg van de HST en een groot 2,9 km lang bedrijventerrein langs de snelweg. In de zone zijn er geen gebieden die van belang zijn voor het functioneren van de natuurlijke structuur en ook geen beschermingsbesluiten van toepassing. In Nederland is er interesse om aan te sluiten bij dit initiatief en de zone voor windturbines uit te breiden op hun grondgebied. Het plangebied is een strook gelegen aan weerszijden van de E19. De noordelijke grens is de landgrens, de westelijke grens valt deels samen met de grens van het bedrijventerrein, voor de overige grenzen wordt rekening gehouden met de open ruimte, de aanwezige bebouwing en een in de buurt gelegen reservaatgebied. De zone voor windturbines is een zone in overdruk waarbinnen de inplanting van windturbines mogelijk is. De onderliggende bestemming blijft behouden voor zover ze de bestemming zone voor windturbines niet onmogelijk maakt en omgekeerd. De inrichting kan gefaseerd gebeuren, waarbij het eerste project 1

bepalend is voor het uitzicht van het totaalbeeld. Bij elke aanvraag hoort een verantwoording die aantoont dat het project kadert in een visueel totaalbeeld (op basis van afstand, ritmiek hoogte, vorm ). Het totale project moet een minimumvermogen van 18MW realiseren. Het eerste project voorziet minimum 5 windturbines, in een enkele lijnvormige opstelling, evenwijdig aan de naastliggende hoofdweg. A.3 Openbaar onderzoek Het ontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan werd onderworpen aan een openbaar onderzoek gedurende 60 dagen van 3 juni 2002 tot 1 augustus 2002. Er werden 10 bezwaren ingediend. Bezwaren:10: 58/B1: W. Vinck (met bijlage) 58/B2: W. Vinck 58/B3: Gemeente Zundert (NL) 58/B4: Feranka NV 58/B5: Defensie, sectie beheer infrastructuur 58/B6: Brabantse milieufederatie (NL) 58/B7: Gemeente Breda (NL) 58/B8: Buurtvereniging Diunt-Hazeldonk (NL) 58/B9: A.M.W. Stimm en A.J.M. Kamp (NL) 58/B10: Buurtgenootschap Laarheide (J. van Dongen) (NL) Bezwaren die niet aan de vormvereiste voldoen: geen A.4 Adviezen Gemeenteraad Hoogstraten (advies 58/A2): gunstig advies (24 juni 2002) Provincieraad Antwerpen (advies 58/A1): gunstig advies (27 juni 2002) mits: - de voorziene schaalgrootte van de zone te Hoogstraten voldoende onderbouwd wordt; - de huidige en mogelijk toekomstige economische ontwikkeling van de transportzone Meer niet gehypothekeerd wordt; - er voldoende aandacht wordt gegeven aan de landschappelijke inpassing; - de technische vereisten en gevolgen op de inplanting beter verduidelijkt worden door de dimensie van de inrichting uit te drukken in afmetingen in plaats van in vermogen; - de mogelijke veiligheidsvereisten (ligging aan autosnelweg, functioneren van de industriezone, functioneren van de spoorweg, ) verduidelijkt worden; - de afstemming met de ontwikkeling in Nederland zowel tekstueel als cartografisch aangegeven wordt. 2

B. Advies van VLACORO B.1 Antwoord op de adviezen Provincieraad Antwerpen (advies 58/A1) geeft een gunstig advies mits: - de voorziene schaalgrootte van de zone te Hoogstraten voldoende onderbouwd wordt; - de huidige en mogelijk toekomstige economische ontwikkeling van de transportzone Meer niet gehypothekeerd wordt; - er voldoende aandacht wordt gegeven aan de landschappelijke inpassing; - de technische vereisten en gevolgen op de inplanting beter verduidelijkt worden door de dimensie van de inrichting uit te drukken in afmetingen in plaats van in vermogen; - de mogelijke veiligheidsvereisten (ligging aan autosnelweg, functioneren van de industriezone, functioneren van de spoorweg, ) verduidelijkt worden; - de afstemming met de ontwikkeling in Nederland zowel tekstueel als cartografisch aangegeven wordt. Vlacoro merkt op dat al deze bemerkingen niet van toepassing zijn op het RUP zone voor windturbines Meer-Hoogstraten (zie ook bespreking bij onderstaande kader). Het voorliggend RUP geeft enkel een zone aan waarin windturbines kunnen geplaatst worden en geeft enkel basisrichtlijnen aan. De details (afmetingen, vermogen, plaatsing ) worden behandeld in de stedenbouwkundige vergunningsaanvraag en dienen onder meer hun weerslag te krijgen in het voor te stellen visueel totaalbeeld. Vlacoro verwijst voor de veiligheidsvereisten naar de geldende sectorwetgeving m.b.t. autosnelwegen, spoorwegen Hiervoor werd reeds advies ingewonnen bij de bevoegde instanties tijdens de plenaire vergadering. B.2 Antwoord op de bezwaren en opmerkingen Verschillende bezwaarindieners stellen zich vragen bij het voorliggend RUP zone voor windturbines Meer- Hoogstraten. Zij vinden het plan te weinig concreet. Er wordt meer duidelijkheid gevraagd over het aantal windturbines en de hoogte ervan (58/B3, 58/B6, 58/B7). Zo wenst de gemeente Zundert een uitgewerkt inplantingsvoorstel met maximale hoogten en aantallen (58/B3). Vlacoro treedt de bezwaren niet bij en verwijst hiervoor naar p. 9 van de toelichtingsnota. Hier wordt gesteld dat het enkel een zone is die de plaatsing van windturbines mogelijk maakt. De keuze van de exacte inplantingsplaats is afhankelijk van volgende criteria: - het huidig ruimtegebruik op en in de onmiddellijke omgeving van de inplantingsplaats (bedrijven, woningen ) - het vermogen, de daardoor vereiste minimale grootte van en optimale tussenafstand tussen de windturbines - de evolutie van de techniek - de bereidheid van de grondeigenaar om de inplanting van een windturbine toe te laten - de bereikbaarheid met het oog op installatie en onderhoud Deze gegevens kunnen onmogelijk op voorhand vastgelegd worden. Vlacoro wijst erop dat een analyse van bovenstaande criteria steeds zal gebeuren bij de aanvraag van een stedenbouwkundige vergunning voor de plaatsing van windturbines. Vlacoro is hierbij voorstander van een flexibel RUP waarin zo weinig mogelijk wordt vastgelegd en waarin enkel een kader wordt geschetst als handleiding voor de vergunningsprocedure. 3

Het Ministerie van Landsverdediging heeft geen bezwaren bij de plaatsing van windturbines in de aangeduide zone, maar merkt op dat de zone gelegen is in een oefengebied voor helikopters. Daarom kan het Ministerie van Landsverdediging enkel akkoord gaan indien de windturbines worden uitgerust met verlichting/reflectoren zoals aangeduid op een bijgevoegde tekening. Het Ministerie van Landsverdediging merkt ook op dat zij steeds verwittigd moeten worden bij de vergunningsprocedure (58B/5). Vlacoro merkt op dat alle windturbines in de zone voor windturbines Meer-Hoogstraten uitgerust moeten zijn met de voorgestelde verlichting/reflectoren. De sectorwetgeving blijft hier evenwel geldig. De meeste bezwaarindieners zijn bezorgd over de eventuele gevolgen van de inplanting van windturbines: - de visuele vervuiling : de meer dan 100 meter hoge masten zijn reeds van ver te zien in het landschap (58/B1, 58/B2, 58/B10). In de bezwaarschriften 58/B1 en 58/B2 wordt verwezen naar verschillende voorbeelden van bouwaanvragen voor windturbines die afgekeurd zijn omwille van de visuele hinder. Verder wordt de link gelegd met hoogspanningsmasten en GSM-masten die reeds de horizon vervuilen. - geluidsoverlast (58/B1, 58/B3, 58/B6, 58/B8, 58/B9, 58/B10). De gemeente Zundert stelt voor om een milieuparagraaf op te nemen waarin bijvoorbeeld geluids- en visuele hinder behandeld kunnen worden. Voor de geluidshinder worden richtwaarden aangegeven voor maximum toegelaten geluidsbelasting. Voor de visuele hinder wordt een visualisatie gevraagd (58/B3). - gevaar voor losgeraakte onderdelen: bij rotor-injectie kunnen de onderdelen van windturbines tot 600 meter ver vallen (58/B1). Windturbines kunnen ook omvallen (58/B4, 58/B10). - Men vreest problemen voor de migratie van vogels en vleermuizen (58/B1, 58/B6). - lichtschittering (58/B10). - aantasting van het milieu (58/B10). - slagschaduw (58/B8, 58/B9). - Daling van de grondprijs (58/B1, 58/B4). Een eigenaar vreest dat zijn eigendom waardeloos zal worden wanneer er een windturbine in de buurt staat. Verder wordt gevreesd voor restricties voor bouw- en gebruiksmogelijkheden (58/B4). Vlacoro merkt op dat deze aspecten aan bod komen in de milieunota, zoals voorgeschreven in de omzendbrief (EME/2000.01). Vlacoro gaat ervan uit dat de milieunota deel uitmaakt van de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning en merkt op dat tijdens de plenaire vergadering geen overwegende bezwaren werden ingediend door de adviserende instanties. Visuele hinder is een subjectief begrip. Vlacoro merkt op dat deze locatie geselecteerd is op basis van zijn ligging. De windturbines staan trouwens parallel aan de snelweg, de toekomstige HSL-lijn en het bedrijventerrein. Voor de geluidsoverlast kan hetzelfde aangetoond worden: dit zal deels vervagen bij het geluid van de autosnelweg en de spoorlijn. Vlacoro merkt op dat de inplanting van windturbines milieuvergunningsplichtig is. De milieuparagraaf die de gemeente Zundert voorstelt zal in de milieuvergunning worden opgenomen. Rotorinjectie en losvliegende onderdelen houden een ongevalsrisico in. Met betrekking tot de trekvogelmigratie merkt Vlacoro op dat hiervoor het advies van het Instituut voor Natuurbehoud werd ingewonnen. Ze meldde dat de hinder voor overvliegende vogels verwaarloosbaar is voor deze locatie. Met lichtschittering en slagschaduw werd rekening gehouden bij de opmaak van het RUP. Vlacoro merkt op dat er geen enkel bezwaar is gekomen vanuit de diensten die zich bekommeren om de bescherming van het milieu (die allen om advies werden gevraagd) en gaat er daarom vanuit dat de aantasting van het milieu in de gebied beperkt en draagbaar is. Vlacoro onderkent dat een vermindering van de waarde van de grond een potentieel risico is. Dit weegt echter niet op tegen de maatschappelijke voordelen inzake de voorziening van duurzame energie. 4

Vlacoro merkt evenwel op dat de aangeduide zone voor windturbines gelegen is op een zone voor industrie en agrarische zone. Mogelijke restricties voor bouw- en gebruiksmogelijkheden werden opgenomen in de stedenbouwkundige voorschriften. Op p. 3 (Bijlage 2) van de voorschriften staat: In deze zone mogen ook alle handelingen en werken worden uitgevoerd die overeenstemmen met de in grondkleur aangegeven bestemmingen in zoverre de redelijke benutting (aanleg en optimale uitbating van de zone voor windturbines) mogelijk wordt gemaakt. Er zijn enkele problemen m.b.t. het overleg tussen Nederland en België. Enkele Nederlanders wijzen op een gebrek aan communicatie. Zij stellen dat ze niet op de hoogte werden gehouden van de lopende procedure (58/B6, 58/B8, 58/B9). De gemeente Breda merkt op dat er een afstemming moet komen met initiatieven in Nederland (Hazeldonk). De gemeente merkt op dat er nog geen overleg heeft plaatsgehad, alhoewel dit in de toelichtingsnota wordt benadrukt (58/B7). Voorts merkt zij wel op niet volledig op de hoogte te zijn van de inspraak die er is voor concrete bouw- en milieuaanvragen in België. (58/B3) Vlacoro merkt op dat het RUP uitgebreid werd toegelicht op een grensoverschrijdend overleg. In het kader van VLANED (Vlaanderen Nederland) werd er een vergadering georganiseerd op 1/07/2002. Voor deze vergadering werden naast de vaste leden ook de betrokken besturen uit België en Nederland uitgenodigd. De gemeente Breda verwijst naar de laatste paragraaf op p. 5 van de toelichtingsnota. De gemeente stelt dat het overleg waarvan sprake is, nog niet werd gevoerd. Vlacoro merkt op dat dit overleg pas kan plaatshebben wanneer er zich een projectontwikkelaar aandient met een concreet project voor de inplanting van windturbines op deze plek. Een deel van de bezwaren zijn gericht tegen windenergie in het algemeen: - Men verwijt Vlaanderen zich te verstoppen achter de Europese richtlijnen i.v.m. hernieuwbare energie (Richtlijn 2001/77/EC). Windenergie is niet de enige oplossing voor hernieuwbare energie (58/B1, 58/B4). - Bij de afwezigheid van wind kan er een instabiliteitsrisico optreden bij de elektriciteitstransmissie (black-outs) door een onregelmatige voorziening van stroom (58/B1, 58/B2, 58/B4). - Windenergie is duur in verhouding tot de kleine opbrengst ervan. Windmolens zijn niet rendabel. Denemarken, pionier in windturbines, bouwt zelfs af (58/B1, 58/B4). - Windenergie bestaat vooral uit lobbywerk van constructiefirma s om een afzet te vinden voor hun producten bij gemeenten en boeren. (58/B1) Bezwaarschrift 58/B1 bevat een uitgebreide bijlage met informatie en illustratief materiaal over o.a. ongevallen, geluidsoverlast, kostprijs, de nadelen van windenergie, de daling van de grondwaarde, de black-outs van de stroomvoorzieningen, problemen voor vogelmigraties Vlacoro treedt het bezwaar niet bij omdat dit niet in relatie staat tot het onderwerp van het openbaar onderzoek. Het RUP windturbines Meer-Hoogstraten duidt een locatie aan waarin de plaatsing van windturbines mogelijk is. Dit RUP is een ruimtelijk instrument. Vlacoro is niet bevoegd voor het energiebeleid. Overigens heeft de Vlaamse Regering uitdrukkelijk geopteerd voor windenergie als één van de mogelijkheden. Er wordt verwezen naar het niet op elkaar afstemmen van de verschillende plannen als het provinciaal ruimtelijk structuurplan, provinciale beleidsplannen voor windenergie, het windplan (met prioritaire zones), het milieubeleidsplan, erfgoedlandschappen, MER-plicht (58/B1) Vlacoro merkt op dat men onmogelijk kan wachten tot alle plannen af zijn vooraleer men een nieuw proces opstart. Planning is trouwens erg dynamisch en steeds in verandering. Het RUP geeft een kader aan. Alle bevoegde instanties die bij de opmaak van de aangehaalde plannen betrokken zijn, werden om advies gevraagd tijdens de plenaire vergadering. Bij de uitwerking van de concrete details worden deze afgestemd op de in opmaak zijnde plannen. 5

De Brabantse milieufederatie (58/B6) heeft samen met de Stichting natuur en Milieu en andere provinciale milieufederaties een standpunt over windenergie bepaald. Zij zijn voorstander van windenergie omdat dit een onderdeel is van duurzame energievoorziening maar er moet rekening worden gehouden met natuur en landschap Daarom hebben ze enkele criteria uitgewerkt: concentratie van windmolens, de locatie moet aansluiten bij infrastructuur of een groot bedrijventerrein, windmolenparken mogen niet voorkomen bij de gebieden die van belang zijn voor de natuurlijke structuur, tijdelijke windmolenparken kunnen een optie zijn voor gebieden waar de komende 15 tot 20 jaar niet gebouwd gaat worden. Daarbij vragen ze dat: - de locatie windrijk is, - de locatie moet samenvallen met de A16 en de transportzone Meer-Hazeldonk - ze merken op dat er een compensatieplicht geldt bij schade of aantasting van natuur-, landschaps-, en cultuurhistorische en aardkundige waarden. - wordt de energie geleverd aan bedrijven op het bedrijventerrein? Vlacoro merkt op dat aan de vooropgestelde eisen werd voldaan. De locatie werd als windrijk aangeduid door het windplan Vlaanderen, de inplanting moet parallel gebeuren aan de infrastructuur en de zone ligt niet in of in de nabijheid van een gebied van belang voor de natuurlijke structuur. De energie die er wordt opgewekt door de windturbines, wordt in principe geleverd aan het openbare elektriciteitsnet, dat onder andere de bedrijven bedeelt. Er heerst enige verwarring tussen het RUP windturbines en enkele bestaande initiatieven voor de inplanting van windturbines op die plek. Heel wat bezwaren zijn gericht tegen bestaande initiatieven voor de inplanting van windturbines te Meer (58/B4, 58/B7, 58/B8, 58/B9). Zo staat bijvoorbeeld in het bezwaarschrift van de gemeente Breda (58/B7) dat er een verschil is in ashoogte tussen de bouwaanvraag (sic) en de milieuvergunningsaanvraag en merkt bijvoorbeeld de buurtvereniging Diunt- Hazeldonk op dat het initiatief beter op Belgisch grondgebied gerealiseerd kan worden (58/B8, 58/B9). Bezwaarschrift 58/B4 heeft het dan vooral over voorliggende initiatieven van de firma NV Westenwind. Vlacoro merkt op dat het openbaar onderzoek enkel betrekking heeft op de locatie waarbinnen windturbines geplaatst kunnen worden. Bezwaren die betrekking hebben op vergunningsaanvragen voor windturbines op deze locatie moeten ingediend worden tijdens het openbaar onderzoek voor desbetreffende vergunningen. Vlacoro merkt tevens op dat de goedkeuring van dit RUP cruciaal is voor het indienen van aanvragen om stedenbouwkundige vergunningen voor de inplanting van windturbines. De projecten moeten bovendien gesitueerd zijn binnen de zone aangeduid in het RUP Zone voor windturbines Meer-Hoogstraten. De voorliggende bouwaanvraag van de firma NV Westenwind is afgekeurd omdat windturbines niet in agrarisch gebied kunnen worden ingeplant. De gemeente Zundert (58/B3) gaat ervan uit dat de richtafstand tot woningen van minimum 250 m ook geldig is voor de woningen gelegen op Nederlands grondgebied. De afstand van 250 m geldt bij windturbines van 1,5 Mw. De gemeente vraagt zich af welke afstand gehanteerd wordt bij windturbines van 2 Mw. Ze doet dit naar aanleiding van een voorliggende aanvraag om stedenbouwkundige vergunning bij de gemeente Hoogstraten die windturbines van 2 Mw voorziet met een mast van 100 meter. De gemeente drukt haar bezorgdheid hierover uit aangezien het eerste project de trend zal zetten en Nederland hierop zal aansluiten. Vlacoro merkt op dat de afstand zoals aangeduid is in de omzendbrief slechts een richtafstand is. Door een RUP mag daar van afgeweken worden, mits de ruimtelijke situatie dat verantwoordt. De uiteindelijke afstand zal bepaald worden door de binnen het RUP te voorziene projecten. 6

Volgende elementen uit de bezwaarschriften worden als niet relevant beschouwd omdat ze geen verband houden met het RUP zone voor windturbines Meer-Hoogstraten: - Feranka NV merkt op dat hun eigendom, een grond aan de Amsterdamstraat 20 jaar geleden onteigend werd en aan derden (bijna gratis) verkocht om er loodsen op te zetten. De loodsen zijn er nooit gekomen, maar nu komt er ook nog eens een belasting van de ruimte bij door de plaatsing van hoge windturbines op die gronden (58/B4). - Het afkeuren van stedenbouwkundige vergunningen voor andere windturbineprojecten (58/B1, 58/B2) B.3 Opmerkingen VLACORO De aanleg van windturbineparken kadert in een ruimere (Europese) regelgeving. Het dossier zit zeer goed in elkaar. De gekozen locatie is een geschikte plek voor windturbines. Door de bundeling met de plaatselijke lijninfrastructuren sluit het RUP aan bij de principes van het RSV. 7

B.4 Besluit Vlacoro geeft gunstig advies over het ontwerp-rup, omdat de plek gunstig gesitueerd is voor de inplanting van windturbines. mits: - er voldaan wordt aan de eisen van het Ministerie van Landsverdediging en de windturbines uitgerust worden met de nodige verlichting/reflectoren maar merkt op dat: - er voldoende aandacht moet worden geschonken aan het overleg met Nederland (Gemeente Breda) om verschillende initiatieven beter op elkaar te kunnen afstemmen. Verleend op 15 oktober 2002 te Brussel, De vaste secretaris, De ondervoorzitter, Lieve Reenaers Roel Vanhaeren 8