Desk research: Gebeurt vanachter het bureau. De onderzoeker maakt gebruik van materiaal dat al eerder voor andere doeleinden is gebruikt.

Vergelijkbare documenten
Samenvatting Management & Organisatie InBalans 2 Hoofdstuk 32-36

Hoofdstuk 16 Marketing

[ download de bijlage voor afbeeldingen, schema's en markeringen die niet gekopieerd konden worden]

- Bij de juiste combinatie van de 4P s (marketingmix) kunnen marketingdoelen gerealiseerd worden. 1. Prijs 2. Product 3. Plaats 4.

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 5, Marketingbeleid

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 16 t/m 19

Mangement & Organisatie (M&O) In Balans HAVO Hoofdstuk 16, 17, 18 en 19

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 5 en 6

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 6, Het product- en prijsbeleid

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 7 t/m 12

Boekverslag door B woorden 9 mei keer beoordeeld

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 23 t/m 27

Samenvatting door M woorden 5 mei keer beoordeeld

Samenvatting M&O Hoofdstuk 16,17,18,19

6,2. Samenvatting door een scholier 1556 woorden 26 oktober keer beoordeeld

5,6. Samenvatting door R woorden 7 juli keer beoordeeld

5, Marketingmix. 7.2 Omgevingsfactoren. Samenvatting door een scholier 2590 woorden 12 oktober keer beoordeeld. Onderdeel 3 Marketing

De vier p s worden in onderlinge samenhang toegepast, waardoor we spreken van de marketingmix.

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 17 t/m 20

-Het nastreven van continuïteit, en daarmee samenhangend bij een onderneming

6,9. Samenvatting door een scholier 1802 woorden 9 september keer beoordeeld

Marketing concept = het lokken van de consument om jou product te verkopen.

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 16 t/m 23

Bijvoorbeeld prijzen zoals 89,99 lijkt veel goedkoper dan 90,00. Doordat het product goedkoper lijkt verkopen de winkels meer

7,7. Begrippenlijst door een scholier 5003 woorden 17 januari keer beoordeeld

Een product is het geheel van materiële en immateriële eigenschappen van een goed of een dienst.

M&O VWO 2011/

Samenvatting door een scholier 1651 woorden 29 maart keer beoordeeld

Praktische opdracht Management & Organisatie Eigen produkt verkopen

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 17 t/m 20

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 3 en 4: De Firma

Boekverslag door W woorden 20 juni keer beoordeeld. M&O Hoofdstuk

Marketing: Het maken en uitvoeren van plannen voor het vergroten of het behouden van de afzet.

Hoofdstuk 19. Prijs en distributiebeleid. Veel verkopen is niet moeilijk als je een hele lage prijs vraagt.

Werkstuk Economie marketing

Samenvatting Management & Organisatie de firma

5.1 Marketingbeleid. 5.2 Productbeleid

Marketing is een onderdeel van het organisatiebeleid. Veel verkopen (afzet) voor een goede prijs (omzet)

Samenvatting door een scholier 5552 woorden 2 juni keer beoordeeld

M&O H.17 Marketing 1. Marketingaspecten

6,9. Samenvatting door een scholier 2059 woorden 14 januari keer beoordeeld. 2. Wat is Marketing:

Samenvatting M&O H 12 t/m H19 + H27

3,3. Samenvatting door een scholier 4039 woorden 11 maart keer beoordeeld

voorbeeldhoofdstuk havo M&O

4,8. Samenvatting door een scholier 1391 woorden 13 juni keer beoordeeld. H9 Marketingmix

Aan de slag met excel

Hoofdstuk 20. Communicatiebeleid

Samenvatting Economie Consument & Producent

Samenvatting Management & Organisatie De Firma

Samenvatting Management & Organisatie H3 + 4: De fima

Dit bestand niet correct? Meld misbruik op Saxionstudent.nl Blok1

7.6. Boekverslag door M woorden 22 juni keer beoordeeld

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 9, 10, 11, 12

3 Productontwikkeling en de productlevenscyclus 69

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 3

Samenvatting Economie Consument en Producent

Commerciële calculaties

Marketingplan. HAK Appelmoes. Opdrachtgever: Datum: 05/01/2010. Dhr. H.H. van Nieuwenhuijze. Inge van Wanrooij Caroline Krouwel

les 1 inleiding marketing HMC 1. Wat is marketing?

Eco samenvatting; hs 2 + 5

Marketing Woordverklaring: Markt-getting o Naar de markt brengen o Aan de klant bezorgen

Saxionstudent.nl Blok1

Periode 1 Les 1. 4P s, 4C s & het SIVA-model

Commerciële calculaties

Communicatie is het uitwisselen van gedachten, gevoelens, ideeën en informatie tussen mensen. De

College 4. Video Kotler (25min) Bespreken video (20 min) Theorie H 11 Productbeleid (60 min)

7,3. Samenvatting door een scholier 5875 woorden 28 mei keer beoordeeld

Webshop ecommerce 8 Reclame en PR. graficus jr. Themamodules met voorbereiding op de ecommerce Webshop RECLAME EN PR

Concurrentiestrategieën

Inleiding. 1.2 Communicatie. Boekverslag door I woorden 12 januari keer beoordeeld

NIMA Marketing-A. Inhoudsopgave. Les 1. Les 4. Les 2. Les 5. Les 3. Marketing, een moderne denkdiscipline

Samenvatting Economie hoofdstuk 3 management en organisatie

verkoopprijs (laagseizoen)(reisbureau) consument commissie (9% van de verkoopprijs) verkoopprijs (touroperator) reisbureau (commissie 9%)

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 1 t/m 4

Marketingmix instrumenten Marketingcommunicatie

Proefexamen MARKETING

het eigen vermogen is de waarde van de bezittingen verminderd met de schulden. De debet en credit kant moeten in balans zijn.

detaillistenpromotie onderdelen promotiemix Hand-out detaillistenpromotie, paragraaf 9.1 promotie gepland Retailmarketing hoofdstuk 9, paragraaf 9.

DOMEINBESCHRIJVING 27 MEI 2014 VOORLOPIG CONCEPT

Samenvatting Management & Organisatie Marketing 1 (lesbrief)

Hoofdstuk 12 Productontwikkeling en levenscyclusstrategieën

Marketingbeleid AFDELING

Beoordelingsformulier

Samenvatting Economie Economie II

Samenvatting Management & Organisatie Marketing

Categorisatie van promoties

Het Marketingconcept: Tevreden klanten: Geintegreerde aanpak:

Hoe groot is het marktaandeel van onderneming B? Vul een geheel getal in (zonder decimalen).

Eindexamen m&o vwo 2005-I

Oefenvragen Ondernemerskunde A - Businessplan & strategie

Deze examenopgaven bestaan uit 7 pagina s, inclusief het voorblad. Controleer of alle pagina s aanwezig zijn.

Eindexamen m&o vwo 2004-II

Hoofdstuk 19 Distributiebeleid

ANTWOORDEN MARKETING. Antwoorden Marketing

Stageopdracht 3. Het retail concept, doelgroep en concurrentie

Proefschoolexamen Management & Organisatie 5 vwo. Hoofdstuk 17 tot en met 28. Normering. Aantal punten x = cijfer 63

Ken je markt. graficus jr. Themamodules met voorbereiding op de ecommerce Webshop KEN JE MARKT

Inhoud. DEEL 1 Marketing en marketingomgeving Marketing en marketingconcept Marketingomgeving Markt- en vraagbegrippen 53

UIT prijsdiscriminatie

Hoofdstuk 19 Distributiebeleid

Transcriptie:

Samenvatting door een scholier 1629 woorden 27 januari 2004 7,1 33 keer beoordeeld Vak Methode M&O In balans Management & Organisatie Hoofdstuk 5 Samenvatting Desk research: Gebeurt vanachter het bureau. De onderzoeker maakt gebruik van materiaal dat al eerder voor andere doeleinden is gebruikt. Doelgroep (marktsegment): Groep mensen die dezelfde wensen heeft en op min of meer gelijke wijze reageert op de marketinginstrumenten van de onderneming. Enquête: Er wordt getracht informatie te verkrijgen door aan een groep mensen of bedrijven een aantal vragen te stellen. Experiment: Stelt de marktonderzoeker in staat het verband tussen bepaalde gegevens op te sporen. Een voorbeeld is een test. Uitproberen van dingen. Field research: Wordt gedaan als de Desk research niet voldoende oplevert. De onderzoeker gaat op zoek naar informatie wat niet in de onderneming aanwezig is. Geconcentreerde marketing: Marketing gericht op 1 of enkele deelmarkten, bijv. Rolls Royce fabrieken die zich op rijke mensen richten. Gedifferentieerde marketing: Een product wordt op verschillende manieren op de markt gebracht. Elke deelmarkt voorzien van een variant van zijn product, bijv. cd-spelers van Philips, gepaard met hoge kosten en productiekosten. Marketingbeleid: Alle activiteiten van een onderneming die gericht zijn op de maximale behoeftebevrediging van de afnemers, waarbij tevens de ondernemingsdoelen gerealiseerd dienen te worden. Wensen van de consumenten zo goed mogelijk kennen en daarop in te spelen. Marketingdoelstellingen: - Nastreven van continuïteit - Behalen van winst - Behalen van een bepaalde afzet https://www.scholieren.com/verslag/14065 Pagina 1 van 8

- Vergroten van het marktaandeel - Behalen van een bepaalde winst - Verbeteren van het image (bijv. een open dag) Marketingmix: 4 P s. Plaats, Promotie, Prijs, Product. Onderlinge samenhang, dan het accent op de ene en dan op de andere. Marktaandeel: Afzet van een onderneming in een bepaald gebied gedurende een bepaalde periode x 100 % Totale afzet in een bepaald gebied gedurende een bepaalde periode Welk aandeel heeft de onderneming van de totale afzet/omzet van een bepaald product in ene bepaald gebied gedurende een bepaalde periode. Marktleider: Degene die het grootste marktaandeel heeft. Marktonderzoek: Kan de onderneming een overzicht geven in het marktaandeel dat deze met een bepaald product heeft in een bepaalde periode, op welke doelgroepen ze zich moeten gaan richten. Marktpostitie: De plaats die de onderneming met haar producten inneemt in de markt ten aanzien van de concurrentie. Marktsegment: Ander woord voor doelgroep. Marktsegmentatie: De onderneming splitst voor een bepaald product de totale markt op in een aantal kleine markten (homogene goederen). Observatie: Het observeren van het gedrag van de consument. Is een geschikte methode als de ondernemer wil weten wat de consumenten doen en waarom ze juist iets niet doen. Omgevingsfactoren: - Niet beïnvloedbare factoren - Beïnvloedbare factoren Niet beïnvloedbare factoren: - Sociale/ culturele niveau van de samenleving - Technologische ontwikkelingen - Macro-economische ontwikkelingen - Gedragsregels (regels in de bedrijfstak) - Zelfregulering (bijv. Reclame Code Commissie) https://www.scholieren.com/verslag/14065 Pagina 2 van 8

- Wetgeving, richtlijnen en andere overheidsmaatregelen. Beïnvloedbare factoren: - Afzetkanalen - Afnemersgedrag - Concurrentie - Toeleveranciers Ongedifferentieerde marketing: 1 product wordt slechts in 1 variant op de markt gebracht, massaproductie. De onderneming houdt rekening met de wensen van de consument in zijn geheel en gaat dus voorbij aan de individuele wensen van de consument. Marketingstrategie: - Gedifferentieerde marketing - Geconcentreerde marketing - Ongedifferentieerde marketing Zelfregulering: Een bepaalde branche legt zichzelf regels op, bijv Reclame Code Commissie. Marketingsegmentatie: De onderneming kiest 1 of enkele deelmarkten, waarop de onderneming zich gaat richten. (marketingstrategie) Steekproef: Vertegenwoordigt de massa. - Moet aselect zijn (iedereen in de populatie heeft dezelfde kans op te worden opgenomen in de steekproef). - Moet voldoende groot zijn. Deelmarkt: Grote groep afnemers. Management & Organisatie Hoofdstuk 6 Samenvatting Afroompolitiek: Onderneming begint bij een hoge prijs bij een nieuw product, wanneer de afzet begint te stagneren stellen ze een lagere prijs vast, zodat een nieuwe groep mensen het product kunnen kopen, bijv de dvd-spelers. A- Merk (F-merk): Een merk dat de koper vertrouwd in de oren klinkt, is bereid voor zo n product meer te betalen. Fabrikant zorgt voor reclame en het product is overal te verkrijgen. Groter marktaandeel dan B- merk en C-merk, zoals Coca Cola, Blue Band. B- Merk (F-merk)? Minder bekend dan A-merk, goedkoper dan A-merk en op minder plaatsen te verkrijgen. C- Merk (W-merk):Merk met veel minder naamsbekendheid dan B-merk, meestal plaatselijke/regionale bekendheid. https://www.scholieren.com/verslag/14065 Pagina 3 van 8

Fabrikantenmerk: Naam van de fabrikant is verbonden aan het merk, bijv Philips en Van Nelle. Garantie: Fabrikant staat garant voor de kwaliteit van zijn product. Kostengeorienteerde prijsbepaling: De ondernemer neemt de kosten als uitgangspunt en verhoogt de kostprijs met een bepaalde winstopslag. Kwaliteit: Alle eigenschappen van een product waaraan de gebruiker waarde hecht. Levenscyclus: Levensduur van een product, in vijf fasen verdeeld. Ø Introductiefase: Introductie van een product, kosten hoger dan de winst, aanslaan of niet. Ø Groeifase: Product wordt uitgebreid en verbeterd, verkoopplaatsen stijgt sterk, omzet neemt toe. Ø Rijpheidsfase: Prijs daalt, groei in afzet, tempo neemt af, concurrentie op vaste plaats op de markt. Ø Verzadigingsfase: Prijs is stabiel, concurrentie hevig, uitgaven voor promotie laag. Ø Neergangsfase: Omzet neemt af, winst daalt fors, minder varianten en verkoopplaatsen, product weg van de markt. Merk: Het product onderscheidt zich door middel van ene naam of symbool. Ø Fabrikantenmerk : A- merk, B-merk, Paraplumerk Ø Winkelmerk : C-merk, Private label, Huismerk Paraplumerk: De fabrikant brengt al zijn producten onder 1 naam op de markt, bijv Philips. Penetratiepoltiek: Bedoeling is de prijs van een nieuw product zodanig laag vast te stellen dat daardoor in korte tijd een groot gedeelte van de markt van het nieuwe product wordt voorzien, bijna geen concurrentie. Is dat gebeurt dan kan men op grote schaal produceren, waardoor de kosten per product laag zijn. Private label: Eigen merken van een detaillist, bijv. Euroshopper van Albert Heijn. Product:Het geheel van materiële en immateriële eigenschappen van een goed of een dienst. Materiële eigenschappen:vorm, gewicht, smaak, capaciteit, verpakking, service en garantie. Immateriële eigenschappen: Eigenschappen die de consument aan het product verbindt, bijv. status, imago en een goede naam. Prijsdifferentiatie: Door kostenverschillen die de levering van een product, worden verschillende prijzen berekend voor technisch identieke producten, bijv een hotelovernachting is goedkoper in November dan in Juli, en dag- en nachtstroom. https://www.scholieren.com/verslag/14065 Pagina 4 van 8

Prijsdiscriminatie: Prijzen voor verschillende afnemers voor hetzelfde product (verschillende deelmarkten), bijv. 65+ plussers, studenten en de OV-jaarkaart. Psychologische prijs: 100.25 lijkt hoger voor de consumenten dan 99.95. Zo wordt de afzet gestimuleerd. Service: Winkels met veel service, heben meer afnemers, zoals bijv. voorrijden/bezorgen. Vraaggeoriënteerde prijsbepaling: De detaillist neemt de prijs die de consument wenst te betalen als uitgangspunt, bijv, Ø Penetratiepolitiek: eerst laag, internet. Ø Afroompolitiek: DVD, eerst hoge prijs. Ø Psychologische prijzen: 99.95 Ø Prijskortingen: 5 halen, 4 betalen Ø Prijsdiscriminatie: 65+ plussers, OV-jaarkaart. Winkelmerk: In feite ook een paraplumerk, bijv. Albert Heijn ; ook wel huismerk. Witte merken: Producten die geen merknaam hebben, bijv. benzine of 1kg suiker. Verpakking: Ø Technisch aspect: Noodzaak dat het product verpakt moet worden. Ø Commercieel aspect: Verpakking voor de aandacht, keuze van de consument, bijv. vloeibaar boter of een klompje boter. Vormgeving: Het uiterlijk van een product, bij grasmaaiers onbelangrijk, bij kleding juist heel belangrijk. Productmix: Ø Kwaliteit. Ø Vormgeving. Ø Verpakking. Ø Garantie en Service. Hoofdstuk 7 Het communicatiebeleid en het distributiebeleid Actiereclame= Een kortetermijndoelstelling. De onderneming onderneemt een speciale actie om op korte termijn de verkoop v.e bepaald product te stimuleren, bijv. tijdelijke prijsverlagingen. Collecterende functie (verzamelende)= Het inkopen door de kleinhandel van zijn assortiment bij verschillende groothandelaren en producenten. Collectieve reclame= Reclame wordt gemaakt door de fabrikanten v.e bepaalde productsoort, bijv. eet https://www.scholieren.com/verslag/14065 Pagina 5 van 8

meer fruit Directe distributie= De goederen gaan rechtstreek van de producent naar de afnemer. Directe mailing (Brieven)= Men benadert potentiële kopers, vaak staat je naam op de envelop/brief. Voordeel is dat men precies de mensen bereikt die hij op het oog heeft, is wel een dure manier. Distributerende functie= De wijze waarop de producten bij de afnemers terechtkomen, de verspreiding van de producten onder de afnemers (kleinhandel). Distributiekanaal= De weg die het product aflegt van producent naar consument. Groothandel= Levert aan grossiers en detaillisten, maar nooit aan de consument. Indirecte distributie= Tussen de producent en de afnemer zitten 1 of meer tussenschakels. Individuele reclame= Een fabrikant maakt reclame voor het product dat hij voortbrengt, bijv zijn wasmiddel is beter dan een andere. Kanaalkeuze = Uiterst belangrijke keuze voor de handel, verandering gaat gepaard met hoge kosten. O.a Directe en indirecte distributie. Kleinhandel= Levert aan de consument, bijv. Vroom & Dreesmann. Massacommunicatie= Mogelijkheden waardoor je snel veel mensen bereikt, bijv. kranten, radio, TV en internet. Persoonlijke communicatie= Elke mogelijke koper wordt afzonderlijk van informatie voorzien. Public Relations = Het beïnvloeden van personen van wie de mening over de onderneming zeer belangrijk kon zijn, bepaalde vooroordelen zien weg te krijgen, bijv. door een open dag bij een bedrijf waarvann mensen zeggen dat het schadelijk is voor het milieu of persconferentie (free publicity). Reclame= Een middel om het grote publiek vertrouwd te maken met een bepaald, moet voor worden betaald. Sponsoring= Een individu, een vereniging/instelling krijgt een bepaald bedrag van een onderneming onder voorwaarde dat de sponsornaam op enigerlei wijze wordt vermeld (bijv. op sportkleding). Stakeholders = Alle belanghebbenden met wie de onderneming rekening moet houden, zoals de overheid, leveranciers, detaillisten en consumenten. https://www.scholieren.com/verslag/14065 Pagina 6 van 8

Themareclame = Het gaat de onderneming erom merkbekendheid te kweken en te onderhouden, onderneming probeert op lange termijn het koopgedrag van de consumenten te beïnvloeden door het imago van het product te verbeteren, bijv. even Apeldoorn bellen. Vertegenwoordigers taken: Ø Onderhouden van contacten met afnemers en sluiten van orders. Ø Verstrekken van informatie en winnen van nieuwe klanten. Ø Verlenen van service aan afnemers (behandeling klachten). Ø Informatie inwinnen voor eigen bedrijf (wensen van afnemers). Soorten vertegenwoordigers: Ø De chauffeur-verkoper (rijdt de klanten af, de bestelling wordt direct afgeleverd, bijv Coca Cola). Ø De Brancevertegenwoordiger (Bezoekt degenen die invloed hebben op de afzet, bijv artsenbezoeker). Ø De demonstrateur. Ø De vertegenwoordiger die klanten moet winnen (acquisituer). Ø Vertegenwoordiger van industriële producten. Voordelen Persoonlijke verkoop: Ø Beter op de wensen van klanten inspelen Ø Betere discussie mogelijk Ø Beter worden teruggekoppeld Voordelen Massacommunicatie: Ø Meer personen in 1 keer. Ø Gaat sneller dan persoonlijke verkoop. Ø Veel goedkoper dan persoonlijke verkoop. Dag- en werkbladen = gericht op iedereen. Radio- en televisie = Ieder programma heeft een andere doelgroep. Brieven= Gericht op wie men op het oog heeft. Vaktijdschriften/ hobbytijdschriften = Beperkte groep mensen, specifieke doelgroep. Radio- en TV balden= Eigen doelgroep, verschil in Veronica en AVRO-bode. Website= Internet, onduidelijk of doelgroep wordt bereikt. Keuze medium = welke doelgroep?de kosten? Aard van het product? Reclame: https://www.scholieren.com/verslag/14065 Pagina 7 van 8

Ø Collectieve reclame Ø Themareclame Ø Actiereclame Ø Individuele reclame Productreclame= Reclame voor het product ; collectieve en individuele reclames. Sampling = verspreiden van monsters. Groothandel taken: Ø Voldoende producten in voorraad hebben. Ø De detaillist op de hoogte brengen van nieuwe producten. Ø Op rekening leveren, waardoor een belangrijk deel van de voorraad van de kleinhandel wordt gefinancierd. Ø Deel van de kortingen doorgeven aan de kleinhandel. Pull-distributie (Trek)= De producten bewerkt de consument over de hoofden van detaillisten heen, d.m.v reclame en acties. Push-distributie (Duw)= Producent doet alles om zijn product te verkopen aan de detaillisten, hij tracht de detaillist ervan te overtuigen om voor zijn product promotie te maken d.m.v: Ø Kredietverlening Ø Bijzondere aanbiedingen Ø Geven van cadeaus Ø Hoge rabatten (kortingen) Ø Snelle levering Ø Maken van reclame Bekijken van de rekenopgave!!! https://www.scholieren.com/verslag/14065 Pagina 8 van 8