Hoofdstuk 21. Fietsgebruik Samenvatting Om meer inzicht te krijgen in het fietsgebruik ten opzichte van andere vervoermiddelen is voor vier bestemmingen binnen Leiden gevraagd welk vervoermiddel inwoners hiervoor met name gebruiken, namelijk uitgaansgelegenheden in het stadscentrum, winkelgebieden in de binnenstad, dagelijkse boodschappen en werk/studie. Voor alle vier de bestemmingen geldt dat de fiets het meest gebruikte vervoermiddel is. Dit geldt het vaakst voor uitgaan en winkelen in het stadscentrum (beide 61%). Vergelijkbaar met eerdere jaren zegt 92% van de Leidenaren van 18-75 jaar over een fiets te beschikken, 87% fietst wel eens en 62% doet dit (vrijwel) dagelijks. De fiets wordt met name gebruikt voor het doen van boodschappen en winkelen of als vervoermiddel naar het werk, school, binnenstad of het station. Voor ritten binnen Leiden kiest men vooral voor de fiets omdat het sneller is, een fietser geen parkeerproblemen heeft en vanwege het gemak. Omgekeerd laten mensen hun fiets staan als men teveel boodschappen mee moet nemen en/of de afstand te groot is. Onderstaand staat de top-10 van 18 voorgelegde ergernissen die fietsers tegenkomen. Gemiddeld genomen ergeren fietsers zich dit jaar minder vaak aan de genoemde aspecten. Tabel S21: Top10 fietsergernissen (percentage fietsers dat zich vaak /regelmatig ergert aan aspect) 2002 2003 2004 2005 2007 Gem. 2002-2007 2009 Δ 2009 tov van gem. 02-07 Gemiddeld over alle 18 aspecten 25% 21% 22% 24% 19% 22% 19% -3% 1. Te vaak/lang wachten bij stoplichten 38% 37% 40% 49% 39% 41% 42% +1% 2. Gedrag andere weggebruikers 49% 47% 4 51% 37% 4 37% -9% 3. Afwezigheid fietsenrekken 40% 33% 39% 39% 32% 37% 35% -2% 4. Hobbelig wegdek 3 29% 3 39% 30% 34% 35% +1% 5. Geen voorrang krijgen 50% 34% 40% 4 37% 41% 33% -8% 6. Auto s op fietspaden 29% 25% 29% 27% 19% 2 22% -4% 7. Geen voorrang op hoofdroutes 21% 21% 23% 19% 22% 20% -2% 8. Fietspaden te smal 25% 18% 21% 22% 14% 20% 17% -3% 9. Diefstal fiets 37% 31% 35% 34% 25% 32% 1-1 10. Plassen op het wegdek 21% 18% 1 15% 21% 18% 1-2% 1
Vragenlijst De volgende vragen gaan over het gebruik van vervoermiddelen binnen Leiden. 1. Kunt u aangeven welk vervoermiddel u (of uw huishouden) meestal gebruikt om het grootste deel van de afstand af te leggen naar de volgende bestemmingen? auto fiets bromfiets/sc motor O.V. te voet n.v.t. weet niet ooter 1. naar werk of studie 2. dagelijkse boodschappen 3. 4. winkelen in binnenstad Leiden uitgaan in stadscentrum Leiden 5. 2. Hoe vaak maakt u gebruik van de fiets? nooit, ik heb geen fiets vraag 13 of volgend blok nooit, ik heb wel een fiets vraag 13 of volgend blok enkele malen per jaar eens per maand wekelijks (vrijwel) dagelijks anders, te weten.. 3. Met welk doel gebruikt u de fiets met name, en waarvoor nog meer? (meer mogelijkheden, niet helpen) met name nog meer naar werk/school boodschappen doen/winkelen naar hobby/cursus/uitgaan naar familie/vrienden om tochtjes te maken anders, te weten.. 4. Wat zijn bij normale weersomstandigheden redenen om voor sommige ritten binnen Leiden wel voor de fiets te kiezen en voor andere ritten juist niet? a. Wel voor fiets (niet helpen) b. Niet voor fiets (niet helpen) gezondheid/ beweging hoeveelheid boodschappen/bagage parkeerproblemen bestemming afstand sneller onveiligheid route mooie route haast, moet er snel zijn milieuoverwegingen slecht weer geen alternatief (heeft geen auto/slechte anders, nl verbinding OV) kosten mooi weer anders, nl 5. Spelen voor ritten binnen Leiden de afstand en de route mee indien u twijfelt of u wel of niet de fiets zal nemen? a. afstand ja nee b. route die u binnen Leiden aflegt ja nee 2
6. Ik ga u een aantal mogelijke ergernissen opnoemen die u kunt tegenkomen bij het gebruik van de fiets. Ik vraag u of u deze ergernissen als fietser in Leiden vaak, regelmatig, soms of eigenlijk nooit tegenkomt. (Deze lijst wordt in tweeën geknipt, elk aspect wordt door ca. 200 fietsers beoordeeld.) ERGERNISSEN vaak regelmatig soms nooit a. veel omrijden b. slechte bewegwijzering c. ontbreken straatnaamborden d. gedrag van andere weggebruikers e. hobbelig wegdek f. krappe bochtjes g. te vaak en te lang wachten bij verkeerslichten h. geen voorrang krijgen als je het wel hebt i. geen voorrang op hoofdroutes j. fietspaden ontbreken k. fietspaden of stroken te smal l. auto s op fietspaden of stroken m. plassen op het wegdek n. gladheid [bestrijding, eerst de rijbaan, dan het fietspad] o. diefstal p. afwezigheid van fietsenrekken q. geluid- en stankhinder r. route sociaal onveilig 7. De gemeente Leiden vindt het belangrijk om het fietsgebruik te stimuleren. Er wordt jaarlijks aandacht besteed aan projecten in het kader van vernieuwing, verbetering of uitbreiding van de fietsmogelijkheden of fietsenstallingen. Bent u zich hiervan bewust? Ja Nee 8. Als u nu kijkt naar de afgelopen drie jaar. Vindt u de volgende zaken verbeterd, gelijk gebleven of verminderd? Verbeterd Hetzelfde Verminderd Weet niet a. Hoeveelheid fietspaden b. Kwaliteit fietspaden c. Mogelijkheden om je fiets te stallen 3
De volgende vragen gaan over het stallen van uw fiets in het Centrum van Leiden. 9. Als u op de fiets naar het Centrum gaat, stalt u uw fiets dan meestal in een bewaakte fietsenstalling, op straat in een fietsenrek, beugel of boog, of los op straat of tegen een gebouw? bewaakte fietsenstalling Welke? fietsenstalling Hartebrugkerk (bij Lange Mare) fietsenstalling naast het Stadhuis (Kapelstraat) fietsenstalling Centraal Station niet in bewaakte stalling Waar dan wel? in fietsenrek, beugel of boog op straat los op straat of tegen een gebouw anders: Maakt u wel eens gebruik van een bewaakte fietsenstalling in Leiden? ja nee Waarom niet? kost geld fietsenstalling vaak al vol uit de route niet nodig als je maar eventjes parkeert anders: 10. Hoe beoordeelt u de mogelijkheden om uw fiets te stallen in het Centrum van Leiden: uitstekend, goed, voldoende, matig of slecht? uitstekend goed voldoende matig } slecht } Waarom matig/slecht? 11. Zijn er plekken in het Centrum waar u een bewaakte fietsenstalling mist? ja Waar? nee 12. Zijn er plekken in het Centrum waar u fietsenrekken mist? ja Waar? nee 13. Als u als voetganger op straat loopt in Leiden. Heeft u dan vaak of soms last van gestalde fietsen? ja Hoe regelmatig? Vaak Soms nee Kunt u ook een voorbeeld noemen? 4
Uitkomsten De afdeling Ruimte- en Milieubeleid en het team Stadsontwerp zijn geïnteresseerd in de mening van de fietser in Leiden over de infrastructuur. Bij het inrichten van de fietsroutes kan hiermee rekening worden gehouden. In dit hoofdstuk wordt naast het fietsgebruik gekeken naar de factoren die hierop van invloed zijn en de belangrijkste fietsergernissen. Nieuw dit jaar is het gebruik en de beoordeling van de stallingsmogelijkheden voor fietsen in het centrum. 21.1 Meest gebruikte vervoermiddel voor bestemmingen binnen Leiden Om meer inzicht te krijgen in het fietsgebruik ten opzichte van andere vervoermiddelen is voor vier bestemmingen binnen Leiden gevraagd welk vervoermiddel inwoners hiervoor met name gebruiken. Voor alle vier de bestemmingen geldt dat de fiets het meest gebruikte vervoermiddel is. Dit geldt het vaakst voor uitgaan en winkelen in het stadscentrum. Daarnaast wordt de auto relatief vaak gebruikt om naar het werk te gaan. Grafiek 21.1a: Vervoermiddel dat meestal wordt gebruikt om het grootste deel van de afstand af te leggen Uitgaan in stadscentrum Leiden 62% 8% 5% 21% 5% Winkelen in binnenstad Leiden 61% 7% 7% 21% 4% Dagelijkse boodschappen 53% 23% 1% 19% 4% Naar werk of studie 47% 30% 13% 3% 7% 0% 25% 50% 75% 100% Fiets Auto OV Lopend Anders Onderstaande tabel geeft de keuze van het vervoermiddel naar bezit van een auto. Zoals te verwachten valt, verkiezen Leidenaren die meerdere auto s hebben vaker de auto voor alle vier de bestemmingen. Tabel 21.1b: Vervoermiddel dat meestal wordt gebruikt om het grootste deel van de afstand af te leggen naar autobezit Bestemming Vervoermiddel Totaal Uitgaan in stadscentrum Leiden Winkelen in binnenstad Leiden Dagelijkse boodschappen Naar werk of studie meer auto's in huish. 1 auto in huish. geen eigen auto Fiets 62% 57% 67% 50% Auto 8% 17% 8% 2% OV 5% 7% 4% Fiets 61% 5 65% 53% Auto 7% 1 7% 0% OV 7% 5% 12% Fiets 53% 40% 5 55% Auto 23% 50% 24% 2% OV 1% 0% 0% Fiets 47% 33% 49% 51% Auto 30% 62% 30% 1% OV 13% 0% 11% 5
21.2 Frequentie en doel Van de Leidenaren van 18-75 jaar geeft 92% aan over een fiets te beschikken en 87% fietst wel eens, waarvan het merendeel wekelijks of vaker. Het percentage fietsers fluctueert jaarlijks rond de 90%. Vrouwen maken vaker (vrijwel) dagelijks gebruik van de fiets dan mannen. Tabel 21.2a: Frequentie fietsgebruik 2002 2003 2004 2005 2007 2009 % fietst wel eens 87% 92% 8 88% 90% 87% (Vrijwel) dagelijks 57% 63% 60% 60% 62% 62% Wekelijks 21% 20% 17% 20% 19% 15% Eens per maand 4% 4% 4% 5% 7% 7% Enkele malen per jaar 5% 4% 5% 3% 3% 3% Nooit, heb wel een fiets 3% 5% 4% 5% Nooit, heb geen fiets 7% 5% 8% 7% 8% Totaal 100% 100% 100% 100% 100% 100% De fiets wordt evenals in voorgaande jaren met name gebruikt voor het doen van boodschappen (winkelen) of als vervoermiddel naar het werk, school, binnenstad of het station. Naar doelgroep zijn er, logische, verschillen. Zo gebruiken 35-plussers de fiets relatief vaker om boodschappen te doen, 35-54 jarigen om hun kinderen naar school te brengen, 55-minners om naar het werk of school te gaan en 55-plussers om tochtjes te maken. Tabel 21.2b: Belangrijkste doelen fietsgebruik (in % fietsers, meerdere antw. mogelijk) 2003 2004 2005 2007 2009 Boodschappen doen/winkelen 59% 58% 58% 60% 57% Naar werk/ school 41% 35% 41% 41% 38% Naar binnenstad, station 33% 3 35% 33% Om tochtjes te maken 15% 20% 18% 18% 21% Naar familie/ vrienden/ bezoek 14% 1 17% 14% 13% Naar hobby/ cursus/ uitgaan 12% 1 12% 12% 10% Kinderen naar school 5% 5% 9% Voor alles 13% 22% 14% 11% 21% 21.3 Motivatie keuze fiets Aan de fietsgebruikers is gevraagd wat bij normale weersomstandigheden de redenen zijn om voor sommige ritten binnen Leiden voor de fiets te kiezen en voor andere ritten juist niet. Hoewel de resultaten jaarlijks wat fluctueren, worden overwegend dezelfde redenen genoemd. Tabel 21.3a: Redenen om bij normaal weer binnen Leiden wel/niet voor de fiets te kiezen (in % fietsers, meerdere antw. mog.) Wel met fiets 2003 2004 2005 2007 2009 Niet met fiets 2003 2004 2005 2007 2009 Ga altijd op fiets 2 33% 35% 34% 34% Hoeveelheid boodschappen/bagage 30% 33% 41% 31% 43% Sneller, handiger 32% 30% 30% 27% 31% Afstand (te ver/ dichtbij) 25% 33% 31% 30% 22% Parkeerprobleem bij bestemming 2 18% 17% 22% Haast, moet er snel zijn 4% 5% 7% 3% 5% Gemakkelijk 17% 15% 15% 18% 20% Luiheid, gemakzucht 7% 3% 8% 5% 4% Gezondheid, beweging 1 11% 10% 17% 12% Met kinderen, meerdere personen 3% 2% 5% 2% 3% Kosten 3% 4% 4% 4% 4% In avond/ donker - - 2% 1% 3% Aansluitend is gevraagd of voor ritten binnen Leiden afstand en route meespelen indien men twijfelt of men wel of niet de fiets zal nemen. Dit jaar geeft ruim vier op de tien fietsers aan dat de afstand een rol speelt, voor drie op de tien speelt de route een rol. 6
21.4 Fietsergernissen De fietsgebruikers is een aantal mogelijke ergernissen voorgelegd die ze onderweg kunnen tegenkomen. Fietsers ergeren zich met name aan het te vaak/ lang moeten wachten bij verkeerslichten, het gedrag van andere weggebruikers, het ontbreken van fietsenrekken, een hobbelig wegdek en het niet krijgen van voorrang. Grafiek 21.4a: Fietsergernissen (in % fietsers) Te vaak/lang wachten bij verk. lichten 22% 20% 33% 24% Gedrag andere weggebruikers 15% 22% 39% 23% Afwezigheid fietsenrekken 1 19% 3 30% Hobbelig wegdek 10% 25% 37% Geen voorrang krijgen 13% 20% 39% Auto's op fietspaden 8% 14% 38% 40% Geen voorrang op hoofdroutes 7% 13% 32% 48% Fietspaden te smal 11% 34% 50% Diefstal 10% 5 Plassen op wegdek 3% 13% 33% 51% Geluid- en stankhinder 5% 8% 60% Ontbreken fietspaden 33% 55% Krappe bochtjes 4% 8% 27% 61% Veel omrijden 5% 61% Route sociaal onveilig 3% 7% 21% 69% Slechte bewegwijzering 4% 4% 15% 78% Ontbreken straatnaamborden 2% 4% 15% 79% Gladheid 5% 35% 60% 0% 25% 50% 75% 100% Vaak Regelmatig Soms Nooit In onderstaande tabel wordt het percentage fietsers weergegeven dat aangeeft regelmatig of vaak overlast te ondervinden van een aspect. Te zien is dat fietsers zich sinds 2007 over het algemeen minder vaak ergeren. Dit jaar ergert men zich met name minder aan fietsendiefstal, het gedrag van andere weggebruikers en het geen voorrang krijgen. Daarentegen zijn er ook aspecten waar men zich meer aan ergert, namelijk slechte bewegwijzering, omrijden en krappe bochtjes. Tabel 21.4b: Percentage ergert zich vaak/ regelmatig aan aspect (in % fietsers) 2002 2003 2004 2005 2007 Gem. 2002-2007 2009 Δ 2009 tov van gem. 02-07 Gemiddeld over alle 18 aspecten 25% 21% 22% 24% 19% 22% 19% -3% Te vaak/lang wachten bij stoplichten 38% 37% 40% 49% 39% 41% 42% +1% Gedrag andere weggebruikers 49% 47% 4 51% 37% 4 37% -9% Afwezigheid fietsenrekken 40% 33% 39% 39% 32% 37% 35% -2% Hobbelig wegdek 3 29% 3 39% 30% 34% 35% +1% Geen voorrang krijgen 50% 34% 40% 4 37% 41% 33% -8% Auto s op fietspaden 29% 25% 29% 27% 19% 2 22% -4% Geen voorrang op hoofdroutes 21% 21% 23% 19% 22% 20% -2% Fietspaden te smal 25% 18% 21% 22% 14% 20% 17% -3% Diefstal fiets 37% 31% 35% 34% 25% 32% 1-1 Plassen op het wegdek 21% 18% 1 15% 21% 18% 1-2% Geluid- en stankhinder 23% 15% 1 2 1 19% 13% - Ontbreken fietspaden 15% 9% 14% 12% 10% 12% 12% 0% Krappe bochtjes 10% 11% 8% 9% 7% 9% 12% +3% Veel omrijden 10% 5% 7% 7% 11% +4% Route sociaal onveilig 17% 17% 12% 11% 7% 13% 10% -3% Slechte bewegwijzering 5% 5% 5% 2% 5% 4% 8% +4% Ontbreken straatnaamborden 10% 8% 7% -1% Gladheid 10% 9% 8% 7% 5% 8% 5% -3% 7
21.5 Beoordeling fietsmogelijkheden en fietsenstallingen De gemeente Leiden vindt het belangrijk om het fietsgebruik te stimuleren. Jaarlijks wordt door de gemeente aandacht besteed aan projecten in het kader van vernieuwing, verbetering of uitbreiding van de fietsmogelijkheden of fietsenstallingen. Bijna zes op de tien fietsers (58%) geeft aan zich hiervan bewust te zijn. Voor drie aspecten is gekeken naar in hoeverre fietsers deze over de afgelopen drie jaar vinden verbeterd. Ruim eenderde van de fietsers vindt de mogelijkheden om je fiets te kunnen stallen verbeterd, een kwart is positiever over de kwaliteit van de fietspaden en 12% vindt de hoeveelheid fietspaden verbeterd. De Leidenaren die zich bewust zijn van het gemeentelijke fietsbeleid zien relatief vaker verbeteringen. Tabel 21.5: Beoordeling ontwikkeling fietsmogelijkheden en fietsstallingen in afgelopen drie jaar (in % fietsers) Verbeterd Hetzelfde Verminderd Saldo * Bewust van aandacht gemeente Niet bewust van aandacht gemeente Mogelijkheid fiets stallen 35% 52% 13% + 22 + 30 + 10 Kwaliteit fietspaden 24% 65% 11% + 13 + 20 + 2 Hoeveelheid fietspaden 12% 85% 3% + 9 +13 + 4 * Saldo: % beter -/- % slechter 21.6 Gebruik en beoordeling mogelijkheden om fiets te stallen in het Centrum Van iedereen die wel eens met de fiets naar het centrum gaat maakt vier op de tien wel eens gebruik van een bewaakte fietsenstalling, waarvan 12% meestal en ruim een kwart wel eens. Tabel 21.6a: Maakt wel eens gebruik van een bewaakte stalling in het centrum (in % fietsers die centrum wel eens bezoeken) Ja, meestal 12% Ja, wel eens 27% Nooit 61% 100% De fietsenstalling naast het Stadhuis is hierbij favoriet. Het merendeel stalt de fiets echter op straat, gewoon los of in een fietsenrek. Tabel 21.6b: Meest gebruikte stallingsmogelijkheid voor fiets in Centrum (in % fietsers die centrum wel eens bezoeken) Bewaakte fietsenstalling: naast Stadhuis Bewaakte fietsenstalling: Hartebrug 4% Bewaakte fietsenstalling: Centraal Station 3% Onbewaakte fietsenstalling: Centraal Station 1% Fietsenrek/-beugel/-boog op straat 3 Los op straat of tegen gebouw 50% 100% Van de fietsers die nooit gebruik maken van een fietsenstalling vindt het merendeel dit niet nodig (44%). Andere redenen die worden genoemd zijn ondermeer: kost geld (20%), niet nodig als je maar even parkeert (14%), ligt uit de route 12%. 8
Beoordeling mogelijkheden om fiets te stallen Hoewel zeven op de tien de mogelijkheden om de fiets te stallen in het centrum van Leiden met voldoende tot uitstekend beoordeelt, is drie op de tien hierover ontevreden. Zij merken veelal op dat er te weinig mogelijkheden zijn (zelfs op straat), de fietsenstalling snel vol is, alle fietsen in het centrum te dicht op elkaar staan. Meer specifiek mist men fietsenrekken, stallingen (betaald en onbetaald) en beugels. Veel opmerkingen hebben met elkaar te maken en overlappen elkaar. Tabel 21.6c: Beoordeling mogelijkheden om fiets te stallen in het centrum (in % fietsers die centrum wel eens bezoeken) Uitstekend 3% Goed 33% Voldoende 35% Matig 22% Slecht 7% Totaal 100% Tabel 21.6d: Waarom matig/slechte beoordeling stallingsmogelijkheden fiets in centrum 1. te weinig mogelijkheden, lang zoeken voor een plaats, zelfs op straat/in steegjes alles al bezet (55x) 2. fietsenstalling vol (20x) 3. te druk/veel fietsen dicht op elkaar (15x) 4. te weinig fietsenrekken (9x) 5. te weinig stallingen (7x) 6. weinig beugels (6x) 7. weinig bewaakte stallingen (4x) Missen fietsrekken en bewaakte fietsstallingen op bepaalde plekken in centrum Ruim vier op de tien Leidenaren die wel eens op de fiets het centrum bezoeken mist fietsrekken op bepaalde plekken in het centrum, 18% mist ergens een bewaakte fietsstalling. In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van de locaties waar deze voorzieningen met name worden gemist. Tabel 21.6e: Missen fietsrekken en fietsstallingen op bepaalde plekken centrum (in % fietsers die centrum wel eens bezoeken) Mist fietsenrekken op bepaalde plekken (45%) Mist bewaakte fietsenstalling op bepaalde plekken (18%) - Begin/ einde Breestraat (52x) - Haarlemmerstraat (35x) - Gebied waar de markt is (21x) - Bij de V&D (achterkant) (18x) - Stadhuis (14x) - Rond het Centrum (20x) - Haarlemmerstraat (17x) - Breestraat (9x) - Bij de V&D (6x) - Bij het station (6x) Overlast gestalde fietsen Eenderde van de fietsers heeft als voetganger zelf wel eens last van gestalde fietsen. De Breestraat wordt hierbij het vaakst genoemd (45x), gevolgd door de gebieden rond de Haarlemmerstraat (16x), de V&D (12x) en het Noordeinde (11x). Vaak betreft het niet goed gestalde fietsen (op de stoep gezet, blokkeren de weg, staan dwars bij de winkels, etc.). Jongeren ervaren hiervan minder vaak overlast. Tabel 21.6f: Als voetganger wel eens last van gestalde fietsen (in % fietsers) Ja, vaak 12% Ja, soms 24% Nee 65% Totaal 100% 9