Veiligheidsmonitor 2011



Vergelijkbare documenten
Veiligheidsmonitor 2012

Veiligheidsmonitor 2014

Veiligheidsmonitor 2010

GEMEENTE OSS Resultaten op hoofdlijnen

Veiligheid kernthema: maatschappelijk evenwicht & veiligheid

Keurmerk Veilig Ondernemen Centrum s-hertogenbosch. 1-meting

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011

Hoe beoordelen Almeerders de leefbaarheid en veiligheid in hun buurt?

Stadsmonitor. -thema Veiligheid-

Ontwikkeling van misdrijven in Amersfoort

Veiligheidsmonitor Hengelo Wijkrapport Woolde Augustus 2010

Veiligheidsmonitor Hengelo Wijkrapport Buitengebied Augustus 2010

Ontwikkeling van misdrijven in Amersfoort

Monitor Veiligheidsbeleid Groningen januari tot april 2019

Raadsinformatiebrief Nr. :

B A S I S V O O R B E L E I D

Resultaten gemeentebeleidsmonitor Veiligheid en leefbaarheid

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011

B A S I S V O O R B E L E I D

Monitor Veiligheidsbeleid gemeente Groningen mei - augustus 2018

Notitie Veiligheidsmonitor Amsterdam-Amstelland

Fact sheet. Veiligheidsmonitor Amsterdam-Amstelland Politie Eenheid Amsterdam. Veiligheidsbeleving buurt. nummer 4 februari 2013

7,5 50,4 7,2. Gemeente Enkhuizen, Leefbaarheid. Overlast in de buurt Enkhuizen. Veiligheidsbeleving Enkhuizen

De Eindhovense Veiligheidsindex. Eindhoven, oktober 11

Analyse deelgebied Maaspoort 2016



Monitor Veiligheidsbeleid gemeente Groningen sept-dec 2017

Drie jaar Taskforce Overlast

Veiligheidsbeeld gemeente Amersfoort

Analyse cijfers prioriteiten Veiligheid 2012 t/m 2016

Portefeuillehouder : J.J.C. Adriaansen Datum : 18 november : Burger en bestuur: Woensdrecht veilig

Raadsmededeling - Openbaar

Stadsmonitor. -thema Openbare Ruimte-

Stadsmonitor. -thema Veiligheid-

Veiligheidsmonitor 2017 Gemeente Heusden

B A S I S V O O R B E L E I D

Monitor Veiligheidsbeleid gemeente Groningen september-december 2015

Bijlage A: Veiligheidsanalyse (cijfermatig overzicht) Gemeente Neder- Betuwe

Wijktoets Aandachtswijk Gesworen Hoek 2016 Analyse

Bijlage 3 Jaaruitvoeringsplan Tweestromenland 2015

Veiligheidsanalyse. m.b.t. integraal veiligheidsbeleid Gemeente Geertruidenberg en Drimmelen

VEILIGHEIDSMONITOR Asten Onderzoek naar de leefbaarheid en veiligheid in Asten

Tabellen Veiligheidsmonitor 2008 Leiden

Monitor Veiligheidsbeleid gemeente Groningen januari-april 2018

Veiligheidssituatie in s-hertogenbosch vergeleken Afdeling Onderzoek & Statistiek, juni 2014

Leefbaarheid en Veiligheid Afdeling Beleidsonderzoek en Geo Informatie November 2007

Monitor Leefbaarheid en Veiligheid 2013 Samenvatting

Notitie bij collegebrief RVR 2015

Veiligheidsbeeld gemeente Amersfoort

Huiselijk Geweld in 's-hertogenbosch. Omvang, kenmerken en meldingen

Hoe veilig voelen Almeerders zich? Veiligheidsmonitor 2011

Kernrapport veiligheidsmonitor, benchmark (2017) Gemeente Leiden vergeleken met Nederland en Grotestedenbeleid G32. Leefbaarheid in de buurt

RAADSINFORMATIEBRIEF Oudewater 17R.00072

trntrtrtr V td L O\'ERLASTMETINGEN IN DE GRAVII\TNESTEEG EN OMGEVING

Veiligheid I.V ERMOGENSDELICTEN. Vooraf In dit hoofdstuk schetsen we in grote lijnen de ontwikkelingen

Stadswerven Zuid 2014 Een jaar na opening van het Energiehuis

Criminaliteitscijfers 2012 en gebiedsscan criminaliteit & overlast - update 2013

Veiligheidsmonitor 2009 Gemeente Leiden

Presentatie commissie veiligheid gem. Emmen. 15 maart 2012

Fysieke leefomgeving I.B EELDKWALITEIT VAN DE STAD

De leden van de gemeenteraad van Haarlemmermeer Postbus AG Hoofddorp

Dienstverlening Beheer en Programmering Openbare Ruimte

Kernrapport veiligheidsmonitor, benchmark (2015)

Gemeente Breda. SSC Onderzoek en Informatie. Veiligheidsmonitor 2012

Leefbaarheid en veiligheid

Kernrapport Veiligheidsmonitor ( ) Gemeente Leiden. Leefbaarheid in buurt

Tijdens de informatiebijeenkomst d.d. 12 februari 2015 heeft de politie een toelichting gegeven op deze politie(criminaliteits)cijfers.

Veiligheid. Integrale Veiligheid. Rampenbestrijding

Integrale veiligheid. Uitvoeringsplan 2013 / 2014

WijkWijzer Deel 1: de problemen

Bijna de helft van de geweldsmisdrijven wordt in de openbare ruimte gepleegd / foto: Inge van Mill.

Veiligheid analyse Leerdam, ontwikkelingen tussen

Stadsmonitor. -thema Veiligheid-

rapportage op wijkniveau

Jeugdcriminaliteit en jeugdveiligheid in Groningen

WijkWijzer De tien Utrechtse wijken in cijfers.

Veiligheidsmonitor 2010 Gemeente Leiden

CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN EVALUATIE UITVOERINGSPLAN 2012 INTEGRAAL VEILIGHEIDSBELEID

Leefbaarheid woonbuurt. Functioneren gemeente. Overlast in de buurt. Gemeente Leiden. significantie ( + = positief verschil; - = negatief verschil)

O O *

Samenvatting WijkWijzer 2017

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten

PROGRAMMABEGROTING

Leefbaarheid & Veiligheid Winkelcentra 's-hertogenbosch

CONVENANT VEILIG UITGAAN BINNENSTAD UTRECHT PROCESEVALUATIE

Leefbaarheid en overlast in buurt

Jaarstukken Versie:

Beleidsplan Integrale Veiligheid

Veiligheidsmonitor 2016

Met toepassing van artikel 169, tweede lid, van de Gemeentewet, delen wij u het volgende mede.

Rapportage driehoeksmonitor Lokaal Criminaliteits- en Veiligheidsbeeld Basisteam Zaanstad

Veiligheidsmonitor 2011 Gemeente Cuijk. mevrouw M. Tan MSc mevrouw ir. J. Luijten

Centraal Bureau voor de Statistiek

Resultaten op in beeld. Bijlage in grafieken en tabellen

WijkWijzer 2016 De 10 Utrechtse wijken en 5 krachtwijken in cijfers. Utrecht.nl/onderzoek

Ontwikkeling van misdrijven in Amersfoort

Transcriptie:

Veiligheidsmonitor 2011 O&S april 2011

Samenvatting De veiligheidsmonitor verschijnt eens per jaar en is het belangrijkste meetinstrument voor de veiligheid in s-hertogenbosch. In de veiligheidsmonitor worden de belangrijkste ontwikkelingen met betrekking tot de veiligheidssituatie en het veiligheidsbeleid beschreven. De monitor sluit aan op het Integraal Veiligheidsplan (IVP) 20-2014. De belangrijkste conclusies zijn: Veiligheidssituatie in s-hertogenbosch gestabiliseerd De veiligheidssituatie in de gemeente s-hertogenbosch is het afgelopen jaar gestabiliseerd. Net als in 2009 bedraagt in 20 de veiligheidsindex 1 19,0. De bevolking van s-hertogenbosch geeft daarentegen een lager rapportcijfer voor de veiligheid. Twee jaar geleden gaven de inwoners een rapportcijfer van 7,0. Nu is dit gedaald naar een 6,6. De daling is in alle wijken waarneembaar. Figuur 1: Veiligheidsindex totale stad (2004-20) 25 20 19,0 15 Totale stad 2004 2006 2008 20 2014 Streefwaarde 2014: in iedere wijk min. 18,4 (Bron: Coalitieakkoord) Bron: L&V 20, BVH Politie en GBA 2011, bewerking O&S s-hertogenbosch Achterblijvende wijken en buurten Het college heeft zich ten gesteld om in 2014 in alle wijken een veiligheidsindexcijfer te behalen van minimaal 18,4. Op basis van de in 20 behaalde resultaten betekent dit dat vijf van de twaalf wijken vooralsnog niet aan deze stelling voldoen. Het gaat om de Binnenstad, Noord, Muntel/Vliert, West en Zuidoost. Binnen deze wijken gaat het om een aantal specifieke buurten die te maken hebben met uiteenlopende veiligheidsproblemen. Meer informatie over de veiligheidssituatie in de wijken en aandachtgebieden is te lezen in deel 2 van de veiligheidsmonitor. 1 Een score van 25 is het maximum en zeer veilig, een score van 1 is het minimum en zeer onveilig. 3

Veiligheidssituatie Hambaken zorgwekkend In het bijzonder valt de Hambaken op. Het veiligheidsindexcijfer van de Hambaken daalt sinds 2006, en bereikt in 20 een dieptepunt (11,1). Met name het aantal woninginbraken is hoog in de Hambaken. In het aandachtsgebied is in één jaar tijd het aantal woninginbraken bijna verdubbeld, van 24 naar 46 inbraken per 1.000 adressen. Dat de criminaliteitscijfers onverminderd hoog zijn in de Hambaken heeft zijn weerslag op de onveiligheidsgevoelens. 16 procent van de inwoners voelt zich vaak onveilig in de eigen buurt. Stedelijk ligt dit percentage op 3 procent. De onveiligheid concentreert zich op en rondom het winkelcentrum en de Brede Bossche School aan het Wielsem. Bewoners beoordelen de veiligheid in de buurt met een 4,8. De extra inspanningen van de afgelopen jaren van de gemeente, politie en andere veiligheidspartners hebben zich vooralsnog niet vertaald in een verbetering van de veiligheidssituatie. In 2011 wordt voor de Hambaken een gerichte veiligheidsaanpak ontwikkeld. Afname auto-inbraken; woninginbraken zijn toegenomen Op het terugdringen van fietsendiefstallen en auto-inbraken zijn goede resultaten geboekt. Het aantal auto-inbraken nam met maar liefst 46 procent af. Ook het aantal fietsendiefstallen daalde met 24 procent. Helaas is er ook minder goed nieuws. Het aantal woninginbraken steeg met 22 procent. Daarmee loopt s-hertogenbosch in de pas met de landelijke trend, maar dat neemt niet weg dat deze ontwikkeling zorgelijk is. Afname geweldsdelicten Het aantal geweldsincidenten nam tussen 2009 en 20 af met 12 procent. Het aantal geweldsincidenten is het hoogst in de Binnenstad. Grotendeels vinden deze incidenten plaats tijdens de uitgaansuren. Dit heeft alles te maken met de concentratie mensen waarbij in veel gevallen alcohol en/of drugs in het spel is. In 2009 is het convenant Veilig Uitgaan bekrachtigd, waarin afspraken zijn gemaakt om de veiligheid tijdens het uitgaan te verbeteren. Afname jeugdoverlast De overlast veroorzaakt door jeugd laat sinds 2007 een daling zien. Tussen 2009 en 20 is het aantal incidenten van jeugdoverlast wederom verder afgenomen (-7 procent). Ook ervaren minder bewoners vaak overlast van groepen jongeren in de buurt. Naast de afgenomen jeugdoverlast zien we meer positieve ontwikkelingen op het thema jeugd. Zo is bijvoorbeeld het aantal harde kern jongeren tussen 2008 en 2009 afgenomen (-39 procent) 2. Het gaat hier om een groep veelplegers in de leeftijd van 12-24 jaar die verantwoordelijk is voor relatief ernstige delicten. 2 De meest recente cijfers over harde kern jongeren zijn uit 2009. De KLPD heeft nog geen recentere cijfers aan gemeenten beschikbaar gesteld. 4

Inhoudsopgave 1. Inleiding...7 Deel 1: Veiligheidssituatie gemeente 's-hertogenbosch 2. Veiligheidssituatie en ontwikkelingen...11 2.1 Inleiding...11 2.2 Algemene veiligheidssituatie...11 2.3 Veiligheidsoordeel bewoners s-hertogenbosch...14 2.4 Veiligheidsoordeel bewoners landelijk...14 3. Veilige woon- en leefomgeving...15 3.1 Overlast tussen bewoners...15 3.2 Verloedering / Kwaliteit woonomgeving...17 3.3 Onveiligheidsgevoelens...19 3.4 Huiselijk geweld...20 3.5 Geweld op straat...21 3.6 Woninginbraak...23 3.7 Voertuigcriminaliteit...25 3.8 Overige veel voorkomende criminaliteit...27 3.9 Drugs- en alcoholoverlast...28 4. Bedrijvigheid en veiligheid...31 4.1 Winkelcentra...31 4.2 Bedrijventerreinen...32 4.3 Uitgaan / horeca...33 4.4 Grootschalige evenementen...34 5. Jeugd en veiligheid...35 5.1 Overlastgevende jeugdgroepen (incl. 12-minners)...35 5.2 Criminele jeugdgroepen...38 5.3 Alcohol en drugs...38 5.4 Individuele jongeren...40 5.5 Veilig in en om de school...43 5

Deel 2: Veiligheidssituatie wijken en aandachtsgebieden 6. Veiligheidssituatie en ontwikkelingen per wijk...47 6.1 Binnenstad...48 6.2 Zuidoost...50 6.2.1 Gestelse Buurt...52 6.3 Graafsepoort...54 6.3.1 Bartjes/Eikendonkplein/Hofstad...56 6.4 Muntel/Vliert...58 6.5 Rosmalen Zuid...60 6.6 Rosmalen Noord...62 6.7 De Groote Wielen...64 6.8 Empel...66 6.9 Noord...68 6.9.1 Hambaken...70 6.9.2 Orthen Links...72 6.9.3 Haren/Donk/Reit...74 6. Maaspoort...76 6.11 West...78 6.11.1 Boschveld/Deuteren...80 6.11.2 Kruiskamp...82 6.12 Engelen...84 Deel 3: Bijlagen Wijken en buurten in s-hertogenbosch...89 Aandachtsgebieden in s-hertogenbosch...90 6

1. Inleiding De jaarlijkse veiligheidsmonitor biedt inzicht in de huidige veiligheidssituatie en de ontwikkelingen hierin. De leidraad voor de veiligheidsmonitor is het Integraal Veiligheidsplan 20-2014. In het Integraal Veiligheidsplan (IVP) staan de hoofdlijnen van het gemeentelijk veiligheidsbeleid beschreven. In de periode 20-2014 zijn er drie belangrijke thema s geprioriteerd: (jeugd-)overlast, geweld en vermogensdelicten. Daarnaast is er een focus op de geprioriteerde wijken. Met de opzet van deze rapportage is zoveel mogelijk bij het IVP aangesloten door het koppelen van de stellingen aan de huidige situatie. De veiligheidsmonitor is gebaseerd op twee basisbronnen: de enquête Leefbaarheid en Veiligheid (L&V) en het politieregistratiesysteem (BVH). Afhankelijk van het onderwerp zijn er ook nog andere bronnen gebruikt, zoals de KLPD dienst IPOL, Jeugd en Onderwijsmonitor (JOM), Leerlingthermometer en het Meldpunt Openbare Ruimte. De meest recente cijfers hebben betrekking op het jaar 20. Waar dit niet het geval is, wordt dit vermeld. Om de resultaten te verklaren, zijn er bijeenkomsten met de wijknetwerken georganiseerd. In de wijknetwerken zitten vertegenwoordigers van de gemeente, politie, Juvans, Divers en woningcorporaties Brabant Wonen en Zayaz. Het van de wijkbijeenkomsten was het verhaal achter de cijfers boven water te krijgen. De resultaten zijn met de wijkprofessionals besproken en er is gezocht naar verklaringen en achtergronden voor de resultaten. Deze input is verwerkt in deze veiligheidsmonitor en laten de wijkverhalen tot de verbeelding spreken. Leeswijzer De veiligheidsmonitor bestaat uit twee delen. In het eerste deel wordt de veiligheidssituatie op stedelijk niveau gepresenteerd. In het tweede deel wordt ingezoomd op de veiligheidssituatie van de verschillende wijken en aandachtsgebieden. In deel 1 wordt de veiligheidssituatie van de totale gemeente s-hertogenbosch gepresenteerd. Hierbij wordt eerst een algemeen beeld geschetst van de veiligheidssituatie in s-hertogenbosch. Dit wordt gedaan aan de hand van de veiligheidsindex. In de volgende hoofdstukken wordt ingezoomd op de ontwikkelingen die ten grondslag liggen aan het algemene beeld van de veiligheidssituatie. Dit wordt gedaan aan de hand van de ontwikkelingen op drie veiligheidsthema s: veilige woon- en leefomgeving, bedrijvigheid en veiligheid en jeugd en veiligheid. De resultaten worden gekoppeld aan de IVP-stellingen. Met vinkjes ( ) en kruisjes ( ) wordt aangegeven of het onderwerp zich positief ontwikkeld in relatie tot de gestelde IVP-stellingen. In deel 2 wordt ingegaan op de veiligheidssituatie van de verschillende wijken en aandachtsgebieden. Tot de aandachtsgebieden behoren de Hambaken, Boschveld/Deuteren, Bartjes/Eikendonkplein/Hofstad, Gestelse Buurt, Orthen Links, Haren/Donk/Reit en Kruiskamp. De aandachtsgebieden worden besproken bij de wijk waartoe zij behoren. Per wijk en aandachtsgebied wordt ingezoomd op de veiligheidssituatie aan de hand van de veiligheidsindex. Gekeken wordt naar de belangrijkste ontwikkelingen en aandachtspunten voor een wijk. Ook verklaringen van wijkprofessionals worden meegenomen in de wijkbeschrijvingen. In de bijlagen is een overzichtskaart opgenomen van alle wijken en buurten van s-hertogenbosch. 7

9 Deel 1: Veiligheidssituatie Gemeente s-hertogenbosch

2. Veiligheidssituatie en ontwikkelingen 2.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt een algemeen beeld geschetst van de huidige veiligheidssituatie in de gemeente s-hertogenbosch. Dit wordt gedaan aan de hand van de gemeentelijke veiligheidsindex die een samenvattend beeld geeft van de ontwikkelingen van de veiligheidssituatie 3. Hierbij worden ook de verschillende wijken en aandachtsgebieden ten opzichte van elkaar gepositioneerd. Daarnaast bekijken we hoe de inwoners van s-hertogenbosch zelf de veiligheid beoordelen. Ook wordt gekeken hoe landelijk de veiligheid wordt beoordeeld. Dit jaar komt de benchmark veiligheid beperkt aan bod. Eens in de twee jaar wordt een uitgebreide benchmark in de veiligheidsmonitor opgenomen. 2.2 Algemene veiligheidssituatie Doelstelling coalitieakkoord: In 2014 bedraagt de veiligheidsindex in alle wijken minimaal 18,4. De gemeentelijke veiligheidsindex is een soort veiligheidsthermometer. Het geeft volgens een vaste methodiek van objectieve en subjectieve gegevens weer hoe het met de veiligheidssituatie in de gemeente gesteld is. De objectieve indicatoren zijn afkomstig van de incidentenregistraties van de politie. De subjectieve indicatoren zijn de resultaten van de tweejaarlijkse enquête Leefbaarheid en Veiligheid (L&V). Een score van 25 is het maximum en zeer veilig, een score van 1 is het minimum en zeer onveilig. In 2008 was het indexcijfer voor de veiligheid een 18,4. In 2009 liep de veiligheidsindex op tot 19,0. De veiligheidsindex heeft zich het afgelopen jaar gestabiliseerd. Om de stelling van het Coalitieakkoord te halen, dient in alle wijken de veiligheidsindex minimaal 18,4 te zijn. Op de volgende pagina worden de verschillende wijken ten opzichte van elkaar gepositioneerd en wordt duidelijk welke wijken de coalitiestelling nu al halen. Figuur 2: Veiligheidsindex totale stad (2004-20) 25 20 19,0 15 Totale stad 2004 2006 2008 20 2014 Streefwaarde 2014: in iedere wijk min. 18,4 (Bron: Coalitieakkoord) Bron: L&V 20, BVH Politie en GBA 2011, bewerking O&S s-hertogenbosch 3 Er is dit jaar gekozen om de veiligheidsindex weer op de oude manier te presenteren, waarbij de veiligheidsindex een waarde heeft tussen de 1 en 25. In de veiligheidsmonitor 20 is de veiligheidsindex anders gepresenteerd. De nullijn gaf daar de gemiddelde veiligheidsindex van 2008 aan (18,4). Dat jaar werd als ijkpunt genomen om de veiligheidsindex tegen af te kunnen zetten. Hier gold: hoe hoger het indexcijfer, hoe beter de veiligheidssituatie. Er is er nu weer voor gekozen om de oude veiligheidsindex te gebruiken, omdat deze gebruikt wordt in het coalitieakkoord. 11

Met behulp van onderstaande tabel wordt inzicht geboden waarom een bepaald indexcijfer wordt gehaald. In de tabel zijn de 16 achterliggende indicatoren van de veiligheidsindex opgenomen. Gepresenteerd wordt: 1. De waarde voor 20; 2. De ontwikkeling 2008 20: met vinkjes ( ) en kruisjes ( ) worden de positieve en negatieve ontwikkelingen tussen 2008 en 20 gepresenteerd 4 ; 3. De IVP-stelling: met vinkjes en kruisjes wordt aangegeven of op dit moment wel of niet wordt voldaan aan de IVP-stellingen. Vijf indicatoren uit de veiligheidsindex zijn overigens niet in het IVP opgenomen. Dit wordt aangegeven met een nvt. Tussen 2008 en 20 is de veiligheidsindex toegenomen van 18,4 naar 19,0. Volgens onderstaande tabel is de veiligheidsindex tussen 2008 en 20 verbeterd doordat het aandeel vernielingen en autoinbraken is afgenomen. Ook ervaren inwoners minder auto-inbraken, rommel op straat, vernielingen en drugsoverlast. Ten opzichte van 2008 voelen minder inwoners zich wel eens onveilig, maar ze geven wel een lager rapportcijfer voor de veiligheid. Een zorgelijke ontwikkeling is de toename van het aantal woninginbraken. Van elf indicatoren die voorkomen in de veiligheidsindex zijn in het IVP stellingen geformuleerd. Zes van deze stellingen zijn nu al gehaald. Vijf stellingen worden op dit moment nog niet gehaald. Tabel 1: Achterliggende indicatoren veiligheidsindex s-hertogenbosch (2008-20) Politiecijfers per 1.000 inwoners/adres. Beleving bewoners jeugdoverlast geweld woninginbraak auto-inbraak vernielingen drugsoverlast jeugdoverlast bedreiging geweld woninginbraak auto-inbraak drugsoverlast rommel op straat vernielingen soms/vaak onveilig voelen rapportcijfer veiligheid 's-hertogenbosch 9,7 13,9 18,8 12,8 16,7 0,8 15% 3% 2% 11% 14% 6% 24% 16% 23% 6,6 2008-20 IVP-stelling 2015 Bron: L&V 20, BVH Politie en GBA 2011, bewerking O&S s-hertogenbosch nvt De wijken In het coalitieakkoord wordt er naar gestreefd dat alle wijken in 2014 een veiligheidsindex hebben van 18,4 (gemiddelde indexcijfer in 2008). Vijf van de twaalf wijken voldoen hier op dit moment nog niet aan. Dit zijn de wijken Binnenstad, Noord, Muntel/Vliert, West en Zuidoost. Tussen 2008 en 20 is in de meeste wijken de veiligheidssituatie verbeterd. De grootste vooruitgang is geboekt in de Binnenstad en de Graafsepoort. In de Maaspoort en Rosmalen Noord is de veiligheidssituatie de afgelopen twee jaar iets verslechterd. Zij scoren echter nog steeds bovengemiddeld. De meest veilige wijk is nog steeds de Groote Wielen. nvt 4 Bij de politiecijfers is een vinkje/kruisje geplaatst bij een toe-/afname van 2 incidenten per 1.000 inwoners. Uitzondering hierop is het aantal incidenten van drugsoverlast; hierbij is een vinkje/kruisje geplaatst bij een toe-/afname van 1 incident per 1.000 inwoners. Bij de beleving van bewoners is een vinkje/kruisje geplaatst bij een significante toe-/afname van een indicator. 12

Figuur 3: Veiligheidsindex wijken (2008-20) De Groote Wielen Engelen Empel Rosmalen Zuid Rosmalen Noord Graafsepoort Maaspoort 's-hertogenbosch Zuidoost West Muntel/Vliert Noord Binnenstad 18,1 17,6 17,5 16,9 16,9 19,5 19,3 19,0 22,0 21,3 21,0 23,0 22,3 20 2008 0 5 15 20 25 Streefwaarde 2014: in iedere wijk min. 18,4 (Bron: Coalitieakkoord) Bron: L&V 20, BVH Politie en GBA 2011, bewerking O&S s-hertogenbosch De aandachtsgebieden De veiligheidssituatie in de aandachtsgebieden is lager dan gemiddeld in de gemeente. Alleen Orthen Links doet het beter dan het stedelijk gemiddelde. De grootste vooruitgang is geboekt in de Bartjes/Eikendonkplein/Hofstad. De grootste achteruitgang zien we in de Hambaken en Haren/Donk/Reit. Met name de lage veiligheidsindex van de Hambaken is zorgwekkend. In deel 2 van deze veiligheidsmonitor wordt dieper ingegaan op de veiligheidssituatie van alle wijken en aandachtsgebieden. Hierbij wordt ook ingezoomd op de achterliggende indicatoren die bepalend zijn voor de veiligheidsindexscore. Hierdoor wordt duidelijk door welke veiligheidsthema s de veiligheidsindex (positief of negatief) wordt beïnvloed, en op welke veiligheidsthema s winst valt te behalen om de veiligheidsindex te verbeteren. Figuur 4: Veiligheidsindex aandachtsgebieden (2008-20) Orthen Links 19,3 's-hertogenbosch 19,0 Haren/Donk/Reit 18,2 Gestelse Buurt 17,9 Bartjes/Eikendonkplein/Hofstad 17,4 Boschveld/Deuteren 17,4 Kruiskamp Hambaken 11,1 17,1 20 2008 0 5 15 20 25 Bron: L&V 20, BVH Politie en GBA 2011, bewerking O&S s-hertogenbosch 13

2.3 Veiligheidsoordeel bewoners s-hertogenbosch De veiligheidsindex is verbeterd ten opzichte van 2008. De bevolking van s-hertogenbosch geeft echter een iets lager rapportcijfer voor de veiligheid. Twee jaar geleden gaven de inwoners nog een rapportcijfer van 7,0. Nu is dit gedaald naar een 6,6. Overigens geeft men in alle wijken en aandachtsgebieden een lager rapportcijfer. De daling is het sterkst in de aandachtsgebieden de Hambaken en Orthen Links. Figuur 5: Rapportcijfer veiligheid in de buurt 8 6 6,6 4 2 0 2004 2006 2008 20 2015 Bron: L&V 20 2.4 Veiligheidsoordeel bewoners landelijk Landelijk beoordeelt men de veiligheid met een rapportcijfer van 7,0. In de regio Brabant Noord wordt de veiligheid ongeveer hetzelfde beoordeeld als gemiddeld in Nederland. Ook is de beoordeling van de veiligheid ongeveer hetzelfde als in 2009. Afbeelding 1: Rapportcijfer veiligheid in de buurt Regio t.o.v. Nederland Lager Gelijk Hoger 20 t.o.v. 2009 Lager Gelijk Hoger Bron: Integrale Veiligheidsmonitor 20 Landelijke rapportage 14

3. Veilige woon- en leefomgeving Het thema veilige woon- en leefomgeving bundelt veiligheidsthema s die direct met de alledaagse kwaliteit van wonen en leven in wijken en buurten te maken hebben. Het gaat bijvoorbeeld om overlast van bewoners, verloedering, onveiligheidsgevoelens, (huiselijk) geweld, woninginbraken, voertuigcriminaliteit en drugs- en alcoholoverlast. 3.1 Overlast tussen bewoners Doelstelling IVP: In 2015 bedraagt de schaalscore sociale overlast maximaal 1,8. Overlast heeft een negatief effect op de leefbaarheid en veiligheid in de buurt. Om de sociale overlast in de buurt in beeld te krijgen, is er een score samengesteld aan de hand van onderwerpen die overlast meten. Deze indicator is samengesteld uit de volgende onderwerpen: dronken mensen op straat mensen die op straat worden lastig gevallen drugsoverlast overlast van groepen jongeren De schaalscore van sociale overlast bedraagt nu 2,0. De ervaren sociale overlast neemt sinds 2006 licht af. Als deze ontwikkeling verder doorzet, dan wordt de IVP-stelling in 2015 gehaald. In de meeste wijken en aandachtsgebieden is de sociale overlast afgenomen. Vooral de aandachtsgebieden Hambaken, Orthen Links, Bartjes/Eikendonkplein/Hofstad en de Gestelse Buurt boeken veel vooruitgang. Daarentegen ervaren inwoners van Muntel/Vliert, Rosmalen Noord en het aandachtsgebied Boschveld/Deuteren iets meer sociale overlast dan in 2008. Inwoners van de Binnenstad ervaren de meeste sociale overlast. Dit ligt ook voor de hand gelet op de functies van de Binnenstad. Figuur 6: Schaalscore sociale overlast (samengesteld cijfer: 0=laag, =hoog) 8 6 4 2 2,0 0 2004 2006 2008 20 2015 Streefwaarde 2015: max. 1,8 (Bron: Integraal Veiligheidsplan 20-2014) Bron: L&V 20 15

Doelstelling IVP: In 2015 bedraagt het percentage bewoners dat vindt dat overlast door omwonenden vaak voorkomt in de eigen buurt maximaal 5 procent. In s-hertogenbosch ervaart 6 procent van de bewoners vaak overlast van omwonenden in de buurt. Dit aandeel is al jaren vrij stabiel. Om de IVP-stelling in 2015 te behalen moet dit percentage dalen tot maximaal 5 procent. In de wijk Muntel/Vliert en de aandachtsgebieden Bartjes/Eikendonkplein/Hofstad, de Gestelse Buurt, Boschveld/Deuteren en de Hambaken ervaren de meeste inwoners vaak overlast door omwonenden. In deze wijk/buurten ligt de ervaren overlast minstens twee keer zo hoog als gemiddeld. Figuur 7: Percentage bewoners dat vindt dat overlast door omwonenden vaak voorkomt in de eigen buurt 8 6 4 6,4 2 0 2004 2006 2008 20 2015 Streefwaarde 2015: max. 5% (Bron: Integraal Veiligheidsplan 20-2014) Bron: L&V 20 Het afgelopen jaar is er onverminderd geïnvesteerd in de aanpak van overlastpanden in woonwijken. In beginsel wordt overlast tussen bewoners aangepakt op wijkniveau. In het wijknetwerk worden door de wijkprofessionals de overlastsituaties die zich voordoen, besproken. Er worden afspraken gemaakt over een gerichte aanpak van deze huishoudens. Hierbij spelen het koppelproject en buurtbemiddeling een belangrijke rol. Zo heeft Divers in 20 bij 250 conflicten buurtbemiddeling toegepast. Wanneer de overlast niet op wijkniveau aangepakt kan worden, wordt het Veiligheidshuis ingeschakeld. In het casusoverleg overlastpanden werken woningcorporaties, gemeente en politie nauw samen om de meer complexe en hardnekkige overlastpanden. In 20 werden door het casusoverleg 65 overlastpanden behandeld. Bij het merendeel van deze panden (44) ging het om drugsgerelateerde overlast. In de overige gevallen betrof het structurele en zware overlast, zoals geluidsoverlast en vervuiling. 16

3.2 Verloedering / Kwaliteit woonomgeving Doelstelling IVP: In 2015 bedraagt het rapportcijfer voor de woonomgeving in de eigen buurt 7,0. Gemiddeld geeft de inwoner van s-hertogenbosch een 7,3 voor de woonomgeving in de eigen buurt. Deze waardering is al jaren redelijk stabiel. Volgens de IVP-stelling dient het rapportcijfer voor de woonomgeving in de eigen buurt minimaal een 7,0 te zijn. Aan de stelling wordt nu al voldaan. Inwoners van Engelen en Empel beoordelen de woonomgeving het hoogst. Bewoners uit de wijken Noord en West en uit alle aandachtsgebieden beoordelen de woonomgeving in de eigen buurt lager dan de streefwaarde van 7,0. Kijkend naar de aandachtsgebieden is het rapportcijfer in Boschveld/Deuteren en Orthen Links afgenomen ten opzichte van 2008. Volgens professionals heeft dit mogelijk te maken met de vertraagde herstructurering. Plannen voor renovatie en sloop zijn door de economische crisis vertraagd. Figuur 8: Rapportcijfer woonomgeving in de eigen buurt (1=laag, =hoog) 8 6 7,3 4 2 0 2004 2006 2008 20 2015 Streefwaarde 2015: min. 7,0 (Bron: Integraal Veiligheidsplan 20-2014) Bron: L&V 20 Doelstelling IVP: In 2015 bedraagt de schaalscore voor fysieke verloedering maximaal 3,6. Verloedering heeft een negatief effect op de leefbaarheid van de buurt. Om de verloedering in de buurt in beeld te krijgen, is er een score samengesteld aan de hand van onderwerpen die verloedering meten. Deze indicator is samengesteld uit de volgende onderwerpen: hondenpoep op straat rommel op straat bekladding van muren en/of gebouwen vernieling van telefooncellen en bushokjes De inwoners van s-hertogenbosch ervaren steeds minder verloedering in hun buurt. De schaalscore bedraagt nu 3,8. Ten opzichte van 2008 ervaren minder bewoners vaak hondenpoep op straat, rommel op straat, bekladding van muren en/of gebouwen en vernieling van telefooncellen en bushokjes. Volgens de IVP-stelling bedraagt de schaalscore voor fysieke verloedering in 2015 maximaal 3,6. In alle wijken en aandachtsgebieden is de fysieke verloedering (iets) afgenomen. Inwoners van de aandachtsgebieden Hambaken, Haren/Donk/Reit en Kruiskamp ervaren de meeste fysieke verloedering. 17

Figuur 9: Schaalscore fysieke verloedering (samengesteld cijfer: 0=laag, =hoog) 8 6 4 2 3,8 0 2004 2006 2008 20 2015 Streefwaarde 2015: max. 3,6 (Bron: Integraal Veiligheidsplan 20-2014) Bron: L&V 20 Doelstelling IVP: In 2015 bedraagt het aantal incidenten van vervuiling per 1.000 inwoners max. 12. Bij het Meldpunt Openbare Ruimte van de gemeente s-hertogenbosch kunnen bewoners melding maken van alle zaken die te maken hebben met de leefbaarheid op straat en in de buurt. Zo kan men melding doen van bijvoorbeeld zwerfvuil, illegale stort en kapotte straatverlichting. Het aandeel incidenten van vervuiling is het afgelopen jaar ongeveer gelijk gebleven met 12 incidenten van vervuiling per 1.000 inwoners. Hiermee wordt de IVP-stelling gehaald. Het aandeel incidenten van vervuiling is het grootst in de Binnenstad en het aandachtsgebied Boschveld/Deuteren. Om de vervuilingen en illegale stort een halt toe te roepen, zijn de tarieven van de milieustations per 1 januari 2009 gedaald. Sindsdien is het aantal incidenten van vervuiling en illegale stort afgenomen. Het aantal incidenten van illegale stort is tussen 2008 en 20 afgenomen van 48 naar 36 incidenten per 1.000 inwoners. Ook bewoners ervaren minder vervuiling. Tussen 2008 en 20 is het aandeel inwoners dat aangeeft dat rommel op straat vaak voorkomt afgenomen van 34 naar 24 procent. Figuur : Aantal incidenten van vervuiling per 1.000 inwoners 20 15 11,9 5 0 2004 2006 2008 20 2015 Streefwaarde 2015: max. 12 (Bron: Integraal Veiligheidsplan 20-2014) Bron: Meldpunt Openbare Ruimte en GBA 2011, bewerking O&S s-hertogenbosch 18

Doelstelling IVP: In 2015 bedraagt het aantal incidenten van vernieling per 1.000 inwoners max. 20. In 20 waren er 17 incidenten van vernieling per 1.000 inwoners. Het aandeel vernielingen neemt al sinds 2006 af. Volgens de IVP-stelling zijn er in 2015 maximaal 20 incidenten van vernieling per 1.000 inwoners. Aan de IVP-stelling is nu al voldaan. In bijna alle wijken en aandachtsgebieden is sinds 2008 het aandeel vernielingen afgenomen. Vooral de Binnenstad en West boeken veel vooruitgang. Dit geldt ook voor de aandachtsgebieden Boschveld/Deuteren en Bartjes/Eikendonkplein/Hofstad. In de Maaspoort en het aandachtsgebied Haren/Donk/Reit is het aandeel vernielingen de afgelopen twee jaar echter toegenomen. De gemeente heeft het aandeel vernielingen teruggebracht door het gebruik van hufterproof materiaal. Figuur 11: Aantal incidenten van vernieling per 1.000 inwoners 30 25 20 15 16,7 5 0 2004 2006 2008 20 2015 Streefwaarde 2015: max. 20 (Bron: Integraal Veiligheidsplan 20-2014) Bron: BVH Politie en GBA 2011, bewerking O&S s-hertogenbosch 3.3 Onveiligheidsgevoelens Doelstelling IVP: In 2015 voelt niet meer dan 2 procent zich vaak onveilig in de eigen buurt. Aan de inwoners van s-hertogenbosch is gevraagd naar gevoelens van onveiligheid. Drie procent van de inwoners voelt zich vaak onveilig in de eigen buurt. Om de IVP-stelling te halen dient dit aandeel af te nemen tot maximaal 2 procent. In de wijken Muntel/Vliert, Noord en West voelen relatief veel mensen zich vaak onveilig; zes procent van de inwoners van deze wijken voelt zich vaak onveilig in de eigen buurt. Het meest opvallend is het aandachtsgebied de Hambaken; 16 procent van de inwoners van het aandachtsgebied voelt zich vaak onveilig in de eigen buurt. Waarom mensen zich onveilig voelen in de eigen buurt heeft verschillende oorzaken. Aan hen is dan ook gevraagd waarom zij zich onveilig voelen in de eigen buurt. De belangrijkste oorzaken zijn jeugden sociale overlast. Tweederde van de mensen die zich onveilig voelen, voelt zich onveilig door groepen (Marokkaanse) jongeren en omwonenden in de buurt. Mensen voelen zich hierdoor geïntimideerd. Ongeveer twintig procent voelt zich onveilig vanwege vermogensdelicten, en circa tien procent wegens drugshandel en overlast in de buurt. 19

Figuur 12: Percentage bewoners dat zich vaak onveilig voelt in de eigen buurt 8 6 4 3,2 2 0 2004 2006 2008 20 2015 Streefwaarde 2015: max. 2% (Bron: Integraal Veiligheidsplan 20-2014) Bron: L&V 20 3.4 Huiselijk geweld Doelstelling IVP: In 2015 bedraagt het percentage Bosschenaren dat geconfronteerd wordt met huiselijk geweld niet meer dan 8 procent. Aan de inwoners van s-hertogenbosch is gevraagd of zij de afgelopen twee jaar zijn geconfronteerd met en/of slachtoffer zijn geworden van huiselijk geweld of kindermishandeling 5. Dit kan betekenen dat zijzelf slachtoffer zijn geworden van huiselijk geweld, of dat zij zijn geconfronteerd met huiselijk geweld van iemand anders in de directe omgeving. Zoals van andere gezinsleden, familieleden, buren of kennissen. Negen procent van de inwoners geeft aan te zijn geconfronteerd met huiselijk geweld. Volgens de IVP-stelling wordt maximaal 8 procent van de Bosschenaren geconfronteerd met huiselijk geweld. Van de mensen die geconfronteerd zijn met huiselijk geweld, heeft zestig procent dit ook gemeld bij een instantie, zoals de politie, steunpunt Huiselijk Geweld of Bureau Jeugdzorg. Eén procent van de bevolking geeft aan zelf slachtoffer te zijn van huiselijk geweld. Figuur 13: Percentage bewoners dat geconfronteerd is met huiselijk geweld 20 15 5 9,0 0 2004 2006 2008 20 2015 Streefwaarde 2015: max. 8% (Bron: Integraal Veiligheidsplan 20-2014) Bron: L&V 20 5 We spreken nu verder over huiselijk geweld. Dit kan echter ook kindermishandeling inhouden. 20

Het aantal incidenten van huiselijk geweld is het afgelopen jaar iets afgenomen; van 7 naar 6 incidenten per 1.000 inwoners. Het aandeel incidenten van huiselijk geweld is relatief hoog in de aandachtsgebieden Orthen Links, Hambaken, Bartjes/Eikendonkplein/Hofstad, Boschveld/Deuteren en Haren/Donk/Reit. In deze buurten ligt het aandeel incidenten van huiselijk geweld op meer dan incidenten per 1.000 inwoners. Figuur 14: Aantal incidenten van huiselijk geweld per 1.000 inwoners 20 15 5 6,2 0 2004 2006 2008 20 Bron: Gids-Kubus Politie (gesommeerd door alle politiecategorieën) en GBA 2011, bewerking O&S s-hertogenbosch Huiselijk geweld is en blijft een belangrijk speerpunt. In april 2009 is de Wet tijdelijk huisverbod ingevoerd. Het huisverbod geeft de burgemeester op aangeven van de politie, een instrument in handen om de dader voor een periode van minimaal dagen de toegang tot de woning te ontzeggen. Het is om die periode te gebruiken om hulpverlening voor de dader en het slachtoffer op gang te brengen. Gekoppeld aan het huisverbod is de inzet van het interventieteam huiselijk geweld. Dit team zorgt binnen 48 uur voor hulpverlening. Afgelopen jaar werden er 13 huisverboden door de burgemeester opgelegd. 3.5 Geweld op straat Doelstelling IVP: In 2015 bedraagt het aantal incidenten van geweld per 1.000 inwoners maximaal 15. Het aandeel incidenten van geweld is het afgelopen jaar iets afgenomen, van 16 naar 14 incidenten per 1.000 inwoners. Dit betekent een afname van 12 procent. Hiermee wordt nu al aan de IVPstelling van 2015 voldaan. Het aandeel geweldsincidenten is het hoogst in de Binnenstad. Dit heeft alles te maken met de concentratie mensen, vooral tijdens de uitgaansuren waarbij in veel gevallen alcohol en/of drugs in het spel is. In 2009 hebben politie, OM, gemeente en Koninklijke Horeca Nederland afdelingen s-hertogenbosch en Rosmalen afspraken gemaakt over de verbetering van de veiligheid tijdens het uitgaan. Deze afspraken hebben onder andere betrekking op het gebruik van veiligheidsglas, het weekendarrangement en de collectieve horeca ontzegging. De afspraken zijn bekrachtigd in het convenant Veilig Uitgaan (mei 2009). Het aandeel incidenten van geweld is verder relatief hoog in de aandachtsgebieden Hambaken, Boschveld/Deuteren en Bartjes/Eikendonkplein/Hofstad. 21

Figuur 15: Aantal incidenten van geweld per 1.000 inwoners 30 25 20 15 13,9 5 0 2004 2006 2008 20 2015 Streefwaarde 2015: max. 15 (Bron: Integraal Veiligheidsplan 20-2014) Bron: BVH Politie en GBA 2011, bewerking O&S s-hertogenbosch Doelstelling IVP: In 2015 vindt gemiddeld maximaal 2 procent dat geweldsdelicten vaak voorkomen in de eigen buurt. Al een aantal jaar vindt ruim 2 procent van de inwoners dat geweldsdelicten vaak voorkomen in hun buurt. Volgens de IVP-stelling bedraagt het aandeel incidenten van geweld in 2015 maximaal 2 procent. Om de IVP-stelling te halen dient het aandeel mensen dat vaak geweldsdelicten in de buurt ervaart, nog iets af te nemen. In de Graafsepoort en de aandachtsgebieden de Hambaken, Boschveld/Deuteren en Kruiskamp is het percentage bewoners dat vaak geweldsdelicten ervaart in de eigen buurt het hoogst. Figuur 16: Percentage bewoners dat vindt dat geweldsdelicten vaak voorkomen in de eigen buurt 8 6 4 2 2,2 0 2004 2006 2008 20 2015 Streefwaarde 2015: max. 2% (Bron: Integraal Veiligheidsplan 20-2014) Bron: L&V 20 Doelstelling IVP: In 2015 vindt gemiddeld max. 2 procent dat bedreiging vaak voorkomt in de buurt. Ruim 3 procent van de bewoners vindt dat bedreiging vaak voorkomt bij hen in de buurt. Dit is ongeveer hetzelfde als in 2008. Het aandeel dient echter af te nemen tot maximaal 2 procent in 2015 om de IVP-stelling te halen. 22

In het aandachtsgebied de Hambaken geven veruit de meeste mensen aan dat bedreiging bij hen in de buurt vaak voorkomt; maar liefst 16 procent van de inwoners geeft dit aan. Ook in de aandachtsgebieden Orthen Links, Kruiskamp, Boschveld/Deuteren en Gestelse Buurt geven relatief veel bewoners aan dat bedreiging bij hen in de buurt vaak voorkomt. Figuur 17: Percentage bewoners dat vindt dat bedreiging vaak voorkomt in de eigen buurt 8 6 4 3,3 2 0 2004 2006 2008 20 2015 Streefwaarde 2015: max. 2% (Bron: Integraal Veiligheidsplan 20-2014) Bron: L&V 20 3.6 Woninginbraak Doelstelling IVP: In 2015 bedraagt het aantal woninginbraken per 1.000 adressen maximaal 12. Tussen 2005 en 2009 nam het aandeel woninginbraken geleidelijk af. Maar in 20 is deze trend gekeerd. Het aandeel woninginbraken steeg van 16 naar 19 incidenten per 1.000 adressen. Dit komt neer op een stijging van 22 procent. Het aandeel woninginbraken dient echter af te nemen naar 12 incidenten per 1.000 adressen in 2015 om de IVP-stelling te halen. In de meeste wijken en aandachtsgebieden zijn de woninginbraken toegenomen. Het aandeel inbraken is het hoogst in de Maaspoort en de in Noord gelegen aandachtsgebieden de Hambaken en Haren/Donk/Reit. Daarentegen zien we in de Groote Wielen, Graafsepoort, West en het aandachtsgebied Orthen Links een afname van de woninginbraken. Niet alleen in s-hertogenbosch zien we een stijging van het aandeel woninginbraken. Landelijk steeg het aantal woninginbraken met 12 procent en in de provincie Noord-Brabant met 17 procent 6. Om het aantal woninginbraken in de stad terug te dringen, hebben politie en gemeente zich het afgelopen jaar sterk ingezet. De politie heeft onder de vlag van het project Samen tegen inbrekers, verschillende instrumenten ingezet. Hiervoor zijn uitgebreide controles gehouden om enerzijds voertuigen te controleren en anderzijds bewoners te wijzen op de risico s. De gemeente heeft onverkort invulling gegeven aan haar preventieve taak op het gebied van woninginbraken. De aanpak Geef inbrekers geen kans is ook in 20 uitgevoerd. Hierbij ontvangen bewoners kosteloos preventieadvies op basis waarvan zij hun woning beter kunnen beveiligen. Uit onderzoek 7 is echter gebleken dat het moeilijk is om bewoners te motiveren om zelf hun verantwoordelijkheid op te pakken en maatregelen te nemen om hun woning beter te beveiligen. In 2011 zal er een aanvalsplan worden opgesteld om de toename van het aantal woninginbraken te keren. 6 Het totaal aantal woninginbraken in s-hertogenbosch steeg met 23 procent (afgezet tegen het aantal inwoners). Omdat de woningvoorraad licht is toegenomen is het totaal aandeel woninginbraken (per 1.000 adressen) in s-hertogenbosch met 22 procent gestegen. Bron: Het publieke belang bij private preventie - Een economische analyse van inbraakpreventiebeleid (20). 7 23

Figuur 18: Aantal incidenten van woninginbraak per 1.000 adressen 30 25 20 18,8 15 5 0 2004 2006 2008 20 2015 Streefwaarde 2015: max. 12 (Bron: Integraal Veiligheidsplan 20-2014) Bron: BVH Politie en GBA 2011, bewerking O&S s-hertogenbosch Doelstelling IVP: In 2015 vindt max. 8 procent dat woninginbraak vaak voorkomt in de eigen buurt. Ondanks de stijging van het aantal woninginbraken, is het aandeel inwoners dat vindt dat woninginbraak vaak voorkomt in hun buurt tussen 2008 en 20 niet toegenomen. Elf procent van de inwoners geeft aan dat woninginbraken vaak voorkomen bij hen in de buurt. Volgens de IVPstelling dient dit aandeel af te nemen tot acht procent in 2015. Inwoners van de aandachtsgebieden Kruiskamp en de Hambaken vinden het vaakst dat woninginbraak bij hen in de buurt vaak voorkomt. In deze buurten geeft een kwart van de inwoners dit aan. Figuur 19: Percentage bewoners dat vindt dat woninginbraak vaak voorkomt in de eigen buurt 20 15 11,1 5 0 2004 2006 2008 20 2015 Streefwaarde 2015: max. 8% (Bron: Integraal Veiligheidsplan 20-2014) Bron: L&V 20 24

3.7 Voertuigcriminaliteit Doelstelling IVP: In 2015 vinden maximaal 7 fietsendiefstallen per 1.000 inwoners plaats. Het aandeel fietsendiefstallen is het afgelopen jaar afgenomen; van 15 naar 12 incidenten per 1.000 inwoners. Dit is een afname van 24 procent. Het aandeel fietsendiefstallen is onder andere teruggedrongen door toezicht in de hotspotgebieden. Om de IVP-stelling te halen, dient het aandeel fietsendiefstallen nog verder af te nemen tot maximaal 7 fietsendiefstallen per 1.000 inwoners in 2015. In de meeste wijken en aandachtsgebieden is het aandeel fietsendiefstallen afgenomen. Alleen in Rosmalen Noord zien we een noemenswaardige stijging van het aandeel fietsendiefstallen. In deze wijk is na de Binnenstad het aandeel fietsendiefstallen het hoogst van de gemeente. Beide wijken hebben een centrumfunctie en een treinstation. Door deze functies is het aandeel (gestalde) fietsen in de wijken hoger. Figuur 20: Aantal incidenten van fietsendiefstal per 1.000 inwoners 20 15 11,6 5 0 2004 2006 2008 20 2015 Streefwaarde 2015: max. 7 (Bron: Integraal Veiligheidsplan 20-2014) Bron: BVH Politie en GBA 2011, bewerking O&S s-hertogenbosch Doelstelling IVP: In 2015 vinden maximaal 15 auto-inbraken per 1.000 inwoners plaats. Het aandeel auto-inbraken is de afgelopen twee jaar fors afgenomen, van 24 naar 13 incidenten per 1.000 inwoners. Dit betekent een afname van 46 procent. Hiermee wordt voldaan aan de IVPstelling van 2015. De afname van het aantal auto-inbraken is het grootst in de Binnenstad, Zuidoost, Graafsepoort en Muntel/Vliert. In deze wijken is het aandeel auto-inbraken in twee jaar tijd met meer dan 25 incidenten per 1.000 inwoners afgenomen. Het aandeel auto-inbraken is momenteel het hoogst in de Binnenstad en het aandachtsgebied Boschveld/Deuteren. Dat het aandeel auto-inbraken de afgelopen twee jaar bijna is gehalveerd, is te danken aan de inzet van de politie en gemeente. Er is onder andere toezicht geplaatst op hotspots en gezorgd voor goede verlichting op plaatsen waar veel auto s werden opengebroken. Ook de inzet van de lokauto door de politie heeft zijn vruchten afgeworpen. De lokauto werd vorig jaar 220 keer ingezet door de politie. Dit zorgde voor tien aanhoudingen (waarvan vijf veelplegers). 25

Figuur 21: Aantal incidenten van auto-inbraak per 1.000 inwoners 50 40 30 20 0 12,8 2004 2006 2008 20 2015 Streefwaarde 2015: max. 15 (Bron: Integraal Veiligheidsplan 20-2014) Bron: BVH Politie en GBA 2011, bewerking O&S s-hertogenbosch Doelstelling IVP: In 2015 vindt max. procent dat auto-inbraak vaak voorkomt in de eigen buurt. Dat het aandeel auto-inbraken de laatste jaren is afgenomen, zien we ook terug in de beleving van bewoners. Het aandeel bewoners dat aangeeft dat auto-inbraken bij hen in de buurt vaak voorkomt is opnieuw afgenomen; 14 procent van de inwoners geeft dit nu nog aan. Om de IVP-stelling te halen dient dit aandeel verder af te nemen tot procent in 2015. Inwoners van de aandachtsgebieden de Hambaken, Bartjes/Eikendonkplein/Hofstad, Kruiskamp en Boschveld/Deuteren geven het vaakst aan dat auto-inbraak in hun buurt vaak voorkomt. De grootste vooruitgang zien we in de wijken Binnenstad, Graafsepoort en Muntel/Vliert. Figuur 22: Percentage bewoners dat vindt dat auto-inbraak vaak voorkomt in de eigen buurt 30 25 20 15 14,0 5 0 2004 2006 2008 20 2015 Streefwaarde 2015: max. % (Bron: Integraal Veiligheidsplan 20-2014) Bron: L&V 20 26

3.8 Overige veel voorkomende criminaliteit Doelstelling IVP: In 2015 bedraagt het aantal veelvuldig gepleegde delicten per 1.000 inwoners 70. Met veelvuldig gepleegde delicten worden de delicten bed die worden gepleegd door veelplegers. Veelplegers maken zich in het bijzonder schuldig aan vermogensdelicten. In 2008 waren er in totaal 81 incidenten per 1.000 inwoners bekend, die vaak aan veelplegers worden toegeschreven. In 20 is dit gedaald tot 70 incidenten per 1.000 inwoners. Dit betekent een daling van 14 procent. Hiermee voldoen we nu al aan de IVP-stelling. Figuur 23: Aantal incidenten van veelvuldig door veelplegers gepleegde delicten per 1.000 inwoners 120 1 0 90 80 70 60 50 70,2 2004 2006 2008 20 2015 Streefwaarde 2015: max. 70 (Bron: Integraal Veiligheidsplan 20-2014) Bron: BVH Politie en GBA 2011, bewerking O&S s-hertogenbosch De meest recente veelplegerscijfers hebben betrekking op 2008 8. Veelplegers houden zich voornamelijk bezig met het plegen van vermogensdelicten en zijn verantwoordelijk voor een groot deel van de misdrijven. Harde kern jongeren zijn veelplegers in de leeftijd 12-24 jaar met relatief zware delicten op hun naam. In 2008 waren er 23 minderjarige veelplegers. Het aandeel Marokkaanse Nederlanders is erg hoog. 43 procent van de minderjarige veelplegers is van Marokkaanse afkomst. Ook is ten opzichte van 2007 het aantal minderjarige (Marokkaans-Nederlandse) veelplegers toegenomen. In 2008 waren er 200 meerderjarige veelplegers, waarvan 31 zeer actieve veelplegers. In de groep meerderjarige veelplegers is het aandeel Marokkaanse-Nederlanders lager; 22 procent van de meerderjarige veelplegers zijn Marokkaanse Nederlanders. Ten opzichte van 2007 is het aantal meerderjarige veelplegers met 23 procent afgenomen. Ook het aandeel Marokkaanse-Nederlanders is afgenomen, met name bij de zeer actieve veelplegers. In 2008 waren er 93 harde kern jongeren (12-24 jaar), waarvan 28 harde kern jongeren minderjarig zijn. Ook hier is het aandeel Marokkaanse Nederlanders hoog; 29 procent van de harde kern jongeren is van Marokkaanse afkomst. Onder de minderjarige harde kern jongeren is dit aandeel iets hoger, namelijk 43 procent. 8 Het KLPD heeft nog geen recentere cijfers aan gemeenten beschikbaar gesteld. 27

Figuur 24: Aantal verdachten recidive 2007-2008 Meerderjarig Minderjarig 13 7 Veelplegers 12-17 jr 13 14 9 Harde kern 12-17 jr 16 12 Veelplegers 18+ jr Zeer actieve veelplegers 18+ jr Harde kern 18-24jr Bron: KLPD Dienst IPOL (HKS registratie) juni 20, cijfer 2008 (voorlopige cijfers) In 20 is gewerkt aan het verbeteren van de veelplegersaanpak onder regie van de gemeente. De knelpunten zijn geanalyseerd en voorgelegd aan de driehoek (politie, gemeente en burgemeester). Dit heeft geleid tot een verbetertraject. Dit traject is gedeeltelijk uitgevoerd in 20 en zal in 2011 verder worden afgerond. Uit wetenschappelijk onderzoek 9 blijkt dat investeren op de nieuwe zeer actieve veelplegers de meeste kans van slagen heeft. In de verbeterde aanpak wordt de focus gelegd op deze groep. Het uitvoeren van een persoonsgebonden aanpak voor een zeer actieve veelpleger is een langdurig en intensief proces. Het kost tijd en is een kwestie van de lange adem van alle partners die een bijdrage leveren aan de aanpak. Om de capaciteit in de keten te kunnen garanderen voor deze groep is daarom gekozen voor het prioriteren van 25 veelplegers. Andere onderdelen van het verbetertraject zijn de invoering van de veelplegersbrief, het verbeteren van de informatiepositie ten aanzien van de groep, het invoeren van een diagnose instrument en het versterken van de sturing op de veelplegersaanpak op zowel strategisch, tactisch en operationeel niveau. Hierbij gaat het ook over het versterken van de gemeentelijke regierol. De gemeente participeert in de casusoverleggen en daar waar partijen afspraken niet nakomen wordt direct opgeschaald naar tactisch en strategisch niveau (de districtelijke driehoek). 3.9 Drugs- en alcoholoverlast 34 24 7 39 51 16 29 15 156 211 0 50 0 150 200 250 300 Doelstelling IVP: In 2015 vindt maximaal 5 procent dat drugsoverlast vaak voorkomt in de eigen buurt. Het aandeel inwoners dat aangeeft dat drugsoverlast vaak voorkomt in de eigen buurt is de afgelopen twee jaar verder afgenomen van 8 naar 6 procent. Om aan de IVP-stelling te voldoen dient het percentage nog verder af te nemen naar maximaal 5 procent in 2015. In de politiecijfers zien we bijna een halvering van de drugsoverlast in twee jaar tijd; van 1,5 naar 0,8 incidenten per 1.000 inwoners. Dit is een afname van 46 procent. Ook het aandeel incidenten van drugshandel is afgenomen tussen 2008 en 20; van 2,3 naar 1,8 incidenten per 1.000 inwoners. 44 Overig (2007) Marokkaans (2007) Overig (2008) Marokkaans (2008) 48 9 Bron: Vastpakken en niet meer loslaten - Een onderzoek naar de werkwijze en effectiviteit van zes Limburgse veiligheidshuizen (20). 28

Figuur 25: Percentage bewoners dat vindt dat drugsoverlast vaak voorkomt in de eigen buurt 20 15 5,9 5 0 2004 2006 2008 20 2015 Streefwaarde 2015: max. 5% (Bron: Integraal Veiligheidsplan 20-2014) Bron: L&V 20 Doelstelling IVP: In 2015 vindt maximaal 4 procent dat openbare dronkenschap vaak voorkomt in de eigen buurt. Zeven procent van de inwoners van s-hertogenbosch geeft aan dat openbare dronkenschap vaak voorkomt in de eigen buurt. Dit is ongeveer hetzelfde als in 2008. Om de IVP-stelling in 2015 te halen, dient het percentage af te nemen tot maximaal vier procent. Figuur 26: Percentage bewoners dat vindt dat openbare dronkenschap vaak voorkomt in de eigen buurt 8 6,6 6 4 2 0 2004 2006 2008 20 2015 Streefwaarde 2015: max. 4% (Bron: Integraal Veiligheidsplan 20-2014) Bron: L&V 20 29

4. Bedrijvigheid en veiligheid Bij het veiligheidsthema bedrijvigheid en veiligheid gaat het onder andere om de sociale veiligheid rond winkelcentra, bedrijven, uitgaansgelegenheden en grootschalige evenementen. Maatregelen in dit veld hebben vaak een gemengd publiek-privaat karakter. 4.1 Winkelcentra Doelstelling IVP: In 2015 voelt maximaal 3 procent zich vaak onveilig in het winkelgebied in de eigen buurt. Het aandeel inwoners dat zich vaak onveilig voelt in het winkelgebied in de eigen buurt is al jaren ruim drie procent. In 20 voelt iets minder dan drie procent van de inwoners zich vaak onveilig in het winkelgebied. Hiermee voldoen we nu al aan de IVP-stelling. Het aandachtsgebied de Hambaken scoort op deze indicator het slechtst; 12 procent van de inwoners van de Hambaken voelt zich vaak onveilig in het winkelgebied in de eigen buurt. Figuur 27: Percentage bewoners dat zich vaak onveilig voelt in het winkelgebied in de eigen buurt 8 6 4 2 0 2004 2006 2008 20 2015 2,6 Streefwaarde 2015: max. 3% (Bron: Integraal Veiligheidsplan 20-2014) Bron: L&V 20 Doelstelling IVP: In 2015 bedraagt het aantal incidenten winkeldiefstal per 1.000 inwoners max. 4. Het aantal incidenten van winkeldiefstal is het afgelopen jaar afgenomen van 5 naar 3 incidenten per 1.000 inwoners. Dit betekent een afname van 26 procent. Het aandeel winkeldiefstallen is het hoogst in de Binnenstad. Maar ook hier is het aandeel winkeldiefstallen in één jaar tijd behoorlijk afgenomen; van 39 naar 25 incidenten per 1.000 inwoners. Sinds mei 2009 heeft s-hertogenbosch het Keurmerk Veilig Ondernemen Binnenstad. Ook winkelcentrum Helftheuvel kent dit keurmerk. In het kader van het Keurmerk Veilig Ondernemen (KVO) hebben de politie, brandweer, gemeente en ondernemerverenigingen Hartje s-hertogenbosch en Helftheuvel afspraken gemaakt om de veiligheid te verbeteren voor zowel ondernemers, personeel als bezoekers. De afspraken zijn gemaakt naar aanleiding van een in 2008 uitgevoerde veiligheidsanalyse. De afspraken zijn in 2009 bekrachtigd in een convenant. 31

Figuur 28: Aantal incidenten van winkeldiefstal per 1.000 inwoners 8 6 4 2 3,8 0 2004 2006 2008 20 2015 Streefwaarde 2015: max. 4 (Bron: Integraal Veiligheidsplan 20-2014) Bron: BVH Politie en GBA 2011, bewerking O&S s-hertogenbosch De overall stelling van het KVO project is het verbeteren van de veiligheid voor ondernemers, personeel en publiek. Hiervoor zijn verschillende stellingen geformuleerd, zoals: 30 procent meer aangiftebereidheid dan in 2008 25 procent minder onveiligheidsgevoelens bij ondernemers en personeel dan in 2008 5 procent minder winkelcriminaliteit dan in 2008 Om de hierboven genoemde en te kunnen bereiken hebben de partijen afspraken gemaakt over de inzet van de volgende instrumenten: Invoering Collectieve Winkel Ontzegging om personen te kunnen weren die strafbare feiten plegen of zich niet houden aan de huisregels Trainingen aan ondernemers en personeel op het gebied van winkeldiefstal, overvallen en agressie. Deze trainingen worden aangeboden door het Hoofd Bedrijfschap Detailhandel (HBD) Winkelscan : een methode om zwakke plekken op te sporen en veiligheidsrisico s op het niveau van de winkel op te sporen. Het HBD biedt de winkelscan aan Vereenvoudiging van het aangifteproces (aangifte op afspraak of via internet) Verbetering van het contact met de politie. De politie zoekt actiever contact met de winkeliers tijdens reguliere surveillances Het Meldpunt overlast promoten bij ondernemers zodat zij sneller problemen in de openbare ruimte kunnen melden en deze zaken opgepakt kunnen worden In 20 zijn alle bovengenoemde maatregelen ingevoerd. In het tweede kwartaal van 2011 zal opnieuw een veiligheidsanalyse worden uitgevoerd. Op basis daarvan vindt een evaluatie plaats alsmede de hercertificering in het kader van het Keurmerk Veilig Ondernemen: Het behalen van de tweede ster. 4.2 Bedrijventerreinen Doelstelling IVP: In 2015 bedraagt het aantal bedrijfsdiefstallen per 1.000 inwoners maximaal 4. Het aandeel bedrijfsdiefstallen in s-hertogenbosch neemt al sinds 2005 af. In 2005 waren er 9 incidenten per 1.000 inwoners. Dit aandeel is afgenomen tot 3 incidenten per 1.000 inwoners in 20. Dit is een afname van 68 procent in zes jaar tijd. Het afgelopen jaar is het aantal incidenten van bedrijfsdiefstal met 28 procent afgenomen. Het aandeel incidenten van bedrijfsdiefstal is het hoogst in de Binnenstad. 32

Figuur 29: Aantal incidenten van bedrijfsdiefstal per 1.000 inwoners 8 6 4 2 2,8 0 2004 2006 2008 20 2015 Streefwaarde 2015: max. 4 (Bron: Integraal Veiligheidsplan 20-2014) Bron: BVH Politie en GBA 2011, bewerking O&S s-hertogenbosch In 20 hebben ondernemers, politie en gemeente het Keurmerk Veilig Ondernemen behaald voor de bedrijventerreinen Rietvelden en Kruisstraat. Zowel in de Kruisstraat als in de Rietvelden is een werkgroep KVO actief bezig het verbeterplan uit te voeren en te bewaken. Dit verbeterplan is opgesteld naar aanleiding van de certificering en het behalen van het Keurmerk. Periodiek vindt er in het kader van de gemaakte afspraken een schouw plaats. 4.3 Uitgaan / horeca Doelstelling IVP: In 2015 bedraagt het aandeel bewoners dat zich vaak onveilig voelt rond uitgaansgelegenheden maximaal 2 procent. Het aandeel bewoners dat zich vaak onveilig voelt rond uitgaansgelegenheden is sinds 2008 redelijk stabiel gebleven. Drie procent van de bevolking geeft dit aan. Om de IVP-stelling te halen dient dit percentage af te nemen tot maximaal twee procent in 2015. In de Binnenstad is dit aandeel het hoogst; 6 procent van de Binnenstadbewoners voelt zich vaak onveilig rond uitgaansgelegenheden. Figuur 30: Percentage bewoners dat zich vaak onveilig voelt rond uitgaansgelegenheden 8 6 4 3,4 2 0 2004 2006 2008 20 2015 Streefwaarde 2015: max. 2% (Bron: Integraal Veiligheidsplan 20-2014) Bron: L&V 20 33