Raadsvoorstel Gemeente Delft Aan de gemeenteraad c^cand archfef Van : college van B&W Datum : 19 april 2011 "' ^«1 2Ü1J Pfh. : Pieter Guldemond Steller : Friso Vossen tel.nr. : 2112 e-mail : fvossen@delft.nl Doelstelling : vaststelling bestemmingsplan Registratie nr. : 1149120 Stuk : GR11-225 1 Onderwerp : Vaststelling bestemmingsplan Buitenwatersloot 346 Gevraagde beslissing: 1. De zienswijzen van nummers Al (omwonende), A2 (gemeente Midden- Delfland) en A3 (Provincie Zuid-Holland) met betrekking tot het ontwerpbestemmingsplan ontvankelijk te verklaren. 2. Aan de ingebrachte zienswijzen van A2 en A3 geheel of gedeeltelijk tegemoet te komen. 3. Aan de ingebrachte zienswijze van Al niet tegemoet te komen. 4. Voor dit bestemmingsplan geen exploitatieplan vast te stellen, omdat in het plan geen ontwikkelingen zitten waarvoor een exploitatieplan moet worden gemaakt op grond van de Wet ruimtelijke ordening. 5. Het bestemmingsplan 'Buitenwatersloot 346' met identificatienummer NL.IMRO.0503.BP0002-2002 langs elektronische weg vast te stellen waarbij de GBKN-kaart met het nummer o_ NL.IMRO.0503.BP0002-2002 als ondergrond is gebruikt. 6. De analoge verbeelding van het bestemmingsplan 'Buitenwatersloot 346' van 25 maart 2010 vast te stellen. 7. De VROM-inspecteur en gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland te verzoeken toestemming te geven het besluit tot vaststelling eerder dan na zes weken bekend te maken, zoals bedoeld in de brief van de VROM- Inspectie, datum 26 mei 2009 met kenmerk 2009035863-Tdi-O. 8. Het bestemmingsplan "Buitenwatersloot 346' gewijzigd vast te stellen ten opzichte van het ontwerpbestemmingsplan, zoals dit ter inzage heeft gelegen. De wijzigingen betreffen: A. voor wat betreft de verbeelding de wijzigingen, zoals weergegeven op de bij dit besluit behorende en als zodanig gewaarmerkte wijzigingenkaart;
Stuk GR11-225 I pag.2. B. voor wat betreft de regels de volgende wijzigingen: 1. Met de inwerkingtreding van de Wabo op 1 oktober 2010 moeten bestemmingsplannen die na 1 oktober 2010 worden vastgesteld voldoen aan de in de Wabo gehanteerde terminologie. Derhalve zijn er tekstuele wijzigingen doorgevoerd ten opzichte van het ontwerpbestemmingsplan. Deze wijzigingen hebben betrekking op: - 'college' is gewijzigd in 'bevoegd gezag' of in 'burgemeester en wethouders' - 'ontheffingsregels' is gewijzigd in 'afwijkingsregels' - 'ontheffingen' is gewijzigd in 'omgevingsvergunning' - 'bouwvergunning' is gewijzigd in 'omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen' - 'aanlegvergunning' is gewijzigd in 'omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden' - de algemene procedureregels zijn geschrapt aangezien de Wabo de procedureregels bevat. - in artikel 7 (algemene bouwregels) is het aantal bouwwerken geen gebouw zijnde met een maximale bouwhoogte aanzienlijk verminderd omdat deze vergunningsvrij zijn geworden. - het overgangsrecht is tekstueel aangepast en voldoet daarmee aan de nieuwe wetgeving (Besluit ruimtelijke ordening). 2. In artikel 3.3.2. is de ten hoogste toegestane milieucategorie binnen de maatbestemming 'specifieke vorm van bedrijf - watersport' gewijzigd van 3.2 naar 2. 3. Bij de artikelen 4 (Waarde - Archeologie) en 5 (Waarde - Waterkering) is in de bestemmingsomschrijving een onderscheid aangebracht tussen de primaire en de secundaire bestemming. C. voor wat betreft de toelichting de wijzigingen inhoudende: 1. In hoofdstuk 1.1 (Aanleiding en doel planvorming) is duidelijker verwoord dat het bestemmingsplan ertoe dient om de feitelijke situatie/bestemming planologisch juist vast te leggen. In het huidige vigerende bestemmingsplan (Noordwest, deelgebied 2) is dit namelijk abusievelijk niet gebeurd. 2. In hoofdstuk 3.2.2 (Bestemmingsregels) en 6.4.2 (Beleid en onderzoek) is gedetailleerder ingegaan op de milieucategorisering van de watersportvereniging inclusief het akoestisch onderzoek dat is uitgevoerd naar aanleiding van de ingediende zienswijzen. Samenvatting Voor het gebied Buitenwatersloot 346 is een nieuw bestemmingsplan opgesteld. Het plangebied is gelegen in het noordwestelijk deel van Delft en betreft het perceel Buitenwatersloot 346.Het plangebied wordt aan de noord- en oostzijde door het Polderpad begrensd, aan de zuidzijde door de Buitenwatersloot en in het westen door de gemeentegrens met Midden-Delfland.
Stuk GR11-225 I pag. 3. Het voorliggende bestemmingsplan Buitenwatersloot 346 is tot stand gekomen, omdat de watersportvereniging in het huidige vigerende bestemmingsplan abusievelijk is wegbestemd. Hetbelangrijkste-doel van-het bestemmingsplan Buitenwatersloot 346 is het vastleggen van de feitelijke situatie ter plaatse waarmee enerzijds de bestaande rechten van de watersportvereniging zijn geborgd en waarmee anderzijds wordt verzekerd dat in de directe omgeving een goed woon- en leefklimaat kan worden gegarandeerd. 1. Aanleiding Door de indiening van een principe bouwvergunningaanvraag voor een nieuw clubhuis door de Delftse Watersportvereniging op het perceel Buitenwatersloot 346, is gebleken dat de watersportvereniging in het huidige vigerende bestemmingsplan Noordwest, deelgebied 2 abusievelijk is wegbestemd. Omdat de watersportvereniging al jaren op deze locatie is gevestigd en ook als zodanig was bestemd in het daarvoor geldende bestemmingsplan, is besloten om met een postzegelplan de watersportvereniging op deze locatie alsnog positief te bestemmen. 2. Bevoegdheid Ingevolge artikel 3.1 van de Wet ruimtelijke ordening is de gemeenteraad bevoegd tot het vaststellen van een bestemmingsplan. 3. Historie / relatie met eerdere besluiten/ proces A Ontwerpbestemmingsplan Na verwerking van de reacties uit het overleg ex artikel 3.1.1 Besluit ruimtelijke ordening is het bestemmingsplan conform artikel 3.8. Wro in ontwerp ter inzage gelegd van 19 januari 2010 tot en met 1 maart 2010 met de mogelijkheid tot het indienen van schriftelijke of mondelinge zienswijzen. De terinzagelegging is gepubliceerd in de Delftse Post van 15 januari 2010, de Stadskrant van 17 januari 2010 en de Staatscourant van 18 januari 2010. Ook is op 10 februari 2010 gelegenheid geboden tot het mondeling naar voren brengen van zienswijzen. In totaal zijn 3 schriftelijke en geen mondelinge zienswijzen op het ontwerpbestemmingsplan kenbaar gemaakt. De zienswijzen zijn tijdig ingediend en zijn derhalve ontvankelijk. Deze zienswijzen zijn samengevat en beantwoord in de Nota Zienswijzen. Deze nota wordt geacht deel uit te maken van dit raadsvoorstel. De zienswijzen hebben met name betrekking op de geluidsbelasting van de watersportvereniging op de omgeving en de aanwezigheid van een regionale waterkering en de daarbij behorende beschermingszone. B. Vaststelling bestemmingsplan Het bestemmingsplan Buitenwatersloot 346 wordt ter vaststelling aan de gemeenteraad van Delft aangeboden. Naar aanleiding van de ingediende zienswijzen en ambtshalve wijzigingen zijn de toelichting, de verbeelding en de regels van het ontwerpbestemmingsplan op een aantal punten aangepast. Deze wijzigingen zijn aangegeven in beslispunt 8, waarnaar kortheidshalve wordt verwezen.
Stuk GR11-225 1 pag. 4. 4. Wat willen we bereiken? (Beoogd effect) Ervoor zorgen dat het gebruik en de aanwezige bebouwing van de watersportvereniging ter plaatse-alsnog positiefwordt bestemd. Tevens-kan op basis van het nieuwe bestemmingsplan een nieuw clubhuis vergund worden. 5. Wat gaan we daarvoor doen? (Oplossingsrichtingen / kanttekeningen) Door dit bestemmingsplan vast te stellen wordt aan bovenstaande effect voldaan. 6. Wat mag het kosten? (Financiële paragraaf) PM. 7. Communicatie Alle indieners van een zienswijze krijgen de Nota Zienswijzen toegestuurd. De commissie Spoorzone, Verkeer en Ruimte kan indieners in de gelegenheid stellen in te spreken bij de behandeling van de vaststelling van het bestemmingsplan. Daarnaast wordt het bestemmingsplan na vaststelling gedurende 6 weken ter inzage gelegd bij de stadswinkel. Dit wordt gepubliceerd in een huis-aan-huisblad en de Staatscourant. Tijdens voornoemde periode kan een beroepsschrift worden ingediend bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. 8. Verdere procedure Het vastgestelde bestemmingsplan zal gedurende 6 weken ter inzage worden gelegd. Gedurende deze periode bestaat de mogelijkheid tot het instellen van beroep tegen de vaststelling bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Bijlagen: Toelichting Verbeelding NL.IMRO.0503.BP0002 Regels Nota Zienswijzen Hoogachtend, Het college van burgemeester en wethouders van Delft, mr. drs. G.A.A. Verkerk.burgemeester, drs. B. den Uijl.secretaris.
Raadsbesluit Datum Registratie nr. Stuk 26 mei 2011 1149120 GR11-225 II Onderwerp : Vaststelling bestemmingsplan Buitenwatersloot 346 De raad van de gemeente Delft; Gelezen het voorstel van het college van 19 april 2011; Gezien het advies van de commissie Spoorzone, Verkeer en Ruimte; Gelet op het bepaalde in de Wet ruimtelijke ordening; overwegende dat het noodzakelijk is een nieuw bestemmingsplan vast te stellen voor het gebied Buitenwatersloot 346, zoals nader is aangegeven op de verbeelding behorende bij het bestemmingsplan; dat het plan op 27 augustus 2009 is verzonden om overleg ex artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening; dat het ontwerpbestemmingsplan vervolgens vanaf 19 januari 2010 t/m 1 maart 2010 gedurende zes weken voor een ieder ter inzage heeft gelegen en dat gedurende deze periode zienswijzen zijn ingediend; overwegende, dat dit voorstel met bijlage geacht wordt op deze plaats te zijn opgenomen; gelet op artikel 3.8 van de Wet ruimtelijke ordening; BESLUIT: met inachtneming van de in het voorstel van burgemeester en wethouders weergegeven ovenwegingen, welke geacht worden van dit besluit deel uit te maken; 1. De zienswijzen van nummers A1 (omwonende), A2 (gemeente Midden- Delfland) en A3 (Provincie Zuid-Holland) met betrekking tot het ontwerpbestemmingsplan ontvankelijk te verklaren. 2. Aan de ingebrachte zienswijzen van A2 en A3 geheel of gedeeltelijk tegemoet te komen. 3. Aan de ingebrachte zienswijze van A1 niet tegemoet te komen. 4. Voor dit bestemmingsplan geen exploitatieplan vast te stellen, omdat in het plan geen ontwikkelingen zitten waarvoor een exploitatieplan moet worden gemaakt op grond van de Wet ruimtelijke ordening. 5. Het bestemmingsplan 'Buitenwatersloot 346' met identificatienummer NL.IMRO.0503.BP0002-2002 langs elektronische weg vast te stellen waarbij de GBKN-kaart met het nummer o_ NL.IMRO.0503.BP0002-2002 als ondergrond is gebruikt.
Stuk GR11-225 II pag.2. 6. De analoge verbeelding van het bestemmingsplan 'Buitenwatersloot 346' van 25 maart 2010 vast te stellen. 7. De VROM-inspecteur en gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland te verzoeken toestemming te geven het besluit tot vaststelling eerder dan na zes weken bekend te maken, zoals bedoeld in de brief van de VROM- Inspectie, datum 26 mei 2009 met kenmerk 2009035863-Tdi-O. 8. Het bestemmingsplan "Buitenwatersloot 346' gewijzigd vast te stellen ten opzichte van het ontwerpbestemmingsplan, zoals dit ter inzage heeft gelegen. De wijzigingen betreffen: A. voor wat betreft de verbeelding de wijzigingen, zoals weergegeven op de bij dit besluit behorende en als zodanig gewaarmerkte wijzigingenkaart; B. voor wat betreft de regels de volgende wijzigingen: 1. Met de inwerkingtreding van de Wabo op 1 oktober 2010 moeten bestemmingsplannen die na 1 oktober 2010 worden vastgesteld voldoen aan de in de Wabo gehanteerde terminologie. Derhalve zijn er tekstuele wijzigingen doorgevoerd ten opzichte van het ontwerpbestemmingsplan. Deze wijzigingen hebben betrekking op: - 'college' is gewijzigd in 'bevoegd gezag' of in 'burgemeester en wethouders' - 'ontheffingsregels' is gewijzigd in 'afwijkingsregels' - 'ontheffingen' is gewijzigd in 'omgevingsvergunning' - 'bouwvergunning' is gewijzigd in 'omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen' - 'aanlegvergunning' is gewijzigd in 'omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden' - de algemene procedureregels zijn geschrapt aangezien de Wabo de procedureregels bevat. - in artikel 7 (algemene bouwregels) is het aantal bouwwerken geen gebouw zijnde met een maximale bouwhoogte aanzienlijk verminderd omdat deze vergunningsvrij zijn geworden. - het overgangsrecht is tekstueel aangepast en voldoet daarmee aan de nieuwe wetgeving (Besluit ruimtelijke ordening). 2. In artikel 3.3.2. is de ten hoogste toegestane milieucategorie binnen de maatbestemming 'specifieke vorm van bedrijf - watersport' gewijzigd van 3.2 naar 2. 3. Bij de artikelen 4 (Waarde - Archeologie) en 5 (Waarde - Waterkering) is in de bestemmingsomschrijving een onderscheid aangebracht tussen de primaire en de secundaire bestemming. O voor wat betreft de toelichting de wijzigingen inhoudende: 1. In hoofdstuk 1.1 (Aanleiding en doel planvorming) is duidelijker verwoord dat het bestemmingsplan ertoe dient om de feitelijke situatie/bestemming planologisch juist vast te leggen. In het huidige vigerende bestemmingsplan (Noordwest, deelgebied 2) is dit namelijk abusievelijk niet gebeurd.
Stuk GR11-225 II pag. 3, 2. In hoofdstuk 3.2.2 (Bestemmingsregels) en 6.4.2 (Beleid en onderzoek) is gedetailleerder ingegaan op de milieucategorisering van de watersportvereniging inclusief het akoestisch onderzoek dat is uitgevoerd naar aanleiding van de ingediende zienswijzen. Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 26 mei 2011..burgemeester. '. drs. GAA. Verkerk.griffier..H. van Luyfc