Richtlijn Promotietrajecten Universiteit Leiden

Vergelijkbare documenten
Checklist R&O-gesprekken AIO s en contractpromovendi *

De CAO Nederlandse Universiteiten , artikel 6.8 vormt de basis voor het model Opleidingsen begeleidingsplan voor promovendi:

OPLEIDINGS- EN BEGELEIDINGSPLAN

De promovendus. De promovendus

Hoofdstuk 1. Algemeen

Inleiding Introductie

Procedureoverzicht Promotietraject (Promotiereglement 2015)

Conferentie Promoveren en promotietrajecten. VU Amsterdam, 15 mei 2013

OPLEIDINGS- EN BEGELEIDINGSPLAN ONDERZOEKSCHOOL IUS COMMUNE

Planning en Evaluatie gespreksverslagen

Procedureoverzicht Promotietraject Faculteit der Geesteswetenschappen (Promotiereglement 2015)

Promoveren binnen de William James Graduate School

FORMAT OPLEIDINGS- EN BEGELEIDINGSPLAN PROMOVENDUS. Naam promovendus:.. Datum indiensttreding: Leerstoelgroep:

Show & Share 2008 Promoveren bij Hogeschool INHOLLAND Ad van Blokland, coördinator Promotieonderzoek Institute of Advanced Studies and Applied

Formulier Persoonlijke gegevens

Samenvatting. onderzoek kortheidshalve aan met de term aangestelde promovendi.

Algemeen. Onderwijs. Promovendus. Titel project. Vraagstelling. Indien deeltijd, factor. Start aanstelling. Einde aanstelling. Promotor Promotor 2

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De Graduate School of Science

Opleidingsreglement van de PhD-opleiding Graduate School of Natural Sciences Faculteit Bètawetenschappen, Universiteit Utrecht

Reglement Jaargesprekken en Beoordeling Universiteit Maastricht 2008

Promoveren in Nederland

EEN GEZONDE PRAKTIJK IN HET NEDERLANDSE PROMOTIESTELSEL

Medewerkers ontwikkeling Studiefaciliteitenregeling Versie 1 maart 2015: definitief 1.0

Kwaliteitsstandaard en wetenschappelijke integriteit duaal promotieprogramma

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

interne regeling Bijlage 3 Opleidings-en begeleidingsplan OIO Naam: Afdeling: Titel promotietraject: Plan voor de periode:

Faculteit der Geesteswetenschappen Universiteit van Amsterdam. Regeling Promovendi

COR visie op aanpak promotierendement

CONCEPT Sectorale regeling nevenwerkzaamheden november 2016

Handboek voor PhD studenten

Belangrijkste informatie uit het actuele Promotiereglement. Basis Het promotietraject valt binnen de Graduate School FGB.

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Gareth O Neill bestuurslid PNN (loopbaan) dynamiek op de arbeidsmarkt 24 november 2016 in Utrecht

FSW VERZOEK TOT AANSTELLING (anders dan student assistent)

KIESREGLEMENT UNIVERSITEITSRAAD UNIVERSITEIT UTRECHT

FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN REGELING DOCENTPROMOVENDI

Statuut voor promovendi

VSNU-gegevens over promovendi en post-docs 5 juni 2009

Faculteit der Sociale Wetenschappen

Directeur onderzoeksinstituut

Faculteit der Geesteswetenschappen Universiteit van Amsterdam. Regeling Promovendi

De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

KENNISCENTRUM CREATE-IT, FACULTEIT DIGITALE MEDIA EN CREATIEVE INDUSTRIE

Ius promovendi UHD. Universiteit Twente-HR In opdracht van het College van Promoties 6 december 2017 Versie 5 CvP 2017/1098

Sectorale regeling nevenwerkzaamheden juli 2017

Kootstra Talent Fellowship 2015

RICHTLIJNEN INDIVIDUEEL ONDERZOEKSKREDIET 2013 ACLC (PhD KANDIDATEN)

Statuut voor promovendi

HORA FINITA PROMOTIEVOLGSYSTEEM HANDLEIDING GRADUATE SCHOOL

Er is een principe akkoord bereikt over een nieuwe CAO Nederlandse Universiteiten. Deze CAO zal 1 september aanstaande in werking treden.

Kootstra Talent Fellowship 2011

Promovendi enquête 2008

ACTA Graduate School of Dentistry (d.d )

Faculteit der Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica

Doctoraatsreglement van de FPPW

1. Opening en mededelingen De voorzitter opent de vergadering om uur en heet eenieder van harte welkom.

College voor Promoties. Promotiereglement. Uitgave 2004 / Aangepaste versie januari Technische Universiteit Delft

HORA FINITA PROMOTIEVOLGSYSTEEM HANDLEIDING PROMOVENDUS

Planning en Evaluatie (alleen voor oio's)

BIJLAGE II: REGELING SUBSIDIEVERLENING INFORMATIE VOOR SUBSIDIEAANVRAGERS EN DE FINANCIËLE ADMINSITRATIES

Scholing en personeel De overheid betaalt mee! whitepaper

PLANNING EN EVALUATIE Bijlage F.3 alleen voor onderzoekers in opleiding (oio's)

WERVING, SELECTIE EN DIENSTVERBAND

Scholing en personeel De overheid betaalt mee! whitepaper

PLANNING EN EVALUATIE Bijlage F.3

Hieronder volgt een toelichting op de beschikbare budgetposten.

HORA FINITA PROMOTIEVOLGSYSTEEM HANDLEIDING PROMOTOR

Het juridisch doctoraat: Van klassiek juweel tot academisch fabricaat?

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste mobiliteitsgesprek in het kader Van Werk Naar Werk (VWNW)

RICHTLIJN FACULTAIR KIESREGLEMENT

Hoofdstuk 17 wordt inclusief koptekst gewijzigd en komt als volgt te luiden

Handleiding arbeidstijdenwet AIOS s van het azm

FSW. AANSTELLINGSFORMULIER (anders dan student assistent) Instituut/Dienst:... Sectie / Afdeling:... Leidinggevende:... Promotor:...

INHOUDSOPGAVE. Lijst van afkortingen Inleiding Resultaten Respons... 5

Promoveren bij Geesteswetenschappen

Achteraf. Elektronisch aanvraagformulier PRAKTIJKLEREN t/m

Reglement experiment Universiteitsforum

Stagehandleiding. Faculteit der Sociale Wetenschappen

15 maart /02/19 22/02/19 15/03/19

verzoekt, conform het gestelde in artikel 5 van het promotiereglement, om aanwijzing als promotor(en):

Advieswijzer. Scholing en personeel 2016 De overheid betaalt mee! Denk ondernemend. Denk Bol.

1. De klacht Klager heeft op [ ] bij de ombudsman W.I. [ ] een klacht ingediend tegen Beklaagde. De klacht laat zich als volgt samenvatten.

Bijlage bij de Sectorale regeling nevenwerkzaamheden Nederlandse Universiteiten

Aanstellingsprocedure en mutaties in aanstellingen

Passend Promoveren. Derde fase van het Hoger Onderwijs vraagt om maatwerk

Medewerker mobiliteit

PROMOTIEREGLEMENT PROMOTIEREGLEMENT 1

Kwaliteitsplan promotieopleiding

Een nieuw gebruik van de Wet op de medische keuringen

Talent in eigen hand. De positie van jonge wetenschappers in Nederland. december 2006

Vast en flexibel werk in de wetenschap: wensen & verwachtingen van werknemers. Marian van der Klein, Onderzoekersdag Instituut Gak, 7 december 2015

RICHTLIJN FACULTAIR KIESREGLEMENT

De aanstelling en inschaling van artsen in promotieonderzoek en hun BIG- (her)registratie

HORA FINITA PROMOTIEVOLGSYSTEEM HANDLEIDING BESTUURSSECRETARIAAT

Betrokkenheid van onderzoekscholen bij het ontwikkelen van onderzoeksgerichte masteropleidingen

deeltijders delen tijd

Transcriptie:

Richtlijn Promotietrajecten Universiteit Leiden Deze richtlijn is van toepassing op promovendi van de Universiteit Leiden die vallen in de VSNUcategorieën 1 (werknemer-promovendus) en 3 (contractpromovendus). Deze categorieën zijn als volgt gedefinieerd: VSNU-categorie 1: Werknemer-promovendus Werknemer die een arbeidsovereenkomst en een afspraak gericht op een promotietraject heeft met de universiteit of UMC. Indicatoren: Afspraak om te komen tot een promotie (bijv. toelating tot Graduate School, opleidingsen begeleidingsplan opgesteld, promotor aangewezen, etc). Personeelsnummer en salaris van een universiteit of UMC. VSNU-categorie 3: Contractpromovendus Persoon die geen arbeidsovereenkomst heeft met de universiteit waar de promotie wordt afgerond, maar die als hoofddoelstelling heeft om te promoveren. Afspraak om te komen tot een promotie (bijv. toelating tot Graduate School, opleidingsen begeleidingsplan opgesteld, promotor aangewezen, etc). Geen salaris van universiteit of UMC. Financiering en/of tijd beschikbaar gesteld om te promoveren: o Beurs verstrekt door de eigen universiteit of UMC; o Beurs verstrekt door een andere organisatie (buitenlandse universiteit, buitenlandse overheid, stichting, e.d.); o Geen beurs maar wel financiering en/of tijd van werkgever (bijv. FOM, personen die in de tijd van de baas aan een promotie mogen werken). De artikelen 1, 2, 5, 12 van deze richtlijn gaan per direct in voor alle promovendi. De artikelen 4, 6, 7, 9, 10 gaan per direct in voor alle nieuwe promovendi. Het College van Bestuur zal in overleg met de faculteitsbesturen een redelijke termijn vaststellen voor de invoering van de artikelen 3, 8 en 11. Voorzieningen 1. Contractpromovendi worden als gastmedewerker of promovendus met onbezoldigde aanstelling in SAP geregistreerd. Zij worden geregistreerd onder de categorie contractpromovendi. 2. Elke promovendus kan beschikken over een LU Card voor toegang tot de bibliotheek en kan zonder kosten gebruik maken van kopieer- en printfaciliteiten, binnen de regels die binnen de faculteit voor het wetenschappelijk personeel gelden. Vastgesteld door het College van Bestuur op 21-04-2015 1

3. Elke promovendus kan beschikken over een werkplek op de faculteit. 4. Elke promovendus wordt in de gelegenheid gesteld om, binnen redelijke grenzen, tijdens zijn aanstellingsperiode ten minste tweemaal een wetenschappelijk congres te bezoeken. 5. Faculteiten dienen bij toelating tot de Graduate School de kandidaat-promovendus duidelijk te informeren over de beschikbare faciliteiten (inclusief cursussen, onderzoekskosten, e.d.). Opleiding, begeleiding en arbeidsmarktvoorbereiding 6. Voor elke promovendus wordt binnen drie maanden na het begin van het promotietraject een opleidings- en begeleidingsplan opgesteld. 7. Elke promovendus heeft naast de promotor minimaal één andere begeleider of co-promotor. In het opleidings- en begeleidingsplan wordt vastgelegd hoe de verantwoordelijkheden worden verdeeld tussen de verschillende begeleiders. 8. Elke promovendus voert jaarlijks een annual review- of monitoringsgesprek met één of twee onafhankelijke stafleden, waarbij de kwaliteit van de begeleiding een belangrijk onderwerp van gesprek is. 9. In elk promotietraject wordt aan het einde van het eerste jaar een go/no go-beslissing genomen, die schriftelijk wordt vastgelegd. 10. Elke promovendus volgt verplicht een cursusprogramma, voor de gehele aanstellingsperiode minimaal bestaande uit: 140 uur aan wetenschappelijke activiteiten (vakinhoudelijke trainingen, congresbezoek, e.d.) 140 uur aan activiteiten op het gebied van transferable skills, waaronder ten minste één training op het gebied van wetenschappelijke integriteit. 11. Stafleden die voor het eerst promovendi gaan begeleiden zijn verplicht om een cursus op dit gebied te volgen. 12. Elk instituut organiseert periodiek een bijeenkomst voor de eigen promovendi over de arbeidsmarktperspectieven. Vastgesteld door het College van Bestuur op 21-04-2015 2

Memorie van toelichting 1. Contractpromovendi worden als gastmedewerker of promovendus met onbezoldigde aanstelling in SAP geregistreerd. Zij worden geregistreerd onder de categorie contractpromovendi. Werknemer-promovendi staan per definitie geregistreerd in SAP; om te zorgen dat contractpromovendi die voorzieningen krijgen waarop zij volgens de richtlijn aanspraak kunnen maken is het nodig om ook deze groep in SAP te registreren. Deze afspraak is reeds in 2013 gemaakt en het proces is binnen alle faculteiten al in gang gezet. Voor de aanstellingsbrief voor gastmedewerkers en voor een onbezoldigde aanstelling kunnen formats van HRM als voorbeeld dienen (deze zijn door BV/HRM gecommuniceerd aan de P&O-afdelingen van de faculteiten). 2. Elke promovendus kan beschikken over een LU Card voor toegang tot de bibliotheek en kan zonder kosten gebruik maken van kopieer- en printfaciliteiten, binnen de regels die binnen de faculteit voor het wetenschappelijk personeel gelden. Medewerkers die in SAP geregistreerd staan kunnen kostenloos een LU Card laten aanmaken. Het kostenloos maar zeker niet onbeperkt - ter beschikking stellen van kopieer- en printfaciliteiten is een van de verbetermaatregelen die zijn voorgesteld door de Chinese contractpromovendi in hun klachtenbrief aan het College Bestuur in 2013. Dit praktische punt is dus voor de promovendi zelf belangrijk. 3. Elke promovendus kan beschikken over een werkplek op de faculteit. Uiteraard kunnen er meerdere promovendi in één ruimte gehuisvest worden. Promovendi moeten de beschikking hebben over een werkplek die op normale werktijden tot hun beschikking staat en moeten niet aangewezen zijn op de computers van de bachelor- en masterstudenten of op studieplaatsen in de Universiteitsbibliotheek. 4. Elke promovendus wordt in de gelegenheid gesteld om, binnen redelijke grenzen, tijdens zijn aanstellingsperiode ten minste tweemaal een wetenschappelijk congres te bezoeken. Promovendi moeten in eerste instantie zelf de middelen zoeken om dit congresbezoek te bekostigen. Bij extern gefinancierde projecten biedt de projectbegroting hier vaak de ruimte voor. Indien van het instituut een bijdrage in de kosten wordt gevraagd, zal deze bijdrage een in redelijkheid beperkte omvang hebben. 5. Faculteiten dienen bij toelating tot de Graduate School de kandidaat-promovendus duidelijk te informeren over de beschikbare faciliteiten (inclusief cursussen, onderzoekskosten, e.d.). Het doel van deze maatregel is te zorgen voor goed verwachtingenmanagement: een aankomend (contract)promovendus weet waarop hij/zij aanspraak kan maken, maar ook waarop niet. Vastgesteld door het College van Bestuur op 21-04-2015 3

Bovengenoemde informatie kan bijvoorbeeld worden opgenomen in de schriftelijke bevestiging van de toelating als gastmedewerker of de brief voor de onbezoldigde aanstelling. 6. Voor elke promovendus wordt binnen drie maanden na het begin van het promotietraject een opleidings- en begeleidingsplan opgesteld. De CAO schrijft voor dat elke werknemerpromovendus binnen drie maanden een opleidings- en begeleidingsplan moet krijgen. Wij breiden deze verplichting hier uit naar alle promovendi met het promoveren als hoofdtaak, dus ook de contractpromovendi. Deze verplichting is ook opgenomen in het promotiereglement. Het verdient aanbeveling om in het opleidings- en begeleidingsplan ook afspraken op te nemen over de hoeveelheid onderwijs die de promovendus zal verzorgen. Veel faculteiten en instituten hanteren hier richtlijnen voor. Bij de werknemerpromovendi is het wellicht efficiënt om het vaststellen van het opleidingsen begeleidingsplan te laten plaatsvinden tijdens het R&O-startgesprek. 7. Elke promovendus heeft naast de promotor minimaal één andere begeleider of copromotor. In het opleidings- en begeleidingsplan wordt vastgelegd hoe de verantwoordelijkheden worden verdeeld tussen de verschillende begeleiders. Artikel 6.6 van het promotiereglement stelt dat elke promovendus ten minste twee begeleiders moet hebben. Deze verplichting is essentieel in het kader van de kwaliteitszorg van de promotietrajecten, zowel met het oog op de bescherming van de promovendus, als met het oog op wetenschappelijke integriteit. Een promovendus die slechts één begeleider heeft, is te zeer afhankelijk van deze persoon. Het is niet absoluut noodzakelijk dat de tweede begeleider inhoudsdeskundig is; als dit niet het geval is, zal hij/zij met name het promotieproces begeleiden (dit is met name van toepassing bij zeer specialistische onderzoeksterreinen). 8. Elke promovendus voert jaarlijks een annual review- of monitoringsgesprek met één of twee onafhankelijke stafleden, waarbij de kwaliteit van de begeleiding een belangrijk onderwerp van gesprek is. Voor werknemerpromovendi komen de annual review-gesprekken boven op de jaarlijkse R&O-gesprekken die zij met hun promotor voeren. 9. In elk promotietraject wordt aan het einde van het eerste jaar een go/no gobeslissing genomen, die schriftelijk wordt vastgelegd. Bij promovendi die door een kleinere aanstelling of een gecombineerde onderwijs/ onderzoeksaanstelling niet voltijds aan hun promotieonderzoek werken, kan het go/no gomoment naar rato later liggen. Uiteraard mag een no go-beslissing voor een promovendus niet als een verrassing komen; zorgen over de voortgang van het traject moeten al eerder zijn aangekaart door de begeleider(s). Daarnaast verdient het aanbeveling om ook zes maanden na de start van het promotietraject een formeel gesprek over de voortgang te voeren, zodat de promovendus nog de mogelijkheid heeft om zich te verbeteren, indien nodig, voordat de go/no go beslissing valt. Vastgesteld door het College van Bestuur op 21-04-2015 4

10. Elke promovendus volgt verplicht een cursusprogramma, voor de gehele aanstellingsperiode minimaal bestaande uit: - 140 uur aan wetenschappelijke activiteiten (vakinhoudelijke trainingen, congresbezoek, e.d.) - 140 uur aan activiteiten op het gebied van transferable skills, waaronder ten minste één training op het gebied van wetenschappelijke integriteit. De promovendus is vrij om de precieze inhoud van het cursusprogramma samen te stellen in overleg met de promotor. Met name op het gebied van vakinhoudelijke trainingen kunnen landelijke onderzoekscholen een belangrijke rol spelen. Veel van deze onderzoekscholen kennen een meer of minder verplicht cursusprogramma voor de aangesloten promovendi, dat vaak de 140 uur ruim te boven gaat. De promotor en de Graduate School besluiten in overleg of voorgestelde activiteiten voldoende gewicht hebben om mee te tellen. Het staat faculteiten vrij om deze verplichting uit te breiden naar een groter aantal uren. 11. Stafleden die voor het eerst promovendi gaan begeleiden zijn verplicht om een cursus op dit gebied te volgen. Deze maatregel is belangrijk met het oog op de kwaliteitsbewaking van de promotiebegeleiding. De verplichting geldt niet, zoals de BKO, voor alle stafleden, maar alleen voor nieuwe begeleiders (in de regel waarschijnlijk U(H)Ds). Hierbij kan worden gedacht aan de cursus Situationeel Leidinggeven (zeven dagdelen), die wordt aangeboden door HRM Opleidingen, of een vergelijkbare cursus. De verplichting kan worden gemonitord in de R&O-cyclus. 12. Elk instituut organiseert periodiek een bijeenkomst voor de eigen promovendi over de arbeidsmarktperspectieven. Instituten met een klein aantal promovendi kunnen een dergelijke bijeenkomst eventueel in samenwerking met een of meer andere instituten organiseren. Ook organiseren sommige landelijke onderzoekscholen activiteiten gericht op de arbeidsmarktoriëntatie van promovendi. Een recent onderzoek van het Rathenau Instituut naar de situatie van Nederlandse promovendi 1 heeft laten zien dat zij over het algemeen zeer tevreden zijn over de inhoud van hun werk en de begeleiding. Het belangrijkste kritiekpunt is de te geringe aandacht binnen de universiteit voor carrièremogelijkheden buiten de wetenschap. 1 Promoveren in Nederland Motivatie en loopbaanverwachtingen van promovendi, Rathenau Instituut, november 2014 Vastgesteld door het College van Bestuur op 21-04-2015 5