Ruimtelijke onderbouwing t.b.v. de verbouw van zalencentrum tot een woning aan Verlengde Oosterdiep OZ 102 te Barger- Compascuum afdeling ruimtelijke ontwikkeling en infrastructuur team ontwikkeling januari 2012 1
HOOFDSTUK 1 INLEIDING EN AANLEIDING 1.1 Algemeen De voorliggende ruimtelijke onderbouwing heeft betrekking op het plangebied aan Verlengde Oosterdiep OZ 102 te Barger-Compascuum. Het perceel is kadastraal bekend als gemeente Emmen, sectie R, nummer 13. Het bouwplan betreft de realisatie van een vrijstaande woning in het voormalige café annex zalencentrum De Posthoorn te Barger-Compascuum 1.2 Aanleiding De heer Gustin heeft het verzoek ingediend om een horecagelegenheid te verbouwen tot een vrijstaande woning op het bovengenoemde perceel. Er kan een Wabo-vergunning in strijd met het bestemmingsplan verleend worden. Afbeelding 1: Locatie plangebied in omgeving, centrum Barger-Compascuum 2
HOOFDSTUK 2: LIGGING, PLANOLOGISCHE REGELINGEN EN HUIDIGE SITUATIE 2.1 Ligging en huidige situatie De locatie is gelegen aan de oostzijde van het Oosterdiep in het centrum van Barger- Compascuum. Het Verlengde Oosterdiep OZ betreft de doorgaande weg tussen Barger- Compascuum en Emmer-Compascuum. Op de aangegeven locatie was eerder een horecagelegenheid gevestigd. Het inmiddels gesloten café staat leeg in afwachting van deze procedure. Figuur 2:Perceel Verlengde Oosterdiep OZ 102 te Barger-Compascuum. 2.2 Planologische regelingen Het plangebied valt onder het bestemmingsplan Barger-Compascuum (tekeningnummer 09.065), vastgesteld door de gemeenteraad in september 2011. In het bestemmingsplan is het perceel bestemd als Gemengde doeleinden. De bedoeling van het bestemmingsplan is dat deze gronden voor detailhandel, horeca, suppermarkt en wonen worden gebruikt. Binnen deze bestemming is het mogelijk om te verbouwen tot een woning, maar niet buiten het bouwvlak. Ten behoeve van de verbouw dient het bouwvlak vergroot te worden. 3
HOOFDSTUK 3: ACHTERGRONDEN Voor het bouwen van een enkele woning als deze zijn geen specifieke bepalingen opgenomen in het provinciaal omgevingsbeleid. In het woonplan van gemeente Emmen is rekening gehouden met de mogelijkheid tot de bouw van een enkele woning in en om Barger-Compascuum. Toevoeging van 1 woning aan de voorraad van de kern Erica is binnen het gestelde beleid van het woonplan mogelijk. De bouw past in het beleid van de gemeentelijke structuurvisie. HOOFDSTUK 4: PLANBESCHRIJVING Familie Gustin heeft een verzoek ingediend voor de verbouw van een horecagelegenheid tot woning aan het Verlengde Oosterdiep OZ te Barger-Compascuum. Het betreffende perceel ligt in het lint langs het Oosterdiep, in het centrum van Barger- Compascuum. Door het gebouw aan de wegzijde ongemoeid te laten is qua ritme en harmonie de relatie met de overige bebouwing langs het Oosterdiep in stand gehouden. Zo is de voorgevelrooilijn van de bebouwing aan het Verlengde Oosterdiep OZ in stand gehouden. De te bouwen woning voldoet aan deze randvoorwaarden. HOOFDSTUK 5: MILIEUASPECTEN 5.1 Bodem Bij bouwplannen zal door middel van Verkennend bodemonderzoek (conform NEN 5740) de actuele bodemkwaliteit moeten worden vastgesteld. Aan de hand van het voorgenomen gebruik binnen de bestaande bebouwing kan worden bezien of daarbij maatregelen noodzakelijk zijn. 5.2 Geluid De woning wordt ontsloten door de Verlengde Oosterdiep OZ. Dit is een weg voor bestemmingsverkeer met een maximum snelheid van 30 km/h. Voor nieuwbouw van een woning aan een dergelijke weg is geen geluidsonderzoek noodzakelijk. Wel moet, op grond van het onderdeel vergunning voor bouwen, aan het maximale binnenniveau van 35 db(a) worden voldaan. Uit de tekeningen ten behoeve van de verbouw blijkt dat hieraan voldaan kan worden. Gelet op de geluidsisolatie van de gevel wordt dan aan het vereiste binnenniveau voldaan. 5.3 Riolering/water Ter plaatse van het plangebied ligt langs de Verlengde Oosterdiep is een gemengd rioolstelsel. Gelet op afspraken met het waterschap dient het hemelwater bovengronds afgekoppeld te worden en te infiltreren. Om bodemvervuiling te voorkomen is het wenselijk om geen gebruik te maken van uitlogende materialen. 5.4 Archeologie Op de IKAW is het plangebied aangemerkt als een gebied met een lage trefkans. Gelet op het vorige gebruik, en de verstoring van de bodem die toen heeft plaatsgehad, en de grootte van het te bouwen gebied is het verkennend archeologisch onderzoek (IVO) niet nodig. 4
5.5 Flora en fauna Gelet op het vorige gebruik, het gewenste, minder intensieve gebruik en de grootte van het betreffende perceel, is een flora- en fauna-onderzoek niet nodig. 5.6 Luchtkwaliteit Omdat er geen significante ontwikkelingen in het plangebied of rondom het plangebied gepland zijn, zal de concentratie van de NOx en fijnstof niet veranderen. Hierdoor betekent de luchtkwaliteit geen belemmering voor het vaststellen van het bestemmingsplan. 5