Inhoudsopgave ruimtelijke onderbouwing Olympus 20

Transcriptie

1 Inhoudsopgave ruimtelijke onderbouwing Olympus 20 Hoofdstuk 1 Inleiding Hoofdstuk 2 Planbeschrijving Hoofdstuk 3 Beleidskader Hoofdstuk 4 Landschappelijke inpasbaarheid Hoofdstuk 5 Omgevingsaspecten Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid Hoofdstuk 7 Samenvatting en conclusie (docs nummer ) 1

2 Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1. Algemeen Bij de gemeente Amersfoort is op 18 mei 2011 een aanvraag voor een omgevingsvergunning binnengekomen voor de bouw van een clubhuisaccommodatie voor voetbalvereniging VOP (vv VOP) aan de Olympus 20 te Amersfoort, kadastraal bekend gemeente Amersfoort, sectie O, nr (gedeeltelijk). Het betreft een aanvraag voor de bouw en aanleg van de definitieve accommodatie van vv VOP (tweede fase). Er zijn in 2007 twee velden, waarvan één kunstgras, een tijdelijke kleed- en wasaccommodatie met parkeerterrein gerealiseerd. De vereniging zorgde zelf voor een tijdelijke kantine en een lichtinstallatie. De accommodatie kreeg de naam sportpark Olympus en werd in september 2007 in gebruik genomen. Het betrof de eerste fase van het sportpark. De accommodatie droeg een tijdelijk karakter omdat nog onduidelijkheid bestond over de in de directe omgeving te realiseren (sport)voorzieningen. Het is nu duidelijk geworden dat de vv VOP op de huidige locatie gehandhaafd kan blijven en dat de accommodatie als definitief kan worden beschouwd. Het sportpark kan van een definitieve bebouwing worden voorzien en worden uitgebreid. De tweede fase van de accommodatie bestaat uit de aanleg van twee natuurgrasvelden, zodat vv VOP in de eindsituatie de beschikking heeft over in totaal vier velden, waarvan één kunstgras. Daarnaast worden acht definitieve kleed- en wasruimten gerealiseerd en een definitief parkeerterrein aangelegd. De nieuwe opstallen liggen zodanig, dat de huidige tijdelijke kantine, kleed- en wasaccommodatie in gebruik kunnen blijven tot het moment waarop de nieuwe voorzieningen gereed zijn. In deze ruimtelijke onderbouwing wordt de aanvraag voor een omgevingsvergunning onderbouwd, zoals dat is vereist op grond van artikel 2.12, lid 1, sub a, onder 3 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). De aanvraag past qua bestemming in het uitwerkingsplan. De bebouwingsregels laten echter geen bebouwing toe die hoger is dan 6 meter. Binnen het geldende bestemmingsplan Vathorst, uitwerkingsplan De Velden 1G 2004 is het niet mogelijk medewerking te verlenen aan de aanvraag. Het doel van deze ruimtelijke onderbouwing is het motiveren van een bouwhoogte tot 8.6 meter voor een clubhuis met een oppervlak van 408 m². 2

3 1.2. Ligging plangebied Het projectbesluit betreft een perceel dat ligt aan de Olympus 20 en staat hieronder in afbeelding 1. Afbeelding 2 in paragraaf structuurvisie De Velden 1 G laat meer van de functies in het gebied zien. Afbeelding 1 3

4 Hoofdstuk 2 Planbeschrijving 2.1 Huidige situatie Het perceel Olympus 20 ligt in het uitwerkingsplan De Velden 1G 2004 (vastgesteld op 8 juni 2004) en heeft de bestemming Maatschappelijke Doeleinden (s) sportvoorzieningen. Op het perceel is geen bouwvlak aangegeven maar een bebouwingspercentage van maximaal 5 % van het perceel en een bouwhoogte van 6 meter. In de huidige situatie is er sprake van een bestaand, tijdelijk sportpark met voorzieningen. 2.2 Nieuwe situatie De ontvangen aanvraag voor een omgevingsvergunning is een uitvloeisel van de in de Inleiding genoemde ontwikkeling van het sportpark Olympus in Vathorst. De aanvraag voor een omgevingsvergunning is conform het geldende uitwerkingsplan De Velden 1G Sportvelden, parkeerplaatsen en accommodatie mogen op grond van het uitwerkingsplan worden aangelegd. De toegestane bouwhoogte in het plan is maximaal 6 meter en niet de aangevraagde hoogte van 8.6 meter (zie afbeelding). De onderstaande afbeelding met voorgenomen dakopbouw staat in het voorlopig ontwerp voor de sportaccommodatie vv VOP Vathorst van 12 maart Dakopbouw voorlopig ontwerp 4

5 Hoofdstuk 3 Beleidskader 3.1 Gemeentelijk ruimtelijk beleid Inleiding De aanvraag voor een omgevingsvergunning heeft betrekking op een kleine afwijking van de geldende regelgeving. Om deze reden is in dit hoofdstuk geen aandacht geschonken aan het ruimtelijk beleid van Het Rijk en de Provincie Bestemmingsplan Vathorst Op 26 januari 1999 is het bestemmingsplan door de gemeenteraad vastgesteld. Het college van Gedeputeerde Staten van de Provincie Utrecht hebben het plan 31 augustus 1999 goedgekeurd. Het plan is vervolgens onherroepelijk geworden. Het bestemmingsplan is opgezet als een globaal uit te werken bestemmingsplan ex artikel 11 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening Structuurvisie De Velden 1G De gemeenteraad heeft op 29 juni 2004 de structuurvisie voor het gebied De Velden 1G vastgesteld. In deze visie ligt het voornemen vast om sportvoorzieningen aan te leggen in het gebied De Velden 1G in Vathorst. Hieronder in afbeelding 2 is het gebied van de visie afgebeeld met de daarin begrepen functies. Afbeelding Vathorst, Uitwerkingsplan De Velden 1G 2004 Burgemeester en wethouders hebben op 8 juni 2004 het uitwerkingsplan voor het gebied De Velden 1G vastgesteld. Op grond van de toen geldende Wet Ruimtelijke Ordening is het uitwerkingsplan ter kennisname toegezonden aan het college van Gedeputeerde Staten van de Provincie Utrecht. Reacties van de provincie over het uitwerkingsplan zijn niet ontvangen. Het plan is onherroepelijk. 5

6 Hoofdstuk 4 Landschappelijke inpasbaarheid Vanuit stedenbouw en landschappelijk oogpunt is er geen bezwaar tegen het overschrijden van de toegestane hoogte. Het gebouw staat vrij in zijn omgeving en het overschrijden van de toegestane hoogte heeft geen nadelige effecten op de omgeving. Het Kwaliteitsteam Vathorst en de supervisor Vathorst zijn betrokken bij de voorbereiding van het bouwplan. Deze adviseurs vinden dat het toestaan van een kap in plaats van een plat dak tot een betere beeldkwaliteit vanaf de openbare weg leidt. De Welstandscommissie heeft de aanvraag op 1 juni 2011 beoordeeld en aanvaardbaar gevonden. 6

7 Hoofdstuk 5 Omgevingsaspecten Inleiding Voor dit projectbesluit zijn de volgende omgevingsaspecten beoordeeld op basis van de verrichte onderzoeken voor het bestemmingsplan Vathorst en het uitwerkingsplan Vathorst De Velden 1G De aanvraag voor een omgevingsvergunning heeft betrekking op een kleine afwijking van de geldende regelgeving. Om deze reden is beperkt aandacht geschonken aan de omgevingsaspecten. Bodemonderzoek De locatie ligt in de nieuwbouwwijk Vathorst. Voorafgaand aan de ontwikkeling van Vathorst hebben diverse bodemonderzoeken plaatsgevonden. Naar aanleiding van deze onderzoeken is een bodemkwaliteitskaart opgesteld voor het gehele plangebied (inclusief De Velden 1G). Uit de bodemkwaliteitskaart blijkt dat in de wijk Vathorst gemiddeld licht verhoogde gehalten PAK en EOX in de bovengrond aanwezig zijn (verhoogde achtergrondgehalten). De locatie van vv VOP (clubhuis) ligt in een gebied waarvoor, conform de gemeentelijke bouwverordening op grond van de bodemkwaliteitskaart blijkt, dat er redelijkerwijs geen verontreiniging kan worden verwacht. In deze gevallen kan worden volstaan met het uitvoeren van een historisch onderzoek (artikel 2.1.5, lid 3b van de gemeentelijke bouwverordening Amersfoort 2010). Uit de bij de gemeente bekende historische informatie blijkt dat van deze locatie geen historische potentieel bodembedreigende activiteiten bekend zijn en de locatie om die reden is aan te merken als onverdacht. Op basis van deze informatie is voldoende inzicht over de bodemkwaliteit en deze vormt geen belemmering voor de beoogde functies. Parkeren Op grond van de parkeernorm van de gemeente Amersfoort zijn er 63 parkeerplaatsen nodig op eigen terrein. Uit de aanvraag blijkt dat er 75 parkeerplaatsen worden aangelegd. Daarmee voldoet de aanvraag aan de geldende parkeernorm. Luchtkwaliteit en externe veiligheid Er wordt geen extra verkeer gegenereerd door de voorgenomen afwijking van het bestemmingsplan. Ook neemt de personendichtheid niet toe. De luchtkwaliteit en externe veiligheid leveren om die reden geen belemmeringen op. Water De voorgestane ontwikkeling verhoogt de waterafvoer niet. Tevens neemt het te bebouwen oppervlak niet toe. Een watertoets kan om die reden achterwege blijven. Archeologie De bebouwing komt in een zone met middelhoge archeologische verwachting, zoals aangegeven op de archeologische beleidskaart (augustus 2010). Voor plangebieden met bodemingrepen groter dan 500 m² en waarbij bodemingrepen dieper gaan dan 30 cm, geldt dat archeologisch onderzoek noodzakelijk is. In 1999 en 2000 heeft in dit gebied echter al archeologisch onderzoek plaatsgevonden, zodat de voorgenomen werkzaamheden niet hoeven te worden voorafgegaan door een archeologisch onderzoek. 7

8 Slopen De benodigde omgevingsvergunning voor het slopen van de gebouwde tijdelijke opstallen (eerste fase) voor de vv VOP zullen worden verleend wanneer de omgevingsvergunning is verleend en de daarmee samenhangende activiteiten zijn uitgevoerd. 8

9 Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid 6.1 Financiële uitvoerbaarheid Verplichting vaststelling exploitatieplan Het vaststellen van een exploitatieplan is alleen aan de orde als er sprake is van zogenaamde aangewezen bouwplannen. In het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) staat wanneer sprake is van een dergelijk bouwplan (artikel Bro). De aanvraag van dit bouwplan valt niet onder één van de genoemde categorieën. Daarmee is er, gelet op het bepaalde in artikel 6.12, tweede lid Wet ruimtelijke ordening, geen verplichting tot vaststelling van een exploitatieplan. Economische uitvoerbaarheid De gemeente is eigenaar van de grond. De kosten van grondexploitatie aan de zijde van de gemeente zijn verzekerd door middel van het beschikbaar stellen van deze financiële middelen en worden ten laste gebracht van de gemeentebegroting Maatschappelijke uitvoerbaarheid De aanvraag van de omgevingsvergunning wordt voor een ieder ter inzage gelegd, zoals voorgeschreven in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en de Algemene wet bestuursrecht. 9

10 Hoofdstuk 7 Samenvatting en conclusie In deze ruimtelijke onderbouwing bij de aanvraag omgevingsvergunning is het plan van aanvrager verantwoord. Dit plan omvat de bouw van een sportaccommodatie aan de Olympus 20 in Vathorst. Dit is gebeurd conform de eisen van een omgevingsvergunning ex artikel 2.12 lid 1, onder a, sub 3 van de Wabo. In deze aanvraag is onderbouwd dat met dit voornemen wordt voldaan aan de eisen van een goede ruimtelijke onderbouwing. De aanvraag pas zowel binnen het gemeentelijk beleid en is niet strijdig met het beleid van de provincie. De in hoofdstuk 5 opgenomen omgevingsaspecten vormen geen belemmering voor het verlenen van de omgevingsvergunning. Het voorgenomen bouwplan is in relatie tot zijn omgeving zowel ruimtelijk, functioneel, economisch, maatschappelijk en milieuhygiënisch verantwoord. 10