pauzeert knauwt Kauw applaudisseer snauwt klautert miauwt

Vergelijkbare documenten
2 leerde ze op school. 3 haar met haar. 4 leest boeken uit de. van de stad en gaat graag. 5 zich bij opa en oma. in de, dat is in. 6 Met hun dan over

WOORDPAKKET 5.1. Ik schrijf de vrije klinker a/e/o/u in een open lettergreep, verenkeling: woorden net als apen zweven over muren.

MEMORY WOORDEN 1.1. TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1

Extra oefeningen voor werkwoordspelling

WOORDPAKKET 6.2 i in een tweeklank hoofdletter

instapkaarten spelling

Taakanalytisch Leerlingvolgsysteem. Spelling. Eerste tot en met zesde leerjaar van het lager onderwijs. Gompel&Svacina. Toetsen

LES 3 Ik leer Nederlands. TESTEN TEST 1

Enkel of dubbel. Ik een korte klinker + Ik één medeklinker. ik schrijf de medeklinker dubbel

A) Gebruik de volgende voegwoorden: maar, want, en, of.

Thema 3 Vervoer. Inhoudsopgave

Categorie 9a Woorden met ng Thema 1 en 2 groep 6. Ik hoor n. Ik schrijf ng. tong. Taal actief Groep 6 Categoriekaarten Malmberg s-hertogenbosch

klasniveau Het verhaal Tekening 1 Tekening 4 Tekening 5 Tekening 2 Tekening 6 Tekening 3

Opdracht 1 Vul de juiste vorm van het werkwoord in tegenwoordige tijd / 20. (slapen) De man.. lang uit in het weekend. Ik mijn verjaardag vandaag.

Wat is een zelfstandig naamwoord?

Toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen

Woordsoorten. Lidwoord Bijvoeglijk naamwoord Zelfstandig naamwoord Voorzetsels Werkwoorden

Voor het welzijn van kind en school. Klas 3!

Wat gaan we doen? Kies uit: bijzondere dagelijks gratis aanstaande praktisch. 1 Dick en Anna gaan vrijdag trouwen. Dat is over twee dagen.

1 De tropische regenwouden liggen.. de evenaar. 2 Nederland ligt.de evenaar. 3 Het Amazone gebied ligt. de evenaar.

kettinkje Ik hoor ju. ik schrijf je. Categorie 43d Verkleinwoorden op nkje Thema 5 groep 6

schrijf je meestal ch, behalve bij ik lig, ik leg en ik zeg. Dan schrijf je ij. Dan schrijf je ij.

Woordsoorten. De woorden in een zin kunnen in een bepaalde groep worden ingedeeld. De woordsoort geeft aan tot welke groep een woord behoort.

Lieve juf. werkblad 1. 8 Dichter bij de taal Boom uitgevers Amsterdam,

Samenvatting Nederlands Cursus spellen (hoofdstuk 1 + 2)

Licht Een vertelling

de aanbieding reclame, korting De appels zijn in de a Ze zijn vandaag extra goedkoop.

OEFENSCHRIFT DEEL 3 A2-B1

v, f Begintoets /20 Zelfcorrectie fruitschaal druiven briefje vijftig vorst paasvakantie vliegtuig feesten verjaardag detective vrijdagavond diefstal

Spreekopdrachten thema 2 Boodschappen

Grammatica Zinsontleding. Werkboek Geschikt voor de groepen 5 en 6

Samenvatting Nederlands Spelling

Die wijkt af van de huidige methodes. Begin op tijd met oefenen en doe dit niet meer de dag van te voren.

Werkkatern 6 Welkom in onze provincie

Vragenlijst tieners. Algemene vragen. Waar woon jij?

Wat doen de kleuters deze week?

Kijk nog eens in het boek op bladzijde 80 naar Werkwoorden in een andere tijd.

Vandaag een Bijzondere Dag: Feest van de Vlaamse Gemeenschap

Toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen

Getal & Ruimte Junior Opstapprogramma Meten en meetkunde

Klankgroep en lettergreep

Getal & Ruimte Junior Opstapprogramma Meten en meetkunde

Begrijpend Iaen. IIJIER 3 Herhaling: remediëring. .. Wat is droogtd' 2 Wat Is het nut van bomen?

Spelling in Beeld R 3. woorden op ~t en ~d. het paard de staart het land de krant het sportveld de goudvis

Het verwoorden van de spellingsregel is belangrijk (bewustwording waarom je iets op een bepaalde manier schrijft).

Auditieve oefeningen bij het thema:

Teksten Peuterplein Liedjes bij cd Dirk Scheele

rekentrainer jaargroep 7 Fietsen op Terschelling. Teken en vul in. Zwijsen naam: reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs

Vragenkaartjes voor onderweg!

Deel 1: Persoonsvorm tegenwoordige tijd

Raar is leuk Klein Orkest

Veertien leesteksten. Leesvaardigheid A1. Te gebruiken bij : Basisexamen Inburgering Studieboek. Ad Appel

DURVEN. is de boodschap!

Les 5 Werkwoorden 22 Les 6 De persoonsvorm van het werkwoord 24 Les 7 De, het, een 26 Les 8 Het meervoud (op -en, -s of - s) 28 Herhalingstoets 2 30

Lekker puzzelen en lekker met taal bezig zijn. Puzzel mee! Ria van Adrichem Leonie van de Wetering. jaargang /2007. serie 8

blok 5 les 1 R1: Woorden van de week het huisje het treintje het stoeltje het paardje het kastje het vriendje

Ik wou dat het raven werden.

2c nr. 1 zinnen met want en omdat

Auteur: Mirjam Wind, docent en coördinator NT2, Educatie Video s: Gabe Dijkstra en Rick Biemolt, studenten Alfa-college, MultiMedia en Design

1b nr. 1 Wie of wat?

Klik op een stip... En krijg een wat als...?

rekentrainer jaargroep 7 Fietsen op Terschelling. Teken en vul in. Zwijsen naam: reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs

IN DE TREIN LES 1. Meer of minder

Help kinderen die geen eten hebben

Belgisch eten en bier zijn in de mode

Toets gecijferdheid augustus 2005

NEDERLAND HELPT NEPAL KOM IN ACTIE!

Les 2 Uit welk land kom jij? TESTEN TEST 1

Luister naar het gedicht en lees mee met de tekst. Vul de ontbrekende woorden in.

Grammatica. Inhoud. 1. De en het. 2. Meervoud. 3. Werkwoord. 4. Vraagwoorden. 5. Zinnen maken Zinnen maken 2. 7.

instapkaarten taal verkennen

Samenvatting Nederlands Deel 5

Ik kan zelfstandige naamwoorden, bijvoeglijke naamwoorden en lidwoorden herkennen.

Totaaloverzicht kant-en-klare sjablonen Nederlands Cito spelling 3.0 Cito spelling 2.0 Begrijpend lezen Grammatica Studievaardigheid

thema 5 les 2 extra oefenen

hond Ik hoor t aan het eind. Ik maak het woord langer. Ik hoor te(n) Ik hoor de(n) Ik schrijf t Ik schrijf d

instapkaarten spelling

We zijn tevreden mensen!

Leesboekje de seizoenen

Visuele Leerlijn Spelling

PV? tt of vt stam+t? of + niets. PV? tt of vt te/ten of de/den ( t ex kofschip) PV? VD? t of d ( t ex kofschip)

TSUNAMI S EEN KRACHTIGE NATUURRAMP NATUURRAMPEN. Hallo! WERKBOEK VOOR LEERLINGEN INHOUD. Vul hier je naam in. Vul hier je groep in.

Kat Lieve kat Mijn lieve kat Ik hou van jou Altijd. Ogen Zwart omrand Staren mij aan Tranen vallen naar beneden Liefdesverdriet

Kleur zn. fluo-geel, werkwoorden rood

ACTIVITEIT 1 : Verhaaltje «Joris en de Ikkietikkietijd»

ALFA A ANTWOORDEN STER IN LEZEN

oefenbundel voor het vierde leerjaar

bruin bruin de kuil de ui de uil de muis het huis de tuin de fluit het fruit de huid a/aa, e/ee, o/oo, u/uu, i/ ie, ij/ei, oe, ui, eu, au/ou

Auditieve oefeningen bij het thema de dierentuin

Tipboekje. Herman Jozefschool. Groep 8

1 De lange klinkers en klinkerreductie

leeruitstap Kwadrant donderdag 17 mei 2001 hoofdstad van België hart van Europa

Water en drinkwater (waterhardheid en ontkalken)

Thema 2. Rennen voor geld

Overzicht spellingsmoeilijkheden kijker 1-8

Basis. letter a b c hoofdletter A B C woord appel banaan citroen zin Ik eet een appel. cijfer getal

1. Van je juf of meester krijg je een plaatje. Bekijk je plaatje goed. 3. Zoek samen nog vier klasgenoten met een ander plaatje.

Beoordelingsmodel voorbeeldexamen Maatschappelijk Informeel

Transcriptie:

KIJKER Les 1 Naam Klas 44 Oefening 1 Ik lees de hint. Ik schrijf het au-woord waarover het gaat. auto augustus klauteren kauw lauw rauw miauwen blauw Australië wenkbrauwen gauw pauze applaus snauwen dauw augurk kabeljauw auteur chauffeur grauw restaurant saus applaudisseren au klauwen pauzeren voertuig bits toespreken maand nat van de klimmen groente zwarte vogel grote vis half warm schrijver niet bereid voedsel autobestuurder katten vuile kleur kleur van ogen eethuisje kangoeroes uit vleesnat haar boven de ogen toejuichen vlug uitroep van pijn rust nagels van beesten handgeklap rusten 30 Oefening 2 Ik schrijf de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd. pauzeren knauwen kauwen applaudisseren snauwen klauteren miauwen pauzeert knauwt Kauw applaudisseer snauwt klautert miauwt Papa tijdens een lange werkdag. De hond op een been. jij wel genoeg op dat stuk vlees? Ik voor dat prachtig toneel. Zij tegen mij! Kobe in de boom. De poes naar de hond. Fout? 7 Focus Woorden met au, ou, auw en ouw 1

KIJKER Les 2 Oefening 3 Ik schrijf de woorden met au, ou, auw of ouw in het juiste vak. 44 applaus juffrouw applaudisseren kabeljauw meervoud wenkbrauwen huishouden herkauwen schouwburg brouwerij autootje dauw ouderwets pauzeren onthouden berouw woorden met au applaus applaudisseren autootje pauzeren woorden met auw kabeljauw wenkbrauwen herkauwen dauw woorden met ou meervoud huishouden ouderwets onthouden woorden met ouw juffrouw schouwburg brouwerij berouw 29 Oefening 4 Ik schrijf de juiste afleiding. Ik gebruik één of twee woordstukjes. nauw + e be d elijks ver ing keurig nauwe nauwelijks nauwkeurig vernauwing benauwd 1 Hier zijn smalle of wegen. 2 Je kunt hier voorbij. 3 Je moet erg juist of werken. 4 Daar is een versmalling of. Ik voel me angstig of. ou N, ik w dat ik z kunnen zeggen: Ik h van j, ook in de k en ik h vooral van j mooie ogen. ou ou ou ou ouw ou ou flauw + e ver en ekul te tjes Fout? flauwe flauwekul flauwtjes verflauwen flauwte 1 Ik vind dat maar een mop. _ 2 Wat jij vertelt, is kletspraat of. _ 3 Ik voel me vandaag zwakjes of. _ 4 Niet verzwakken of _! _ Oei! Ik draai weg. Ik krijg een appel. _ 2 Focus Woorden met au, ou, auw en ouw 8

KIJKER Les 3 Oefening Ik maak samenstellingen. automobilisten wenkbrauw vlees misdaad dauw snoep kabeljauw middag + pauze vangst auteur saus automaat druppels vereniging spiertjes 1 Hij is lid van een _. 2 De voorruit is nat van de. vleessaus 3 Wil je wat op je aardappelen? 4 De vissers hadden een goede. misdaadauteur automobilistenvereniging dauwdruppels kabeljauwvangst Een schrijft thrillers. middagpauze snoepautomaat wenkbrauwspiertjes 6 Om 12 uur is het. 7 Ik heb zin in iets zoets. Weet jij waar de staat? 8 Je wenkbrauwen bewegen dankzij de. Fout? Oefening 6 Ik vul aan met au, ou, auw of ouw. Ik maak een samenstelling van drie woorden. au auw ouw au ou drie to dag aan land + p b maak banden sterren + rest rant h t fabriek oog bedrijf 44 30 driesterrenrestaurant landbouwbedrijf autobandenfabriek dagpauwoog aanmaakhout 1 Ik eet in een. 2 De boer leidt een. 3 Een fabriceert banden. 4 Wist je dat een een vlinder en geen pauw is? De kachel aansteken met. Fout? 9 Focus Woorden met au, ou, auw en ouw 3

KIJKER Les 4 44 Oefening 7 Ik vul aan met au, ou, auw of ouw en ik schrijf het meervoud. au ouw ouw auw au ou tosnelweg b doos buurvr kabelj vin ch ffeurspet sch derblad autosnelwegen bouwdozen buurvrouwen kabeljauwvinnen chauffeurspetten schouderbladen lange twee drie veel zwarte beide Ik onthoud de woorden met au. De andere woorden schrijf ik met ou. Oefening 8 Ik schrijf de woorden over. applaudisseren automatisch sjouwen jouw chauffeur vereenvoudigen nauwelijks jou ouderwets wenkbrauwen applaudisseren _ vereenvoudigen _ automatisch _ nauwelijks _ sjouwen _ ik heb jou gezien _ jouw tas _ ouderwets _ chauffeur _ wenkbrauwen _ 31 Oefening 9 Ik vul aan met au, ou, auw of ouw. Ik schrijf de woorden over op een schrijvertje. De eerste zondag van de maand gustus gaan we naar de zoo. Het is nog vroeg. Opa gebruikt de ruitenwisser van de to. De ruiten zijn nat van de ochtendd. Vergeet ouw au j fototoestel niet!, roept oma. Oma rijdt. Ze is onze ch ffeur. Als een aandachtige tomobilist rijdt ze in het verkeer. We parkeren. Een n e tunnel onder de weg brengt ons bij een groot geb. Daar kopen we ons ticket. Al g worden we begroet door een pronkende p. Overal zijn dieren: kangoeroes uit stralië, apen kl teren in bomen, tijgers kn en op een kluif, rendieren eten gurken en kabelj en zwemmen in aquariums. auw auw ouw au au au au auw auw Au auw auw au Fout? 4 Focus Woorden met au, ou, auw en ouw 60

KIJKER Les 21 Oefening 10 Ik schrijf het juiste land. Azië Australië Aziaten uit kangoeroes uit Door een trema te plaatsen kan ik het woord perfect uitspreken. België Wallonië Belgen wonen in. De Ardennen liggen in. Ik onderstreep de klinker waar de klemtoon op ligt. vergeten melodie beginnen bacterie studie bananen kinderen industrie provincie moskee knieën idee 32 De klemtoon valt op de ie. melodie melodieën Ik schrijf het meervoud. De klemtoon valt niet op de ie. bacterie bacteriën knie industrie knieën melodieën feeën koloniën / kolonies industrieën studiën / studies moskeeën allergieën melodie studie fee moskee kolonie allergie Ik tel op. drieëntwintig tweeënvijftig honderddrieëndertig achttien + vijf = negenenveertig + drie = honderdtwaalf + eenentwintig = Fout? 20 Oefening 11 Ik schrijf een koppelteken en ik schrijf de woordengroep nog eens over. Sint-Rita Sint- Maarten Sint- Anna West-Vlaanderen Zuid- Amerika Sint-Niklaas Sint-Rita Sint-Maarten Sint-Anna West-Vlaanderen Zuid-Amerika Sint-Niklaas Het koppelteken verbindt sommige woorddelen, bijvoorbeeld Oost-Vlaanderen. Fout? 61 Focus Hoofdletters en leestekens

KIJKER Les 6 Oefening 12 Ik vul aan. Ik gebruik hoofdletters en een koppelteken. Oost-Vlaams Noord-Amerikanen West-Vlamingen West-Vlaams Noord-Brabanders Nieuw-Zeelandse Zuid-Europese 1 Inwoners uit Oost-Vlaanderen spreken. 2 wonen in Noord-Amerika. 3 wonen in West-Vlaanderen en velen spreken. 4 wonen in Noord-Brabant. Nieuw-Zeelanders hebben producten. 6 Landen van Zuid-Europa zijn landen. Oefening 13 Ik schrijf het meervoud. radio s menu s melodieën Eskimo s drieën tandpasta s ideeën provinciën zeeën loempia s ski s pagina s radio idee menu provincie melodie zee Eskimo loempia drie ski tandpasta pagina Fout? 20 33 De apostrof staat in de plaats van weggelaten letters. Oefening 14 Ik vervang het vet gedrukte woord door een apostrof en een letter. s avonds t zal gaan t sneeuwt s middags zo n mooi feest t is tijd des avonds het zal gaan het sneeuwt des middags zo een mooi feest het is tijd Oefening 1 Ik luister goed. Ik gebruik het trema, het apostrof of het koppelteken! Die West-Vlamingen bezoeken drieëntwintig firma s. t Regent hard. De paraplu s gaan open. Sint-Niklaas ligt in Oost-Vlaanderen. 1 2 3 6 Focus Hoofdletters en leestekens 63

KIJKER Les 7 22 Oefening 16 Ik schrijf de afkorting. o.a. pv. t.t. v.t. p. Bij afkortingen gebruiken we geen hoofdletters, maar wel punten. m.a.w. nr. ond. ww. enz. onder andere met andere woorden persoonsvorm nummer tegenwoordige tijd onderwerp verleden tijd werkwoord pagina enzovoort Ik schrijf het symbool. dm Bij symbolen gebruiken we geen hoofdletters en geen punten. decimeter meter kubieke meter m 3 vierkante centimeter l a liter kilogram are deciliter Fout? m cm 2 kg dl Oefening 17 Ik schrijf de zinnen over. Ik plaats leestekens en hoofdletters waar nodig. De woorden in het rood kort ik af. 34 t is erg druk in sint niklaas in onze straat bijvoorbeeld is het altijd file t Is erg druk in Sint-Niklaas. In onze straat bijv./bv. is het altijd file. flip kowlier is een west vlaming wie kan zijn west vlaams dialect begrijpen Flip Kowlier is een West-Vlaming. Wie kan zijn West-Vlaams dialect begrijpen? van zuid afrika naar west australie is de afstand wel 11 000 kilometer Van Zuid-Afrika naar West-Australië is de afstand wel 11 000 km. duizend milliliter is één liter en één kubieke meter telt duizend kubieke decimeter Duizend ml is één l en één m 3 telt duizend dm 3. 64 Focus Hoofdletters en leestekens 7

KIJKER Les 8 Oefening 18 Ik ga op zoek naar woorden die in het meervoud een kattenstukje of berenstukje hebben. 38 m o t o r b a n a a n t k a n a a l n a r l d a a v e l k l a p i m i t n o t b e e n b a a h d n o o t k a b o n g e i t e n n i s a s a o s d u a f d r u k k n r a u d e c i m a a l a a a r o b o t o n e k a a t a b e l d o o s l l g e v a n g e n i s a p t o r i o o l b o o t woorden met een kattenstukje narren, vellen, klappen, bonnen, tennissen, ossen, afdrukken, robotten, tonnen, nekken, tabellen, gevangenissen, sappen, torren, netten, bonnen, raketten, lekken, ritten, ananassen, modellen, nappen, bakken, kanonnen, ribben, bossen, almanakken, latten, hessen woorden met een berenstukje motoren, bananen, kanalen, benen, noten, decimalen, dozen, riolen, boten, kandidaten, avonturen, diagonalen, alen Fout? 8 Focus Woorden met open en gesloten lettergrepen 6

KIJKER Les 9 7 Oefening 19 Ik maak een woord met het achtervoegsel isch. België automaat praktijk toerisme techniek allergie alfabet telefoon Belgisch automatisch praktisch toeristisch technisch allergisch alfabetisch telefonisch bier starten en stoppen onmogelijk een bezoek het _ onderwijs reageren _ rangschikken bereikbaar zijn Fout? Oefening 20 Ik schrijf woorden met een achtervoegsel. Ik schrijf daarna de passende vorm. 7 isch loos baar zaam liefdeloos brandbaar dankbaar elektrisch gevoelloos werkzaam historisch gewichtloos zeldzaam zonder liefde mensen kan branden stoffen danken kinderen elektriciteit toestellen zonder gevoel mensen goed werken arbeiders historie gebouwen zonder gewicht toestand zelden planten Belgisch drinkbaar liefdeloze brandbare dankbare elektrische gevoelloze werkzame historische gewichtloze zeldzame Belgische drinkbare België producten drinken waters Fout? 66 Focus Woorden met voor- en achtervoegsels 9

KIJKER Les 10 30 3 Oefening 21 Ik schrijf de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd. fiets hoop betaalt beeft hoest kaart braadt brandt fluit gaat bindt doe ik jij Fout? jij hij Lies Ruth wat hij ik jij jij ik 31 Oefening 22 Ik schrijf de persoonsvorm in de verleden tijd. bestond vond boog had sloot hield keek sneed gaf Verzond bestaan hij houden jij vinden ik kijken hij buigen jij snijden ik hebben jij geven hij sluiten Jo verzenden jij die brief? Oefening 23 Ik schrijf eerst de stam en dan de persoonsvorm in de verleden tijd. stam kuch hoest bloed zweet sneeuw vermoed zucht haast kuchen De juf. hoesten Ik veel. bloeden Hij aan zijn hand. zweten Jij na die wedstrijd. sneeuwen vermoeden kuchte hoestte bloedde zweette sneeuwde vermoedde zuchtte haastte Het hevig. Hij dat hij gelijk had. zuchten Papa eens diep. haasten Oma zich. Fout? 10 Focus Werkwoordspelling 67

KIJKER Les 11 Oefening 24 Ik schrijf de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd. 30 36 Daidalos en Ikaros deel 1 Daidalos (werken) in het oude Griekenland. Hij (zijn) architect. Hij (bouwen) huizen en paleizen. Hij (maken) ook beelden. Hij (onderscheiden) zich van anderen als talentvolle beeldhouwer. Zoek je hem, dan (vinden) je hem tussen de tempels. Hij (hebben) echter één slechte eigenschap. Hij (willen) de beste zijn. Hij (aanvaarden) aanvaardt niet dat iemand anders beter is. En hij (vrezen) _ dat Talos, de zoon van zijn zus, bekender (worden) dan hij. Talos (ontwerpen) de eerste draaischijf. Een pottenbakker (kneden) klei en (vormen) potten. Met de draaischijf (boetseren) hij veel vlugger en beter een pot. Talos (uitvinden) ook de passer uit. Daidalos (aanvaarden) dat niet. Ik (gaan) iets ongelooflijks doen, (zeggen) Daidalos. 'Elke ochtend (zien) ik de vogels vliegen, heel hoog in de lucht. Ik (zijn) jaloers op hen. Ik (gaan) net als hen proberen vliegen! In het geheim (ontwerpen) hij vleugels voor een mens. Hij (bestuderen) _ vogels. Hij (tekenen), hij (verbinden) structuren, hij (verzamelen) veren en (kleven) die aan het geraamte. Morgen (treden) ik in actie, (zeggen) hij. werkt bouwt onderscheidt vind ontwerpt kneedt boetseert ga zegt zie ga verbindt kleeft zegt ben ontwerpt bestudeert wil vormt vindt aanvaardt wordt verzamelt treed maakt tekent is vreest heeft Fout? 68 Focus Werkwoordspelling 11

KIJKER Les 12 Oefening 2 Ik schrijf de persoonsvorm in de verleden tijd. 31 37 Daidalos en Ikaros deel 2 maakte droeg deed vloog daalde rustte uit verbeterde De volgende morgen (maken) hij zijn eerste vlucht. Op zijn rug (dragen) hij een harnas. Daarop (bewegen) zijn vleugels. Hij (doen) die met zijn armen bewegen. Hij (vliegen) wel honderd meter. Moe, maar ontroerd (dalen) hij en (uitrusten) hij. De komende dagen (verbeteren) hij zijn ontwerp. Hij (knutselen) een tweede exemplaar voor zijn zoontje Ikaros. Op een morgen (wekken) hij zijn maakten gingen wilde/wou verwittigde kon luisterde steeg op riep juichte begroette werd begon kwamen los brak af zoon. Ze (vastmaken) de vleugels aan de schouders en de armen. Ze (gaan) naar het strand en samen (vliegen) ze in het rond. Ikaros (willen) hoger vliegen. Daidalos (verwittigen) _ hem. De hitte van de zon (kunnen) de lijm doen smelten. Maar zijn zoon (luisteren) niet. Met lef en durf (opstijgen) hij. Hij (roepen), hij (juichen) en hij (begroeten) de vogels. vast bewogen knutselde wekte vlogen brandden Het (worden) warmer. De hete zonnestralen (branden) op zijn rug. De lijm (beginnen) te druppelen. De veren (loskomen), de hitte (verwoesten) het harnas. Plots (afbreken) een vleugel. En Ikaros (storten) roepend en huilend naar beneden. Hij (verdwijnen) _ in de woeste golven. Daidalos (zien) zijn zoon vallen. Hij (terugvinden) hem nooit meer terug zag verwoestte stortte verdween vond werkte strafte. Als een gebroken man (werken) hij verder. Maar nooit nog had (hebben) hij vreugde. Zijn eigen hoogmoed (straffen) hem. Fout? 12 Focus Werkwoordspelling 69

KIJKER 6 Les 13 48 Oefening 26 Ik schrijf de eerste 20 moeilijke woorden uit het verhaal Een koningin op avontuur. Ik onderstreep wat ik moeilijk vind. koningin avontuur dikwijls bieb avond toneel jullie absoluut programma juffrouw markt erwten tomaten voorraadje loket rechtstreeks lokaal perron totaal eekhoorns 1 11 2 12 3 13 4 14 1 6 16 Voor het onderstrepen zijn er meerdere antwoordmogelijkheden. 7 17 8 18 9 19 10 20 Oefening 27 Ik schrijf de passende vorm van het woord. avontuur absoluut juffrouw koningin markt + dag erwten tros + tomaat voorraad rechtstreeks perron eekhoorn voedsel + voorraad televisie + programma avonturen absolute juffrouwen koninginnetje marktdagen erwtjes trostomaten voorraden rechtstreekse perronnetje eekhoorntje voedselvoorraden televisieprogramma s grote zekerheden drie een klein twee kleine vijf grote een verbinding een klein _ een klein grote twee Fout? 70 Focus Vergeet-mij-nietje 7: moeilijke woorden 13

KIJKER 6 Les 14 48 Oefening 28 Ik schrijf de volgende 23 moeilijke woorden uit het verhaal Een koningin op avontuur. Ik onderstreep wat ik moeilijk vind. 21 22 23 24 2 26 27 28 29 30 31 32 team brutaal konijn uniform motor trainer misschien telefoon robot hotel onmiddellijk ogenblikkelijk 33 34 3 36 37 38 39 40 41 42 43 eb zeldzame geenszins amuseren terras zebra interessant bisschop puzzel alfabet fotograaf Voor het onderstrepen zijn er meerdere antwoordmogelijkheden. Oefening 29 Ik maak samenstellingen. leger benzine voetbal telefoon robot eb dak woord + motor trainer foto puzzels lijn gesprek uniform terras telefoongesprek robotfoto voetbaltrainer eblijn dakterras woordpuzzels benzinemotor legeruniform 1 Aila had een lang met haar vriendin. 2 Op televisie verscheen een van een misdadiger. 3 Mohamed moet van de links spelen. 4 Papa en mama wandelen met de hond langs de. Op dat appartementsgebouw is er een mooi en groot _. 6 Kan hij die oplossen? 7 Hebben jullie een auto met een? 8 De generaal draagt fier zijn. Fout? 14 Focus Vergeet-mij-nietje 7: moeilijke woorden 71

KIJKER 6 Les 1 49 Oefening 30 Ik schrijf de laatste 20 moeilijke woorden uit het verhaal Een koningin op avontuur. Ik onderstreep wat ik moeilijk vind. 44 4 46 47 48 49 0 1 2 3 modern voortdurend verraden goochelaar appartement professor allergie parallellogram verrassing verrukkelijk Oefening 31 Ik probeer te rijmen met één van de woorden uit het verhaal. 4 6 7 8 9 60 61 62 63 bijzonder apparaat apart e-mail datum herinneren fantasie monitor bijvoorbeeld alleszins Voor het onderstrepen zijn er meerdere antwoordmogelijkheden. 0 Op een dag vroeg mijnheer de graaf aan een beroemde _ of hij op straat met zijn modern _ een foto kon maken van de motor van zijn buur, de slimme _. Dan schrijft hij in zijn fotoalbum datum fotograaf apparaat de juiste _. Die man lijkt wel een natuurwonder. bijzonder Hij is gewoon _. Daar zit hij in zijn tuin, naar vogels turend. Dag in dag uit,. Zelfs s winters zit hij er te bibberen. Ik wil me dat later _. Hij loopt gekleed, altijd in t zwart. professor voortdurend herinneren apart Dat is toch een man _. Fout? 72 Focus Vergeet-mij-nietje 7: moeilijke woorden 1

KIJKER 6 Les 16 Oefening 32 Ik lees de hint en ik vul het woord in. 0 38 1 oefenmeester 2 streepjespaard 3 gelijke kledij 4 heerlijk volle kast 6 onmiddellijk 7 2 maart 8 regelmatig 9 doet bewegen 10 op de televisie 11 station 12 voor de nacht 13 ogenblikkelijk 14 berichtje 1 geheim verklappen 16 geen omweg 17 flat 18 trucs 19 meetkundige vorm 20 machine 21 overgevoelig 22 universiteit 23 boeiend 24 surprise 2 steeds doorgaan 16 1 8 9 t 7 d a t u m z e b r a i o 2 a v 6 k t 3 u n i f o r m o w o n o g i r v e r r u k k e l i j k 4 10 r r n l 11 p e r r o n a b s r a l 12 a v o n d 13 o n m i d d e l l i j k k r e c h t s t r e e k s 14 1-17 e 18 m 19 m p a r a l l e l l o g r a m a p i o a i p j o l a k c g v e r r a d e n a 20 r o b o t h t 21 a l l e r g i e 30 22 p r o f e s s o r l p m 31 a b s o l u u t 23 i n t e r e s s a n t a z 24 n 27 r 32 z e l d z a a m 2 v o o r t d u r e n d 33 34 e 26 e b 3 b r u t a a l a r i v 36 p r e 37 38 h o t e l 28 a a p p a r a a t b t n r r s e t w t s l u t 29 m i s s c h i e n e u n 39 j u f f r o u w g o 40 b i j z o n d e r n 26 alleen zitten 27 vloed 28 toestel 29 eventueel 30 raadsel 31 zonder twijfel 32 weinig voorkomend 33 boeken 34 belevenis 3 ruw 36 peul 37 herberg 38 oproep 39 meester 40 speciaal 16 Focus Vergeet-mij-nietje 7: moeilijke woorden 72

KIJKER 6 Les 17 0 Oefening 33 Over welk woord met c gaat het? schoolhoofd schrijfoefening 10 000 m 2 eerbied groep alles juist uitslag directeur dictee hectare respect club correct score Ik hoor k, maar ik schrijf c. Fout? Oefening 34 Ik vul de woorden met c in. Op vakantie telt elke _! seconde Actie cola café bioscoop reclame producten popcorn caravan contacten camera locomotief tractor insecten infecties! Daarna uitrusten met een in een. Naar de : veel voor en een emmer. We willen slapen in een _ en nieuwe _ maken. We maken veel foto s met onze : van een _ in de verte en van een boer op een _. Opletten voor teken, _ en _. Oefening 3 Ik maak samenstellingen. politiecommissaris grensconflict advocatenkantoor alcoholcontrole secondewijzer politie + commissaris = grens + conflict = advocaten + kantoor = alcohol + controle = seconde + wijzer = Fout? 73 Focus Vergeet-mij-nietje 8: woorden met c 17

KIJKER 6 Les 18 Oefening 36 Ik luister goed en ik schrijf de woorden met c op. Er zijn meerdere antwoordmogelijkheden. 1 8 1 0 2 9 16 3 10 17 4 11 18 12 19 6 13 20 7 14 21 Oefening 37 Ik schrijf het meervoud. cursoren/cursors computers cafés inspecteurs bioscopen tractoren/tractors documenten projecten dictees producten cola s contacten insecten conclusies cursor project computer dictee café product inspecteur cola bioscoop contact tractor insect document conclusie Fout? _ Oefening 38 Ik schrijf het verkleinwoord. dicteetje cameraatje speculaasje computertje colaatje tractortje documentje clubje dictee cola camera tractor speculaas document computer club Fout? _ 18 Focus Vergeet-mij-nietje 8: woorden met c 74

KIJKER 6 Les 19 Oefening 39 Ik schik de woorden alfabetisch. Ik hoor s, maar ik schrijf c. elektriciteit proficiat lucifer cel deciliter precies centraal speciaal centrum cel deciliter precies centraal elektriciteit proficiat centrum lucifer speciaal Oefening 40 Ik zoek op welk woord erna komt in de woordenlijst van het Loepje. cd feliciteren cent lucifer citroen proces cirkel oceaan december forceren cinema provincie decimaal centraal caravan nou feit dauw cel fontein lopen cijferen cirkel project principe deciliter circus centra Fout? 1 Oefening 41 Ik schrijf een woord met c in de zin. provincie cirkel 1 Brugge is de hoofdstad van de West-Vlaanderen. 2 De zon heeft de vorm van een _. Fout? 3 In het getal 92 837 staan vijf verschillende. speciaal oceaan citroen elektriciteit proficiat decimaal lucifer cijfers 4 Je bent bijzonder of. De schippers varen op de Atlantische. 6 Wil je suiker of in de thee? 7 Apparaten werken op. 8 Ik wens je met die goede uitslag! 9 43,47 is een getal. 10 Heb je een stekje of een voor me? 7 Focus Vergeet-mij-nietje 8: woorden met c 19

KIJKER 6 Les 20 Oefening 42 De kinderen kunnen verschillende moeilijkheden ervaren. Ik onderstreep waar ik op moet letten en ik schrijf het woord over. elektriciteit conclusie concentreren computer contacten lucifer conflict circus feliciteren concert secretaresse locomotieven oceanen commissaris elektriciteit circus conclusie feliciteren concentreren concert computer secretaresse contacten locomotieven lucifer oceanen conflict commissaris Oefening 43 Ik schrijf de woorden met c op de juiste plaats. c als k c als s concert conclusie concentreren conflict correct contact circus 1 Wij gaan naar een muziekuitvoering of een. 2 Mijn ouders gaan naar het ouder. 3 Als je rekent, moet je je goed. 4 Je hoort dikwijls over een oorlog of een tussen twee landen. correct contact Is dit juist of geschreven? circus conclusie concert concentreren conflict 6 Acrobaten en clowns in het kunnen de gekste kunstjes. 7 Wat is het besluit of de van de vergadering? Fout? _ Oefening 44 Ik schrijf de passende vorm van het bijvoeglijk naamwoord. actief perfect speciaal decimaal centraal precies actieve perfecte speciale decimale centrale precieze _ dagen _ prestatie _ kleuren _ getallen _ punten _ acties Fout? 20 Focus Vergeet-mij-nietje 8: woorden met c 7

KIJKER 6 Les 21 0 39 Oefening 4 Ik lees de hint en ik vul het woord of de samenstelling in. 1 compact disc iemand die onder water fotografeert 2 de gevangene woont in een een jongen die boodschappen doet 3 een honderdste van een euro mensen die de school inspecteren 4 uitslag, punten een toestel waarmee je met de hand een vuurtje kunt blussen knipperend streepje op het scherm het buitenste van een gele, zure vrucht 6 eerbied een meetkundige figuur met twee paar evenwijdige zijden 7 het beeldscherm van onze na de maand november komt de 8 het hoofd van een bedrijf de trein rijdt r van Antwerpen naar Blankenberge 9 er gaan er honderd in een meter flat 10 iemand gelukwensen of fe wat de trein trekt of duwt 11 vrouwelijke bediende (se ) besluit 12 stroom cinema 13 scherm van een computer juist 14 Welk signaal geeft uw telefoon? rond, meetkundig figuur 1 Wie bestuurt de provincie? afzonderlijk, alleen 16 landbouwers rijden op het veld met grote voertuigen je kunt er iets drinken 17 het hoofd van een politiekantoor bibliotheek 18 iemand die insecten verzamelt na vloed komt 1 2 3 4 6 7 8 9 10 11 12 13 14 1 16 17 18 c d o n d e r w a t e r f o t o g r a a f c e l b o o d s c h a p p e n j o n g e n c e n t s c h o o l i n s p e c t e u r s s c o r e h a n d b l u s a p p a r a a t c u r s o r c i t r o e n s c h i l l e n r e s p e c t p a r a l l e l l o g r a m c o m p u t e r d e c e m b e r m a a n d d i r e c t e u r r e c h t s t r e e k s c e n t i m e t e r f e l i c i t e r e n a p p a r t e m e n t l o c o m o t i e f s e c r e t a r e s s e c o n c l u s i e e l e k t r i c i t e i t b i o s c o o p c o m p u t e r s c h e r m c o r r e c t t e l e f o o n s i g n a a l c i r k e l p r o v i n c i e b e s t u u r a p a r t l a n d b o u w t r a c t o r e n c a f é p o l i t i e c o m m i s s a r i s i n s e c t e n v e r z a m e l a a r b i b e b 76 Focus Vergeet-mij-nietje 8: woorden met c 21

KIJKER 6 Les 22 40 Oefening 46 Ik schrijf de infinitief. Dan schrijf ik de persoonsvorm in de juiste tijd. dicteren repareren corrigeren inspecteren scoren fantaseren evalueren controleren feliciteren amuseren concentreren respecteren contacteren produceren e-mailen fotograferen goochelen puzzelen herinneren interesseren dicteert repareerde corrigeert inspecteerde scoort fantaseerde evalueert controleerde feliciteert amuseerde concentreert respecteerde Contacteer produceerde e-mailt fotografeerde goochelt puzzelde herinner interesseerde 1 dictee t.t. De juf woorden. 2 reparatie v.t. De garagist de auto. 3 correctie t.t. Wie ons dictee? 4 inspectie v.t. Het team ons. score t.t. De spits na de rust. 6 fantasie v.t. Ellen veel. 7 evaluatie t.t. Hij ons. 8 controle v.t. De agent _ de auto. 9 felicitaties t.t. Oma mij. 10 amusement v.t. Julie zich goed. 11 concentratie t.t. Marie zich. 12 respect v.t. Jij _ mij. 13 contact t.t. _ jij mij? 14 product v.t. Zij auto s. 1 e-mail t.t. Vanja naar Fatima. 16 fotograaf v.t. Marek de zee. 17 goochelaar t.t. Hij veel. 18 puzzel v.t. Opa graag. 19 herinnering t.t. Ik het mij nog. 20 interesse v.t. Het me wel. Fout? 22 Focus Werkwoordspelling 77

KIJKER 6 Les 23 2 Oefening 47 Ik onderstreep in elke zin het onderwerp eenmaal en de persoonsvorm tweemaal. Het heeft vandaag hard gedonderd. Toen is het beginnen regenen. De mannen hebben zandzakjes gevuld. Het water van de rivier is erg gestegen. We zijn even naar de dijk gewandeld. Het water heeft nog nooit zo hoog gestaan. De dijk begint toch niet te breken. Dan zal ons dorpje overstromen. Hopelijk kan iedereen op tijd vluchten. We mogen dan onze huisdieren niet vergeten. Welke werkwoorden zijn geen persoonsvorm? Ik schrijf ze op. gedonderd beginnen, regenen gevuld gestegen gewandeld gestaan breken overstromen vluchten vergeten 41 Oefening 48 Ik schrijf de juiste vorm van het werkwoord. bijten haasten rekenen durven miauwen graven juichen verbranden blaffen poetsen Sommige werkwoorden zijn geen persoonsvormen. Ik vergeet de andere spellingafspraken niet. gebeten gehaast gerekend gedurfd miauwen gegraven gejuicht verbrand geblaft gepoetst Die hond heeft in mijn broek. Ik heb me nog. Heb jij wel juist _? Heb jij dat? Onze poes is al een hele dag aan het! Mijn pa heeft in de tuin een put. We hebben hard voor onze voetbalploeg. De oven staat te heet. Het eten is. De hond heeft veel. Heb jij je kamer al? Fout? 79 Focus Werkwoordspelling 23

KIJKER 6 Les 24 Oefening 49 Ik schrijf de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd. Ik schrijf de juiste vorm van het andere werkwoord. heeft Heb is is is hebt heeft heeft 'ik heb'- of 'ik ben'-vorm ik heb gesport ik ben gevallen beklommen beantwoord 1 Hij (hebben) die hoge berg (klimmen). 2 (Hebben) jij die e-mail wel (antwoorden)? verboden 3 Het (zijn) hier (verbieden) _ om te zwemmen. verdronken hersteld gesneden geschitterd geknuffeld 4 Die egel (zijn) toch niet (verdrinken)? Mijn fiets (zijn) morgen (herstellen). 6 Je (hebben) toch niet in je vinger (snijden)? 7 De zon (hebben) een hele dag (schitteren) _. 8 Mijn zusje (hebben) haar beertje (knuffelen). Fout? _ 31 42 Oefening 0 Ik schrijf de persoonsvorm in de verleden tijd. Ik schrijf de juiste vorm van het andere werkwoord. had gedroomd was gestroomd stond hadden gespat werden bleven tranen was kon gestegen bewegen had gered was had aangezet Ik (hebben) de hele nacht (dromen). De zee (zijn) over de dijken (stromen). Ik (staan) tot aan mijn billen in het nat en eenden (hebben) me nat (spatten). Toen (worden) mijn ogen als oceanen. Ze (blijven) maar (tranen)! Daardoor (zijn) het water enorm hoog (stijgen) en (kunnen) ik me niet meer (bewegen). Een helikopter (hebben) me toen (redden). Het (zijn) de wekker die ik (hebben) (aanzetten). Fout? 24 Focus Werkwoordspelling 79 80 Herdruk Eerste druk 2016/120 201/876 Bestelnummer 60 60 1021 1021 403417 ISBN ISBN 978 978 90 90 4862 4862 2442 3 9 KB 310 299 NUR 191 Auteur Erik Billiaert Illustrator Nick Claes, An Melis, Jan Heylen, Luc Sauviller Verantwoordelijke uitgever die Keure, Kleine Pathoekeweg 3, 8000 Brugge RPR 040 108 32 Copyright die Keure, Brugge 9 789048 622443 6229 80