Samenvatting door een scholier 957 woorden 9 december 2004 5,8 23 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Memo Geschiedenis Samenvatting Module 3 H1: de opkomst van de industriële samenleving Paragraaf 1.1 Economische ontwikkelingen in Nederland 1870: NL= onbetekenend land: ong. 3miljn mensen Meeste mensen werken in landbouw/dienstensector Stadje:50.000 mensen -> iedereen kent elkaar. Waren paar fabrieken: suiker/aardappelmeel Fabrieken waren niet groot, minder dan 10 werknemers (80%) 218 van 1.000 kinderen sterven voor 1e levensjaar Huizen: klein/slecht. Voedsel=eentonig (aardappel)viel niet op bij gegoede burgerij 1890: industrialisatie: eerst in textiel, stoommachine Nederland: afzet niet groot, alternatief: Nederlands-indië (kolonie van NL) Batikstoffen om aantrekkelijk te maken daar. Chemische industrie in Twente en Brabant (in t oosten: lage lonen) Na 1890: Duitsland ontwikkeling: NL profiteren (ligging NL) grondstoffen aanvoeren 1895: -welvaart stijgt, -rijken staken geld in NL bedrijf -> groei -> grootindustrieën -> multinational 1849:44% in landbouw -> 1920: 23,5% in landbouw Paragraaf 1.2 Arm en Rijk 1900: 25% meer koopkracht dan in 1860 Werk was saai, zwaar, en lang. Weinig geld om familie te onderhouden 1930: kindersterfte 217 -> 44 per 1000 van 1e levensjaar -> bevolkingsgroei ^ Door leerplichtweg (1901) kind tot 12: scholier -> goed voor toekomst -> kind niet in fabriek Helft bevolking: ongeschoolde arbeider -> middengroep van hoger opgeleide steeg! Paragraaf 1.3 Reacties op industrialisatie en Schaalvergroting 1887: Enquête -> slechte omstandigheden vrouw&kind -> gegoede vrouw helpt dames mochten niet werken, armenzorg mocht wel. Er kwamen opvanghuizen voor ongehuwd moeder Volkshuizen met cursussen en ziekenhuizen met goede https://www.scholieren.com/verslag/19368 Pagina 1 van 5
verzorgers Dames : wij zijn achtergesteld : -geen stemrecht -geen betaalde arbeid -niks te zeggen na huwelijk over eigen bezig Eind 19e eeuw: liberalen hebben het voor het zeggen Liberalen: overheid niet bemoeien met economie & privé van mens Jongliberalen: verzetten tegen starre denkbeelden oud liberalen Arbeiders gingen zicht organiseren in vakbond & politieke partijen SDB (sociaal democratische bond) arbeiders organisatie Sociale vakbond: tegen kapitalistische maatschappij -> staken 1891: Enschede staking: iedereen die staakt -> ontslag 1903: grote spoorwegstaking -> verbod op stakingen Kerken: vakbond maken -> geen arbeiders naar socialisten Verzuiling -> vakbeweging/media Ed. Paus: veroordeelde socialisme, vond dat arbeiders beschermd moeste worde&beter loon CAO: korte werkdagen & betere beloning 1894: SDAP: doel: politieke invloed krijgen 1887: arbeidstijd v jongere&vrouwen verkort: 11 uur. & Geen nachtarbeid (1889 aangenomen) 1901: woningwet & leerplichtwet. Iemand invalide, die kreeg70% van laatst verdiende loon Confessionelen: eind 19e eeuw meer macht Vanaf 1890: NL op weg naar modern geïndustrialiseerde samenleving. Meer mensen in industrie werken. H2: Het interbellum: voorspoed & crisis Paragraaf 2.1 Economie en Maatschappij 1920: auto aanwezig in straatbeeld Mensen ontdekken winkelen als tijdverdrijf Media waren verzuild 1920-1924: economie daalt -> sociale onrust 1924: VS & Duitsland Economie bloeit op -> NL beter door ligging Ed. Paragraaf 2.2 Crisis 29 oktober 1929: beurs stortte in -> aandelen waardeloos -> leningen konden niet terugbetaald worden -> banken gingen failliet -> mensen kochten niks meer -> fabrieken Ed. Sluiten. 1 op de 4 Amerikanen werd werkloos en de lonen halveerde Duitsland economie daalde -> NL slecht economie daalde NL afhankelijk van andere landen -> NL meegesleept in crisis Meeste landen: bescherming eigen economie -> slechter en slechter Export en import van NL werd gehalveerd Bedrijven bezuinigen -> lonen omlaag -> koopkracht omlaag -> omzet bedrijven omlaag Begin 30: stakingen & hongerrelen: aanpak: geweld -> 25 doden https://www.scholieren.com/verslag/19368 Pagina 2 van 5
1936: 480.000 mensen werkloos In die tijd was er veel tuberculose, gevreesde longziekte -> uitrusten in speciaal kuuroord Dit was een belangrijke oorzaak van kindersterfte Paragraaf 2.3 De houding van de Nederlandse overheid Begin crisis: werkloosheid/steun uitkeringen. Helft v/d werklozen geen hulp (vrouwen, jongeren, ongeorganiseerde) Liberalen: bezuinigingen ambtenaren salarissen en werkloosheidsuitkeringen Opvolger, Colijn (ARP): vaste hoge waarde v/d gulden. NL: importeren ging goed, exporteren niet. De concurrentiepositie daalde NL devalueerde de gulden als laatste van Europa Waarde vermindering v/d gulden: 20% -> opleving economie Duurde kort, economie VS 1937 zeer slecht Gevolg: crisiswetten: hulp aan landbouw Plan v/d Arbeid leek op New Deal van Roosevelt Plan v/d Arbeid: -voorzag in grote openbare werken -geld lenen voor die werken -Plannen van de economie Opleven economie jaren 20 -> grote verandering levensstijl. Crisis sloeg hard toe door die verandering Veel mensen verloren baan Helft van mensen kreeg hulp, de uitkeringen daalde H3: Na de oorlog: De komst van de welvaartsstaat Paragraaf 3.1 1945-1952 van wederopbouw tot groei Na oorlog niets heel, landbouwgronden deel onder water Geld was er niet voor heropbouw Duitsland in puin -> NL geen export NL-Indië onafhankelijk -> belangrijk exportgebied weg NL was bron van inkomsten kwijt 1946: bevolkingsgroei enorm. Werkgelegenheid landbouw daalde Overheid: ga emigreren. Er was geen werk 1948: rooms-rood kabinet: -rode Partij v/d Arbeid Was nieuwe combinatie -roomse katholieke volkspartij Rooms-rood: NL wordt industrieland Overheid: lage lonen en lage prijzen, scholen, oudedags voorziening Regeringsbeleid combo van: -Geleide loonpolitiek -Industriepolitiek -Gezinspolitiek Overheid na oorlog investeren: industrialisatie nota s https://www.scholieren.com/verslag/19368 Pagina 3 van 5
Herstelbank: steunde ong. 60 bedrijven in de industriële sector Stichting v/d Arbeid&Sociaal economische raad: Sociale zekerheden en Acceptabele inkomen 1947: noodwetje (van Drees): staatspensioen 1951: Kinderbijslag Marshallplan: geld van VS voor heropbouw. Ook om omkopen tegen communisme Vanaf 1948: graan, geld, kredieten en uitwisselingsprogramma s 1948-1957: NL kreeg 978,2 miljoen dollar van de VS Paragraaf 3.2 1952-1967 De welvaartsstaat wordt verder uitgebreid 1952-1967: NL veranderd ingrijpend: economie en bevolking groeit Koopkracht verviervoudigd 1952: 1e keer overschot op betalingsbalans van NL Chemie en metaal industrie ontwikkeld zich Lidmaatschap Europese Economische Gemeenschap is een goede zet van NL Met Duitsland ging het goed -> export van NL naar Duitsland ging goed.. 1972: 5 grote multinationals: 15% v/d werkgelegenheid -> Arbeidsproductiviteit omhoog 1963: 1e computers 1971: 37,3% in industrie en 46% in dienstensector Landbouw moderniseerde snel -> arbeidsproductiviteit steeg snel Geleide loonpolitiek (lonen zo laag mogelijk houden) hield niet vol -> werkgevers gingen zwart betalen of in nature -> 1954: lonen stijgen -> 1965: lonen stijgen explosief Na de oorlog: rooms-rode kabinet (PvdA & KVP): opbouwen verzorgingsstaat Overheid: uitkeringen en subsidies en andere vormen van hulp Gezinshoofd geld verdienen -> kostwinnerstoeslag en kinderbijslag Paragraaf 3.3 Welvaart en Samenleving Toenemende welvaart/onzekerheden daalde -> effect op samenleving Mensen konden zich meer permitteren De eensgezindheid van na de oorlog verdween 1958: einde van het rooms-rode kabinet PvdA: grote invloed van de overheid vinden ze goed Andere partijen: bedrijven meer vrijheid -> dat gebeurde -> lonen en prijzen omhoog 1965: lonen stegen met 16,5% -> prijzen omhoog -> concurrentiepositie daalde=slecht 1963: algemene bijstandswet: altijd uitkering 1960: 41% v/d jongeren ging naar school. In 1950 nog maar 27% v/d jongeren Geen profiteren van welvaart -> sparen door onzekerheid die nog heerste Jongeren consumeren -> ouderen ook. 1955: TV 1955: 500.000 auto s -> in 1968 al 2.000.000 1955: nozems: waren anders, anders gekleed, overal schijt aan, hadden veel vrije tijd, goede opleiding Ze zette zich af tegen de oudere met macht en de vriendjespolitiek 1975: wet gelijke beloning voor vrouwen door acties van vrouwen en studentes https://www.scholieren.com/verslag/19368 Pagina 4 van 5
Provo s: Gewelddadige dingen en media om aandacht te krijgen 1973: economische stijging eindigde 1984: al 800.000 werklozen. Toppunt van werkloosheid, hierna weer beter Daarna ging het weer beter https://www.scholieren.com/verslag/19368 Pagina 5 van 5