D u u r z a m e. s o c i a a l k a p i ta a l



Vergelijkbare documenten
Relevant publications/relevante publicaties

De kenniswerker. Prof. Dr. Joseph Kessels. Leuven 31 mei 2010

ONZE AGENDA OPLEIDEN IN ROTTERDAM VOOR DE WERELD VAN MORGEN STRATEGISCHE AGENDA

zorg en welzijn. Amsterdam: Boom uitgevers, 2015, 248 p., 24,90. ISBN:

Wendbaar en waarde(n)vol onderwijs!

Journal of Social Intervention: Theory and Practice 2012 Volume 21, Issue 2, pp URN:NBN:NL:UI:

Journal of Social Intervention: Theory and Practice 2014 Volume 23, Issue 3, pp URN:NBN:NL:UI:

Nooit meer POPP (Nooit meer instrumenten als POP Pressen)

MANIFEST BEROEPSONDERWIJS: ONDERWIJS VOOR HET LEVEN!

Dr. Ben W.M. Boog was actieonderzoeker en jarenlang docent methodologie van handelingsonderzoek.

ONDERNEMEND ZIJN? HOE HIP

B o o k s. Journal of Social Intervention: Theory and Practice 2009 Volume 18, Issue 1, pp URN:NBN:NL:UI:10-1/100030

HU GERICHT IN BEWEGING

Onderwijsconcept Albeda Zet De Toon!

D e H B O M a s t e r S o c i a l W o r k :

Kring Andragologie. Co-Creatie. Investeren met en in Sociaal Kapitaal! Met andragologe dr. Corry Ehlen en andere topexperts

HARRIE VAN HAASTER, SASKIA VAN DORP

DE KRACHT VAN HET COLLECTIEF ONDERWIJS VAN MORGEN

s o c i a a l w e r k

Elly de Bruijn. Beroepsonderwijs maken: van dossier naar leren & begeleiden. Zaal 3 Tijdstip 11.00

Journal of Social Intervention: Theory and Practice 2015 Volume 24, Issue 1, pp URN:NBN:NL:UI:

ONDERZOEK ALS DOENDENKEN

Bewegen tot leren: Perspectieven voor een krachtige leeromgeving

De docent beroepsonderwijs: Jongleren op het grensvlak van verschillende werelden. Elly de Bruijn 24 januari 2013 NOT Profiel Lezing

Piter Jelles Strategisch Perspectief

Inhoud. Voorwoord 03. Missie en kernwaarden 07. Nieuwe perspectieven voor de toekomst 13. Beloften 23. Merkbaar en herkenbaar 37

Professionele werkplaatsen: een model voor leren en onderzoekend samenwerken

PROFIEL. Adviseur Onderwijs HAS Hogeschool

Perspectieven op EVC

Studenten over onderwijskwaliteit en talentontwikkeling. Uitkomsten van een dialoog met studenten van Fontys Hogescholen

Leidinggeven aan de vernieuwing van werken en leren: Wie doet dat?

Instellingsbeleid doelstellingen en profiel

10 Innovatielessen uit de praktijk 1

Verdere ontwikkeling van de extended enterprise Een nawoord

Werken met leeruitkomsten in de Saxion Parttime School

ONDERWIJSONTWIKKELING - ACTIVERENDE DIDACTIEK

Vincent de Waal. De vooruitgeschoven middenvelder. burgerschap. Amsterdam: Boom Lemma, 2014, 399 p., 42,50.

S o c i a a l w e r k va n d e. arteveldehogeschool

vastgesteld door de faculteitsdirectie op 19 maart instemming van de facultaire medezeggenschapsraad op 5 april 2012.

Samenwerking met buitenlandse universiteiten

36. Masterstudenten als bruggenbouwers tussen onderwijs en schoolpraktijk

Praktijkervaring een plaats geven in het onderwijs. Karin Kleine

De ICT trends in de toekomst

Leraarschap en leiderschap. Marco Snoek Hogeschool van Amsterdam Kenniscentrum Onderwijs en Opvoeding

Congres Logistiek Slim verbinden! Tien jaar Lectoraat Logistiek: terug- en vooruitblik

Introductie Extended Enterprise

Samenwerking. Betrokkenheid

UITNODIGING. november. Innovatie van het mbo- onderwijs door digitaal leiderschap MASTER CLASS. Een masterclass voor bestuurders van mbo-scholen

Leren & Innoveren. Informatiedossier ten behoeve van en verzoek tot inschrijving voor de masteropleiding

Profiel. Opleidingsmanager Social Work. 15 juni Opdrachtgever Hogeschool van Amsterdam Faculteit Maatschappij en Recht

Opleidingsprogramma DoenDenken

Innovatief beroepsonderwijs in de regio: bindmiddel en broedplaats

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN) Ruitenberglaan 27, 6826 CC Arnhem. n.v.t. n.v.t. n.v.t. bachelor

Master Innovation & Leadership in Education

voor het hoger beroepsonderwijs

MEDEZEGGENSCHAP EN SUCCESFACTOREN. Ruysdael onderzoek 2015

Toekomstgericht, professioneel, verbonden. Strategisch Beleidsplan OSG Schoonoord

Dr. Erik Jansen is associate lector aan de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen en verbonden aan Kenniscentrum HAN SOCIAAL.

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren.

Pitstop Een onderzoek naar innovatie binnen het TT-Instituut

Leerlandschappen. Amersfoort 26 oktober 2009 Manon Ruijters

Zonder sociaal geen psychiatrie is een caleidoscopische bundel van, naar blijkt uit

Milieuwetenschappen in Leiden

Hoe komen we in topvorm?

Betekenisvol Leren Onderwijzen in de werkplekleeromgeving

Groeien door samenwerken

Model van Sociale Innovatie

klaar voor een nieuwe toekomst

waarom? externe drivers Technologie Digitalisering Globalisering

De motor van de lerende organisatie

Inleiding. In dit boekje vertellen we daarom over: Waar staan we voor? Wat doen we? En waarom doen we het op de voor de school kenmerkende manier?

hoofdlijnen herziening projectplan Het Atelier 30 mei 2001 hogeschool rotterdam w.v.ravenstein

Voorwoord. Nienke Meijer College van Bestuur Fontys Hogescholen

Bijdrage voor de uitgave Onderwijskunde Hoger Onderwijs Versie 10: 1 januari 2006

Deze versie treedt in werking op 1 september 2013 en vervangt alle voorgaande versies.

De school een aantrekkelijke plek voor leren en werken in 2030? Leer- & ontwerplab 24-28/08/2013. Bevindingen in een notendop

Internationale kansen voor het MKB: HBO slaat een brug. Louise van Weerden Enschede, 12 Juni 2013

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren.

Keteninitiatieven met kans van slagen

Op weg naar een integraal kindcentrum. Janny Reitsma

PLAYING FOR SUCCESS: NASCHOOLS AANBOD IN EEN TOPSPORTOMGEVING

Leergemeenschappen Cultuureducatie

Het NHL InnovationLab : Learning outcomes, Design Thinking, UDL en Blended Learning in samenhangend perspectief. (draft version)

Kernwaarden + Een stip aan de horizon

OER Master facultair hoofdstuk 10 Maatschappij & Recht Vastgesteld d.d

STRATEGISCH PLAN Excellent onderwijs voor een innovatieve regio

Nudge Finance Leadership Challenge

Onderwijs-seminar. De Leraar van de Toekomst. Bestaat De leraar van De Toekomst wel?

Innovatiegedrag van midden- en kleinbedrijf. Kenniskring. Innovatief. ondernemen & risicomanagement. Drs. Rob Heine

(Studie)loopbaanbegeleiding: wat levert het op?

Werken aan 21 e eeuwse vaardigheden met NPDL

Lunchlezing KCNR VastgoedLAB Groningen V&M 26 mei 2016

Visie Missie. De missie van onze stichting is de volgende: wie je morgen bent creëer je vandaag met de som van gisteren

Instroom Doorstroom - Uitstroom

Leiderschap en eigenaarschap in het hart van de organisatie

Studenten lerarenopleiding. In gesprek over de inhoud van het onderwijs

Introductie Methoden Bevindingen

Samenvatting Hoofdstuk 1

Profiel. Opleidingsmanager HBO-Rechten. 10 mei Opdrachtgever Hogeschool van Amsterdam Faculteit Maatschappij en Recht

Transcriptie:

Journal of Social Intervention: Theory and Practice 2010 Volume 19, Issue 2, pp. 110 116 URN:NBN:NL:UI:10-1-100882 ISSN: 1876-8830 URL: http://www.journalsi.org Publisher: Igitur, Utrecht Publishing & Archiving Services in cooperation with Utrecht University of Applied Sciences, Faculty of Society and Law Copyright: this work has been published under a Creative Commons Attribution-Noncommercial-No Derivative Works 3.0 Netherlands License N e w s H i g h e r S o c i a l E d u c at i o n D u u r z a m e o n d e r w i j s i n n o vat i e : o r g a n i s c h e c o-c r e at i e m e t C o r ry E h l e n s o c i a a l k a p i ta a l Hoe kunnen we ervoor zorgen dat onderwijsinnovatie meer is dan een oppervlakkige face-lift? Waarom leiden zoveel grootschalige innovaties tot frustratie en demotivatie? Welke processen leiden tot duurzame internalisatie van de vernieuwingen? Dat zijn bij uitstek vragen waarvoor beleidmakers en veranderkundigen in de onderwijswereld zich gesteld zien. Dit artikel doet een poging om antwoorden te vinden op bovengestelde vragen. Op basis van ervaringen met grootschalige onderwijsinnovatie zal de praktijk gekoppeld worden aan theoretische begrippen als sociaal kapitaal en organische co-creatie. De insteek is die van de veranderkundige, die voor de opgave staat om leiding te geven aan dit proces van ingrijpende innovatie in onderwijskundige en institutionele zin. 110 Journal of Social Intervention: Theory and Practice 2010 Volume 19, Issue 2

Corry Ehlen D e u i t d a g i n g va n d e k e n n i s s a m e n l e v i n g e n a n t w o o r d e n i n h e t H B O De afgelopen tien jaar was ik werkzaam bij Hogeschool Zuyd als beleidsadviseur van het College van Bestuur en als programmamanager van het instituutsbrede onderwijsinnovatieprogramma. De opgave was voor alle hogescholen gelijk: beantwoorden aan de vraag naar voldoende en goed toegeruste kenniswerkers voor de kennissamenleving. De oplossingen bleken veelal gelijkluidend: een samenvoegen van vele opleidingsinstituten tot één groot kennisinstituut door middel van een proces van organisatieontwikkeling en daarnaast het ontwikkelen van een nieuwe onderwijskundige visie als beleidskader. Ik participeerde in deze periode in het landelijk netwerk van onderwijsdirecteuren van de grote hogescholen en zag dat de veranderingsprocessen verschillend werden ingekleurd, waarbij niet alleen de historische context maar ook de opvattingen en bekwaamheden van het centrale management een rol speelden. aansluiting tussen onderwijs en (arbeids-) markt, en het vermogen van het onderwijs om voldoende hoger opgeleiden te scholen. (Sociaal-Economische Raad, 1999) Ook de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek erkent deze eisen (Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, 2005). Voor het hoger beroepsonderwijs is een belangrijke rol weggelegd als sector met het grootste aantal studenten. Nadere beschouwing van de kennissamenleving en continu veranderende omgeving levert het beeld op van drie belangrijke ontwikkelingen. Een toenemende individualisering van de samenleving, die het hoger onderwijs dwingt tot een herziening van het uniforme aanbod. Het ontstaan van de nieuwe e-generatie als Homo Zappiens ten gevolge van de informatiesamenleving en de brede toepassing van ICT (Veen, 2000). Veranderingen in de studentenpopulatie, zoals toename van het aantal ouderen en herintreders, de culturele diversiteit en de groep internationale deelnemers (Scholtes, 2005). Universiteiten en hogescholen dienen hun positie in de internationale kennismaatschappij te herzien, lezen we in een rapport van de Sociaal-Economische Raad (SER). De kennissamenleving en de continu veranderende omgeving van het onderwijs vragen een flexibel onderwijsaanbod, de Naast de invloed die uitgaat van externe ontwikkelingen in de samenleving en de veranderende studentenpopulatie, hebben ook nieuwe opvattingen over leren, kennisontwikkeling en opleiden invloed op de vormgeving en inrichting van het hoger beroepsonderwijs (Kessels & Ehlen, Journal of Social Intervention: Theory and Practice 2010 Volume 19, Issue 2 111

News Higher Social Education 2006). Een van die opvattingen is dat het verwerven van relevante competenties wellicht effectiever is dan het overdragen van kennis. Een leerpsychologisch uitgangspunt dat grote implicaties heeft voor de inrichting van een leeromgeving is de opvatting dat het begrip kennis een vorm is van een persoonlijke, subjectieve constructie die tot stand komt in sociale interactie met een betekenisvolle omgeving. Een student is hierbij een actieve constructeur van een eigen handelingsrepertoire. Stromingen als appreciatieve inquiry en positive psychology benadrukken het belang van autonomie, zelfregulatie en de noodzaak om het aanwezige talent te stimuleren. Ook inzichten over het leren van volwassenen dringen door in het hoger beroepsonderwijs, zoals aansluiten bij persoonlijke interesse, erkennen van opgedane ervaringen en bekwaamheden, betekenis van onderwijs voor eigen leven, actief betrokken zijn bij planning en evaluatie van onderwijs. Va n p e d a g o g i s c h e k w e e k k a s n a a r a n d r a g o g i s c h e p r o e f t u i n In de antwoorden die het hoger beroepsonderwijs geeft op deze ontwikkelingen zien we een koerswijziging die zich kenmerkt door een intensieve samenwerking met de beroepspraktijk, het bieden van meer maatwerk aan studenten en aandacht voor nieuwe doelgroepen in vorm en inhoud van het onderwijs. Er verschijnen expertisecentra waarin praktijkexperts samenwerken met onderzoekers, docenten en studenten, leerwerkplekken waarin jonge kenniswerkers zich samen met oudere professionals bekwamen. EVC-procedures (Erkenning Verworven Competenties) zetten de poort open voor volwassenen en buitenlandse studenten. Er is een veelvormigheid ontwikkeld aan leertrajecten, zoals brede bachelors, minoren, majoren, associate degrees, masters, honours programs, aansluitingsprogramma s; er is keuze mogelijk in differentiatie en uitstroomprofielen, in duale trajecten en in leerbedrijven als leerplek, en er is keuze uit authentieke opdrachten verworven door studentcompagnies. Docenten worden senior-lerenden genoemd, studenten zijn junior-lerenden en worden niet alleen meer getoetst, maar tonen met een proeve hun bekwaamheid aan, tijd- en plaatsonafhankelijk. Alom bekend, maar niet alom bemind, zijn de nieuwe instrumenten als POP (persoonlijk opleidingsplan), PAP (persoonlijk activiteitenplan) en Portfolio waarin de lerenden hun doelen, hun traject en hun professionele ontwikkeling bijhouden en met studieloopbaanbegeleiding leren regisseur te worden van hun eigen leerloopbaan. Dit zijn, heel in het kort, de trefwoorden van het nieuwe onderwijsparadigma zoals zich 112 Journal of Social Intervention: Theory and Practice 2010 Volume 19, Issue 2

Corry Ehlen dat de afgelopen jaren ontwikkeld heeft. Voeg hierbij een intensieve digitalisering van leer- en kennisbronnen, en veel aandacht voor sociale competenties en zelfreflectie, en het is duidelijk dat zich een radicale innovatie voltrekt. Inderdaad een fluwelen revolutie (Kessels, 2009). Achter deze nieuwe vormen, procedures en instrumenten gaat een nieuwe visie schuil op leren, werken en opleiden. De stellingen kennis is een persoonlijke bekwaamheid, leren is een sociaal proces, werken is leren worden langzamerhand als richtsnoer gebruikt bij de innovatietrajecten. Het inzicht dringt door dat het belangrijk is om bij studenten een duurzaam leervermogen te ontwikkelen naast fundamentele materiedeskundigheid. De bekwaamheid om te netwerken, voeling hebben met ontwikkelingen in de markt en in de samenleving, je kwaliteiten ontwikkelen en profileren, het vermogen hebben om te innoveren en nieuwe kennis te produceren, behoren tot de kerncompetenties van de jonge kenniswerkers. De nieuwe koers legt accent op talentontwikkeling en diversiteit, op samen werken en samen leren, op autonomie en zelfregie. Dit lijken relevante aspecten te zijn in een maatschappij waarin kennis en technologie snel verandert, sociale interactie nodig is en waar beroepsvorming een proces van leven lang leren zal zijn. Ik zie in deze omwenteling in het hoger beroepsonderwijs een proces van andragogisering van het HBO: een vervanging van de pedagogische kweekkas door de andragogische proeftuin. D u u r z a m e i n n o v a t i e? Het nieuwe onderwijsparadigma is een echte omwenteling, het betekent voor veel docenten een Umwertung aller Werten. De bekende vierslag docentklas-leerstof-tentamen is niet langer de standaard. Flexibel maatwerkonderwijs vraagt van de docenten nieuwe rollen. Naast materiedeskundige zijn ze leercoach, moduleontwikkelaar, studieloopbaanbegeleider, assessor, accountmanager voor praktijkinstellingen, praktijkbeoordelaar, onderzoeker enzovoort. De vernieuwing raakt hun identiteit en vraagt een nieuwe professionaliteit. De inhoudelijke en organisatorische veranderingen die hierboven geschetst zijn hebben zich langzamerhand voltrokken in een langjarig proces. Nu kunnen we onderscheiden en benoemen, terwijl in den beginne slechts chaos leek te bestaan en onduidelijk was wat zin of onzin zou blijken. Toch stonden de innovatoren voor de opgave om dit veranderingsproces te gaan begeleiden. Ieder koos zijn eigen weg, ingegeven voor eerdere ervaringen, kennis en de context. In het vervolg van dit artikel wordt beschreven hoe binnen Hogeschool Zuyd deze innovatie begeleid werd. Journal of Social Intervention: Theory and Practice 2010 Volume 19, Issue 2 113

News Higher Social Education Va n p l a n n i n g e n c o n t r o l e n a a r u i t n o d i g i n g e n i n s p i r at i e Veel hogescholen hanteerden een centrale projectaanpak met deadlines en strakke aansturing. Hogeschool Zuyd koos voor een concept van geleide en geleidelijke ontwikkeling van een gezamenlijk gedragen beleidskader, waarbij de verantwoordelijkheid voor de uitvoering bij de faculteiten lag. Aansluiten bij wat er was en ontwikkelen wat realiseerbaar en acceptabel leek. Geen strakke deadlines maar sturing op inhoud en proces. Als ondersteuning is gekozen voor subsidiëring, projectbegeleiding en onderwijskundige scholing. Een cultuur van kennisdelen werd gestimuleerd: netwerken, trainingen, themabijeenkomsten, conferenties, website, nieuwsbrieven. Maar ook werd gestuurd op resultaten. Er was steun voor sleutelfiguren en voortrekkers, investering in de middengroep en zorg voor bedachtzamen. Geen dure externe bureaus, de collegae kregen de ruimte om al lerend nieuw onderwijs te ontwikkelen: het innovatieproces als een professionaliseringsen leerproces. Het College van Bestuur was ambassadeur en nam de idealen op in de plan-do-check-act cyclus. O r g a n i s c h i n n o v e r e n De programmamanager van het hogeschoolbrede innovatieprogramma opereerde als tuinier. Nadat het grondpatroon was uitgezet door middel van het centrale beleidskader, werd het zaad uitgestrooid door middel van flyers, brochures, conferenties en netwerken. Projectsubsidie fungeerde als steunstokken voor de jonge gewassen. Aanvankelijk viel er heel wat zaad op onvruchtbare bodem. Maar allengs verleidden de groei en bloei elders om ook in eigen tuin te wieden en te gaan planten. Er waaiden ook zaadjes van buiten over en schoten wortel. Prettig bleek dat er slechts een globaal kader was uitgezet. Daarbinnen kon het nieuwe landschap zich spontaan ontwikkelen. Zo ontstond een vruchtbaar klimaat waarin allerlei nieuwe planten en bloemen tot ontwikkeling kwamen. Het innovatieproces bleek een ontwikkeltraject van individueel leren en vernieuwen van processen en structuren: Aanknopen van nieuwe relaties, van kennisproductie en betekenisgeving op micro, meso en macroniveau, waar honderden medewerkers, studenten en het werkveld bij betrokken zijn. Naast communiceren blijkt stimuleren en waarderen belangrijk. Nieuwe betekenisconstructies ontstaan en uit het bestaande groeit een organisatiestructuur met andere rollen en taken. In innovatietaal gesproken is er een lerende organisatie ontstaan met medewerkers die weloverwogen van gebaande paden 114 Journal of Social Intervention: Theory and Practice 2010 Volume 19, Issue 2

Corry Ehlen afwijken en over de heg kijken naar nieuwe mogelijkheden. Er ontstond een gevarieerd landschap, waarin het goed toeven is. Het belangrijkste is echter het groeiklimaat dat is ontstaan. Want duurzaam is niet wat er op dit moment groeit en bloeit, maar de groeicapaciteit zelf. (Ehlen, Nijhof & Schoenmakers, 2008, p. 121,122) Het netwerk van sociale verbindingen met anderen, gebaseerd op respect, waardering, gedeelde opvattingen en wederkerigheid, waardoor een aantal materiële en immateriële middelen beschikbaar is of komt, die voor de leden van het netwerk van nut zijn bij het handelen. In deze definitie zijn vier elementen te onderscheiden: S o c i a a l k a p i t a a l a l s i n n o v a t i e k r a c h t Zo n grootschalig, gezamenlijk innovatieproces drijft op een aantal pijlers: een visie, facilitering, coöperatief leiderschap en sociaal kapitaal. Dat laatste blijkt een belangrijke innovatiekracht. Zoals Kessels stelt: Als er geen onderling vertrouwen is, geen respect en waardering voor elkaar, geen transparantie en integriteit, gedeelde opvattingen en waarden en geen wederkerigheid, dan komt er niets van de grond. Dan gaan mensen niet samenwerken en een onzeker avontuur aan. Innovatie ontstaat pas als er plezier is om met elkaar iets nieuws te creëren op basis van gedeelde passie. Interessant is vooral de functionaliteit van het begrip sociaal kapitaal en de waarde die toegekend wordt aan sociale verbindingen. Het begrip is nog volop in ontwikkeling, maar op basis van vergelijking van verschillende definities zou ik het als volgt willen omschrijven: 1. Het structurele-relationele element: het netwerk van sociale verbindingen, de posities. 2. Het affectieve-normatieve element: vertrouwen, respect, waardering, integriteit, transparantie, gedeelde waarden en normen van leden van het netwerk, plezier, gezelligheid en wederkerigheid. 3. Het (im)materiële element: de werkelijke en mogelijke middelen van de leden van het netwerk. 4. Het actionele element: de activiteiten die ontplooid worden tot individueel of gemeenschappelijk nut. De vier elementen zijn interdependent. Basaal is het netwerk, daarin ontstaan normen en affecties, op basis waarvan transferbereidheid van middelen ontstaat die leidt tot nieuwe activiteiten. Het netwerk op zich, de sociale verbindingen, krijgen pas kracht als er sprake is van een positieve verbondenheid, als er een gevoel van gemeenschappelijkheid is van mensen die elkaar vertrouwen, respecteren Journal of Social Intervention: Theory and Practice 2010 Volume 19, Issue 2 115

News Higher Social Education en waarderen, gelijke opvattingen of doelen hebben en bereid zijn tot wederkerig geven en nemen. Het netwerk is dus een noodzakelijke voorwaarde voor het ontstaan van kapitaal, maar geen voldoende voorwaarde. Het normatieve aspect, de kleuring en kwaliteit van het netwerk, is essentieel. Ook als aan de twee eerste voorwaarden voldaan is, is er pas sprake van kapitaal als er waardevolle goederen zijn om uit te wisselen. Als de bronnen van het netwerk tegenvallen, of niet bijdragen aan het doel waarmee de verbindingen zijn aangegaan, dan zal de waarde van het kapitaal afnemen of zelfs afwezig zijn. Men zal dan op zoek gaan naar andere sociale verbindingen om waardevol kapitaal te vergaren die de voorgenomen activiteiten kunnen ondersteunen. De ervaringen met de instituutsbrede onderwijsinnovatie van de laatste jaren lijken erop te wijzen dat de kwaliteit van het sociaal kapitaal van wezenlijk belang is voor duurzame cocreatie. L I T E R AT U U R Ehlen, C., Nijhof, W., & Schoenmakers, S. (2008). Transparant Maatwerk [Transparent Tailor-made Education]. Heerlen: Hogeschool Zuyd. Kessels, J. (2008, november). Leren en werken in de kennismaatschappij [Learning and Working in the Knowledge Society]. Paper presented at the Alumnidag Andragologen. UvA. Kessels, J. W. M., & Ehlen, C. G. J. M. (2006). Flexibilisering in het hoger onderwijs [Flexibility in Higher Education]. In H. Van Hout, G. ten Dam, M. Mirande, C. Terlouw & J. Willems (Eds.), Vernieuwing in het hoger onderwijs. Onderwijskundig handboek (pp. 36 47). Assen: Van Gorcum. Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. (2005). Naar een nieuwe Wet op het Hoger Onderwijs en Onderzoek [Toward a New Law on Higher Education and Research]. Retrieved from http://www.minocw.nl/ho/doc/2005/ nota. Scholtes, E., Groot, A., & Visser, F. (2005). Varianten van internationalisering in het Nederlands onderwijs. Verkenning in opdracht van de Onderwijsraad [Variants of Internationalization in Dutch Education. Exploration commissioned by the Education Council of The Netherlands]. Amersfoort: Twijnstra Gudde. Sociaal-Economische Raad. (1999). Advies Hoger Onderwijs en Onderzoek Plan 2000 [Advise Higher Education and Research Plan 2000]. Den Haag: SER publicatienummer 4. Veen, W. (2000). Flexibel onderwijs voor nieuwe generaties studerenden [Flexible Education for a New Generation Students]. Oratie december 15, 2005. Technische Universiteit Delft., Delft. 116 Journal of Social Intervention: Theory and Practice 2010 Volume 19, Issue 2