JAARRAPPORT EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE ALCOHOLBEPALING IN BLOED. Commentaren 2008

Vergelijkbare documenten
WETENSCHAPPELIJK INSTITUUT VOLKSGEZONDHEID KWALITEIT VAN MEDISCHE LABORATORIA COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE COMITE VAN EXPERTEN JAARRAPPORT

ALCOHOLBEPALING IN BLOED

FEDERALE OVERHEIDSDIENST, VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE JAARRAPPORT

FEDERALE OVERHEIDSDIENST, VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE JAARRAPPORT

Externe kwaliteitsevaluatie. Alcoholbepaling in bloed 2003/1. Mei

ALCOHOLBEPALING IN BLOED

ALCOHOLBEPALING IN BLOED

Externe kwaliteitsevaluatie. Alcoholbepaling in bloed 2003/2. Oktober

Externe kwaliteitsevaluatie. Alcoholbepaling in bloed 2005/1. Mei

DEFINITIEF JAARRAPPORT ALCOHOLBEPALING IN BLOED 2017

ALCOHOLBEPALING IN BLOED

FEDERALE OVERHEIDSDIENST, VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE GLOBAAL RAPPORT

Externe kwaliteitsevaluatie. Alcoholbepaling in bloed 2004/2. Oktober

JAARRAPPORT EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE ALCOHOLBEPALING IN BLOED. Commentaren 2006

Externe kwaliteitsevaluatie. Alcoholbepaling in bloed 2007/2. Oktober

FEDERALE OVERHEIDSDIENST, VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE GLOBAAL RAPPORT

Externe kwaliteitsevaluatie. Alcoholbepaling in bloed 2006/2. Oktober

DEFINITIEF GLOBAAL RAPPORT ALCOHOLBEPALING IN BLOED ENQUETE 2013/1

FEDERALE OVERHEIDSDIENST, VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE GLOBAAL RAPPORT

DEFINITIEF GLOBAAL RAPPORT ALCOHOLBEPALING IN BLOED ENQUETE 2016/2

DEFINITIEF GLOBAAL RAPPORT ALCOHOLBEPALING IN BLOED ENQUETE 2014/2

DEFINITIEF GLOBAAL RAPPORT ALCOHOLBEPALING IN BLOED ENQUETE 2016/1

JAARRAPPORT EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE

DEFINITIEF GLOBAAL RAPPORT ALCOHOLBEPALING IN BLOED ENQUETE 2017/2

Externe kwaliteitsevaluatie. Alcoholbepaling in bloed 2004/1. Mei

JAARRAPPORT EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE

Externe kwaliteitsevaluatie. Alcoholbepaling in bloed 2006/1. Mei

Externe kwaliteitsevaluatie. Alcoholbepaling in bloed 2007/1. Mei

JAARRAPPORT EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE THERAPEUTISCHE MONITORING

DEFINITIEF GLOBAAL RAPPORT

FEDERALE OVERHEIDSDIENST, VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE

DEFINITIEF JAARRAPPORT POCT GLUCOSE 2017

GLOBAAL RAPPORT EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE POCT GLUCOSE

DEFINITIEF JAARRAPPORT POCT GLUCOSE 2015

JAARRAPPORT POCT GLUCOSE 2012

GLOBAAL RAPPORT EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE POCT GLUCOSE II

DEFINITIEF JAARRAPPORT POCT GLUCOSE 2016

JAARRAPPORT POCT GLUCOSE 2013

DEFINITIEF GLOBAAL RAPPORT ALCOHOLBEPALING IN BLOED ENQUETE 2015/1

GLOBAAL RAPPORT EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE POCT GLUCOSE IV

DEFINITIEF JAARRAPPORT POCT GLUCOSE 2014

JAARRAPPORT EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE CHEMIE - IMMUNOASSAYS

THERAPEUTISCHE MONITORING

JAARRAPPORT EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE CHEMIE - IMMUNOASSAYS

DEFINITIEF GLOBAAL JAARRAPPORT Allergie 2018

DEFINITIEF JAARRAPPORT Allergie 2015

GLOBAAL RAPPORT EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE POCT GLUCOSE II

Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid. Verwerking van gecensureerde waarden

JAARRAPPORT EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE IMMUNOASSAYS THERAPEUTISCHE MONITORING. Commentaren 2008

DEFINITIEF GLOBAAL JAARRAPPORT Allergie 2016

Externe kwaliteitsevaluatie. Alcoholbepaling in bloed 2005/2. Oktober

FEDERALE OVERHEIDSDIENST, VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE JAARRAPPORT

FEDERALE OVERHEIDSDIENST, VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE JAARRAPPORT

DEFINITIEF JAARRAPPORT 2013

DEFINITIEF GLOBAAL RAPPORT CARDIALE MERKERS ENQUETE 2016/1

EXPERTISE, DIENSTVERLENING EN KLANTENRELATIES KWALITEIT VAN MEDISCHE LABORATORIA COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE COMITE VAN EXPERTEN

DEFINITIEF GLOBAAL RAPPORT Allergie ENQUETE 2019/2

DEFINITIEF JAARRAPPORT IMMUNOASSAYS 2016

Alcoholbepaling in bloed

route de Lennik, 808 Phone: Fax: Website: Banque de tissus pour allogreffes de l''appareil locomoteur et cellules bêta pancréatiques

GLOBAAL RAPPORT EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE POCT GLUCOSE III

JAARRAPPORT 2006 EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE NIET INFECTIEUZE SEROLOGIE

DEFINITIEF GLOBAAL RAPPORT Allergie ENQUETE 2017/4

DEFINITIEF JAARRAPPORT IMMUNOASSAYS 2013

EXPERTISE, DIENSTVERLENING EN KLANTENRELATIES KWALITEIT VAN MEDISCHE LABORATORIA COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE COMITE VAN EXPERTEN

GLOBAAL RAPPORT EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE POCT GLUCOSE III

DEFINITIEF GLOBAAL RAPPORT CARDIALE MERKERS ENQUETE 2019/1

GLOBAAL RAPPORT EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE POCT GLUCOSE IV

WETENSCHAPPELIJK INSTITUUT VOLKSGEZONDHEID KWALITEIT VAN MEDISCHE LABORATORIA COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE COMITE VAN EXPERTEN GLOBAAL RAPPORT

DEFINITIEF GLOBAAL RAPPORT POCT BLOEDGASSEN EN CO-OXYMETRIE ENQUETE 2019/1

DEFINITIEF GLOBAAL RAPPORT CARDIALE MERKERS ENQUETE 2015/1

DEFINITIEF JAARRAPPORT IMMUNOASSAYS 2015

DEFINITIEF JAARRAPPORT THERAPEUTISCHE MONITORING 2016

DEFINITIEF GLOBAAL RAPPORT Allergie ENQUETE 2018/2

DEFINITIEF JAARRAPPORT THERAPEUTISCHE MONITORING 2013

DEFINITIEF GLOBAAL RAPPORT Allergie ENQUETE 2019/1

DEFINITIEF GLOBAAL RAPPORT CARDIALE MERKERS ENQUETE 2014/1

DEFINITIEF GLOBAAL RAPPORT Allergie ENQUETE 2018/1

Tissue Bank Registry BELGIUM

DEFINITIEF GLOBAAL RAPPORT Allergie ENQUETE 2018/3

EXPERTISE, DIENSTVERLENING EN KLANTENRELATIES KWALITEIT VAN MEDISCHE LABORATORIA COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE COMITE VAN EXPERTEN

COM KB 14/2007 JAARRAPPORT 2006 De evaluaties hebben enkel betrekking op de Belgische laboratoria, die erkend zijn in het kader van het RIZIV.

DEFINITIEF GLOBAAL RAPPORT DRUGS OF ABUSE ENQUETE 2016/1

DEFINITIEF GLOBAAL RAPPORT Allergie ENQUETE 2018/4 Verbeterde Versie

DEFINITIEF GLOBAAL RAPPORT CARDIALE MERKERS ENQUETE 2017/1

FEDERALE OVERHEIDSDIENST, VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE

GLOBAAL RAPPORT EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE POCT GLUCOSE I

EXPERTISE, DIENSTVERLENING EN KLANTENRELATIES KWALITEIT VAN MEDISCHE LABORATORIA COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE COMITE VAN EXPERTEN

EIND RAPPORT PROFICIENCY TEST VOOR MATRIX: VERSE KAAS TELLING LEVENSMIDDELENMICROBIOLOGIE JUNI 2014

JAARRAPPORT EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE

Externe kwaliteitsevaluatie voor ronde van de Sperma analyse: globaal rapport

DEFINITIEF JAARRAPPORT IMMUNOASSAYS 2017

Tegemoetkoming in de kosten voor het afleveren van menselijk lichaamsmateriaal Lijst van erkende banken voor lichaamsmateriaal

EXPERTISE, DIENSTVERLENING EN KLANTENRELATIES KWALITEIT VAN MEDISCHE LABORATORIA COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE COMITE VAN EXPERTEN

EXPERTISE, DIENSTVERLENING EN KLANTENRELATIES KWALITEIT VAN MEDISCHE LABORATORIA COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE COMITE VAN EXPERTEN

NIET-INFECTIEUZE SEROLOGIE ANA

DEFINITIEF GLOBAAL RAPPORT IMMUNOASSAYS ENQUETE 2018/1

DEFINITIEF GLOBAAL JAARRAPPORT Andrologie 2018

DEFINITIEF GLOBAAL RAPPORT DRUGS OF ABUSE ENQUETE 2017/1

WETENSCHAPPELIJK INSTITUUT VOLKSGEZONDHEID KWALITEIT VAN MEDISCHE LABORATORIA COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE COMITE VAN EXPERTEN GLOBAAL RAPPORT

Transcriptie:

ISSN 0778-8363 FEDERALE OVERHEIDSDIENST (FOD) VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE DIENST VOOR LABORATORIA VAN KLINISCHE BIOLOGIE COMITE VAN DESKUNDIGEN JAARRAPPORT EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE ALCOHOLBEPALING IN BLOED Commentaren 2008 WIV 2008 / Alc 04 Dit rapport mag uitsluitend worden gereproduceerd, gepubliceerd of gedistribueerd met toestemming van het WIV. 1/07/09 1/20

COMITE VAN EXPERTEN ALCOHOLBEPALING IN BLOED WIV (secretariaat) TEL. : 02/642.55.22 FAX : 02/642.56.45 e-mail : e-mail: clinical.biology@iph.fgov.be Enquêtecoördinator: HAMERS N. 02/642.55.26 e-mail : n.hamers@iph.fgov.be VAN DE WALLE Ph. 02/642.55.25 e-mail : P.Vandewalle@ iph.fgov.be Statisticus: COUCKE W. TEL. 02/642.55.23 e-mail : w.coucke@iph.fgov.be CHARLIER C. TEL. : 04/366.88.18 FAX : 04/366.88.89 e-mail : c.charlier@chu.ulg.ac.be LAMBERT W. TEL. : 09/264.81.35 FAX : 09/264.81.83 e-mail : willy.lambert@ugent.be MARTENS F. TEL. : 056/24.25.30 FAX : 056/24.25.37 e-mail : frank.martens@azgroeninge.be NEELS H. TEL. : 03/217.78.04 FAX : 03/217.78.00 e-mail : hugo.neels@zna.be NOEL E. TEL. : 065/40.36.10 FAX : 065/34.74.80 e-mail : etienne.noël @hainaut.be TYTGAT J. TEL 016/32.34.03 FAX : - e-mail Jan.Tytgat@pharm.kuleuven.ac.be MAES V. TEL. : 02/477.50.41 FAX : 02/477.50.47 e-mail : viviane.maes@uzbrussel.be VAN DAMME M. TEL. : 02/650.51.97 FAX : 02/650.51.87 e-mail : mvandamm@ulb.ac.be VERSTRAETE A. TEL. : 09/332.34.07 FAX : 09/332.49.85 e-mail : alain.verstraete@ugent.be WALLEMACQ P. TEL. : 02/764.67.20 FAX : 02/764.69.32 e-mail : pierre.wallemacq@uclouvain.be 1/07/09 2/20

INHOUDSTABEL 1. INLEIDING 4 Aantal ingeschreven laboratoria: 4 Aantal geteste monsters: 4 2. EVALUATIEMETHODEN 5 2.1. LINEARITEITSSTUDIE VAN DE RESULTATEN 5 2.2. CONVENTIONELE Pz Pu STUDIE 5 3. COMMENTAREN 9 3.1. LINEARITEITSSTUDIE VAN DE RESULTATEN tijdens enquête 2008/1 9 3.2. Pz Pu STUDIE 10 3.2.1. Distributie van P z en P u 11 3.2.2. Totaal aantal citaties P z en P u per methode 14 3.2.3. Analyse van het citatie risico in functie van de imprecisie van de methoden 15 3.4. Analyse van de CV's van de verschillende methoden tijdens de cyclus 2008 16 4. RAPPORTEN 18 4.1. Recapitulatief individueel rapport met z-scores 18 4.2. Recapitulatief individueel rapport met u-scores (WIV limieten) 18 4.3. Recapitulatief individueel rapport met u-scores (KB limieten) 18 5. LIJST VAN DE ERKENDE DESKUNDIGEN, IN HET KADER VAN DE VERKEERSVEILIGHEID, DIE HEBBEN DEELGENOMEN AAN DE EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE EN BESCHIKKEN OVER EEN VALIDATIE DOSSIER VOOR HUN METHODE 19 1/07/09 3/20

1. INLEIDING Aantal ingeschreven laboratoria: Enquête 2008/1 en 2008/2 : 180 waarbij een tiental Luxemburgers. Aantal geteste monsters: In de loop van de cyclus 2008 werden twee enquêtes georganiseerd. Enquête 2008/1 Voor deze eerste enquête ontvingen de deelnemers 8 verschillende stalen, met ethanol gaande van 0 tot 1.0g/L. Enquête 2008/2 Gedurende de tweede enquête ontvingen de deelnemers 2 reeksen stalen. De eerste reeks was voor alle deelnemers bestemd, er waren 2 stalen bereid met een plasma pool gespiked met 0.5g/L en 0.8g/L ethanol en 6 stalen van een vorige enquête (2005/2). De 6 stalen waren in twee groepen verdeeld. Deel a, met respectievelijk ethanol concentraties van 0.21g/L, 0.82g/L en1.21g/l, werden aan de pare labo s verstuurd. Deel b, met respectievelijk ethanol concentratie van 0.21g/L, 0.51g/L en 1.52g/L, werden aan de onpare labo s verstuurd. De tweede reeks van 4 stalen bestemd voor de gaschromatografische methode op volbloed werd aan alle labo s die gebruik maken van deze techniek verstuurd. Sinds het nieuwe KB van kracht is (juni 2007), zijn alle experten die testen uitvoeren in het kader van de verkeersveiligheid verplicht deze techniek te gebruiken en zich aan de externe kwaliteitsevaluatie in te schrijven om hun herkenning te houden. De 4 stalen waren van commerciële oorsprong (Medichem). Voor de cyclus 2008, kon een laboratorium minimum 12 verschillende evalueerbare analytische resultaten, en maximum 28 evalueerbare resultaten afleveren indien hij integraal aan elke enquête had deelgenomen en twee methoden gebruikt had op de plasma stalen. 1/07/09 4/20

2. EVALUATIEMETHODEN 2.1. LINEARITEITSSTUDIE VAN DE RESULTATEN Een lineariteitsstudie werd uitgevoerd ter gelegenheid van enquête 2008/1 met concentraties gaande van 0.2 tot 1.0 g/l. 2.2. CONVENTIONELE Pz Pu STUDIE Een P z P u studie werd op het geheel van de verwerkte gegevens van alle methodes uitgevoerd. Gezien het beperkt aantal resultaten voor dit programma, is de impact van een analysefout op deze P z P u waarden veel belangrijker dan in de andere domeinen. De z-score berekening werd gemaakt op basis van de groepsmediaan terwijl voor de u- score berekening, wat specifiek is voor de EKE alkoholemie, een targetwaarde op basis van alle chromatografische resultaten werd gebruikt. 1/07/09 5/20

2.2.1. Resultaten met Z-scores De voorgestelde methode bestaat er in om voor elk resultaat x, bekomen met een bepaalde methode, een z-score te berekenen: x M = SD z (Eq.1) Hierbij staan M en SD voor respectievelijk de mediaan en de standaardafwijking van de resultaten, aangeleverd door die laboratoria die gebruik maken van éénzelfde doseringsmethode. Het individueel resultaat x is de waarde bekomen met deze methode. Als N het aantal resultaten aangeeft door een laboratorium geproduceerd tijdens de ganse cyclus 2008, dan bekomt men N waarden voor z. Daar deze z-scores geen eenheid hebben kunnen ze met elkaar vergeleken worden. Onder deze voorwaarden kan een bepaald aspect van de kwaliteit van de analytische performantie weergegeven worden als het percentage resultaten buiten de limiet (> ± 3SD) met name Pz. Pz wordt berekend, zoals hieronder getoond, uit het totaal aantal geproduceerde z-scores (N) en het aantal resultaten waarbij z >3 (Nz). P N Z = 100 (%) (Eq.2) N Z Een laboratorium met een Pz = 0% heeft gedurende het ganse jaar geen enkel resultaat afgeleverd dat buiten de 3SD-grenzen lag of met z >3; m.a.w. Nz = 0, de resultaten, gerelateerd naar de methode zijn zeer goed. Omgekeerd, indien Nz = N, of m.a.w. alle resultaten liggen op meer dan 3SD van de groepsmediaan, dan is Pz = 100% (extreem geval). Dus hoe kleiner de Pz, hoe beter de performantie van een laboratorium. Hoe hoger de Pz, des te verontrustender het kwaliteitsniveau. Op deze wijze kunnen we alle laboratoriumresultaten van een bepaald laboratorium samenvatten in één enkele parameter nl. Pz. Deze is een maat voor de kwaliteit van de analytische performantie van het laboratorium gedurende de voorbije cyclus. Het bestuderen van de distributie van deze Pz-waarden van alle deelnemende laboratoria, laat toe om bijvoorbeeld de Pz-waarde te bepalen, die slechts door 10% van de laboratoria wordt overschreden (90 ste percentiel of P(90) ). Elk ander percentiel van de Pz-distributie kan uiteraard zo berekend worden. Zo is de P(50) de mediaan van de Pz-waarden en is de Pz (75) het derde kwartiel dat door 25% van de laboratoria wordt overschreden. 1/07/09 6/20

Een globale evaluatie van het aantal overschrijdingen voor de Pz werd eveneens per methode uitgevoerd (hoofdstuk 3.2.2.). 2.2.2. Methode met vaste limieten Een gelijkaardige benadering als deze van de z-scores kan gebruikt worden door de aanvaardbaarheidscriteria te definiëren als zijnde vaste limietwaarden. Naar analogie met de berekening van de z-scores worden alle bekomen resultaten omgezet in u-scores volgens de vergelijking: x t u = 100 (%) (Eq.3) t Hierbij is t de targetwaarde en x de eigen bekomen waarde voor deze parameter. De grootheid u drukt de afwijking uit (in %), van een individueel resultaat x ten opzichte van de targetwaarde (er wordt dus geen rekening meer gehouden met de standaarddeviatie SD!). Voor het alcohol EKE programma 2008 hebben we de twee verschillende analyses gemaakt. - Vooreerst hebben wij een analyse uitgevoerd voor de wettelijke experten door ons te baseren op de aanvaardbaarheidscriteria vermeld in het Koninklijk Besluit. Door middel van dit theoretisch criteria wordt een absolute fout gegarandeerd van minder dan 0.1g/L op het eindresultaat en dit met een kans op een overblijvende fout (p<0.001) van 1 op 1000. De totale toelaatbare fout verschilt in functie van de concentraties, tot 0.40g/L bedraagt het 21.6%, van 0.41g/L tot 0.69g/L, bedraagt zij 9.5% en boven 0.70g/L is de aanvaardbare fout 6.5%. - Een tweede analyse voor alle deelnemers is op minder strikte vaste limieten gebaseerd. Tot 0.40g/L bedraagt de aanvaardbare fout 25% (=absolute waarde van maximum 0.1g/L voor een concentratie van 0.40g/L), met hogere concentraties dan 0.40g/L bedraagt de aanvaardbare fout 15% (=absolute waarde van maximum 0.075g/L voor een concentratie van 0.50g/L). Indien N het totaal van de resultaten aangeleverd door het laboratorium aanduidt, kan men de globale kwaliteit van het laboratorium beoordelen door het aantal N U van de waarden u "buiten grenswaarden" te berekenen en zo het percentage te berekenen P N U = 100 (%) (Eq.4) N U 1/07/09 7/20

De studie van de distributie van de Pu-waarden op het geheel van alle laboratoria, leidt tot het definiëren van de aanvaardbare kwaliteitsdrempels, bijvoorbeeld Pu (90), die slechts door 10% van de laboratoria wordt overschreden. Zoals Pz is ook Pu een algemene indicator van de kwaliteit van de methode gebruikt door een laboratorium. Hoe kleiner Pu, hoe beter de performantie van de methode. Omgekeerd, een hoge Pu-waarde moet de aandacht trekken van de laboratoriumverantwoordelijke, zeker als deze boven de Pu (90) ligt. In dit geval moeten corrigerende maatregelen genomen worden. Een globale evaluatie van het aantal overschrijdingen voor de vaste WIV limieten werd eveneens per methode uitgevoerd (hoofdstuk 3.2.2.). 2.2.3. Niet te evalueren resultaten De berekening van de z-score is voor elk laboratorium niet altijd mogelijk. Bijvoorbeeld wanneer het laboratorium een methode gebruikt voor dewelke er geen 4 deelnemers zijn en waarvoor dus geen M en SD kan berekend worden. Dit is o.a. het geval voor de methode Advia van Siemens waar er bvb slechts 3 deelnemers waren tijdens enquête 2008/2. Daarentegen kon de berekening van de u-scores, gebaseerd op éénzelfde targetwaarde voor alle methoden, wel berekend worden (ook voor Advia Siemens n=36). Het is ook het geval voor enkele methoden tijdens het versturen van verschillende stalen aan de pare en onpare laboratoria, bvb voor de directe capillaire chromatografische methode met 3 gebruikers voor het staal E/8892b. In drie gevallen was de standaardafwijking gelijk aan nul en de bijgevolg kon de z-score niet berekend worden, dat wil niet zeggen dat alle resultaten dezelfde waren. In feite waren de percentielen 25 en 75 van deze groepen identiek. Het betreft de gebruikers van Dade Emit) met de volgende resultaten voor het staal E/8895a: 0.22, 0.22, 0.22, 0.22, 0.25 g/l (P 75 =P 25 = 0.22g/L) TDx met de volgende resultaten voor het staal E/8893b: 0.47, 0.51, 0.51, 0.51 en 0.53g/L (P 75 =P 25 = 0.51g/L) Direct GC (packed) met de volgende resultaten voor het staal E/8892a 1.14, 1.19, 1.19, 1.19 en 1.20g/L, de standaardafwijking is gelijk aan nul en de z-score kan niet berekend worden, de resultaten werden als aanvaardbaar opgenomen in de berekening van de z-scores van de laboratoria. Voor de u-score kon de berekening, gebaseerd op de doelwaarde, zonder probleem uitgevoerd worden. 1/07/09 8/20

3. COMMENTAREN 3.1. LINEARITEITSSTUDIE VAN DE RESULTATEN tijdens enquête 2008/1 De resultaten bekomen voor het staal zonder ethanol werden niet in rekening genomen. Het is op te merken dat tussen de gebruikers van de enzymatische methoden, twee laboratoria een kwantitatief significant resultaat bekwamen, het betreft een AxSym gebruiker met als antwoord 0.18g/L (labo 110) en een Beckman gebruiker (0.57g/L) die zijn stalen heeft verwisseld (labo 157). Een lineariteitsstudie werd uitgevoerd van 0,2 tot 1.0 g/l en is over het algemeen goed. Globaal werd een lichte positieve bias opgemerkt door twee groepen, Roche en Dimension en een licht negatieve bias door Vitros. We moeten echter voorzichtig blijven met onze conclusies gezien de grote verschillen tussen het aantal resultaten voor elke methode. De chromatografische methoden leveren homogene resultaten af, de directe capillaire gaschromatografie is over het algemeen het meest homogeen. Van de enzymatische methoden, zijn de resultaten bekomen met kits van Roche, Vitros en Dimension het meest homogeen tussen de laboratoria. In de groep van AxSym, had één laboratorium systematisch 10 maal te lage resultaten, deze werden niet in rekening genomen voor de analyse; 2 laboratoria hadden resultaten verschillend van hun groep, één met een hogere helling en een positieve bias in vergelijking met de andere gebruikers van zijn groep (labo 2), een ander met een lagere helling en een negatieve bias in vergelijking met de andere gebruikers van zijn groep (labo 172) Voor TDx had één laboratorium een te hoge helling en een te lage intercept (labo 163). Tussen de Emit gebruikers waren er 2 laboratoria met een positieve bias in vergelijking met de andere gebruikers van de groep (labo 54 en labo 111). Tussen de Roche gebruikers heeft één laboratoria verschillende sterk negatief gebiasde resultaten bekomen (labo 41), en een ander laboratorium positief gebiasde resultaten (labo 130). Tussen de Vitros gebruikers, bekwam één laboratorium te lage rechte en helling, hij werd als outlier beschouwd (labo 35). Gezien het te lage aantal resultaten was de Beckman groep niet evalueerbaar. 1/07/09 9/20

3.2. Pz Pu STUDIE Tijdens deze P z P u studie werden voor de berekening van de z scores (Eq.2 hoofdstuk 2.3.1) de groepsmedianen gebruikt, en voor de berekening van de u scores werden de mediaanwaarden van alle resultaten bekomen met de chromatografische methoden als targetwaarden genomen ( targetwaarde «t» Eq.3 hoofdstuk 2.3.2). Deze targetwaarden zijn weergegeven in onderstaande tabel 2; deze waarden zijn dezelfde of liggen dichtbij de globale medianen bekomen tijdens de enquêtes. Tabel 2 Target waarden en globale medianen bekomen tijdens de enquête (g/l) Enquête Staal Target waarde g/l Globale mediaan g/l 2008/1 E/7744 negatief E/7747 0.15 0.15 E/7750 0.225 0.23 E/7746 0.30 0.31 E/7749 0.365 0.38 E/7751 0.45 0.46 E/7748 0.55 0.56 E/7745 1.12 1.13 2008/2 E/8891 0.83 0.85 E/8892a 1.21 1.23 E/8892b 1.50 1.53 E/8893b 0.51 0.51 E/8893a 0.81 0.84 E/8895a 0.22 0.22 E/8895b 0.21 0.21 E/8986 0.50 0.51 E/8805 0.51 0.51 E/8806 1.81 1.81 E/8807 0.22 0.22 E/8808 1.23 1.23 1/07/09 10/20

3.2.1. Distributie van P z en P u De distributies bekomen tijdens de 3 laatste jaren voor P z en P ukb, (vaste limieten KB) en deze van 2008 voor P WIV (vaste limieten WIV) worden weergegeven in de onderstaande tabel 3. Tabel 3 Kenmerken van de distributie van de P z P U -waarden voor de cyclussen 2006 tot 2008 : aantal laboratoria (n), gemiddelde (m) ± standaarddeviatie (SD), percentielen, minimum en maximum n m* ± SD P(25) P(50) P(75) P(90) P(95) P(99) Min-Max P z 2006 173 4.7 ± 9.4 0 0 6.3 12.5 25.0 39.0 0 50.0 P z 2007 176 5.2 ± 10.3 0 0 7.7 15.4 23.1 48.1 0-53.8 P z 2008 176 4.9 ± 10.7 0 0 7.4 15.5 25.9 52.1 0 58.3 Pu AR2006 173 23.7 ± 18.4 12.5 12.5 37.5 50.0 57.1 78.5 0 100.0 Pu AR2007 178 13.9 ± 16.9 0 7.7 23.1 38.5 46.2 57.4 0-92.3 Pu AR2008 176 17.1 ±19.7 0 8.3 25.0 50.0 58.3 68.8 0-100 Pu 2008 176 6.6± 13.8 0 0 8.3 25.0 35.4 58.3 0 85.7 * m: de gemiddelden zijn enkel ter indicatie om de performanties op te volgen in de tijd. Alvorens de resultaatverwerking te bespreken lijkt het ons nuttig u te wijzen op het relatief laag aantal resultaten bekomen per cyclus, wat de interpretatie van de bekomen informatie niet eenvoudig maakt. In 2006 was de analyse gebaseerd op de resultaten van 8 stalen; in 2007 was het aantal monsters gestegen tot 13 en in 2008 tot 16. Tussen deze 16 stalen, waren er drie verschillend (reeks a en b) voor de pare en de onpare labo s. In 2006, varieerde het gebied van de geteste concentraties van 0.6 tot 2.0 g/l, in 2007 van 0.2 tot 3.95 g/l en in 2008 van 0.15 tot 1.81g/L. In 2007 waren de prestaties sterk verbeterd (lagere Pu). Deze verbetering is waarschijnlijk voornamelijk te wijten aan de inspanning aangemoedigd door het WIV om de gebruikte methode te valideren in het kader van de gerechtelijke expertise, in 2008 is ze echter minder uitgesproken. De grafiek van de distributie van deze resultaten is hieronder weergeven. Op basis van deze grafiek kan elk laboratorium voor zich afleiden hoeveel labo s er beter presteren. Voor een laboratorium met bvb een P ukb van 40% in 2008, presteren 85% van de laboratoria beter en voor een laboratorium met een P ukb van 20% zijn er 70% van de collega's die beter presteren. Deze resultaten zijn vergelijkbaar met de resultaten van 2007. Het verschil tussen 2007 en 2008 is voornamelijk opgemerkt voor de 10% de laboratoria met de minder goede performanties (deze laboratoria hebben globaal 10% meer citaties dans tijdens de cyclus 2008). 1/07/09 11/20

Cumulatieve diagrammen Pz- Pu voor het geheel van de laboratoria tijdens de cyclus 2008 120 Cumulatief aandeel laboratoria (%) 100 80 60 40 20 Pz PuKB PuWIV 0 0 20 40 60 80 100 120 Percentage z-scores en u-scores "buiten limietwaarden" Indien men de distributie van het percentage onaanvaardbare resultaten Pz op basis van de methode 3 SD bestudeert, ziet men dat de verdeling van de resultaten gelijk blijft tijdens de drie laatste cycli. De drempel van 90% van de distributie van de Pz is gelijk aan 15,5% voor het geheel van de deelnemers voor alle methodes in 2008. Dit wil zeggen dat voor 90% van de laboratoria het aantal onaanvaardbare resultaten <15,5% bedraagt en dat zij dus meer dan 84,5% aanvaardbare resultaten bekomen. Een citatie voor de z-score is een teken van een grotere spreiding van de resultaten tegenover de andere gebruikers van dezelfde methode. Voor de cyclus 2008 wordt deze Pz (90) door 19 laboratoria overschreden. Onder hen 9 Roche gebruikers (laboratoria 2, 3, 47, 70, 101, 105, 130, 131 en 158), 4 Vitros gebruikers (17, 35, 79 en 150), 2 AxSym gebruikers (72, 183), 1 Emit gebruiker (laboratorium 54 reeds in 2007 geciteerd) met een systematisch eenheidsfout voor een enquête, één Aeroset gebruiker (124), één Dir Gas chrom.(packed-column) (42) en tenslotte één laboratorium dat verschillende citaties combineert, laboratorium 179 (4 citaties op Emit en één citatie voor Headspace chrom). 1/07/09 12/20

Indien men de distributie van het percentage van de onaanvaardbare resultaten P u op basis van de 2 types vaste limieten (KB en WIV) bestudeert. Rekening houdend met de eisen van het KB voor de waarde van "d", verslechtert de beoordeling als gevolg van de strengere eisen. We merken op dat de performanties licht verslechteren in vergelijking met 2007. Voor de drempel van 50% van de distributie van P ukb waren er in 2006 12.5% citaties (en dus hadden 50% van de laboratoria 87.5% aanvaardbare resultaten). In 2007, voor dezelfde drempel van 50%, waren er slechts 7.7% citaties; 50% van de laboratoria bekwamen aldus 92.3% aanvaardbare resultaten. In 2008 voor dezelfde drempel van 50%, zijn er 8.3% citaties, 50% van de laboratoria bekwamen aldus 91.7% aanvaardbare resultaten. Voor de drempel van 25% van de distributie van P ukb waren er in 2006 12.5% citaties (en dus bekwamen 25% van de laboratoria 87.5% aanvaardbare resultaten). In 2007, voor dezelfde drempel, waren er 0% citaties: 25% van de laboratoria hadden 100% aanvaardbare resultaten, het is ook het geval in 2008. Tussen de 10% laboratoria die de Pz (90) overschreden voor de 2008-cyclus, rekening houdend met deze zeer strenge eisen, is er geen enkele gebruiker van een chromatografische methode. Tussen de 27 erkende experten, zijn er 15 zonder één enkele citatie voor de chromatografische methoden, 7 met één citatie ( de labo s 77, 14, 62,108, 167, 28, 140), 3 hebben 2 citaties (de labo s 114, 128, 147) en tenslotte hebben 2 labo s 4 citaties (de labo s 43 en 110). 50% van de citaties worden met een headspace methode bekomen. Met als vaste limieten de door het WIV vastgestelde limieten : d=25% toegepast op concentraties tot 0.4g/L en 15% op de hogere concentraties. Op de drempel van 50% (P(50)) van de P uwiv2008 is er geen citatie en dus behaalden 50% van de laboratoria 100% aanvaardbare resultaten. De drempel van 75% (P(75)) van de distributie P uwiv2008 is gelijk aan 8.3%. Dit wil zeggen dat 75% van de laboratoria minder dan 8.3% onaanvaardbare resultaten en dus 91.7% aanvaardbare resultaten bekomen hebben. Tussen de 10% geciteerde laboratoria die de Pz (90) overschreden voor de cyclus 2008, zijn er 6 Vitros gebruikers (35, 79, 103, 113, 135, 150), 5 Roche gebruikers (47, 70, 101, 130, 158), 3 AxSym gebruikers (72, 183, 172), 2 Emit gebruikers (het laboratorium 54 met een systematisch eenheidsfout voor een enquête en het laboratorium 111), 2 Beckman gebruikers (49 en 157) en 1 TDx gebruiker(163). 1/07/09 13/20

3.2.2. Totaal aantal citaties P z en P u per methode Een andere interessante analyse bestaat uit het definiëren van het totale aantal citaties voor elke methode voor beide analysen, enerzijds de z-score(3sd) en anderzijds de u-score gebaseerd op de nieuwe voor 2008 vaste limieten van 25% met concentraties tot 0.40g/L en 15% voor de concentraties >0.40g/L. De meest gebruikte methode in 2008 is zoals in 2007 die van Roche met 44% van de resultaten, vervolgens de Vitros methode met 12% van de resultaten en de headspace chromatografie met 11% resultaten. Alle andere methoden tellen minder dan 10% van de resultaten. Tabel 4 Totale aantal citaties voor elke methode en hun percentage tegenover het aantal resultaten voor elke methode voor de EKE 2008. Pu WIV2008 Pz METHODE Cit % Total Cit % Total Direct GC - (capillary-column) 0 0 128 2 1.7 119 Direct GC (packed-column) 1 0.6 161 5 3.1 161 Headspace GC (capillary-column ) 5 1.9 263 10 3.8 263 ADH - Abbott (Aeroset/ Architect) 0 0 25 1 10.0 10 ADH- Abbott AxSym 22 22.9 96 11 12.2 90 ADH- Abbott TDx/ADx 8 9.1 88 4 5.5 73 ADH- Siemens- Advia 1 2.8 36 0 0 ADH- Beckman 13 30.2 43 0 0 28 ADH- Dade (Emit) 18 13.4 134 14 10.4 134 ADH- Roche 45 4.1 1096 40 3.6 1096 ADH- Vitros 30 10.2 293 23 7.8 293 ADH - Dade Dimension 4 3.1 127 5 4.1 121 ADH- Microgenics 0 0 5 0 0 GLOBAAL 147 5.9 2495 115 4.8 2388 De globale percentage citaties is hoger met de vaste limieten(p u ), 5.9%, dan met de 3SD (P z ) methode, 4.8%. Rekening houdend met de 2 types citaties voor de methoden met meer dan 100 evalueerbare resultaten, zijn de chromatografische globaal minder geciteerd. Voor de enzymatische methoden zijn het de methodes Roche en Dimension die de minste citaties vertonen (minder dan 5% citaties) voor de cyclus 2008. Het zijn de resultaten voor de AxSym methode die het meest werden geciteerd zoals tijdens de twee vorige cycli (22.9% voor P z en 12.2% voor P u ). Het hoge percentage citaties voor Beckman met 43 evalueerbare resultaten is meestal te wijten aan omwisseling van stalen bij een van de gebruikers. 1/07/09 14/20

3.2.3. Analyse van het citatie risico in functie van de imprecisie van de methoden Staal E/7748 Figuur 1 Figuur 2 Headspace chromatography (capillaire) M Abbott AxSym M 0.50 0.60 0.50 0.60 3σ 2σ σ σ 2σ 3σ 0.55 0.53 0.57 0.51 0.59 0.49 0.61 σ: 0.02 - CV: 4.1% 3σ 2σ 0.51 0.46 0.41 σ σ 2σ 3σ 0.56 σ: 0.05 CV: 9.8 % 0.61 0.66 0.71 Als men het staal E/7748 als voorbeeld neemt, heeft de headspace chromatografische methode een mediaan van 0.55 g/l, met een standaardafwijking van 0.02g/L. De AxSym methode heeft een mediaan van 0.56g/L, met een standaardafwijking van 0.05g/L. Als men de aanvaardbaarheidscriteria voor deze twee methoden op basis van de targetwaarde van 0.55g/L en een totale fout van 9.5% (KB) berekent, zijn de onder- en bovengrenzen respectievelijk 0.50g/L en 0.60 g/l. Alle resultaten die zich buiten deze grenzen bevinden worden als onaanvaardbaar beschouwd. 1/07/09 15/20

Indien men voor de bekomen resultaten van beide methoden een normaalverdeling simuleert met bijhorende standaarddeviaties 1σ, 2 σ et 3 σ, stellen wij vast dat voor de gebruikers van de directe chromatografie, het citatierisico zich op meer dan 2 standaarddeviaties bevindt terwijl de gebruikers van de AxSym methode reeds een risico hebben vanaf één standaarddeviatie. Als men de aanvaardbaarheidscriteria voor deze twee methoden op basis van de targetwaarde van 0.55g/L en een totale fout van 15% berekent (WIV), zijn de onder- en bovengrenzen respectievelijk 0.46g/L en 0.63 g/l. Alle resultaten die zich buiten deze grenzen bevinden worden geciteerd. Indien men voor de bekomen resultaten van beide methoden een normaalverdeling simuleert met bijhorende standaarddeviaties 1σ, 2 σ et 3 σ, stellen wij vast dat voor de directe chromatografie het citatierisico zich op ongeveer 3 standaarddeviaties positioneert, terwijl de gebruikers van de AxSym methode reeds een risico hebben vanaf meer dan 1 standaarddeviatie. 3.4. Analyse van de CV's van de verschillende methoden tijdens de cyclus 2008 In de onderstaande tabel zijn de CV s voor elke methode weergegeven. Tabel 5 Gemiddeld aantal gebruikers, minimale CV, mediane CV en maximale CV met overeenkomstige mediane concentraties voor elke methode. Met N* gemiddeld CV min(%) M** CV median(%) M** CV max (%) M** Direct Gas Chromatography - (capillarycolumn) 8 1,6 0,46 6,6 0,79 12,7 1,78 Direct Gas chromatography (packed-column) 9 0,4 1,81 3,3 0,21/1,47 4,3 1,12 Headspace chromatography (capillary-column ) 14 1,8 1,21 4,3 0,52 6,6 0,45 ADH- Abbott AxSym 8 5 0,52 9,8 0,56 11,9 0,4 ADH- Abbott TDx/ADx 8 3,1 1,19 9,5 0,38/0,88 11 0,47 ADH- Dade (Emit) 7 1,4 1,55 6,7 0,53/1,29 15,3 0,32 ADH- Roche 75 3,2 1,15 4,9 0,31/0,52 7,1 0,52 ADH- Vitros 20 2,8 1,06 6 0,29 8,3 0,8 ADH - Dade Dimension DF18/DF22 10 1,6 1,15 4,2 0,53 4,8 0,39 GLOBAAL 136 2,9 0,51 5,6 1,23/0,51 7,8 0,38 N* : gemiddeld aantal gebruikers per methode M** : mediane concentratie in overeenstemming met de CV 1/07/09 16/20

Over het algemeen hebben de headspace en directe compact chromatografische methoden de laagste CV s. De performanties van de gebruikers van directe capillaire gaschromatografie zijn minder goed in 2008. Wat de enzymatische methoden betreft, tonen, zoals in 2007, de methoden van Dimension en Roche de laagste mediane CV's en de AxSym methode de hoogste. Van alle methoden heeft de AxSym methode het hoogste risico op citatie (zie ook tabel 4 met vermelding van het percentage citaties voor 2008, namelijk 22.9%). 1/07/09 17/20

4. RAPPORTEN Om de kwaliteit van elk laboratorium op een individuele manier weer te geven, werden aan elke deelnemer twee samenvattende protocollen verschaft van het geheel van de geleverde resultaten in de loop van de cyclus 2008. Daarnaast krijgen de wettelijke experten ook een derde rapport met de u-scores volgens het KB. 4.1. Recapitulatief individueel rapport met z-scores Dit protocol toont het individueel resultaat, de groepsmediaan, de methode en de z-score. Deze laatste wordt in het vet gedrukt indien deze zich buiten de toegelaten limieten bevindt (± 3 SD). Onderaan het rapport wordt de globale P Z van het laboratorium vermeld zoals hoger beschreven. Het aantal laboratoria met een betere P Z wordt niet vermeld, maar kan afgeleid worden uit de grafiek die zich in het globaal rapport bevindt (zie paragraaf 3.2.1.). 4.2. Recapitulatief individueel rapport met u-scores (WIV limieten) Voor elke parameter en elk geanalyseerd staal worden het individueel resultaat, de groepsmediaan, de methode en de u-score (%) vermeld. Dit laatste wordt in het vet gedrukt indien deze zich buiten de toegelaten limieten bevindt. De u-score vermeld in het individueel rapport werd berekend met de limieten van 25% tot 0.4g/L en van 15% voor alle hogere concentraties. Onderaan het rapport, wordt de globale P U van het laboratorium gegeven zoals hoger beschreven. Het aantal laboratoria met een betere P U werd niet vermeld maar kan afgeleid worden uit de grafiek die zich in het globaal rapport bevindt (zie paragraaf 3.2.1). 4.3. Recapitulatief individueel rapport met u-scores (KB limieten) Voor de wettelijke experten werd een tweede rapport (op geel papier) opgesteld op basis van de vaste KB limieten (21.6% tot 0.40g/L, 9.5% tussen 0.41g/L en 0.69g/L, en 6.5% boven 0.70g/L). De resultaten werden ook in het vet gedrukt indien ze zich buiten de toegelaten limieten bevinden. 1/07/09 18/20

5. Lijst van de erkende deskundigen, in het kader van de verkeersveiligheid, die hebben deelgenomen aan de externe kwaliteitsevaluatie en beschikken over een validatie dossier voor hun methode De onderstaande lijst van de laboratoria met erkende deskundigen is ook beschikbaar op de website van onze dienst op het volgende adres: http://www.iph.fgov.be/clinbiol/bckb33/activities/alcool/liste_des_experts_lijst_van_experte n.pdf Laboratorium Laboratoire Adres Adresse Erkende experten Experts reconnus 1 ALGEMEEN STEDELIJK ZIEKENHUIS LABO KLINISCHE BIOLOGIE MERESTRAAT 80 9300 AALST Crombé,G. Winnock, F 2 CH REGIONAL - SITE DE BOUSSU LABORATOIRE BIOLOGIE CLINIQUE RUE DES CHAUFOURS 27 7300 BOUSSU Banse,V. 3 Labo Chemiphar LIEVEN BAUWENSSTRAAT 4 8200 BRUGGE ST- ANDRIES Cordonnier, J. 4 UNIVERSITAIR ZIEKENHUIS BRUSSEL LABO VOOR KLINISCHE BIOLOGIE LAARBEEKLAAN 101 1090 BRUSSEL Maes, V. 5 CLINIQUES UNIVERSITAIRES SAINT- LUC LABO BIOLOGIE CLINIQUE / RIA AVENUE HIPPOCRATE 10 / 1730 1200 BRUXELLES 6 MEDISCH LABO MEDINA BVBA HOOGVELD 10 9200 DENDERMONDE Wallemacq, P. Vanbinst,R. Bellemans, L. Verheyden, F. 7 LABORATORIUM VOOR MEDISCHE BIOLOGIE SCHOUTEERPARK 15 9070 DESTELBERGEN Iliano, L. Hoedt,R. 8 LABORATOIRE D ANALYSES MEDICALES JEAN JACQUES RISSELIN PLACE DE L HOTEL DE VILLE, 5 7911 FRASNES LEZ BUISSENAL ANVAING? Risselin, J.J. Roggeman, J 9 LABO VOOR TOXICOLOGIE PROF. DR. W. LAMBERT HARELBEKESTRAAT 72 9000 GENT Lambert, W. Van Peteghem 10 11 UZ GENT LABORATORIUM KLINISCHE BIOLOGIE DE PINTELAAN 185 9000 GENT Verstraete, A. Hôpitaux Saint Joseph, Sainte Thérèse et IMRT- LABORATOIRE TOXICOLOGIE Rue de la Duchère 6 6060 GILLY Feront, J. 12 13 CENTRUM VOOR MEDISCHE ANALYSE CABINET D'EXPERTISE JUDICIAIRES OUD-STRIJDERSLAAN 199 2200 HERENTALS Engelen, F. RUE PHOCAS LEJEUNE Vanescote, A Gillet 6 5032 ISNES R. 14 AZ GROENINGE - CAMPUS O.L.V. LABORATORIUM REEPKAAI 4 8500 KORTRIJK Martens, F Croes,K. 1/07/09 19/20

15 16 MEDISCH LABO BRUYLAND MEDITEST MEIWEG 1A 8500 KORTRIJK KU LEUVEN - LABO TOXICOLOGIE PROF. DR. J. TYTGAT CAMPUS GASTHUISBERG - O&N 2 - PB 922 - HERESTRAAT 49 3000 LEUVEN Bruyland,J. Bruyland,K. Tytgat,J. Goovaerts, J. 17 18 CENTRE HOSPITALIER DE L ARDENNE LABORATOIRE DE BIOLOGIE CLINIQUE ET DE MEDECINE NUCLEAIRE HOPITAL UNIVERSITAIRE DU SART TILMAN LABO BIOLOGIE CLINIQUE - TOUR II LOCAL 54 AVENUE DE HOUFFALIZE 35 6800 LIBRAMONT Pairet, JV CAMPUS UNIVERSITAIRE B 35 4000 LIEGE 1 Charlier, C. 19 H. HARTZIEKENHUIS VZW LABORATORIUM KLINISCHE BIOLOGIE MECHELSESTRAAT 24 2500 LIER De Baets, G. 20 ALGEMEEN KLINISCH LABO BVBA LISPERSTEENWEG 469 2500 LIER Robyns, P. 21 LABORATOIRE RENAUX Dr BEAUTHIER J-P & PHARM. RENAUX I. RUE DES FORGERONS, 18 6001 MARCINELLE Beauthier, JP Renaux, I. 22 LABORATOIRE J. WOESTYN RUE DE LA STATION 130 7700 MOUSCRON Woestijn, J. 23 D. VAN WAES MEDISCH LABORATORIUM HOGE EXPRESS LEGEWEG 176 8200 SINT-ANDRIES BRUGGE Van Waes, D. Baert E. 24 LABORATOIRE LUC OLIVIER SPRL ANALYSES MEDICALES RUE LE MARAIS 15 4530 VILLERS-LE- BOUILLET Olivier, L. 25 U.I.A. LABORATORIUM KLINISCHE BIOLOGIE UNIVERSITEITSPLEIN 1 2610 WILRIJK Neels, H. 26 ALGEMEEN MEDISCH LABORATORIUM HOF TER BEKE TERBEKE HOFDREEF 20 2610 WILRIJK (ANTWERPEN) Uytterhoeven,M. 27 Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie Afd. Drugs en toxicologie Vilvoordsesteenweg 100 1120 BRUSSEL De Boeck, Gert Samijn, Nele Wille, Sarah This report may not be reproduced, published nor distributed without prior consent from the WIV-ISP END 1/07/09 20/20