Emma van Bijnen ADR Instituut 1 Argumentatie in Mediation: Een Discussie Winnen of een Oplossing Vinden? Over argumentatie gesproken... Als mensen denken aan argumentatie, denken ze vaak aan debatteren, redevoering, en politieke speeches. Argumentatie wordt echter vaker gebruikt. Wanneer je te kennen geeft het niet eens te zijn met de mening van je schoonvader over de Europese vluchtelingencrisis, aangeeft aan je partner dat de nieuwe James Bond film toch echt niet zo goed is als hij of zij denkt, of je baas probeert te uit leggen dat je recht hebt op die loonsverhoging, gebruik je hoogstwaarschijnlijk argumenten om jouw standpunt te ondersteunen. Het gebruik van argumentatie is belangrijk, omdat middels argumentatie mogelijke conflicten over verschillende onderwerpen, van de vluchtelingencrisis tot de nieuwste James Bond film, op een redelijke manier kunnen worden opgelost. Door redelijke oplossingen kan de huidige relatie die jij hebt met je partner, schoonvader of collega worden bewaard. Argumenteren in een redelijke discussie is echter niet alleen belangrijk voor relatiebehoud. Tevens is het belangrijk voor het vinden van een oplossing in mediation. Hoe argumentatie in mediation precies bijdraagt aan een mogelijke oplossing van een conflict wordt in dit stuk beschreven met behulp van de belangrijke inzichten uit het werk Sara Greco, die grootschalig onderzoek heeft gedaan naar argumentatie in mediation. Waarom argumentatie in mediation zo belangrijk is Greco Argumentatie is dus belangrijk voor meer processen dan veel mensen denken. Greco geeft aan dat, bijvoorbeeld, de gebruikers van ADR-methoden zich vaak niet (geheel) bewust zijn van de rol die argumentatie speelt in hun methoden. Toch is het belangrijk voor mediators om het gebruik van argumentatie in mediation uitgelegd te krijgen, want door middel van argumentatie komt de beste oplossing, waar beide partijen zich in kunnen vinden, op tafel. Hoe een voorgestelde optie wel of niet voldoet aan het tegemoetkomen van de belangen van beide partijen wordt in de discussie verdedigd door de partijen middels argumentatie. De fase van de mediation waarin dit plaatsvindt kunnen we de oplossingsgerichte argumentatieve discussie fase noemen. In deze fase proberen de partijen elkaar te overtuigen van de houdbaarheid van een optie. Door middel van deze oplossingsgerichte argumentatieve discussie is het mogelijk om eventueel tot een goede win-win oplossing te komen. Een redelijke uitwisseling van argumenten in een constructief mediation proces kan dus bijdragen aan de oplossing van een conflict. Het probleem is dat partijen aan het begin van de mediation meestal geen oplossingsgerichte houding aannemen, waardoor een dergelijke discussie vrijwel onmogelijk lijkt. Vaak hebben partijen juist bij een mediator aangeklopt omdat ze niet meer samen door een deur kunnen en/of samen niet tot een aanvaardbare oplossing kunnen komen. De partijen willen het conflict wel oplossen, maar op dat moment nemen met name emoties, zoals wrok, en negatieve aannamen over de andere partij, de overhand. Dit kan zelfs leiden tot vijandigheid en felle conflicthoudingen.
Emma van Bijnen ADR Instituut 2 Voor de oplossing van het conflict moet er een verandering plaatsvinden in de houding van de partijen. Deze transformatie van conflictpartijen in gesprekspartners is in mediation een bekend proces. De verandering vindt plaats onder begeleiding van de mediator, die middels interventies de belangen van de partijen in het conflict op tafel probeert te krijgen. Begin mediation Conflictpartijen Transformatie middels interventies Einde (succesvolle) mediation Gesprekspartners Hoe doet een mediator dit? Mediators kunnen de uitkomst van een discussie niet bepalen, maar kunnen wel de procedurele omstandigheden beïnvloeden. Om de transformatie van de houdingen van de partijen mogelijk te maken, transformeert de mediator de setting waarin de discussie plaatsvindt. De mediator kan een redelijke setting creëren waarin een oplossingsgerichte argumentatieve discussie plaats kan vinden. Dat een mediator de belangen van de partijen op tafel moet krijgen om de partijen naar een oplossingsgerichte houding te leiden is onder mediators en in de literatuur over mediation bekend. De rol van redelijkheid in het proces wordt echter minder vaak in de literatuur uitgelicht. Redelijkheid is belangrijk omdat partijen er niet enkel op uit moeten zijn om de discussie te winnen. Indien partijen in de discussie wel uit lijken te zijn op persoonlijk gewin kunnen mediators gaan twijfelen aan hun commitment in de mediation. In andere woorden: partijen willen niet redelijk zijn in de mediation maar effectief. Van C1 naar C2 Greco Mediators bepalen dus niet de uitkomst van de discussie maar sturen wel het proces waardoor de verandering naar oplossingsgerichtheid en redelijkheid plaats kan vinden. Zonder de mediator is de kans groot dat partijen blijven hangen in een ruzie, gekibbel en/of algemene vijandigheid. Dit maakt de rol van mediators in vastgelopen conflicten zo waardevol. Deze initiële fase, waarin de partijen verkeren aan het begin van de mediation, wordt door Greco C1 genoemd. Hieronder staat een vertaling van Greco s C1 beschrijving:
Emma van Bijnen ADR Instituut 3 C1 X1 & X2 = partijen die een relatie hebben waarin een zekere mate van samenwerking belangrijk is (familie, zakelijk etc.) X3 = een object of interest waarbij/waarover X1 en X2 van mening verschillen. X3 brengt de relatie van X1 en X2 in gevaar. X1 en X2 willen allebei voorkomen dat de andere partij zijn of haar zin krijgt met X3. Succes (of effectiviteit) in het voorkomen dat de andere partij met X3 zijn of haar zin krijgt wordt gezien als voorwaarde om zelf je zin te krijgen met X3. In C1 zijn de partijen dus uit op effectiviteit, gezien de focus op de tegenpartij in plaats van (de oplossingen voor) het probleem, wat de redelijkheid van de discussie in de weg staat. In fase C2 vindt de oplossingsgerichte argumentatieve discussie plaats. Hieronder staat een vertaling van Greco s C2 beschrijving: C2 X1 en X2 = propositie X1 is een propositie die door de ene partij in de discussie wordt voorgesteld en X2 is een propositie die door de andere partij wordt voorgesteld. X1 en X2 zin onverenigbaar. Zoals uit het figuur hierboven kan worden afgelezen staan in C2 de proposities in de discussie centraal, in plaats van, de partijen zelf, zoals in C1. Tot op zekere hoogte kan dit worden vergeleken met Ury en Fischer s concept van separating the people from the problem. In plaats van een discussie waarin winnen (effectiviteit) centraal staat, draait deze fase om de proposities, die in een redelijke argumentatieve discussie bespreekbaar worden gemaakt. X1 en X2 moeten in C2 worden bediscussieerd en worden ondersteund met argumenten. De partijen zullen moeten uitleggen waarom hun propositie voor beide partijen acceptabel is. In andere woorden: in C2 wordt er op een redelijke manier gericht gezocht naar een oplossing.
Emma van Bijnen ADR Instituut 4 Maar hoe kun je C1 in C2 transformeren? Zoals Greco in haar boek Argumentation in Mediation (2010) uitlegt, zal de mediator, om het conflict (C1) op te lossen, moeten zoeken naar de onderliggende proposities die onverenigbaar zijn (of in eerste opzicht onverenigbaar lijken). De vragen die een mediator zichzelf kan stellen, en via interventies beantwoord kan krijgen, zijn waarschijnlijk voor veel mediators bekende vragen: 4 1 2 3 Aan welke concrete Wat zijn de onderliggende Waar botsen de Waar overlappen de proposities kunnen de belangen van de partijen? onderliggende belangen? belangen van de partijen? belangen worden gekoppeld? Het is met name de vierde vraag die C2 mogelijk maakt. Door de antwoorden op de bovenste drie vragen expliciet te krijgen in het gesprek zorgt de mediator ervoor dat de partijen de middelen hebben om in C2 de proposities, waarin de belangen van de partijen verwerkt zijn, bespreekbaar te maken. Wanneer partijen geen redelijke oplossingsgerichte discussie voeren, doordat een partij bijvoorbeeld persoonlijke aanvallen op de andere partij uitvoert, kan dit een teken zijn dat de partijen nog in een fase C1 zitten, of teruggaan naar de C1. Indien dit het geval is kan de mediator ervoor zorgen dat de nadruk in de discussie duidelijk komt te liggen op de concepten die centraal staan in de bovenstaande vier vragen, die immers C2 mogelijk maken. Het kan ook zijn dat een partij in C1 blijft omdat een belangrijk onderliggend belang nog niet aan bod is gekomen, waardoor de antwoorden op de bovenste vier vragen incompleet zijn. De mediator moet dit belang ontaarden en de antwoorden op de overige vragen duidelijk krijgen om door te kunnen gaan naar C2. Overigens hoeven deze vier vragen niet expliciet te worden gesteld aan de partijen zelf. De vragen moeten worden gezien als richtlijnen voor de mediator. Als de proposities duidelijk zijn speelt de volgende, vijfde, vraag een belangrijke rol: 5 Hoe kunnen de partijen, met de antwoorden op de bovenstaande vragen, in een redelijke discussie tot (een) oplossing(en) komen waar de belangen van beide partijen in meegenomen zijn? Om ervoor te zorgen dat de argumentatieve discussie oplossingsgericht en redelijk is, en natuurlijk blijft, kan de mediator middels interventies de partijen stimuleren om argumenten voor de proposities aan te dragen, ofwel de aanvaardbaarheid en werkbaarheid van de
Emma van Bijnen ADR Instituut 5 propositie te ondersteunen. Door dit te stimuleren kan er overeenstemming tussen partijen komen over een van de proposities, kunnen initiële proposities worden aangepast naar proposities die beter de belangen van beide partijen vertegenwoordigen, en kan een oplossing van het conflict beter in kaart worden gebracht. De mediator moet zich uiteraard niet gaan mengen in de discussie, bijvoorbeeld door zelf een propositie voor te stellen, of argumenten voor een van de proposities van een partij voor te dragen. Bibliografie/meer lezen? Aakhus M. Neither Naïve nor Critical Reconstruction: Dispute Mediators, Impasse, and the Design of Argumentation, Argumentation 2003, (7), pp. 265-290. Fisher R. & W. Ury. Getting to Yes: Negotiating an Agreement Without Giving In 2012. Croydon: Random House Business Books. Greco Morasso, S. Argumentation in Mediation: A Reasonable Way to Handle a Conflict 2011. Amsterdam: John Benjamins Publishing Company. Muraru D., International Mediation as an Argumentative Activity Type, Interstudia (Revista Centrului Interdisciplinar de Studiu al Formelor Discursive Contemporane Interstud) 2010, (6), pp. 228-237. van Eemeren F.H. & R. Grootendorst, A Systematic Theory of Argumentation: The Pragma-dialectical Approach (Vol. 14) 2004. Cambridge: Cambridge University Press. Van Eemeren, F. H., R. Grootendorst, & A. F. Snoeck-Henkemans (2001). Argumentatie: inleiding in het analyseren, beoordelen en houden van betogen. Den Haag: Nijhoff. van Eemeren F.H., R. Grootendorst & A.F. Snoeck-Henkemans, Argumentation: Analysis, Evaluation, Presentation 2010. New York: Routledge. van Eemeren, F. H., B. J. Garssen, E. C. W.Krabbe, A. F. Snoeck-Henkemans, B. Verheij,& J. H. M. Wagemans. Handbook of argumentation theory 2014. Dordrecht: Springer Publishing van Eemeren F.H., Reasonableness and Effectiveness in Argumentative Discourse: Fifty Contributions to the Development of Pragma-Dialectics 2015. Zwitserland: Springer International Publishing.