Opleidingsgids Voorjaar 2009



Vergelijkbare documenten
Opleidingsgids Najaar 2008

Opleidingsgids. Voorjaar 2010

Studiegids. Voorjaar 2008

Business School Nederland Studiegids

BSN Nederland. Studiegids Najaar MBA-programma fase 2 en 3. BSN Nederland de Action Learning business school

Business School Nederland. Fast track MBA 2011

je en jij interactief mobiel uit vertrouwelijk aantekeningen Business School Nederland Marsroute Fast track MBA 2011 Centrale ligging

Examinering NEVI PLP leergang 2013/2014 (onder voorbehoud van wijzigingen)

Reglement Bachelorscriptie Geschiedenis Vastgesteld op , verbeterd en goedgekeurd door de examencommissie op

Studiehandleiding Ba-scriptie Kunsten, Cultuur en Media

Basisinformatie Opleiding

Samenvatting werkwijze Het platform Persoonlijke informatie Werkvolgorde en LA s maken...

: Afstudeerproject BSc KI : Bachelor Kunstmatige Intelligentie Studiejaar, Semester, Periode : semester 2, periode 5 en 6

Marketing met Interactieve Media

De DOELSTELLING van de kunstbv-opdrachten & De BEOORDELING:

DEELEXAMENREGLEMENT 'BETONTECHNOLOGISCH ADVISEUR'

Team Alignment. En als mensen nu echt hun verantwoordelijkheid nemen? Transformational Programs by TLC

Scriptiereglement Faculteit Rechtsgeleerdheid

Utrecht Business School

Boost uw carrière. Zo kiest u de MBAopleiding die bij u past. Deze whitepaper is mede mogelijk gemaakt door

stimuleert ondernemerschap BRochure STEVE

Beoordelingseenheid A Proeve van Bekwaamheid. Leg het fundament. Crebonummer Opleiding Sociaal Cultureel Werker Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL

BOL OPLEIDINGEN MAATSCHAPPELIJKE ZORG AVENTUS APELDOORN / DEVENTER STUDIEWIJZER

Regels voor het schrijven, begeleiden en beoordelen van MAscripties

Persoonlijk Ontwikkelings Plan (POP)

(0 reviews) JE BENT ADVISEUR ADVIESVAARDIGHEDEN VOOR YOUNG PROFESSIONALS

TRAINING Professioneel adviseren voor interne adviseurs Adviseren als tweede beroep - open inschrijving -

Uitleg over de OER Alles wat iedere student moet weten over zijn of haar Onderwijs- en Examenregeling (OER)

LEIDERS VAN MORGEN MD NETWERK VOOR HR EN MD PROFESSIONALS

Management & Organisatie

Studiegids training Teamleider productie

Studenten handleiding Competentie Ontwikkel Moment

stimuleert ondernemerschap BRochure albert

Faculteit der Geesteswetenschappen Cluster Filosofie. Bachelor scriptiereglement voor de opleiding: Wijsbegeerte

SW-B-K1-W2 (C) Maakt een plan van aanpak. Oefenopdracht C Niveau 4 Crebo: Cohort: Geldig vanaf

Agile Consortium International Agile Master Assessment

Stichtse Vrije School

Studiegids training Productiemanager

Passie voor continu verbeteren!

Stichtse Vrije School

Premaster Managementwetenschappen

1. De methodiek Management Drives

EFFECTIEF LEIDINGGEVEN. Een gave of een vak?

360 GRADEN FEEDBACK. Jouw competenties centraal

Beroepenwerkstuk 3 MAVO

Voorlichting 4-HAVO. Profielwerkstuk. 7 april 2016

Programma Groepsontwikkeling Werkwijze programma Groepsontwikkeling. Inhoudsopgave

Trainingen. Leiderschapstraining Inspirerend leiderschap Gedragsinzichtgevende training Reflect Intervisie

Handleiding voor managers bij het Pedagogisch logboek. weten kijken volgen doen

Scriptiereglement Faculteit Rechtsgeleerdheid

Breidt netwerk min of meer bij toeval uit. Verneemt bij bedrijven wensen voor nieuwe

Informatiebrochure. Profielwerkstuk HAVO Colegio Arubano

Dagdeel Een dagdeel is bij BOGO standaard 3 uur, tenzij anders vermeld in de lescyclus van de BOGO.

Beoordelingseenheid A Proeve van Bekwaamheid. Leg het fundament. Crebonummer Opleiding Sociaal Cultureel Werker Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL

Handleiding profielwerkstuk HAVO examen 2016

Modulebeschrijving FINSLC0108

Studiewijzer sectorwerkstuk 10 Havo/Mavo Docenten: Arnoud Boerma Laatste inhoudelijke aanpassingen: 9 november 2012

Non satis scire WP 4 Pilot opzet peer feedback. Aanleiding

Utrecht Business School

Functieprofiel: Adviseur Functiecode: 0303

FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN

Toetsing Let op! Belangrijke data:

Scriptiereglement (Ex artikel 4.14 Onderwijs- en examenregeling van de masteropleidingen)

Algemene Informatie Profielwerkstuk Landsexamen Aruba Mavo/Havo/Vwo

Lange cursus beschrijving van de cursus: ITIL basics

Format voor het plan van aanpak voor het aanvragen van een ster

Leergang Ambtelijk Secretaris III De invloedrijke OR

Instructie student. Ontwikkelingsgericht Praktijkbeoordelen.nl

Handleiding EVC-procedure

Inhoud. Inleiding 9. 5 Planning Leerdoelen en persoonlijke doelen Het ontwerpen van het leerproces Planning in de tijd 89

Niveaudrempelbepaling potentiële MCPM-studenten die niet beschikken over een hbo-/bachelordiploma

Onderwijs en Examenregeling

Handleiding bij het opstellen van een Persoonlijk ontwikkelingsplan (POP)

(0 reviews) OMGAAN MET STRESS PRAKTISCHE TIPS VOOR YOUNG PROFESSIONALS!

Profielwerkstukplus HAVO

een functioneringsgesprek verschilt naar aard en doel van een evaluatie of beoordelingsgesprek

Leadership By Responsibility

Verdiepingsleergang Geïntegreerde Ouderenzorg in de eerste lijn: De kunst van het verbinden en ontzorgen

1. Mobiliteitscoach, van idee tot project: Inleiding

Examenwijzer Praktijkopleiding AA

Bachelor of Business Administration (MER opleiding)

LEERGANG STRATEGISCH HRM EN FINANCIEEL LEIDERSCHAP

Sectorwerkstuk

Handleiding examinering student eind stage

Studiegids training Productiemanager

MASTERCLASS STRATEGIE IN DIGITALE TRANSFORMATIE

Projectmatig werken. Eisma-Edumedia bv, Leeuwarden

Leiden Leadership Programme Honours programma voor ambitieuze masterstudenten

BPV werkboek. Technicus elektrotechnische industriële installaties en systemen niveau 4 BBL Crebonummer: BPV-werkboek 25262/versie sept.

Een eigentijdse HRM- scan door Gidsen HR advies WAT IS HET DOEL EN INHOUD VAN DEZE SCAN?

NMV- Criteria Eindgesprek

Kwaliteit van Goed Werkgeverschap

Het profielwerkstuk. 2. Eisen en voorwaarden Het profielwerkstuk moet aan een aantal eisen en voorwaarden voldoen:

Portfoliobegeleiding. Roland Leenaarts

Nieuwe workshops/trainingen en data worden regelmatig toegevoegd Datum Tijd Locatie

Succesvol Veranderingen Realiseren

Begeleidershandleiding Voedingscentrum Meer dan lekker in de super

3. Opleidingskader voor de opleiding Informatiecoördinator

Formulier Erkenningsaanvraag

Transcriptie:

Opleidingsgids Voorjaar 2009

Opleidingsgids Voorjaar 2009 MBA-programma fase 2 en 3

Copyright, voorjaar 2009 Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van. Uitgezonderd hiervan zijn kopieën/prints e.d. ten behoeve van de studie bij voor eigen gebruik van de deelnemer/student.

3 OPLEIDINGSGIDS VOORJAAR 2009 Inhoud Hoofdstuk 1 7 1.1 Action Learning MBA 7 1.1.1 Filosofie 7 1.1.2 Vraagstukken uit je organisatie 8 1.1.3 Studieprogramma 8 1.1.4 Leren door reflecteren 9 1.2 De set adviser 9 1.3 De docenten 9 1.4 Vertrouwelijkheid 10 1.5 Evaluatie van de bijeenkomsten 10 Hoofdstuk 2 Studiestructuur en ondersteunende middelen 11 2.1 Fase 2: core courses 11 2.1.1 Structuur 11 2.1.2 Opzet 12 2.1.3 Studiemateriaal 12 2.1.4 Logboek 13 2.1.5 Virtual Action Learning (VAL) 13 2.1.6 Toetsing 14 2.2 Fase 3: dissertation 14 2.3 Specialisatiemogelijkheden 15 2.3.1 Major 15 2.3.2 Masterclass 15 2.4 Ondersteunende middelen 16 2.4.1 Studentensite 16 2.4.2 Snellezen 16 2.4.3 Onderzoeksondersteuning 16 2.4.4 Databanken 16 2.4.5 Bibliotheek 17 2.4.6 Q-projects 17

4 OPLEIDINGSGIDS VOORJAAR 2009 Hoofdstuk 3 Bijeenkomsten 19 3.1 Locatie 19 3.2 Programma opzet 19 3.2.1 Start-up 19 3.2.2 Eerste subsetbijeenkomst 20 3.2.3 Core course bijeenkomsten Executive MBA 20 3.2.3 Core course bijeenkomsten Young Professional MBA 21 3.2.4 Veranderkunde 21 3.2.5 Projectrapportage 21 3.2.6 ALP -intervisie 22 3.2.7 MBA in Perspectief 22 3.2.8 Oriëntatie Fase 3 22 3.2.9 Intervisie Fase 3 22 3.2.10 Viva Voce 22 3.2.11 Graduation Ceremony 22 Hoofdstuk 4 Opdrachten 25 4.1 Algemeen 25 4.1.1 Vertrouwelijkheid 25 4.1.2 Organisatieverslag (OV) 27 4.1.3 Opmerking over de omvang 27 4.2 Opdrachten in fase 2 27 4.2.1 Action Learning Project (ALP) 27 4.2.2 Leerarrangement Advies en Implementatie (LA advies) 30 4.2.3 Groeps ALP International Management (Executive MBA) 31 4.2.4 Groeps ALP en presentatie Strategisch Management (Young Professional MBA) 32 4.2.5 Groepsopdracht en presentatie International Management (Young Professional MBA) 33 4.2.6 Leerarrangement Persoonlijk Effectiviteitspaper (LA: PEP) 34 4.3 Opdrachten in fase 3 35 4.3.1 Organisatie Analyse (OA) 35 4.3.2 Dissertation 37 4.3.2.a Literatuur Onderzoek (LO) 38 4.3.2.b Master s Project 39 4.3.3 Dissertation Abstract (Diss Abstr) 40 4.3.4 Project Monograph (PM) 41 4.3.5 Evaluatie van Management Leerervaringen (EML) 41 4.3.6 Begeleiding gedurende de dissertation fase 43

5 OPLEIDINGSGIDS VOORJAAR 2009 Hoofdstuk 5 Waardering en examen 45 5.1 Beoordeling 45 5.2 Beoordelingsschema 46 5.2.1 Overall grade 46 5.2.2 Herkansing 46 5.3 Gradingsysteem 47 5.3.1 Verdeling studiepunten 47 5.3.2 Predicaat 47 5.4 Viva Voce 48 5.5 Afronden MBA-programma 49 Hoofdstuk 6 Procedures en regels 51 6.1 Afwezigheid 51 6.2 Niet op tijd inleveren van opdrachten 51 6.3 Overschrijden normale studieduur 51 6.4 Bezwaar tegen beoordelingen 52 6.5 Fraude 52 6.6 Klachtenprocedure 53 Bijlage I BSN-beoordelingsaspecten en de relatie met de leercyclus 55 Bijlage II Format Dissertation proposal 57 Bijlage III Aanvullende eisen voor de dissertation 59

7 OPLEIDINGSGIDS VOORJAAR 2009 Hoofdstuk 1 is dé Action Learning business school van Nederland. Dit houdt in dat Action Learning op diverse leerniveaus een rol speelt; bij studenten onderling, op het gebied van de begeleiding (de docenten en de set advisers), maar ook op het niveau van de leerstof en de toetsing daarvan. 1.1 Action Learning MBA 1.1.1 Filosofie De Action Learning methodiek is ontwikkeld door Reg Revans. In de jaren zestig was hij de eerste hoogleraar bedrijfskunde in Engeland. Hij heeft gewerkt met managers in Europa, Amerika, Afrika en India. Bovendien was hij President Emeritus van IMCA, de Britse partner van BSN. Na zijn overlijden in januari 2003, heeft onder andere Michael J. Marquardt zijn werkzaamheden overgenomen. De Action Learning methodiek is het uitgangspunt van alle MBA-programma s van. Action Learning is erop gericht dat deelnemende managers verbeteringen initiëren en doorvoeren binnen hun eigen organisatie. Zo komt het rendement van de studie voor zowel jou als manager, als voor je organisatie al tijdens het studieprogramma duidelijk naar voren. Naast het verkrijgen van meer theoretische kennis wordt de nadruk gelegd op het vergroten van ervaringskennis. Kenmerken van Action Learning zijn: nadruk op het uitwisselen van kennis en ervaring; ontwikkelingsbehoefte van de deelnemer wordt gehanteerd als uitgangspunt; directe toepassing van theorie in de praktijk. Je leert door de theorie direct in de praktijk toe te passen. Dit komt met name tot uiting in de opdrachten die moeten worden uitgevoerd en geïmplementeerd binnen de eigen organisatie. In kleine groepen die we subsets noemen, werk je samen aan de voorbereiding van de lessen, het uitwerken van de opdrachten en deel je ervaringen. De subset is een belangrijk element bij Action Learning, omdat het leren van en met elkaar daarin optimaal kan plaatsvinden.

8 OPLEIDINGSGIDS VOORJAAR 2009 1.1.2 Vraagstukken uit je organisatie Je lost tijdens je studie op diverse managementvelden actuele vraagstukken van je eigen organisatie op. Op grond van de rapportage over de probleemanalyse, het zoeken en kiezen van de oplossing en het implementatieplan wordt het geleerde getoetst. Voor een optimaal resultaat is het belangrijk dat je actief deelneemt aan subset- en setbijeenkomsten, waarin wederzijds gebruik gemaakt kan worden van de ervaringsdeskundigheid van de verschillende deelnemers. 1.1.3 Studieprogramma De Action Learning MBA van is onderverdeeld in drie fasen. Voor de deelnemers die nog niet beschikken over voldoende werken studie-ervaring is fase 1, het Hoger Management Programma (HMP), een voorbereidend studieprogramma. Fase 2 is de kern van het studieprogramma. Deze bestaat uit 7 managementwerkvelden, onderverdeeld in 7 core courses: Operations Management (OM); Human Resource Management (HRM); Marketing Management (MM); Financieel Management (FM); Strategisch Management (SM); Informatie Management (IM); International Management (IN). Elke core course sluit je af met een opdracht. Voor de meeste vakken is dat een Action Learning Project (ALP), maar dat kan ook een Leerarrangement (LA) zijn. In hoofdstuk 4 geven we aan welke opdracht van toepassing is voor elk vak. Door middel van deze opdrachten (en dit geldt ook voor de dissertation in de derde fase) wordt je getraind om problemen die binnen je organisatie spelen effectief op te lossen. Mocht je je nog meer willen verdiepen in een of meerdere vakken, dan kun je een major volgen (zie Hoofdstuk 2 Specialisatiemogelijkheden). Op dit moment worden de volgende majors aangeboden: Sales en Accountmanagement, Financiële dienstverlening, Leiderschap, Veranderkunde en Zorg. De afdeling programmavoorlichting (info@bsn.eu) geeft hier graag meer informatie over. Fase 3 staat vooral in het teken van het afstudeerproject (de dissertation). Dit is een veelomvattend traject dat bestaat uit een literatuuronderzoek en een praktijkdeel, het Masters Project. Je werkt aan een gecompliceerde situatie die direct in verband staat met en van belang is voor je organisatie of jouw werksituatie. Door middel van de opdracht lever je een substantiële bijdrage aan het verbeteren van de resultaten in de organisatie. Uiteraard moet de organisatie de betrokkenheid van de student bij fundamentele kwesties wel toestaan en er moet draagvlak zijn voor het afstudeerproject. Centraal staan vraagstukken die

9 OPLEIDINGSGIDS VOORJAAR 2009 van strategisch belang zijn voor de organisatie op de middellange termijn. De organisatie wordt binnen deze relatie meestal vertegenwoordigd door een senior manager die het grootste belang heeft bij het action -aspect van de dissertation. De mondelinge verdediging van de dissertation vindt plaats tijdens de Viva Voce. Als je deze met goed gevolg doorstaat, ontvang je de titel Master of Business Administration. Gehuld in toga en getooid met de hat mag je tijdens de jaarlijkse Graduation Ceremony je bul in ontvangst nemen. 1.1.4 Leren door reflecteren Voortdurende reflectie op de eigen ontwikkeling c.q. het leerproces neemt binnen de Action Learning methodiek een belangrijke plaats in. Je houdt daarom een logboek bij van je leerervaringen. Kernvragen zijn: wat wil ik leren en leer ik wat ik zou willen leren? En als dit laatste niet of onvoldoende het geval is, welke vragen moet ik stellen om dit wel te realiseren?. De informatie uit het logboek vormt de basis voor één van de laatste opdrachten voor je studie, de Evaluatie van Management Leerervaringen (EML). Om bewuster te worden van de manier waarop kennis en kunde verworven kunnen worden en om inzicht te krijgen in hoe je het gemakkelijkst leert, wordt aan het begin van de studie specifiek aandacht besteed aan leerstijlen. Ook worden handvatten gegeven voor de ontwikkeling van de verschillende stijlen. Hiertoe is een toetsmodel beschikbaar op de studentensite. 1.2 De set adviser Elke set krijgt een set adviser toegewezen. De set adviser stimuleert, begeleidt en adviseert tijdens het leerproces en fungeert voor de set als vaste contactpersoon bij. De start-up sessie, de bijeenkomst ter oriëntatie op Fase 3 en de intervisie sessies worden door de set adviser geleid. Tijdens de Viva Voce, waar je je dissertation verdedigt, is de set adviser voorzitter van de Examencommissie. 1.3 De docenten De docenten van beschikken allen over een gedegen vakkennis en ruime praktijkervaring. Zij zijn naast hun docentschap werkzaam in het bedrijfsleven als consultant, directeur van een eigen bedrijf of als professional actief in een bepaald vakgebied. In het MBA-programma zijn zij medeverantwoordelijk voor de inhoudelijke kant van het studieprogramma. Door de combinatie vakkennis en praktijkervaring, wordt het studiemateriaal regelmatig aangepast en kunnen er continu actuele situaties worden behandeld.

10 OPLEIDINGSGIDS VOORJAAR 2009 De begeleiding van de studenten door de docent betreft aan de ene kant de setbijeenkomsten waarin de informatiebehoeften van de verschillende studenten het uitgangspunt vormen. De subsetvragen leveren hiervoor belangrijke input. Daarnaast ondersteunt de docent je bij de keuze van een onderwerp en beoordeelt hij het voorstel voor het Action Learning Project (ALP). In de derde fase treedt één van de core course docenten gewoonlijk op als interne examinator (internal) bij de beoordeling van de dissertation en de Viva Voce. De CV s van docenten zijn te vinden op de website van Business School Nederland, www.bsn.eu. 1.4 Vertrouwelijkheid Gezamenlijk zorgen de studenten in een Action Learning programma ervoor dat díe kennis en vaardigheden verkregen worden, die voor ieders ontwikkeling als manager nodig zijn. Dit betekent dat een open en (pro-) actieve opstelling naar de docent, de set adviser en medestudenten een voorwaarde is. Het spreekt voor zich dat de informatie die in het studieprogramma wordt uitgewisseld vertrouwelijk is en als zodanig moet worden behandeld. 1.5 Evaluatie van de bijeenkomsten Om de kwaliteit van de opleiding te waarborgen wordt je na elke studiebijeenkomst gevraagd een evaluatieformulier in te vullen. Dit kost ongeveer vijf minuten en is verplicht. Met de evaluaties houden we het verloop van de core courses en de ervaringen van de studenten nauwlettend in de gaten. De uitkomsten van de evaluaties leveren input voor de revisie van het studiemateriaal, de opdrachten en de wijze van toetsen. Daarnaast is de informatie van belang voor de docenten; indien noodzakelijk, sturen zij de inhoud en/of structuur van de bijeenkomsten bij. Verder houdt de set adviser de vinger aan de pols door voortdurend te peilen bij zowel de studenten als de docenten hoe de courses verlopen. Eventuele problemen worden zo snel gesignaleerd en direct aangepakt. Ook de docent vult een evaluatieformulier in. Aandachtspunten zijn dan onder andere de participatie in de groep, de kwaliteit van de vragen en de mate van Action Learning. De evaluaties zijn van grote waarde voor de Business School om de kwaliteit en het leerplezier zo optimaal mogelijk te houden.

11 OPLEIDINGSGIDS VOORJAAR 2009 Hoofdstuk 2 Studiestructuur en ondersteunende middelen 2.1 Fase 2: core courses 2.1.1 Structuur In fase twee volg je zeven core courses. Bij de Young Professional MBA zijn er ook nog drie blokken Vaardigheden in het programma opgenomen. 6 maanden Operations Management Human Resource Management Marketing Management 8 maanden Informatie Management Financieel Management Strategisch Management International Management Tabel 1: Structuur Fase 2 Executive MBA 1 e jaar Oriëntatie op leren (Vaardigheden) Ik en leidinggeven (Vaardigheden) Operations Management Human Resource Management Marketing Management 2 e jaar Het managen van veranderingen (Vaardigheden) Informatie Management International Management Financieel Management Strategisch Management Tabel 2: Structuur Fase 2 Young Professional MBA

12 OPLEIDINGSGIDS VOORJAAR 2009 2.1.2 Opzet Elke core course bestaat uit drie onderdelen: (1) visie, (2) instrumenten en (3) integratie. Deze onderdelen vormen de basis van de drie studiedagen die per core course op het programma staan. In het eerste onderdeel staat het vormen van een visie op het betreffende vakgebied centraal. Doelstelling is het bereiken van een algemeen perspectief van het ter discussie staande onderwerp. In het onderdeel Instrumenten is de aandacht gericht op de methoden, instrumenten en werkwijzen die beschikbaar zijn om een specifiek managementgebied te beheersen en/of verder te ontwikkelen. Het doel van het derde en laatste onderdeel is Integratie. Integratie in je eigen praktijksituatie kan plaatsvinden nadat je een visie hebt gevormd en inzicht hebt verworven in diverse instrumenten. Ook krijgt tijdens het onderdeel integratie het betreffende managementgebied een plaats in de ontwikkeling van de organisatie als geheel. Voor de core course International Management geldt een afwijkende opzet. Bij de Executive bestaat deze core course uit twee studiedagen die u afsluit met een groepsopdracht en een studiereis naar het buitenland. Young Professional MBA-studenten volgen de hele core course tijdens de studiereis naar Praag en sluiten daar af met een groepsopdracht. 2.1.3 Studiemateriaal Bij de start-up wordt het studiemateriaal dat behoort bij de eerste drie core courses uitgereikt. Bij een core course krijg je een (of meerdere) studieboek(en), een studiewijzer en artikelen. De courses HRM en FM worden op een andere wijze gepresenteerd. Zie hiervoor 2.1.5. In de studiewijzer komen de volgende onderwerpen aan de orde: Huisactiviteiten Voor elk van de onderdelen Visie, Instrumenten en Integratie, voer je huisactiviteiten uit. Dit zijn individuele opdrachten die je doet ter voorbereiding op de (sub)setbijeenkomsten en zijn primair bedoeld om je te helpen bij het bestuderen van de literatuur. Subsetactiviteiten Uiterlijk een week voorafgaand aan de plenaire setbijeenkomst kom je samen met je subset. Tijdens deze subsetbijeenkomst staat de gedachtewisseling met je subsetgenoten centraal. Als leidraad volg je hierbij de subsetactiviteiten die zijn opgenomen in de studiewijzer. Gezamenlijk probeer je inzicht te krijgen in de

13 OPLEIDINGSGIDS VOORJAAR 2009 materie, in bepaalde problemen en in de praktische mogelijkheden om de gang van zaken in je eigen organisatie te verbeteren. Van de subsetbijeenkomst moet een verslag worden gemaakt, waarin kort staat beschreven wat er is besproken. Ook formuleer je als subset een aantal vragen. In de vragen moet de relevantie van de vraagstelling voor de werkzaamheden/ organisatie van de subsetleden duidelijk naar voren komen. Het is de bedoeling dat je samen met de subset streeft naar een zo concreet mogelijk beeld, dat als input voor de bijeenkomst aan de docent kan worden voorgelegd. Eén week voordat de plenaire sessies plaatsvinden, stuurt elke subset het verslag per e-mail naar de docent, de set adviser en setgenoten. 2.1.4 Logboek In een logboek hou je aantekeningen bij van de huis- en subsetactiviteiten. Reflectie op het Action Learning proces is één van de beoordelingsaspecten en deze aantekeningen kunnen je zeer behulpzaam zijn bij het maken van het Action Learning Project (ALP). Bovendien is het logboek van belang voor het registreren van je leerervaringen tijdens het hele Action Learning MBAprogramma. Alles wat je hebt opgeschreven, zal waardevol zijn bij het schrijven van de laatste opdracht in je studie, de Evaluatie Management Leerervaringen (EML). 2.1.5 Virtual Action Learning (VAL) In 2006 heeft BSN een start gemaakt met een gedeeltelijke verplaatsing van het studieprogramma naar een elektronische leeromgeving. De methodiek die hierbij wordt gehanteerd is Virtual Action Learning (VAL). Deze methode wordt toegepast bij de core courses HRM en FM. Qua filosofie, inhoud en studielast zijn deze identiek aan de overige courses. Het verschil zit in de wijze waarop het studiemateriaal wordt aangeboden, de manier van voorbereiding op de bijeenkomsten en de afsluitende opdracht. Gedetailleerde informatie over de werkwijze krijg je bij aanvang van de respectievelijke core course. Hier beperken we ons tot een korte toelichting op de drie genoemde verschillen. Studiemateriaal bij de VAL courses Met uitzondering van de benodigde boeken, wordt het studiemateriaal uitsluitend elektronisch beschikbaar gesteld. Hiertoe wordt voor elke set een eigen Virtual Learning Community (VLC) op internet ingericht. Naast relevante artikelen, vind je op de VLC, pér onderdeel een aantal korte opdrachten, namelijk de Leerarrangementen (LA s).

14 OPLEIDINGSGIDS VOORJAAR 2009 Voorbereiding op de bijeenkomsten bij de VAL courses Uit de aangeboden LA s kies je in overleg met je subset één onderwerp om uit te werken. Vervolgens plaats je een conceptversie van het gemaakte LA op de VLC en geven alle setgenoten feedback op elkaars concepten. Mede op basis van de ontvangen input werk je je concept uit tot een definitieve versie, die je wederom op de community plaatst. Deze definitieve versie tenslotte, wordt beoordeeld door je setgenoten. Ook jij beoordeelt de stukken van medestudenten. Het uitvoeren van de subsetactiviteiten en het bijhouden van het logboek zijn ook bij de VAL-courses vaste onderdelen. Dit proces geldt als voorbereiding op de bijeenkomst en vindt dus drie keer per coure course plaats (visie, instrumenten, integratie). Afsluitende opdracht bij de VAL courses HRM en FM rond je niet af met een ALP, maar met een Advies & Implementatie rapport. Het verschil wordt uitgelegd in de handleiding die je bij aanvang van de betreffende courses via de VLC kunt raadplegen. 2.1.6 Toetsing Elke core course sluit je af met een opdracht. Bij de meeste courses in fase 2 is dat een Action Learning Project (ALP). Voor de courses HRM en FM maak je opdrachten in onze digitale leeromgeving. Voordat je begint met het Action Learning Project schrijf je een projectvoorstel dat door de docent wordt beoordeeld. Als de docent je opzet heeft goedgekeurd, begin je na de derde studiebijeenkomst met het project. In de core course Operations Management en de workshop Projectrapportage krijg je nauwkeurige instructies voor het schrijven van het ALP. Daarnaast is er nog een extra workshop gericht op Veranderkunde, waarin je inzicht krijgt in de gevolgen die het implementeren van veranderingstrajecten kunnen hebben voor jouw organisatie. In hoofdstuk 4 wordt uitgebreid stilgestaan bij de diverse toetsingsvormen waar je mee te maken krijgt. 2.2 Fase 3: dissertation Fase 3 staat in het teken van het afstudeerproject, de dissertation. Dit is een veelomvattend traject dat bestaat uit een literatuuronderzoek en een praktijkdeel, het Masters Project. Je werkt aan een gecompliceerde situatie die direct in verband staat met en van belang is voor je organisatie of jouw werksituatie. Door middel van de opdracht lever je een substantiële bijdrage aan het verbeteren van de resultaten in de organisatie. Uiteraard moet de organisatie

15 OPLEIDINGSGIDS VOORJAAR 2009 de betrokkenheid van de student bij fundamentele kwesties toestaan en er moet draagvlak zijn voor het afstudeerproject. Centraal staan vraagstukken die van strategisch belang zijn voor de organisatie op de middellange termijn. De mondelinge verdediging van de dissertation vindt plaats tijdens de Viva Voce. Als je deze met goed gevolg doorstaat, ontvang je de titel Master of Business Administration. Gehuld in toga en getooid met de hat mag je tijdens de jaarlijkse Graduation Ceremony je bul in ontvangst nemen. In de dissertationfase word je begeleid door een interne examinator (internal). Tijdens de intervisiebijeenkomsten bespreek je met medestudenten de voortgang van je afstudeeronderwerp. Naast de dissertation schrijf je in Fase 3 een Organisatie Analyse (OA) en een Evaluatie Management Leerervaringen (EML). Voor meer informatie over deze opdrachten verwijzen we naar hoofdstuk 4: De opdrachten. 2.3 Specialisatiemogelijkheden 2.3.1 Major Als je je meer wilt verdiepen in een bepaald thema, kun je een major volgen. Dit is een specialisatie waarmee je meer richting kunt geven aan je studie. De specialisatie is bedoeld als verdiepingsmogelijkheid rond een onderwerp dat breder is dan de verschillende core courses die in het vaste programma worden aangeboden. Je volgt een Masterclass die je afsluit met een paper. Daarnaast heeft een major gevolgen door een aantal opdrachten in fase 2 en de dissertation. Dit wordt nader beschreven in hoofdstuk 4. Als je een major hebt gedaan wordt dit vermeld op je MBA-bul. Je kunt maximaal één major volgen. biedt op dit moment de volgende majors aan: Veranderkunde Leiderschap Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen Sales Financiële Dienstverlening Zorg 2.3.2 Masterclass Doe je een major, maar heb je ook belangstelling voor de andere onderwerpen? Of wil je je meer verdiepen in een bepaald thema, zonder dat je hierover een paper moet schrijven? Dan kun je de masterclasses bijwonen. Je ontvangt een certificaat als bewijs van deelname.

16 OPLEIDINGSGIDS VOORJAAR 2009 2.4 Ondersteunende middelen biedt verschillende opties die je kunnen ondersteunen in je studie. 2.4.1 Studentensite De studentensite van biedt een schat aan informatie die je nodig hebt tijdens je studie. Je bereikt de site via onze algemene website www.bsn.eu. Kies in het menu login en dan MBA. Typ in: gebruikersnaam: mbabsnnl wachtwoord: VoorStudenten 2.4.2 Snellezen De studie brengt veel leeswerk met zich mee. Snel kunnen lezen kan dan een flinke tijdsbesparing opleveren. In de cursus Snellezen leer je in één dag diverse technieken om je leessnelheid enorm te verhogen. Daarnaast krijg je tips over hoe je je concentratievermogen optimaal kunt benutten en hoe je hetgeen je leest beter in je lange termijngeheugen kunt vastleggen. Je set adviser kan je hierover verder informeren. 2.4.3 Onderzoeksondersteuning Als je voor een ALP of je dissertation kwantitatief onderzoek wilt verrichten in de vorm van een enquête, dan kan onderzoeksondersteuning van MWM 2 je een hoop werk uit handen nemen. Dit bureau is gespecialiseerd in online onderzoek en datacollectie. Als student van kun je tegen een zeer scherpe prijs online onderzoek laten uitvoeren. Ga voor meer informatie naar je set adviser of de afdeling Programmavoorlichting. 2.4.4 Databanken Als student word je automatisch lid van twee online databanken: De Vraagbaak en EBSCO. EBSCO is een Engelstalige database waarin veel artikelen staan die je kosteloos kunt downloaden. Deze database bevat artikelen uit meer dan 1400 management tijdschriften zoals Newsweek, The Economist en Harvard Business Review. Elke maand komen er nieuwe artikelen bij.

17 OPLEIDINGSGIDS VOORJAAR 2009 Je bereikt de site van EBSCO via de studentensite. Voor het bereiken van de database van EBSCO, kijk onder de menuoptie Andere sites en typ in: username: BSinternational password: internetmba De Vraagbaak biedt artikelen uit Nederlandse managementtijdschriften. Je kunt deze tegen betaling downloaden. Het abonnement wordt je aangeboden door. De Vraagbaak stuurt je een gebruikersnaam en wachtwoord, waarmee je op de site www.devraagbaak.nl kunt inloggen. 2.4.5 Bibliotheek beschikt over een eigen collectie managementliteratuur en artikelen. Daarnaast zijn ook uitgewerkte Action Learning Projecten, leerarrangementen (papers) en Dissertations in te zien. Met name in de ontwerpfase is het handig om daaruit inspiratie op te doen. Materiaal uit de bibliotheek lenen we niet uit, maar is ter plekke in te zien. 2.4.6 Q-projects Ook van opdrachten die uitgevoerd zijn door medestudenten kun je leren. Daarom is Q-projects in het leven geroepen, een database waarin alle samenvattingen van ALP en en dissertationdocumenten zijn opgenomen. De database is bereikbaar via de website van en is alleen toegankelijk voor studenten en alumni. Met behulp van uitgebreide zoekmogelijkheden op onderwerp en auteur kunt u hier desgewenst, met name in de ontwerpfase, inspiratie opdoen. Indien je meer over de gevonden ALP of dissertation wilt weten kun je desgewenst, via de set adviser, contact opnemen met de auteur. Rapporten die onder embargo zijn geschreven, kunnen niet worden ingezien. Het verdere contact tussen de auteur en een student verloopt in principe niet via.

19 OPLEIDINGSGIDS VOORJAAR 2009 Hoofdstuk 3 Bijeenkomsten In dit hoofdstuk omschrijven we de programmaopzet, de voorbereiding van de core courses en de Action Learning Projecten. Ook gaan we kort in op een aantal aanvullende bijeenkomsten zoals de introductie van fase 3, intervisie en de opdracht waarmee de opleiding wordt afgesloten, de Viva Voce (verdediging). 3.1 Locatie Tenzij er een andere locatie is aangegeven vinden de studiebijeenkomsten plaats bij, te Buren. Het adres is: De Raadskamer Herenstraat 25 4116 BK Buren T. 0344 579 030 F. 0344 579 050 Uitgewerkte opdrachten verzend naar het postadres van Business School Nederland t.a.v. de studentenadministratie: Postbus 709 4116 ZJ Buren 3.2 Programma opzet 3.2.1 Start-up Tijdens de start-up sessie van de opleiding ontvang je het programma overzicht. Hierin vind je alle data met betrekking tot bijeenkomsten en inlevermomenten van de uit te voeren opdrachten. In de paragrafen hier onder lichten we alle bijeenkomsten in chronologische volgorde kort toe. Kennismaken Het programma begint met een start-up bijeenkomst, waarvoor twee aaneengesloten dagen zijn ingeroosterd. De eerste dag, de eigenlijke start-up,

20 OPLEIDINGSGIDS VOORJAAR 2009 is vooral bedoeld om kennis te maken met je medestudenten en met Business School Nederland. Ook worden de subsets geformeerd, zal het programma uitgebreid worden toegelicht en is er natuurlijk de gelegenheid allerlei vragen naar voren te brengen. De tweede dag staat in het teken van het creëren van authentiek persoonlijk leiderschap. Authentiek persoonlijk leiderschap creëren Centraal tijdens de tweede dag van de start-up staat je persoonlijke groei. Als begeleider loodst docent Paul Weermeijer je via een gestructureerde methode naar je (persoonlijke) drijfveren, missie en gedroomde doelen. Deze praktische aanpak helpt je om bewuste keuzes te maken, zowel in je privé- als in je professionele leven. Het levert je focus en richting op in je denken en handelen. De inhoud van de workshop is afgestemd op Action Learning en direct in de praktijk (van je opleiding) toe te passen. 3.2.2 Eerste subsetbijeenkomst Samen met je subset bepaal je waar en wanneer je met elkaar samenkomt voor de bijeenkomsten. De eerste subsetbijeenkomst wordt echter op een vastgelegde datum in Buren gehouden. Je set adviser is bij deze eerste sessie aanwezig om de groep te helpen met het vinden van de juiste invulling van deze bijeenkomsten. 3.2.3 Core course bijeenkomsten Executive MBA Operations Management (OM) 1 Ongeveer twee weken na de eerste subsetbijeenkomst kom je naar de Buren voor de eerste bijeenkomst in het kader van de core courses, in dit geval Operations Management. Studiebijeenkomsten blok 1-3 (OM, HRM en MM) Zoals je op het programma overzicht kunt zien, vinden vanaf nu de bijeenkomsten in blokken van twee of drie aaneengesloten dagen plaats. Dit zijn intensieve perioden en van groot belang voor het welslagen van je studie. Het directe contact met de vakdocenten is drie dagen per core course. Wil je hier het maximale rendement uit halen, dan is een goede voorbereiding (inlezen en vooraf vragen formuleren) essentieel. Tussen de studiebijeenkomsten blok 1-3 zijn twee extra dagen ingepland, gewijd aan respectievelijk Veranderkunde en Projectrapportage. Studiebijeenkomsten blok 4-7 (IM, FM en SM) Inmiddels ben je ruim een half jaar onderweg en heb je, als het goed is, al drie opdrachten uitgevoerd. De tweede serie studiebijeenkomsten vinden plaats volgens hetzelfde principe als die van de eerste drie blokken, met dit verschil dat

21 OPLEIDINGSGIDS VOORJAAR 2009 een en ander meer gespreid is en uitsluitend sessies van twee aaneengesloten dagen zijn georganiseerd. International Management Deze core course neemt een aparte plaats in binnen het studieprogramma en is gebaseerd op het werk van prof. dr. Pieter Klaas Jagersma, die tevens de vaste docent voor elke set is. 3.2.3 Core course bijeenkomsten Young Professional MBA Vaardigheden Je begint je studie met een blok Vaardigheden. Hiervoor kom je twee aaneengesloten dagen naar Buren. Onder begeleiding van een ervaren trainer ga je actief aan de slag met de ontwikkeling van managementvaardigheden. Deze zijn van groot belang bij het succesvol kunnen aansturen van een team en het realiseren van veranderingstrajecten. Core courses Elke drie weken heb je een middag en een avond een plenaire sessie. De eerste drie bijeenkomsten staan in het teken van Operations Management, daarna HRM, enzovoort. Wil je hier het maximale rendement uithalen, dan is een goede voorbereiding (inlezen en vooraf vragen formuleren) essentieel. Studiereis naar Praag: International Management De core course International Management volg je volledig tijdens de studieweek in Praag. Je volgt daar lessen en bezoekt een aantal bedrijven. De week wordt afgesloten met een groepsopdracht en een presentatie. 3.2.4 Veranderkunde De workshop Veranderkunde bestaat uit één lesdag. Prof. dr. Leon de Caluwé heeft na uitgebreid onderzoek een verandertheorie ontwikkeld (zie Leren Veranderen ) waarin kleuren een belangrijke rol spelen. Met die kleuren typeert hij verschillende soorten veranderingen, veranderende organisaties en veranderaars. Tijdens de workshop leer je wat de theorie precies inhoudt en hoe je deze praktisch toe kunt passen. 3.2.5 Projectrapportage In de workshop Projectrapportage krijg je informatie over het opzetten van een Action Learning Project. Een vertegenwoordiger van RFC, het externe instituut dat je werkstukken in Fase 2 beoordeelt, geeft tijdens deze sessie toelichting op het schrijf- en het onderzoeksproces en de beoordelingscriteria.

22 OPLEIDINGSGIDS VOORJAAR 2009 3.2.6 ALP -intervisie Intervisie is een belangrijk onderdeel van Action Learning. Het doel is om je eigen professionaliteit te vergroten door met anderen ervaringen uit te wisselen en vraagstukken te bespreken. Het is geschikt voor gemengde groepen met professionals uit verschillende disciplines. Het accent ligt vooral op reflectie, communicatie en probleemstelling. In het studieprogramma (zowel tijdens fase 2 als fase 3), worden in overleg tussen set adviser en set, verschillende data gepland voor intervisie. Algemeen doel van de intervisie in fase 2 is uitwisseling van kennis en ervaringen met betrekking tot de individuele ALP-onderwerpen. 3.2.7 MBA in Perspectief Ter afronding van fase 2 kun je facultatief deelnemen aan het seminar MBA in Perspectief. Tijdens deze laatste gezamenlijke bijeenkomst zal prof. dr. Pieter Klaas Jagersma een rode draad spinnen door alle behandelde core courses heen. De verschillende vakken worden niet dunnetjes overgedaan, maar geplaatst in / gekoppeld aan de (normatieve) vraagstelling: hoe hoort goed management eruit te zien? Vanzelfsprekend staat de praktische invalshoek centraal. 3.2.8 Oriëntatie Fase 3 In overleg met de set roostert de set adviser een dagdeel in voor een uitgebreide toelichting op de derde fase. Dit betreft uitleg omtrent de verschillende opdrachten, de procedure tijdens het uitvoeren van je dissertation en algemene tips om je studie tot een goed einde te brengen. 3.2.9 Intervisie Fase 3 Juist tijdens het werken aan een individueel traject als bij de dissertationfase, kunnen intervisie bijeenkomsten een extra impuls geven aan je inspanningen. Als richtlijn geldt dat er drie intervisiebijeenkomsten plaatsvinden in Fase 3. Wanneer het zover is, spreek je met de set adviser af wanneer en met welke frequentie intervisie plaatsvindt. 3.2.10 Viva Voce De Viva Voce vormt de afsluiting van het MBA-programma waarin je ten overstaan van een Examencommissie je dissertation mondeling verdedigt. 3.2.11 Graduation Ceremony De Graduation Ceremony is de feestelijke apotheose van een intensieve studie bij. Deze wordt jaarlijks gehouden in december. Alle

23 OPLEIDINGSGIDS VOORJAAR 2009 studenten die in het voorafgaande jaar hun MBA-studie hebben afgerond nemen tijdens de ceremonie hun bul in ontvangst. Na het officiële gedeelte is er een receptie waar alle genodigden het glas kunnen heffen op de afgestudeerden. De dag wordt afgesloten met een diner dansant.

25 OPLEIDINGSGIDS VOORJAAR 2009 Hoofdstuk 4 Opdrachten 4.1 Algemeen Binnen het Action Learning MBA programma van ligt de nadruk op het daadwerkelijk oplossen van vraagstukken. De oplossing die je beschrijft moet daadwerkelijk kunnen worden geïmplementeerd. Je leert knelpunten te onderzoeken binnen een bepaalde systematiek en verbeteringen te initiëren en door te voeren in je eigen organisatie. De opdrachten worden schriftelijk/digitaal beoordeeld. Dat geldt ook voor de dissertation, hoewel daar ook een mondeling aspect aan zit daar je dit eindwerkstuk tijdens de Viva Voce verdedigt. 4.1.1 Vertrouwelijkheid Alle opdrachten worden door vertrouwelijk behandeld. Inzage van opdrachten van overige deelnemers is bij Business School Nederland niet mogelijk, tenzij de student hiervoor schriftelijk toestemming heeft gegeven. RFC en zijn beoordelaars hebben zich verplicht om alle door studenten ter beschikking gesteld documenten vertrouwelijk te behandelen. In dit hoofdstuk wordt elk in te leveren werkstuk afzonderlijk toegelicht. Tabel 3 geeft hiervan een totaaloverzicht, gerelateerd aan elk van de vier varianten van het MBA-programma. Raadpleeg de kolom die betrekking heeft op de door jou gekozen richting. Nadere uitleg omtrent de beoordeling volgt in Hoofdstuk 5 van deze gids.

26 OPLEIDINGSGIDS VOORJAAR 2009 MBA-programma Executive MBA Executive MBA Young Professional Young Professional + Major MBA MBA + Major Opdracht voorafgaand aan fase 2: OV OV OV OV Opdrachten Fase 2: OM ALP ALP ALP ALP HRM LA: Advies LA: Advies LA: Advies LA: Advies MM ALP ALP ALP ALP IM ALP ALP ALP LA: PEP FM LA: Advies LA: Advies LA: Advies LA: Advies SM ALP LA: PEP Groeps ALP Groeps ALP en presentatie en presentatie IntM Groeps ALP Groeps ALP Groepsopdracht Groepsopdracht en presentatie en presentatie Major LA: PEP LA: PEP Opdrachten Fase 3: OA OA OA OA Dissertation LO LO LO LO MP MP MP MP Diss Abstr Diss Abstr Diss Abstr Diss Abstr PM PM PM PM EML EML EML EML Tabel 3: Overzicht opdrachten fase 2 en 3 per MBA-programma Gebruikte afkortingen OV Organisatieverslag ALP Action Learning Project LA: Advies Leerarrangement Advies en Implementatie LA: PEP Leerarrangement Persoonlijk Effectiviteitspaper OA Organisatie Analyse LO Literatuur Onderzoek MP Master s Project Diss Abstr Dissertation Abstract PM Project Monograph EML Evaluatie van Management Leerervaringen

27 OPLEIDINGSGIDS VOORJAAR 2009 4.1.2 Organisatieverslag (OV) Doelstelling Door gebruik te maken van Action Learning is studeren bij Business School Nederland waar mogelijk gerelateerd aan de werksituatie van de student. Daarom vragen we je om bij aanvang van het MBA-programma een korte schets van je werkomgeving beschikbaar te stellen aan de docenten, je set adviser en je medestudenten. Je doet dit in de vorm van een beknopt organisatieverslag, maximaal 3 pagina s. Dit is een verplicht onderdeel van het programma. Het organisatieverslag geeft inzicht in je werkomstandigheden. Als iedereen over deze achtergrondinformatie beschikt, komt dat de samenwerking in de (sub)set ten goede. Voor de begeleiding en in de core courses is het ook voor de set adviser en docenten van belang om op de hoogte te zijn van de organisatorische context van elke student. Het organisatieverslag moet op papier in 30-voud worden ingeleverd tijdens de start-up sessie. Alle exemplaren moeten worden voorzien van een (gecopieerde) foto. Omvang 3 pagina s (1.350 woorden) Inleveren op papier in 30-voud meenemen naar de start-up sessie 4.1.3 Opmerking over de omvang Met betrekking tot elke schriftelijke opdracht geeft BSN een indicatie van de omvang uitgedrukt in aantal woorden. Hierbij wordt uitgegaan van documenten in A4 formaat, met een gemiddelde van 450 woorden per bladzijde. Wanneer je tijdens het schrijfproces het idee krijgt dat een werkstuk de gegeven omvangsrichtlijn substantieel gaat overschrijden, is het in eerste instantie je eigen verantwoordelijkheid om kritisch te beoordelen waar je mogelijkerwijs kunt inkorten. Mocht je hier niet uitkomen, neem dan contact op met je set adviser. 4.2 Opdrachten in fase 2 4.2.1 Action Learning Project (ALP) Doelstelling Een Action Learning Project is de belangrijkste toetsingsvorm in fase 2. Het ALP verbindt de concepten uit het studiemateriaal van de core courses en de (sub) setbijeenkomsten met de realiteit zoals die zich in je organisatie voordoet. Je kunt hierbij denken aan het gevoerde beleid, aan bepaalde handelwijzen en aan discussiepunten die in de organisatie een rol spelen.

28 OPLEIDINGSGIDS VOORJAAR 2009 Hoewel het niet noodzakelijk is dat alle ALP en in de eigen organisatie worden uitgevoerd, gaat hier wel de voorkeur naar uit. vindt het belangrijk dat de projecten binnen je directe invloedssfeer liggen. Het is mogelijk om een ALP uit te voeren ten behoeve van een goed doel. Hierbij kun je denken aan projecten in organisaties zoals Vluchtelingenwerk, Artsen zonder Grenzen, Novib, Cordis, etc. Maar ook minder omvangrijke projecten zoals buurtwerk, scholen of verzorging en opvang komen in aanmerking. Goede doel ALP en moeten aan dezelfde eisen voldoen als de reguliere ALP en. Ze worden dan ook volgens dezelfde systematiek beoordeeld. Eerste ALP Het eerste ALP (over het algemeen Operations Management) dat je inlevert, geldt als concept dat op de geldende criteria wordt beoordeeld. Als je niet tevreden bent met het resultaat, of van mening bent dat er, mede op basis van het ontvangen commentaar, relatief eenvoudig verbeteringen kunnen worden aangebracht, dan is er de mogelijkheid om binnen drie weken een tweede versie ter beoordeling in te leveren. De beoordeling van het tweede ALP is dan definitief. Opzetten van een Action Learning Project Het goed uitvoeren van een Action Learning Project (ALP) vergt nogal wat tijd en inspanning en bovendien support vanuit het bedrijf. In het begin van de opleiding besteden we in één van de setbijeenkomsten van Operations Management specifiek aandacht aan de eisen die aan het ALP worden gesteld. Voor elk ALP schrijf je eerst een voorstel dat je bij de docent ter beoordeling inlevert. ALP-voorstel In het voorstel geef je kort aan om welk probleem het gaat, wat het te verwachten resultaat is, hoe je dit probleem aanpakt en welke instrumenten je wilt gebruiken. De docent beoordeelt grondig de haalbaarheid van het project. Verder staan de volgende drie vragen bij deze beoordeling centraal: Is het onderwerp niet te breed? Is het waarschijnlijk dat het knelpunt door de student opgelost kan worden (niet te hoog gegrepen)? Is het waarschijnlijk dat de oplossing geïmplementeerd gaat worden? Het door de docent goedgekeurde ALP-voorstel wordt als bijlage in het ALP opgenomen. Plan van Aanpak In het rapport neem je ook een hoofdstuk op waarin je het plan van aanpak weergeeft. In dat hoofdstuk ga je in op de methodologische aspecten van het project. Ook motiveer en beargumenteer je waarom je bepaalde instrumenten wel of juist niet hebt gebruikt. Daarnaast beschrijf je je intenties met betrekking tot de te onderzoeken literatuur en het uit te voeren veldonderzoek.

29 OPLEIDINGSGIDS VOORJAAR 2009 Let op: Het plan van aanpak wordt gezien als een methodologische verantwoording (vooraf), terwijl het ALP-voorstel alleen maar een voorstel is. Flexibiliteit in de wijze waarop je een probleem benadert, stellen we zeer op prijs. In de hele studie en zeker bij het ALP, is het belangrijk dat je de juiste vragen stelt. De theorie die je tijdens de bijeenkomsten en zelfstudieperioden tot je hebt genomen, moet worden toegepast in de alledaagse praktijk. Daarnaast is het vaak noodzakelijk dat ook alternatieve theorieën en informatie bij het ALP worden betrokken. raadt je aan om de ALP en ook tijdens de subsetbijeenkomsten te bespreken. Met wat betreft het plan van aanpak bevelen we aan om overleg te voeren met je (sub)setgenoten. Standaard opzet De ALP-rapportage heeft een standaardopzet, gebaseerd op een aantal elementen die ook als beoordelingscriteria gehanteerd worden (zie hoofdstuk 5). De opzet van het ALP bestaat uit de volgende stappen: Stap 1: Plan van aanpak Weergave van de aanleiding, de probleemstelling en een schets van de doelstelling(en) van het ALP. Samengevat: je geeft een beschrijving van het beoogde onderzoek en de daarbij te hanteren methoden, inclusief een argumentatie voor de keuzen die je maakt en een tijdspad. Stap 2: Onderzoek en analyse Weergave van de resultaten van het onderzoek en een nadere analyse van de bevindingen mede op basis van een vergelijking met gegevens uit de literatuur. Stap 3: Genereren en beoordelen alternatieven De conclusie(s) en aanbevelingen. Welke mogelijke acties kunnen ter verbetering ondernomen worden? En welke actie wordt waarom aanbevolen? Meerdere oplossingen wegen en beargumenteerd een keuze maken. Stap 4: Implementatie Op welke wijze kunnen de verbeteringen worden aangebracht en welke rol zie je hierbij voor jezelf weggelegd? Welke tijdsplanning en actiepunten horen daarbij? Stap 5: Reflectie Stil staan bij het behaalde onderzoeksresultaat en een vergelijking met het oorspronkelijke plan van aanpak is belangrijk om te constateren wat anders is gelopen dan beoogd en waarom. Aandacht voor het procesverloop en de evaluatie hiervan is een centraal kenmerk van Action Learning. Besteed ook aandacht aan je leerstijlen.

30 OPLEIDINGSGIDS VOORJAAR 2009 Omvang 25 pagina s (ongeveer 12.000 woorden), exclusief bijlagen. Inleveren Converteer je werkstuk bij voorkeur naar.pdf; Beperk de bestandsgrootte tot 4MB; Hanteer de volgende standaard met betrekking tot de bestandsnaam: Eerste drie letters van je achternaam, geboortedatum, soort opdracht, afkorting core course. Voorbeeld; Henk van der Pas, geboren op 4 september 1967, stuurt zijn ALP Marketing Management in. De naam waaronder hij zijn ALP opslaat en instuurt luidt dan: pas040967alpmm Stuur het per e-mail naar de volgende twee adressen: secretariaat@requestforcomment.nl (beoordelaars) abentum@bsn.eu (BSN s studentenadministratie) Samenvatting Van elk Action Learning Project schrijf je een korte samenvatting van ongeveer 10 regels. Voor een buitenstaander moet hieruit duidelijk blijken wat de aard van het project is geweest. Deze samenvattingen worden opgenomen in Q-projects, de database met samenvattingen die studenten en alumni van Business School Nederland kunnen inzien op de studentensite. Deze korte samenvatting mag geen vertrouwelijke (bedrijfsgevoelige) informatie bevatten. Stuur dit als afzonderlijk wordt document naar BSN s studentenadministratie: abentum@bsn.eu 4.2.2 Leerarrangement Advies en Implementatie (LA advies) Doelstelling In 2.1.5 van deze opleidingsgids heb je al iets kunnen lezen over het concept Virtual Action Learning (VAL). Bij aanvang van de core courses die via de VAL worden aangeboden (HRM en FM) ontvang je alle benodigde informatie digitaal. Op deze plaats beperken we ons dan ook tot een korte beschrijving de inleveren omvanginstructies voor de afrondende opdracht bij deze core courses. Na uitvoering van dit Leerarrangement ben je in staat om te fungeren als sparringpartner van de directie op het betreffende vakgebied. Hiertoe beheers je de kennis en vaardigheden om op bondige wijze een advies te formuleren en een bijbehorend implementatieplan te presenteren.

31 OPLEIDINGSGIDS VOORJAAR 2009 Omvang 5 pagina s (ongeveer 2.500 woorden), exclusief bijlagen. Inleveren Converteer je werkstuk bij voorkeur naar.pdf; Beperk de bestandsgrootte tot 4MB; Hanteer dezelfde standaard voor de bestandsnaam als bij het ALP: Voorbeeld; Henk van der Pas, geboren op 4 september 1967, stuurt zijn LA Advies & Implementatie t.b.v. de core course Financieel Management in. De naam waaronder hij dit opslaat en instuurt luidt dan: pas040967advieslafm Stuur het per e-mail naar de volgende twee adressen: secretariaat@requestforcomment.nl abentum@bsn.eu 4.2.3 Groeps ALP International Management (Executive MBA) Doelstelling Tijdens International Management staan de zakelijke contacten met andere culturen centraal. Na afloop van deze course maak je een groepsopdracht vanuit de doelstelling dat je aan den lijve ondervindt hoe het is om met en in het buitenland zaken te doen. Het belangrijkste onderdeel van deze opdracht betreft een studiereis die je in een groep van 4-5 personen (meestal je subset) zelfstandig organiseert. Deze groepsreis dient plaats te vinden na de tweedaagse Internationaal Management bijeenkomsten in Buren. ALP-voorstel Twee weken voor de bijeenkomst mail je de subsetvragen én het ALP-voorstel naar de docent Pieter Klaas Jagersma: pkj@wxs.nl Dit voorstel is minder strikt gestructureerd dan dat van de andere ALP en en het volstaat doorgaans om hiertoe op een ½ A4 tje de volgende aspecten te belichten: welk land wordt bezocht; welke bedrijfstak het betreft; beschrijving van het product of dienst het betreft; de dominante functionaliteit (m.a.w. op welk van de reeds behandelde management disciplines de nadruk ligt). ALP-opzet Meestal komt het project neer op een business plan met betrekking tot een product/dienst. Hoe hier invulling aan wordt gegeven, is afhankelijk van de voorkeur van de subset en wordt in eerste instantie dan ook aan hen over gelaten.

32 OPLEIDINGSGIDS VOORJAAR 2009 De opzet komt grotendeels overeen met die van de andere ALP en (zie onder standaard opzet in 4.2.1.) maar de criteria genereren en beoordelen alternatieven en implementatie zijn niet van toepassing op dit werkstuk. In plaats daarvan ligt de nadruk op het aspect onderzoek en analyse. Omdat je deze opdracht als groep uitvoert (en dus ook één gezamenlijk werkstuk indient), word je geacht in de rapportage ook aandacht te besteden aan de ervaringen met betrekking tot de samenwerking. Dit aspect geldt ook als beoordelingscriterium. Omvang 15 pagina s (ongeveer 7.000 woorden), exclusief bijlagen. Inleveren in tweevoud in geprinte vorm afgeven bij/opsturen naar BSN s studentenadministratie de bijlagen als apart document aan beide kopieën toevoegen. 4.2.4 Groeps ALP en presentatie Strategisch Management (Young Professional MBA) Bij aanvang van de core course Strategie, ontvang je gedetailleerde informatie over deze opdracht. Hierbij een samenvatting. Doelstelling Bij de core course Strategisch Management komen alle reeds doorlopen core courses samen. Tijdens deze periode werk je in subsets aan een vraagstuk van één bedrijf, waar je als groep externe adviseurs een strategisch vraagstuk onderzoekt. Presentatie Op een nader overeen te komen datum, houd je als groep een presentatie over het onderzoek ten overstaan van: a) het management van het bedrijf waar onderzoek is gedaan; b) de examencommissie (docent, set adviser, externe beoordelaar), en c) de overige setgenoten. Ter voorbereiding op de opdracht wordt hier tijdens elke bijeenkomst één uur aandacht aan besteed. Op de derde bijeenkomst presenteert elke subset het plan van aanpak. Zodra een bedrijf/opdrachtgever is gevonden en de docent goedkeuring heeft gegeven voor het onderzoek, neemt contact op met de opdrachtgever om de opdracht formeel te bevestigen.

33 OPLEIDINGSGIDS VOORJAAR 2009 Inleveren Naast de presentatie, lever je drie verschillende documenten aan: Rapportage voor de opdrachtgever Rapportage met groepsreflectie Individuele reflectie Rapportage voor de opdrachtgever Dit is een eigen document dat moet worden gezien als managementadviesrapport. Geen ALP rapportage! In dit document neem je ook geen reflectie op. De indeling, opzet etc. staan geheel vrij en het is dan ook aan de groep om de meest geschikte vorm te kiezen. Rapportage met groepsreflectie (niet voor de opdrachtgever) In de reflectie op groepsniveau moet o.a. het volgende worden weergegeven: een samenvatting van de uitkomst van het onderzoek; een verslag van het proces en de onderlinge samenwerking (hoe is het proces tot stand gekomen en ingericht, hoe hebben de studenten als groep gewerkt, wat waren de cruciale beslissingsmomenten en hoe zijn de besluiten genomen, hoe waren de taken verdeeld); een analyse van de relatie tussen uitkomst en proces. Individuele reflectie Hierin beschrijf je o.a. je persoonlijke leerpunten en wat je vond van de uitkomst. Omvang Daar de vorm van de rapportage aan de inventiviteit van de deelnemers wordt overgelaten, is op deze opdracht geen omvangsrichtlijn van toepassing. 4.2.5 Groepsopdracht en presentatie International Management (Young Professional MBA) Doelstelling Tijdens International Management staan de zakelijke contacten met andere culturen centraal. Na afloop van deze course maak je een groepsopdracht vanuit de doelstelling dat je aan den lijve ondervindt hoe het is om met en in het buitenland zaken te doen.