Deze PPT werd gegeven op de intervisie decreet lokaal sportbeleid van ISB in het voorjaar 2013. De slides zijn een vertaalslag van een eerdere opleiding omtrent BBC en Sport (door Q&A) naar de praktijk en aandachtspunten van het decreet lokaal sportbeleid. 1
- De gemeente kiest zelf wat men onder prioritaire of niet-prioritaire doelstellingen zet - De Vlaamse Beleidsprioriteiten kunnen zowel onder prioritaire als niet-prioritaire doelstellingen komen. - Prioritair beleid zijn de speerpunten van de coalitie, waarover de bestuursploeg regelmatig zal rapporteren naar de gemeenteraad - Zo kan bv een actie rond een nieuwe naschoolse sportacademie onder de doelstelling kinderopvang deel uit maken van het prioritair beleid - Een nieuwe subsidies rond professionalisering of samenwerking van sportclubs (BPS2) kan een plaats hebben in het prioritair beleid - Uit de praktijk blijkt dat het prioritair beleid een gericht selectie van beleidskeuzes en opties zal zijn en geen gedetailleerd werkplan. - Niet-prioritair beleid is het overige lopende beleid. Dit wil niet zeggen dat dit onbelangrijk beleid is. - Het organiseren sportkampen in schoolvakanties kan een plaats krijgen onder vakantiewerking in het overig beleid. - De verderzetting van subsidies van sportclubs op basis van kwaliteit (BPS1) of subsidie voor jeugdsportbegeleiders (BPS2) kan onder overig beleid - Zowel prioritair als niet-prioritair beleid zal in doelstellingen actieplannen acties gegoten moeten worden - Niet in beleidsdoelstellingen opgenomen verrichtingen gaat over verrichtingen omtrent electriciteit, verwarming, - De gemeenten zijn vrij het aantal doelstellingen en het detailniveau van actieplannen en acties te bepalen - Zorg voor een evenwicht tussen beheersbaarheid en beleidsmatig helder en duidelijk wat betreft aantal en detailniveau - Het nieuwe meerjarenplan is een beleidsdocument, geen operationeel werkinstrument. - Zorg wel voor voldoende helderheid over wat er zal gebeuren: zowel intern tussen diensten en politici, naar de burgers en naar de Vlaamse overheid op vlak van Vlaamse beleidsprioriteiten. Benut op dat vlak ook de opdeling prioritair beleid (selectie speerpunten) en niet-prioritair beleid (lopend beleid beleidsmatig vastleggen in doelstellingen actieplan acties) 2
Algemeen: Rood: thema Oranje: doelstelling (gemeenten zijn vrij om meerdere niveau s van doelstellingen te formuleren) Paars: actieplan Blauw: actie! In deze PPT is geen bijzondere aandacht gegeven aan de formulering van de doelstelling het vb gaat om het onderwerp en algemene inhoud ervan Links: beleidsluik Rechts: financiële luik Koppeling met Vlaamse Beleidsprioriteiten De deelrapportagescode van de Vlaamse Beleidsprioriteit wordt aan de beleidszijde gekoppeld aan acties die gemeenten doen om in te spelen op de BPS n en om de subsidies te verantwoorden. Het financiële luik is bij het meerjarenplan een raming van de uitgaven/inkomsten. Bij de jaarrekening is het een afrekening van de uitgaven/inkomsten. Als gemeente moet je zorgen dat je voldoende budget voorziet bij de acties in het kader van de Vlaamse beleidsprioriteiten om de subsidies (en bestedingspercentages) te verantwoorden. Er kunnen bij een actie die gekoppeld wordt aan een Vlaamse BPS ook andere (eigen) budgetten worden voorzien. Zorg met het oog op ev. verantwoording wel dat er voldoende kosten zijn die in aanmerking komen. Voorbeeld - Het actieplan in het voorbeeld is op niveau sport geformuleerd (dit is een vb geen verplichting) - Bij de benoemde acties is er een 1 op 1 verhouding met een Vlaamse BPS en een specifiek reglement - Voor BPS1 en 2 is het aanbevolen om een 1 op 1 verhouding te maken tussen een actie en een reglement (niet verplicht) om zo intern als naar Vlaanderen helder te zijn. -Indien er onder 1 actie meerdere elementen zitten, dan is het aangewezen via een toelichtingsveld duiding te geven, zodat intern in de gemeente en naar Vlaanderen duidelijk is wat deze actie inhoud met welke middelen. 3
In het voorbeeld is het actieplan voor verschillende beleidsvelden geformuleerd (jeugd, sport en cultuurverenigingen bv.) Er onder vallen verschillende acties - subsidiereglementen 4
Een actie voor een bepaalde beleidsprioriteit (hier bv. BPS2) kan ook bij een ander actieplan (bv. rond vrijwilligerswerk) staan. 5
In dit voorbeeld is er een doelstelling omtrent sport Het is een relatief gedetailleerde doelstellingen actieplan acties boom. Naast jeugdsportaanbod kan er ook volwassenaanbod en seniorenaanbod zijn. Dit is een mogelijkheid. De gemeente is vrij het detailniveau zelf te bepalen. 6
In dit voorbeeld is er een doelstelling op vrijetijdsniveau. Er is een actieplan dat BPS3 covert Er zijn acties die algemeen formuleren wat er gebeurt op vlak van andersgeorganiseerde sport Dit is een mogelijkheid. Gemeenten zijn vrij om het detailniveau te bepalen. 7
Acties in het kader van BPS3 kunnen ook onder niet-sportieve actieplannen of doelstellingen komen. Zo kan de naschoolse sportacademie passen in het lokaal beleid rond kinderopvang. 8
Bepaalde acties kunnen van toepassing zijn op 2 beleidsvelden (bv. jeugd en sport). Er kunnen dan één of meerdere deelrapportagecodes aan gekoppeld worden. Bv: sport- en speelkampen in de zomer, sport- en speelstraten. Het is dan aangewezen (welke budgetten welke subsubsidies) duiding te geven. Zowel intern (jeugddienst sportdienst - of intern vrijetijd), maar ook ter verantwoording naar Vlaanderen (administratie Jeugd en Bloso) 9
Acties in het kader van BPS3 kunnen ook onder niet-sportieve actieplannen of doelstellingen komen. Zo kunnen begeleide wandelingen passen onder toerisme en ondernemen. 10
Een actie ikv BPS4 kan passen onder het algemeen beleid rond andersvaliden in de gemeente. 11
Idem slide 8 12