Het College is positief over het advies van de commissie en neemt de aandachtspunten ter harte.

Vergelijkbare documenten
AGENDAPUNT ONTWERP. Onderwerp: Projectoverstijgende Verkenning (POV) Centraal Holland Nummer: Voorstel

POV CENTRAAL HOLLAND Oplegnotitie bij SOK t.b.v. interne bestuurlijke behandeling najaar 2014.

AGENDAPUNT 3.3 ONTWERP. Onderwerp: Ontwerp begroting 2015 Nummer: Voorstel

Onderwerp: Veiligheid Nederland in Kaart Nummer: Dit onderwerp wordt geagendeerd ter kennisneming (n.a.v.) besluitvorming college)

AGENDAPUNT ONTWERP. Onderwerp: Wijziging Gemeenschappelijke Regeling BghU Nummer: Voorstel

AGENDAPUNT 8 ONTWERP. Onderwerp: Grootonderhoudsplan Oevers 2013 tot 2018 Nummer: Voorstel

een aanvullend krediet van ,- toe te kennen voor de uitgevoerde herstelwerkzaamheden aan de Oude Sluis te Nieuwegein.

AGENDAPUNT 3.2 ONTWERP. Onderwerp: GOP Zuiveringstechnische werken Nummer: v9. Voorstel

Nieuwe veiligheidsnormen in relatie tot de Omgevingswet. Richard Jorissen

Als bijlage bij dit voorstel is het communicatieplan voor de vier projecten bijgevoegd (bijlage 6).

INGEKOMENN STUK. Aan algemeen bestuur 23 april Voorstel aan ab Kennisnemen van

AGENDAPUNT 3.8 ONTWERP. Onderwerp: Wijziging Gemeenschappelijke Regeling Het Waterschapshuis Nummer: Voorstel

De grondverwerving is geregeld met de proefboerderij Zegveld voor zowel de omleiding als voor de naast gelegen grond.

HAMERSTUK. Beslispunt 1 is aangepast in die zin dat in te stemmen met gewijzigd is in kennis te nemen van.

AGENDAPUNT 6 ONTWERP. Onderwerp: Visie op de legger Nummer: Voorstel

AGENDAPUNT 10 ONTWERP. Onderwerp: Instemmen met wijziging gemeenschappelijke regeling BghU Nummer: Voorstel

AGENDAPUNT 3.6 ONTWERP. Onderwerp: Wijziging belastingverordeningen voor 2015 Nummer: Voorstel

VOORSTEL AAN HET ALGEMEEN BESTUUR

1. Er mee in te stemmen om de Gemeenschappelijke regeling AQUON 2011 aan te vullen met een nieuw artikel 29a Borgtocht.

Hamerstuk AGENDAPUNT 5. Onderwerp: Instemmen met wijziging gemeenschappelijke regeling BghU Nummer: Voorstel

HAMERSTUK AGENDAPUNT 3. Onderwerp: anti-afhaaksubsidie Nummer: v4. Voorstel

Onderwerp: Financiering van oeverherstelwerk aan de primaire waterkering in IJsselstein (nabij het Klaphek)

PUNT NR. 9 VAN DE AGENDA VAN DE VERGADERING VAN HET ALGEMEEN BESTUUR D.D. 19 december 2013.

Routing Paraaf Besluitvormingstraject Besluit. 17 juni Water & Wegen

Hoe komt dat dijken die 6 jaar geleden wel zijn goedgekeurd nu ineens niet door de toetsing komen?

1. Voorstel aan commissie Aan de commissie wordt advies gevraagd op onderstaand voorstel aan het ab:

AGENDAPUNT 9 ONTWERP. Onderwerp: Wijzigen delegatieregeling Nummer: Voorstel

Parafering besluit D&H H Conform Geparafeerd door: Noordtzij, H.

AGENDAPUNT 4 ONTWERP. Onderwerp: Krediet aanvraag vervanging puntbeluchting rwzi Leidsche Rijn Nummer: Voorstel. Stelt het college u voor om

AGENDAPUNT 7 ONTWERP. Onderwerp: Bijstelling realisatie 1e fase Energiefabriek Nieuwegein Nummer: Voorstel. Het college stelt u voor om

Parafering besluit PFO Bom B Conform Geparafeerd door: Cuypers, M.P. D&H H Conform Geparafeerd door: Cuypers, M.P.

INLEIDING. Onderwerp: Plan van Aanpak Brug Goejanverwelle, augustus 2013 Nummer:

A L G E M E E N B E S T U U R

HAMERSTUK AGENDAPUNT 4. Onderwerp: Afkoop en herfinanciering landinrichtingsrente Lopikerwaard Nummer: Voorstel

In aansluiting op de eerder gezonden planning. Wil ik je vragen bijgaande memo ter informatie mee te willen nemen naar de komende collegevergadering.

AGENDAPUNT 3.2. ONTWERP. Onderwerp: wijziging Richtlijnen Overname Afvalwater Nummer:

1. Voorstel aan ab. 2. Bestuurlijke aanleiding en vraag

Onderwerp: Risico inventarisatie project rwzi Utrecht Nummer: Dit onderwerp wordt geagendeerd ter kennisneming ter consultering ter advisering

Parafering besluit PFO Bom Geparafeerd D&H B Gewijzigd akkoord Geparafeerd door: Kooiman, A.I.L. Kruijssen, C.J.M.

AGENDAPUNT 9 ONTWERP. Onderwerp: Krediet renovatie rwzi De Meern Nummer: Voorstel. Het college stelt u voor om

Parafering besluit PFO Hou O Conform Geparafeerd door: Tekke, R.M.H. D&H B - Geparafeerd door: Tekke, R.M.H.

In het kader van de behandeling van dit voorstel merken wij nog het volgende op:

AGENDAPUNT 14. Onderwerp: restauratie en renovatie van de bijgebouwen Dijkhuis Jaarsveld. Nummer: Voorstel

Commissie Bestuur, Middelen & Waterketen. Commissie Water & Wegen. 26 april Datum vergadering CHI. 11 mei 2016

AGENDAPUNT 5. Onderwerp: Krediet aanvraag vervanging puntbeluchting rwzi Leidsche Rijn Nummer: Voorstel. Stelt het college u voor om

A L G E M E E N B E S T U U R

AGENDAPUNT 4a/b. Onderwerp: Bijstelling realisatie 1e fase Energiefabriek Nieuwegein Nummer: Voorstel. Het college stelt u voor om

Beoordelen volgens de nieuwe normering. Paul Neijenhuis (TM Centraal Holland)

In D&H: Steller: E. Lodder BMZ Telefoonnummer: 5881 SKK Afdeling: Management ondersteuning In AB: Portefeuillehouder: Kromwijk

Routing Paraaf Besluitvormingstraject Besluit. Datum vergadering D&H. 23 april Agendapunt. Commissie Water & Wegen.

gehoord hetgeen in het kader van een consultering door de commissie SKK op 3 april 2014 naar voren is gebracht;

AGENDAPUNT 6 ONTWERP. Onderwerp: Bouw nabezinktank rwzi Wijk bij Duurstede Nummer: Voorstel. Stelt het college u voor om

A L G E M E E N B E S T U U R

gelet op het op 7 juli 2010 gesloten akkoord tussen vertegenwoordigers van werkgevers en werknemers in de sector waterschappen

Onderwerp: Besluitvorming oevererosie - aanbod Rijkswaterstaat Nummer:

Voorstel Het dagelijks bestuur adviseren over onderstaand conceptvoorstel aan het algemeen bestuur.

Parafering besluit PFO Hou I Conform Geparafeerd door: Heusden, S. van D&H I - Geparafeerd door: Cuypers, M.P.

AGENDAPUNT 3.5 ONTWERP. Nummer: Onderwerp: Onderhoudsplan deel 1; Meerjarenonderhoudsplannen GHIJ i.r.t bestemmingsreserve.

Presentatie voorlopig programmavoorstel Startbijeenkomst consultatieperiode

op voordracht van dijkgraaf en hoogheemraden van 12 november 2013, kenmerk 33461;

bij de renovatie van de rioolwaterzuiveringsinstallatie De Meern te kiezen voor handhaving van het beluchtingssysteem met behulp van puntbeluchters.

Assetmanagement bij waterkeringen

agendapunt H.04 Aan Verenigde Vergadering ONTWERP 1E WIJZIGING BEGROTING 2015 VAN GR REGIONALE BELASTING GROEP

INVESTERINGSVOORSTEL AAN HET COLLEGE VAN DIJKGRAAF EN HEEMRADEN

HWBP en de nieuwe normen

OVERZICHT MOTIES/AMENDEMENTEN AB 2011

Gezien het rapport van BMC van december 2012, met projectnummer

PROVINCIAAL BLAD. Wijziging van de Verordening ruimte 2014, provincie Noord-Holland

Visie Water en Ruimtelijke Ontwikkeling bijlage 1

INVESTERINGSVOORSTEL AAN HET ALGEMEEN BESTUUR

AGENDAPUNT 7. Onderwerp: Aankoop percelen BBL Nummer: Voorstel

Dijken versterken en rivieren verruimen

Dijken versterken en rivieren verruimen

Nieuw Waterveiligheidsbeleid

Parafering besluit PFO Woo B Gewijzigd akkoord Ingetrokken D&H B Conform Geparafeerd

Uitvoeringsbesluit regionale waterkeringen West-Nederland 2014

CONVENANT BESTUURLIJKE EN OPERATIONELE COÖRDINATIE DIJKRINGEN 14, 15 EN 44

Voorstel aan dagelijks bestuur

Hamerstuk AGENDAPUNT 4. Onderwerp: Wijziging regelingen veranderagenda en veegwet Nummer: Voorstel

Gevraagd besluit Verenigde Vergadering Het nakomen van gemaakte afspraken met de gemeente Westland onderschrijven.

Opgaven en dilemma s dijkprojecten

agendapunt 3.b.7 Aan College van Dijkgraaf en Hoogheemraden AANPAK KLIMAATADAPTATIE 2016 Datum 5 januari 2016

Voorstellen. Waterschap Hollandse Delta. John Ebbelaar Hoofd afdeling Plannen en Regie

agendapunt 3.b.12 Aan College van Dijkgraaf en Hoogheemraden STRATEGISCH KETENPLAN NETWERK AFVALWATERKETEN DELFLAND Datum 10 november 2015

agendapunt 3.b.1 Aan College van Dijkgraaf en Hoogheemraden INVESTERINGSPLAN EN UITVOERINGSKREDIET BUITENGEWOON ONDERHOUD GROENE KADES 2015

15e themadag HWBP november 2014 Nieuwegein

Bijgevoegde Beleidsvisie keur 2013 vast te stellen, waarin de volgende hoofduitgangspunten worden gehanteerd:

Veiligheid primaire waterkeringen,

Samen Ontwikkelen. Stuurgroep Nationaal Landschap Groene Hart i.o. 19 september 2012 / concept

Rivierverruiming in een nieuw perspectief

Beoogd effect een efficiënte en klantgerichte uitvoering van de taken op het vlak van belastingen, met geminimaliseerde bedrijfsrisico's.

gelet op de bijlage bij Toekomstscenario rwzi Utrecht de notitie "Onderbouwing op het beslispunt om de rwzi Maarssenbroek op te heffen

Gelet op het bepaalde in artikel 12 en 13 van de Verordening beleids- en verantwoordingsfunctie Hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden

Programma Zwakke Schakels Kust

agendapunt Aan Verenigde Vergadering EVALUATIE BELEIDSNOTA GRONDWATERBEHEER

Onderwerp: wijziging waterverordening hoogheemraadschap Rijnland

Aankoop percelen BBL nr. 09.WSB/204

BESLUITENLIJST VAN DE VERGADERING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN 9 OKTOBER Besluitenlijst van de vergadering 2 oktober 2018 vastgesteld.

ALGEMEEN BESTUUR. Argumenten 1.1 Prognose eindstand traject 1 (Oostersluis-Bronssluis) Eemskanaal ligt ,- onder uitvoeringskrediet

AGENDAPUNT 4 ONTWERP. Nummer: v9. Onderwerp: Extra krediet watergebiedsplan Zegveld & Oud-Kamerik. Gelezen

Transcriptie:

VOORSTEL AAN HET ALGEMEEN BESTUUR AGENDAPUNT 4.4.A/5.4. B Onderwerp: Projectoverstijgende Verkenning (POV) Centraal Holland Nummer: 871302 In D&H: 11-11-2014 Steller: J. van Hove In Cie: BMZ 25-11-2014 Telefoonnummer: (030) 634 58 31 SKK Afdeling: Waterkeringen In AB: 17-12-2014 Portefeuillehouder: Poelmann Geheim: ja nee Eerdere besluiten: nee ja, nl. - DM 775479 Consultatie Regio-advies Nederrijn/Lek, Cie. BMZ 21-1-2014 - Informatieve AB-bijeenkomst Deltaprogramma, AB 4-3-2014 - DM 865053 Krediet lopende uitgaven POV-CH, Cie BMZ 25-11-2014 - DM 858937 Ontwerp-begroting 2015, AB 19-11-2014 Voorstel gelezen het Regioadvies Nederrijn/Lek van april 2014, waarin de breed gedragen strategie is vastgelegd om het veiligheidstekort vanwege de afgekeurde C-keringen in Centraal Holland, langs de Hollandse IJssel, het Amsterdam-Rijnkanaal en Noordzeekanaal, te vinden in het versterken van de dijken langs Nederrijn en Lek. gelezen de Deltabeslissingen van 16 september 2014, waar in het deelprogramma Veiligheid een nieuwe veiligheidsbenadering is vastgelegd met daarin verhoogde normen voor 2050 voor de Nederrijn- en Lekdijk. gelet op het Hoogwaterbeschermingsprogramma 2014-2017, waarin de verkenning POV Centraal Holland is opgenomen met de hoogste urgentiegraad; Stelt het college u voor om 1. het projectgebonden aandeel van De Stichtse Rijnlanden in de kosten voor de POV Centraal Holland beschikbaar te stellen, een bedrag van 193.000, en dit ten laste te brengen van het programma Primaire, regionale en overige keringen. 2. een kredietruimte van 7.756.000 te verlenen voor de uitvoering van fase I van de POV voor de periode 2014-2017, onder kennisname dat dit bedrag niet ten laste komt van de ingelanden van HDSR door een volledige dekking van dit bedrag door subsidie van het Hoogwaterbeschermingsprogramma en bijdragen van de deelnemers (inclusief de bijdrage van HDSR), en dat een aanvullend krediet voor de uitvoering van fase II nog volgt; Advies commissie BMZ SKK De commissie BMZ adviseert positief op dit voorstel. De commissie vraagt daarbij wel aandacht voor: - de tweede laag van meerlaagsveiligheid, te weten een overstromingsrobuuste ruimtelijke inrichting; - het goed aangesloten houden van de Algemeen Besturen van de waterschappen, ook als er niet meteen directe besluiten aan de orde zijn; - De Commissie onderstreept de lijn van het College dat het hier gaat om een gezamenlijk project van drie waterschappen en Rijkswaterstaat Midden Nederland, aangezien hiermee bij alle vier de initiatiefnemers aanzienlijke investeringen in de C-keringen worden vermeden. Reactie college op advies commissie Het College is positief over het advies van de commissie en neemt de aandachtspunten ter harte. Hoewel de tweede laag van meerlaagsveiligheid niet direct binnen de scope van de POV valt, biedt de verkenning wel de aandacht om met regionale partners hier verder invulling aan te geven. Het College zegt toe daar in de komende jaren verdere aandacht voor te willen creëren. Zij zal onder meer aan de uitwerking en uitbreiding trekken van de intentieverklaring Ruimtelijke Adaptatie, die op 9 oktober is afgesloten met 871302-1 -

VOORSTEL AAN HET ALGEMEEN BESTUUR provincie en gemeenten. Ook zal het waterschap bij de (her)inrichting van nieuwe woon- en werkgebieden en vitale nutsfuncties het instrument watertoets inzetten om te komen tot waterbestendige situaties. Ook zal het College het contact met de Algemeen Besturen van de waterschappen en de directie van Rijkswaterstaat goed onderhouden, bijvoorbeeld middels een gecombineerd werkbezoek. Ten slotte hecht het College veel waarde aan de samenwerking en zal dit aspect ook na de POV-fase blijven benadrukken. 871302-2 -

INLEIDING We staan aan de vooravond van een grote dijkversterking. De afgelopen jaren is steeds duidelijker geworden, dat versterking van de Nederrijn- en Lekdijk noodzakelijk is. Klimaatverandering dringt zich op als een niet te negeren realiteit. De grotere variatie in rivierafvoeren dwingen ons verder vooruit te kijken en te anticiperen op ontwikkelingen in de verdere toekomst. Ook nieuwe inzichten over de werking van dijken, bijvoorbeeld rondom piping, maken dat we verder moeten kijken. Maar de uitdaging waar we voor staan heeft niet alleen het karakter van een bedreiging. Het biedt ook nieuwe perspectieven. Het schept nieuwe manieren van werken en biedt kansen voor innovatieve ideeën en toepassingen. Waar water is, kan natuur tot leven komen. Water trekt mensen: aan of op het water willen we graag wonen en recreëren. Aan ons de uitdaging om deze waarden met elkaar te verbinden. Dit voorstel gaat over het starten van een verkenning om te onderzoeken hoe groot onze opgave is. Maar ook om uit te vinden welke kansen er uit voort kunnen komen. Waar precies en welke maatregelen nodig zijn voor die opgave, dat moeten we de komende tijd gaan uitzoeken. Twee aanleidingen voor de verkenning Er staan twee elementen aan de basis van deze verkenning: 1. Volgens de huidige normen zijn onze Nederrijn- en Lekdijken op orde 1. De C-keringen in Centraal Holland, die de scheiding vormen tussen de dijkringen 14, 15 en 44, voldoen echter niet en zouden volgens de huidige normen flink verhoogd moeten worden. Kortgezegd is de kans op een overstroming weliswaar binnen de huidige normen, maar zijn de gevolgen veel groter door de ontoereikende C-keringen. Daarmee is het risico nu onacceptabel groot. 2. In de Deltabeslissingen van september 2014 is gekozen voor een nieuwe veiligheidsbenadering en staat een voornemen voor nieuwe, hogere normen voor de Nederrijn- en Lekdijk. Hiermee bereiden we ons voor op de verdere toekomst. Afgekeurde C-keringen in Centraal Holland Voor HDSR liggen de C-keringen langs de gekanaliseerde Hollandse IJssel en op de westelijke oever van het Amsterdam-Rijnkanaal en Lekkanaal. Bij een eventuele doorbraak overstroomt naast dijkring 15 of 44 ook dijkring 14 tot diep in de Randstad. Een belangrijk deel van de Randstad is hierdoor veel minder veilig dan vereist. Het verbeteren van deze C-keringen is kostbaar (> 1 miljard) en zeer ingrijpend voor de omgeving. Dit probleem kunnen we echter ook bij de bron aanpakken. Dit kan door het verbeteren van de Lekdijken tussen Schoonhoven en Amerongen. Dat kost minder (orde van grootte enkele 100 miljoenen) én de nadelige gevolgen voor de omgeving zijn minder groot 2. Deltabeslissingen: nieuwe veiligheidsbenadering en hogere normen Met de Deltabeslissingen van september 2014 is een nieuwe veiligheidsbenadering vastgesteld. Hierbij gaan we niet langer uit van een overschrijdingskans (de kans dat een bepaald waterniveau wordt overschreden), maar van een overstromingskans (de kans dat er binnendijks gebied overstroomt). Dit betekent dat met meer faalmechanismen rekening wordt gehouden in de norm. Bovendien heeft het Rijk het voornemen vastgelegd voor nieuwe, hogere normen voor het jaar 2050. Deze dienen wettelijk nog verankerd te worden. In de verkenning gaan we meteen uit van deze nieuwe normen. Gezamenlijke verkenning met vier beheerders De hoogheemraadschappen Amstel, Gooi en Vecht (AGV), Rijnland (HHRL) en De Stichtse Rijnlanden (HDSR) zijn samen met Rijkswaterstaat Midden-Nederland de verantwoordelijke beheerders van de 1 Op basis van de 3 e Landelijke Rapportage Toetsing uit 2011. 2 Deze strategie is het resultaat van het regioproces Nederrijn/Lek en kent breed bestuurlijk draagvlak. Het staat beschreven in het Regioadvies Nederrijn/Lek van april 2014 in voorbereiding op de Deltabeslissingen. 871302-3 -

keringen in Centraal Holland. Zij zijn daarom gezamenlijk de initiatiefnemers voor de verkenning. HDSR zal daarbij als trekker en penvoerder optreden. In de verkenning kunnen de eerder genoemde twee aanleidingen tegelijkertijd worden opgepakt. Na de verkenning hebben we in beeld (scope): 1. de verbeteropgave aan de Nederrijn- en Lekdijk tussen Amerongen en Schoonhoven (zowel ten gevolge van het veiligheidstekort op de C-keringen als van de nieuwe veiligheidsnormen), voorgestelde maatregelen om dit te verbeteren en de gevolgen voor en kansen in de omgeving in relatie tot de dijkversterking. 2. een toekomstige functie en norm inclusief eventuele verbeteropgave (bij overdracht van primaire naar regionale status) van de huidige primaire C-keringen langs de gekanaliseerde Hollandse IJssel, Amsterdam-Rijnkanaal/Lekkanaal en de zuidelijke oever van het Noordzeekanaal. In de verkenning onderzoeken we de gehele 55 kilometer en 12 kunstwerken van Nederrijn- en Lekdijken binnen het beheergebied van HDSR, waarbij naar verwachting op ca. 25 kilometer daarvan maatregelen getroffen dienen te worden. Rond de C-keringen gaat het over in totaal 113 kilometer aan afgekeurde C- keringen en 116 kunstwerken. Het is daar zeer lastig vooraf in te schatten over hoeveel kilometer maatregelen getroffen moeten worden. Afspraken tussen de vier partijen over samenwerking, governance, financiën en risico s leggen we vast in een Samenwerkingsovereenkomst (SOK). Hiermee zijn de afspraken voor iedereen helder. Aanvankelijk was ook hoogheemraadschap Schieland en de Krimpenerwaard betrokken. Inmiddels is duidelijk geworden dat er geen keringen van HHSK binnen het project vallen. Het waterschap zal daarom vanaf 2015 niet verder deelnemen. Oplevering Voorkeursalternatief in 2017 De nieuwe veiligheidsbenadering betekent dat we de kering opnieuw moeten toetsen volgens de nieuwe toetsingsinstrumenten. De exacte opgave is daarom nog niet bekend. Om hierop in te spelen kiezen we ervoor om de verkenning in twee fasen uit te voeren. Dit voorkomt dat we met grote onzekerheidsmarges moeten werken in de raming en scheelt onnodige kosten. In fase I wordt de opgave uitgewerkt, voor zowel A- als C-keringen. Fase I loopt naar verwachting tot eind 2015. In fase II werken we naar een voorkeursalternatief en wordt een concept-milieueffectrapport (MER) uitgewerkt. Gepland is om eind 2017 een ruimtelijk voorkeursalternatief (VKA) vast te stellen. De meest urgente locaties dienen zo snel mogelijk daarna te worden versterkt. De planning en programmering van planvorming en realisatie is echter de verantwoordelijkheid van het HWBP en gebeurt op basis van de bestaande prioriteringsystematiek. Realisatie zal naar verwachting op zijn vroegst pas vanaf 2020 plaats kunnen vinden. POV: groot project, bijzonder karakter Voor HDSR geldt de POV als één van de grote projecten waar wij als waterschap de komende jaren voor staan en waar de komende jaren veel aandacht naar uit zal gaan. Maar ook op landelijk niveau is dit een groot project. Dit blijkt doordat de POV Centraal Holland bovenaan de lijst staat in de ranking van projecten van het HWBP. Deze ranking is tot stand gekomen op basis van urgentie, conform de prioriteringssystematiek die het HWBP daarvoor gebruikt. De POV heeft als dijkversterking een bijzonder karakter. Het is organisatorisch bijzonder omdat het niet vaak gebeurt dat vier waterbeheerders op deze manier gezamenlijk een dijkversterking aanpakken. Inhoudelijk bijzonder omdat we zowel de afgekeurde C-keringen aanpakken als de kering waar de afkeuring het meest doelmatig kan worden opgelost. Beleidsmatig bijzonder omdat we de nieuwe voorgenomen normering direct meenemen. Een goede organisatie is daarom van levensbelang voor het project. Als initiatiefnemers hanteren we daarvoor het IPM projectmanagementsysteem. We kiezen daarbij voor een projectorganisatie met vooral bemensing vanuit de deelnemende partijen. Hierdoor kunnen we nieuwe kennis ontwikkelen (bijvoorbeeld op technisch vlak of rond het werken binnen de IPM-systematiek) en ervaring opdoen met de dynamiek rond 871302-4 -

dit soort grote projecten. Zo levert Rijnland bijvoorbeeld de projectmanager en HDSR technisch manager en omgevingsmanager in. Hiermee houden we de kennis binnenboord. ARGUMENTEN In gezamenlijke oplegnotitie (bijgevoegd) staan nadere toelichting en argumenten voor de POV Centraal Holland. De belangrijkste zijn: 1. Met de uitvoering van dit project werken we aan een hoger beschermingsniveau dat ook voor meer ingelanden geldt (bijvoorbeeld stad Utrecht). 2a. Samenwerking met HHR, AGV en RWS MN is logisch, vanuit de strategie om het veiligheidstekort op de C-keringen op te lossen bij de Nederrijn- en Lekdijk. Immers, het vermijden van grootschalige aanpassingen aan de C-keringen bespaart op de lasten van HHR, AGV en RWS MN. 2b. De SOK is een simpele en duidelijke manier van vastleggen, zodat afspraken vooraf helder zijn. Dit geeft duidelijkheid over aansturing, met behoud van ieders autonome publieke taken en bevoegdheden. 2c. Vastleggen van afspraken in de SOK levert zekerheid op voor HDSR, financieel en organisatorisch. 2d. De samenwerking levert de mogelijkheid op om beter kennis te delen, ontwikkelen en vast te houden rond het werken in deze grote projecten. Dit geldt specifiek voor het werken met IPM-rollen. 2e. De uiteindelijke maatregelen liggen voornamelijk in ons beheergebied. Daarom ligt het voor de hand dat HDSR de trekkersrol op zich neemt. Het penvoerderschap maakt daar deel vanuit. 3a. Het is goedkoper en beter om de verkenning gezamenlijk te doen. HDSR staat in deze fase van de verkenning aan de lat voor 2,5% van de geraamde kosten. Zo wordt dubbel werk en dubbele bezetting voorkomen en onderlinge afstemming verloopt beter. Ook wordt het projectgebonden aandeel gesplitst (zie ook onder financiële consequenties) en worden de risico s gespreid. 3b. Het werken met twee fasen zorgt ervoor dat de werkzaamheden voor fase II gerichter en met minder onzekerheidsmarges kunnen worden geraamd en uitgevoerd. Dit scheelt onnodige kosten. Bovendien geeft dit ruimte om tussentijds te sturen, bijvoorbeeld rondom (strategische) planning of opdeling in deelprojecten. 3c. Het beschikbaar stellen van het uitvoeringskrediet heeft geen directe financiële consequenties omdat de uitgaven worden gedekt. Wel draagt HDSR mede de risico s van dit project. De risico s zijn in geld uitgedrukt en zijn opgenomen in de raming. Dit geldt niet voor de exogene risico s (zie kanttekeningen). 3d. De geraamde kosten zijn getoetst door het HWBP en akkoord bevonden voor de subsidie-aanvraag. 3e. De raming is een fors bedrag, wat past bij onze forse opgave. Hieronder vallen bovendien de kosten voor het in beeld brengen van de veiligheidsopgave, wat normaliter uitgangspunt is bij een verkenning. RELATIE MET ORGANISATIEMISSIE, COLLEGEPROGRAMMA OF ANDERE BELEIDSDOCUMENTEN Het sluit direct aan op de toekomstgerichte strategie rondom veiligheid in het huidige Waterbeheerplan, waarin de relatie tussen de dijkringen (en daarmee C-keringen) en de nieuwe normen voor veiligheid al zijn benoemd. Hierin staat onder meer benoemd het belang van communicatie met het gebied over de risico s. De werkzaamheden in het kader van hoogwaterbescherming vallen onder het thema Veiligheid en het programma Primaire, regionale en overige waterkeringen. Dat geldt ook voor deze projectoverstijgende verkenning Centraal Holland. FINANCIËLE CONSEQUENTIES De onderstaande bedragen zijn afhankelijk van toetsing op subsidievoorwaarden door het HWBP en kunnen daardoor mogelijk nog wijzigen. De verkenning is geraamd op 7.756.000 (incl. BTW en onvoorzien). Dit zijn de kosten voor fase I. Eind 2015 volgt de raming voor de kosten van fase II, op basis van de gedetailleerde veiligheidsopgave. Met de huidige inzichten wordt hiervoor een aanvullend bedrag verwacht van ca 4.000.000. Hiervoor werken we het voorkeursalternatief (VKA) uit, wordt een (concept-)mer opgesteld en diverse bodemonderzoeken verricht. Het totale bedrag voor de verkenning is daarmee in lijn met de verwachtingen vanuit het HWBP. 871302-5 -

In het Bestuursakkoord Water staat dat de waterschappen en het Rijk als beheerders gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor dijkversterkingen van primaire keringen. Hiervoor kunnen zij een subsidie aanvragen bij het HWBP. Voorwaarde is dat 10% van de kosten wordt opgebracht door de beherende organisatie (projectgebonden aandeel, PGA). Dit aandeel wordt binnen de POV gedeeld door de initiatiefnemers. De bijdrage van HDSR is daarom als volgt: - Fase I: 193.000 inclusief de no-regretmaatregelen voor fase II (dit zijn oa personeelskosten). - Fase II (eind 2015 aan te vragen): ca 100.000. Dit bedrag is op basis van verwachte grootte van de veiligheidsopgave, de reikwijdte voor de MER en werkzaamheden voor uitwerking van het VKA. De kostenverdeling ziet er als volgt uit: Kosten Financiering (dekking) Bijdrage Waterschappen (10%) Initiatiefnemer Fase 1 + noregret maatregelen Bijdrage HHSK Bijdrage RWS MN Bijdrage HWBP (90%) Uitsplitsing per waterschap RWS MN 1.929 HDSR 193 Rijnland 7.756 5.209 579 193 AGV 193 Schieland en de Krimpenerwaard (*) 39 Totaal 7.756 39 1.929 5.209 579 (*) HHSK maakt per 1/1/2015 geen deel meer uit van het project en levert een bijdrage voor 1 jaar ( 39.000). Aangezien de realisatie van het project via de administratie van HDSR zal verlopen, wordt voorgesteld een 0-investeringskrediet 3 aan te maken. Dit betekent dat een investeringskrediet ter grootte van 7.756.000 wordt aangevraagd bij het Algemeen Bestuur, waarbij de volledige dekking voor dit krediet al is gevonden uit de subsidie van het HWBP en de bijdragen van de vier initiatiefnemers, waaronder HDSR. Hoewel alle uitgaven door externe gelden worden gedekt, is het een aangelegenheid van het Algemeen Bestuur om krediet voor dit project beschikbaar te stellen voor het rechtmatig aangaan van verplichtingen voor uitgaven die niet leiden tot investeringen maar wel via de jaarrekening van HDSR lopen.. De financiële bewaking en beheersing valt onder de verantwoordelijkheid van de projectmanager projectbeheersing. Deze rol maakt onderdeel uit van het kernteam van het project, waarmee expliciete aandacht voor de (financiële) risico s is geborgd. Verantwoording vindt plaats via de gebruikelijke regels en afspraken binnen HDSR en via voortgangsrapportages ieder kwartaal aan de vier initiatiefnemers. KANTTEKENINGEN Vanuit het project is een uitgebreid risicodossier opgesteld inclusief beheersmaatregelen. Voor HDSR zijn de belangrijkste risico s: 1. Tegenvallers worden gedragen door initiatiefnemers De subsidie vanuit het HWBP is op basis van voorcalculatie en daarmee gelimiteerd. Dit betekent dat tegenvallers voor rekening komen van de initiatiefnemers. In de SOK is nu opgenomen dat zowel de kosten als de risico s gelijk worden verdeeld over de vier beheerders. Met ondertekening van de SOK worden de risico s gedeeld. In de subsidieaanvraag is overigens een voorbehoud gemaakt bij exogene risico s, bijvoorbeeld als het gaat om zaken die spelen in de normering die wij nu nog niet kennen. Het is immers niet reëel te verwachten dat we risico s dragen waar we geen invloed op uit kunnen oefenen. Dit is ook zo erkend door de directie van het HWBP en zal worden vastgelegd in de subsidiebeschikking. 2. Afspraken over de kostenverdeling voor fase II zijn nog niet vastgelegd. Vanwege de onzekerheid in de veiligheidsopgave zal eind 2015 een aanvullende subsidieaanvraag worden opgesteld. Voor fase I wordt voorgesteld de kosten gelijk te verdelen over de vier beheerders. In de SOK is daarbij opgenomen dat bij het vaststellen van de veiligheidsopgave nieuwe afspraken worden gemaakt over 3 Dit is een zelfde structuur die is gebruikt bij de proefopstelling Nereda. 871302-6 -

de verdeling van de kosten. De kosten daarvoor zijn immers nog niet duidelijk. Mocht de opgave (veel) groter zijn dan nu verwacht, dan is dat mogelijk aanleiding voor de samenwerkingspartners om afspraken uit de SOK te heroverwegen. 3. Complexiteit verkenning risico voor planning en kosten De POV heeft een complexe opgave in een zeer diverse omgeving. Een verkenning start normaal pas als de veiligheidsopgave in beeld is. Voor de POV is deze nu slechts op hoofdlijnen bekend. Daarnaast kiezen we in fase II ervoor om gelijktijdig aan de ontwikkeling van het VKA te starten met de uitwerking van de MER. Dit is meestal onderdeel van de planfase, maar door deze schakeling boeken we ca. negen maanden tijdwinst. Deze keuze betekent wel dat er meer risico s liggen in de planning. UITVOERING Ondertekening van de Samenwerkingsovereenkomst kan plaatsvinden door de dijkgraaf tijdens de stuurgroepvergadering van de POV Centraal Holland op 18 december. Begin 2016 zal een nadere uitwerking volgen voor fase II. Als in 2017 duidelijkheid is over de noodzakelijke fysieke ingrepen bij zowel de Nederrijn-/Lekdijk als de C- keringen, dan volgt een voorstel over een eventueel vervolg voor de planfase inclusief voorstel voor financiering van de kosten. Dit is onder andere afhankelijk van de prioritering van het project (of delen ervan) binnen het HWBP. Beide voorstellen komen ter besluitvorming terug in de Algemeen Bestuur. COMMUNICATIE Het plan van aanpak voorziet in een uitgebreide communicatiestrategie. Onderdeel hiervan zijn onder meer een consultatieronde met de omgeving, interactie rondom terinzagelegging van de notitie Reikwijdte en Detailniveau (startnotitie voor de m.e.r.) en besluitvorming rondom het voorkeursalternatief. Zo is onder meer gepland om in het tweede kwartaal van 2015 een consultatieronde te houden rondom de Nederrijn- en Lekdijk. Hiermee betrekken we lokale kennis en ervaring in het project en kunnen we werken aan begrip en draagvlak bij belanghebbenden. Ook is er expliciet aandacht voor interne communicatie binnen en tussen de initiatiefnemers. BIJLAGE(N) nee ja, namelijk - DM 866556 - Oplegnotitie POV Centraal Holland - DM 875817 - Samenwerkingsovereenkomst POV Centraal Holland TER INZAGE nee ja, namelijk Dijkgraaf en hoogheemraden, dijkgraaf, P.J.M. Poelmann secretaris-directeur J. Goedhart 871302-7 -

871302-8 - BIJLAGE