- beschikking - vaststelling ernst en spoed Kanonsdijk nabij 7 Maartensdijk datum 5 april 2006 nummer 2006WEM001445i bijlagen kadastrale kaart sector referentie locatiecode Bodemsanering Monica Kwakkelstein UT0310/00124 1.Inleiding Met toepassing van artikel 48 Wbb is in opdracht van gedeputeerde staten een nader onderzoek uitgevoerd ter plaatse van het volkstuinencomplex De Tuinvrienden, aan de Kanonsdijk nabij nummer 7 te Maartensdijk (gemeente De Bilt). Naar aanleiding van de resultaten van het nader onderzoek dienen wij vast te stellen of er sprake is van een geval van ernstige bodemverontreiniging en zo ja, op welk tijdstip een begin moet worden gemaakt met de sanering. Het nader onderzoek is in juli 2005 afgerond. Hierbij is met name gekeken naar de bodemkwaliteit van de toplaag, de laag waarin de gewasteelt plaats vindt. Bij deze melding zijn diverse bodemonderzoeksrapporten bijgevoegd. Deze rapporten zijn opgesomd in paragraaf 4.1 van deze beschikking. Het bodemonderzoek is uitgevoerd ter plaatse van het volgende kadastrale perceel: gemeente Maartensdijk, sectie K, nummer 345. 2. Beschikking De in paragraaf 4.1 vermelde bodemonderzoeksrapporten hebben wij op volledigheid en op inhoud beoordeeld. Aan de hand van deze gegevens besluit ons college het volgende. Beschikkingnummer: 2006WEM001445i UT/0310/00124 1
Ter plaatse van het perceel kadastraal bekend gemeente Maartensdijk sectie K, nummer 345, is sprake van een geval van ernstige verontreiniging als bedoeld in artikel 29 van de Wbb. Gelet op het huidige of het toekomstige gebruik van deze ernstig verontreinigde bodem is er geen sprake van zodanige risico s voor mens, plant of dier, dan wel van verspreiding van deze verontreiniging dat spoedige sanering als bedoeld in artikel 37 van de Wbb, noodzakelijk is. 3. Inspraak De ontwerpbeschikking is samen met de bijbehorende onderzoeksrapporten overeenkomstig de uniforme voorbereidingsprocedure, bedoeld in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), gedurende een periode van zes weken ter inzage gelegd in het provinciehuis Rijnsweerd aan de Pythagoraslaan 101, alsmede in het gemeentehuis aan de Soesterdijkseweg Zuid 173 in Bilthoven. Belanghebbenden hebben gedurende deze periode van terinzagelegging schriftelijk of mondeling hun zienswijze aan onze sector Bodemsanering, Postbus 80300, 3508 TH Utrecht, telefoonnummer 030-2583945, naar voren kunnen brengen. Er zijn geen schriftelijke en/of mondelinge zienswijzen ontvangen. Overeenkomstig artikel 28 lid 5 van de Wbb hebben wij Burgemeester en Wethouders van De Bilt van de melding op de hoogte gesteld. Het definitieve besluit wordt kenbaar gemaakt in een plaatselijk huis-aanhuisblad. 4. Overwegingen die ten grondslag liggen aan deze beschikking De volgende rapporten liggen ten grondslag aan deze beschikking: - Nader bodemonderzoek Volkstuinencomplex Kanonsdijk nabij nummer 7 te Maartensdijk, dossiernummer W3818-01-001, 15 juli 2005, DHV in opdracht van Provincie Utrecht; - Indicatief bodemonderzoek Volkstuinencomplex De Tuinvrienden, Kanonsdijk nabij nr. 7 in De Bilt, UT 0310/00124, 29 mei 2002, provincie Utrecht. 4.1 Toetsingskader geval van ernstige bodemverontreiniging Van een geval van verontreiniging is sprake indien de verontreiniging van de bodem betrekking heeft op grondgebieden die vanwege die verontreiniging, de oorzaak of de gevolgen daarvan in technische, organisatorische en ruimtelijke zin met elkaar samenhangen (zie artikel 1 van de Wbb). Van een geval van ernstige verontreiniging is sprake indien voor tenminste één stof de gemiddelde gemeten concentratie van minimaal 25 m³ bodemvolume in het geval van grond of sedimentverontreiniging of 100 m³ bodemvolume in het geval van grondwaterverontreiniging, hoger is dan de interventiewaarde (Circulaire Streef en interventiewaarden bodemsanering, Stcrt. 24 februari 2000). Beschikkingnummer: 2006WEM001445i UT/0310/00124 2
4.2 Verontreinigingen grond en grondwater Uit de hierboven genoemde bodemonderzoeksrapporten blijkt dat in de grond van het in paragraaf 2 genoemde perceel lood en koper zijn aangetroffen in gehalten die hoger zijn dan de vastgestelde interventiewaarden. Het onderzoek is uitgevoerd ter plaatse van de verschillende tuinen, waarbij, in verband met het gebruik als moestuin, vooral de bovengrond is onderzocht. Uit de onderzoeken blijkt dat er op het gehele complex sprake is van een heterogeen met zware metalen verontreinigde bovengrond (0-0,5 m-mv). Over het algemeen worden licht tot matig verhoogde concentraties zware metalen gemeten. In enkele tuinen (tuin 4, 6 en 12) zijn ook sterk verhoogde concentraties koper en/of lood aangetroffen. In de ondergrond (dieper dan 0,5 m-mv) zijn, afgezien van enkele licht verhoogde concentraties koper, lood en zink geen verontreinigingen aangetoond. In het grondwater zijn plaatselijk licht verhoogde concentraties chroom en cadmium gemeten. Gezien de verontreinigingssituatie is er sprake van verontreinigde ophooglaag, waarbinnen de concentraties aan verontreinigende stoffen kunnen variëren. De aangetoonde verontreinigingen in de grond hangen in technische, organisatorische en ruimtelijke zin met elkaar samen. Het geval van bodemverontreiniging is aangegeven op de kadastrale kaart die als bijlage 1 aan deze beschikking is gehecht. Conclusie De verrichte bodemonderzoeken voldoen naar het oordeel van ons college aan de daartoe bij of krachtens de Wbb gestelde eisen. Omdat de gemiddelde concentratie lood en koper gemeten in grond in minimaal 25 m³ hoger is dan de interventiewaarde voor deze stof(fen) is er sprake van een geval van ernstige bodemverontreiniging. 4.3 Gewasonderzoek In verband met gebruik van de locatie, is in de tuinen waar de hoogste concentraties zware metalen in de bovengrond zijn gemeten, ook het gewas onderzocht op zware metalen. De resultaten van dit onderzoek zijn opgenomen in bijlage 7 van de rapportage van het nader bodemonderzoek. Uit de resultaten van dit onderzoek blijkt dat er in wortels een verhoogde concentratie lood is gemeten, maar dat in geen van de onderzochte gewassen de concentraties zware metalen de normen van de Warenwet overschrijden. 4.4 Risicobeoordeling, spoedeisendheid en saneringstijdstip Uit de uitgevoerde risicobeoordelingen blijkt dat de aangetroffen verontreiniging risico s oplevert voor de mens, het ecosysteem of van verspreiding. Gezien de aangetoonde concentraties lood in de bovengrond kan er sprake zijn van humane risico s via de consumptie van gewassen. Op grond van het uitgevoerde gewasonderzoek blijkt echter dat de concentraties lood in de consumptiegewassen de normen van de Warenwet niet overschrijden. Volledigheidshalve verwijzen wij naar de risicobeoordeling, vastgelegd in het hierboven vermelde rapport van het Nader onderzoek d.d.15 juli 2005, opgesteld door DHV. Op grond van het bodem- en gewasonderzoek wordt geconcludeerd dat er bij het huidige gebruik geen sprake is van onacceptabele risico s. Aangezien de gewasonderzoeken hebben plaatsgevonden in de tuinen met de hoogst gemeten concentraties lood in de grond, zal er in geen van de tuinen sprake zijn van een onaanvaardbaar risico door gewasconsumptie. Derhalve zijn er geen gebruiksbeperkingen voor de locatie en zullen er geen aanvullende maatregelen worden uitgevoerd. Beschikkingnummer: 2006WEM001445i UT/0310/00124 3
Indien de bestemming van de locatie wijzigt kan aanvullend bodemonderzoek en/of sanering van de verontreiniging noodzakelijk zijn. Voor voorgenomen handelingen waardoor de verontreiniging van de bodem verminderd of verplaatst, dient de provincie goedkeuring te verlenen. Eventueel vrijkomende verontreinigde grond kan niet zonder meer in het grondverkeer worden gebracht. 5. Kadastrale registratie Op grond van artikel 55 van de Wbb zendt ons college een afschrift van deze beschikking aan de Rijksdienst van het Kadaster en de Openbare Registers. De verontreiniging wordt kadastraal geregistreerd op basis van de ligging van de streefwaarde contour voor koper en lood in de grond. Deze contour is weergegeven op de als bijlage 1 bijgevoegde kadastrale kaart. Het te registreren kadastrale perceel is hieronder weergegeven: Kadastraal bekend Gemeente Maartensdijk Sectie Nummer Grootte perceel Code K 345 52 a 30 ca WBD 6. Beroep Belanghebbenden kunnen binnen zes weken na de bekendmaking tegen dit besluit beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20900, 2500 EA Den Haag. Daarvoor is een griffierecht verschuldigd van 141,- voor een natuurlijk persoon en van 281,- voor een rechtspersoon. Indien beroep is ingesteld, kan ook om een verzoek om een voorlopige voorziening worden gevraagd als er tijdelijke maatregelen nodig zijn waarmee niet tot de uitspraak op het beroepschrift kan worden gewacht. Het verzoek moet worden gedaan bij de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Daarbij is hetzelfde griffierecht opnieuw verschuldigd. Onder vermelding van de code UT 0310/00124 kan over deze beschikking nadere informatie worden gevraagd bij de sector Bodemsanering van de provincie Utrecht. Gedeputeerde staten van Utrecht, namens hen, drs. J.W. Strookappe hoofd sector Bodemsanering Beschikkingnummer: 2006WEM001445i UT/0310/00124 4
Bijlage 1: Verzendlijst, een kopie van deze brief is verzonden aan: - De heer. R.J.G. van de Wurff, Elandweide 88, 3437 CT, NIEUWEGEIN; - Mevrouw A.C. te Winkel, namens de Tuinvrienden, p/a Thinsstraat 7, 3581 EP, UTRECHT; - De heer G. Veenhuizen, Concordiastraat 53, 3551 EL, UTRECHT; - De heer A.A. Verdonk en mevrouw J.W.M. van Mourik, Kanonsdijk 7, 3737 MS GROENEKAN; - De heer W.H. de Rooij en mevrouw E.L. Doornenbal, Tolakkerweg 254, 3738 JV MAARTENSDIJK; - De heer H. van der Voorn en mevrouw A.P.J. Engel, Herenweg 47 BS, 3513 CB UTRECHT; - Gemeente De Bilt; College van Burgemeester en Wethouders, t.a.v. M. Kradolver, Postbus 300, 3720 AH, DE BILT; - Milieudienst Zuid Oost Utrecht, Postbus 461, 3700 AR ZEIST; - Vrom-Inspectie, Regio Noord-West, Postbus 1006, 2001 BA HAARLEM. Beschikkingnummer: 2006WEM001445i UT/0310/00124 5