CONCEPT Eindrapport Lange termijnverkenning spoorlijn Arnhem- Winterswijk

Vergelijkbare documenten
Spoorverbetering Arnhem - Winterswijk Technische briefing 23 mei 2018

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Van 22 t/m 28 augustus rijden er geen treinen tussen Doetinchem en Zevenaar. Syntus zet bussen in. Dienstregeling

Spoorverbetering Zevenaar Didam

Arriva Openbaar Vervoer N.V. Afdeling trein noordelijke lijnen T.a.v. mevrouw Dubben Postbus AP Heerenveen. Beste mevrouw Dubben,

Capaciteitsanalyse Zuidelijke Maaslijn

OV SAAL MLT. Openbaar Vervoer Schiphol- Amsterdam Almere Lelystad Middellange Termijn

Geen prestige maar prestaties Kies voor regionaal spoor

Het college van Gedeputeerde Staten verzoekt de leden van Provinciale Staten om:

Lange termijn spooragenda

Het college van Gedeputeerde Staten verzoekt de leden van Provinciale Staten om:

ROCOV Gelderland. Ben Mouw Voorzitter

1 Station Mook-Molenhoek

Programma Hoogfrequent Spoorvervoer (PHS) Corridor Amsterdam - Alkmaar

1

Bruggen bouwen voor het spoor van de toekomst 29 januari 2013

PHS corridor Alkmaar Amsterdam Opstellen Sprinter materieel

Spoorboekloos reizen in de Randstad - PHS. Vlot bewegen.veilig leven. Verkeer en Waterstaat.

Liberalisering spoorvervoer

Hierbij beantwoord ik de vragen van het lid Van Helvert (CDA) over het station in Eijsden.

Antwoord 1 Ja. Schiedam Centrum is een van de regionale knooppunten, vergelijkbaar met stations als Rotterdam Blaak en Rotterdam Alexander:

3Generiek Programma. van Eisen HOOFDSTUK 3.4 UITGANGSPUNTEN 3.1 INLEIDING 3.2 EISEN VAN DE OPDRACHTGEVER 3.3 EISEN

de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Een simpel en robuust spoorsysteem. Naar een koersvaste ontwikkeling op het spoor

OV SAAL MLT. Openbaar Vervoer Schiphol- Amsterdam Almere Lelystad Middellange Termijn

1. Dienstregeling 2009: aanvullingen op het Ontwerp 2007

Specificatie bestedingsplan Decentralisatie-uitkering Verkeer en Vervoer 2017

2.4 VAN VERVOERSSTROMEN NAAR NETWERKEN.

Het college van Gedeputeerde Staten verzoekt de leden van Provinciale Staten om:

Statenmededeling. 1. De provincie Noord-Brabant onderschrijft de doelen uit de notitie Contouren Toekomstbeeld OV 2040.

Afschrift aan: Provincie Gelderland, Stadsregio Arnhem Nijmegen, Hermes Bijlagen: advies Breng Vrij Abonnement

Uitkomst besluitvorming Zwolle - Herfte

de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Toiletten op regionale stations Uitwerking Motie 61 Provincie Gelderland

Reizen zonder spoorboekje. Programma Hoogfrequent Spoorvervoer

Capaciteitsvergrotingsplan Arnhem - Zevenaar

Inhoudsopgave. 1. Aanleiding. 2. Reismogelijkheden. 3. Huidige markt. 4. Mogelijke groei. 5. Infrastructuurgevolgen. 6. Conclusies

HHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHH HHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHH

Voor het onderzoek is gebruik gemaakt van gegevens die door de gemeenten zijn aangeleverd:

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Advies Spoorverbinding Apeldoorn Arnhem

HHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHH

Overstappen op hoogwaardig OV. HOV-NET Zuid-Holland Noord

Bereikbaarheid oplossingsrichtingen

Concessie Exploitatie Treindiensten Zwolle Enschede en Zwolle - Kampen

Versnelling Benelux 2017

Interne memo. P. Verheijdt Projectleider RB Telefoon /1. Aan Provinciale Staten. Van P. Verheijdt

Verkennend onderzoek HOV SOOMR

Regionaal OV Toekomstbeeld 2040 Noord-Holland en Flevoland

Informatieavond Maaslijn Spoorverbinding Roermond Nijmegen

Programma Hoogfrequent Spoorvervoer (PHS) Corridor Amsterdam - Alkmaar

Gebied, locatie of lijn!? Projectontwikkeling ViA15

Versnelling Benelux 2017

Extra Sneltrein Groningen Leeuwarden

Samenwerken aan een Aantrekkelijk, Bereikbaar en Concurrerend Brabant.... Doen: ontwikkelagenda voor spoor, HOV en knooppunten.

Dit zijn belangrijke criteria voor de bereikbaarheid van het regionale bedrijventerrein Laarberg.

Afschrift aan: Provincie Gelderland

Aan de Voorzitter van Provinciale Staten van Noord-Holland De heer J. Remkes Postbus MD Haarlem

Extra Sneltrein Groningen - Leeuwarden

mi ALTIJD NIJMEGEN Onafhankelijke Nijmeegse Partij Zwanenveld RV Nijmegen KvK

Voorstel aan Stadsregioraad nr

Maarten C.W. Janssen. Meer concurrentie op of om het spoor? 19 oktober 2018

Openbaar vervoer concessie

Onttrekking gelijkvloerse spoorwegovergang Sysselt te Ede aan de openbaarheid

PROVINCIALE STATEN VAN OVERIJSSEL Reg.nr. VS/ZJG IX/ 4 f 2. Schriftelijke vragen ex art 59 inzake overbelastverklaring spoorlijn Zwolle-Emmen.

GOEDE REIS! speciale editie. Check onze nieuwe dienstregeling, dan bent u altijd op tijd

Gedeputeerde Staten verzoeken de leden van Provinciale Staten om: - de inhoud van deze brief voor kennisgeving aan te nemen (informatieplicht)

Aan de lezer datum 14 mei telefoon (010) betreft* Brochure Hoekse Lijn, Lightrail langs de Nieuwe Waterweg. Geachte heer, mevrouw,

Camiel Eurlings, minister van Verkeer en Waterstaat en Bas Verkerk, regiobestuurder van het Stadsgewest Haaglanden

provinsje fryslân provincie fryslân

Programma Hoogfrequent Spoorvervoer (PHS) Corridor Amsterdam - Alkmaar

Impuls voor de Veluwelijn Meer directe verbindingen Groningen en Leeuwarden Utrecht-Zwolle: elk kwartier een intercity

Plan van aanpak Monitoring OV-visie Holland Rijnland

PROJECTNUMMER D ONZE REFERENTIE D

6.11 UTRECHT / DE HAAR VEENENDAAL

'Probleemanalyse oost-westverbinding Duitsland - Oost-Brabant / Eindhoven Uitgevoerd door Goudappel Coffeng 2010

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Rondweg-Oost N233 Maatregelen treden 3 Um 5 Ladder van Verdaas

HHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHH HHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHH

Kennemerlijn 2016 en verder. Raadsinformatiebijeenkomst 28 januari 2015

Openbaar vervoer Hoeksche Waard Goeree-Overflakkee Gemeenteraad Korendijk 27 mei Erik van der Kooij & Marcel Scheerders

Zomerdienstregeling 2017

Provinciale Staten VOORBLAD

OV Visie Holland Rijnland Midden-Holland

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Inhoud presentatie. Netwerkanalyse Ring Utrecht Wat levert het op? 1. Achtergronden Netwerkanalyse Utrecht. 1. Achtergronden Netwerkanalyse Utrecht

Extra Sneltrein Groningen Leeuwarden

Almere en Amsterdam Hyperbereikbaar via de Hollandse Brug. Samenvatting van een onderzoek naar de regionale OV-bereikbaarheid van Almere

Procedure Tijdelijke buitengebruikname metrospoor

Een eenvoudig, robuust en duurzaam spoorsysteem. Jan Koning, 6 november 2013, KIVI NIRIA Jaarcongres, TU Eindhoven

DE MAASLIJN. DOOD SPOOR OF DUBBEL SPOOR? DE MAASLIJN DOOD SPOOR OF DUBBEL SPOOR?

NIEUWSBRIEF RANDSTADSPOOR

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Bijdrage aan het Colloquium Vervoersplanologisch Speurwerk 19 en 20 november 2015, Antwerpen

Voorgenomen besluit IenM voor wijzigingen ten aanzien van prestatie-indicatoren in de vervoerconcessie

Aantal HSL-reizigers groeit fors: een succes en een uitdaging

Gewijzigde dienstregeling

Resultaten enquête Uithoornlijn

Rode draad - Context. Gezamenlijke ambitie ProRail en NS uitwerking Lange Termijn Spoor Agenda (LTSA) Missie en veranderaanpak ProRail

Extra Sneltrein Groningen Leeuwarden

Transcriptie:

In opdracht van: Provincie Gelderland CONCEPT Eindrapport Lange termijnverkenning spoorlijn Arnhem- Winterswijk 21 december 2011 Eduard Röntgen, Tjeerd Postma, Wilko Mol Toekomstvisie spoorlijn Arnhem; eindrapport 0.4 inno-v is een adviesbureau voor slimme mobiliteit. Gespecialiseerd in multimodaal reizen, mobiliteitsmanagement en marktwerking. We maken ons sterk voor betere bereikbaarheid en klantgericht OV door mensen te bewegen en te verbinden. Met een scherp oog voor inhoud en proces, met en voor onze klanten. Ons motto is: denken, doen en laten. Voor meer informatie: mail@inno-v.nl of www.inno-v.nl inno-v is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel te Amsterdam, nr. 30177512

Inhoud Samenvatting...... 3 1 Inleiding...... 10 1.1 Aanleiding en doel van de toekomstverkenning... 10 1.2 Aanpak... 10 2 Beeldvorming...... 12 2.1 Bestuurlijke verwachtingen vooraf... 12 2.2 Korte historie van de lijn... 13 2.3 Gegevensverzameling als input voor de eerste workshop... 13 3 Oordeelsvorming...... 15 3.1 Demografie en economie... 15 3.2 Infrastructuur en bediening... 16 3.3 Projecten en ambities... 20 3.4 Reizigers(gesprekken)... 20 4 Besluitvorming...... 22 4.1 Vijf scenario s besproken in de ambtelijke werkgroep... 22 4.2 Reacties deelgroepen... 23 4.3 Gezamenlijk advies ambtelijke werkgroep... 25 4.3.1 Stappenplan voor de korte termijn; fundament moet deugen... 26 4.3.2 Stappenplan voor de langere termijn: huis (uit)bouwen...27 4.4 Reacties bestuurders...27 4.5 Resultaat op meerdere terreinen... 28 Bijlagen...... 29 A. Lijst met brondocumenten... 29 B. Lijst met gevoerde gesprekken... 30 C. Deelnemerslijst ambtelijke en bestuurlijke sessies... 31 D. Planning sessies... 32 E. Uitnodigingsbrief... 33 F. Factsheets quick scan regionaal spoor... 35 2

Samenvatting Aanleiding voor de lange termijnverkenning De spoorlijn Arnhem-Doetinchem-Winterswijk is de laatste jaren zowel positief als negatief in het nieuws geweest. De in het oog springende knelpunten worden momenteel actief aangepakt door een samenwerking tussen de provincie Gelderland, ProRail, de huidige vervoerder Syntus en (verbanden van) omliggende gemeenten. De huidige samenwerking is met name gericht op maatregelen voor de korte termijn. De bij de spoorlijn betrokken partners hebben (nog) verschillende beelden van de benodigde maatregelen op de langere termijn. De provincie wil graag een gemeenschappelijk beeld ontwikkelen van de noodzakelijke maatregelen op lange termijn (2030-2040). Deze wens is onder meer gebaseerd op de motie 60 aangenomen door Provinciale Staten en op het Gelderse Coalitieakkoord. Aanpak De provincie Gelderland heeft daarom de stakeholders uitgenodigd om gezamenlijk in een korte tijd het toekomstbeeld te ontwikkelen. De gekozen aanpak is gebaseerd op het BOBprincipe: gemeenschappelijke Beeldvorming, Oordeelsvorming en Besluitvorming. Dit vertaalt zich in drie ambtelijke workshops en 2 bestuurlijke sessies, die in ca. 2 maanden gehouden zijn en tot een resultaat moesten leiden. Achtergrond van deze aanpak is dat een gemeenschappelijk beeld voor de toekomst van de spoorlijn alleen mogelijk is indien er ook een gedeeld beeld is over de waarde en bruikbaarheid van de beschikbare informatie (beeldvorming). Die informatie kan vervolgens open en transparant met elkaar worden geïnterpreteerd en gewaardeerd (oordeelsvorming). Op basis van de gedeelde feiten en conclusies kan gezamenlijk besloten worden welke stappen voor de toekomst worden gezet (besluitvorming). Figuur 1: aanpak en doorlopen van het proces 3

Bestuurlijke opdracht; verwachtingen Op uitnodiging van Gedeputeerde mw. Conny Bieze zijn in de eerste sessie (Beeldvorming) op 10 oktober 2011 door de bestuurders hun verwachtingen ten aanzien van het proces gedeeld. De verwachtingen kunnen als volgt worden samengevat: Duidelijk aangeven wat de waarde van de lijn is voor de hele regio als bijdrage aan bereikbaarheid, vitaliteit en duurzaamheid van de regio. Een heldere analyse met onderbouwing, uitspraken moeten beargumenteerbaar zijn. Eventuele scenario s moeten uitgaan van het belang van de reiziger in de brede zin, zowel voor de individuele reiziger als voor de verschillende doelgroepen. Het eindbeeld maakt helder waar we naar toe willen evenals de stappen om daar te komen. Niet te technisch worden en/of verzanden in details. De bevindingen Op grond van de uitgesproken verwachtingen is de werkgroep aan de slag gegaan en zijn voor de onderstaande onderwerpen de volgende conclusies getrokken. Demografie en economie De verwachting is dat de spoorlijn ook bij krimp een belangrijke rol voor de regionale mobiliteit blijft houden met name ten oosten van Doetinchem (voor het krimpgebied in de Achterhoek zullen wellicht minder mensen reizen, die wel langere afstanden afleggen). De spoorlijn kan een rol spelen in het groeigebied (bewoners, economie) in het gebied tussen Arnhem en Doetinchem. Infrastructuur en bediening Op het traject Arnhem Doetinchem is de spoorlijn de 5e drukste gedecentraliseerde lijn in Nederland. De spoorlijn heeft het drukste spitsuur van alle regionale spoorlijnen in NL. De helft van de reizigers stapt over in Arnhem. Het goed functioneren van deze overstapknoop is daarom belangrijk. Verhoudingsgewijs worden er lage gemiddelde snelheden gerealiseerd, waardoor er relatief lange reistijden zijn t.o.v. de auto. Belangrijke aandachtspunten voor de infrastructuur zijn: samenloop met de IJssellijn (zeker als goederenvervoer toeneemt) samenloop met een onbetrouwbare dienstregeling van de ICE het enkelsporige baanvak tussen Zevenaar en Winterswijk (beperkte inhaalmogelijkheden) ouder type beveiliging op het traject Doetinchem Winterswijk, waardoor de exacte locatie van de trein niet continu bekend; daardoor is de reisinformatie bij bijvoorbeeld vertragingen gebrekkig Projecten en ambities Er zijn door de verschillende stakeholders veel projecten in voorbereiding. Een centrale coördinatie over deze projecten lijkt te ontbreken. De samenhang en de onderlinge toegevoegde waarde is daardoor niet altijd duidelijk. 4

Goede afspraken tussen partijen over samenwerking en afstemming over de ontwikkeling in de projecten is noodzakelijk. Reizigers (aantallen en kenmerken) Tussen 2008 en 2010 bedroeg de groei van het aantal reizigers tussen Arnhem en Doetinchem ca 13 %. Het KIM verwacht een verdere groei van boven de 30% naar 2020 ten opzichte van het jaar 2006. Arriva verwacht ruim 30 % groei gedurende het verloop van hun concessie (2012-2020). De reizigers op de spoorlijn zijn vooral captives : ze reizen vaak en hebben geen alternatief (veel scholieren en woon-werk verkeer). Belangen van de reizigers: Uit groepsgesprekken met reizigers zijn de volgende zaken naar voren gekomen: Er is weinig vertrouwen in de lijn, er zijn veel wensen. De informatievoorziening is cruciaal (bij vertragingen, vanuit het personeel op stations). Er wordt grote waarde gehecht aan de kwaliteit. Hierbij worden toiletten in de trein en op de stations genoemd. Met name de veiligheid van stations wordt belangrijk gevonden. De betrouwbaarheid (vertraging en, materieeluitval) van de treinen wordt als zeer matig ervaren. De reizigers maken zich zorgen over het mogelijk gebrek aan samenwerking tussen verschillende vervoerders. Het omgaan met calamiteiten/uitvallende treinen moet professioneler. Het resultaat In de derde sessie zijn door de werkgroep gezamenlijk de volgende conclusies getrokken en gepresenteerd aan de bestuurders; 1: De waarde van de lijn kan naar mening van de werkgroep als volgt worden aangegeven: De vervoerwaarde van de lijn is relatief omvangrijk ten opzichte van andere regionale spoorlijnen (de lijn heeft de drukste spits van alle regionale lijnen). De absolute toegevoegde waarde aan de totale regionale mobiliteit is beperkt indien je hem vergelijkt met de vervoerwaarde van bijvoorbeeld snelwegen en provinciale wegen in de regio. De aanwezigheid van de lijn is van toegevoegde waarde voor vestigingslocaties van bedrijven en instellingen. De lijn heeft een belangrijke functie in het woon- werk en woon - studie verkeer. De knoop Arnhem heeft belang voor de spoorlijn als overstappunt en de lijn geeft voeding aan aansluitende spoorlijnen (ca. 50 % van de reizigers stapt over). De lijn heeft een belangrijke verbindende functie in de regio. De bewoners zijn trots op hun lijn, mits hij goed en betrouwbaar functioneert. Er zijn vervoerders die de lijn willen exploiteren. De lijn heeft daarmee een bedrijfseconomische waarde. 5

2: Allereerst; het fundament moet deugen Door het fundament op orde te brengen kan de huidige bediening van de lijn vast worden gehouden en de kwaliteit verder versterkt worden. In eerste instantie zijn er al diverse maatregelen nodig om de lijn met het huidige aanbod op een verantwoorde en betrouwbare wijze te laten functioneren. Deze maatregelen en afspraken zijn randvoorwaarde lijk voor de verdere stappen die op een langere termijn mogelijk zijn. De noodzaak voor het maken van deze afspraken is groot en moet topprioriteit krijgen; op dit moment presteert de spoorlijn niet voldoende. Bestuurlijke aandacht voor de omschreven maatregelen is daarom ook snel noodzakelijk. 3: Vervolgens; huis (uit)bouwen Nadat het fundament op orde is gebracht zou gericht op de langere termijn, naar mening van de werkgroep, vooral de extra groei moeten worden gefaciliteerd op het traject Arnhem - Doetinchem. Daarnaast moeten in de Achterhoek de huidige voorzieningen worden behouden. Daar is het volgende voor nodig; De ruimtelijk-economische plannen van gemeenten zouden zich sterk moeten richten rond de stations. Ook moeten instellingen en grote werkgevers zich vestigen op locaties rondom de spoorlijn. Dit zorgt voor extra reizigers en aantrekkelijke, goed per OV bereikbare locaties. Wat betreft het aanbod; Versnellen van de reistijd en versterken van het groeigebied door het realiseren van een extra (zone)trein tussen Doetinchem en Arnhem. Vervlechting van de lijnvoering over de knoop Arnhem. Afstemming tussen verschillende partijen; Onderzoek doen naar een ander regelgevingsregime. Onderzoek doen naar het gebruik van innovatieve technieken, bijvoorbeeld de ontwikkeling van een Bus Rapid Transit (BRT) systeem dat frequente, snelle en schone bussen laat rijden door een gedeelte van de spoorlijn op te heffen. Dit biedt onder andere mogelijkheden voor een relatief snel te realiseren verbinding met Duitsland. Realisatie van voorzieningen; Rondom de belangrijkste stations (poorten) ontwikkelingen initiëren en een goede overstap tussen trein, bus en auto realiseren. Het toevoegen van stations mogelijk maken. De verwachting hierbij is dat het hierbij vooral gaat om het traject tussen Arnhem en Doetinchem. Vervolg; voorstel actieplan korte termijn en langere termijn De aanpak kan in diverse stappen plaats vinden en zal in de (nabije) toekomst verder uitgewerkt en geconcretiseerd moeten worden, op basis van de dan aanwezige ontwikkelingen. In de onderstaande tabellen is een voorstel voor het actieplan gedaan (korte termijn en lange termijn) dat zo mogelijk bestuurlijk kan worden bekrachtigd in een bestuurlijke intentieverklaring. 6

Omschrijving actie actie trekker betrokkenen wanneer gereed (stappen op korte termijn) Aanbod voor de toekomst handhaven (wat er nu is, blijft gelijk) 4 x per uur Arnhem-Doetinchem en 2 x per uur Doetinchem-Winterswijk In concessie Prov en SAN vervoerders Afspraken over infrastructuur Coördineren en afstemmen van voorgenomen projecten tussen partijen (m.n. ten aanzien van toegevoegde waarde) Bewaken uitvoering planstudie vrije kruising Velperbroek in het kader van PHS, irt. tot mogelijke ambities op de lijn Arnhem- Apeldoorn en Arnhem- Doetinchem Verbeteren positiebepaling treinen tussen Zevenaar en Winterswijk voor betere be- en bijsturing en informatievoorziening naar reizigers Noodzaak partiële dubbelsporigheid tussen Zevenaar en Doetinchem nader onderzoeken tbv; o robuustheid dienstregeling korte termijn o bij verdere uitbreiding van aantal treinen o consequenties voor spoorverdubbeling Wehl Robuuste brugbediening brug Doetinchem Afstemmen In stand houden van het lijnteam: ook ten behoeve van ambities Hoe in het kader van Amvb capaciteitsverdeling en verkeersleiding omgaan met vertragingen van ICE zowel in dienstregeling als uitvoering (be- en bijsturing) Afspraken maken Regulier afstemmen met IenM Onderzoek onderzoeken Opdracht aanpassen Onderzoek Amvb Provincie, SAN Provincie iom IenM ProRail, vervoerders ProRail / Prov. opdr. aan ProRail Provincie, SAN ProRail, IenM 7

Omschrijving actie actie trekker betrokkenen wanneer gereed (stappen op korte termijn) Overstaprelaties verbeteren, cq het Onderzoek Vervoerders, betrouwbaar laten functioneren van de mogelijk- ProRail en knoop Arnhem heden NS Over communicatie en Vervoerders informatievoorziening in en om de en ProRail trein en de spoorlijn Reisinformatie in trein, op stations bewaken en verbeteren ook voor publiek rondom lijn Betrokkenheid functioneren lijn naar regio, bv spoorlopers onder de aandacht brengen, ook betrekken van lokale netwerken Verbeteren voorzieningen op en rondom stations Kwaliteit en veiligheid stations (toiletten, veiligheid, verlichting) Ketenbenadering, P+R In beleid en Gemeen-ten RO en Prov verankeren Omschrijving actie trekker betrok- kenen wanneer gereed eed (stappen op langere termijn) Door centrale regie volgen van de voortgang van de stappen op kortere termijn; check of fundament deugt als basis om huis uit te kunnen gaan bouwen. Ruimtelijke plannen richten op concentratie ontwikkeling rondom stations, net als de vestiging van instellingen en grote werkgevers Het ontwikkelen van enkele stations tot stationspoorten met goede overstapmogelijkheden op ander vervoer (auto, bus) 8

Omschrijving actie trekker betrok- kenen wanneer gereed eed (stappen op langere termijn) Het inpassen van een extra zonetrein tussen Doetinchem en Arnhem Aanpassing van de regelgeving onderzoeken; is er een regime mogelijk, meer gericht op de regionale situatie (bijv. met betrekking tot overwegen) Mogelijk inpassen van stations tussen Arnhem en Doetinchem 9

1 Inleiding 1.1 Aanleiding en doel van de toekomstverkenning De spoorlijn Arnhem-Doetinchem-Winterswijk is de laatste jaren zowel positief als negatief in het nieuws geweest. De in het oog springende knelpunten worden momenteel actief aangepakt door een samenwerking tussen de provincie Gelderland, ProRail, de huidige vervoerder Syntus en (verbanden van) omliggende gemeenten. De huidige samenwerking is met name gericht op maatregelen voor de korte termijn. De bij de spoorlijn betrokken partners hebben (nog) verschillende beelden van de benodigde maatregelen op de langere termijn. De provincie wilde graag een gemeenschappelijk beeld ontwikkelen van de noodzakelijke maatregelen op lange termijn (2030-2040). Deze wens is onder meer gebaseerd op de volgende motie, aangenomen door Provinciale Staten: Verzoeken het college van Gedeputeerde Staten: In gesprek te gaan met de bij de spoorlijn betrokken overheden, ProRail en vervoerders over een plan van aanpak tot verbetering van de kwaliteit van het spoor tussen Arnhem en Winterswijk. Daarbij de volgende mogelijkheden te onderzoeken: De mogelijkheden tot gedeeltelijke verdubbeling van het spoor Capaciteitsvergroting door het inzetten van meer materieel, betere signalering et cetera, De aanpak van vandalisme en andere verstoringen Het gezamenlijk toekomstbeeld over deze onderwerpen bepaalt welke stappen in de komende jaren gezet moeten worden en creëert draagvlak voor het zetten van deze stappen. 1.2 Aanpak In enkele sessies is in kortte tijd met de stakeholders een gemeenschappelijk beeld voor de toekomst van de spoorlijn ontwikkeld. Er zijn daarbij 3 ambtelijke workshops en 2 bestuurlijke sessies volgens het BOB-principe georganiseerd (gemeenschappelijke Beeldvorming, Oordeelsvorming en Besluitvorming). In figuur 2 zijn de doelen en de opzet van de gehouden workshops aangegeven. De betrokken stakeholders zijn opgenomen in de bijlagen. Achtergrond van deze aanpak is dat een gemeenschappelijk beeld voor de toekomst van de spoorlijn alleen mogelijk is indien er ook een gedeeld beeld is over de waarde en bruikbaarheid van de beschikbare informatie (beeldvorming). Die informatie kan vervolgens open en transparant met elkaar worden geïnterpreteerd en gewaardeerd (oordeelsvorming). Daarna kan op basis van de gedeelde feiten en conclusies besloten worden welke stappen voor de toekomst worden gezet (besluitvorming). 10

Figuur 2: overzicht van opzet en doelen van de workshops 11

2 Beeldvorming 2.1 Bestuurlijke verwachtingen vooraf Figuur 3: wordle overzicht van de vooraf uitgesproken bestuurlijke verwachtingen Op uitnodiging van Gedeputeerde mevr. Conny Bieze zijn in de eerste sessie (Beeldvorming) op 10 oktober door de bestuurders hun verwachtingen ten aanzien van het proces gedeeld. De verwachtingen zijn als volgt benoemd; Kwaliteit & kenmerken spoorverbinding ABC-tje: Aantrekkelijkheid, betrouwbaarheid, capaciteit! Op tijd, snel, robuust en betrouwbaar, dat is de opgave. Enkelspoor is kwetsbaar. Maar dubbelspoor niet per se nodig. Moeten alle treinen wel stoppen op alle stations? Dit vooral in verband met de langere reistijd. Maar ook: Geen stations overslaan. In breed verband nadenken over vervoerconcepten en de reiziger daarbij centraal stellen, de reiziger moet bediend worden. Waarde Houd rekening met de autonome waarde van de spoorlijn (los van reizigersaantallen). Economische waarde, verhuizing tgv studerende kinderen, vestiging voorzieningen, etc. Veel scholieren komen met de trein, de lessen moeten op tijd kunnen beginnen. Verbindingen Denk verder dan Winterswijk en aan een mogelijke link met Duitsland. Een goede ontsluiting tussen de Achterhoek, Stadsregio en Wijchen is van belang. Stations en hun omgeving Arnhem Centraal is een belangrijk knooppunt van spoorlijnen; ontvang de reizigers goed en vergeet Arnhem Velperpoort niet. 12

Geef aandacht aan de ontsluiting via andere vervoerswijzen (keten). Stationsomgevingen aantrekkelijk maken voor de reiziger door voorzieningen in de omgeving en de organisatie van een festival (vgl. try-out festival). Aanpak Er is al veel gebeurd om de lijn op de kaart te zetten; tast nu door en zeur niet! Zoek onconventionele oplossingen, kijk bijvoorbeeld naar scholen. Is er op de lange termijn uitzicht op groei of krimp? en wanneer dan? en waar? Betrek antwoorden op die vragen in de aanpak. Op basis van de uitgesproken verwachtingen is de werkgroep aan de slag gegaan. Zij is op zoek gegaan naar het benoemen van de waarde van de lijn op basis van diverse gegevens over demografie en economie, vervoerwaarde, gegevens over de infrastructuur en gegevens over projecten en ambities. 2.2 Korte historie van de lijn De spoorlijn werd aangelegd door de GOLS. Deze maatschappij legde vanaf 1880 in het oosten van Nederland een net van lokaalspoorwegen aan, voornamelijk bedoeld voor het vervoer van goederen voor de Twentse textielfabrieken. Als eerste kwam in 1884 de spoorlijn Winterswijk - Neede gereed, een jaar later gevolgd door de spoorlijn vanuit Winterswijk naar Zevenaar. In 1892 werd een verbindingsspoor met de Rijnspoorweg (Amsterdam Arnhem Elten) aangelegd waardoor rechtstreeks treinverkeer tussen Arnhem en Winterswijk mogelijk werd. De exploitatie wordt in eerste instantie door de GOLS zelf verricht. In 1920 worden de spoorlijnen van de maatschappij overgenomen door de HSM. Niet veel later gaan de overgebleven spoorwegmaatschappijen intensiever samenwerken en in 1938 ontstaat de N.V. Nederlandse Spoorwegen. De NS exploiteerde de treindienst op de voormalige GOLS-spoorlijn ruim 70 jaar. Syntus In 1999 ging de treindienst tussen Winterswijk en Doetinchem over naar het nieuw opgerichte Syntus, in 2001 volgt tevens het traject Doetinchem - Arnhem. Syntus ontstond uit de wens om één bedrijf te laten ontstaan dat zowel het trein- als het busvervoer moest gaan verzorgen. De gedachte hierachter was dat de verwachte betere resultaten van het spoorvervoer aangewend konden worden om het aansluitende busnet in stand te houden en er bovendien geen concurrerende verbindingen in stand behoefden te blijven. In 1999 is daartoe door busbedrijf Connexxion, de NS en het Franse samenwerkingsverband van Keolis en de SNCF het vervoerbedrijf Syntus opgericht. Syntus staat voor SYNergie tussen Trein en bus. 2.3 Gegevensverzameling als input voor de eerste workshop De doelen van de eerste workshop waren: De beschikbare feiten en informatie over de spoorlijn zo ver mogelijk samenvatten en rubriceren. Vaststellen of er blinde vlekken zijn en/of hiaten in kennis, zodat in de eerste workshop kan worden vastgesteld of er aanvullende kennis beschikbaar is en of dat middels aanvullend huiswerk kan worden aangevuld. 13

Alle betrokkenen op het zelfde kennisniveau brengen. Fungeren als basisinformatie voor het vervolg van de workshops. Weergave van informatie Op grond van de brondocumenten en de gevoerde gesprekken (zie bijlagen) is de grote hoeveelheid aan beschikbare informatie samengevat en ten behoeve van de oordeelsvorming toegankelijk weergegeven in een aantal figuren. De gegevens die zijn verzameld en geanalyseerd hebben betrekking op de volgende onderwerpen: Demografie en economie Infrastructuur en bediening Lopende projecten en ambities Belangen van de reizigers Tijdens het doornemen van de informatie bleek dat er een logische onderverdeling was te maken in lijndelen. Deze lijndelen hebben hun eigen karakteristieken in kenmerken, gebruik, vervoerwaarde, ontwikkelingen, stakeholders, etc. Zo ontstaat een geografische onderverdeling van de lijn in de volgende vier delen. Arnhem Velperbroek aansluiting Velperbroek aansluiting Zevenaar Zevenaar Doetinchem Doetinchem Winterswijk Deze onderverdeling is in de oordeelsvorming verder aangehouden. 14

3 Oordeelsvorming Uit de beschikbare informatie en de analyse van de gegevens komen de volgende zaken naar voren op het gebied van de eerder genoemde vier onderwerpen. 3.1 Demografie en economie Figuur 4: overzicht verwachte krimp- en groeigemeenten in periode 2006-2040. Krimp in de meeste gemeenten langs de spoorlijn Er is een omvangrijke toename van de leeftijdscategorie 65 +. Doetinchem heeft relatief de sterkste stijging 65+. Er is een terugval van de potentiële beroepsbevolking in de Achterhoek tot 2040 geschat op ca. 40.000. De bevolkingssamenstelling heeft groot effect op de zorg, het onderwijs en de arbeidsmarkt in de Achterhoek. Gevolgen van krimp voor mobiliteit De welvaart/ levensstijlen hebben een grotere invloed dan bevolkingsgroei en - samenstelling op de vraag naar OV! Krimp leidt tevens tot schaalvergroting, dat leidt tot een groei van de mobiliteit (over het algemeen minder, maar langere reizen). De mobiliteitsvraag neemt af bij ouderen; in Achterhoek zal zich dit vermoedelijk vertalen in een teruglopende vraag. Reizigerskenmerken Er zijn relatief veel captive reizigers. Vooral het aandeel woon-studie en woon-werk als reismotief is omvangrijk. Er zijn veel vaste reizigers (5 x of meer reizen per week) die vaak niet beschikken over alternatief vervoer. 15

De HAN (locaties in Arnhem en Nijmegen) en het Graafschap College (belangrijkste locatie in Doetinchem) zijn grote onderwijsinstellingen. Er wonen relatief veel leerlingen van deze onderwijsinstellingen in de gemeenten langs de lijn. 3.2 Infrastructuur en bediening Reizigersaantallen Figuur 5: baanvakbelasting spoorlijn, geeft een idee van de verdeling van de reizigers op de lijn In 2010 bedroeg het totaal aantal reizigers per werkdag ongeveer 17.000 op de gehele spoorlijn. Verreweg de meeste reizigers zitten op het traject tussen Arnhem - Zevenaar, daarna op het gedeelte tussen Zevenaar Doetinchem. Tussen Doetinchem en Winterswijk reizen een stuk minder mensen; er zijn ongeveer 4 x minder reizen per richting per dag dan tussen Arnhem en Doetinchem. De 4 drukste stations op de lijn zijn Arnhem, vervolgens Zevenaar, Doetinchem en Duiven. NB: voor de stations Arnhem, Arnhem Velperpoort en Winterswijk (waar ook treinen van andere lijnen komen) zijn de aantallen alleen voor de treinen van/naar Arnhem-Winterswijk. Uit de Quick-scan gedecentraliseerde lijnen (2008) komen de volgende gegevens over de spoorlijn naar voren; Het trajectdeel Arnhem-Doetinchem is 5e drukste regionale lijn in Nederland Het trajectdeel Arnhem-Doetinchem is de drukste regionale lijn van Nederland in de spits; het heeft het meeste aantal reizigers in het drukste spitsuur De belangrijkste reisrelaties op de lijn zijn Arnhem-Doetinchem, Arnhem-Zevenaar en Arnhem-Duiven (ca. 10% van de reizigers elk). Het spitspercentage in de ochtend- en avondspits bedraagt tussen de 24-37%; hoe dichter bij Arnhem, hoe hoger het spitsaandeel wordt. Tussen 2008-2010 was de reizigersgroei tussen Arnhem en Doetinchem meer dan 10%, terwijl er in die periode tussen Doetinchem en Winterswijk een daling op trad. De volgens KIM geprognotiseerde groei tussen 2006 en 2020 op het gedeelte Arnhem - Doetinchem bedraagt 37-65%. Arriva verwacht voor de concessieperiode tussen 2012 en 2020 37% groei op de spoorlijn. 16

Overstaprelaties Figuur 6: overstaprelaties station Arnhem In Arnhem waren er op een gemiddelde werkdag in 2009 in totaal 6375 overstappers; dit gaat om reizigers vanuit stoptreinen van Syntus naar andere treinen en vice versa. Ca 45-50% van de reizigers op de spoorlijn Arnhem-Winterswijk die reizen van en naar Arnhem stapt over. De belangrijkste relaties daarbij zijn Utrecht (ca 25% van het totaal aantal reizigers) en Nijmegen (ca. 10-15 % van totaal aantal reizigers). In Winterswijk stapt ca. 25 % van reizigers in Winterswijk over, absoluut gezien is dit aantal gering. Infrastructuurkenmerken Figuur 7: de layout van de infrastructuur voor de spoorlijn, weergegeven voor vier trajectdelen. 17

De spoorlijn tussen Arnhem en Winterswijk is in totaal bijna 64 km lang. Doetinchem ligt ongeveer in het midden van de spoorlijn; het gedeelte Arnhem- Doetinchem heeft 30,3 km lengte, het gedeelte Doetinchem-Winterswijk is 33,3 km. Op het dubbelsporige baanvak tussen station Arnhem en Velperbroek aansluiting, de splitsing van spoorlijnen vlak na station Arnhem Velperpoort, rijden de stoptreinen richting Doetinchem en Winterswijk samen met de treinen op de IJssellijn (traject Arnhem-Zutphen). Tussen Velperbroek aansluiting en Zevenaar maakt de lijn deel uit van het internationale traject naar Duitsland. Vanaf Zevenaar tot aan Winterswijk is de lijn enkelsporig en niet-geëlektrificeerd. Huidige bediening Figuur 8: overzicht van bediening op de lijn Bovenstaande figuur geeft de huidige bediening van de lijn weer op de verschillende trajectdelen, dit geeft enige inzicht in de eventuele consequenties van frequentieverhoging op (een deel van) het traject. Tussen Arnhem en Winterswijk rijdt Syntus op dit moment stoptreinen (dieseltreinen van het type LINT); een stoptrein Arnhem-Winterswijk en een stoptrein Arnhem-Doetinchem (beiden 2 x per uur maandag t/m vrijdag 06:00-19:00 uur) onder een concessie van de provincie Gelderland en de Stadsregio Arnhem Nijmegen die afloopt in december 2012. Vanaf december 2012 zal Arriva het treinverkeer op de lijn verzorgen onder de nieuwe concessie Achterhoek-Rivierenland die loopt tot eind 2020. Tussen Arnhem en Doetinchem zal vanaf dat moment ook Hermes treinen laten rijden via de concessie C2013 van de Stadsregio Arnhem Nijmegen die loopt tot eind 2022 (de Provincie is mede-concessieverlener op dit traject). De huidige frequentie blijft gehandhaafd en beide vervoerders zullen nieuwe dieseltreinen van het type Stadler GTW inzetten. Knelpunten De belangrijkste aandachtspunten voor de infrastructuur zijn de volgende; 18

De samenloop met de IJssellijn; bij toename van het goederenvervoer over de IJssellijn door PHS is er onvoldoende capaciteit voor het kruisen. In de verkenning van PHS is daartoe een vrije kruising opgenomen, die in het vervolg van PHS in planstudie is genomen. Deze vrije kruising kan ook van nut zijn voor de mogelijk extra gewenste frequentie Arnhem - Apeldoorn en eventuele extra geambieerde treinen tussen Arnhem en Doetinchem. Samenloop Arnhem - Zevenaar; een conflict met de vaak vertraagde en onbetrouwbare ICE. Vooraf, vanuit de AMVB capaciteitsverdeling, heeft deze trein voorrang, maar vooral in de uitvoering verstoord de ICE regelmatig de regionale treinenloop (net als omgekeerd; de ICE heeft last van de stoptreinen van Syntus). Tot 2020 zal de dagelijkse uitvoering van de dienstregeling nog beïnvloed worden door goederen op dit traject naar Duitsland (tot 2020). Op termijn zal het goederenverkeer van de Betuweroute gebruik gaan maken. Het traject Zevenaar - Doetinchem; een beperkte capaciteit in verband met het enkelsporig baanvak en veel overwegen. Tussen Doetinchem en Winterswijk is er sprake van een ouder type beveiliging waardoor de exacte locatie van de trein niet bekend is en daardoor de reisinformatie richting reizigers gebrekkig is. Daarnaast zijn ook hier veel overwegen en (mede daardoor) veel spoorlopers die vertragingen veroorzaken doordat treinen hun snelheid aan moeten passen. De knoop Arnhem was in 2008 een van de slechts functionerende knopen (gehaalde aansluitingen 78,9%). In het algemeen zijn de storingen op de lijn tussen oktober 2010 en oktober 2011 als volgt naar oorzaak van storingen onder te verdelen (dit conform de Kamerbrief 31-10- 2011): het gaat grofweg om 40% door materieelproblemen, 30% door infraproblemen, 20% door weer en derden, en 10% in de categorie proces/onbekend. Reistijden Figuur 9: reistijden en afstanden per trein vanaf Arnhem 19

De gemiddelde reistijd op de lijn Arnhem - Doetinchem is relatief lang ten opzichte van andere spoorlijnen. Verhoudingsgewijs worden er lage gemiddelde snelheden gerealiseerd, waardoor er relatief lange reistijden zijn t.o.v. de auto. 3.3 Projecten en ambities Er zijn veel initiatieven rond de lijn Figuur 10: overzicht van projecten en ambities rondom de lijn. Er zijn door de verschillende stakeholders veel projecten in voorbereiding. Een centrale coördinatie over deze projecten lijkt te ontbreken. De samenhang en de onderlinge toegevoegde waarde is daardoor niet altijd duidelijk. Goede afspraken tussen partijen over samenwerking en afstemming over de ontwikkeling in de projecten is noodzakelijk. De projecten zijn nog lang niet allemaal zeker; groene projecten zijn in uitvoering of gerealiseerd, rode projecten gelden als ambities. Voor de termijn tot 2020 vragen de oranje projecten bestuurlijke aandacht om ambities tot 2020 te kunnen waarmaken. 3.4 Reizigers(gesprekken) 2 groepssessies met gebruikers van de spoorlijn Het figuur hieronder geeft een samenvatting van de gehouden groepsgesprekken in Zevenaar (8 deelnemers) en Terborg (7 deelnemers). De weergegeven reacties zijn echt, maar de gepresenteerde personages zijn fictief. 20

Figuur 11: samenvatting van gesprekken met reizigers Uit de groepsgesprekken zijn de volgende zaken naar voren gekomen: Er is weinig vertrouwen in de lijn, er zijn veel wensen. De informatievoorziening is cruciaal (bij vertragingen, vanuit het personeel op stations). Er wordt grote waarde gehecht aan de kwaliteit van de treindienst. Hierbij worden toiletten in de trein en op de stations genoemd. Met name de veiligheid van stations wordt belangrijk gevonden. De betrouwbaarheid (vertraging en, materieeluitval) van de treinen wordt als zeer matig ervaren. De reizigers maken zich zorgen over het mogelijk gebrek aan samenwerking tussen verschillende vervoerders. Het omgaan met calamiteiten/uitvallende treinen moet professioneler gebeuren, het lijkt nu vaak alsof er geen plan is bij verstoringen. 21

4 Besluitvorming Tijdens de derde ambtelijke werksessie op 28 november zijn in 3 deelgroepen scenario s besproken die van tevoren waren opgesteld aan de hand van de discussie in de tweede workshop. Iedere deelgroep heeft hierop een reactie gegeven en hieruit is vervolgens een gezamenlijk advies van de ambtelijke werkgroep geformuleerd. Deze stappen in het proces zijn hieronder kort toegelicht. 4.1 Vijf scenario s besproken in de ambtelijke werkgroep Er zijn door inno-v voorafgaand aan de derde workshop 5 scenario s opgesteld. Het zijn bewust extreme scenario s, bedoeld om de discussie te voeren en het proces te ondersteunen. 1: Behouden wat er is Geen wijzigingen inde infra, bediening op de lijn of het aantal stations op de lijn. Uitgangspunt is de spoorlijn is betrouwbaar, de trein rijdt op tijd. 2: Denk trein, doe bus Een deel van de spoorlijn wordt busbaan; Een BRT (Bus Rapid Transit) systeem tussen Doetinchem en Winterswijk met frequente, snelle en schone bussen op een eigen busbaan. Realisatie van een cross-platform overstap tussen bus en trein op een vernieuwd station Doetinchem. Ook kan er met de bus evt. door gereden worden tot kleine omliggende kernen of naar Duitsland. 3: Denk spoor, doe spoor Een onderzoek naar nieuwe beveiliging tussen Doetinchem en Zevenaar, elektrificatie tussen Zevenaar en Winterswijk, het opheffen van gelijkvloerse kruisingen en de aanleg van (gedeeltelijk) dubbelspoor. Een uitbreiding van de infrastructuur gaat samen met een verhoging van de frequentie op (gedeeltes van) de lijn. 4: Denk anders, doe trein Vooral inzetten op zachte maatregelen en een regionale benadering van regelgeving. Op communicatiegebied veel veranderen en verbeteren; de inzet van lokale netwerken, een goede doelgroepen benadering en actieve berichtgeving over oorzaken van vertragingen (oa spoorlopers) aan de omgeving. 5: Reiziger centraal De wensen van de reiziger staan centraal bij de bediening met nieuwe verbindingen; Arnhem-Emmerich en zo mogelijk doorrijden over Arnhem naar Utrecht/Nijmegen. Een betere service in treinen, betere voorzieningen op stations en een goede overstap op Arnhem richting Utrecht en Nijmegen. 22

4.2 Reacties deelgroepen De 5 scenario s zijn vervolgens door drie subgroepen bediscussieerd: Groep gebruikers (ROCOV, scholen, bedrijfsleven, gemeenten) Groep beleidsmakers (gemeenten, Regio Achterhoek, Stadsregio, Provincie) Groep aanbieders (vervoerders, ProRail, I&M) Reactie groep g gebruikers De groep gebruikers vond dat scenario 1 (behouden wat er is) en scenario 4 (denk anders, doe trein) voor de reiziger weinig lijken op te leveren. De groep stelde daarom een eigen scenario op, spectaculair ambitieus, een combinatie van scenario 2 en 5. Het voorgestelde Bus Rapid Transit (BRT) lost knelpunten aan de infra op en is een flexibel systeem dat plekken rondom de spoorlijn wellicht beter bereikbaar maakt. De reiziger maakt het waarschijnlijk weinig uit welke techniek gebruikt wordt; betrouwbaarheid is belangrijker. Het BRT-systeem tussen Doetinchem en Winterwijk moet op een volledig vrije baan met absolute verkeersprioriteit op de hoofdas. Aftakkingen naar dorpen en/of doorrijden naar Duitsland is verder mogelijk. Treinen rijden vanuit Doetinchem door na Arnhem; een trein Doetinchem Arnhem Utrecht (2x per uur rechtstreeks) en een trein Doetinchem Arnhem Nijmegen (2x per uur rechtstreeks). Een ander scenario is traditioneel ambitieus, gebaseerd op scenario 3 (denk spoor, doe spoor). Dit zet de trein goed op de kaart en geeft reistijdversnelling. Het zorgt ook voor meer veiligheid op stations en dat is belangrijk. Betere communicatie en reisinformatie naar de reizigers toe is daarnaast essentieel. Reactie groep beleidsmakers De groep beleidsmakers heeft 3 mogelijke toekomstscenario s geformuleerd, van laag tot hoog ambitieniveau. Als eerste een mogelijk scenario 0 dat geldt als minimumscenario; Dit heeft scenario 1 (behouden wat er is) als uitgangspunt; de bediening blijft hetzelfde en er komen geen nieuwe stations. Er worden slechts kleine investeringen gedaan om boven de norm te presteren, samenwerking in het lijnteam blijft belangrijk. Dan het scenario 1 ; Het versterken van de lijn met een zonetrein (die stopt niet tussen Zevenaar en Arnhem; dmv een extra pendeltrein tussen Arnhem en Zevenaar blijft de huidige frequentie op die stations wel gehandhaafd. Het realiseren van stationspoorten (Velperpoort, Zevenaar, Doetinchem); aantrekkelijke stations die een goede overstap bieden op andere vervoerswijzen. En tenslotte scenario 2 ; De zonetrein is hier uitgebreider en slaat ook stations over tussen Zevenaar en Doetinchem, bestaande frequenties op tussenliggende stations worden gehandhaafd door een extra trein. 23

Ruimtelijke ontwikkelingen worden in dit scenario zo veel mogelijk rondom stations geconcentreerd. Overige opmerkingen Het is volgens de groep aanbieders belangrijk om je steeds af te vragen wát je wil met de Achterhoek, wat ontwikkelrichtingen zijn. Ook is er mogelijk onderscheid te maken naar het westelijk- en oostelijk gedeelte van de Achterhoek (grote verschillen in ruimtelijke kenmerken en reisbehoefte). Een bussysteem tussen Doetinchem en Winterswijk zou een oplossing kunnen zijn (in verband met de link met Duitsland en de mindere kwetsbaarheid van het spoor), maar het biedt ook nadelen (extra overstap en afsluiting Doetinchem van het spoorwegnet). Reactie groep aanbieders Na de eerste discussie in deze deelgroep was er sprake van een aantal belangrijke randvoorwaarden waaraan in ieder geval voldaan zou moeten worden om de toekomst zeker te stellen. Hieronder vielen: De communicatie naar reizigers en omgeving moet op orde zijn en het lijnteam zou moeten blijven bestaan. De vrije kruising Velperbroek is nog geen gelopen race, dus bewaken/monitoren van ontwikkelingen in de planstudie is belangrijk. Men moet weten waar een trein rijdt op het traject Doetinchem - Winterswijk, dus nader bekijken welke invulling van type beveiliging daar bij hoort. Een verbetering van de aansluitingen op de knoop Arnhem. De ICE-trein robuuster maken, zodat onderlinge vertragingen niet doorwerken. Een robuuste brugbediening van de brug bij Doetinchem. Vervolgens is het scenario huis op orde" voorgesteld: Een hogere kwaliteit van de stations/transfer/verlichting, waaronder ook een goede transfer op station Doetinchem. Toiletten in de trein en op de stations. Betere informatievoorziening in de trein en op de stations (o.a. door invulling van de eerder genoemde randvoorwaarden). Er zijn daarnaast ook ambities voor de periode na 2020-2030 opgesteld: Een zone trein toevoegen (5/6e trein) die doorrijdt vanaf Zevenaar. Deze trein maakt vermoedelijk partiële dubbelsporigheid tussen Zevenaar en Doetichem noodzakelijk. Een aantal treinen door laten rijden over de knoop Arnhem. Het scenario bus was voor vervoerders en ook ProRail eigenlijk niet bespreekbaar. 24

4.3 Gezamenlijk advies ambtelijke werkgroep Aan de hand van de besproken scenario s en de door elke groep uitgesproken voorkeuren is aan het eind van de derde ambtelijke werksessie door de werkgroep een gemeenschappelijk gedragen advies geformuleerd: De lijn heeft grote waarde op verschillende gebieden. Daarom is er ten eerste een stappenplan nodig voor de kortere termijn; fundament moet deugen. Dit is nodig om de huidige bediening vast te houden en de kwaliteit te kunnen versterken. En vervolgens zijn er mogelijkheden voor een stappenplan voor de langere termijn; huis (uit)bouwen. 1: De waarde van de lijn kan naar mening van de werkgroep als volgt worden aangegeven: De vervoerwaarde van de lijn is relatief omvangrijk ten opzichte van andere regionale spoorlijnen (de lijn heeft de drukste spits van alle regionale lijnen). De absolute toegevoegde waarde aan de totale regionale mobiliteit is beperkt indien je hem vergelijkt met de vervoerwaarde van bijvoorbeeld snelwegen en provinciale wegen in de regio. De aanwezigheid van de lijn is van toegevoegde waarde voor vestigingslocaties van bedrijven en instellingen. De lijn heeft een belangrijke functie in het woon- werk en woon - studie verkeer. De knoop Arnhem heeft belang voor de spoorlijn als overstappunt en de lijn geeft voeding aan aansluitende spoorlijnen (ca. 50 % van de reizigers stapt over). De lijn heeft een belangrijke verbindende functie in de regio. De bewoners zijn trots op hun lijn, mits hij goed en betrouwbaar functioneert. Er zijn vervoerders die de lijn willen exploiteren. De lijn heeft daarmee een bedrijfseconomische waarde. 2: Allereerst; het fundament moet deugen In eerste instantie zijn er diverse maatregelen nodig om de lijn met het huidige aanbod op een verantwoorde en betrouwbare wijze te laten functioneren. Deze maatregelen en afspraken zijn randvoorwaarde lijk voor de verdere stappen die op een langere termijn mogelijk zijn. 3: Vervolgens; huis (uit)bouwen Nadat het fundament op orde is gebracht zou, naar mening van de werkgroep, vooral de extra groei moeten worden gefaciliteerd op het traject Arnhem - Doetinchem. Daarnaast moet de verbinding zorgen voor het behouden van de huidige voorzieningen in de Achterhoek. Hieronder worden de te nemen stappen voor de korte termijn, fundament moet deugen, en voor de langere termijn, huis (uit)bouwen, kort weergegeven. De tabellen in de samenvatting bevatten een overzicht van deze zelfde acties. 25

4.3.1 Stappenplan voor de korte termijn; fundament f moet deugen De noodzaak voor het maken van deze afspraken voor de korte termijn is groot en moet topprioriteit krijgen; op dit moment presteert de spoorlijn niet voldoende. Bestuurlijke aandacht voor de omschreven maatregelen is daarom ook snel noodzakelijk. Aanbod voor de toekomst handhaven Wat er nu rijdt, blijft gelijk; 4 x per uur Arnhem - Doetinchem en 2 x per uur Doetinchem - Winterswijk. Afspraken over infrastructuur Goede coördinatie en afstemming over de ontwikkeling van voorgenomen projecten tussen partijen (met name ten aanzien van toegevoegde waarde). Het bewaken van de uitvoering voor de planstudie vrije kruising Velperbroek in het kader van PHS, ook in relatie tot mogelijke ambities op de lijn Arnhem - Apeldoorn en Arnhem - Doetinchem. Onderzoek naar mogelijkheden voor betere positiebepaling van de treinen tussen Zevenaar/Doetinchem en Winterswijk (in verband met een ouder type beveiliging) voor betere be- en bijsturing en informatievoorziening naar de reizigers. Noodzaak van een partiële dubbelsporigheid tussen Zevenaar en Doetinchem nader onderzoeken in verband met de volgende zaken; Robuustheid dienstregeling op de korte termijn. Bij verdere uitbreiding van het aantal treinen tussen Arnhem en Doetinchem. Een robuuste brugbediening van de brug bij Doetinchem Afstemmen In stand houden van het lijnteam: ook ten behoeve van de ambities van verschillende partijen. Hoe in het kader van de Amvb capaciteitsverdeling en bij de verkeersleiding om te gaan met vertragingen van de ICE zowel in de dienstregeling als bij de uitvoering (be- en bijsturing). Overstaprelaties verbeteren, cq het betrouwbaar laten functioneren van de knoop Arnhem. Afspraken maken over de communicatie en informatievoorziening in en om de trein en de spoorlijn. De kwaliteit van de reisinformatie in de trein en op de stations bewaken. De betrokkenheid van de lijn naar de regio verbeteren, door bijvoorbeeld over (de gevolgen van) spoorlopers te communiceren en lokale netwerken te betrekken. Verbeteren van voorzieningen op en rondom stations De kwaliteit op het gebied van toiletten, veiligheid en verlichting verbeteren. Een ketenbenadering zorgt voor betere afstemming tussen bus- en treindienstregelingen en goede P+R-voorzieningen. Aantrekkelijke openbare ruimte rondom stations. 26

4.3.2 Stappenplan plan voor de langere termijn: : huis (uit)bouwen Dit kan afhankelijk van de ontwikkelingen in diverse scenario's en zal in de (nabije) toekomst verder uitgewerkt en geconcretiseerd moeten worden op basis van ontwikkelingen tot 2020. Wat betreft het aanbod Versnellen van de reistijd en versterken van het groeigebied door het realiseren van een extra (zone)trein tussen Doetinchem en Arnhem. Vervlechting van de lijnvoering over de knoop Arnhem. Afstemming Onderzoek doen naar een ander regelgevingsregime. Onderzoek doen naar het gebruik van innovatieve technieken, bijvoorbeeld de ontwikkeling van een Bus Rapid Transit (BRT) systeem dat frequente, snelle en schone bussen laat rijden door een gedeelte van de spoorlijn op te heffen. Dit biedt onder andere mogelijkheden voor een relatief snel te realiseren verbinding met Duitsland. Realisatie van voorzieningen Op een aantal belangrijkste stations (poorten) niet alleen een goede overstap tussen trein, bus en auto realiseren, maar ook ontwikkelingen initiëren direct rondom het station. De ruimtelijk-economische plannen van gemeenten zouden zich langs de gehele lijn sterk moeten richten rond de stations. Ook moeten instellingen en grote werkgevers zich vestigen op locaties rondom de spoorlijn. Dit zorgt voor extra reizigers en aantrekkelijke, goed per OV bereikbare locaties. Het toevoegen van stations moet mogelijk zijn. De verwachting hierbij is dat het hierbij vooral gaat om het traject tussen Arnhem en Doetinchem. 4.4 Reacties bestuurders De aanwezige bestuurders gaven na de presentatie een eerste reactie op de gepresenteerde resultaten; Waarde Uit de presentatie blijkt dat de trein voldoende waarde heeft, ook voor Doetinchem - Winterswijk. Er moet echt iets gebeuren om de lijn te verbeteren. Stations De stationsomgeving van Arnhem Velperpoort zal aandacht krijgen, er valt nog een hoop te doen daar. Ook voor de stations en hun omgevingen langs de gehele lijn moet aandacht zijn, inclusief ontwikkelingsmogelijkheden rondom de stations. Extra stations zorgen ook voor extra reistijd, aansluitingen mogen hierdoor niet in de knel komen. Een goede overstap in Arnhem is erg belangrijk voor veel reizigers. Reistijd voor doorgaande reizigers is belangrijk, maar een nieuw station als Westervoort bedient ook veel nieuwe reizigers. 27

De knoop Arnhem moet een goede transfer bieden. De aansluiting tussen Syntus en NS is belangrijk, ook al is het formeel geen aansluiting, hier moet aandacht voor blijven. Bus of trein? Ik zou BRT niet zomaar aan de kant schuiven, wie weet zit er wel wat in. Maar ook: Wat mij betreft hebben we het niet meer over BRT (Bus Rapid Transit). Infrastructuur Integraal dubbelspoor en elektrificatie worden niet genoemd; opvallend te zien dat hier geen directe behoefte aan is. De verbinding naar Duitsland moet duidelijker aandacht krijgen in het verhaal. De vrije kruising Velperbroek komt in 3 verschillende spoordossiers terug en wordt daar aangemerkt als noodzakelijk. Zorg dat je die dossiers bij elkaar beziet en het momentum pakt. Vervolg Wat is een eye-opener in de scenario's, wat gaat er morgen anders? Vanuit LMCA gaat IenM een vervolgstudie doen naar regionale lijnen, ook voor de lijn Arnhem-Winterswijk zal er gekeken worden welke groei de lijn aankan en welke maatregelen er genomen moeten worden. Deze verkenning heeft een mooie basis gegeven voor dat onderzoek. 4.5 Resultaat op meerdere terreinen De lange termijnverkenning heeft op een aantal gebieden resultaat bereikt. Belangrijk is nu om de scherpte vast te houden en vervolgstappen te nemen aan de hand van de voorgestelde actieplannen. Er is een gedeelde (kennis)basis bij deelnemers. Alle aspecten zijn tegelijkertijd in beeld gebracht (kwaliteit stations, infra, bediening, informatievoorziening etc.) Er waren ideeën genoeg in de 3e werksessie. Er zijn positieve reacties bij deelnemers uit de regio, zoals ROCOV, scholen en het bedrijfsleven. Een betere coördinatie op de initiatieven rondom de lijn; kennis en projecten worden versnipperd opgepakt (ProRail met top-50 projecten, Stadregio met planstudie voor Zevenaar, IenM met knoop Velperbroek, Provincie met lijnteam, stationsprojecten, vervoerders met info en benadering van reizigers, etc. etc.) Daarnaast is aangetoond dat met een relatief kort en snel proces veel info en kennis en beelden boven tafel komen volgens de 80/20 regel. 28

Bijlagen A. Lijst met brondocumenten Bureau Economisch Onderzoek. (2010). PWE-Gelderland. Arnhem: Provincie Gelderland. Coalitiepartijen Gelderland. (2011, april 8). Uitdagend Gelderland. Arnhem. de Ruiter, B., & van Loon, M. (2011). Rapportage Stationsschouw 16 juni 2011. Utrecht: NPC. Delfini. (2006, oktober 19). Aanpak Sociale Veiligheid Regionaal Openbaar Vervoer provincie Gelderland, in het bijzonder de spoorlijn Arnhem Winterswijk. Govers, B., & et al. (2011). NMCA Openbaar Vervoer, Bijlage: Onderzoeksrapport ROV. Goudappel Coffeng. Kooij, van, S., Mol, W., & ter Kuile, R. (2010). OV-agenda 2020. Amsterdam: inno-v. Ministerie van Verkeer en Waterstaat. (2008). Quick Scan naar de markt en capaciteit op de gedecentraliseerde spoorlijnen. Den Haag. Ministerie van Verkeer en Waterstaat. (2010). MIRT Projectenboek 2011. Den Haag. NS (2010), Trans cijfers 2009 spoorlijn Arnhem-Winterswijk. Platform sociale veiligheid Arnhem-Winterswijk. (2011, Augustus 17). Projectvoorstel. Platform Sociale Veiligheid spoorlijn Arnhem-Winterswijk. (2009). Spoorlijn Arnhem Winterswijk Uitvoeringsprogramma 2009-2011. ProRail. (2005). Capaciteitsanalyse Arnhem - Zevenaar. ProRail. (2010). Eindrapportage PHS capaciteitsanalyse. ProRail. (2010). Haalbaarheidsstudie spooruitbreiding Zevenaar Didam Wehl. ProRail. (2011, juni 9). Overbelastverklaring Station Zevenaar. Utrecht. prov. Gelderland et al. (2007, september 14). Veiligheidsarrangement spoorlijn Arnhem-Winterswijk. Aalten. Provincie Gelderland. (2011). Uitvoeringsagenda 2011 e.v. Arnhem. Schultz van Haegen, M. (2011, maart 7). KST315537 Grenzeloos Genoeg(en)? Visie op grensoverschrijdend regionaal personentreinverkeer. 31553. Tweede Kamer der Staten-Generaal. Syntus. (2011, Maart 22). OV-klantenbarometer tonen noodzaak verbeterstrategie Syntus. Doetinchem. Walsmeer, M. (2006). Gelderland in vier bedrijven. Arnhem: Provincie Gelderland. Walsmeer, M. (2006). Hedenmorgen 2006-2040. Arnhem: Provincie Gelderland. 29

B. Lijst met gevoerde gesprekken Naam Steven van Luijn Ton Spaargaren Menno Walsweer Freerk Viersen Jan Baartman Cor Hartogs, Martijn van Os, Piet Gerritse Hans Claus Organisatie Syntus Provincie Gelderland Bureau Economisch Onderzoek, Provincie Gelderland Bureau Economisch Onderzoek, Provincie Gelderland ProRail Stadsregio Arnhem Nijmegen Ministerie van I&M 30