Handleiding Praktijkbegeleider BeroepsPraktijkVorming (stage)

Handleiding Praktijkbegeleider BeroepsPraktijkVorming (stage)

Handleiding voor de praktijkbegeleider BPV Inhoud Introductie... 3 Verschillende stagevormen... 4 Investeringen en randvoorwaarden... 4 Randvoorwaarden voor een goede werkplek... 4 Randvoorwaarden voor een goede stagebegeleider... 4 Inhoudseisen BPV... 5 Begeleiding en tussentijdse evaluatie... 5 Welkomstgesprek... 5 Inwerktraject... 5 Stageplan stagiair... 5 De stage verloopt stroef, wat te doen?... 5 Evaluatie voortgangsgesprekken - beoordelingen... 6 In de praktijk... 6 Afronden van de stage... 6 Enquêteformulier school... 7 2 19 December 2016

Handleiding voor de praktijkbegeleider BPV Introductie Deze handleiding is bedoeld als praktisch instrument om de bedrijven te ondersteunen bij het vormgeven van stages (ook wel beroepspraktijkvorming - BPV - genoemd). Deze handleiding geeft aan hoe een goede stage binnen een bedrijf vorm dient te hebben. 3 19 December 2016

Handleiding voor de praktijkbegeleider BPV Verschillende stagevormen Het MBO college Amsterdam Airport heeft voor haar opleidingen Vliegtuigtechniek verschillende vormen van stages nodig. Alle stages zijn kwalificerend en moeten dus door een student worden uitgevoerd teneinde het diploma te kunnen behalen. Stages voor studenten: Basis kerntaak 1 stage voor niveau 3 1 ste monteur (400 uur). Basis Kerntaak 1 stage voor niveau 4 Technicus Mechanisch/Avionisch (800 uur). Profiel Kerntaak 1 en 2 voor niveau 3 1 ste monteur (800 uur). Profiel Kerntaak 1 en 2 voor niveau 3 Constructiespecialist (800 uur). Profiel Kerntaak 1, 2 en 3 voor niveau 4 Technicus Mechanisch (800 uur). Profiel Kerntaak 1, 2 en 3 voor niveau 4 Technicus Avionisch (800 uur). Investeringen en randvoorwaarden Stages vragen om een tijdsinvestering van de stagebegeleider, zeker aan het begin van de stageperiode. Naarmate de stage vordert, zal de hoeveelheid tijd die men kwijt is aan begeleiding minder worden. Gedurende de stageperiode wordt de inzetbaarheid van de stagiair groter waardoor de tijdsinvestering wordt terugverdiend. Achter in dit document is de checklist opgenomen van de SBB (Stichting Beroepsonderwijs Bedrijfsleven) voor een inwerkprogramma. Randvoorwaarden voor een goede werkplek Een werkplek moet voldoen aan de Arbonormen. Een werkplek moet uitnodigend zijn om te leren. Randvoorwaarden voor een goede stagebegeleider Een stagebegeleider: Heeft tijd en middelen tot zijn beschikking voor een goede begeleiding. Heeft een open houding. Heeft affiniteit met de leeftijdsgroep van de stagiairs. Kent het opleidingsniveau van de stagiairs. Kan werkzaamheden vertalen in stage-opdrachten en omgekeerd. Kan positieve steun en feedback geven op basis van leerdoelen en houding en gedrag. Is vertrouwd met zijn vak en kan vakinhoudelijke begeleiding bieden. Beschikt over zelfkennis en kan goed communiceren. Kent de organisatie goed. Kan problemen vroegtijdig signaleren en bijsturen waar dat nodig is. 4 19 December 2016

Handleiding voor de praktijkbegeleider BPV Inhoudseisen BPV De opleiding moet met betrekking tot vliegtuigonderhouds aan bepaalde eisen voldoen, deze eisen zijn beschreven in kwalificatiedossiers die hier (http://kwalificaties.s-bb.nl/dossieroverzicht#sectie_v) te vinden zijn op het internet. De inhoud of de structuur van de opleiding is steeds aan verandering onderhevig, het is daarom belangrijk altijd het crebonummer te weten van de desbetreffende opleiding. Een stage moet aan de inhoudseisen voldoen, die in het kwalificatiedossier van het Crebo staat voor Centraal Register Beroepsopleidingen. Alle kwalificaties die het ministerie van OCW goedkeurt krijgen een eigen crebonummer. Sterk gewijzigde kwalificaties krijgen een nieuw crebonummer. Scholen gebruiken deze codes voor hun administratie. betreffende crebonummer beschreven staan. Voor de BPV is er een vertaalslag gepleegd naar een document die tijdens de stage gebruikt en ingevuld dient te worden, het boekje Uit te voeren werkzaamheden voor de beroepspraktijkvorming. Hierin staan alle gedragscomponenten genoemd die een student tijdens zijn stage moet laten zien. Begeleiding en tussentijdse evaluatie Welkomstgesprek Voor de eerste stagedag van een student is het prettig als een stagiair kennis maakt met het reilen en zeilen op de afdeling waar hij stage gaat lopen en tevens kennismaakt met zijn nieuwe (naaste) collega s. Inwerktraject Geef als bedrijf duidelijkheid over hoe het inwerkprogramma vorm gegeven gaat worden. Rekening houdend met het feit dat gedurende de stage waarschijnlijk niet álle stagedoelen vanuit de onderwijsinstelling (zoals kerntaken en werkprocessen) aan bod kunnen komen. Wat er tijdens de stage geleerd wordt, is meestal een combinatie van de stagedoelen die de opleiding meegeeft, de persoonlijke leerdoelen van de stagiair én wat u als leerbedrijf wilt meegeven. Vanzelfsprekend ligt dit in het verlengde van de betreffende (beroeps)opleiding. Het verdient de voorkeur om het inwerktraject af te sluiten met een beoordeling (feedback). Stageplan stagiair Laat de stagiair een stageplan maken waarin hij duidelijk verwoordt wat hij van de stage verwacht, welke (beroeps)taken hij wil gaan uitvoeren en wat zijn persoonlijke leerdoelen zijn. Laat de stagiair ook beschrijven hoe hij wordt begeleid door de onderwijsinstelling. Begeleiding vanuit de opleiding is er zowel fysiek en op afstand (wie, wat, wanneer). Laat de stagiair in het stageplan omschrijven wie hem vanuit de organisatie begeleidt en wat hij van die begeleiding verwacht. De stage verloopt stroef, wat te doen? Ups and downs horen bij de meeste leerprocessen, maar soms loopt het vast. Verloopt de stage niet naar wens? Is het bedrijf ontevreden of de stagiair kan zijn draai niet vinden? Onderneem dan op tijd actie. Ga het gesprek aan met de stagiair: bespreek de situatie met de stagiair en vraag naar zijn of haar eigen ervaring/beleving. Voer voortgangsgesprekken en tussentijdse beoordelingsgesprekken. Neem contact op met de onderwijsinstelling wanneer u er samen met de stagiair niet uitkomt. 5 19 December 2016

Handleiding voor de praktijkbegeleider BPV Evaluatie voortgangsgesprekken - beoordelingen Tijdens de stage voert de stagebegeleider meerdere evaluatiegesprekken. Onderwerpen van evaluatiegesprekken kunnen zijn: planning van de stage, de realisatie tot dan toe (tussenevaluatie), taken voor de resterende stageperiode, in hoeverre de stagedoelen al zijn behaald, zit de stagiair op de goede weg en wat kan worden verbeterd, houding en gedragsaspecten. Een goede begeleiding kent tussentijdse beoordelingen, zodat de stagiair in de gelegenheid wordt gesteld om met (opbouwende) kritiek aan de slag te gaan. Bij de tussentijdse beoordeling kijkt de begeleider naar de resultaten in relatie tot de voorgenomen doelen/afspraken. Aan het einde van de stageperiode voeren de stagebegeleider en de stagiair een afsluitend beoordelingsgesprek. Meestal is de BPV-begeleider of docent van de onderwijsinstelling ook bij dat gesprek aanwezig. Het staat het bedrijf vrij om eigen formulieren te gebruiken voor de voortgangs- en eindgesprekken, echter krijgt de student deze ook mee en zitten ze in het document Uit te voeren werkzaamheden voor de beroepspraktijkvorming, de zogenoemde feedbackformulieren. In de praktijk De praktijkbegeleider zoekt een opdracht die aansluit bij de genoemde prestatie-indicatoren die in de BPV-lijst(en) genoemd zijn. De student ontvangt van de praktijkbegeleider de werkopdracht met eventueel aanvullende instructies. De student zal eerst meekijken en daarna de werkzaamheden overnemen en aan het eind zelfstandig kunnen uitvoeren. De verrichtte werkzaamheden en opgedane ervaringen worden met hem besproken. De praktijkbegeleider tekent de prestatie-indicatoren die door de student is ingevuld af. De praktijkbegeleider maakt eventueel met zijn collega s na ongeveer 5 weken (na de inwerkperiode) een eerste feedback op en bespreekt dit met de student. Het tweede feedbackformulier wordt op gemaakt aan het eind van de stage. Een derde feedbackformulier is toegevoegd voor een eventuele extra beoordeling. De praktijkbegeleider tekent de urenstaat en het BPV-boek af. Afronden van de stage Aan het einde van de stageperiode zal de begeleider van de school u benaderen met de vraag of de Proeve van Bekwaamheid in het bedrijf kan plaatsvinden. De school kan dit ook zelf, maar geeft er de voorkeur aan dit in het bedrijf uit te voeren omdat de context waarin in dan plaatsvindt de werkelijkheid is. Vindt u het belangrijk om te weten of de stagiaire tevreden is over de stage, dan kunt hem of haar het evaluatieformulier in laten vullen dat achter in dit document aanwezig is. Als lerende organisatie gebruikt u deze uitkomsten om uw stagebeleid eventueel bij te stellen. 6 19 December 2016

Handleiding voor de praktijkbegeleider BPV Enquêteformulier school Ook de school vindt het belangrijk om te weten hoe het bedrijf een stage ervaart en met name wil zij de tevredenheid meten van de stagebegeleiders binnen de bedrijven, daarom is achter in dit document ook voor hen een evaluatieformulier opgenomen. Colofon Geïnspireerd en gekopieerd van http://www.stagewerkt.nl/wp-content/uploads/2015/04/in-10-stappen-naar-een-goed-stagebeleid.pdf 7 19 December 2016

Handleiding voor de praktijkbegeleider BPV 8 19 December 2016

Hoe heeft de student de beroepspraktijkervaring (stage) ervaren? Gebruik dit evaluatieformulier om uw stagiairs te vragen naar hun ervaring. Zijn ze tevreden? Was het leerzaam en leuk? Goede vragen zorgen ervoor dat u heldere feedback krijgt over uw rol als leerbedrijf en hoe de student de stage(-begeleiding) heeft ervaren.

2 Evaluatieformulier gebruikerstevredenheid BeroepsPraktijkVorming

Evaluatieformulier gebruikerstevredenheid BeroepsPraktijkVorming Vragenlijst studenten Algemeen Naam leerbedrijf: Datum waarop ingevuld: Opleidingsniveau / leerjaar: Niveau 3 of 4, eerste stage (basiskerntaak) Niveau 3 of 4, eindstage (profielkerntaken) Leerweg: BOL BBL 3

Evaluatieformulier gebruikerstevredenheid BeroepsPraktijkVorming Voorbereiding Vink het getal aan dat aangeeft hoe tevreden je bent over.. 1. het sollicitatie- of kennismakingsgesprek 2. de informatie die je (vooraf of tijdens het gesprek) over het bedrijf kreeg 3. de informatie die je over de (stage) werkzaamheden kreeg 4. de mate waarin er geluisterd werd naar wat jij wilde leren 5. het maken van afspraken over de (leer)doelen die je moest bereiken of de uit te voeren werkzaamheden (werkprocessen) 6. de manier waarop het bedrijf/de organisatie jouw binnenkomst bij het bedrijf heeft geregeld 1 = zeer ontevreden, 2= ontevreden, 3= tevreden 4 = zeer tevreden. 1 2 3 4 Introductie en inwerken Vink het getal aan dat aangeeft hoe tevreden je bent over.. 7. de werkplek 8. de toegang tot een computer(netwerk) van het bedrijf/de organisatie 9. afspraken over werktijden 10. de informatie over het bedrijf/de organisatie 11. de informatie over de werkzaamheden van het bedrijf/de organisatie 12. de informatie over huisregels van het bedrijf/de organisatie 13. de manier waarop het bedrijf/de organisatie de introductie heeft geregeld 1 = zeer ontevreden, 2= ontevreden, 3= tevreden 4 = zeer tevreden. 1 2 3 4 4

Evaluatieformulier gebruikerstevredenheid BeroepsPraktijkVorming Begeleiding op de werkplek Was bij het begin van de BPV-periode voor jouw duidelijk.. 14. wie jouw praktijkopleider was? 15. door wie je ingewerkt zou worden? 16. bij wie je terecht kon met vragen? 17. of er begeleidingsgesprekken gepland zouden worden? Ja Nee Inhoud van het werk Vink het getal aan dat aangeeft hoe tevreden je bent over (de mate waarin).. 1 = zeer ontevreden, 2= ontevreden, 3= tevreden 4 = zeer tevreden. 1 2 3 4 18. je het werk hebt kunnen doen, waarvan bij het begin van de stage is afgesproken dat je dat zou gaan doen 19. je afwisselend werk te doen kreeg 20. het werk je uitdaagde om nieuwe dingen te leren of te oefenen Leerwerksituatie Vink het getal aan dat aangeeft hoe tevreden je bent over (de mate waarin): 21. je mogelijkheden kreeg om (een deel van) het werk op een eigen manier uit te voeren 22. je hulp of steun kreeg als je niet meer precies wist hoe je verder moest of als vragen over het werk had 23. naar jouw ideeën of opvattingen geluisterd werd 24. besproken werd hoe goed het ging of wat er (nog) beter kon 25. je mogelijkheden kreeg om samen te werken 26. de werkdruk werk aangepast aan wat jij aankon 27. je je in het bedrijf of in het team thuisvoelde 28. de manier waarop het bedrijf/de organisatie de begeleiding heeft geregeld 1 = zeer ontevreden, 2= ontevreden, 3= tevreden 4 = zeer tevreden. 1 2 3 4 5

Evaluatieformulier gebruikerstevredenheid BeroepsPraktijkVorming Beoordeling De vragen die hieronder staan, gaan over aparte tussentijdse of eindbeoordelingen. Je moet dus niet denken aan beoordelingen die bijvoorbeeld tijdens begeleidingsgesprekken kunnen worden gegeven. Vink het getal aan dat aangeeft hoe tevreden je bent over.. 29. de informatie die jij kreeg over de manier waarop de beoordeling(en) plaatsvond(en) 30. je mogelijkheden kreeg om het werk te oefenen waarop je aan het eind van de stage beoordeeld werd 31. je de doelen die je moest halen ook écht hebt gehaald 32. de manier waarop beoordelingen werden gegeven 1 = zeer ontevreden, 2= ontevreden, 3= tevreden 4 = zeer tevreden. 1 2 3 4 33. Was bij het begin van de stage duidelijk waarop het bedrijf/de organisatie je zou gaan beoordelen? 34. Zijn er één of meer tussentijdse beoordelingen gegeven? 35. Kon het bedrijf/de organisatie bij het beoordelen gebruik maken van beoordelingsformulieren van de school? Ja Nee Toekomst 36. Vind je dat wat je voor de stage over het bedrijf/de organisatie wist of gehoord had, klopt met hoe het in werkelijkheid was? 37. Zou je andere leerlingen aanraden bij dit bedrijf/deze organisatie stage te lopen? Ja Nee Tenslotte Welk cijfer geef je dit leerbedrijf (cijfer tussen 1 en 10): 6

Hoe heeft u als BPV begeleider de beroepspraktijkervaring (stage) ervaren? Gebruik dit evaluatieformulier om uw ervaring en tevredenheid aan te geven en hoe het hebt ervaren.

2 Evaluatieformulier BPV begeleiderstevredenheid BeroepsPraktijkVorming

Evaluatieformulier BPV begeleiderstevredenheid BeroepsPraktijkVorming 1. Ik vind de informatie die ik vooraf over de beroepspraktijkvorming kreeg goed. 2. Het was mij voldoende duidelijk wat van mij als praktijkopleider werd verwacht. 3. Ik vind de telefonische bereikbaarheid van de BPV-begeleider van de opleiding goed. 4. Ik vind de bereikbaarheid van de BPV-begeleider van de opleiding per e-mail goed. 5. Ik vind het aantal contactmomenten die ik met de BPV-begeleider van de opleiding hebt gehad voldoende. 6. Ik vind de begeleiding van de student door de BPV-begeleider goed. 7. De BPV-begeleider is deskundig. 8. De student was voldoende voorbereid op zijn beroepspraktijkvorming. 3

Evaluatieformulier BPV begeleiderstevredenheid BeroepsPraktijkVorming 9. De beroepshouding van de student was goed. 10. De kennis van de student was voldoende voor zijn werkzaamheden. 11. De theorie van de opleiding sluit aan op de beroepspraktijkvorming. 12. De kwaliteit van de BPV-opdrachten of het stagewerkplan is goed. 13. De BPV-opdrachten of het stagewerkplan zijn uitvoerbaar. 14. Mijn bedrijf/organisatie is betrokken bij de vormgeving van de beroepspraktijkvorming. o heel weinig o 2.weinig o neutraal o veel o heel veel 15. Ik ben betrokken bij het beoordelen van de student. o heel weinig o 2.weinig o neutraal o veel o heel veel 4

Evaluatieformulier BPV begeleiderstevredenheid BeroepsPraktijkVorming Indien u bij de volgende vraag geen oordeel kunt geven, bijvoorbeeld omdat examinering niet heeft plaatsgevonden, kunt u kiezen voor de optie overslaan. 16. Ik heb vertrouwen in de examinering van de beroepspraktijkvorming door de opleiding? o heel weinig o 2.weinig o neutraal o veel o heel veel 17. Heeft de BPV-begeleider van de opleiding aan het eind van de BPV-periode een evaluatie of eindgesprek met u gevoerd? o Ja o Nee 18. Bent u tevreden over de evaluatie of het eindgesprek van de BPV-periode? o heel ontevreden o ontevreden o neutraal o tevreden o heel tevreden 19. Terugkijkend op de afgelopen BPV-ervaringen, welk cijfer geeft u dan? o zeer slecht o slecht o zwak o onvoldoende o twijfelachtig o voldoende o ruim voldoende o goed o erg goed o uitstekend 20. Heeft u tot slot nog opmerkingen of suggesties over genoemde onderwerpen voor het onderwijsteam? 5