Voer alle aarding van de carrosserie op het chassisframe uit op de linker langsbalk van het frame. Aarden op de rechter langsbalk van het frame leidt tot spanningsverliezen, omdat de minpool van de accu is aangesloten op de linker langsbalk van het frame. Gebruik bij voorkeur de standaard carrosseriemassabouten. Vrachtwagens hebben altijd 2 carrosseriemassabouten. De eerste massabout is aangebracht aan de binnenzijde van de linker langsbalk meteen achter de accubak. De tweede massabout is helemaal achteraan aangebracht aan de binnenzijde van de linker langsbalk. De massabouten hebben een uitwendige M10-schroefdraad op de boutflens, zodat een kabel kan worden aangesloten zonder de bout van de langsbalk los te hoeven maken. De voorste carrosseriemassabout is aangebracht aan de binnenzijde van de linker langsbalk achter de accubak. De achterste carrosseriemassabout is aangebracht aan de binnenzijde van de linker langsbalk. 357 055 Sluit de kabelschoenen aan op de binnenzijde van de langsbalk met behulp van een roestvrijstalen M10-moer met nylon ring (bijvoorbeeld Nyloc). Het aanhaalmoment is 30 Nm ± 3 Nm. De totale dikte van de kabelschoenen mag niet meer zijn dan 6 mm, omdat anders de borging van de moer niet correct werkt. 347 747 Massa-aansluiting op chassisframe 11:30-01/03 Uitgave 6 nl-nl 1 (7)
De moer mag niet worden vastgezet met een slagmoersleutel. De massabout mag niet worden verplaatst of losgemaakt. N.B.: Maak de M12-bout aan de buitenzijde van de langsbalk niet los. Deze blokkeert de massabout en zorgt voor een stevige verbinding met het chassis. De bout moet tijdens lakken zijn afgeplakt. 11:30-01/03 Uitgave 6 nl-nl 2 (7)
Extra massabout Als de standaard massabouten niet kunnen worden gebruikt, dan kan een extra massabout worden aangebracht op een geschikte plaats op de linker langsbalk van het chassis. De massabout kan worden aangeschaft bij een Scania dealer. Artikelnummer 1 743 995. Werkinstructie Plaats van opening en uitvoering Boor een opening in de rib van de langsbalk op minimaal 45 mm van de bovenste of onderste flens van de langsbalk. De opening moet vrij zijn van lak, roest en bramen. De opening moet glad zijn, volledig zijn doorgeboord en moet een diameter hebben van 14,2-14,3 mm. Gebruik een ruimer. 343 799 11:30-01/03 Uitgave 6 nl-nl 3 (7)
Aanbrengen Druk de massabout in met behulp van een persgereedschap zonder de schroefdraden te beschadigen. Borg de massabout met behulp van een M12-flensmoer. Gebruik een aanhaalmoment van 45 ± 5 Nm. De afstand tussen de boutflens en het chassis mag niet meer zijn dan 0,2 mm na het vastzetten tot het aanhaalmoment. Is dit het geval, tik het laatste gedeelte van de bout dan naar binnen met een geschikte momentsleuteldop en een hamer. Als alternatief kan ook de moer worden gebruikt om de massabout in te draaien. Sluit af door het aanhaalmoment te controleren. Plaats de massabout op de linker langsdrager van het chassis. De moer mag niet worden vastgezet met een slagmoersleutel. 11:30-01/03 Uitgave 6 nl-nl 4 (7)
Aarden in cabine Aarden in cabine 3 Voor de beste functionaliteit moet het aarden worden uitgevoerd op voorbereide elektrische massapunten in de cabine. Aarden op andere locaties kan leiden tot beschadiging van de uitrusting. Alle voertuigen hebben 5 massapunten in de cabine: 1 2 1 G4 is aangebracht in de centrale elektrische eenheid. 2 G5 is aangebracht onder de centrale elektrische eenheid. 5 3 G10 is aangebracht op de voorruitbalk. 4 4 5 G14 is aangebracht aan de binnenzijde van het brandschot, het meest naar buiten in de buurt van de vloer aan de linkerzijde. G15 is aangebracht aan de binnenzijde van het brandschot, het meest naar buiten in de buurt van de vloer aan de rechterzijde. 343 800 Maak de grondplaten niet los of verplaats deze niet, omdat dit van negatieve invloed is op de massaverbinding. 11:30-01/03 Uitgave 6 nl-nl 5 (7)
Aarden in cabine Aansluitingen G4 en G5. Aansluitingen G4 en G5 mogen alleen worden gebruikt voor kleine belastingen zoals relais. De totale maximale belasting voor G4 en G5 is 64 A. Aansluitingen G10, G14 en G15 De totale maximale belasting op G10, G14 en G15 is 100 A. Elk aansluitpunt heeft vier bouten met M6-schroefdraad. Op iedere bout zijn maximaal 3 kabelaansluitingen toegestaan. Gebruik een M6-moer met nylon ring. Sommige aansluitingen kunnen reeds in gebruik zijn, afhankelijk van hoe het voertuig in de fabriek is uitgerust. Het contacthuis en geschikte kabelaansluitingen kunnen worden aangeschaft bij een Scania dealer. 11:30-01/03 Uitgave 6 nl-nl 6 (7)
Voeding Aarden en voeding Er moet een aansluiting met de centrale elektrische eenheid via een zekering tot stand worden gebracht voor een voeding vanaf de centrale elektrische eenheid met een stroomsterkte van maximaal 30 A (18 A continu). De centrale elektrische eenheid biedt tevens toegang tot een stroomsterkte van maximaal 20 A (12 A continu) via een door het contactslot geregeld relais. Voeding Meer informatie over de centrale elektrische eenheid vindt u in het document Centrale elektrische eenheid. 11:30-01/03 Uitgave 6 nl-nl 7 (7)