Provincie West-Vlaanderen Gemeente Jabbeke. 2 Stedenbouwkundige voorschriften

Vergelijkbare documenten
Provincie West-Vlaanderen Gemeente Jabbeke. 2 Stedenbouwkundige voorschriften

Verklaring bij het bestemmingsplan. Bestemmingsplan zonegrens. Verklaring bij de bestemmingszones 1: gebouw. administratief perceel

Verklaring bij het bestemmingsplan. Bestemmingsplan. Verklaring bij de bestemmingszones 1: Provincie West-Vlaanderen Gemeente Jabbeke.

RUP KLAARSTRAAT (HERZIENING EN UITBREIDING VAN HET RUP ZONEVREEMDE TERREINEN EN GEBOUWEN VOOR SPORT-, RECREATIE- EN JEUGDACTIVITEITEN-

RUP TUINEN VANDEMAELE J. VOORSCHRIFTEN PLANIDENTIFICATIENUMMER: RUP_36010_214_00011_00001 DOSSIERNUMMER BIJ LNE: SCRPL1620

Recreatiezone gedeeltelijke herziening. Provincie West-Vlaanderen Gemeente Jabbeke. De ontwerper

Recreatiezone gedeeltelijke herziening. Provincie West-Vlaanderen Gemeente Jabbeke. De ontwerper

Provincie West-Vlaanderen Gemeente Jabbeke. Woonkorrel Gistelsteenweg. De ontwerper

Gemeentelijk RUP Den Huilaert Gemeente Kortemark. Stedenbouwkundige voorschriften en grafisch plan Maart 2011

Provincie West-Vlaanderen Gemeente Jabbeke. De ontwerper. Gemeentebestuur Jabbeke Dorpsstraat Jabbeke Tel. 0580/ Fax.

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

Verklaring bij het bestemmingsplan. Bestemmingsplan. Verklaring bij de bestemmingszones. gebouw. administratief perceel 1:1.000

Stedenbouwkundige voorschriften

Verklaring bij het bestemmingsplan. Bestemmingsplan. Verklaring bij de bestemmingszones. gebouw. administratief perceel. op te heffen verkavelingen

RUP Driegaaienstraat

stedenbouwkundige voorschriften

Stedenbouwkundige voorschriften

Provinciale stedenbouwkundige verordening 'Weekendverblijven en openluchtrecreatieve terreinen'

GEMEENTEBESTUUR ZEMST RUP NR 09 RECREATIEZONE OSSEBEEMDEN. Ontwerp definitieve vaststelling. Stedenbouwkundige voorschriften

RUP Jeugdverblijf Oud Klooster, begeleidingstehuis Ruyskensveld Campus Zwalm en basisschool Het Groene Lilare Gemeente Zwalm

Gemeente Zoersel Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Groene Vogel

RUP Quintyn gebroeders bvba Gemeente Zulte. Stedenbouwkundige voorschriften en grafisch plan November 2017

Stedenbouwkundige voorschriften Februari Studiebureau Adoplan Ruimtelijke Planning en Stedenbouw Milieu en Mobiliteit

Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan Jeugdverblijf Oud Klooster, begeleidingstehuis Ruyskensveld Campus Zwalm en basisschool Het Groene Lilare

RUP Cardiff nv Gemeente Zulte. Stedenbouwkundige voorschriften en grafisch plan November 2017

DEEL II: STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN artikel 14

RUP nr. 2quater Zeedijk-Tennis Gemeente Middelkerke. Stedenbouwkundige voorschriften en grafisch plan februari 2016

RUP SPORTHAL STEDENBOUWKUNDIGE

Provincie West-Vlaanderen Gemeente Jabbeke. 2 Stedenbouwkundige voorschriften

13 DEELPLAN 13 - GRONDWERKEN GEERT MAES

Stedenbouwkundige. voorschriften

16 DEELPLAN BOUWONDERNEMING CANNEYT

Zonevreemde Recazaken

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

Gemeente Wijnegem Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Weilandshof

GRUP Vanpeteghem Stedenbouwkundige voorschriften Gemeente Staden Juni 2013

Bestaand regionaal bedrijf

2. Stedenbouwkundige voorschriften. Toelichting Algemeen Begrippen

DEEL II: STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

RUP Gerda. Stedenbouwkundige voorschriften. ontwerp. april Departement ruimte en milieu Dienst ruimtelijke ordening Cel ruimtelijke planning

Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan. Woodstar NV. Avelgem STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

RUP DROWA aanhangwagens bvba

Provincie West-Vlaanderen Gemeente Jabbeke. De ontwerper. Gemeentebestuur Jabbeke Dorpsstraat Jabbeke Tel. 0580/ Fax.

RUP RWZI SINAAI TE SINT-NIKLAAS stedenbouwkundige voorschriften voorontwerp

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN artikel 14

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening ter bevordering van het kwaliteitsvol wonen

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN artikel 14

RUP Verschoore Stad Roeselare. Stedenbouwkundige voorschriften en grafisch plan Definitieve vaststelling 26 mei 2014

Steenbakkerij Floren en Cie NV

Stedenbouwkundige. voorschriften

Gemeentelijk RUP zonevreemde bedrijven fase IV Johan Lasseel Gemeente Nazareth. Stedenbouwkundige voorschriften en grafisch plan Juni 2010

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN artikel 14

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN. Pagina 54 van 73

DEEL II: STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

INHOUDSTAFEL... 1 ALGEMENE VOORSCHRIFTEN...

7 VERORDENEND DEEL. 7.1 Grafisch plan Kaart: grafisch plan. 7.2 Stedenbouwkundige voorschriften: algemene bepalingen

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 5 februari 2016 houdende het toeristische logies

Verklaring bij het bestemmingsplan. Bestemmingsplan. Verklaring bij de bestemmingszones. zonegrens gebouw. administratief perceel 1:1.

Deel 2 Stedenbouwkundige voorschriften

Gemeente Zoersel Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Paardenoefenveld LRV - herziening

Stedenbouwkundige. voorschriften

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN 1.VOORSCHRIFTEN EN BESTEMMING HOOFDGEBOUW. 1.1 Bestemming hoofdgebouw

stedenbouwkundige voorschriften

RUP CONTAINERPARK LINTER - ZOUTLEEUW

stedenbouwkundige voorschriften

10 DEELPLAN 10 - GARAGE VANDIERENDONCK

RUP KWZI OVERHESPEN (21.640) LINTER

RUP Willaert Stad Roeselare. Stedenbouwkundige voorschriften Definitieve vaststelling 26 mei 2014

Projectzones Leemhoek. Zone P2

Stedenbouwkundige voorschriften

RUP ZONEVREEMDE WONINGEN

RUP. Roderveldlaan. VooRSCHRIfTEn. Stadsontwikkeling. Mei

COLOFON. Opdracht: RUP Le Lis. Opdrachtgever: Gemeentebestuur Hamme Marktplein 1 B-9220 Hamme. Opdrachthouder: SORESMA nv Britselei Antwerpen

1 DEELPLAN 1 - WILLTON PARKETVLOEREN

RUP Zonevreemde woningen in ruimtelijk kwetsbaar gebied Stedenbouwkundige voorschriften Gemeente Sint-Laureins Oktober 2011

Historisch gegroeid bedrijf Dejaeghere te Langemark-Poelkapelle

Middelkerke. BPA nr. 22 Abdesweg MB 7 november 1990 Herziening gemeenteraad 16 mei Grontmij Verschave nv GEMEENTE

GEMEENTE MIDDELKERKE Deelgemeente SLIJPE

Regionaal bedrijf Waeyaert - Vermeersch

stedenbouwkundige voorschriften

RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN "Agfa-Gevaert deel Roderveldlaan-Lode Vissenaekenstraat"

Historisch gegroeid bedrijf Verhelst te Knokke-Heist

VOORSCHRIFTEN RUP 13/a WOONKORRELS OLSENE GROT & GROENEWEG/BAUTERSTRAAT. Verordenende voorschriften toelichting

gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Historisch gegroeid bedrijf t Kriekske te Halle Bijlage II: stedenbouwkundige voorschriften

Provincie Oost-Vlaanderen Gemeente Beveren. gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Gevangenis Beveren. Bijlage II: stedenbouwkundige voorschriften

RUP nr. 2ter Zeedijk-Mouchotteplein Gemeente Middelkerke. Stedenbouwkundige voorschriften en grafisch plan juni 2018

RUP Steven Pleysier. STUDIEBUREAU IR. JONCKHEERE bvba PROVINCIE WEST-VLAANDEREN GEMEENTE KOEKELARE. Koningin Astridlaan 134/ BRUGGE 050/

Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan. Van Houcke NV. Gemeente Jabbeke. december 2010 STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

Aanpak problematiek van de weekendverblijven. Provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan (PRUP) Leugenboombos

Van Houcke NV. provinciaal rup. bestemmingsplan. plangebied. art. 1 zone voor detailhandel. art. 2 zone voor wonen. art. 3 zone voor buffer.

GOEDGEKEURDE STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN Volgens vergunning nr. V/LE38/1 dd. 09/11/2016 Inclusief opmerkingen technische dienst

Sectoraal RUP- zonevreemde bedrijven, tweede fase. Stedenbouwkundige voorschriften. Aangepast op naar aanleiding van het openbaar onderzoek

voorschriften bpa nr. 80 La Brugeoise

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN

Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan. Potyze. Stad Ieper. september 2011 STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

RUP Ter Beke. Stedenbouwkundige voorschriften. ontwerp. mei Departement ruimte en milieu Dienst ruimtelijke ordening Cel ruimtelijke planning

B.P.A. Onthaalstructuur Tyne Cot Cemetery

DEEL II: STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

Transcriptie:

Recreatiezone Klein Strand II Recreatiezone BPA Recreatiezone MB 7 januari 1992 BPA Recreatiezone - uitbreiding I MB 23 mei 2002 Provincie West-Vlaanderen Gemeente Jabbeke 2 Stedenbouwkundige voorschriften De ontwerper Gemeentebestuur Jabbeke Dorpsstraat 3 8490 Jabbeke Tel. 0580/81 01 20 Fax. 050/81 01 17 Ruimtelijke planner Sil Goossens Tekenaar Tine Rosseel oktober 2014 Ruimtelijk Uitvoeringsplan Recreatiezone Klein Strand II Pagina 53

Gezien en voorlopig vastgesteld door de gemeenteraad in vergadering van 3 februari 2014 op bevel, Gabriël Acke gemeentesecretaris Paul Vanden Bussche voorzitter gemeenteraad Het College van Burgemeester en Schepenen verklaart dat onderhavig RUP voor iedereen ter inzage heeft gelegen van 3 maart 2014 tem 5 mei 2014 namens het college, op bevel, Gabriël Acke gemeentesecretaris Daniël Vanhessche burgemeester Gezien en definitief vastgesteld door de gemeenteraad in vergadering van 6 oktober 2014 op bevel, Gabriël Acke gemeentesecretaris Paul Vanden Bussche voorzitter gemeenteraad

2.1 Algemene bepalingen 2.1.1 Lijst met op te heffen voorschriften Na het van kracht worden van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan worden volgende voorschriften in het plangebied opgeheven : Bestemmingen van het gewestplan Brugge Oostkust (KB 7 april 1977) zijnde gebieden voor verblijfsrecreatie, code 0402. zijnde gebieden voor dienstverleningsgebieden, code 0300 Bestemmingen van BPA Recreatiezone (MB 7 januari 1992) zijnde bestemmingszone 2, kampeerterrein Bestemmingen van BPA Recreatiezone uitbreiding I (MB 23 mei 2002) zijnde bestemmingszone 2, kampeerterrein 2.1.2 Bestaande situatie Binnen de bestaande vergunde of vergund geachte en niet-verkrotte gebouwen, die niet voldoen aan de stedenbouwkundige voorschriften van dit ruimtelijk uitvoeringsplan, kunnen onderhouds-, renovatie- en instandhoudingswerken uitgevoerd worden binnen het bestaand volume. Bij herbouw of nieuwbouw van een hoofdzakelijk vergund, niet verkrot gebouw of een deel van een dergelijk gebouw, moet de nieuwe bebouwing beantwoorden aan de inrichtingsvoorschriften van dit ruimtelijk uitvoeringsplan. De bestaande, vergunde activiteiten kunnen behouden blijven. Nieuwe activiteiten moeten beantwoorden aan de stedenbouwkundige voorschriften van dit ruimtelijk uitvoeringsplan. 2.1.3 Overgangsbepaling Binnen de 6 maanden na de inwerkingtreding van het RUP dient een aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning ingediend te worden waarin het verwijderen van alle constructies die een bouwmisdrijf omvatten bij de goedkeuring van dit RUP opgenomen zijn. Hierbij dient ook een duidelijke fasering aanwezig te zijn inzake de tijdspanne van de verwijdering van de verschillende constructies. Binnen 3 jaar na de inwerkingtreding van het RUP dient 50% van de constructies die een bouwmisdrijf omvatten verwijderd zijn. Binnen 5 jaar na de inwerkingtreding van het RUP moeten alle constructies die een bouwmisdrijf bevatten verwijderd zijn en moet het domein volledig in overeenstemming zijn met de stedenbouwkundige voorschriften van het RUP. Ruimtelijk Uitvoeringsplan Recreatiezone Klein Strand II Pagina 54

2.1.4 Reliëfwijzigingen Het reliëf kan enkel worden gewijzigd in functie van de bestemming. Bij elke aanvraag van reliëfwijziging moeten de bouwtechnische redenen van de reliëfwijziging worden aangetoond. Dit kan gebeuren via een verklarend gemotiveerde nota, die informatief aan de vergunningsaanvraag wordt toegevoegd als extra inzicht voor de behandeling ervan. 2.1.5 Archeologisch vooronderzoek Bij wijzigingen met een potentiële impact op het historisch bodemarchief, zoals het graven van nieuwe funderingen, dient een archeologisch vooronderzoek plaats te vinden voorafgaand aan de werken. 2.1.6 Inplantingen van openbaar nut Het oprichten van gebouwen en infrastructuur voor gemeenschapsvoorzieningen en openbaar nut zijn toegelaten in alle zones, ongeacht de bestemming, maar wel rekening houdend met de inrichtingsvoorschriften van de betreffende zone. De inplanting mag de bestemming van de betreffende zone evenmin hinderen. Hun noodzaak moet om technische of maatschappelijke redenen kunnen aangetoond worden door een informatieve, verklarende en gemotiveerde nota. Dit document wordt informatief toegevoegd aan de vergunningsaanvraag als extra inzicht voor de behandeling ervan. 2.1.7 Waterhuishouding en integraal waterbeheer Werken en handelingen, voorzieningen en inrichtingen die nodig zijn voor het beheersen van overstromingen of het voorkomen van wateroverlast en passen binnen een integraal waterbeheer zijn in het volledige plangebied toegelaten. Regenwater moet maximaal kunnen infiltreren in de ondergrond, hetzij door het gebruik van waterdoorlatende materialen, hetzij door afleiding van regenwater van verharde delen naar de onverharde delen, hetzij door afleiding naar daartoe voorziene constructies om het water te bufferen. Afvloei van hemelwater naar aanpalende onverharde zones voor infiltratie mag enkel plaatsvinden op eigen terrein. Afvalwater afkomstig van de bebouwde delen in het plangebied dient aangesloten te worden op het bestaande rioleringsnet of dient op de site zelf gezuiverd te worden. Werken, handelingen en wijzigingen die nodig of nuttig zijn voor : Het behoud en herstel van het waterbergend vermogen, Het behoud en herstel van de structuurkenmerken van de beeksystemen, de waterkwaliteit en de verbindingsfunctie Het behoud, het herstel en de ontwikkeling van overstromingsgebieden, het beheersen van overstromingen of het voorkomen van wateroverlast in voor bebouwing bestemde gebieden, Het beveiligen van bebouwing en infrastructuren tegen overstromingen zijn toegelaten, voor zover de technieken van natuur technische milieubouw gehanteerd worden. Ruimtelijk Uitvoeringsplan Recreatiezone Klein Strand II Pagina 55

Een vertraagde afvoer van maximum 10 liter per seconde per hectare verharde oppervlakte met een bijkomende nuttige buffercapaciteit van 330m³ per hectare verharde oppervlakte wordt opgelegd. Buffervoorzieningen worden bij voorkeur in open profiel aangelegd. 2.1.8 Referentiepeil De hoogte van het gebouw wordt gemeten vanaf het referentiepeil tot bovenkant kroonlijst. Het aantal volle bouwlagen wordt gerekend tussen het referentiepeil en de bovenkant kroonlijst. Het referentiepeil is gelijk aan de as van de weg. 2.1.9 Afsluitingen De plaatsing van erfscheiding is toegelaten onder de vorm van levende hagen en/of groene draadafsluiting. De maximale hoogte bedraagt 2.50m. Onder groene draadafsluiting wordt o.a. begrepen: draad met klimop, 2.1.10 Permanente bewoning Permanente bewoning is niet toegestaan. Kavels noch verblijfplaatsen noch kampeerplaatsen mogen het voorwerp uitmaken van vervreemding of langdurige verhuring. Het is verboden om binnen het plangebied je hoofdverblijfplaats te hebben, er gedomicilieerd te zijn of er permanent te wonen. 2.1.11 Openluchtrecrecreatief terrein onder de vorm van een camping Het plangebied is een openluchtrecreatief terrein, bestemd voor het aanbieden van verplaatsbare openluchtrecreatieve verblijven onder de vorm van een camping. Cfr. 2.1.13.1 en 2.1.13.2 en 2.1.13.3 Het terrein moet geëxploiteerd worden in één centraal beheer. Het aantal plaatsen voor verplaatsbare openluchtrecreatieve verblijven wordt vastgelegd op maximaal 300. Het aantal plaatsen voor tenten (geplaatst op de tentenweide) is hierbij niet inbegrepen. Ruimtelijk Uitvoeringsplan Recreatiezone Klein Strand II Pagina 56

Alle werken, handelingen en wijzigingen die nodig of nuttig zijn voor het realiseren van de bestemming zijn toegelaten voor zover zij voldoen aan de specifieke voorschriften. Onder werken, handelingen en wijzigingen die nodig zijn voor het realiseren van de bestemming wordt verstaan: specifieke constructies, paden, buffers, groenbeplantingen, sport- en speelterreinen, toegangswegen en parkeervoorzieningen, sanitaire voorzieningen, plaatsen van vaste constructies met een informatieve inslag ten behoeve van oriëntatie van de toeristen,... 2.1.12 Gemeenschappelijk groen Minimaal 10% van het terrein dient te bestaan uit gemeenschappelijke groene (recreatieve) ruimten. Deze mogen tussen 1 april tot 30 oktober voor maximaal 30% ingevuld worden als tentenweide. De landschappelijke inkleding kan geen deel uitmaken van deze gemeenschappelijke groene ruimten. Met het terrein wordt hier bedoeld, de zone voor kortkampeerders, langkampeerders en de gemeenschappelijke voorzieningen ( ca 5ha79a 98ca). Het overige deel is al een zone voor landschappelijke inkleding en wordt dus niet meegerekend voor de berekening van de 10%. M.a.w. 10% van het terrein is ca 5800m. Tussen 1 april en 30 oktober mag ca 1740m² van het gemeenschappelijk groen ingevuld worden als tentenweide. Gemeenschappelijke groenvoorzieningen zijn onder andere gemeenschappelijke speelveldjes, waterpartijen, picknickweide, groenstructuren die geënt zijn op de ontsluiting, dreefstructuren, lanen, ontvangstruimtes etc. met uitzondering van de stroken voor landschappelijke inkleding op de grens van het terrein. 2.1.13 Gemeenschappelijke bebouwing De totale bruto vloeroppervlakte van gemeenschappelijke gebouwen binnen het plangebied van dit RUP, met inbegrip van de overdekte terrassen, mag niet meer dragen dan 1000m². De inrichting van een winkelfunctie wordt beperkt tot 100m² Het vastleggen van de bebouwbare oppervlakte is een parameter om de versteninggraad te meten. Doel hierbij is een te verregaande verstening tegen te gaan. Dit betreft exclusief verharde oppervlakte in functie van niet overdekte publieke ruimte Ruimtelijk Uitvoeringsplan Recreatiezone Klein Strand II Pagina 57

Er kan maximaal één conciërgewoning worden ingericht. (bvb. plein), wegenis en parkeerplaatsen. Het plangebied van dit RUP beperkt zich tot Klein Strand II, zoals ingericht tijdens de opmaak van dit RUP, deze voorschriften hebben geen betrekking op Klein Strand I. 2.1.14 Afvalverzamelplaats Voorschriften verordenend Er kan maximaal één afvalverzamelplaats worden ingericht. Een afvalverzamelplaats is enkel toegelaten in de zone voor gemeenschappelijke voorzieningen. Hiervan kan uitzonderlijk en gemotiveerd worden afgeweken onder volgende voorwaarden: De afvalverzamelplaats bevindt zich op max. 20m van de zonegrens voor gemeenschappelijke voorzieningen en zo dicht mogelijk bij de hoofdtoegangsweg die gelegen is in de zone voor gemeenschappelijke voorzieningen De circulatie in functie van de afvalophaling dient volledig gescheiden te zijn van de interne hoofdcirculatie van de camping in de zone voor kort kamperen. De inplanting moet geclusterd worden aan gemeenschappelijke voorzieningen of een parkeercluser en mag niet rechtstreeks grenzen aan een kampeerplaats. De afvalverzamelplaats moet afgeschermde zijn en van voldoende grootte met een ondoordringbare vloer. Deze kan ook (half)ondergronds worden ingericht. De afvalverzamelplaats dient met een groene afsluiting afgeschermd te worden, zodoende een goede landschappelijke inpassing te hebben. Toelichting Bij uitzondering en gemotiveerd is de afvalplaats mogelijk in de zone voor kort kamperen. Met niet rechtstreeks wordt o.a. bedoeld: met een wegenis tussen of met een groenzone tussen, De afvalverzamelplaats zal voorzien zijn van voldoende containers of beschikken over een afvalplaats (die onttrokken is aan het zicht). Papier en karton, glas, tuinafval en restafval worden apart verzameld. Onder groene afsluiting wordt o.a. begrepen: levende haag, draad met klimop, Ruimtelijk Uitvoeringsplan Recreatiezone Klein Strand II Pagina 58

2.1.15 Definities: 2.1.15.1 Een openluchtrecreatief terrein Een openluchtrecreatief terrein is een uitgerust en afgebakend terrein in centraal beheer. 2.1.15.2 Een camping Een camping is een openluchtrecreatief terrein dat beschikt over minstens 30 toeristische kampeerplaatsen voor kortkampeerders of minstens 15 % van de plaatsen voor openluchtrecreatieve verblijven op het terrein ter beschikking stelt als toeristische kampeerplaatsen voor kortkampeerders. 2.1.15.3 Een verplaatsbaar openluchtrecreatief verblijf Er kan gesproken worden van een verplaatsbaar openluchtrecreatief verblijf, indien voldaan is aan volgende voorwaarden: het verblijf heeft geen funderingsplaat en kan slechts geplaatst worden op de noodzakelijke (ondergrondse) steunpunten. lijn- en/of sleuffunderingen zijn niet toegestaan het verblijf is maximaal 4m hoog de materiaalkeuze moet duurzaam zijn beton en baksteen worden als materialisatie uitgesloten het verblijf moet op korte termijn verplaatsbaar zijn 2.1.15.4 Een verblijfplaats voor langkampeerders: Een verblijfplaats voor langkampeerders is een verblijfplaats waarop toeristen langer dan 6 maanden kunnen verblijven in een verplaatsbare openluchtrecreatief verblijf. 2.1.15.5 Een toeristische kampeerplaats voor kortkampeerders: Een toeristische kampeerplaats voor kortkampeerders is een toeristische kampeerplaats waarop toeristen voor maximaal 6 opeenvolgende maanden kunnen verblijven met een eigen verplaatsbare openluchtrecreatief verblijf. De toerist dient op het einde van zijn verblijf zijn openluchtrecreatief verblijf zelf te verwijderen. Ruimtelijk Uitvoeringsplan Recreatiezone Klein Strand II Pagina 59

2.1.15.6 Een kampeerautoplaats Een kampeerautoplaats is een kampeerplaats voor uitsluitend kampeerauto s. De kampeerautoplaats wordt gedurende maximum 31 opeenvolgende dagen aan dezelfde toerist aangeboden. De toerist dient op het einde van zijn verblijf zelf zijn kampeerauto te verwijderen. 2.1.15.7 Een tentenweide Een tentenweide is een onverharde zone die bestemd is voor het plaatsen van tenten. Er kan slechts plaats worden aangeboden aan dezelfde toerist voor maximum 31 opeenvolgende dagen. De toerist dient op het einde van zijn verblijf zelf zijn tent te verwijderen. 2.2 Bijzondere bepalingen Kolom 1 van onderstaande tabel geeft de verordenende stedenbouwkundige voorschriften weer. Kolom 2 geeft verder toelichting rond een aantal elementen uit de stedenbouwkundige voorschriften. Deze toelichting geeft bijkomende informatie bij het beoordelen van de stedenbouwkundige vergunning Ruimtelijk Uitvoeringsplan Recreatiezone Klein Strand II Pagina 60

Artikel 1 : Zone voor lang kamperen categorie gebiedsaanduiding recreatie I. Bestemming : Zone voor lang kamperen Het gebied is bestemd voor het aanbieden van verblijfplaats voor langkampeerders. Alle werken, handelingen en wijzigingen die nodig of nuttig zijn voor het realiseren van de bestemming zijn toegelaten. Een verblijfplaats voor langkampeerders is een verblijfplaats waarop toeristen langer dan 6 maanden kunnen verblijven in een verplaatsbare openluchtrecreatief verblijf. Onder werken, handelingen en wijzigingen die nodig zijn voor het realiseren van de bestemming wordt verstaan: paden, buffers, groenbeplantingen, sport- en speelterreinen, toegangswegen en parkeervoorzieningen, sanitaire voorzieningen, plaatsen van vaste constructies met een informatieve inslag ten behoeve van oriëntatie van de toeristen... Ruimtelijk Uitvoeringsplan Recreatiezone Klein Strand II Pagina 61

II. Inrichting : Zone voor lang kamperen Verblijfplaatsen voor langkampeerders De verblijfplaatsen dienen minstens te voldoen aan volgende voorwaarden: De oppervlakte van de verblijfplaats bedraagt minimaal 90m² bruto vloeroppervlakte. Maximaal 50% van de verblijfplaats mag bezet zijn met constructies. Deze dienen allemaal verplaatsbaar te zijn. Wanneer de terreinoppervlakte van de verblijfplaats minimum 125m² bedraagt, per staanplaats max. 10m² verharding worden ingericht met het principe karrespoor in functie van één parkeerplaats. Deze verharding mag enkel uitgevoerd worden in een groene waterdoorlatende verharding of met 2 betonnen rijstroken voor de wielen van het te parkeren voertuig. De eventueel fundering dient ook waterdoorlatend te zijn. De bezetting wordt opgelegd om het groene karakter maximaal te behouden. Onder verplaatsbare constructies wordt onder andere verstaan: het openluchtrecreatieve verblijf, voortent, achtertent, luifel, verhoogd houten terras, de treden en trappen voor de toegang Deze constructies zijn eenvoudig wegneembaar en staan ze de verplaatsbaarheid van het verblijf niet in de weg. Onder principe karrespoor wordt verstaan: twee verharde stroken voor de wielen van het te parkeren voertuig. Onder groene waterdoorlatende verharding wordt o.a. verstaan; grindgazon, kunststof rijplaten, opgevuld met gras, kunststof grasdallen, waarbij de gebruikte versteviging slechts beperkt tot niet zichtbaar is. Hieronder wordt bv. niet verstaan: waterdoorlatende klinkers, klinkers met open voeg, betonnen grasdallen, opvulling met grind, Aanbouwen, andere dan de voortent, achtertent, luifel, verhoogd terras en de treden en trappen voor de toegang, zijn verboden aan het verblijf Ruimtelijk Uitvoeringsplan Recreatiezone Klein Strand II Pagina 62

Op de verblijfplaats mag slechts één voortent of één achtertent of één partytent met dak en wanden in zeil worden ingericht. Er kan slechts één openluchtrecreatief verblijf per verblijfplaats worden ingericht. Het is toegestaan om naast het openluchtrecreatief verblijf twee aanvullende losstaande tenten te plaatsen die bestemd zijn voor overnachting. Tussen de verplaatsbare openluchtrecreatieve verblijven onderling moet minstens een afstand van 4m gelaten worden, op de grond gemeten. Tussen de verblijfplaatsen onderling kan een afsluiting geplaatst worden van max. 1,2m hoogte. Deze kunnen enkel in levende hagen worden geplant Andere bijkomende constructies zijn verboden In voorkomend geval geldt een partytent niet als een aanvullende tent die bestemd is voor overnachting Onder andere bijkomende constructies wordt onder andere verstaan: bergingen, tuinhuisjes, pergola s, tuinvijvers, Bebouwing: Vaste bebouwing kan enkel worden ingericht in functie van gemeenschappelijke voorzieningen en onder volgende voorwaarden: Maximaal 1 bouwlaag + 1 bouwlaag onder dak Maximale kroonlijsthoogte 4m Maximale nokhoogte 8m Vrije dakvorm Alle materialen voor nieuwe gebouwen moeten uit esthetisch standpunt verantwoord en van duurzame aard zijn Het gelijkvloerse peil mag niet lager zijn dan het laagste peil van het natuurlijke maaiveld Ondergrondse bouwlagen zijn enkel toegestaan i.f.v. technische ruimten Bij de opstelling van de bebouwing moet rekening gehouden worden met oriëntatie en schaduwwerking. De 45 regel is geldig tussen de verschillende volumes op het terrein. De praktijk wijst uit dat bij een aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning voor een vaste constructie voor openlucht recreatief verblijf vaak gebruik wordt gemaakt van een gedeeltelijke ingegraven gelijkvloerse verdieping, en dit om de volumenormen te omzeilen. Dit leidt niet enkel tot onnatuurlijke situaties, het verminderd ook de onderhoudsmogelijkheden van het verblijf en maakt deze vatbaar voor regeninsijpeling bij wolkbreuken. Wel wordt een technische ruimte toegelaten om bv. bij een nieuw sanitair gebouw te werken met een kelder opgetrokken specifiek en enkel voor een centrale verwarmingsketel. Oriëntatie en schaduwwerking kan onderzocht worden aan de hand van een schaduwplan. Bedoeling is te voorkomen dat sommige lagere bebouwingen steeds in de schaduw van hogere naastgelegen bebouwingen liggen. Ruimtelijk Uitvoeringsplan Recreatiezone Klein Strand II Pagina 63

Interne circulatie Er kunnen twee soorten interne circulatie worden ingericht voor gemotoriseerd verkeer in functie van traag verkeer : de centrale circulatiewegen de secundaire circulatiewegen Hierbij dient een goed onderbouwde afweging te gebeuren tussen veiligheid en comfort enerzijds en de algemene omgevingskwaliteit en openruimte anderzijds. De interne circulaties voor gemotoriseerd verkeer moeten aan volgende voorwaarden beantwoorden: De centrale circulatiewegen moet een minimale breedte van 4 m hebben De secundaire circulatiewegen moeten een minimale breedte van 3 m hebben Beide circulatiewegen moeten in alle weersomstandigheden berijdbaar zijn Beide circulatiewegen moeten een vrije hoogte hebben van minstens 4m Beide circulatiewegen bezitten een draagvermogen in die mate dat voertuigen van minstens 15 ton er kunnen rijden en stilstaan zonder te verzinken, zelfs wanneer ze het terrein vervormen De centrale circulatiewegen moet voorzien zijn van een degelijke verlichting Het is verboden om voertuigen op de circulatiewegen te parkeren Infrastructuur voor niet-gemotoriseerd verkeer moet worden aangelegd in waterdoorlaatbare verhardingen. Voorbeelden van waterdoorlatende verhardingen zijn dolomiet, steenslag, grasdallen in beton/kunststof, grindgazon, betonstraatstenen met open voeg, Ruimtelijk Uitvoeringsplan Recreatiezone Klein Strand II Pagina 64

Parkeren Volgende parkeermodaliteiten zijn geldig: Per verblijfplaats moet er binnen de zone van deze camping verplicht minimum 1 parkeerplaats worden ingericht Op een verblijfplaats kan maximaal 1 parkeerplaats worden toegelaten, mits de terreinoppervlakte van deze verblijfplaats minimum 125m² bedraagt Parkeervoorzieningen die niet voorzien zijn op de verblijfplaats moeten aan volgende modaliteiten voldoen: o minimum per 10 parkeerplaatsen geclusterd worden ingericht o per 5 parkeerplaatsen moeten minstens één boom voorzien worden ter hoogte van deze parkeercluster o de parkeerplaatsen dienen zodanig ingeplant en geïntegreerd worden dat ze aan het zicht onttrokken worden o De parkeerplaatsen dienen te worden uitgevoerd in een groene waterdoorlatende verharding. De eventueel fundering dient ook waterdoorlatend te zijn. De oppervlakte van 125m² is berekend op een minimum standplaats van 90m² + een parkeerruimte van 7 x 5m Ruimtelijk Uitvoeringsplan Recreatiezone Klein Strand II Pagina 65

Artikel 2 : Zone voor kort kamperen categorie gebiedsaanduiding recreatie I. Bestemming : Zone voor kort kamperen Het gebied is bestemd voor het aanbieden van toeristische kampeerplaatsen voor kortkampeerders. Een toeristische kampeerplaats voor kortkampeerders is een toeristische kampeerplaats waarop toeristen voor maximaal 6 opeenvolgende maanden kunnen verblijven met een eigen verplaatsbare openluchtrecreatief verblijf Alle werken, handelingen en wijzigingen die nodig of nuttig zijn voor het realiseren van de bestemming zijn toegelaten. Onder werken, handelingen en wijzigingen die nodig zijn voor het realiseren van de bestemming wordt verstaan: paden, buffers, groenbeplantingen, sport- en speelterreinen, toegangswegen en parkeervoorzieningen, sanitaire voorzieningen, plaatsen van vaste constructies met een informatieve inslag ten behoeve van oriëntatie van de toeristen... Ruimtelijk Uitvoeringsplan Recreatiezone Klein Strand II Pagina 66

II. Inrichting : Zone voor kort kamperen Toeristische kampeerplaatsen voor kortkampeerders De toeristische kampeerplaatsen dienen minstens voldoen aan volgende voorwaarden: De oppervlakte van toeristische kampeerplaatsen, uitgezonderd kampeerautoplaatsen en tentenweide, bedraagt minimaal 90m² Wanneer de terreinoppervlakte van de verblijfplaats minimum 125m² bedraagt, per staanplaats max. 10m² verharding worden ingericht met het principe karrespoor in functie van één parkeerplaats. Deze verharding mag enkel uitgevoerd worden in een groene waterdoorlatende verharding of met twee betonnen rijstroken voor de wielen van het te parkeren voertuig. De eventueel fundering dient ook waterdoorlatend te zijn. Er kan slechts één openluchtrecreatief verblijf per kampeerplaats worden ingericht. Het is toegestaan om naast het openluchtrecreatief verblijf twee aanvullende losstaande tenten te plaatsen die bestemd zijn voor overnachting Aanbouwen, andere dan de voortent, achtertent, luifel zijn verboden aan het verblijf Onder principe karrespoor wordt verstaan: twee verharde stroken voor de wielen van het te parkeren voertuig. Onder groene waterdoorlatende verharding wordt o.a. verstaan; grindgazon, kunststof rijplaten, opgevuld met gras, kunststof grasdallen, waarbij de gebruikte versteviging slechts beperkt tot niet zichtbaar is. Hieronder wordt bv. niet verstaan: waterdoorlatende klinkers, klinkers met open voeg, betonnen grasdallen, opvulling met grind, In voorkomend geval geldt een partytent als een aanvullende tent die bestemd is voor overnachting In voorkomend geval zijn de voortent, de achtertent, de luifel eenvoudig wegneembaar en staan ze de verplaatsbaarheid van het verblijf niet in de weg. Ruimtelijk Uitvoeringsplan Recreatiezone Klein Strand II Pagina 67

Op de kampeerplaats mag slechts één voortent of één achtertent worden ingericht Tussen de verplaatsbare openluchtrecreatieve verblijven onderling moet minstens een afstand van 4m gelaten worden, op de grond gemeten. Tussen de kampeerplaatsen onderling kan een afsluiting geplaatst worden van max. 1,2m hoogte. Deze kunnen enkel in levende hagen worden geplant Op maximaal 1/3 van de toeristische kampeerplaatsen, exclusief kampeerautoplaatsen en tentenweide, kan de inrichting van maximaal één sanitaire unit per toeristische kampeerplaats toegestaan worden met volgende voorwaarden: o o o o o o deze sanitaire units moeten minimaal aan elkaar gehecht worden tot 1 constructie per 4 toeristische kampeerplaatsen deze 4 sanitaire units hebben een totale maximale bruto vloeroppervlakte van 50m² Er kunnen maximaal 36 units worden ingericht op het terrein deze sanitaire units moeten over het gehele terrein éénvormig zijn op het vlak van bouw, materiaal en uitzicht andere bijkomende constructies zijn verboden de toeristische kampeerplaatsen die gebruik maken van de sanitaire units waarvan sprake, moeten allen geclusterd en gekoppeld zijn in één groep. Het gekoppeld en geclusterd zijn van deze groep houdt geen rekening met de aanwezige interne wegenis Max. 12,5m² per toeristische kampeerplaats Onder andere bijkomende constructies wordt onder andere verstaan: tuinhuisjes, pergola s, tuinvijvers, Er mogen dus geen kampeerplaatsen met sanitaire units gescheiden zijn van elkaar door kampeerplaatsen zonder sanitaire units. De begrippen geclusterd, gekoppeld en in één groep kunnen als volgt schematisch weergegeven worden: Ruimtelijk Uitvoeringsplan Recreatiezone Klein Strand II Pagina 68

De toeristische kampeerplaatsen kunnen ook ingericht worden als kampeerautoplaatsen. De kampeerautoplaats wijkt af van voorgaande voorschriften: de afmeting van de kampeerautoplaats bedraagt minstens 8m x minstens 4 meter de kampeerautoplaatsen dienen minstens gegroepeerd worden in clusters van vier de kampeerautoplaatsen kunnen volledig verhard worden met een groene waterdoorlatende verharding Onder groene waterdoorlatende verharding wordt o.a. ver- Ruimtelijk Uitvoeringsplan Recreatiezone Klein Strand II Pagina 69

de inrichting van een afsluiting tussen de verschillende kampeerautoplaatsen is niet verplicht. de inrichting van zowel draadafsluiting als een levende haag is toegestaan als afbakening rondom de kampeerautoplaatsen met een maximale hoogte van 1,2 m. staan; grindgazon, kunststof rijplaten, opgevuld met gras, kunststof grasdallen, waarbij de gebruikte versteviging slechts beperkt tot niet zichtbaar is. Hieronder wordt bv. niet verstaan: waterdoorlatende klinkers, klinkers met open voeg, betonnen grasdallen, opvulling met grind, Er moet verplicht één tentenweide van minimum 150m² worden ingericht. Deze tentenweide wijkt af voor volgende voorwaarden: maximaal toegelaten aantal tenten = oppervlakte tentenweide/30m² op de tentenweide zijn enkel tenten kleiner dan 10m² toegelaten vaste constructies en verhardingen zijn niet toegelaten op de tentenweide zij maakt deel uit van de opgelegde gemeenschappelijke groenzone Bebouwing: Vaste bebouwing kan enkel worden ingericht in functie van gemeenschappelijke voorzieningen en onder volgende voorwaarden: Maximaal 1 bouwlaag + 1 bouwlaag onder dak Maximale kroonlijsthoogte 4m Maximale nokhoogte 8m Vrije dakvorm Alle materialen voor nieuwe gebouwen moeten uit esthetisch standpunt verantwoord en van duurzame aard zijn Het gelijkvloerse peil mag niet lager zijn dan het laagste peil van het natuurlijke maaiveld Ondergrondse bouwlagen zijn enkel toegestaan i.f.v. technische ruimten Bij de opstelling van de bebouwing moet rekening gehouden worden met oriëntatie en schaduwwerking. De 45 regel is geldig tussen de verschillende volumes op het terrein. De praktijk wijst uit dat bij een aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning voor een vaste constructie voor openlucht recreatief verblijf vaak gebruik wordt gemaakt van een gedeeltelijke ingegraven gelijkvloerse verdieping, en dit om de volumenormen te omzeilen. Dit leidt niet enkel tot onnatuurlijke situaties, het verminderd ook de onderhoudsmogelijkheden van het verblijf en maakt deze vatbaar voor regeninsijpeling bij wolkbreuken. Wel wordt een technische ruimte toegelaten om bvb bij een nieuw sanitair gebouw te werken met een kelder opgetrokken specifiek en enkel voor een centrale verwarmingsketel. Oriëntatie en schaduwwerking kan onderzocht worden aan de hand van een schaduwplan. Bedoeling is te voorkomen dat sommige lagere bebouwingen steeds in de schaduw van hogere naastgelegen bebouwingen liggen. Voor de afstand tussen de volumes wordt de zogenaamde 45 regel toegepast. Ruimtelijk Uitvoeringsplan Recreatiezone Klein Strand II Pagina 70

Interne circulatie Er kunnen twee soorten interne circulatie worden ingericht voor gemotoriseerd verkeer in functie van traag verkeer : de centrale circulatiewegen de secundaire circulatiewegen Hierbij dient een goed onderbouwde afweging te gebeuren tussen veiligheid en comfort enerzijds en de algemene omgevingskwaliteit en openruimte anderzijds. De interne circulaties voor gemotoriseerd verkeer moeten aan volgende voorwaarden beantwoorden: de centrale circulatiewegen moet een minimale breedte van 4 m hebben de secundaire circulatiewegen moeten een minimale breedte van 3 m hebben beide circulatiewegen moeten in alle weersomstandigheden berijdbaar zijn beide circulatiewegen moeten een vrije hoogte hebben van minstens 4m beide circulatiewegen bezitten een draagvermogen in die mate dat voertuigen van minstens 15 ton er kunnen rijden en stilstaan zonder te verzinken, zelfs wanneer ze het terrein vervormen de centrale circulatiewegen moet voorzien zijn van een degelijke verlichting het is verboden om voertuigen op de circulatiewegen te parkeren Infrastructuur voor niet-gemotoriseerd verkeer moet worden aangelegd in waterdoorlaatbare verhardingen. Voorbeelden van waterdoorlatende verhardingen zijn dolomiet, steenslag, grasdallen in beton/kunststof, grindgazon, betonstraatstenen met open voeg, Ruimtelijk Uitvoeringsplan Recreatiezone Klein Strand II Pagina 71

Parkeren Volgende parkeermodaliteiten zijn geldig: per toeristische kampeerplaats moet er verplicht minimum 1 parkeerplaats worden ingericht met uitzondering van de kampeerautoplaatsen en toeristische plaatsen gegenereerd door de tentenweide. het voorzien van maximaal 1 parkeerplaats op de toeristische kampeerplaats is slechts toegelaten wanneer de terreinoppervlakte van de kampeerplaats minimum 125m² bedraagt en indien geen sprake van een kampeerautoplaats of toeristische plaatsen gegenereerd door de tentenweide. op de tentenweide worden geen auto s toegestaan parkeervoorzieningen die niet voorzien zijn op de kampeerplaatsen moeten: o minimum per 10 parkeerplaatsen geclusterd worden ingericht o per 5 parkeerplaatsen moeten minstens één boom o voorzien worden ter hoogte van de parkeercluster de parkeerplaatsen dienen zodanig ingeplant en geïntegreerd worden dat ze aan het zicht onttrokken worden De parkeerplaatsen dienen te worden uitgevoerd in een groene waterdoorlatende verharding. De eventueel fundering dient ook waterdoorlatend te zijn. De oppervlakte van 125m² is berekend op een minimum standplaats van 90m² + een parkeerruimte van 7 x 5m Ruimtelijk Uitvoeringsplan Recreatiezone Klein Strand II Pagina 72

Artikel 3 : Zone voor gemeenschappelijke voorzieningen categorie gebiedsaanduiding recreatie I. Bestemming : Zone voor gemeenschappelijke voorzieningen Het gebied is bestemd voor gemeenschappelijke voorzieningen. Binnen deze zone zijn toegelaten: verharde en onverharde speel- en sportterreinen en bijhorende accommodatie hoofdtoegangsweg en parkeervoorzieningen (ook voor bezoekers) dienstgebouwen ten behoeve van de ontvangst van bezoekers van het terrein en voor de uitbating van het terrein ondersteunende commerciële of recreatieve accommodatie voor zover deze gericht is op de gebruikers van het terrein een afgeschermde afvalverzamelplaats wasplaatsen voor caravans/mobilehomes Onder speel- en sportterreinen wordt o.a. verstaan petanqueveld, minigolfterrein, basketbalterrein, voetbalterrein, speeltuin, speelveld, Onder bijhorende accommodatie wordt verstaan omkleedruimtes, opslagruimte, technische ruimte, berging, e.d.m. Met ondersteunende commerciële of recreatieve accommodatie worden bedoeld : - verkoop van maximum 6 mobiele openluchtrecreatieve verblijven - gebouwen in functie van (groen)onderhoud - gebouwen in functie van spel, sport & leisure ( lokaal voor kinderactiviteiten, speeltuin, speelzolder, minigolf, pétanque, ) Binnen deze deelzone zijn geen kampeerplaatsen en/of verblijfplaatsen toegelaten Ruimtelijk Uitvoeringsplan Recreatiezone Klein Strand II Pagina 73

II. Inrichting : Zone voor gemeenschappelijke voorzieningen Bebouwing: Vaste bebouwing kan enkel worden ingericht in functie van gemeenschappelijke voorzieningen en maximaal één conciërgewoning en onder volgende voorwaarden: maximaal 1 bouwlaag + 1 bouwlaag in het dak maximale nokhoogte 8m vrije dakvorm alle materialen voor nieuwe gebouwen moeten uit esthetisch standpunt verantwoord en van duurzame aard zijn. het gelijkvloerse peil mag niet lager zijn dan het laagste peil van het natuurlijke maaiveld. ondergrondse bouwlagen zijn enkel toegestaan i.f.v. technische ruimten bij de opstelling van de bebouwing moet rekening gehouden worden met oriëntatie en schaduwwerking Er is momenteel reeds één conciërgewoning vergund. Parkeren Volgende parkeermodaliteiten zijn geldig: parkeervoorzieningen moeten minimum per 10 parkeerplaatsen geclusterd worden ingericht. per 5 parkeerplaatsen moet minstens één boom voorzien worden ter hoogte van deze parkeercluster. Deze parkeerplaatsen dienen bereikbaar te zijn via de hoofdtoegangsweg De parkeerplaatsen dienen te worden uitgevoerd in een groene waterdoorlatende verharding. De eventueel fundering dient ook waterdoorlatend te zijn. Ruimtelijk Uitvoeringsplan Recreatiezone Klein Strand II Pagina 74

Artikel 4 : Zone voor landschappelijke inkleding categorie gebiedsaanduiding recreatie overdruk: erfdienstbaarheidstrook voor de waterloop I. Bestemming : Zone voor landschappelijke inkleding Het gebied is bestemd voor de aanleg van een zone met een breedte van respectievelijk 7, 10 en 12m in functie van een landschappelijke inkleding van de camping t.o.v. zijn specifieke omgeving Niet toegelaten zijn: bebouwing constructies verharding, uitgezonderd in functie van art. 5 interne ontsluiting Onder constructies worden o.a. verstaan: vaste en/of mobiele openluchtrecreatieve verblijven, sanitaire units, terrassen, mobiele structuren, speeltoestellen, Ruimtelijk Uitvoeringsplan Recreatiezone Klein Strand II Pagina 75

II. Inrichting : Zone voor landschappelijke inkleding Groenscherm Binnen deze zone dient een groenscherm te worden geplaatst met een minimale breedte van 3m. In geval van private tuinen op aanliggende percelen dient dit groenscherm verbreed te worden tot min. 6m. Dit groenscherm dient te worden aangelegd met streekeigen beplantingen. Het groenscherm moet rekening houden met lichten en zichten richting private tuinen op aanliggende percelen. De breedte van de landschappelijke inkleding wordt aangeduid op het bestemmingsplan. De aanvrager kan in zijn vergunningsaanvraag melden op welke wijze hiermee wordt omgegaan, vb. planten van een groenscherm met beplantingen die slechts een beperkte hoogte krijgen, Het groenscherm moet worden gerealiseerd bij het plantseizoen volgend op het bekomen van de eerstvolgende stedenbouwkundige vergunning na inwerkingtreding van het RUP; Vrije tussenruimte De afstand van de kampeerplaatsen en/of verblijfplaatsen op het terrein tot aan het groenscherm moet steeds 4m bedragen. Die tussenruimte moet ten allen tijde vrijgehouden worden van bebouwingen en constructies en ontdaan worden van verdroogd hoogstaand gras en verdroogde struikgewassen. Er moet namelijk een tussenafstand van min. 4m worden vrijgehouden van vaste constructies, hoogstaand gras, in functie van de brandveiligheid op het terrein. Ruimtelijk Uitvoeringsplan Recreatiezone Klein Strand II Pagina 76

overdruk : erfdienstbaarheidstrook voor de waterloop Het betreft een zone van 5m die wordt vrijgehouden als openbare erfdienstbaarheid om onderhoudswerken mogelijk te maken. Binnen deze strook wordt doorgang verleend aan uitvoerend personeel en materieel. Hindernissen en aanplanten die de ruimings- en onderhoudswerken kunnen belemmeren worden niet toegelaten. Het groenscherm kan niet binnen deze overdruk worden gerealiseerd. De oeverzone zal op een beek- en biotoopvriendelijke wijze worden aangelegd en onderhouden. Stabilisatie van de erfdienstbaarheidstroken in functie van toegankelijkheid van nooddiensten en/of onderhoud is toegelaten. Alle afwatering binnen deze zone dient natuurlijk te gebeuren. In functie van de interne ontsluiting van het terrein, kan deze overdruk maximaal 2x worden onderbroken en verhard met een gezamenlijke breedte van maximaal 25m. Ter hoogte van de indicatieve aanduiding voor interne ontsluiting wordt de aanzet gegeven tot de ontwikkeling van de interne ontsluiting voor de recreatiezone. Deze kan worden opgesplitst in een aparte in- en uitgang met een maximale breedte van telkens 6m met eventueel bijkomend en aanliggend een (breed i.f.v. toeristisch seizoen) voetpad. Ruimtelijk Uitvoeringsplan Recreatiezone Klein Strand II Pagina 77

Artikel 5 : Interne ontsluiting categorie gebiedsaanduiding recreatie I. Bestemming : Interne ontsluiting Ter hoogte van deze indicatieve aanduiding wordt de aanzet gegeven tot de ontwikkeling van de interne ontsluiting voor de recreatiezone. Deze kan worden opgesplitst in een aparte in- en uitgang met een maximale breedte van telkens 6m met bijkomend en aanliggend een voetpad. De ontsluiting kan maximaal 20m afwijken van de grafische weergave op plan. De zone wordt aangelegd in functie van de verkeersafwisseling met respect voor het karakter van de omgeving; bij heraanleg van de openbare wegenis staat de verblijfskwaliteit voorop, zowel voor voetgangers en fietsers als voor motorisch verkeer. In functie van deze interne ontsluiting van het terrein, kan de overdruk erfdienstbaarheid voor waterloop maximaal 2x worden onderbroken en verhard met een gezamenlijke breedte van maximaal 25m. Een sobere, kwaliteitsvolle aanleg van de openbare ruimte wordt nagestreefd Alle werken in functie van het verzekeren van toegankelijkheid, signalisatie, veiligheid en het realiseren van een kwalitatieve aanleg zijn toegelaten. Ruimtelijk Uitvoeringsplan Recreatiezone Klein Strand II Pagina 78