Thuishospitalisatie erceptin Pilootproject ikv projectoproep FOD UZ Leuven ism Khobra huisartsenkring en Wit-Gele Kruis Vlaams-Brabant
erceptin en borstkanker Dr Kevin Punie
ER2 0-5% Borstkanker is een frequente ziekte op 50 vrouwen < 50j op 0 vrouwen < 75j
Borstkanker is bij diagnose meestal vroegtijdig Lokale ziekte = 95% Borst In lymfeklieren Therapie met curatieve intentie Uitgezaaide/gemetastaseerde ziekte: 5% Lever, long, bot, huid, hersenen, via lymfe & bloed Behandeling mogelijk met nietcuratieve/palliatieve intentie
Borstkanker is bij diagnose meestal vroegtijdig Lokale ziekte = 95% Borst In lymfeklieren Therapie met curatieve intentie Bij diagnose: 30% subklinische metastasen/ micrometastasen = doelwit van adjuvante (preventieve) behandeling na operatie voor borstkanker Radiotherapie Antihormonale therapie (Nolvadex, Femara, ) Chemotherapie Gerichte antikankerbehandelingen (botversterkers/bisfosfonaten)
Verschillende types borstkanker Oestrogeen receptor+ 70-80% ER2+ 5% Triple negative 5% 80 % 20 % ormoongevoelig Altijd indicatie voor Antihormonale nabehandeling ormoonongevoelig Nooit indicatie voor Antihormonale nabehandeling
ER2- positieve borstkanker ER2+ 5%
ER2- positieve borstkanker ER2+ 5%
ER2+ Lokale ziekte (95%) 0-5% Adjuvant/preventief gedurende jaar Bij ER2+ borstkanker vanaf cm, of bij lymfeklieraantasting 8 toedieningen om de 3 weken Wanneer erceptin Uitgezaaide/gemetastaseerde ziekte (5%) Onderdeel van eerstelijnstherapie (initieel in combinatie met chemotherapie en daarna verder met ander antilichaam Perjeta) tot progressie => Niet in pilootproject gezien Perjeta enkel IV beschikbaar Patiënten die langdurig ziektestabilisatie hebben en al lange tijd erceptin monotherapie krijgen
ER2+ 0-5% Lokale ziekte 0 % Waarom erceptin Na 2 jaar: 7 % absolute risicoreductie op overlijden
ER2+ 0-5% Gemetastaseerde ziekte Waarom erceptin
A Lokale ziekte: adjuvante chemotherapie ER2+ 0-5% EC EC2 EC3 EC4 3w Wanneer erceptin B T w T T T T T T T T T T T 2 3w 2 3 4 5
Lokale ziekte Wanneer erceptin @ome 8-0/8 toedieningen ER2+ 0-5% 6 3w 7 2 8 3 9 4 0 5 6 7 8
erceptin intraveneus en subcutaan beschikbaar
erceptin intraveneus en subcutaan beschikbaar
Cardiotoxiciteit Symptomatisch ER2+ 0-5% + Asymptomatisch % 5% %
ER2+ 0-5% 5 patiënten op 00 die erceptin kregen gedurende jaar hebben een (asymptomatiscche of symptomatische) achteruitgang van de linker ventrikel ejectiefractie Cardiotoxiciteit van erceptin patiënt op 00 in de groep die geen erceptin kreeg Bij 80 % van deze patiënten is dit asymptomatisch Onderschatting owv studiepopulatie! et absolute risico om een symptomatische hartfalen te krijgen van erceptin is +/- 2 % (2,5 vs 0,5 %) Minder intensieve chemotherapie (enkel Taxol) Vermoedelijk minder cardiotoxiciteit
ER2+ 0-5% Reversibiliteit van cardiotoxiciteit van erceptin 8/0 van de patiënten die een ejectiefractiedaling doen onder erceptin recupereert volledig, al dan niet met hartfalentherapie (betablokkers, ACE-inhibitoren, diuretica)
ER2+ 0-5% Echocardiografie baseline en om de 2 weken onder behandeling met erceptin Monitoring van cardiotoxiciteit onder erceptin Bij gemetastaseerde patiënten soms minder frequent indien reeds langdurige behandeling (bv. */6 maanden)
Verminderde ER2+ inspanningscapaciteit 0-5% Kortademigheid Orthopnee (kortademigheid bij neerliggen) Oedeem Klachten van cardiotoxiciteit Suspecte klachten: nieuwe dyspnee of toename bestaande dyspnee Verminderde inspanningscapaciteit Oplopend lichaamsgewicht (Perifeer) oedeem
ypersensitiviteitsreacties ER2+ (algemeen, lokaal) 0-5% => minder frequent bij erceptin IV ivm andere monoclonale antilichamen (5-0%) => indien aanwezig te verwachten eerste toedieningen (= in ziekenhuis) Andere nevenwerkingen Diarree, abdominale pijn Griepaal syndroom (rillingen, hoofdpijn, spier- en gewrichtspijn) Pneumonitis (< 0,5 %)