Onderwijs met ict studenten lerarenopleidingen

Vergelijkbare documenten
Onderwijs met ict - studenten lerarenopleiding Bijlage: Tabellen

Onderwijs met ict Tabellen leraren

Leren en lesgeven met ict: wie is het rolmodel? Dana Uerz Senior onderzoeker Leren met ict Marijke Kral Lector Leren met ict

Onderwijs met ict Tabellen ict-management

Vier in Balans-tool. Individuele Rapportage

Onderwijs met ict 2007

Vier in Balans-tool. Rapportage Teamlid

Leren en lesgeven met ict: Faculteit Educatie Hogeschool van Arnhem en Nijmegen - ILS

Didactiek in Balans Lerarenopleiding 2010

Vier in Balans-tool. Teamrapportage

Ervaringen van vrijwilligers

Leren en lesgeven met ict in het basisonderwijs: CLC Arnhem en CLC Nijmegen

Docenten hebben veel vrijheid in ict-gebruik

Wat vraagt lesgeven met en over ict van leraren? Aanknopingspunten voor professionalisering van leraren in het PO, VO en MBO

ICT-gebruik docenten behoeft brede ondersteuning!

Lab to Learn leren met morgen VOORBEELDRAPPORTAGE EDUCHECK VO. EJ"Chec Ra pp. orfa e. Ij IT-workz. liorl

Leren en lesgeven met ict: Hogeschool van Amsterdam educatieve masters

Feiten en cijfers. Studenttevredenheids onderzoek juni 2008

Tevredenheid over docenten

Stijgend ICT-gebruik volgens docenten

Rapportage Leerlingtevredenheid. Samenvatting van leerlingtevredenheidsmetingen onder 57 ECABO- leerbedrijven

Vier in balans monitor Kennisnet 2012 docenten. ICT-monitor Kennisnet 2012

Ervaringen van vrijwilligers

Samenvatting en conclusies

Didactiek in balans Ict in het onderwijs. Hans van Gennip Carolien van Rens Ed Smeets

Terugkoppeling monitor subsidieregeling Versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen

Evaluatie trainingen Vversterk. Deelnemers eerste tranche

ONDERZOEK IN DE LERARENOPLEIDING! Wat vinden lerarenopleiders en hun managers daar eigenlijk van?

Leren en lesgeven met ict in het voortgezet onderwijs Alliantie VO

Cultuursurvey. Betrouwbaarheidsonderzoek voor Stichting LeerKRACHT. Maaike Ketelaars Ton Klein

Voorbeeld IKC PactMeter Samenvatting

Werkdocument Checklist positieve factoren in een Transfer-/Trajectklas

Deeltijdwerken in het po, vo en mbo

De kwaliteit van educatieve activiteiten meten. Universiteitsmuseum Utrecht

Enquête over beleid en praktijk van instructies in Informatievaardigheden in Nederlandse universiteiten

Rapport. F1182 maart 2008 Bestemd voor: Kennisnet. Political & Social

Opdrachtgevers & Netwerkpartners

Werkbelevingsonderzoek 2013

Leerlingtevredenheidsonderzoek

Samenvatting Beginmeting Monitor-en evaluatieonderzoek subsidieregeling versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen

Kennisnet ICT op School December 2007

MEDIAWIJSHEID IN HET ONDERWIJS IN 2010

ENQUÊTE: toetsing op maat

Ict en de invloed op de onderwijsarbeidsmarkt

Leren en lesgeven met ict in het mbo: Gelderse MBO s

De mediawijze adolescent

ICT IN HET BASIS- EN VOORTGEZET ONDERWIJS SCHOOLJAAR 2007/2008 TECHNISCH RAPPORT

ICT-onderwijsmonitor. Ict-gebruik in les Hans van Gennip Huub Braam Ed Smeets. ORD mei 2005

Samenvatting. De stand van zaken in hoofdlijnen

Rapportage Kwaliteitskaart Sociale Veiligheid

Samenwerkende gemeenten West- Brabant: gemeente Moerdijk

Leren en lesgeven met ict: Faculteit Educatie Hogeschool Arnhem en Nijmegen

Ontwikkeling instrument didactisch handelen Vier In Balans Monitor

Figuur 1: Aantal gediplomeerde studenten lerarenopleidingen studiejaar (bronnen: hbo-raad en vsnu, bewerkt door sbo)

MEDIAWIJSHEID IN HET ONDERWIJS IN 2010

Samenvatting. BS De Fontein/ Helden. Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS De Fontein. Ouders vinden 'Begeleiding' op school het belangrijkst

Didactiek in Balans 2011 voortgezet onderwijs. Hans van Gennip Carolien van Rens

Rapportage BMKO Panelonderzoek Internetgebruik op de BSO. april Drs. M. Jongsma R. H. Rijnks BSc. Paterswolde, april 2009

Resultaten zelfevaluatie Met Waalwijk School voor praktijkonderwijs

Lerarenopleidingen voor de 21 ste eeuw

BEGINMETING LEREN EN LESGEVEN MET ICT JULI Centre of Expertise Leren met ict Kenniscentrum Kwaliteit van Leren HAN

Gebruik ICT binnen Content and Language Integrated Learning

Leren en lesgeven met ict in het mbo: Zorg en Welzijn - Allyoucanlearn

Enquête leesvaardigheid maart 2015

Dokters in de Nacht. Augustus opdracht van Medisch Contact. Uitgevoerd door: MWM2. Auteur Karen den Besten

Succesvolle toepassing van 360 graden feedback: De keuze van het 360 instrument en de voorbereiding op het 360 traject

Tevredenheidsonderzoek schooljaar 2011/2012: een inspectiebreed beeld

Interactief bestuur. Omnibus 2017

BS Parcivalschool/ Arnhem Samenvatting Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS Parcivalschool Ouders vinden 'De leerkracht' op school het

Leren en lesgeven met ict in het voortgezet onderwijs: Commanderij College

Ontwikkeling werkdruk in het onderwijs

Analyse van de vooraanmeldingen voor de lerarenopleidingen

OJB De Hoeve Hoevelaken. Leerlingpeiling Welbevinden en sociale veiligheid Basisonderwijs Haarlem, april 2019

RKBS Bocholtz Bocholtz. Leerlingtevredenheidspeiling Basisonderwijs Haarlem, mei 2018

Trendanalyse

4e Montessori Pinksterbloem Amsterdam. Leerlingtevredenheidspeiling Basisonderwijs Haarlem, oktober 2018

Rapport. F4371 oktober 2009 Bestemd voor: Kennisnet. Political & Social. Grote Bickersstraat KS Amsterdam. Postbus AE Amsterdam

O.G. Heldringschool Den Haag. Leerlingtevredenheidspeiling Basisonderwijs Haarlem, november 2018

Onderwijsvernieuwing. We doen er allemaal aan mee.

Kennisnet ICT op School December Een onderzoek in opdracht van stichting Kennisnet ICT op school. Uitgevoerd door: Intomart GfK bv

A.J.E. de Veer, R. Verkaik & A.L. Francke. Stagiairs soms slecht voorbereid op praktijk. Zorgverleners over de aansluiting

MICTIVO2012 Monitor voor ICT-integratie in het Vlaamse onderwijs

3 Management van ICT-kosten en baten

Samenvatting. SBO De Kring/ Rotterdam. Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) SBO De Kring

Onderzoek naar het gebruik van ICT in het basis- en voortgezet onderwijs

Factsheet Competenties Ambtenaren

Onderzoek naar het gebruik van ICT in het basis- en voortgezet onderwijs in het schooljaar

Het weblog als instrument voor reflectie op leren en handelen: Een verkennende studie binnen de eerste- en tweedegraads lerarenopleiding 1

TERUGBLIK CENTRAAL EXAMEN BIOLOGIE VWO EERSTE TIJDVAK 2016

Eerste landelijke opbrengstbevraging in het (voortgezet) speciaal onderwijs

Oudertevredenheidsonderzoek De Kornalijn

4 Rol sociale en nieuwe media in het onderwijs

Rapportage sociaal-emotionele ontwikkeling Playing for Success

IMPACTMETING VAN BRIGHT ABOUT MONEY

TERUGBLIK CENTRAAL EXAMEN WISKUNDE B VWO EERSTE TIJDVAK 2014

Vondelschool Bussum. Leerlingtevredenheidspeiling Basisonderwijs Haarlem, april 2016

VII MICTIVO 1 versus MICTIVO 2

(V)SO De Piramide Den Haag. Leerlingtevredenheidspeiling Basisonderwijs Haarlem, februari 2018

Factsheet Toelatingstoets PABO

1.1 Resultaten oudertevredenheidsonderzoek

Transcriptie:

Onderwijs met ict studenten lerarenopleidingen Oktober 2007 ITS Nijmegen Tessa Marx Hans van Gennip Hogeschool van Arnhem en Nijmegen, Lectoraat Leren met ict Marijke Kral

1 Inleiding Hoe kijken aankomend leraren aan tegen de rol van ict bij het leren? Welke visie op leren met ict hebben zij via opleiding en praktijk ontwikkeld en in welk didactisch ict-gebruik vertaalt zich dit? En: hoe verhoudt de groep aankomend leraren zich wat dit betreft tot de zittende leraren? Interessante vragen met het oog op de evaluatie en verdere ontwikkeling van het ict&onderwijs-beleid van de lerarenopleidingen. Om deze vragen te beantwoorden, is in juni 2007, met ondersteuning van Kennisnet/Ict op School, een onderzoek uitgevoerd bij de derde- en vierdejaarsstudenten van een tweetal pabo s en één lerarenopleiding vo. Daarbij is een instrument ingezet dat in het voorjaar van 2007 in opdracht van Kennisnet/Ict-op-School ook is afgenomen bij leraren basisonderwijs en leraren voortgezet onderwijs. Voor Kennisnet/Ict-op-School een mogelijkheid het instrument te testen voor gebruik op lerarenopleidingen, voor de betrokken lerarenopleidingen een mogelijkheid de studentgegevens te vergelijken met zeer recente gegevens uit het onderwijsveld. Het instrument betreft een webbased vragenlijst waarmee het didactisch handelen van leraren in relatie tot ict in kaart wordt gebracht. Het instrument is een nieuw onderdeel in de vier-inbalansmonitor en is in 2006-2007 in opdracht van Kennisnet/Ict op School ontwikkeld en uitgetest door ITS Nijmegen. Ten behoeve van dit onderzoek onder studenten van de lerarenopleidingen is de vragenlijst is in overleg met ITS gescreend op bruikbaarheid voor deze doelgroep. Vanwege de vergelijkbaarheid zijn zoveel mogelijk vragen en schalen identiek gehandhaafd. De studenten kregen bij vragen over het feitelijk handelen in de les de instructie vanuit hun stage-ervaringen te beantwoorden. Een beperkt aantal vragen dat sterk de specifieke schoolcontext betrof, is geschrapt. Een tweetal vragen specifiek voor studenten lerarenopleidingen is toegevoegd. In week 25 van 2007 is de vragenlijst voor de derde- en vierdejaars studenten van twee pabo s en een lerarenopleiding vo online gegaan. In totaal zijn 1033 studenten benaderd. Na ruim een week, week 26, is een rappel uitgegaan naar de studenten die de vragenlijst nog niet hadden ingevuld. Daarbij is alsnog besloten een aantal multimediabonnen ter waarde van 20,- te verloten onder de eerste 100 (complete) invullers. Uiteindelijk heeft dit geleid tot een respons van 33 procent (337 invullers).tijdens het invullen van de vragenlijst is een redelijk groot aantal respondenten afgehaakt, met andere woorden, niet alle vragenlijsten waren bruikbaar. De effectieve respons in termen van voldoende gevulde vragenlijsten, bedraagt 20 procent (218 studenten). Wellicht dat de studenten het toch lastig vonden de vragen in de voorliggende vorm te beantwoorden vanuit hun stage-ervaringen. Er is geen non-responsonderzoek gedaan, maar spontane e-mailreacties wijzen onder meer in deze richting. Voor verder gebruik van het instrument in de lerarenopleidingen verdient het aanbeveling de antwoordcategorieën nog eens onder de loep te nemen. De respondentgroep vanuit de lerarenopleiding vo is redelijk evenwichtig verdeeld over de vakgebieden, de bètavakken blijven iets achter. Binnen de talen hebben relatief veel studenten Engels gerespondeerd en bij de alfavakken relatief veel geschiedenisstudenten (tabel 1.3 en 1.4 bijlage). Leeswijzer In deze rapportage worden de belangrijkste bevindingen geschetst. Daarbij wordt steeds een vergelijking gemaakt tussen de studenten van de lerarenopleidingen en de reeds werkzame leraren in het betreffende onderwijssector. De thema s die aan de orde komen zijn: - Competentie op ict-gebied - Opvattingen over leerlingen en leren - Didactisch handelen met en zonder ict - De wens didactisch handelen te veranderen - Behoefte aan ondersteuning - Aandacht voor ict in de opleiding - Aandacht voor ict in de stage Voor de laatste twee thema s zijn alleen gegevens van de studenten beschikbaar. Daar wordt dus geen vergelijking gemaakt. In het tabellenboek in de bijlage staan alle verzamelde gegevens op itemniveau. 2

2 Competentie op ict-gebied De meerderheid van de studenten van de pabo s en de lerarenopleiding vo acht zich minstens voldoende op de hoogte van ict-toepassingen die te gebruiken zijn in het onderwijs (figuur 2.1). Opvallend is toch dat nog rond een kwart van de (hogerejaars)studenten in de verschillende opleidingen aangeeft maar matig op de hoogte zijn van voor het onderwijs bruikbare ict-toepassingen. Deze verhouding wijkt niet sterk af van de leraren die reeds langer werkzaam zijn in het onderwijs. Wel zien we dat het percentage aankomend leraren dat zichzelf als goed bekend met ict-toepassingen voor het onderwijs beoordeelt, hoger ligt dan onder werkende leraren. Dit geldt zowel voor het basisonderwijs als het voortgezet onderwijs. Figuur 2.1 De mate waarin studenten lerarenopleidingen zichzelf op de hoogte achten van icttoepassingen die te gebruiken zijn bij het onderwijs, vgl. met leraren, naar opleidingstype, in procenten 100% 80% 60% 40% 20% 29% 31% 25% 24% 26% 55% 47% 39% 37% 38% 37% 32% 29% 31% 21% 0% slecht/matig voldoende goed/uitstekend Vrijwel alle studenten van de lerarenopleidingen achten zich, net als de reeds werkzame leraren, minstens basaal vaardig in het didactisch gebruik van ict (figuur 2.2). Rond de 45 procent ook niet meer dan dat. Als we naar de percentages kijken dat zich (zeer) gevorderd acht in het didactisch gebruik van ict, valt op dat de studenten van pabo A er positief uitspringen (54%) in vergelijking met de studenten van de andere lerarenopleidingen én de reeds werkzame leraren. Figuur 2.2 De mate waarin studenten lerarenopleidingen zich vaardig achten in het gebruik van de computer als didactisch hulpmiddel, vgl. met leraren, naar opleidingstype, in procenten 80% 60% 40% 42% 49% 58% 45% 47% 54% 47% 41% 50% 50% 20% 0% 4% 5% 4% 4% 2% helemaal niet basaal (zeer) gevorderd 3

3 Opvattingen over leerlingen en leren Uit figuur 3.1 blijkt dat de studenten van de lerarenopleidingen behoorlijk veel belang hechten aan een dynamische leeromgeving voor de leerlingen, een gemiddelde score rond 4 op een vijfpuntsschaal. Studenten van pabo A en studenten van de lero vo vinden een dynamische leeromgeving significant belangrijker dan hun reeds werkzame vakgenoten. Voor pabo B geldt dit niet. De pabostudenten en leraren basisonderwijs hechten wat méér belang aan een dynamische leeromgeving dan de studenten lero vo en leraren voortgezet onderwijs. In tabel 4.1 en 4.2 in de bijlage is te zien hoe de studenten scoren op de afzonderlijke items behorend tot de schaal dynamische leeromgeving. Daaruit blijkt dat de studenten met name samenwerkend leren een belangrijk aspect vinden in de leeromgeving. De groep studenten die het belangrijk vindt dat leerlingen spelend kunnen leren met games en adventures is opvallend klein. Veel studenten vinden dit niet belangrijk (pabo: rond 30%, lero vo: bijna 50%) of twijfelen (resp. rond 45% en 23 %).. Studenten van de lerarenopleidingen en leraren denken redelijk positief (score rond 3 op een 5- puntsschaal) over het vermogen van de leerlingen zelfgestuurd te leren (figuur 3.1). De studenten van de lerarenopleiding vo schatten dit zelfsturend vermogen van leerlingen significant positiever in dan de reeds werkzame collega s. Als we naar de scores op itemniveau (tabel 4.3 en 4.4 bijlage) kijken, springt in het oog dat de studenten van de lerarenopleiding vo minder positief oordelen over het vermogen van de leerlingen vo hun eigen leeractiviteiten te plannen dan de studenten van de pabo dat doen over de leerlingen in het vo. Dat is op zijn minst opmerkelijk. Figuur 3.1 Opvattingen van studenten lerarenopleiding over leren en leerlingen, vgl. met leraren, naar opleidingstype, gemiddelde schaalscores (1 t/m 5) 5 4 3 3,9 3,9 3,8 3,6 3,3 3,2 3,1 3,2 2,9 2 1 Dynamische leeromgeving Zelfgestuurd leren 4

4 Didactisch handelen In het instrument worden vier vormen van didactisch handelen onderscheiden: - kennisoverdracht zonder ict - kennisoverdracht met ict - kennisconstructie zonder ict - kennisconstructie met ict Voor deze vier vormen zijn schalen ontwikkeld, bestaand uit een aantal items geformuleerd als didactische handelingen. De respondenten is gevraagd steeds aan te geven hoe vaak zij de specifieke didactische handeling uitvoeren. Om de schaalwaarden te begrijpen is het van belang de antwoordmogelijkheden te weten: 1 = nooit; 2 = enkele keren per jaar; 3 = maandelijks; 4 = wekelijks; 5 = dagelijks. De studenten kregen hierbij de instructie te antwoorden vanuit de stagepraktijk en daarbij te doen of de stage het hele jaar doorloopt. Omwille van de vergelijkbaarheid zijn de categorieën niet aangepast. In de bijlage (tabel 5.1 tot en met 6.4) staan de scores van de studenten op de items, hier gaan we alleen in op de schaalscores. Duidelijk is dat kennisoverdracht zonder ict veruit het meest voorkomt, zowel voor studenten als werkzame leraren bijna dagelijkse kost. Kennisoverdracht met ict komt minder vaak voor. Dit verschil is vooral in het vo groot (zowel bij studenten lero vo als leraren vo). Didactisch handelen gericht op kennisconstructie komt minder frequent voor dan kennisoverdracht. In het basisonderwijs méér dan in het voortgezet onderwijs (geldt zowel voor aankomend leraren als zittende leraren). Er doet zich een aantal significante verschillen voor tussen de studenten van de lerarenopleiding en de leraren uit het veld. De studenten van de pabo doen significant minder aan kennisoverdracht zonder ict én kennisoverdracht met ict (alleen significant voor pabo B) en significant méér aan kennisconstructie zonder en met ict dan de leraren basisonderwijs. Ook de studenten van de lerarenopleiding vo doen significant méér aan kennisconstructie dan de reeds werkende leraren in de vo-scholen. Zij doen niet mínder aan kennisoverdracht. Er is gekeken of er verschillen zijn tussen studenten van verschillende leerjaren of tussen mannelijke en vrouwelijke studenten in de frequentie van de onderscheiden vormen van didactisch handelen. Er zijn geen duidelijke verschillen gevonden. De aantallen worden overigens ook klein (met name het aantal mannelijke studenten op de pabo) bij uitsplitsing. Bij de lerarenopleiding vo zien we dat bij de studenten uit de bètavakken kennisoverdracht zonder ict relatief hoog scoort en bij de studenten uit de alfavakken kennisconstructie met ict relatief net iets hoger (tabel 7.3). Figuur 4.1 Frequentie didactisch handelen met en zonder ict, studenten lerarenopleiding, vgl. met leraren, naar opleidingstype, gemiddelde schaalscores (1 t/m 5) 5 4 4,3 4,3 4,4 4,2 3,8 3,7 3,5 3,6 3,4 3,3 3 2 2,7 2,5 2,1 2,1 2,6 2,6 2,1 2,5 2,3 1 Kennisoverdracht zonder ict Kennisconstructie zonder ict Kennisoverdracht met ict Kennisconstructie met ict 5

5 Veranderen didactisch handelen Figuur 5.1 Behoefte om didactisch handelen te veranderen, studenten lerarenopleiding, vgl. met leraren, naar opleidingstype, gemiddelden, scorebereik 0 tot 100 100 90 80 70 60 50 40 53 48 48 48 49 40 47 45 54 56 61 60 51 48 51 30 20 10 16 18 12 9 7 0 Behoefte aan meer kennisoverdracht zonder ict Behoefte aan meer kennisconstructie zonder ict Behoefte aan meer kennisoverdracht met ict Behoefte aan meer kennisconstructie met ict De studenten van beide pabo s willen vooral méér doen aan kennisconstructie met ict, hun behoefte het didactisch handelen in deze richting te veranderen is significant groter dan die van de leraren basisonderwijs uit het landelijk onderzoek. Over het geheel genomen willen zij méér ict (ook bij kennisoverdracht) en méér kennisconstructie (ook zonder ict). De behoefte aan meer kennisoverdracht zonder ict is gering. De studenten van de lerarenopleiding vo hebben juist vooral behoefte aan meer kennisoverdracht met ict. Dit scoort hoger dan de behoefte aan méér kennisconstructie. Dit zelfde patroon zien we bij de leraren voortgezet onderwijs uit het landelijk onderzoek. De studenten hebben wel een significant grotere behoefte dan de werkzame leraren aan méér kennisconstructie zonder ict. Aan de respondenten is ook gevraagd bij elke didactische handeling die zij méér of juist minder willen gaan doen aan te geven of zij verwachten dat ict daarbij kan helpen (tabel 8.3 en 8.4 uit de bijlage). Over het algemeen zijn de scores niet erg hoog: zowel studenten als leraren hebben geen hoge of duidelijke verwachtingen dat ict de door hen gewenste verandering in didactisch handelen kan ondersteunen. De trend is wel dat de studenten en de leraren vooral verwachten dat ict hen kan helpen bij de ontwikkeling naar minder kennisoverdracht en/of méér kennisconstructie. Er zijn ook geen grote verschillen tussen de studenten en de leraren uit het landelijk onderzoek hierbij. Alleen studenten van pabo B verwachten significant minder dan de leraren basisonderwijs dat ict kan helpen bij de wens meer aan kennisconstructie te doen. De studenten van de lerarenopleiding vo verwachten significant minder dan de leraren vo dat ict kan helpen bij de wens minder aan kennisoverdracht te doen. 6

6 Behoefte aan ondersteuning De respondenten is gevraagd naar de behoefte aan ondersteuning en verbetering van de randvoorwaarden voor de inzet van ict in de praktijk. Bedacht moet worden dat de studenten van de lerarenopleidingen gevraagd is bij alle vragen de stagesituatie (dus het werken in de praktijk) als uitgangspunt te nemen. Bij bijna alle voorgelegde aspecten (zie tabel 9.1 en 9.2 bijlage) geeft de meerderheid van de studenten aan dat de behoefte aan ondersteuning / verbetering op dit punt minsten tamelijk groot is. In figuur 6.1 staan de gemiddelde scores van de studenten en de leraren uit het werkveld op de drie schalen die deze items vormen. Voor de interpretatie is van belang de antwoordcategorieën te weten: 1= helemaal geen behoefte; 2=zeer klein; 3= tamelijk klein; 4=tamelijk groot en 5=zeer groot. Uit de figuur blijkt dat de studenten een wat grotere ondersteuningsbehoefte rapporteren dan de leraren uit het landelijk onderzoek, vooral de studenten van de pabo s. De studenten van de lerarenopleidingen basisonderwijs en vo hebben een significant grotere behoefte aan verbeteringen aan de infrastructuur en ict-voorzieningen dan de leraren uit de bijbehorende sectoren. Wellicht stellen de studenten hogere eisen wat dit betreft? Studenten van Pabo A hebben significant meer behoefte aan ondersteuning op het terrein van visieontwikkeling (gedeelde en gedragen visie in de school) en op het terrein van ict&didactiek (content en toepassing) dan de zittende leraren. Bij Pabo B zien we verschillen in dezelfde richting, maar deze zijn niet significant. Figuur 6.1 Behoefte aan ondersteuning, studenten lerarenopleiding, vgl. met leraren, naar opleidingstype, gemiddelde schaalscores (1 t/m 5) 5 4 4,0 3,9 3,8 3,6 3,7 3,6 3,6 3,5 3,9 3,8 3,7 3,7 3 2 1 Ondersteuningsbehoefte infrastructuur Ondersteuningsbehoefte visie Ondersteuningsbehoefte ict &didactiek 7

7 Aandacht voor ict in opleiding Voor de studenten van de lerarenopleidingen zijn twee vragen toegevoegd aan het instrument, namelijk een vraag over de mate waarin zij vinden dat in de opleiding voldoende aandacht wordt besteed aan de inzet en rol van ict in het onderwijs waarvoor wordt opgeleid en een vraag over de aandacht voor ict in de stages. In tabel 10.1 en 10.2 uit de bijlage staan de meningen van de studenten over de mate waarin ict voldoende aandacht krijgt in de opleiding. Er is gekeken of de items uit de lijst kunnen worden samengevat in schalen, echter een factoranalyse leverde geen zinvolle clusters op. Er zijn aanzienlijke verschillen tussen de opleidingen en binnen de opleidingen is sprake van een vrij grote spreiding. Duidelijk is echter dat de studenten op een groot aantal punten vinden dat er onvoldoende aandacht is voor ict in de opleiding. De meerderheid van de studenten van Pabo B vindt dat in de opleiding onvoldoende aandacht wordt besteed aan bijna alle voorgelegde aspecten. De studenten van Pabo A zijn wat positiever, met name over de aandacht voor ontwerpen en ontwikkelen van materialen en leerarrangementen, voor vakspecifiek ict-gebruik en voor de ontwikkeling van ictcompetenties en een visie op ict. Ook hier echter oordeelt de meerderheid van de studenten (tweederde tot zelfs meer dan driekwart) negatief over de aandacht in de opleiding voor zaken als gebruik van ict om aan te sluiten bij verschillen tussen leerlingen, communicatief ict-gebruik, ictgebruik bij evaluatie, reflectie op effecten van ict op leren en ook ethische aspecten van ict-gebruik. De studenten van de lerarenopleiding vo laten een vergelijkbaar beeld zien, zij het dat hier een grotere groep dan in Pabo B ook niet positief is over de aandacht voor ontwerpen en ontwikkelen van materiaal. In onderstaande tabel staan die aspecten waarvan de meerderheid van de studenten in alle drie de opleidingen vindt dat er weinig of onvoldoende aandacht aan wordt besteed. Tabel 7.1 Aspecten waaraan volgens de meeste de studenten onvoldoende aandacht wordt besteed in de opleiding, naar opleiding, percentages (weinig/niet en onvoldoende samengevoegd) Pabo A Pabo B Lero Vo Gebruik van ict om aan te sluiten bij verschillen tussen leerlingen 65 77 75 Reflecteren op effecten van ict-gebruik op het leren van de leerlingen 80 84 72 Gebruik van ict om leerlingen hun leerproces / resultaten te laten evalueren 78 68 75 Gebruik van communicatieve ict-toepassingen (wiki s, weblogs, msn) 82 85 74 Gebruik van (educatieve) games bij het leren 75 72 84 Ethische aspecten van ict-gebruik 59 75 62 Het lijkt erop dat met name de wat nieuwere ontwikkelingen (communicatieve ict-toepassingen, inzet van gaming) én de toepassing van ict bij adaptief en meer op kennisconstructie gericht onderwijs (verschillen tussen leerlingen, ict tbv zelfevaluatie door leerlingen, ict t.b.v. gezamenlijke kennisuitwisseling en ontwikkeling) fundamenteel meer aandacht behoeven. Zeker ook gezien de eerder beschreven gewenste ontwikkelingsrichting in didactisch handelen van zowel de studenten als de reeds werkzame leraren. Dat de ethische aspecten van ict-gebruik onvoldoende aan bod komen volgens de studenten is in het licht van de huidige discussie over het belang van de ontwikkeling van mediawijsheid bij kinderen en jongeren ook een belangrijk punt van aandacht. 8 Aandacht voor ict tijdens stage Over de aandacht voor ict in de stageperiode zijn de meningen van de studenten erg verdeeld (zie tabel 11.1 en 11.2 bijlage). Het is waarschijnlijk ook erg afhankelijk van de stageplek in welke mate er met ict en aan de eigen ict-e-competenties gewerkt kan worden. De meeste pabostudenten vinden wel dat ze voldoende ruimte hebben in de stageschool om te experimenteren met ict. De helft of meer van de pabostudenten vinden echter dat ze in de stage hun eigen ict-e-competenties en visie op leren met ict onvoldoende verder hebben kunnen ontwikkelen. 8

Bij de studenten van de lerarenopleiding vo zijn de antwoorden nog meer gespreid dan bij de studenten van de pabo s, dat wil zeggen dat de groep die positief oordeelt steeds nagenoeg even groot is als de groep die negatief oordeelt. Al met al kan uit de scores geconcludeerd worden dat de mate waarin ict aan de orde komt in de stages en de studenten in de praktijk hun competenties en visie op het gebied van leren met ict verder ontwikkelen, zeker een punt van aandacht moet zijn voor de lerarenopleidingen. Opvallend is dat tussen 30 en ruim 40 procent van de studenten wel aangeeft dat zij in (ruim) voldoende mate hebben bijgedragen aan het ict-gebruik en/of de ict-deskundigheid in de stageschool. De studenten hebben toegevoegde waarde voor de scholen op ict-gebied. Dit strookt met de bevinding uit het recente onderzoek De leraar-in-opleiding als ict-expert (Kral, Van der Woude, Coetsier & Van Lanen, Kennisnet/Ict op School, 2007). 9 Conclusie Als we kijken naar de ict-e-competenties van de studenten van de lerarenopleidingen zien we dat de studenten een lichte voorsprong hebben op de reeds werkzame leraren, maar dat nog steeds rond de 45 procent van de studenten zich ook niet meer dan basaal vaardig acht in het gebruik van ict als didactisch hulpmiddel. De ambitie zou mogen zijn het percentage gevorderd omhoog te schroeven. Dat rond een kwart van de hogerejaars studenten van de lerarenopleidingen zichzelf matig of slecht op de hoogte acht van bruikbare ict-toepassingen, is ook een punt van aandacht. Studenten hechten veel belang aan een dynamische leeromgeving, de pabostudenten iets meer dan de studenten uit de lerarenopleiding vo. Er zijn lichte verschillen met werkende leraren. De studenten hechten opvallend weinig waarde aan het spelend leren met games en adventures. De vraag is of ze in de opleiding voldoende gestimuleerd worden om zich te verdiepen in de mogelijkheden ervan. Volgens de meeste studenten krijgt dit onvoldoende aandacht in de opleiding. De studenten van de lerarenopleidingen zijn iets positiever over het zelfsturend vermogen van de leerlingen dan de reeds werkzame leraren. Bij de studenten van de lerarenopleiding vo is dit verschil groter en significant. Opmerkelijk is dat de studenten van de pabo s positiever oordelen over het vermogen van leerlingen hun eigen leeractiviteiten te plannen dan de studenten van de lerarenopleiding vo. Het zou interessant zijn dit thema opleidingsoverstijgend op te pakken. Wat betreft het didactisch handelen, blijkt dat bij de studenten net zoals bij de leraren in het veld, kennisoverdracht zonder ict de boventoon voert. De studenten van de lerarenopleidingen doen wel significant meer aan kennisconstructie (zonder en met ict) dan de reeds werkende leraren in het betreffende onderwijsveld. Bij de pabostudenten gaat dit gepaard met minder kennisoverdracht. Als we kijken naar de door de studenten gewenste ontwikkelingsrichting, zien we dat de pabostudenten méér ict willen inzetten en méér kennisconstructie nastreven. Studenten van de lerarenopleiding vo hebben vooral behoefte aan meer kennisoverdracht met ict. Ook dit is een opvallend verschil dat aandacht vraagt in de opleidingen. De meeste studenten vinden dat er op veel punten onvoldoende aandacht is voor ict in de opleiding. De mogelijkheden van ict bij adaptief, op kennisconstructie gericht onderwijs en de inzet van communicatieve ict-toepassingen en games komen volgens de grote meerderheid onvoldoende aan bod. Zo ook de ethische aspecten van ict. Hoewel de studenten op verschillende punten iets lijken voor te lopen op de leraren in het veld en een deel van de studenten aangeeft hun kennis in te kunnen brengen in de scholen via de stages, is er nog veel te verbeteren om de voorlopersrol echt waar te maken en de nieuwe generatie leraren beter voor te bereiden op zinvol, ethisch en actueel ict & mediagebruik in het onderwijs. Deze rapportage geeft een aantal duidelijke aandachtspunten daarvoor. 9