BEDRIJVENTERREINSTRATEGIE DEN HAAG 2005-2020 Management Summary 1. Kenschets ontwikkelingen Haagse bedrijventerreinen tot nu Achtergrond van deze bedrijventerreinenstrategie In Den Haag werken meer dan 40.000 mensen op een bedrijventerrein, dat is 17% van de arbeidsplaatsen. Het gaat om veel werkgelegenheid, maar toch een relatief klein deel van de arbeidsmarkt in vergelijking met andere steden, waar een groter deel van de banen op bedrijventerreinen te vinden is. De trend laat zien dat de werkgelegenheid in sectoren als bouw en productie terrein verliest ten opzichte van dienstverlening en non-profit sectoren. Op de bedrijventerreinenmarkt in Den Haag heerst een krapte. De afgelopen decennia heeft de stad een fors areaal bedrijventerreinen ontwikkeld dat nu in het stedelijk gebied is ingekapseld. Meer dan in andere grote steden in de Randstad zijn de afgelopen tien jaar binnenstedelijke terreinen (zoals Binckhorst, Laakhavens, Petroleumhaven en Zichtenburg) behouden voor bedrijven. Dynamiek op de binnenstedelijke terreinen is laag. De afgelopen jaren was de uitgifte van nieuwe bedrijventerreinen beperkt. Veel bedrijven verplaatsen zich naar de rand van de stad naar terreinen zoals Forepark. Den Haag heeft zich gerealiseerd dat de krapte op de Haagse markt om een oplossing vraagt. Daarom zijn bedrijfsschappen aangegaan met buurgemeenten. Dit in combinatie met gemeentelijke herindelingen heeft ervoor gezorgd dat Den Haag (mede)zeggenschap heeft over bedrijventerreinen in haar directe omgeving. Zo worden geplande bedrijventerreinontwikkelingen op Ypenburg (gemeente Den Haag), Harnaschpolder en mogelijk in de toekomst Sion 't Haantje mede afgestemd op de vraag in Den Haag en buurgemeenten. Maar de huidige profielen van deze te ontwikkelen bedrijventerreinen sluiten voor een deel niet aan op de vraag van bedrijven. Er is een overschot aan hoogwaardige bedrijventerreinen gepland en een tekort aan terrein voor bedrijven met sobere, functionele eisen. Dit heeft te maken met hoge eisen aan stedenbouwkundige kwaliteit en vestigingscriteria die op locaties langs de snelweg worden gesteld door overheden. Deze eisen sluiten niet aan op de wensen van de bedrijven en zijn daarmee niet toekomstgericht. Het harde aanbod is kwantitatief niet voldoende om de gehele vraag in de regio op te vangen tot 2020. Er is sprake van een tekort van 114 tot 116 hectare netto ha voor Den Haag plus buurgemeenten (zie tabel hieronder). De druk op bedrijventerreinen is groot, zowel op nieuw te ontwikkelen als bestaande terreinen. Op de binnenstedelijke terreinen als Binckhorst, Laakhaven- West en Petroleumhaven wordt discussie gevoerd over mogelijke functieverandering. Confrontatie vraag en aanbod bedrijventerreinen Den Haag, buurgemeenten en regionaal tot 2020 Den Haag Den Haag plus schappen Stadsgewest Haaglanden Vraag 110 ha 230 ha 425 ha Aanbod 47-49 ha 114-116 ha 417 ha Confrontatie 61-63 ha tekort 114-116 ha tekort 8 ha tekort Bron: Gemeente Den Haag, 2005 Dit rapport In het hoofdrapport is een strategie voor bedrijventerreinen in Den Haag opgesteld. Basis hoervoor is een nieuwe typologie voor bedrijventerreinen in Den Haag om richting te geven aan de profilering, segmentering en fasering van Haagse terreinen en deze aan te laten sluiten bij doelgroepen. Stec Groep heeft analyses uitgevoerd om de vraag naar bedrijventerreinen uiteen te rafelen. De resultaten zijn in workshops en beleidsdiscussies teruggekoppeld en ter discussie gesteld. In dit rapport leest u over het resultaat van dit proces. De strategie is het advies van de Stec Groep aan de gemeente Den Haag. Bedrijventerreinenstrategie Den Haag 2005-2020 - Management Summary - 1
2. Verschijningsvorm wordt de basis voor typologie van bedrijventerreinen Stec Groep heeft een bedrijventerreinentypologie ontwikkeld waarmee ieder bedrijventerrein een duidelijk profiel kan krijgen. De typologie heeft verschijningsvorm als leidend principe. Verschijningsvorm biedt een goed uitgangspunt voor clustering van de bedrijven, omdat verschijningsvorm letterlijk een van de meest in het oog springende kenmerken van bedrijventerreinen vormt. Het zorgt ervoor dat het aanbod bedrijventerreinen in de toekomst beter kan aansluiten op de kwalitatieve vraag van bedrijfsruimtegebruikers. In de strategie voor bedrijventerreinen in de stad en regio is de typologie belangrijk voor het profileren van de terreinen. Op basis van analyse van de vraag naar bedrijventerreinen kan ingeschat worden hoeveel terrein van verschillende typen nodig is om in te spelen op de vraagbehoefte van bedrijven. Deze typologie wordt toegelicht in deze paragraaf. Eersteklas bedrijvenpark Met name voor hoogwaardige bedrijfsruimtegebruikers geldt dat men bereidt is extra huisvestingslasten te betalen voor bedrijfsruimte op bedrijventerreinen met een hoogwaardige uitstraling. Deze bedrijven zijn bovengemiddeld geïnteresseerd in locaties waar aandacht besteed is aan zowel pand als de stedenbouwkundige vormgeving van het terrein, als parkmanagement. Deze bedrijven krijgen een plek op een eersteklas bedrijvenpark. Dit segment is in Den Haag relatief groot. Veel bedrijfsruimtegebruikers hebben een groot aandeel kantoorvloer. Verkantorisering is een trend die in Den Haag veel effect heeft. De vraag naar eersteklas bedrijvenpark bedraagt circa 10% van de totale vraag (gebruikers zitten in alle sectoren en activiteiten). Een zeer aantrekkelijk eersteklas bedrijvenpark kan daarnaast een bovenregionale aantrekkingskracht hebben. Wanneer Den Haag bedrijven vanuit andere regio's wil acquireren is dit een kansrijk segment op lange termijn. In Den Haag en de buurgemeenten is een groot aanbod voor hoogwaardige gebruikers gepland, maar niet op één terrein met het profiel eersteklas bedrijvenpark. Op Forepark, Harnasch en deelplannen Ypenburg bestaan plannen voor een hoogwaardige strook, waardoor de hoogwaardige gebruikers versnipperd in de regio hun plek vinden. In deze nieuwe typologie worden alle hoogwaardige gebruikers op dé toplocatie voor bedrijfsruimtevestigers gezet. Dat betekent dat ingezet wordt op de aanpassing van de plannen voor bedrijventerreinen waar deels op hoogwaardige gebruikers wordt gemikt, zoals een strook op Harnaspolder en diverse deelplannen Ypenburg. In deze bedrijventerreinstrategie worden Hoornwijck en deelplan 25 Ypenburg (voormalig GAVI) voorgesteld als eersteklas bedrijvenpark. Dit leidt tot een balans in vraag en aanbod in dit segment tot 2020. Modern bedrijventerrein Voor verreweg het grootste deel van de bedrijven geldt dat een normaal kwaliteitsniveau van het bedrijventerrein volstaat. Onder deze bedrijfsruimtegebruikers is de interesse voor de stedenbouwkundige vormgeving van het terrein en de architectuur van het pand met name functioneel: het moet goed werken en er netjes uitzien, dat is voldoende. Deze bedrijven krijgen een plek op een modern bedrijventerrein waarvan er meerdere zijn in Den Haag met verschil in omvang, grootte van kavels en fasering in uitgifte. De vraag in dit segment bedraagt ruim 110 hectare. Dit betekent dat er meerdere moderne bedrijventerreinen ontwikkeld worden. Den Haag kan deze vraag niet alleen accommoderen op haar grondgebied (bedrijventerreinen Ypenburg), maar heeft daarvoor de bedrijfsschappen (Harnaschpolder en ook studiegebied Sion 't Haantje). Den Haag en haar buurgemeenten hebben op hun grondgebied een tekort van 60 ha aan modern bedrijventerrein. De strategie zet daarom in op samenwerking met regiogemeenten om dit tekort op te vangen (regionale terreinen zoals Honderdland, Prisma vallen ook binnen dit segment en kunnen het tekort opheffen op regionaal niveau). Bedrijventerreinenstrategie Den Haag 2005-2020 - Management Summary - 2
Belangrijk is afstemming, profilering en sterke fasering van verschillende moderne bedrijventerreinen. Volgens de huidige planning, in kaart gebracht door het stadsgewest Haaglanden, ontstaat er tot 2010 op regionaal niveau een overaanbod aan modern bedrijventerrein en voor de periode daarna een tekort, dat terwijl volgens de vraag-aanbod confrontatie er op het schaalniveau van Den Haag en haar buurgemeenten juist sprake van een tekort is. Enkele plannen moeten daarom worden gefaseerd. Het profiel van modern bedrijventerrein is voorgesteld voor de volgende terreinen: Harnasch-Noord, Ypenburg A12 zone (deelplannen en 19, 20, 24) en delen van Sion 't Haantje. Werkterrein Een derde profiel op basis van verschijningsvorm: bedrijven waarvoor de uitstraling van pand en omgeving er nauwelijks toe doet. Voor deze bedrijven zijn het zo laag mogelijke kosten voor bedrijfshuisvesting die tellen. In veel gevallen veroorzaken deze bedrijven bovengemiddelde druk op het milieu door geluid, stank of gevaarlijke stoffen. Tevens past de sobere uitstraling vaak niet bij stedenbouwkundige ambities in stedelijk gebied, omringd door woonwijken en andere functies. Deze categorie bedrijven kan na herstructurering van verouderde bedrijventerreinen op steeds minder locaties terecht. Het is voor de economie van de stad belangrijk dat de (veelal) kleinschalige bedrijven in deze categorie een plek houden in de stad, omdat deze belangrijk zijn voor de (laaggeschoolde) werkgelegenheid. Deze bedrijven vinden we terug op een werkterrein. Den Haag, maar ook de omliggende gemeenten kennen in hun planvorming geen werkterrein. De gemeenten stellen (boven)gemiddelde eisen aan beeldkwaliteit en de grondprijzen zijn fors gestegen de afgelopen periode. Overigens zien we dit ook terug in vrijwel alle grotere steden in Nederland. Dit betekent dat er een duidelijke (politieke) keuze gemaakt moet worden. Wil Den Haag ook in werkterrein blijven voorzien? En accepteert ze daarmee dat er plekken zijn in de stad (of stadsrand) die voor het oog minder aantrekkelijk zijn, maar wel functioneel? De vraag naar sobere werkterreinen met een functioneel karakter bedraagt 35 tot 40 ha. In de segmentering van nieuwe terreinen is op dit moment nauwelijks rekening gehouden met dit segment. Om werkterreinen te ontwikkelen, zal op de terreinen die dit profiel krijgen het stedenbouwkundige ambitieniveau daarom verlaagd moeten worden of realistisch worden ingestoken. Een deel van Sion 't Haantje, Harnasch/Weteringszone, Wateringseveld zijn in de strategie aangewezen als werkterrein. De totale vraag-aanbodverhouding is daarmee in balans (de vraag van 35 tot 40 ha wordt opgevangen op deze locaties), mits het ambitieniveau van de genoemde locaties sterk wordt verlaagd en aan gaat sluiten op de vraag van bedrijven. Milieu-eiland Naast de typologie die is gebaseerd op verschijningsvorm zijn er drie zeer specifieke doelgroepen die een aparte typologie vereisen. Den Haag overlegt intensief met de regiogemeenten om een plek te vinden voor bedrijven die moeten worden uitgeplaatst. De uitplaatsingsbehoefte van Den Haag is 10 tot 15 ha. De stad is op zoek naar een locatie waar milieubelastende bedrijven (categorie 4 en 5) terecht kunnen die nu nog op binnenstedelijke locaties zijn gevestigd. Deze bedrijven krijgen een plaats op het milieu-eiland. Op het milieu-eiland moet mogelijk ook ruimte zijn voor bedrijven die zijn uitgeplaatst uit andere gemeenten in de regio. Intelligent logistiek centrum en grootschalig productieknooppunt Naast de hoofdindeling naar verschijningsvorm zijn er enkele kleine segmenten (activiteiten zijn dan leidend) in de bedrijfsruimtemarkt die een zeer specifieke huisvestingsvraag hebben en daarom een apart locatieprofiel krijgen, het gaat om: intelligent logistiek centrum en grootschalig productieknooppunt. Een intelligent logistiek knooppunt ontbreekt momenteel in regio. Het gaat dan om een excellent gelegen locatie voor grootschalige distributie, een segment waarbinnen een aantal grote locatiebeslissingen per jaar vallen die ook regelmatig in Den Haag boven de markt hangen. Bedrijventerreinenstrategie Den Haag 2005-2020 - Management Summary - 3
De vraag naar het intelligent logistiek centrum bedraagt 15 tot 20 ha tot 2020. Het logistiek centrum wordt voorgesteld op het best bereikbare deelgebied van Sion 't Haantje. Een grootschalig productieknooppunt is een locatietype dat in Den Haag beperkte wortels heeft. Den Haag is veel minder dan andere steden zoals Rotterdam gericht op productie. Dit veroorzaakt discussie of de regio Haaglanden wel een separaat productieknooppunt moet hebben. Binnen de typologie bestaat dit ideaaltypisch wel degelijk. De vraag voor grootschalige productiebedrijven die vaak moeilijk te combineren zijn met andere bedrijfshuisvesting is tot 2020 ingeschat op 25 tot 30 ha. Het gaat om vestigers die tot enkele ha ruimte vragen en die zeer specifieke eisen stellen aan de bedrijfsomgeving, voorzieningen en dergelijke. Typologie is basis voor de strategie Uit de typologie komt naar voren dat er op basis van de huidige plannen tekorten ontstaan op Haags grondgebied. Met name de vraag naar modern bedrijventerrein (tekort 60 ha) en productieknooppunt kan Den Haag (25-30 ha) niet alleen faciliteren. Daarvoor zijn afspraken op regionaal niveau nodig. De typologie zoals die hierboven kort is omschreven is de rode draad door de strategie die in de volgende paragraaf wordt toegelicht. 3. Strategie Den Haag: meer bedrijven naar de rand van de stad Deze bedrijventerreinenstrategie biedt een kader om keuzes te maken over de ontwikkeling van bedrijventerreinen op het niveau van de stad in relatie tot haar omgeving. De strategie heeft een doorkijk naar 2020. De keuzes die hier worden voorgesteld zijn op hoofdlijnen. Meer verfijning staat in het hoofdrapport, maar ook daar zijn niet alle keuzes gemaakt. De strategie zal verder worden verfijnd door verschillende beleidsafdelingen van de gemeente Den Haag. Op basis van deze strategie voor de stad volgen ook keuzes voor de strategie op terreinniveau. Meer bedrijven naar de rand van de stad Met deze typologie kiest Den Haag voor krimp van binnenstedelijke bedrijventerreinen, minder aanbod van bedrijventerreinen in de stad en verschuiving naar de stadsrand. Dit is een belangrijke trendbreuk met het verleden. Het is belangrijk de keuze voor mogelijk behoud van terreinen in stedelijk gebied zorgvuldig te maken. Hiervoor gelden vier belangrijke argumenten: Slechts een beperkt deel van de bedrijven moet gevestigd zijn in stedelijk gebied; Voorraad binnenstedelijke bedrijventerreinen in Den Haag is van oudsher groot; Druk van andere functies en voorzieningen is groot, wat heroverweging van bedrijfsfunctie verklaart; Gemeente kan aan de stadsrand beter geschikte werklocaties voor de toekomst ontwikkelen. Voldoende aanbod op binnenstedelijke locaties voor bedrijven die daar moeten zitten De bedrijventerreinenstrategie houdt rekening met het uitgangspunt dat bedrijven die persé in de stad gevestigd moeten zijn, daar ook een plek kunnen vinden; Enkele terreinen worden getransformeerd naar andere functies en er wordt zorgvuldig afgewogen hoe het verlies aan bedrijfsruimte wordt gecompenseerd elders in de stad, aan de stadsrand op nieuwe locaties en op enkele informele plekken in de stad gemixed met andere functies; Uitgangspunt is dat transformatie niet ten koste gaat van het bestaand areaal bedrijventerreinen in de stad: als er bedrijventerrein wordt omgezet, wordt dit op een andere plek gecompenseerd, zowel in hectare, als in segmentatie van het terrein; Zodoende gaat de transformatie nauwelijks ten koste van de economische structuur. Transformatie op sommige locaties is bovendien nodig om inkomsten te verwerven om de economische en functionele veroudering van andere (delen van) bedrijventerreinen tegen te gaan, en zo de economische structuur van de stad te versterken. Bedrijventerreinenstrategie Den Haag 2005-2020 - Management Summary - 4
Consequenties van deze strategie Het streven om zoveel mogelijk bedrijven aan de stadsrand te vestigen heeft wel forse gevolgen. Door transformatie van bedrijventerreinen naar andere functies gaan bedrijven en arbeidsplaatsen verloren (circa 850-1100 banen). Hiervoor zijn de volgende redenen: Enkele bedrijven verplaatsen naar verwachting naar locaties buiten de regio (naar schatting hooguit circa 5% van de bedrijven); Voor een deel van de laagwaardige bedrijven zijn de huisvestingskosten op een nieuwe locatie te hoog. Daardoor zal een deel van de bedrijven opgeheven worden of verplaatsen naar buiten Den Haag; Veel voorzieningen zoals de loodgieter en de timmerman of de groothandel voor sanitair en bouwspullen zullen nauwelijks meer op binnenstedelijke terreinen zijn gevestigd. De keerzijde van de medaille is dat Den Haag meer ruimte krijgt voor de ontwikkeling van woningen, kantoren, voorzieningen en andere functiesin het stedelijk gebied. De strategie zoals die hierboven is toegelicht valt uiteen in vier beleidsagenda's. In de volgende paragraaf worden de vier beleidsagenda's uitgewerkt. 4. Wat betekent deze strategie voor de verschillende beleidsvelden rondom bedrijventerreinen? De strategie heeft gevolgen voor bedrijventerreinen in de stad en de regio. In dit onderdeel worden vier beleidsagenda's geïntroduceerd die een nadere uitwerking van de strategie vormen. De agenda's zijn: beleidsagenda nieuw te ontwikkelen terreinen aan de stadsrand, herstructurering van bestaande binnenstedelijke terreinen, instrumenten van duurzaamheid en als laatste: de insteek voor regionaal bedrijventerreinenbeleid. Beleidsagenda 1: terreinen aan de stadsrand zorgen voor voldoende aanbod bedrijventerreinen in de breedte van de typologie Er zal, met name in de periode na 2010, krapte ontstaan aan modern bedrijventerreinen en voor productiebedrijven aan de stadsrand (zie tabel hieronder). Hierbij gelden bij de afweging de volgende uitgangspunten: Den Haag moet selectief zijn en keuzes maken in haar beleid op deze krappe locaties; Zo zal er geen apart productieknooppunt worden ontwikkeld; Het aanbod op werkterreinen is krapper dan op de modern gemengde terreinen; Er ontstaat een sterke segmentering met deze bedrijventypologie: zo biedt de gemeente keuzemogelijkheden aan bedrijfsruimtegebruikers, zodat de bedrijventerreinen goed passen bij de specifieke huisvestingswensen en eisen van de ondernemers; Elk type bedrijventerrein is marktconform en gebaseerd op huisvestingswensen en -eisen van bedrijven. De typologie biedt voor de gemeente sterke handvatten bij de inrichting van terreinen. De typologie geeft bedrijven duidelijkheid over de het profiel van het terrein, waardoor ambities over de stedenbouwkundige en architectonische vormgeving van het terrein in de praktijk eenvoudiger worden gerealiseerd. Dat zelfde geldt voor het ambitieniveau voor duurzaamheid op elk profiel; Hiermee kan de gemeente Den Haag beschikken over een heldere typologie, dit bevordert de regionale afstemming (fasering en segmentering) van bedrijventerreinen. Bovendien kan de gemeente de typologie inzetten als kader voor promotie en acquisitie van bedrijfsruimtegebruikers. Beleidsagenda 2: vooral binnenstedelijk gelegen bedrijventerreinen zijn verouderd In Den Haag hebben bijna alle binnenstedelijke bedrijventerreinen (Binckhorst, Fruitweg, Laakhaven- West, Petroleumhaven, Uitenhagestraat en Zichtenburg) te maken met verouderingskenmerken. Daarbij komen in de praktijk alle vormen van veroudering voor, op de meeste terreinen is zelfs sprake van zowel economische, ruimtelijke als functionele veroudering. Bedrijventerreinenstrategie Den Haag 2005-2020 - Management Summary - 5
De knelpunten hebben betrekking op: Bereikbaarheid en ontsluiting; Aanzicht; Milieukwaliteit en inrichting; Ruimtegebruik. De herstructureringsopgave van Den Haag is fors op een groot deel van binnenstedelijke terreinen. Op slechts weinig terreinen volstaat een lichte vorm van herstructurering zoals een face lift of revitalisering. Overigens is het niet in alle gevallen zo dat een bedrijventerrein in zijn geheel aangepakt moet worden, soms is het voldoende dat een deel van het terrein (intensief) geherstructureerd wordt en dat op de rest van het terrein een flinke opknapbeurt volstaat. Uit de beoordeling van de herstructureringsopgave blijkt dat Fruitweg, Uitenhagestraat en Zichtenburg in aanmerking komen voor revitalisering. Dat houdt in: aanpak van groenstructuur, leegstand en de openbare ruimte en daarnaast enkele lichte aanpassingen aan infrastructuur en parkeergelegenheid. De opgave brengt relatief lage kosten met zich mee. Voor de genoemde terreinen moet vervolgens na 2015 opnieuw de herstructureringsopgave worden beoordeeld. De omvang van de herstructureringsopgave in het voorstel omvat: Circa 40-45 hectare aan te transformeren terrein: De transformatie van bedrijfsruimte naar in eerste instantie woningbouw, maar ook andere functies als kantoren, retail en leisure vindt vooral plaats op Binckhorst (30 ha), Laakhaven-West en Petroleumhaven (6 ha), De Verademing en Scheveningse Haven (5 ha); Circa 25 hectare aan te herprofileren terrein. Bij herprofilering zal de bedrijfsfunctie op (een deel van) het terrein behouden blijven. Deze opgave speelt met name op Binckhorst waar 25 hectare compleet op de schop gaat. Er wordt ruim geïnvesteerd in nieuwe infrastructuur en ook uitplaatsing van bedrijven en bodemsanering is aan de orde. Na herprofilering mikt Binckhorst op een ander segment in de bedrijfsruimtemarkt (meer modern bedrijventerrein en minder werkterrein); Circa 30 hectare aan te revitaliseren bedrijventerrein (De Verademing tot 2010 en Fruitweg na 2015). Revitalisering betekent een integrale verbetering van de kwaliteit van het openbaar groen, vervangen van de bovengrondse en ondergrondse infrastructuur, meer verlichting en parkeergelegenheid en de aanleg van nieuwe infrastructuur voor de interne ontsluiting. De totale kosten voor deze opgave worden geschat op 65 tot 160 miljoen euro tot 2020. Met name waar sprake is van transformatie van bedrijventerrein, moet elders in Den Haag of in de randgemeenten een oplossing gevonden worden voor het realiseren van extra bedrijventerreinen. Ingrijpende opgaven voor ondernemers Bedrijfsverplaatsing in geval van herprofilering of transformatie van bedrijventerreinen is uitermate ingrijpend voor alle betrokken bedrijven en hun werknemers. Het is daarom zaak veel aandacht te besteden aan de communicatie met betrokken bedrijven. Daarnaast is het van cruciaal belang voor de economische structuur van Den Haag dat het juiste bedrijf op de juiste plek komt, en dat er voldoende ruimte voor binnenstedelijk gebonden bedrijfsruimtegebruikers blijft. Het gaat daarbij met name om bedrijven die vanwege hun afzetmarkt of toeleveranciers, of arbeidsmarkt nauw verbonden zijn met de Haagse binnenstad en niet naar een bedrijventerrein aan de stadsrand kunnen. Beleidsagenda 3: alleen inzetten op marktconforme instrumenten van duurzaamheid Om verdere veroudering van bestaande terreinen tegen te gaan en de kwaliteit van nieuwe locaties te waarborgen voor lange duur zet Den Haag in op duurzaamheidsaspecten. Maar dan vooral aspecten die voor bedrijven haalbaar en realistisch zijn. Bedrijventerreinenstrategie Den Haag 2005-2020 - Management Summary - 6
Dit houdt in dat vooral wordt gekozen voor duurzaamheidmaatregelen met korte terugverdientijd (tot drie tot vijf jaar). Aandacht voor zorgvuldig ruimtegebruik (intensief en meervoudig ruimtegebruik) is kern van duurzaamheidsbeleid op bedrijventerreinen; De gemeente kan op verschillende plekken in de stad verschillende ambitieniveaus voor duurzaamheid realiseren. Op een binnenstedelijke locatie in een gemengd woonwerkmilieu stelt Den Haag hogere ambities aan intensief ruimtegebruik, lucht-, geluids- en andere milieuaspecten; Op nieuw te ontwikkelen mono-functioneel bedrijventerreinen aan de rand van de stad zijn de eisen omtrent milieuaspecten minder scherp, maar voor zorgvuldig ruimtegebruik verschillen de ambities wel duidelijk; Op een eersteklas bedrijvenpark stelt de gemeente hogere eisen dan op een werkterrein. Beleidsagenda 4: Den Haag heeft de regio nodig Binnen de stadsgrenzen van Den Haag en de coalities die ze heeft met buurgemeenten in de vorm van bedrijfsschappen bestaat een krapte aan bedrijventerreinen, nu en in de toekomst. Den Haag benadrukt het belang van een goede regionale afstemming van het aanbod aan bedrijventerreinen. Krapte valt op in de segmenten modern bedrijventerrein en productieknooppunt, circa 60 ha netto en 25 ha netto. Voorlopig is de insteek ook dat Den Haag geen specifiek productieknooppunt ontwikkelt; De krapte op moderne bedrijventerreinen is goed op te vangen in de regio, op regionaal niveau ontstaat zelfs een overaanbod tot 2010; Het terrein Prisma in Zoetermeer biedt een goed alternatief om de Haagse vraag te accommoderen; De bedrijventerreinentypologie van Den Haag kan een nuttig instrument zijn om het aanbod goed aan te laten sluiten bij de vraag. Bijvoorbeeld om ervoor te zorgen dat het overaanbod tot 2010 van moderne bedrijventerreinen in de regio sterk wordt gefaseerd; Ook zorgen goede regionale afspraken ervoor dat verschillende te ontwikkelen terreinen niet in elkaars vaarwater zitten en concurrenten worden doordat de profielen een groter onderscheidend karakter krijgen. De gemeente Den Haag heeft de komende periode een stevige taak! Om bedrijventerreinen in het stedelijk gebied een toekomstbestendige functie te geven. Om aantrekkelijke nieuwe locaties te ontwikkelen aan de rand van de stad in samenwerking met buurgemeenten en regio. Om de kwaliteit van alle terreinen op lange termijn te waarborgen door aandacht voor duurzaamheid. Dit alles om voor bedrijven het blijvend beste ondernemersklimaat te scheppen. Bedrijventerreinenstrategie Den Haag 2005-2020 - Management Summary - 7