Implementatieplan Proeftuinen algemene inwendige - cardiothoracale chirurgie - neurocentrum

Vergelijkbare documenten
AMC werkprofielen en AMC competenties voor de proeftuinen

Agenda. 1. Doel en kaders proeftuinen AMC. 2. Opzet/Profielen/Ontwikkeltraject/ Metingen. 3. Vragen

NFU

Verpleegkundige Innovatie & Positionering (VIP) Functiedifferentiatie verpleegkundigen umc s

Functieprofielen Belang en landelijke implementatie. Dewi Stalpers PhD, RN-ICU

Niels Oerlemans. Functieprofielen Belang en landelijke implementatie

Toekomstbestendig verplegen Samen het verschil maken. Jolanda ter Sluysen Regiehouder zorg Opleidingsdirecteur

Verpleegkundigen op de STIP! Het spel is begonnen. Ilona Mijland, 16 februari 2017 Programmaleider verpleegkundig leiderschap

Verpleegkundige Innovatie & Positionering (VIP) Functiedifferentiatie verpleegkundigen umc s

Visie op verpleegkundige professionaliteit

Tijd Doel Werkvorm Benodigdheden

Toekomstbestendige verpleegkundige zorg en de rol van de leidinggevenden. Tineke Holwerda

Toekomstbestendige beroepen in de verpleging en verzorging

NFU Proeftuinen. Regieverpleegkundigen & Verpleegkundigen. NFU bijeenkomst 16 Mei Jolanda ter Sluysen Marjon van Loveren

Gedragsindicatoren HBOV cohort en VMH

Standaard-actieplan stage 2 (PL2)

Standaard-actieplan stage 1 (PL1)

NFU Academisch Preuve. Renaldo Secchi Marianne Frederix

KIPZ The Next Level Functiedifferentiatie: het veranderkundige vraagstuk?!

Gedragsindicatoren HBOV cohort

Keuzedeel mbo. Zorg en technologie. gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo. Code K0137

Standaard-actieplan stage 4 (PL4)

Functieomschrijving Circulation Practitioner

Standaard-actieplan stage 3 (PL3)

De CBP: Competentie Beoordeling Praktijk

Bijlage C behorende bij artikel 2 lid 3 Besluit personeel veiligheidsregio

Intensivecareverpleegkundigen werken op de afdeling Intensive Care, intensivecarekinderverpleegkundigen

Toekomstbestendige beroepen in de verpleging en verzorging

Supporters op de zijlijn

CanMEDS-rollen in de praktijk van de ouderenzorg

WERKVELDCONFERENTIE BACHELOR NURSING 2020

Proeftuin MBO-HBO verpleegkundigen MUMC+

Functieprofiel van de Verpleegkundig consulent

Instituut voor Gezondheidszorg

2. Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken. Oordeel voldoende / onvoldoende * Instelling: Fase: 1 2 3*

Ambities waar(d) maken. 2 profielen, 1 passie

PREZZENT Functiebeschrijving. Persoonlijk begeleider. Datum februari 2012 FWG 40 A: DOELOMSCHRIJVING

Competentieprofiel praktijkopleider verpleegkundig specialist

Instituut voor. Gezondheidszorg. Naam student. Studentnummer. Jaar. Praktijkbeoordelingsformulier Opleiding Verpleegkunde Hogeschool Rotterdam

1.4. De kinderverpleegkundige organiseert en coördineert de verpleegkundige zorg rond het zieke kind.

Landelijk Opleidingscompetentieprofiel. Master Physician Assistant

Zorginnovaties en technologie

Eindtermen vervolgopleiding intensive care verpleegkundige

Verpleegkunde in Nederland. Wilma Jackson Manager Leerhuis in ETZ

Pilot nieuwe functie: Het concept ziekenhuisarts Het belang van generalisten in het ziekenhuis. Abe Meininger UMCG

Beroepsprofielen en VAR. Sonja Kersten

Functieprofiel doktersassistent(e)

De zorg is onze passie, verbeteren ons vak. Productive Ward

Visie Dimence Groep op VerpleGinG en VerzorGinG

Toelichting De kerncompetentie vakinhoudelijk handelen vormt de rode draad van elke leerweg. De andere kerncompetenties zijn daarbij ondersteunend.

Functiebeschrijving verzorgende IG (FWG 35) A. Plaats in de organisatie

HET NIEUWE CURRICULUM WERKVELD HBO-V 19 NOVEMBER 2015

Mensen met licht verstandelijke beperking met moeilijk verstaanbaar gedrag

Functiebeschrijving Teamleider Huisvesting (facilitair)

Organisatie: KadeZorg Functie: Verzorgende IG nv. 3

Samenvatting bijeenkomst Stip aan de Horizon 14 maart 2016

Toegewezen functieclassificatie voor verpleegkundige geestelijke gezondheidzorg in een ziekenhuis

Landelijk opleidingsplan Interne geneeskunde 2019

De opleiding tot dialyseverpleegkundige. De context

Verzamelen en interpreteren van gegevens

Competentieprofiel mentor jeugdzorg 1

CanMEDS-rollen PraktijkLeren 4

Samen Beter. Op weg naar 2020

Beroepsopdracht 3: Zorg voor de veiligheid en voorlichting geven


Eindtermen voor de vervolgopleiding tot oncologie verpleegkundige

Competentieprofiel arts Maatschappij en Gezondheid

Intensivecareverpleegkundigen werken op de afdeling Intensive Care, intensivecarekinderverpleegkundigen

Een verslag van coachende begeleidingsgesprekken met een klasgenoot over de leerdoelen en leerpunten tijdens de stage.

Bij de MSF (verwijzers) is het verplicht minimaal 3 verwijzers een vragenlijst te sturen, voor de

Een woordenboek heeft tot doel alle umc s dezelfde terminologie te laten gebruiken.

Dedicated Schakeljaar Vitale Functies

Welkom bij de workshop: Leiderschap in de dagelijkse MCL-praktijk. Versterken van zelfmanagement & gezamenlijke beschuitvorming!

Dedicated Schakeljaar Vitale Functies

Opleiding Verpleegkunde Stage-opdrachten jaar 3

Toekomstbestendige zorgondersteuning, bent u al klaar?...

Eisen portfolio OER, bijlage 10

In de praktijk wat kan, op school wat moet

CANMEDS EN VERPLEEGKUNDIGE TAKEN ZORGROBOTICA VOLGENS HET BEROEPSPROFIEL VERPLEEGKUNDIGE

Complexiteitsindicator Projectgroep functiedifferentiatie VUmc Jettie Vreugdenhil, Melina van Gunsteren

De eindtermen van de opleiding tot recovery verpleegkundige

Manager Medische Hulpmiddelen

Afdeling ICU / CCU Intensive Care Unit / Coronary Care Unit. Informatie voor patiënt en familie

Functiebeschrijving netwerk dementie regio Haaglanden

1 Samenvatting: een nieuw beroepenhuis V&V

Zorgverlener. Klinisch redeneren. Zelfmanagement versterken. Indiceren van zorg. Kernbegrip & Beschrijving Verpleegkundige Regieverpleegkundige

De 6 Friesland College-competenties.

Het traceren en ontwikkelen van potentieel leidinggevenden rechtbank Amsterdam 2013.

Competentieprofiel kaderhuisarts

Coördinator Bijna Thuis Huis Best e.o. (11 uur)

Toelichting bij de Voortgangsrapportage Maatschappelijke Zorg

Toetsingskader Toezicht Wmo Verwey-Jonker Instituut en GGD GHOR Nederland

Hoe hebben de Aios alle stafleden van de afdeling gemiddeld beoordeeld? (N= totaal aantal Aios-beoordelingen van alle stafleden van de afdeling)

Wie haalt de HBO norm? Analyse 1 bij opbouwprogramma Jeroen Bosch Ziekenhuis. November 2016

Competenties directeur Nije Gaast

Stagedoelstelling exploratiestage

OPLEIDING tot MBO - VERPLEEGKUNDIGE TOETS BEROEPSOPDRACHT. Ondersteunen bij begeleiden. Beroepstaak C. Niveau Gevorderd 2

Beroepsopdracht 4 De geriatrische zorgvrager

Transcriptie:

Implementatieplan Proeftuinen algemene inwendige - cardiothoracale chirurgie - neurocentrum Auteur: Anne-Rose de Cloe, projectleider Contactgegevens: c.r.decloe@amc.uva.nl Datum: 9 februari 2018 Versie: 1.2 Status: definitieve versie

Inhoudsopgave 1. Algemene kader en uitgangspunten proeftuinen AMC... 3 2. Proeftuin Algemene Inwendige.... 7 3. Proeftuin Cardiothoracale Chirurgie... 9 4. Proeftuin Neurocentrum... 11 5. Bijlagen... 14 I. AMC Werkprofiel Regieverpleegkundige (incl. competenties) AMC Werkprofiel Verpleegkundige II. Informatie Matchingsprocedure en Selfassement III. Informatie Ontwikkeltrajecten (werkdocument, versie 8-2-2018) IV. Overzicht metingen (werkdocument, versie 8-2-2018) V. Begroting 2

1. Algemene kaders en uitgangspunten Proeftuinen AMC 1.1 Doel van de Proeftuinen De complexer wordende zorgvraag en veranderende zorgvisie stelt andere eisen aan verpleegkundigen. Er zijn daarom nieuwe beroepsprofielen gemaakt voor twee niveaus verpleegkundigen met een eigen beroepstitel, deskundigheidsgebied en opleidingsniveau, met eigen bevoegdheden en bekwaamheden. Naar verwachting wordt medio 2018-2019 de besluitvorming (Wet BIG II) afgerond en start de invoering. In het AMC is het project Implementatie nieuwe verpleegkundige profielen van start gegaan met de voorbereidingen voor de invoering van deze nieuwe beroepsprofielen. In 2017 is besloten proeftuinen in te richten om ervaring op te doen met deze nieuwe profielen in het AMC. Dit heeft geleid tot een projectplan Proeftuinen nieuwe verpleegkundige beroepsprofielen met onderstaande doelen: Ervaring opdoen met het werken met de nieuwe verpleegkundige functies en inzicht krijgen in de optimale samenstelling van deze nieuwe functies in relatie tot de patiënt(kenmerken), om te komen tot kwalitatief betere patiëntenzorg. Een algemene aanpak voor andere afdelingen ontwikkelen, zodat zij ook in staat zijn om in de toekomst in hun afdelingen te komen tot de optimale samenstelling van verpleegkundige functies. De proeftuinen beogen daarbij inzicht te geven in onderstaande thema s: Toepasbaar instrumentarium voor het in kaart brengen van de zorgcomplexiteit van patiënten. De mate waarin de complexiteit (met name de (on)voorspelbaarheid) van een patiëntengroep een factor is bij de inrichting van een afdeling. Herdefiniëring van de benodigde verpleegkundige functies en toekomstige functiemix. Evenwichtige en toekomstbestendige opbouw van het verpleegkundig team. De vereiste (extra) ontwikkeling van competenties van de regieverpleegkundigen. Matching van medewerkers in de nieuwe functies. De impact op organisatorische aspecten als roosters/ratio s, afstemming andere afdelingen. Aantrekkelijke werk- en leeromgeving voor verpleegkundigen. Het monitoren van de effecten van functiedifferentiatie op de zorg zoals patiëntveiligheid, patiënt- en medewerkerstevredenheid en continuïteit van zorg, voor zover dit haalbaar is. Concreet resultaat van de proeftuinen is een evaluatierapport met adviezen over de te hanteren functiemix, de op de werkvloer getoetste verdeling van werkzaamheden op basis van de AMC werkprofielen, de uitkomsten van de benoemde thema s en over de implementatie-aanpak. Gekozen is voor drie normal care afdelingen als proeftuinen: Algemene Interne, Cardiothoracale Chirurgie en Neurocentrum. Deze afdelingen zijn geselecteerd vanwege hun verschillende verdeling inservice/mbo/hbo verpleegkundigen en de verschillende zorgvraag. Dit implementatieplan beschrijft de uitvoering van de proeftuinen op deze afdelingen en de daarbij gehanteerde kaders, instrumenten en fasering. 1.2 Kaders en uitgangspunten Algemeen De proeftuin geeft geen rechtspositionele consequenties voor deelnemers (bijv. regieverpleegkundigen die tijdelijke andere diensten gaan werken verliezen niet hun ORT. Of door andere inzet van diensten recht hebben op meer ORT inkomsten). Patiëntveiligheid, patiënt- en medewerkerstevredenheid en continuïteit van zorg dienen geborgd te zijn. Alhoewel het geen apart doel is, zal de kans worden aangegrepen de verbetering van deze effecten te monitoren. De proeftuin is 24/7, dus ook in de weekenden en avonden. De proeftuinen doorlopen een vaste fasering zoals uitgewerkt in paragraaf 1.9. De start van de proeftuin verschilt per afdeling, de doorlooptijd is minimaal 6 maanden. De proeftuinen lopen minimaal door tot in het eerste kwartaal 2019. In dat kwartaal worden de proeftuinen geëvalueerd. De voorbereidingen van de proeftuinen vinden zoveel mogelijk parallel plaats. De proeftuinen werken met afgesproken instrumentarium i.v.m. de vergelijkbaarheid van data (zie ook 1.4). 3

De twee AMC werkprofielen inclusief competenties (bijlage I) zijn gebaseerd op NFU-werkprofielen en vormen de leidraad. Naast het toetsen van de AMC werkprofielen op de werkvloer vindt naar verwachting per proeftuin een uitwerking van de werkprofielen plaats op taakniveau. Naast deze functies wordt de proeftuinenafdelingen de ruimte geboden ook de inzet van zorgassistenten/verzorgenden mee te nemen, als ook de inzet en begeleiding van studenten door de HBO opgeleide verpleegkundigen. Werkwijze matching De indeling van de medewerkers in de nieuwe functies tijdens de periode van proeftuinen gaat conform de volgende stappen en uitgangspunten: a. De indeling op de twee nieuwe functies gebeurt op basis van de verpleegkundige basisopleiding. Vooruitlopend op de wettelijke overgangsregeling wordt in de proeftuinen de volgende verdeling gehanteerd: MBO opgeleide verpleegkundigen gaan de functie van verpleegkundige vervullen. In-service opgeleide verpleegkundigen gaan de functie van verpleegkundige vervullen. HBO opgeleide verpleegkundigen kunnen (onder voorwaarden hieronder beschreven) de functie van regieverpleegkundige vervullen. b. Vaststellen van het aantal regieverpleegkundigen en verpleegkundigen voorafgaand aan de start van de proeftuin. c. HBO opgeleide verpleegkundigen gaan niet automatisch over naar de functie van regieverpleegkundige. Voor hen geldt onderstaande procedure: Van alle HBO opgeleide verpleegkundigen wordt verwacht dat zij schriftelijk gemotiveerd aangeven welke functie zij in de proeftuin willen vervullen. Voor de functie van regieverpleegkundige is het belangrijkste criterium het beschikken over de juiste competenties voor de nieuwe voorbeeld functie of de potentie hebben om binnen afzienbare tijd de benodigde competenties te ontwikkelen. Indien de voorkeur uitgaat naar de functie van regieverpleegkundige doorloopt de HBO opgeleide verpleegkundige een selfassessment. De deelname hieraan is vrijwillig, echter een voorwaarde om in de proeftuinen in aanmerking te komen voor de functie van regieverpleegkundige. De uitkomsten van het selfassessment, samen met het oordeel van de hoofdverpleegkundige gebaseerd op eerdere jaargesprekken, desgewenst een up-to-date portfolio en de motivatie, vormen de elementen voor de indeling in een functie in de proeftuin. De hoofdverpleegkundige neemt hiertoe het definitieve besluit. Indien gewenst kan het besluit in overleg met de verpleegkundig bestuurder van de betreffende divisie worden vastgesteld. Het is dus mogelijk dat een HBO-verpleegkundige tijdens de proeftuinen niet de functie van regieverpleegkundige maar van die van verpleegkundige vervult. Een uitzondering op de procedure voor de indeling is van toepassing voor MBO en in-service opgeleide verpleegkundigen die op 1 januari 2018 een HBO opleiding volgen. Zij kunnen in aanmerking komen voor de indeling als regieverpleegkundige en deze ambitie middels een motivatie aan de hoofdverpleegkundige kenbaar maken en daarna bovenbeschreven procedure doorlopen. d. Seniorverpleegkundigen blijven gedurende de proeftuin hun taken betreffende zijn of haar aandachtsgebieden uitvoeren. Het functieprofiel en de taken van de seniorverpleegkundige verandert niet in de proeftuin. Voor hun verpleegkundige werkzaamheden worden zij conform bovenstaande afspraken op grond van hun basisopleiding ingedeeld in de functie van verpleegkundige of regieverpleegkundige. Ook zij doorlopen voor indeling in de functie van regieverpleegkundige een assessment. Bij het opstellen van een taakspecificaties op basis van de AMC werkprofielen zal mogelijk overlap komen tussen de functie van regieverpleegkundige en de seniorverpleegkundige. Dit wordt bij de evaluatie van de proeftuin meegenomen. Aansturing proeftuin De hoofdverpleegkundige van de proeftuin is samen met de overkoepelend projectleider verantwoordelijk voor de uitvoering in zijn/haar afdeling. Een klein projectteam (o.m. een seniorverpleegkundige, de betreffende WPM-arts, HR- en opleidingsadviseurs) wordt per afdeling samengesteld en er is een implementatieplan beschikbaar. Betrokkenheid van de medisch specialisten bij de inzet van de medewerkers op deze nieuwe profielen is van groot belang. Vrijheidsgraden voor de afdeling Tijdens de voorbereiding en uitvoering van de proeftuin is er voor de afdeling vrije invulling mogelijk op onderwerpen. Deze vrijheidsgraden zijn: 4

de wijze van communicatie op de afdeling, waarvoor ondersteuning en tools beschikbaar zijn; de invulling van de functiemix, met in achtneming van de procedure voor de matching; de werkwijze voor het ontwikkelen van de taakspecificatie, in samenhang met de AMC werkprofielen en competenties. 1.3 Centrale coördinatie Centraal is voor de proeftuinen voorzien in een aantal zaken: Een Projectleider (Astrid Bijl) zit de werkgroep Proeftuinen voor. Deze projectleider stuurt de uitvoering van de Proeftuinen aan in opdracht van de overkoepelende projectgroep implementatie nieuwe verpleegkundige profielen. Zij wordt hierbij ondersteund vanuit HR centraal. De centrale coördinatie en monitoring ligt in handen van de (centrale) projectleider van het overkoepelend project Implementatie nieuwe verpleegkundige profielen (Anne-Rose de Cloe) Voor de proeftuinen zijn centraal uitgewerkte kaders, spelregels en criteria beschikbaar. De proeftuinen worden ondersteund bij de toepassing van modellen en metingen. Vooraf is het instrumentarium geselecteerd, zodat alle proeftuinen gelijke onderdelen en op dezelfde wijze gaan meten. Dit vormt ook de input voor de evaluatie die centraal wordt ondersteund. Er is een matchingsprocedure voor de regieverpleegkundigen (inclusief assessment) beschikbaar. De hoofdverpleegkundigen worden centraal ondersteund bij de uitvoering. Voor de ondersteuning van medewerkers in de proeftuinen lopen er gedurende de proeftuinen verschillende ontwikkeltrajecten (teambegeleiding ontwikkeltraject regieverpleegkundigen- begeleiding hoofdverpleegkundigen en WPM). Een plan voor de communicatie voor AMC breed als ook voor op de afdelingen. De elementen zijn: een intranetpagina, artikelen in Status, AMC brede voorlichtingsbijeenkomsten, afdeling(start)bijeenkomsten, informatiemateriaal voor diverse beroepsgroepen, aansluiten op de nieuwsbrief voor verpleegkundigen. De werkgroep Proeftuinen vergadert maandelijks en bestaat uit de volgende deelnemers: Astrid Bijl (Hoofdverpleegkundige Cardiothoracale Chirurgie, divisie A1) Marloes Raadsveld (Senior verpleegkundige Cardiothoracale Chirurgie, divisie A1) Peter Sluijter (Hoofdverpleegkundige Algemene Interne, divisie A) Priscilla de Kruijs-Elfrink (Senior verpleegkundige Algemene Interne, divisie A) Ingeborg Goes (Verpleegkundig Bestuurder, divisie A) Frederique van der Marel (Hoofdverpleegkundige Neurocentrum, divisie D/F) Marieke Pieterse/Alinda Knijn (Senior verpleegkundigen Neurocentrum, divisie D/F) Anne van Uden (HR adviseur divisie A1) Anouck Hoeben/Yvette van Heerden/Mieke Vlug (Opleidingscoördinatoren div A, A1 en DF) Ferry Smeenk/Julio Klaverweide (Adviseurs Zorgsupport) Anne-Rose de Cloe/Joke Duismann (Adviseurs HR expertise) 1.4 Metingen In samenwerking met de afdeling Zorgsupport en in afstemming met de NFU, is een selectie gemaakt van items die in de proeftuinen worden gemeten. Hier is voor het AMC een meetset ontwikkeld die aansluit bij de set die vanuit de NFU is ontwikkeld. Geprobeerd wordt zoveel als mogelijk aan te sluiten bij al bestaande metingen. De metingen wordt uitgevoerd met onderstaande doelen: Effect: meting wat het effect van de functiedifferentiatie is op de patiënt, medewerker en organisatie. Teamsamenstelling: wat is de ideale mix van verpleegkundige en regieverpleegkundige. Competenties medewerkers: inzicht of de medewerker volgens de nieuwe rol werkt. Een overzicht van de indicatoren en metingen is terug te vinden in bijlage IV. Tijdens de opstartfase wordt een nulmeting uitgevoerd of gegenereerd uit bestaande metingen, ten behoeve van de evaluatie. Vervolgens een tussenmeting, waar dit past en mogelijk is bij het geselecteerde instrumentarium, en afsluitend een eindmeting. 1.5 Ondersteuning deelnemers/team/leidinggevenden Tijdens de proeftuinen ligt de focus op de (competentie)ontwikkeling van de nieuwe functie van regieverpleegkundigen. In de proeftuinperiode wordt geen collectief verkort HBO traject aangeboden voor MBO- en inservice opgeleide verpleegkundigen. Ter ondersteuning van de medewerkers in de proeftuinen zijn wel 5

(ontwikkel)trajecten uitgewerkt waarvan de opzet en het effect ook in de evaluatie wordt meegenomen. In de bijlage is meer informatie toegevoegd. Het gaat om de volgende trajecten: Regieverpleegkundigen worden aan de hand van een Persoonlijk Ontwikkel Plan (POP) ondersteund bij het ontwikkelen van competenties door middel van een ontwikkeltraject. Het voltallige verpleegkundig team wordt tijdens de proeftuin begeleid in hun veranderingsproces als groep bij de nieuwe taakverdeling. De hoofdverpleegkundige is leidend in de vraag naar deze begeleiding De hoofdverpleegkundige, desgewenst samen met de seniorverpleegkundige en de betreffende WPM-arts, krijgen ondersteuning in een gezamenlijk traject voor alle trekkers van de proeftuinen. Intervisie en aandacht voor veranderkundige aspecten zijn nadrukkelijk onderdelen van dit traject. 1.7 Begroting De kosten van de proeftuinen bestaan hoofdzakelijk uit loonkosten van personeel. De dekking van deze kosten komen uit bestaande formatie van de verpleegafdelingen, directoraat HR en de afdeling Zorgsupport. Voor de kosten voor de ondersteunende trajecten voor regieverpleegkundigen, teams en hoofdverpleegkundigen/wpm, alsmede voor de metingen en algemene projectkosten, heeft de RvB een budget van 218.200 beschikbaar gesteld. In de bijlage is de begroting opgenomen. 1.8 Evaluatie De effecten en de uitvoering per proeftuin worden grondig en op een gelijke wijze geëvalueerd. De evaluatie gebeurt aan de hand van de vooraf opgestelde criteria. Op basis van de meetbare en merkbare effecten die tijdens de proeftuin zijn gevangen, wordt per deelnemende afdeling alsmede voor de proeftuin in zijn totaliteit vastgesteld of de geformuleerde doelstellingen (zie 1.1) gerealiseerd zijn. De uitkomsten en inzichten die zijn opgedaan tijdens de proeftuin worden samengebracht en waar mogelijk benut als input voor de AMC-brede implementatie van de nieuwe beroepsprofielen. Ook zal de evaluatie beschikbaar worden gesteld aan de NFU. Hierbij valt te denken aan: Inzicht in de effecten van functiedifferentiatie op de zorg. Kaders/uitgangspunten met betrekking tot de optimale samenstelling van de verpleegkundige functies in relatie tot de zorgcomplexiteit van patiënten. Toedeling en verdeling van verantwoordelijkheden tussen de verpleegkundige functies zoals verwoord in de AMC Werkprofielen. Kaders/uitgangspunten met betrekking tot ondersteunende (ontwikkel)trajecten en de matchingprocedure. Kaders/uitgangspunten met betrekken tot de organisatie van de afdeling en van de zorg. Selectie van toepasbaar instrumentarium en algemene werkwijzen voor de implementatie van de nieuwe verpleegkundige profielen in het AMC. 1.9 Fasering AMC Proeftuinen Nieuwe verpleegkundige Profielen werken in nieuwe setting matching en traject regieverpleegkundigen traject HVK / WPM traject teams metingen en evaluatie Algemene Interne 2018 2019 Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Q2 Q3 Q4 jan feb mrt apr mei jun juli aug sept okt nov dec matching Uitvoering POP en ontwikkeltraject gezamenlijk begeleidingstraject team begeleiding 2020 werken in nieuwe setting matching en traject regieverpleegkundigen traject HVK / WPM traject teams metingen en evaluatie werken in nieuwe setting matching en traject regieverpleegkundigen traject HVK / WPM traject teams metingen en evaluatie Neurocentrum Cardiothor. Chirurgie matching Uitvoering POP en ontwikkeltraject gezamenlijk begeleidingstraject teambegeleiding Uitvoering matching POP/traject gez. beg. Traject team gebegeleiding 6

2. Proeftuin Algemene Inwendige Hieronder volgt een samenvatting van het implementatieplan Algemene Inwendige. De volledige versie is op de afdeling beschikbaar. 2.1 Huidige situatie Patiënten De patiëntencategorie die wordt opgenomen op Algemene Inwendige is zeer divers. De afdeling kent drie praktijken: infectieziekten (tropen geneeskunde), infectieziekten (HIV/ aids) en oncologie. Daarnaast liggen er patiënten van andere specialismen uit de divisie (hematologie, longafdeling, MDL, nefrologie en niertransplantatie). Patiënten worden veelal acuut opgenomen en er is weinig sprake van geplande opnames. De zorg is onvoorspelbaar en daardoor hoog complex. Daarnaast spelen ook andere factoren een rol die bijdragen aan de hoge complexiteit van zorg. Denk hierbij aan hoge co-morbiditeit, bedreiging vitale functies, regelmatige overplaatsing naar ic, samenwerking met verschillende disciplines en consulenten, stervensbegeleiding, verscheidenheid aan culturen, sociale problematiek, lage (gezondheid) geletterdheid en een hoge turnover). De patiënten zijn zelden in staat zichzelf te verzorgen. Verpleegkundigen De groep verpleegkundigen op Algemene Inwendige bestaat uit 30 verpleegkundigen en senior verpleegkundigen. 13 43% MBO (3 volgen een HBO opleiding) 4 14% In-service 13 43% HBO Het AMC kent verschillende functies in de zorg, te weten klinisch A, B en seniorverpleegkundigen. Voor de functies van klinisch A en B verpleegkundigen wordt geen onderscheid gemaakt in opleidingsniveau. Dit onderscheid wordt wel voor de functie van seniorverpleegkundigen gemaakt; hier is een hbo-opleiding vereist. Naast verpleegkundigen zijn er ook twee verzorgenden in de dagdienst van maandag tot en met vrijdag. Studenten De afdeling heeft in totaal tien stageplaatsen (4 MBO, 6 HBO). Elke student krijgt twee vaste begeleiders en is zoveel mogelijk aan hen gekoppeld. Verpleegkundigen van Algemene Inwendige krijgen gemiddeld na een jaar werken en na het volgen van de werkbegeleiders cursus, vaste studenten toegewezen. Indeling medewerkers - patiënten Dagdienst Avonddienst Nachtdienst Aantal vpk: 7 5 3 Senior vpk: 1 wisselend wisselend Aantal zorgass.: 1 ma en vrij 0 0 2 di t/m do Aantal studenten: 0-4 0-2 0-1 Aantal bedden: 28 28 28 Ratio patiënten/vpk: 1:4 2x1:5 3x1:6 1x1:10 2x1:9 Bij het indelen van patiënten wordt geen rekening gehouden met het verpleegkundig opleidingsniveau. Tijdens de dagdienst neemt de hoofd- of seniorverpleegkundige de leiding bij het indelen, in de late dienst doet de coördinator 1 dit en in de nacht wordt dit onderling gedaan. Er wordt op de afdeling gewerkt met eerst verantwoordelijke verpleegkundigen (EVV). Dat wil zeggen dat de verpleegkundige die de patiënt opneemt en de verpleegkundige die daarna de dienst overneemt samen eindverantwoordelijk zijn voor het zorgproces van opname tot en met ontslag. Bij het indelen worden dus altijd de patiënten toegewezen aan hun EVV. Dienstroosters De dienstroosters worden drie maanden vooruit gemaakt. Bij het maken van het rooster wordt rekening gehouden met de ervaring van de verpleging zodat er elke dienst ten minste één ervaren verpleegkundige werkt. Verpleegkundigen 1 Deze wordt aangewezen door de hoofd- of seniorverpleegkundige, staat zelf in zorg maar heeft daarnaast eindverantwoordelijkheid voor de afdeling 7

zijn vrij hun diensten te ruilen en van deze vrijheid wordt veelvuldig gebruik gemaakt. Het verzoek voor een dienstruil wordt schriftelijk ingediend bij de hoofd- of seniorverpleegkundige management. Het verzoek wordt bijna altijd gehonoreerd. Enige argument om niet te kunnen ruilen is wanneer het gevolg van de ruil zou betekenen dat er enkel onervaren (korter dan 1 jaar in dienst) verpleegkundigen in de dienst overblijven. 2.2 Aanpak en nieuwe werkwijze Ontwikkeling aanpak en werkwijze In de voorbereidende fase is door de trekker van de proeftuin Algemene Inwendige onderzoek gedaan naar ervaringen in andere ziekenhuizen zijn. De werkwijze in het Jeroen Bosch ziekenhuis sprak daarbij het meest. In dit ziekenhuis is gekozen om geen onderscheid te maken tussen de verpleegkundig opleidingsniveaus bij het indelen van de patiënten, maar het verschil te maken in de competenties: klinisch redeneren, EBP en coaching. Dit is uitgewerkt in een plan dat met de medewerkers is besproken. Ook is er een projectteam voor de afdeling samengesteld, bestaande uit een mbo, een hbo en een in-service opgeleide verpleegkundige. Zij werken mee aan het formuleren van een taakspecificatie die er in grote lijnen als volgt uitziet: Coaching/leiderschap; tijdens de dagdienst is er een vast moment waarop de regieverpleegkundige de verpleegkundigen bevraagt aan het bed van de patiënt. Het projectteam werkt aan een format. De theorie van het klinisch redeneren wordt gebruikt en er wordt aanspraak gemaakt op de coaching vaardigheden. Klinisch redeneren; de regieverpleegkundige organiseert een dossierbespreking waarin hij/ zij laat zien hoe het klinisch redeneren wordt toegepast. Hierbij zijn zowel verpleegkundigen als regieverpleegkundigen aanwezig. EBP; uit de dossierbesprekingen kan een klinische vraagstelling komen waarbij gezamenlijk een PICO opgesteld kan worden. Een regieverpleegkundige doet vervolgens literatuuronderzoek om de vraag te beantwoorden. Hiermee wordt beoogt de kwaliteit van het klinisch redeneren en het toepassen van EBP direct op de werkvloer en merkbaar voor de patiënt, te vergroten. Indeling medewerkers De medewerkers zijn conform de procedure ingedeeld. De hoofdverpleegkundige heeft in november 2017 individuele gesprekken gevoerd met de in-service opgeleide verpleegkundigen over de (toekomstige) indeling in het verpleegkundige beroepsprofiel. In december en januari vinden de motivatiegesprekken met de HBO opgeleide verpleegkundigen plaats. Gezien het in verhouding lage aantal (13 van 30) van HBO verpleegkundigen op de afdeling is het streven is om alle HBO verpleegkundigen in de rol van regieverpleegkundige in te delen. Begeleiding medewerkers Op basis van het selfassessment stellen de regieverpleegkundigen een Persoonlijk Ontwikkelplan op waar ze in het ontwikkeltraject mee aan de slagen gaan. Van de regieverpleegkundigen wordt verwacht dat ze hier maandelijks op reflecteren alsmede op de manier waarop ze invulling geven aan de competenties. Rol hoofd- en seniorverpleegkundige De verpleegkundigen op Algemene Inwendige hebben altijd als gelijken in teamverband samengewerkt, ondanks de verschillende individuele kwaliteiten en vooropleiding. Het expliciet maken van de verschillende profielen zal emoties met zich mee brengen. Voor een succesvolle implementatie van de onderscheidende rollen is het van belang dat deze persoonlijke emoties gehoord worden en rekening mee wordt gehouden. De leidinggevenden van de afdeling en het projectteam gebruiken in de presentatie bij het medewerker overleg de theorie van de rouwcurve. Deze theorie beschrijft het individuele veranderingsproces dat mensen doormaken, enigszins vergelijkbaar is met een rouwproces (ontkenning, woede, marchanderen, depressie en aanvaarding), beschreven door Zwitserse psychiater Elisabeth Kübler- Ross. Er worden handvatten aangereikt om mensen te helpen deze fasen te doorlopen. Los van de emoties maakt elke verpleegkundige ook een individuele ontwikkeling door. Dit betekent dat de leidinggevenden zijn/haar stijl van leidinggeven per situatie aan zal passen. 2 Het functieprofiel en de taken van de seniorverpleegkundige veranderen niet in de proeftuin. Ook zij kunnen een assessment doorlopen voor de rol van regieverpleegkundige en hebben daarnaast hun seniortaken. Bij het opstellen van een taakspecificaties op basis van de AMC werkprofielen zal mogelijk overlap komen tussen de regieverpleegkundige en de seniorverpleegkundigen. Dit wordt bij de evaluatie van de proeftuin meegenomen. 2 Eliott Aronson, Timothy Wilson, & Robin Akert (2011). Sociale Psychologie (7de ed.). Amsterdam: Pearson Education Benelux 8

3. Proeftuin Cardiothoracale Chirurgie Hieronder volgt een samenvatting van het implementatieplan Cardiothoracale Chirurgie. De volledige versie is op de afdeling beschikbaar. 3.1 Huidige situatie Patiënten De zorg voor de patiënten die cardiochirurgie hebben ondergaan is over het algemeen relatief protocollair. Verder is er een short stay met cardio patiënten (zes tot acht bedden), waar de zorg ook protocollair is maar met een hoge turnover en planningen die op het laatste moment wijzigen door bijvoorbeeld spoedopnames. Klinisch is er een hoge turnover van IC -> afdeling -> verwijzend ziekenhuis. Ondanks de geplande opnames blijft de planning onvoorspelbaar, er is ook regelmatig sprake van beddendruk. Acute situaties komen regelmatig voor (tamponnade, respiratoire insufficiëntie). Dit vraagt een scherpe klinische blik, flexibiliteit en zelfstandigheid van verpleegkundigen. Met name in de nachtdienst wanneer de arts-assistent niet in huis is (maar maximaal binnen twintig minuten aanwezig). Er moet daarom zowel in de planning als in de patiëntenzorg geanticipeerd worden. Daarnaast is er sprake van telemetrie bewaking bij het grootste gedeelte van de patiënten. De verpleegkundigen zijn hiervoor geschoold, zijn in staat bepaalde hartritmes te herkennen en hier actie op te ondernemen. De afdeling is onderdeel van het Hartcentrum. Er is daarom een nauwe samenwerking met de CCU en Cardiologie/AOA, ook op het gebied van leenbedden en uitwisseling van personeel en planning van de short stay. Verpleegkundigen Het verpleegkundig personeel van de afdeling bestaat momenteel uit 25 verpleegkundigen, 1 senior verpleegkundige 3 11% MBO (2 volgen een HBO opleiding) 1 4% In-service 23 85% HBO en 1 senior verpleegkundige in opleiding. Het AMC kent verschillende functies in de zorg, te weten klinisch A, B en seniorverpleegkundigen. Voor de functies van klinisch A en B verpleegkundigen wordt geen onderscheid gemaakt in opleidingsniveau. Dit onderscheid wordt wel voor de functie van seniorverpleegkundigen gemaakt; hier is een hboopleiding vereist. Naast verpleegkundigen zijn er in de dagdienst twee afdelingsassistentes ter ondersteuning van de zorg aanwezig, zij zijn MBO niveau 2 opgeleid. Studenten De afdeling heeft in totaal tien stageplaatsen voor HBO-studenten. Daarnaast is er ruimte voor verpleeghulp stages van geneeskunde en OK-assistenten. De studenten worden door alle verpleegkundigen begeleid, mits zij een werkbegeleiderscursus gevolgd hebben of volgen. Indeling medewerkers patiënten De verdeling van de patiënten geschiedt volgens puntensysteem. Afhankelijk van de zorgzwaarte krijgt een patiënt een aantal punten, iedere verpleegkundige krijgt afhankelijk van de dienst een maximaal aantal punten. Tevens is er in de dag en avond dienst een stip-verpleegkundige. Hij/zij heeft in de dagdienst minder patiënten te verplegen maar is daarnaast verantwoordelijk voor alle coördinerende taken: overnames vanaf de IC, ontslagen, artsenvisites, overleg met IC en Hartcentrum, overzicht en begeleiding verpleegkundigen op de afdeling (pauzes, werkdruk etc.), stand-up. Bij de indeling wordt geen rekening gehouden met opleidingsniveau, wel moet er iedere dienst een verpleegkundige aanwezig zijn met een afgeronde telemetriecursus. De afdeling werkt op dit moment in een maatjessysteem. De voorkant van de afdeling wordt bemand door 2 verpleegkundigen en de achterkant ook. De opnamekamer en de short stay wordt ook door twee verpleegkundige bemand. De zorgassistent (één per dag) rouleert over de afdeling en wordt aangestuurd door de stipverpleegkundige. HBO studenten zijn meestal in tweetal gekoppeld aan één verpleegkundige. De verpleegkundige heeft niet meer patiënten onder zich dan wanneer zij alleen zou zijn, omdat zij eindverantwoordelijk is. De studenten werken op de manier en hetzelfde maatjes systeem als hierboven beschreven en bieden elkaar hulp waar nodig. De senioren zijn op een fulltime dienstverband 1x per week uit gepland om aan projecten te werken en of de voortgang van werkgroepen te bewaken. De stipfunctie is niet iets dat perse en altijd door de senior verpleegkundige wordt gedaan. Deze wordt door een ieder die affiniteit heeft met de taak en is ingewerkt hierop uitgevoerd. 9

3.2 Aanpak en nieuwe werkwijze Communicatie De medewerkers zijn de afgelopen jaren in bijeenkomsten op de hoogte gebracht van de komst van de nieuwe beroepsprofielen en de proeftuin. Het is ook een terugkerend onderwerp bij de jaargesprekken en beoordelingsgesprekken. Hierdoor kregen verpleegkundigen ruim de tijd om na te denken over hun functie, een portfolio op te bouwen en zich te profileren in hun (nieuwe) rol. De reacties van de verpleegkundigen op de proeftuin is positief; verpleegkundigen zien het als een uitdaging om het werk zo in te richten dat het beter aansluit bij hun competenties en opleiding. MBO verpleegkundigen waren aanvankelijk angstig dat ze terug gezet zouden worden in een zorgassistenten-rol, maar dit is met goede informatie en toelichting opgehelderd. Het WPM is bij de startbijeenkomst geweest, de proeftuin is opgenomen in het jaarplan van de kliniek Hartcentrum en zal via prestatie indicatoren gemonitord worden via het verbeterprogramma. Functiemix Op de afdeling Cardiothoracale chirurgie wordt verwacht tot een functiemix van 50% verpleegkundige en 50% regieverpleegkundigen te komen op basis van een inschatting. De verpleegkundigen worden dan ook in de proeftuin in deze verhouding ingezet. Daarnaast wordt verwacht dat dit een ideale mix is om mee te experimenteren voor een midden complexe afdeling. Afhankelijk van de uitkomsten van de proeftuin zal hier in het selectieproces ook op worden gestuurd door de hoofdverpleegkundige. Begeleiding medewerkers Op basis van het selfassessment stellen de regieverpleegkundigen een Persoonlijk Ontwikkelplan op waar ze in het ontwikkeltraject mee aan de slagen gaan. Van de regieverpleegkundigen wordt verwacht dat ze hier maandelijks op reflecteren alsmede op de manier waarop ze invulling geven aan de competenties. Taakspecificatie Voor de eindopdracht van de seniorenleergang ontwikkelt Marloes Raadsveld (senior verpleegkundige) taakspecificaties voor de afdeling Cardiothoracale chirurgie op basis van de twee AMC werkprofielen, het AMC curriculum klinisch B verpleegkundige en seniorverpleegkundige, waarbij er invulling wordt gegeven aan het toepassen van de competenties op de werkvloer. Indeling in de praktijk De afdeling maakt gebruik van het maatjessysteem en zal hier verder inhoud aan geven door middel van de taakspecificatie. In de dagdienst wordt gestreefd naar drie regieverpleegkundigen en drie verpleegkundigen. Hierbij werken de regie- en verpleegkundigen samen als een team. Ook in de late dienst en nachtdienst wordt gestreefd naar een verdeling van 50% - 50%. Seniorverpleegkundige en zorgassistent Het functieprofiel en de taken van de seniorverpleegkundige verandert niet in de proeftuin. Ook zij doen een assessment voor de rol van regie verpleegkundige en hebben daarnaast hun seniortaken. Bij het opstellen van een taakspecificaties op basis van de AMC werkprofielen zal mogelijk overlap komen tussen de regieverpleegkundige en de seniorverpleegkundigen. Dit wordt bij de evaluatie van de proeftuin meegenomen. De rol van zorgassistent zal tijdens de proeftuin niet veranderen. Tijdens en na de proeftuin wordt de inzet van de zorgassistenten geëvalueerd. Hierin speelt mee dat het Hartcentrum divisiebreed een andere taakverdeling onderzoekt en er mogelijk taken van de zorgassistenten verschoven worden naar de afdeling Services en Logistiek. Verbouwing beddentorens In Q2 van 2018 zal de verhuizing naar G7 plaatsvinden in verband met de verbouwing van de beddentorens. Wanneer de proeftuin start in september, is de afdeling daar gestationeerd voor 2 jaar. Naar verwachting zal er tijdens de verbouwing wel meer worden samengewerkt met de afdeling Cardiologie, met name het uitwisselen van personeel op de AOA en short stay. De verpleegkundigen van de Cardiologie doen niet mee in de proeftuin en zullen ook geen invulling gaan geven aan de nieuwe functieprofielen en taakspecificatie. Daarom worden collega s van Cardiologie indien zij worden ingezet, altijd in de rol van verpleegkundige geplaatst (met name bij shortstay en bij de opnamekamer omdat daar de werkprocessen door vrij protocolair zijn). 10

4. Proeftuin Neurocentrum Hieronder volgt een samenvatting van het implementatieplan Neurocentrum. De volledige versie is op de afdeling beschikbaar. 4.1 Huidige situatie Het Neurocentrum kent twee specialismen namelijk neurologie en neurochirurgie. De afdeling bevindt zich op de verdieping H6 en heeft een Brain Care Unit (BCU) Op dit gedeelte van de afdeling is er naast verpleegkundige samenwerking, ook samenwerking tussen de artsen van de neurologie en neurochirurgie. Op de spoedeisende hulp (SEH) bevindt zich de Acute Hersenhulp AMC (AHHA) voor de acute opvang en behandeling van CVA-patiënten. Een verpleegkundige van H6 draagt het AHHA-sein wat haar/hem op de hoogte brengt van de komst van een patiënt. Het werkplekmanagement (WPM) bestaat uit twee medici (specialisten) en één hoofdverpleegkundige. De hoofdverpleegkundige stuurt de afdeling aan. Onder haar vallen de senior verpleegkundigen die zorg dragen voor de dagelijkse begeleiding van medewerkers en meewerken aan kwaliteitszorg en innovatie op de afdeling. Patiëntengroep - Specialismen Voor het specialisme Neurologie worden er o.a. patiënten opgenomen voor (acute) vasculaire zorg, diagnostisch onderzoek en patiënten met de ziekte van Parkinson. Bij acute vasculaire patiënten die vanaf de BCU naar de verpleegafdeling verplaatst worden ligt vaak de nadruk op het revalideren/reactiveren en wordt er gezocht naar een plaats waar de patiënt na de ziekenhuisopname kan verblijven. Belangrijk binnen het specialisme neurologie is de CVA zorgketen. De afdeling Neurochirurgie van het AMC vormt samen met de afdeling Neurochirurgie van het VUmc het Neurochirurgisch Centrum Amsterdam. Patiënten worden pre operatief opgenomen op de verpleegafdeling. Post operatief komen de patiënten hetzij via de verkoever, hetzij via de IC/MC terug op de verpleegafdeling. Regelmatig neemt de afdeling ook patiënten over vanaf de IC/MC die met spoed in het ziekenhuis zijn opgenomen en nu stabiel genoeg zijn om overgeplaatst te worden naar de verpleegafdeling of worden patiënten direct met een spoedindicatie op de afdeling opgenomen. Verpleegkundigen Het verpleegkundig personeel van de afdeling bestaat momenteel uit 70 verpleegkundigen en seniorverpleegkundigen (al dan niet in opleiding). 21 30% MBO 17 25% In-service 32 45% HBO Het AMC kent verschillende functies in de zorg, te weten klinisch A, B en seniorverpleegkundigen. Voor de functies van klinisch A en B verpleegkundigen wordt geen onderscheid gemaakt in opleidingsniveau. Dit onderscheid wordt wel voor de functie van seniorverpleegkundigen gemaakt; hier is een hbo-opleiding vereist. Naast verpleegkundigen zijn er vier zorgassistenten. Indeling medewerkers patiënten In de huidige situatie zorgt elke verpleegkundige voor zijn/haar eigen patiënten, met ondersteuning van elkaar en zorgassistenten. Dagdienst Avonddienst Nachtdienst Aantal vpk: 5 4 3 Senior vpk: 1 wisselend wisselend Omloop: 1 1 1 Aantal bedden: 20 20 20 Neurologie: 10 10 10 Neurochirurgie: 10 10 10 Ratio patiënten/vpk: 1:4 1:5 1:7 Aantal zorgassistenten: 2 tot 3 (ma t/m vrij) 2 (zat en zon) 2 tot 3 (ma t/m vrij) 2 (zat en zon) 0 11

BCU Aantal vpk: 3 3 3 Aantal bedden: 9 9 9 Neurologie: 4 4 4 Neurochirurgie: 4 4 4 Wisselbed: 1 1 1 Ratio vpk/patiënten: 1:3 1:3 1:3 Aantal zorgassistenten: 1 (ma t/m vrij) 1 (ma t/m vrij) 1 (ma t/m vrij) Studenten Er is een leerwerkplaats voor HBO studenten waar de studenten verantwoordelijk zijn voor de verzorging van de patiënten en zelf plannen en organiseren. Verpleegkundigen begeleiden op afstand. Het Neurocentrum begeleid geen MBO-V studenten. 4.2 Aanpak en nieuwe werkwijze Ondersteuning deelnemers/team Het voltallige team zal tijdens de proeftuin worden begeleid in hun veranderingsproces als groep bij de nieuwe functieprofielen. De regieverpleegkundigen worden ondersteund bij het in kaart brengen en ontwikkelen van competenties. Samenwerking tussen medische en verpleegkundige staf bij de inzet van de medewerkers op deze nieuwe profielen is van groot belang. Indeling medewerkers patiënten In de gewenste situatie zorgt op de afdeling één regieverpleegkundige, één verpleegkundige en één zorgassistent als team voor een groep patiënten en werkt men op de BCU als team samen. HBO-V leerling verpleegkundigen zullen in de eerste twee jaar begeleid kunnen worden door beide regie-verpleegkundigen en verpleegkundigen. In het derde en vierde jaar zullen deze begeleid worden door regieverpleegkundigen. Dagdienst Avonddienst Nachtdienst Aantal vpk: 6 4 3 regievpk/vpk mix: 1:1 1:1 1:1 Senior vpk; regie-vpk of vpk: 1 wisselend wisselend Omloop; regie vpk of vpk: 1 1 1 Aantal bedden: 24 24 24 Neurologie: 12 12 12 Neurochirurgie: 12 12 12 Ratio patiënten/vpk: 2:8 2:12 2:16 Aantal zorgassistenten: 3 (ma t/m vrij) 2 (zat en zon) 2 tot 3 (ma t/m vrij) 2 (zat en zon) 0 BCU Aantal vpk: 3 3 3 HBO/MBO mix: 1:3 of 2:3 1:3 of 2:3 1:3 of 2:3 Aantal bedden: 9 9 9 Neurologie: 4 4 4 Neurochirurgie: 4 4 4 Wisselbed: 1 1 1 Ratio vpk/patiënten: 1:3 1:3 1:3 Aantal zorgassistenten: 1 (ma t/m vrij) 1 (ma t/m vrij) 1 (ma t/m vrij) 12

Begeleiding medewerkers Op basis van het selfassessment stellen de regieverpleegkundigen een Persoonlijk Ontwikkelplan op waar ze in het ontwikkeltraject mee aan de slagen gaan. Van de regieverpleegkundigen wordt verwacht dat ze hier maandelijks op reflecteren alsmede op de manier waarop ze invulling geven aan de competenties. Senior verpleegkundigen Het functieprofiel en de taken van de seniorverpleegkundige veranderen niet in de proeftuin. Ook zij kunnen een assessment doorlopen voor de rol van regieverpleegkundige en hebben daarnaast hun seniortaken. Bij het opstellen van een taakspecificaties op basis van de AMC werkprofielen zal mogelijk overlap komen tussen de regieverpleegkundige en de seniorverpleegkundigen. Dit wordt bij de evaluatie van de proeftuin meegenomen. Teambesprekingen Begin van de dag; voorbespreking visite, evaluatie verpleegplannen, zorgplan voor de dag. Midden op de dag; evaluatie visite, zorgplan voor de middag. Aan het einde van de dag; nabespreking. Tijdens deze contactmomenten is het de regieverpleegkundige die een coachende rol aan moet nemen naar de verpleegkundige. Hij/zij moet op die momenten het klinisch redeneren, de EBP, het casemanagement en de helicopterview naar het next level tillen. Deze coachende rol zal groter moeten zijn bij nieuwe verpleegkundige dan bij ervaren verpleegkundige, maar dit zal een natuurlijk beloop hebben. Ook kan op deze manier, door samenwerken en overleggen, de kennis van de ervaren verpleegkundige overgebracht worden op (de denkwijze van) de minder ervaren regie-verpleegkundige. Op deze manier versterken ze elkaar in beide richtingen en gaan wordt niet voorbij gegaan de waarde van de ervaren verpleegkundige. 13

5. Bijlagen Een aantal bijlagen zijn nog in bewerking. De meest actuele versies zijn te downloaden van de themapagina op het AMC intranet of op te vragen bij de projectleider Anne-Rose de Cloe (c.r.decloe@amc.nl / 020-56.68106). I. AMC Werkprofiel Regieverpleegkundige (incl. competenties). AMC Werkprofiel Verpleegkundige (versie met competenties is nog in bewerking). II. Informatie Matchingsprocedure en Selfassement. III. Informatie opbouw ontwikkeltrajecten (werkdocument, versie 8-2-2018). IV. Meetset (werkdocument, versie 8-2-2018). V. Begroting. 14

AMC Werkprofiel Regieverpleegkundige de regieverpleegkundige als zorgverlener Heeft basisprincipes uit de anatomie, fysiologie, pathologie en farmacologie paraat. Bouwt een vertrouwensband met de patiënt en naasten op om de zorg zo goed mogelijk te kunnen individualiseren en zaken bespreekbaar te kunnen maken. Leeft zich in de situatie van de patiënt in om de zorg vanuit diens behoeften te individualiseren. Verricht begeleidende, verzorgende en verpleegtechnische handelingen ter ondersteuning van de behandeling en begeleidt de patiënten en diens naasten op professionele wijze. Draagt bij aan optimale sociale en psychische omstandigheden voor de patiënt; let in het bijzonder ook op patiëntveiligheid. Stemt de zorg af met de patiënt; geeft informatie en voorlichting. Stelt op basis van anamnese, klinisch redeneren en klinische evidence in multidisciplinair overleg een verpleegkundig zorgplan op, werkt dit uit, evalueert die op geleide van professionele standaarden, protocollen en patiënten voorkeuren. Instrueert de patiënt en naasten met betrekking tot de mogelijkheden van zelfmonitoring en zelfdiagnose (o.a. ICT-toepassingen/gebruik op afstand). Rapporteert de verleende zorg volgens de geldende professionele en wettelijke standaarden. Werkt samen met de zorgvrager en zijn familie, bij het bieden van fysieke, psychosociale en (medisch- )technische hulp. Organiseert en neemt deel aan de uitvoering van de zorg in complexe situaties. Evalueert de zorg met de zorgvrager en zijn naasten en participeert in een goede overdracht van zorg. Schat risico s in de directe patiëntenzorg in en benoemt die. Signaleert problemen vroegtijdig, kiest interventies en voert die uit, monitort het verloop en evalueert de resultaten en documenteert interventie, beloop en resultaten. Wijkt beargumenteerd af van vigerende protocollen. Voert verpleegkundige zorg uit waarvoor (nog) geen richtlijnen, professionele standaarden of protocollen aanwezig zijn op basis van valide argumentatie. de regieverpleegkundige als communicator Communiceert effectief op het niveau van de patiënt en diens naasten en past de relevante gesprekstechnieken toe. Betrekt de patiënt en diens naasten bij besluitvorming over de behandeling. Communiceert effectief met directe collega s, collega s van andere disciplines, van andere echelons en zorgprofessionals van andere organisaties. Communiceert, mondeling en schriftelijk, begrijpelijk en overtuigend over vraagstukken die de directe patiëntenzorg en de organisatie van de afdeling betreffen en overstijgen. Is op de hoogte van moderne communicatie- en informatietechnologie, maakt hier op professionele wijze gebruik van. Neemt verantwoordelijkheid voor de verpleegkundige zorg in de keten, over de grenzen van de afdeling of de organisatie heen. de regieverpleegkundige als samenwerkingspartner Werkt multidisciplinair samen: schakelt deskundigen in waar nodig en werkt effectief met hen samen. Levert een bijdrage aan teamresultaten en in samenwerkingsprocessen; positioneert zich daarin herkenbaar. Lost meningsverschillen op met behulp van valide argumentatie; blijft samenwerken als een verschil van mening blijft bestaan. Houdt in het samenwerkingsproces rekening met verschillende perspectieven van patiënten, diens naasten en collega s en handelt op professionele wijze naar het afgesproken beleid. Bereikt consensus over het te voeren beleid en handelt er op professionele wijze naar. Vervult een voorbeeldfunctie in samenwerkingsprocessen door het voortouw te nemen en anderen tot 1

samenwerken te stimuleren. Neemt de regie over de inrichting van het ontslagtraject, de nazorg en de overdracht van patiënten naar nazorgtrajecten. Waarschuwt op basis van klinisch redeneren de arts bij crisissituaties of wanneer daar anderszins aanleiding toe bestaat bijv. bij plotselinge optredende wijzigingen (verslechtering) in de gezondheidssituatie van de patiënt of bij complicaties. Adviseert zowel patiënt als artsen, (wijk)verpleegkundigen en paramedici over specifieke ziektegerelateerde verpleegkundige zorgaspecten, zowel individueel als collectief op voorlichtingsbijeenkomsten. Heeft de regie over de informatie die patiënten, naasten en andere zorgverleners ontvangen over effectieve oplossingen aan voor een goed, veilig en doelmatig medicijngebruik en andere hulpmiddelen (o.a. thuisbeademing, sondevoeding thuis enz.) en zorgt dat die informatie verwerkt is in het geïndividualiseerde zorgplan. Wijst en instrueert patiënten, naasten, artsen, (wijk)verpleegkundigen en paramedici met betrekking tot e- health-toepassingen en mogelijkheden van nascholing o.a. middels e-learning. Evalueert de verpleegkundige zorg met (wijk)verpleegkundigen en stelt zorgplannen bij. de regieverpleegkundige als reflectieve professional Is ontvankelijk voor feedback en integreert de feedback in het eigen handelen. Reflecteert op het eigen handelen en bedenkt op geleide daarvan zo nodig andere handelswijzen. Reflecteert op het eigen handelen en dat van collega s en bedenkt waar nodig oplossingen voor individuele vraagstukken, groepsvraagstukken, discipline-overstijgende en organisatie-overstijgende vraagstukken. Integreert de kennis van Evidence Based Practice in afdelingsprotocollen. Houdt vakliteratuur bij, weet informatie op internet op te zoeken en volgt relevante bijscholing en hanteert de nieuwste richtlijnen en protocollen. Draagt kennis over aan stagiair(s), werkt nieuwe collega s in. Zetelt in werk-/ projectgroepen op afdelings-, divisieniveau, ziekenhuisbreed en organisatie-overstijgend (in de keten). Maakt morele en ethische vragen bespreekbaar, bevordert het innemen van een vragende en onderzoekende houding en roept, zo nodig, een moreel beraad bijeen. Vervult een projectleidersrol in afdelingsgebonden en - overstijgende projecten. Heeft elementaire kennis van methoden van onderzoek, kan een verpleegkundig (praktijk)onderzoek opzetten, uitvoeren, analyseren en de resultaten verspreiden. Werkt, zo nodig, mee aan wetenschappelijk onderzoek. Zorgt voor inbedding van de verpleegkundige zorg in het geheel van de behandeling; bewaakt en bevordert kwaliteit en continuïteit. Neemt initiatieven tot kwaliteitsmetingen om samen met het team interventies te verbeteren. de regieverpleegkundige als gezondheidsbevorderaar Maakt melding van incidenten, fouten of missers, en rapporteert deze op de juiste wijze en stimuleert collega s dit te doen. Analyseert meldingen; onderkent patronen en doet voorstellen voor het aanpassen van het afdelingsbeleid of ontwikkelt die. Is op de hoogte van wettelijke kaders en instellingskaders en past deze toe. Is kostenbewust bij het toepassen van middelen, mensen en materialen. Past hygiënerichtlijnen adequaat toe. Gaat professioneel om met ethische vraagstukken en zingevingvraagstukken van patiënten. Bespreekt met de patiënt en eventueel met zijn naasten wat hij of zij naast de reden van opname belangrijk vindt als onderdeel van zijn zorgpad. Bespreekt met de patiënt de benodigde ondersteuning van zijn functioneren met behoud van zoveel mogelijk eigen regie (lichamelijk, psychisch, sociaal) en stemt, in overleg met het MDO, het verpleegkundig beleid hierop af. Leert de patiënt, indien mogelijk, hoe om te gaan met zijn ziekte, aandoeningen of beperkingen om eigen regie te kunnen (blijven) voeren, richt zich daarbij op de patiënt en zijn naasten ook met het oog op het 2

verdere traject van de patiënt. Analyseert en managet risico s en geeft de activiteiten aan dan wel ontwikkelt programma s / interventies om leefstijl en gezond gedrag bij patiënten te beïnvloeden; heeft oog voor de belastbaarheid van de mantelzorger. Maakt onder andere aan de hand van een toetsingskader binnen het zorgteam pro-actief bespreekbaar hoe de patiënt nog verantwoord en naar tevredenheid thuis kan functioneren. Signaleert gezondheidsrisico s, denkt mee over beleid en te ontwikkelen interventies. Ontwikkelt (werk)materialen (folders, brochures, informatie op websites met patiëntenvoorlichting) en maakt specifieke kennis en expertise over zorg van specifieke ziekte-/zorgcategorieën toegankelijk voor zorgprofessionals. de regieverpleegkundige als organisator Doet suggesties voor het formuleren van oplossingen voor dagelijkse problemen en heeft kennis van organisatie brede ontwikkelingen en beleid, draagt bij aan de implementatie op de eigen werkeenheid. Is in staat om het zorgproces voor de toegewezen patiënten én over de grenzen van de afdeling én de eigen organisatie, te coördineren. Gaat op kostenbewust en verantwoorde wijze om met middelen en materialen. Houdt rekening met anderen bij het doen van toezeggingen. Neemt besluiten en hakt knopen door binnen het eigen verantwoordelijkheidsgebied. Geeft in (zorg)teamverband ondersteuning aan patiënten zowel gedurende de opname-/ behandelsituatie in het umc als in voorkomende gevallen in delen van de zorgketen of in de thuissituatie. Onderhoudt contact met de verschillende zorgverleners en andere verpleegkundigen van het zorgteam en verzorgt de verpleegkundige verslaglegging en andere administratieve zaken. Geeft in (zorg)teamverband ondersteuning aan patiënten zowel gedurende de opname-/ behandelsituatie in het umc als in voorkomende gevallen in delen van de zorgketen of in de thuissituatie. Waarschuwt op basis van klinisch redeneren de arts bij crisissituaties of wanneer daar anderszins aanleiding toe bestaat bijv. bij plotselinge optredende wijzigingen (verslechtering) in de gezondheidssituatie van de patiënt of bij complicaties. Onderhoudt contact met de verschillende zorgverleners en andere verpleegkundigen van het zorgteam en verzorgt de verpleegkundige verslaglegging en andere administratieve zaken. de regieverpleegkundige als professional en kwaliteitsbevorderaar Participeert in en initieert de ontwikkeling en vaststelling van protocollen en richtlijnen. Heeft inzicht in het geldende kwaliteitsbeleid en draagt het uit. Vervult een kartrekkersrol bij implementatie van en geeft uitvoering aan het geldende kwaliteitsbeleid. Is aanspreekbaar en spreekt anderen aan en bij incidenten, fouten of missers, rapporteert deze op de juiste wijze en stelt waar nodig verbeterplannen op. Komt met innovatieve voorstellen voor de verbetering van de kwaliteit van patiëntenzorg. Neemt initiatief voor het verbeteren van de kwaliteit van patiëntenzorg. Verwerkt Evidence Based Practice in afdelingsprotocollen. Coacht verpleegkundigen. De CanMEDS-systematiek wordt gebruikt om de verschillende rollen te beschrijven van zorgprofessionals. De systematiek bestaat uit één centrale rol (de zorgverlener met vakinhoudelijke competenties) en zes rollen die daarmee samenhangen. Samen vormen zij de zeven CanMEDS-rollen. De AMC werkprofielen zijn opgesteld tbv de proeftuinen in 2018 en gebaseerd op competentieprofielen van het Elizabeth Tweesteden Ziekenhuis en de NFU-werkprofielen. 3

Overzicht competenties AMC werkprofiel Regieverpleegkundige Niveaus van competenties Niveau 1 Laat het gedrag passend bij de competentie zien op verzoek. Niveau 2 Laat het gedrag passend bij de competentie zien op eigen initiatief. Niveau 3 Stimuleert medewerkers en collega s het gedrag passend bij de competentie te vertonen. Niveau 4 Schept randvoorwaarden op dat anderen het gedrag passend bij de competentie, kunnen laten zien. Competentie gebied Competentie Definitie Niveau Management en leidinggeven 1. Coachen Richting en sturing geven aan een medewerker in het kader van diens taakvervulling; stijl van coachen aanpassen aan medewerker en situatie zodat betrokken medewerker zich optimaal kan ontwikkelen. 2 Ondernemen 2. Klantgerichtheid Onderzoeken van wensen en behoeften van de klant en hiernaar handelen. Anticiperen op de behoeften van klanten. Hoge prioriteit geven aan servicebereidheid en klanttevredenheid 3. Netwerken Het opbouwen van relaties en netwerken die van pas kunnen komen bij het realiseren van doelstellingen Informele netwerken effectief aanwenden om zaken voor elkaar te krijgen 3 2 Analyse en Besluitvorming 4. Oordeelsvorming Op basis van beschikbare informatie juiste en realistische conclusies trekken 5. Leervermogen Nieuwe informatie en ideeën in zich opnemen en effectief toepassen 2 2 Communicatie 6. Overtuigingskracht Proberen anderen te overtuigen van een bepaald standpunt en trachten instemming te verkrijgen door gebruik te maken van de juiste argumenten en methode 7. Samenwerken Actieve bijdrage leveren aan een gezamenlijk resultaat of probleemoplossing, ook wanneer de samenwerking een onderwerp betreft dat niet direct van persoonlijk belang is 3 3 Persoonlijk gedrag 8. Aanpassings vermogen Doelmatig blijven handelen door zich aan te passen aan veranderende omstandigheden, taken, verantwoordelijkheden en/of mensen 2 Motivatie 9. Initiatief Kansen signaleren en ernaar handelen. Liever uit zichzelf beginnen dan passief afwachten 2 10. Resultaat gerichtheid Het actief gericht zijn op het behalen van resultaten en doelstellingen en de bereidheid om in te grijpen bij tegenvallende resultaten 3 11. Zelfontwikkeling Inzicht hebben in eigen sterktes en zwakten. Op basis hiervan acties ondernemen om eigen kennis, vaardigheden en competenties te vergroten/verbeteren en zodoende beter te presteren. 2 Bron: Coachen op gedrag en resultaat, Nico Smid en Martijn van der Woude, PI company 2011 4

AMC Werkprofiel Regieverpleegkundige de regieverpleegkundige als zorgverlener Heeft basisprincipes uit de anatomie, fysiologie, pathologie en farmacologie paraat. Bouwt een vertrouwensband met de patiënt en naasten op om de zorg zo goed mogelijk te kunnen individualiseren en zaken bespreekbaar te kunnen maken. Leeft zich in de situatie van de patiënt in om de zorg vanuit diens behoeften te individualiseren. Verricht begeleidende, verzorgende en verpleegtechnische handelingen ter ondersteuning van de behandeling en begeleidt de patiënten en diens naasten op professionele wijze. Draagt bij aan optimale sociale en psychische omstandigheden voor de patiënt; let in het bijzonder ook op patiëntveiligheid. Stemt de zorg af met de patiënt; geeft informatie en voorlichting. Stelt op basis van anamnese, klinisch redeneren en klinische evidence in multidisciplinair overleg een verpleegkundig zorgplan op, werkt dit uit, evalueert die op geleide van professionele standaarden, protocollen en patiënten voorkeuren. Instrueert de patiënt en naasten met betrekking tot de mogelijkheden van zelfmonitoring en zelfdiagnose (o.a. ICTtoepassingen/gebruik op afstand). Rapporteert de verleende zorg volgens de geldende professionele en wettelijke standaarden. Werkt samen met de zorgvrager en zijn familie, bij het bieden van fysieke, psychosociale en (medisch-)technische hulp. Organiseert en neemt deel aan de uitvoering van de zorg in complexe situaties. Evalueert de zorg met de zorgvrager en zijn naasten en participeert in een goede overdracht van zorg. Schat risico s in de directe patiëntenzorg in en benoemt die. Signaleert problemen vroegtijdig, kiest interventies en voert die uit, monitort het verloop en evalueert de resultaten en documenteert interventie, beloop en resultaten. Wijkt beargumenteerd af van vigerende protocollen. Voert verpleegkundige zorg uit waarvoor (nog) geen richtlijnen, professionele standaarden of protocollen aanwezig zijn op basis van valide argumentatie. de regieverpleegkundige als communicator Communiceert effectief op het niveau van de patiënt en diens naasten en past de relevante gesprekstechnieken toe. Betrekt de patiënt en diens naasten bij besluitvorming over de behandeling. Communiceert effectief met directe collega s, collega s van andere disciplines, van andere echelons en zorgprofessionals van andere organisaties. Communiceert, mondeling en schriftelijk, begrijpelijk en overtuigend over vraagstukken die de directe patiëntenzorg en de organisatie van de afdeling betreffen en overstijgen. Is op de hoogte van moderne communicatie- en informatietechnologie, maakt hier op professionele wijze gebruik van. AMC Werkprofiel Verpleegkundige de verpleegkundige als zorgverlener Heeft basisprincipes uit de anatomie, fysiologie, pathologie en farmacologie paraat. Bouwt een vertrouwensband met de patiënt en naasten op om de zorg zo goed mogelijk te kunnen individualiseren en zaken bespreekbaar te kunnen maken. Leeft zich in de situatie van de patiënt in om de zorg vanuit diens behoeften te individualiseren. Verricht begeleidende, verzorgende en verpleegtechnische handelingen ter ondersteuning van de behandeling en begeleidt de patiënten en diens naasten op professionele wijze. Draagt bij aan optimale sociale en psychische omstandigheden voor de patiënt; let in het bijzonder ook op patiëntveiligheid. Stemt de zorg af met de patiënt; geeft informatie en voorlichting. Stelt op basis van anamnese, klinisch redeneren en klinische evidence in multidisciplinair overleg een verpleegkundig zorgplan op, werkt dit uit, evalueert die op geleide van professionele standaarden, protocollen en patiënten voorkeuren. Overlegt dit zo nodig met de regieverpleegkundige Instrueert de patiënt en naasten met betrekking tot de mogelijkheden van zelfmonitoring en zelfdiagnose (o.a. ICTtoepassingen/gebruik op afstand). Rapporteert de verleende zorg volgens de geldende professionele en wettelijke standaarden. Werkt samen met de zorgvrager en zijn familie, bij het bieden van fysieke, psychosociale en (medisch-)technische hulp. Organiseert en neemt deel aan de uitvoering van de zorg in - complexe situaties. Evalueert de zorg met de zorgvrager en zijn naasten en participeert in een goede overdracht van zorg. Schat risico s in de directe patiëntenzorg in en benoemt die. Signaleert problemen vroegtijdig, kiest interventies en voert die uit, monitort het verloop en evalueert de resultaten en documenteert interventie, beloop en resultaten. Wijkt beargumenteerd af van vigerende protocollen. de verpleegkundige als communicator Communiceert effectief op het niveau van de patiënt en diens naasten en past de relevante gesprekstechnieken toe. Betrekt de patiënt en diens naasten bij besluitvorming over de behandeling. Communiceert effectief met directe collega s, collega s van andere disciplines, van andere echelons en zorgprofessionals van andere organisaties. Communiceert, mondeling en schriftelijk, begrijpelijk en overtuigend over vraagstukken die de directe patiëntenzorg en de organisatie van de afdeling betreffen. Is op de hoogte van moderne communicatie- en informatietechnologie, maakt hier op professionele wijze gebruik van. AMC werkprofielen voor proeftuinen Pagina 1

AMC Werkprofiel Regieverpleegkundige AMC Werkprofiel Verpleegkundige Neemt verantwoordelijkheid voor de verpleegkundige zorg in de keten, over de grenzen van de afdeling of de organisatie heen. de regieverpleegkundige als samenwerkingspartner Werkt multidisciplinair samen: schakelt deskundigen in waar nodig en werkt effectief met hen samen. Levert een bijdrage aan teamresultaten en in samenwerkingsprocessen; positioneert zich daarin herkenbaar. Lost meningsverschillen op met behulp van valide argumentatie; blijft samenwerken als een verschil van mening blijft bestaan. Houdt in het samenwerkingsproces rekening met verschillende perspectieven van patiënten, diens naasten en collega s en handelt op professionele wijze naar het afgesproken beleid. Bereikt consensus over het te voeren beleid en handelt er op professionele wijze naar. Vervult een voorbeeldfunctie in samenwerkingsprocessen door het voortouw te nemen en anderen tot samenwerken te stimuleren. Neemt de regie over de inrichting van het ontslagtraject, de nazorg en de overdracht van patiënten naar nazorgtrajecten. Waarschuwt op basis van klinisch redeneren de arts bij crisissituaties of wanneer daar anderszins aanleiding toe bestaat bijv. bij plotselinge optredende wijzigingen (verslechtering) in de gezondheidssituatie van de patiënt of bij complicaties. Adviseert zowel patiënt als artsen, (wijk)verpleegkundigen en paramedici over specifieke ziekte-gerelateerde verpleegkundige zorgaspecten, zowel individueel als collectief op voorlichtingsbijeenkomsten. Heeft de regie over de informatie die patiënten, naasten en andere zorgverleners ontvangen over effectieve oplossingen aan voor een goed, veilig en doelmatig medicijngebruik en andere hulpmiddelen (o.a. thuisbeademing, sondevoeding thuis enz.) en zorgt dat die informatie verwerkt is in het geïndividualiseerde zorgplan. Wijst en instrueert patiënten, naasten, artsen, (wijk)verpleegkundigen en paramedici met betrekking tot e- health-toepassingen en mogelijkheden van nascholing o.a. middels e-learning. Evalueert de verpleegkundige zorg met (wijk)verpleegkundigen en stelt zorgplannen bij. de regieverpleegkundige als reflectieve professional de verpleegkundige als samenwerkingspartner Werkt multidisciplinair samen: schakelt deskundigen in waar nodig en werkt effectief met hen samen. Levert een bijdrage aan teamresultaten en in samenwerkingsprocessen; positioneert zich daarin herkenbaar. Lost meningsverschillen op met behulp van valide argumentatie; blijft samenwerken als een verschil van mening blijft bestaan. Houdt in het samenwerkingsproces rekening met verschillende perspectieven van patiënten, diens naasten en collega s en handelt op professionele wijze naar het afgesproken beleid. Bereikt consensus over het te voeren beleid en handelt er op professionele wijze naar. Draagt actief bij aan de inrichting van het ontslagtraject, de nazorg en de overdracht van patiënten naar nazorgtrajecten. Waarschuwt op basis van klinisch redeneren de arts bij crisissituaties of wanneer daar anderszins aanleiding toe bestaat bijv. bij plotselinge optredende wijzigingen (verslechtering) in de gezondheidssituatie van de patiënt of bij complicaties Onderhoudt contact met de verschillende zorgverleners en andere verpleegkundigen van het zorgteam en verzorgt de verpleegkundige verslaglegging en andere administratieve zaken. Levert een actieve bijdrage aan de informatie die patiënten, naasten en andere zorgverleners ontvangen over effectieve oplossingen aan voor een goed, veilig en doelmatig medicijngebruik en andere hulpmiddelen (o.a. thuisbeademing, sondevoeding thuis enz.) en zorgt dat die informatie verwerkt is in het geïndividualiseerde zorgplan. Wijst en instrueert patiënten, naasten, artsen, (wijk)verpleegkundigen en paramedici met betrekking tot e- health-toepassingen en mogelijkheden van nascholing o.a. middels e-learning. Evalueert de verpleegkundige zorg met (wijk)verpleegkundigen en stelt zorgplannen bij. de verpleegkundige als reflectieve professional Is ontvankelijk voor feedback en integreert de feedback in het eigen handelen. Reflecteert op het eigen handelen en bedenkt op geleide daarvan zo nodig andere handelswijzen. Reflecteert op het eigen handelen en dat van collega s en bedenkt waar nodig oplossingen voor individuele vraagstukken, groepsvraagstukken, discipline-overstijgende en organisatieoverstijgende vraagstukken. Integreert de kennis van Evidence Based Practice in afdelingsprotocollen. Houdt vakliteratuur bij, weet informatie op internet op te zoeken en volgt relevante bijscholing en hanteert de nieuwste richtlijnen en protocollen. Is ontvankelijk voor feedback en integreert de feedback in het eigen handelen. Reflecteert op het eigen handelen en bedenkt op geleide daarvan zo nodig andere handelswijzen. Reflecteert op het eigen handelen en dat van collega s en bedenkt waar nodig oplossingen voor individuele vraagstukken en groepsvraagstukken. Heeft kennis van de principes van Evidence Based Practice. Houdt vakliteratuur bij, weet informatie op internet op te zoeken en volgt relevante bijscholing en hanteert de nieuwste richtlijnen en protocollen. Draagt kennis over aan stagiair(s), werkt nieuwe collega s in. AMC werkprofielen voor proeftuinen Pagina 2

AMC Werkprofiel Regieverpleegkundige Draagt kennis over aan stagiair(s), werkt nieuwe collega s in. Zetelt in werk-/ projectgroepen op afdelings-, divisieniveau, ziekenhuisbreed en organisatie-overstijgend (in de keten). Maakt morele en ethische vragen bespreekbaar, bevordert het innemen van een vragende en onderzoekende houding en roept, zo nodig, een moreel beraad bijeen. Vervult een projectleidersrol in afdelingsgebonden en - overstijgende projecten. Heeft elementaire kennis van methoden van onderzoek, kan een verpleegkundig (praktijk)onderzoek opzetten, uitvoeren, analyseren en de resultaten verspreiden. Werkt, zo nodig, mee aan wetenschappelijk onderzoek. Zorgt voor inbedding van de verpleegkundige zorg in het geheel van de behandeling; bewaakt en bevordert kwaliteit en continuïteit. Neemt initiatieven tot kwaliteitsmetingen om samen met het team interventies te verbeteren. de regieverpleegkundige als gezondheidsbevorderaar Maakt melding van incidenten, fouten of missers, en rapporteert deze op de juiste wijze en stimuleert collega s dit te doen. Analyseert meldingen; onderkent patronen en doet voorstellen voor het aanpassen van het afdelingsbeleid of ontwikkelt die. Is op de hoogte van wettelijke kaders en instellingskaders en past deze toe. Is kostenbewust bij het toepassen van middelen, mensen en materialen. Past hygiënerichtlijnen adequaat toe. Gaat professioneel om met ethische vraagstukken en zingevingvraagstukken van patiënten. Bespreekt met de patiënt en eventueel met zijn naasten wat hij of zij naast de reden van opname belangrijk vindt als onderdeel van zijn zorgpad. Bespreekt met de patiënt de benodigde ondersteuning van zijn functioneren met behoud van zoveel mogelijk eigen regie (lichamelijk, psychisch, sociaal) en stemt, in overleg met het MDO, het verpleegkundig beleid hierop af. Leert de patiënt, indien mogelijk, hoe om te gaan met zijn ziekte, aandoeningen of beperkingen om eigen regie te kunnen (blijven) voeren, richt zich daarbij op de patiënt en zijn naasten ook met het oog op het verdere traject van de patiënt. Analyseert en managet risico s en geeft de activiteiten aan dan wel ontwikkelt programma s / interventies om leefstijl en gezond gedrag bij patiënten te beïnvloeden; heeft oog voor de belastbaarheid van de mantelzorger. Maakt onder andere aan de hand van een toetsingskader binnen het zorgteam pro-actief bespreekbaar hoe de patiënt nog verantwoord en naar tevredenheid thuis kan functioneren. Signaleert gezondheidsrisico s, denkt mee over beleid en te ontwikkelen interventies. Ontwikkelt (werk)materialen (folders, brochures, informatie op websites met patiëntenvoorlichting) en maakt specifieke kennis en expertise over zorg van specifieke ziekte-/zorgcategorieën toegankelijk voor zorgprofessionals. AMC Werkprofiel Verpleegkundige Zetelt in werk-/ projectgroepen op de afdeling en binnen de divisie. Signaleert morele en ethische vragen, maakt deze bespreekbaar en/of bespreekt deze met de regieverpleegkundige. de verpleegkundige als gezondheidsbevorderaar Maakt melding van incidenten, fouten of missers, en rapporteert deze op de juiste wijze. Analyseert meldingen; onderkent patronen en doet voorstellen voor het aanpassen van het afdelingsbeleid of ontwikkelt die. Is op de hoogte van wettelijke en instellingskaders en past deze toe. Is kostenbewust bij het toepassen van middelen, mensen en materialen. Kan gezondheidsrisico s signaleren. Past hygiënerichtlijnen adequaat toe. Gaat professioneel om met ethische vraagstukken en zingevingvraagstukken van patiënten. Bespreekt met de patiënt en eventueel met zijn naasten wat hij of zij naast de reden van opname belangrijk vindt als onderdeel van zijn zorgpad. AMC werkprofielen voor proeftuinen Pagina 3

AMC Werkprofiel Regieverpleegkundige de regieverpleegkundige als organisator Doet suggesties voor het formuleren van oplossingen voor dagelijkse problemen en heeft kennis van organisatie brede ontwikkelingen en beleid, draagt bij aan de implementatie op de eigen werkeenheid. Is in staat om het zorgproces voor de toegewezen patiënten én over de grenzen van de afdeling én de eigen organisatie, te coördineren. Gaat op kostenbewust en verantwoorde wijze om met middelen en materialen. Houdt rekening met anderen bij het doen van toezeggingen. Neemt besluiten en hakt knopen door binnen het eigen verantwoordelijkheidsgebied. Geeft in (zorg)teamverband ondersteuning aan patiënten zowel gedurende de opname-/ behandelsituatie in het umc als in voorkomende gevallen in delen van de zorgketen of in de thuissituatie. Onderhoudt contact met de verschillende zorgverleners en andere verpleegkundigen van het zorgteam en verzorgt de verpleegkundige verslaglegging en andere administratieve zaken. Geeft in (zorg)teamverband ondersteuning aan patiënten zowel gedurende de opname-/ behandelsituatie in het umc als in voorkomende gevallen in delen van de zorgketen of in de thuissituatie. Waarschuwt op basis van klinisch redeneren de arts bij crisissituaties of wanneer daar anderszins aanleiding toe bestaat bijv. bij plotselinge optredende wijzigingen (verslechtering) in de gezondheidssituatie van de patiënt of bij complicaties. Onderhoudt contact met de verschillende zorgverleners en andere verpleegkundigen van het zorgteam en verzorgt de verpleegkundige verslaglegging en andere administratieve zaken. de regieverpleegkundige als professional en kwaliteitsbevorderaar Participeert in en initieert de ontwikkeling en vaststelling van protocollen en richtlijnen. Heeft inzicht in het geldende kwaliteitsbeleid en draagt het uit. Vervult een kartrekkersrol bij implementatie van en geeft uitvoering aan het geldende kwaliteitsbeleid. Is aanspreekbaar en spreekt anderen aan en bij incidenten, fouten of missers, rapporteert deze op de juiste wijze en stelt waar nodig verbeterplannen op. Komt met innovatieve voorstellen voor de verbetering van de kwaliteit van patiëntenzorg. Neemt initiatief voor het verbeteren van de kwaliteit van patiëntenzorg. Verwerkt Evidence Based Practice in afdelingsprotocollen. Coacht verpleegkundigen. AMC Werkprofiel Verpleegkundige de verpleegkundige als organisator Doet suggesties voor het formuleren van oplossingen voor dagelijkse problemen en heeft kennis van organisatie brede ontwikkelingen en beleid, draagt bij aan de implementatie op de eigen werkeenheid. Is in staat om het zorgproces voor de toegewezen patiënten afdelingsbreed te coördineren. Gaat op kostenbewust en verantwoorde wijze om met middelen en materialen. Houdt rekening met anderen bij het doen van toezeggingen. Neemt besluiten en hakt knopen door binnen het eigen verantwoordelijkheidsgebied. Geeft in (zorg)teamverband ondersteuning aan patiënten zowel gedurende de opname-/ behandelsituatie in het umc als in voorkomende gevallen in delen van de zorgketen of in de thuissituatie. Waarschuwt op basis van klinisch redeneren de regieverpleegkundige dan wel arts bij crisissituaties of wanneer daar anderszins aanleiding toe bestaat bijv. bij plotselinge optredende wijzigingen (verslechtering) in de gezondheidssituatie van de patiënt of bij complicaties. Onderhoudt contact met de verschillende zorgverleners en andere verpleegkundigen van het zorgteam en verzorgt de verpleegkundige verslaglegging en andere administratieve zaken. de verpleegkundige als professional en kwaliteitsbevorderaar Participeert in de ontwikkeling en vaststelling van protocollen en richtlijnen. Heeft inzicht in het geldende kwaliteitsbeleid en draagt het uit. Is aanspreekbaar en spreekt anderen aan en bij incidenten, fouten of missers, en rapporteert deze op de juiste wijze. Neemt initiatief voor het verbeteren van de kwaliteit van patiëntenzorg. Kent de principes van Evidence Based Practice. De CanMEDS-systematiek wordt gebruikt om de verschillende rollen te beschrijven van zorgprofessionals. De systematiek bestaat uit één centrale rol (de zorgverlener met vakinhoudelijke competenties) en zes rollen die daarmee samenhangen. Samen vormen zij de zeven CanMEDS-rollen. De AMC werkprofielen zijn opgesteld tbv de proeftuinen in 2018 en gebaseerd op competentieprofielen van het Elizabeth Tweesteden Ziekenhuis en de NFU-werkprofielen. AMC werkprofielen voor proeftuinen Pagina 4

Bijlage II: Matchingsprocedure Regie verpleegkundige minimaal 2 weken 0 1 Informatiesessie ( afdeling) start Proeftuinen. Uitleg over : - doel, opzet proeftuin op afdeling, planning, projectteam etc. - kaders en nieuwe profielen - metingen - matchingsprocedure/assessment voor regieverpleegkundigen - ontwikkeltrajecten. Aanleveren schriftelijke motivatie voor vervullen functie Regieverpleegkundige. 2 De hoofdverpleegkundige meldt de verpleegkundige aan voor het self assessment en verpleegkundige ontvangt vooraf informatie over het self assessment. 3 De verpleegkundige ontvangt mail met link naar self assessment Talent Match Premium en maakt binnen een week online de tests (ca. 2 uur). Gelijk na afronding ontvang hij/zij de rapportage. De verpleegkundige plant gelijk - een matchingsgesprek in met de hoofdverpleegkundige. Het terugkoppelgesprek met PiCompany (voorafgaand aan matchinggesprek) is al ingepland. 4-5 weken 4 5 Verpleegkundige heeft een terugkoppelgesprek (ca. 1 uur) om de rapportage te bespreken met onafhankelijke adviseur van Pi Company. De verpleegkundige stuurt het rapport en evt. andere input voor het matchingsgesprek naar de hoofdverpleegkundige. De verpleegkundige kan ook besluiten de rapportage niet door te sturen. Hiermee wordt de machtingsprocedure beëindigd. 6 Verpleegkundige en hoofdverpleegkundigen voeren het matchingsgesprek voor de functie van regieverpleegkundige. Input voor dit gesprek zijn : - motivatie ( evt aangevuld met actueel portfolio) - rapportage selfassessment. In dit gesprek vindt het definitieve besluit tot vervullen van de functie regieverpleegkundige (tijdens de proeftuin) plaats door de hoofdverpleegkundige. ontwikkeltraject De regieverpleegkundige wordt gedurende de Proeftuin, ondersteund met een ontwikkeltraject (learning community met andere regieverpleegkundigen, inhoudelijke modules, coaching on-the-job). De eerste stap in dit traject is het opstellen van een Persoonlijk Ontwikkel Plan op basis van het nieuwe profiel, de uitkomsten van het assessment en evt. andere input.

tekst Talent Match In een oogopslag zekerheid over competenties en potentieel In hoeverre kan iemand specifieke competenties laten zien én ontwikkelen? Dat is de hamvraag bij veel selectie-, talent-, leiderschaps- en performancevraagstukken. Meer zekerheid Om een adequate voorspelling te kunnen doen of iemand goed kan presteren in een bepaalde functie, is het van belang een helder beeld te krijgen van de daarbij behorende relevante competenties. Wanneer die zijn gedefinieerd, kan een match worden gemaakt tussen deze specifieke functievereisten en de mate waarin een kandidaat de gewenste competenties in de praktijk kan laten zien én ontwikkelen. De kracht van Talent Match In één oogopslag helderheid over de match tussen talent en gevraagde competenties. Meer zekerheid door de integratie van capaciteits-, persoonlijkheids- én drijfverenprofiel. Flexibel in de keuze van specifieke testonderdelen. Een toegankelijke en begrijpelijke rapportage die snelle besluitvorming ondersteunt. Meer verdieping mogelijk met behulp van deelrapportages. Talent Match varianten Talent Match Premium Inzicht in cognitieve capaciteiten, persoonlijkheid en drijfveren. Talent Match Pro Inzicht in persoonlijkheid en drijfveren. Talent Match Essentials Inzicht in persoonlijkheid en cognitieve capaciteiten. Voor een helder beeld van de kwaliteiten van een kandidaat, is het van belang een compleet en betrouwbaar inzicht te krijgen in cognitieve capaciteiten, persoonlijkheid én drijfveren. Talent Match houdt hier rekening mee. De combinatie van de drie factoren bepaalt uiteindelijk of en in welke mate de kandidaat in staat is om de gewenste competenties in de praktijk ook te laten zien én te ontwikkelen. Ze bepalen in samenhang het (ontwikkel)potentieel. Het betrekken van drijfveren bij de voorspelling maakt duidelijk of de kandidaat de competenties ook daadwerkelijk wil laten zien. Talent Match geeft daarmee zekerheid of er op competentieniveau sprake kan zijn van een succesvolle match tussen kandidaat en functie. Talent Match People improve performance PiCompany 2015

Meer inzicht, meer keuzes Talent Match kan afhankelijk van de gekozen testonderdelen - voor elke gevraagde competentie inzichtelijk maken hoe zwaar cognitieve capaciteiten, persoonlijkheid en drijfveren meewegen bij het kunnen tonen of ontwikkelen van een bepaalde competentie. Klantcases Maak op PiCompany.nl/onzeklanten kennis met de vraagstukken, inzichten en ervaringen van onze klanten en hun argumenten om te kiezen voor PiCompany. Waar de ene kandidaat cognitief sterk is, haalt de ander meer kracht uit zijn persoonlijkheid. Een derde valt weer op door zijn enorme drive en ambitie. Het hangt erg van de gevraagde competenties af of alle drie de personen even goed kunnen presteren in een bepaalde functie. Dit inzicht geeft een genuanceerd beeld ten aanzien van kwaliteiten van verschillende kandidaten, wat de mogelijkheid geeft specifieke afwegingen en gerichte keuzes te maken. Bijvoorbeeld in relatie tot een specifieke opdracht die een kandidaat binnen de functie moet vervullen of in relatie tot het team waarbinnen een kandidaat gaat functioneren. Toegankelijker en overzichtelijker Tot slot is het grote voordeel van Talent Match dat de testresultaten van cognitieve capaciteiten, persoonlijkheid en drijfveren kunnen worden samengevat en gecombineerd in één toegankelijke clickable rapportage. U ziet direct of het talent van een medewerker matcht met de gevraagde relevante competenties. Voor meer inzicht en verdieping kan eenvoudig naar de onderliggende testuitslagen worden doorgeklikt. Voorbeeldrapportage Talent Match Premium Ondersteuning bij afname en gebruik De toegevoegde waarde van Talent Match staat of valt bij een goede inbedding en follow-up. PiCompany ondersteunt u bij het realiseren van een passende infrastructuur rond de toepassing van Talent Match. Daarnaast leveren wij hulpmiddelen (handboeken, gespreksmodellen, et cetera) om organisaties zo goed mogelijk te ondersteunen bij talenten performancemanagement. Wij streven ernaar dat u zo snel mogelijk zelfstandig aan de slag kunt met onze instrumenten. PiCompany verbindt de ambitie van uw organisatie aan de prestaties van uw medewerkers. Wij bieden oplossingen op het gebied van performance management, leiderschap, competentieontwikkeling en selectie. picompany.nl Talent Match 1.1 People improve performance PiCompany 2015