Duurzame Inzetbaarheid: het gaat vooruit, maar niet iedereen profiteert

Vergelijkbare documenten
DUURZAME INZETBAARHEID. UITKOMSTEN NATIONAAL ONDERZOEK Duurzame inzet voor iedereen?

whitepaper NATIONAAL ONDERZOEK DUURZAME INZETBAARHEID 2019

Nationaal Onderzoek Over Duurzame Inzetbaarheid 2017

Resultaten nationaal onderzoek over duurzame inzetbaarheid 2016

(Hoe) houden organisaties zich bezig met duurzame inzetbaarheid? Uitkomsten onderzoek. Uitkomsten enquête duurzame inzetbaarheid

Workshop Fit in je loopbaan! 16 NOVEMBER 2017

rapport onderzoek duurzame inzetbaarheid 2016

Wat draagt bij aan een gelukkig pensioen? Een vergelijking tussen Nederland, België, Denemarken en Zweden

Marketeer. vangt bot bij HR MARKETING WERK EN SALARIS ONDERZOEK 2015

Gemeente Roosendaal. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 26 juni 2017

Medewerkers en leidinggevenden anno 2020 Denkstof voor strategische keuzes

Bedrijfsscan Duurzame Inzetbaarheid

FORMELE GESPREKKEN, REGELDRUK EN REGELRUIMTE. Analyse op basis van het Personeels- en Mobiliteitsonderzoek mei 2016

Onderzoeksrapport Randstad WerkMonitor 2015 kwartaal 1 Gevolgen wet werk en zekerheid (WWZ) Randstad Nederland

Enquête duurzame inzetbaarheid Bewustwording duurzame inzetbaarheid lijkt nu de grootste uitdaging Gezondheid, kennis en vaardigheden, motivatie en

Deeltijdwerken in het po, vo en mbo

TEVREDEN WERKEN IN HET PRIMAIR ONDERWIJS. Onderzoek naar de tevredenheid en werkbeleving van personeel in het primair onderwijs.

Dag HR business partner, Hallo verbinder!

FREELANCE MARKT INDEX

Resultaten medewerkers tevredenheidsonderzoek Valkenhof najaar 2018

Loopbanen in het onderwijs? Analyse van de loopbaanontwikkeling van onderwijspersoneel

Inzetbaarheid verbeteren door het activeren van werknemers.

Onderzoeksrapport Randstad WerkMonitor 2017 kwartaal 1 Persoonlijke ontwikkeling en loopbaanontwikkeling. Randstad Nederland

Duurzame inzetbaarheid in de HR praktijk Onderzoeksrapport 2012

Rapport Randstad Werkmonitor Q

Onderzoeksrapport Randstad WerkMonitor 2016 kwartaal 3 Discrepantie opleiding en functie, vooruitzichten baan en opleiding. Randstad Nederland

25 augustus 2018 Auteur: Jeroen Kester. Onderzoek: lonen en staken

Inleiding Positie van chronisch zieke werknemers Welke drempels ervaren chronisch zieke werknemers?... 6

Belangrijkste resultaten van de. Nationale Enquête

Excerpt Gemeenteraad Rotterdam VITALE VERENIGINGEN 2017

Gemeente Moerdijk. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 20 juni 2017

Overheid & quotum Beknopte toelichting op resultaten ervaringsonderzoek onder werkgevers

In totaal hebben 525 Achmea medewerkers interesse getoond in de enquête. Hiervan hebben 453 medewerkers alle vragen beantwoord, een score van 86%

Investeren in duurzame inzetbaarheid: facts & figures

Rapportage Zingeving. Bea het Voorbeeld. Naam: Datum:

de masterkeuze van hbo ers

Is zelfstandigheid in het werk onmisbaar voor bevlogen ziekenhuismedewerkers?

Duurzaam inzetbaar blijven doe je zelf

Onderzoeksrapport Randstad WerkMonitor 2014 kwartaal 3 Impact van economisch herstel op de werkvloer. Randstad Nederland

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

Complex, inflexibel en gespannen

Onderzoek naar de effectiviteit van Business Control 2018

M Markt- en klantgerichtheid in het MKB. drs. S.C. Oudmaijer

Baas van je eigen loopbaan in de wereld van morgen

Hoge werktevredenheid geen garantie voor doorwerken tot pensioen

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Allochtonen op de arbeidsmarkt

KANSEN EN UITDAGINGEN IN DE ICT-BRANCHE:

De Sleutel tot het benutten van potentie

FLEXWERK DOET ERTOE! >>>

Duurzame inzetbaarheid

Werken voor loon of voor winst? bij Pincode 5e ed. 4GT Hoofdstuk 4 aanvullend lesmateriaal n.a.v. vernieuwde syllabus EC/K/5A: 1.9 en 1.

hoe aantrekkelijk bent u? employer branding is de basis voor toekomstig arbeidskapitaal

Samenwerkende gemeenten West- Brabant: gemeente Moerdijk

Arbeidsmarktmobiliteit van ouderen

DEXIS Arbeid, en waar dat toe leidt.

KWARTAALMONITOR OKTOBER Omzetontwikkeling van freelancers en flexwerkers in Nederland

Duurzame Inzetbaarheid

Titel van de presentatie :00. TNO-NSvP Leernetwerk Job engineering. Duurzame flexbanen. Weer een toename inkoop aantal uitzenduren

Meting economisch klimaat, november 2013

RAPPORT FLEXWERK GEMEENTEN MAART 2017 GEORGE EVERS & MYRTE DE VOS

Wat gaan we doen? Wat is bevlogenheid? Wat heb je er aan? (als werkgever, als werknemer) Hoe er op sturen? Binden en boeien! Wie wil er wat mee?

Langdurig ziekteverzuim van werknemers met een chronische ziekte of beperking Geeke Waverijn, Mieke Rijken

Minder starters in 2016

Onderzoeksrapport Randstad WerkMonitor 2016 kwartaal 4 Financiële vooruitzichten. Randstad Nederland

Producentenvertrouwen Breda: Waar blijft de zomer?

DUURZAME INZETBAARHEID ZO DOEN WE DAT IN DRENTHE

Onderzoeksresultaten Nationaal onderzoek Over Duurzame Inzetbaarheid

compensatie voor flexwerkers: wat willen werkgevers?

14 december 2018

Wat houdt medewerker-engagement in? blz 7. Wie zet engagement op de agenda? blz 10. Concrete engagement tools ontbreken blz 14

Evaluatie van de Digitale Werkplaats

Inge Test

Vraag naar arbeid 2013

Medewerkersonderzoek. Meting november Uw projectmanager Meike Post. Samenvatting 't Dijkhuis. E: T: +31 (0)

Huidig economisch klimaat

Onderzoeksrapport Randstad WerkMonitor 2017 kwartaal 2 Werk en vakantie. Randstad Nederland

Flexibele Arbeidsrelaties: Vast versus Tijdelijk Contract

Motiveren is de sleutel

Zzp ers in de provincie Utrecht Onderzoek naar een groeiende beroepsgroep

Resultaten tevredenheidsonderzoeken cliënten en medewerkers

Onderzoeksrapport Randstad WerkMonitor 2015 kwartaal 2 Werk en vakantie. Randstad Nederland

Secundaire arbeidsvoorwaarden van primair belang. Sandra Terwolbeck, Amstelveen 8 oktober 2008

Michal van Dantzig ondernemer WinWinWerkt

Homo Employabilis. Cristel van de Ven

Ondanks de in 2014 massaal geuite ambitie en wens tot verandering van werkgever is maar een klein deel in 2015 overgestapt

Minder faillissementen in 2016

CBS: Voorzichtig herstel arbeidsmarkt in het tweede kwartaal

Onderzoek naar motieven van werkgevers, werknemers en werkzoekenden

organisatie aandacht voor duurzame inzetbaarheid

Rapport Duurzame Inzetbaarheid

Onderzoeksrapport Randstad WerkMonitor 2014 kwartaal 4 Economische vooruitzichten, loopbaanbegeleiding en generatie Z. Randstad Nederland

6.5. Boekverslag door T woorden 2 juni keer beoordeeld

Onderzoeksrapport Randstad WerkMonitor 2016 kwartaal 2 Houding ten aanzien van tijdelijk werk. Randstad Nederland

Dialoog: een kwestie van doen! Cristel van de

FREELANCE MARKT INDEX

WERK IN BALANS Korte verkenning van de behoefte aan, gevolgen en adoptie van flexibel werken

Transcriptie:

Analyse Nationaal Onderzoek Duurzame Inzetbaarheid 2018

Duurzame Inzetbaarheid: het gaat vooruit, maar niet iedereen profiteert Het gaat vooruit met duurzame inzetbaarheid: bij zes van de tien organisaties staat het op de strategische agenda. Maar er is nog steeds werk aan de winkel. Vooral de flexwerker komt er bekaaid vanaf, blijkt uit het Nationaal Onderzoek Duurzame Inzetbaarheid. Een grote overheidsorganisatie heeft duurzame inzetbaarheid (DI) hoog op de agenda staan. Een aantal jaren geleden voerde zij een reorganisatie door waarbij veel collega s het veld moesten ruimen. Zo kwam men erachter dat het behoorlijk slecht gesteld was met het vermogen van medewerkers om ander werk te vinden. Na afronding van de reorganisatie zei de directie: Dit nooit meer. Ze initieerden een programma met een ambitieus doel: alle circa negenduizend medewerkers en leidinggevenden aan het denken zetten over hun vitaliteit, vakmanschap en verandervermogen. Niet zozeer om mobiliteit te stimuleren de rust was immers net enigszins weergekeerd - maar vooral om te bewerkstelligen dat mensen beter voorbereid zijn op ontwikkelingen in het werk. Zo kunnen gedwongen ontslagen in de toekomst zoveel als mogelijk voorkomen worden, aldus deze directie. Vooruitgang geboekt Langzaam maar zeker volgen meer organisaties het voorbeeld van deze directie, zo blijkt uit het Nationaal Onderzoek Duurzame Inzetbaarheid. In 2018 staat duurzame inzetbaarheid op de strategische agenda van 59 procent van de organisaties, tegenover 54 procent in 2017 en 51 procent in 2016. Ook het percentage organisaties waar duurzame inzetbaarheid een hoge prioriteit heeft, is gestegen: van 35 procent in 2016 en 37 procent in 2017, naar 41 procent in 2018. Dit jaar vond 51 procent van de respondenten dat de meerderheid van hun medewerkers duurzaam inzetbaar is; vorige jaar lag dit percentage op 49 procent en in 2016 op 44 procent. Er is dus voor het tweede jaar op rij vooruitgang geboekt. Maar een grote sprong voorwaarts blijft nog altijd uit. Flexwerkers en topmanagers vallen buiten de boot De laatste tijd is er veel te doen over het effect van flexwerken op mensen. Sinds de start van de crisis is het aandeel flexwerkers in de Nederlandse economie aanzienlijk gestegen. Wat zijn de lange termijn effecten van flexwerken, en welke mogelijkheden hebben flexwerkers om zich duurzaam te ontwikkelen? Wij waren benieuwd of werkgevers zich verantwoordelijk voelen voor duurzame inzetbaarheid van mensen die niet in vaste dienst zijn en of zij maatregelen treffen voor deze groep mensen (zie tabellen 1 en 2). Tweeëndertig procent van de organisaties voelt zich verantwoordelijk voor duurzame inzetbaarheid van uitzendkrachten en gedetacheerden. Zesentwintig procent voelt een dergelijke verantwoordelijkheid voor zzp ers en freelancers die voor hen werken. Dit staat in schril contrast tot de 78 procent van de werkgevers die zich verantwoordelijk voelt voor duurzame inzetbaarheid van vaste medewerkers. Tabel 1. Ervaren verantwoordelijkheid voor diverse groepen medewerkers Vaste medewerkers Zzp ers en freelancers Uitzendkrachten en gedetacheerden Percentage dat zich (zeker) wel verantwoordelijk voelt voor versterken DI van betreffende groep 78 procent 26 procent 32 procent Tabel 2. DI-maatregelen voor mensen die niet in loondienst zijn. Heeft uw organisatie effectieve maatregelen gericht op het versterken van de duurzame inzetbaarheid van mensen die niet in loondienst zijn? (meerdere antwoorden mogelijk) Ja, voor zzp ers en freelancers Ja, voor uitzendkrachten en gedetacheerden Ja, voor vrijwilligers Nee Weet niet Percentage respondenten dat het betreffende antwoord aanvinkt 11 procent 16 procent 11 procent 52 procent 21 procent 1

Geen maatregelen voor flexwerkers Zich verantwoordelijk voelen voor de duurzame inzetbaarheid van flexibel personeel betekent niet dat de organisatie dan ook daadwerkelijk maatregelen treft om de duurzame inzetbaarheid van deze mensen te verbeteren. Tweeënvijftig procent van de werkgevers doet niets voor flexibele medewerkers; 16 procent neemt maatregelen gericht op uitzendkrachten en gedetacheerden, 11 procent neemt maatregelen gericht op zzp ers en freelancers en eenzelfde percentage doet dit voor de vrijwilligers die bij de organisatie werken. Eenentwintig procent vulde weet niet in bij deze vraag. Van zzp-ers verwachten wij dat zij zelf zorgen voor duurzame inzetbaarheid Deze resultaten duiden erop dat investeren in duurzame inzetbaarheid van flexwerkers voor veel werkgevers niet aan de orde is. Terwijl het juist deze mensen zijn die vaker en sneller op zoek moeten naar een nieuwe baan. Er is niet onderzocht in hoeverre uitzend- en detacheringsbureaus wél investeren in duurzame inzetbaarheid van flexwerkers en zo het gat in DI-aandacht opvullen. Duurzame inzetbaarheid is in het geval van uitzendwerk op te vatten als een verantwoordelijkheid die werknemer, inlenend bedrijf en uitzendbureau met elkaar delen. De kans is echter aanwezig dat inlener en uitzender die verantwoordelijkheid in elkaars schoenen schuiven, met als gevolg dat de werknemer in DI-aandacht tekortschiet. Flexwerkers vallen bij veel werkgevers dus buiten de DI-boot. Datzelfde lijkt te gelden voor topmanagers. Slechts 21 procent van de respondenten vindt de topmanagers in hun organisatie schoolvoorbeelden van duurzame inzetbaarheid. Medewerkers zijn gezond en vitaal Dit jaar zoomden we in op de items die tezamen de score voor duurzame inzetbaarheid bepalen. In tabel 3 hebben we deze items opgesomd, in volgorde van laagste naar hoogste score op een zevenpuntschaal van 1 = geldt voor niemand van de medewerkers tot 7 = geldt voor iedereen. Een score tussen 2 en 3 betekent dat respondenten deze stelling van toepassing achten voor een (grote) minderheid van het personeel. Een score van rond de 4 betekent dat dit voor ongeveer de helft van de medewerkers geldt en een score tussen 5 en 6 geeft aan dat men de stelling van toepassing vindt voor de (grote) meerderheid van de medewerkers. Wat opvalt is dat de respondenten behoorlijk tevreden zijn over de huidige inzetbaarheid van medewerkers. Ze vinden hun medewerkers in meerderheid gezond en vitaal, goed presteren en productief; ze leren en hebben plezier in het werk. 2

Tabel 3. DI-items in volgorde van laagste naar hoogste score op een zevenpuntsschaal van 1 = geldt voor niemand van de medewerkers, tot 7 = geldt voor iedereen. Medewerkers... M stromen regelmatig uit naar andere organisaties 2.83 stromen regelmatig door naar andere functies in deze organisatie 2.93 nemen regelmatig een kijkje buiten de deur (bijv. stages, congresbezoek, etc.) 3.23 oriënteren zich regelmatig op hun loopbaanmogelijkheden 3.43 zijn breed inzetbaar 4.06 onderhouden hun externe netwerk van zakelijke contacten 4.07 volgen regelmatig opleidingen 4.36 onderhouden hun interne netwerk van collega s 4.80 verzuimen zelden 4.88 zijn bevlogen 4.94 hebben plezier in hun werk 5.09 leren veel in het werk zelf 5.19 zijn vitaal 5.19 presteren goed 5.28 zijn productief 5.29 zijn gezond 5.32 Wanneer we echter kijken naar de items die belangrijk zijn voor toekomstige, en dus duurzame, inzetbaarheid zoals regelmatig een kijkje buiten de deur nemen, van functie veranderen, en zich regelmatig oriënteren op loopbaanmogelijkheden, dan is het beeld minder rooskleurig. Gemiddeld vindt men dat slechts een minderheid van de medewerkers dergelijk proactief loopbaangedrag vertoont. De meerderheid van de respondenten vindt dus, net als de directie in het begin van dit artikel, dat veel medewerkers zich onvoldoende oriënteren op hun toekomst. Dit geldt trouwens ook voor werkgevers: slechts 35 procent van de respondenten vindt dat hun werkgever medewerkers opleidt voor banen van de toekomst. Stagnatie in scores op de vijf DI-bepalende factoren In 2016 ontdekten we in dit onderzoek vijf factoren die hoog samenhangen met duurzame inzetbaarheid en die bleken ook in 2017 en 2018 nog even belangrijk. Dit zijn: 1. Opleidingsmogelijkheden, ofwel tijd, en ruimte voor opleidingen en persoonlijke ontwikkeling; 2. Participatie in bedrijfsbeleid, ofwel de mate waarin managers medewerkers betrekken bij bedrijfsbesluiten; 3. Autonomie in het werk, ofwel zelf kunnen beslissen hoe en wanneer je je werk uitvoert; 4. Maatwerkafspraken over ontwikkeling, ofwel de unieke afspraken (i-deals) die medewerkers maken over opleiding en persoonlijke ontwikkeling; 5. Dialoog, ofwel de mate waarin leidinggevenden en medewerkers goede gesprekken voeren over werk en ontwikkeling. Wat opvalt is dat we dit jaar slechts op twee van de vijf DI-bepalende factoren vooruitgang zien in hoe respondenten dit beoordelen (zie tabel 4). Terwijl de scores vorig jaar, in 2017, wel voor alle factoren stegen ten opzichte van 2016. Tussen 2017 en 2018 steeg de score op opleidingsmogelijkheden met 4 procent naar 64 procent van de respondenten die dit voldoende aanwezig vindt in de organisatie. Op autonomie is minimale vooruitgang geboekt. Deze score steeg van 46 procent in 2017 naar 47 procent van de respondenten die dit anno 2018 voldoende aanwezig vindt. De score voor maatwerk in ontwikkeling bleef steken op 34 procent die vindt dat dit voldoende aanwezig vindt. De score op participatie daalde van 37 procent in 2017 naar 36 procent in 2018. En terwijl in 2017 nog 55 procent van de respondenten vond dat het in hun organisatie goed gesteld was met dialoog over werk en toekomst, vindt in 2018 nog maar 53 procent van de respondenten dat. Deze uitkomsten roepen de vraag op hoe robuust de vooruitgang van het afgelopen jaar qua duurzaam inzetbare medewerkers is. Mogelijk zorgt de aantrekkende arbeidsmarkt voor meer mobiliteit onder medewerkers, waardoor hun werkgevers hen duurzamer inzetbaar vinden. Maar als ze verzuimen te investeren in dialoog, maatwerk, autonomie, participatie en opleiding, dan betwijfelen wij of duurzame inzetbaarheid stand houdt. 3

Tabel 4. Vooruitgang in duurzame inzetbaarheid en de vijf factoren die daarmee samenhangen Percentage respondenten dat vindt dat deze factor voldoende aanwezig is in de organisatie 2016 2017 2018 Duurzame inzetbaarheid 44 procent 49 procent 51 procent Factoren die samenhangen met DI Dialoog 51 procent 55 procent 53 procent Maatwerkafspraken over ontwikkeling 31 procent 34 procent 34 procent Autonomie 42 procent 46 procent 47 procent Participatie 36 procent 37 procent 36 procent Opleidingsmogelijkheden 60 procent 60 procent 64 procent Duurzame inzetbaarheid slechter geregeld bij grote organisaties Er zijn, net als vorig jaar, opnieuw significante verschillen qua omvang van de deelnemende bedrijven. Hoe groter het bedrijf, hoe slechter het scoort op duurzame inzetbaarheid en de vijf factoren. Het advies uit 2016 en 2017 blijft dan ook onverkort van kracht. Geef, ook bij grotere organisaties, veel aandacht aan mensen. Ga met ze in gesprek, laat hen samenwerken in kleine eenheden, en zie mensen niet louter als productiemiddel maar als individu met unieke talenten en behoeften. Nabijheid lijkt hierbij de sleutel. Verbeterpunten Uit de open vraag in de enquête bleek dat veel organisaties druk doende zijn met de ontwikkeling en uitvoering van duurzaam inzetbaarheidsbeleid. Sommige zijn er al jaren mee bezig, anderen zetten net de eerste stappen op het pad naar duurzame inzetbaarheid. Enkele respondenten geven aan zich beperkt te voelen bij de ontwikkeling van DI-beleid. Iemand uit de horeca zegt bijvoorbeeld dat zij medewerkers wel meer zou willen ontwikkelen, maar dat de gemiddelde horecaklant niet bereid is te betalen voor duurzaam inzetbare medewerkers. Een ander, uit de zorgsector, noemt de regeldrift van verzekeraars een belangrijke belemmering. Standaardprocessen en procedures maken het voor deze respondent lastig om maatwerk te kunnen bieden aan medewerkers. Weer anderen plaatsten een kritische noot bij de opleidingsmogelijkheden binnen hun organisatie. Weliswaar is er voldoende budget voor opleiding, ontwikkeling en duurzame inzetbaarheid, maar tijd en ruimte ontbreken om er gebruik van te maken. Men schrijft bovendien dat medewerkers soms onvoldoende betrokken worden bij de ontwikkeling van duurzaam inzetbaarheidsbeleid. Een respondent zegt bijvoorbeeld dat er in de organisatie behoorlijk wat DI-instrumenten voorhanden zijn, maar dat medewerkers die instrumenten ervaren als een moetje. Opleidingsmogelijkheden en andere DI-instrumenten komen klaarblijkelijk niet tegemoet aan de behoeften en wensen van mensen. 4

ANALYSE NATIONAAL ONDERZOEK DUURZAME INZETBAARHEID 2018 Hoewel er dus enerzijds veel positieve energie is voor het onderwerp duurzame inzetbaarheid, zijn er anderzijds een aantal verbeterpunten om rekening mee te houden. Drie tips voor 2018 Het goede nieuws is: het gaat vooruit met duurzame inzetbaarheid. Het thema staat bij 6 van de 10 organisaties op de managementagenda. Toch is er geen reden om achterover te leunen. Dit onderzoek toont aan dat er nog steeds serieus werk aan de winkel van duurzame inzetbaarheid is. Wij geven drie tips voor 2018: Blijf proactief loopbaangedrag bij medewerkers stimuleren en geef blijvende aandacht aan de vijf organisatiefactoren die positief samenhangen met duurzame inzetbaarheid: opleidingsmogelijkheden, participatie, autonomie, maatwerkafspraken over ontwikkeling en dialoog. Zo zorg je ervoor dat mensen niet alleen nu, maar ook in de toekomst lekker kunnen (blijven) werken. Laat ook flexwerkers profiteren van DI-maatregelen en mogelijkheden, om zo de kloof tussen mensen in vaste en flexibele dienst te verkleinen. Voer bijvoorbeeld bij aanvang en einde van hun flexcontract een goed gesprek over hoe hun werk kan bijdragen, respectievelijk heeft bijgedragen, aan hun ontwikkeling. Start in jouw organisatie een dialoog over banen van de toekomst. Bedenk samen met managers en medewerkers wat nodig is om de banen van later te kunnen laten vervullen door vitale en continu bijlerende mensen. Zo sla je twee vliegen in één klap: de organisatie bereidt zich voor op het werk van de toekomst, terwijl medewerkers gaan nadenken over hun duurzame inzetbaarheid. OVER HET ONDERZOEK Voor het Nationaal Onderzoek Duurzame Inzetbaarheid 2018 werden via de database van Vakmedianet gegevens verzameld bij ruim 1.900 werkgevers. Van de respondenten was 54 procent man en 46 procent vrouw. Zij vulden in januari en februari 2018 een digitale vragenlijst in. De verdeling van de respondenten over de aard en omvang van de deelnemende organisaties lijkt op de vorige jaren waarin het onderzoek werd uitgevoerd (2016 en 2017). De resultaten konden daarom vergeleken worden. Net als vorig jaar zijn de meeste respondenten HRM ers (31 procent), gevolgd door arbo-professionals en managers (beide 11 procent). Alle branches zijn vertegenwoordigd in het onderzoek. De meest respondenten zijn werkzaam bij de overheid (18 procent) en in de gezondheidszorg- en welzijnssector (17 procent), gevolgd door de zakelijke dienstverlening (12 procent) en de industrie- en energiesector (11 procent). Bijna de helft (46 procent) van de respondenten werkt bij organisaties groter dan 500 medewerkers, ruim een kwart (26 procent) in organisaties tussen 101 500 medewerkers, en de rest bij organisaties tussen 21-100 medewerkers (17 procent) en in organisaties met minder dan 20 medewerkers (11 procent). Let op: Het gaat in dit onderzoek om percepties. We vragen naar waargenomen factoren die maken dat de respondenten het personeel als meer of minder duurzaam inzetbaar ziet. Het betreft dus geen objectieve metingen van duurzame inzetbaarheid. Over de auteurs: Cristel van de Ven en Aukje Nauta zijn eigenaar en oprichters van Factor Vijf Organisatieontwikkeling. Zij doen onderzoek en geven advies over duurzame inzetbaarheid. Aukje Nauta is daarnaast bijzonder hoogleraar Organisatiepsychologie aan de Universiteit Leiden. 5